Inhoudsopgave
- Inhoud
1
“Een licht straalt over hen die wonen in het land van doodse duisternis” . Deze profetie uit de Eerste Lezing heeft zich in het Evangelie gerealiseerd: inderdaad, wanneer de herders ’s nachts op het veld de wacht houden, “werden zij omstraald door de glorie des Heren”. Als het nacht is op aarde, verschijnt een licht uit de Hemel. Wat betekent dat licht, dat in het donker verschijnt? De apostel Paulus suggereert het ons, hij die ons gezegd heeft: “De genade van God is verschenen”. De genade van God, “bron van heil voor alle mensen” heeft deze nacht de wereld omhuld.
Maar wat is deze genade? Het is de goddelijke liefde, de liefde die het leven omvormt, die de geschiedenis vernieuwt, die bevrijdt van het kwaad, die vrede en vreugde verspreidt. Deze nacht heeft de liefde van God zich aan ons getoond: Jezus. In Jezus heeft de Allerhoogste zich klein gemaakt, om door ons bemind te worden. In Jezus is God een kind geworden, om zich door ons te laten omhelzen. Maar wij kunnen ons ook nog de vraag stellen, waarom noemt de heilige Paulus de komst van God in de wereld, “genade”? Om ons te zeggen dat zij geheel gratuit is. Terwijl hier op aarde alles lijkt te beantwoorden aan de logica van het geven om te hebben, komt God gratuit. Over Zijn liefde valt niet te onderhandelen: wij hebben niets gedaan om ze te verdienen en wij zullen haar nooit kunnen vergoeden.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Maar wat is deze genade? Het is de goddelijke liefde, de liefde die het leven omvormt, die de geschiedenis vernieuwt, die bevrijdt van het kwaad, die vrede en vreugde verspreidt. Deze nacht heeft de liefde van God zich aan ons getoond: Jezus. In Jezus heeft de Allerhoogste zich klein gemaakt, om door ons bemind te worden. In Jezus is God een kind geworden, om zich door ons te laten omhelzen. Maar wij kunnen ons ook nog de vraag stellen, waarom noemt de heilige Paulus de komst van God in de wereld, “genade”? Om ons te zeggen dat zij geheel gratuit is. Terwijl hier op aarde alles lijkt te beantwoorden aan de logica van het geven om te hebben, komt God gratuit. Over Zijn liefde valt niet te onderhandelen : wij hebben niets gedaan om ze te verdienen en wij zullen haar nooit kunnen vergoeden.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De genade van God is verschenen. Deze nacht geven wij ons rekenschap dat wij ontoereikend waren en dat Hij zich voor ons klein heeft gemaakt; terwijl wij naar onze bezigheden gingen, kwam Hij in ons midden. Kerstmis herinnert ons dat God iedere mens blijft liefhebben, zelfs de slechtste mens. Tot mij, tot u, tot ieder van ons vandaag, zegt Hij: Ik hou van u en Ik zal altijd van u houden, gij bent kostbaar in Mijn ogen. God bemint u niet omdat ge denkt rechtvaardig te zijn en u goed te gedragen; Hij bemint u en dat is alles. Zijn liefde is onvoorwaardelijk, Hij is niet van u afhankelijk. Gij kunt verkeerde gedachten hebben, gij kunt heel ingewikkelde situaties gecreëerd hebben, maar de Heer weerhoudt zich er niet van u lief te hebben. Hoe dikwijls denken wij niet dat God goed is als wij goed zijn en dat Hij ons straft als wij slecht zijn. Zo is het niet. In onze zonden blijft Hij ons beminnen. Zijn liefde verandert niet, Hij is niet prikkelbaar; Hij is trouw, geduldig. Dat is de gave die wij met Kerstmis vinden: wij ontdekken met verbazing dat de Heer geheel en al onbaatzuchtigheid is, de grootst mogelijke tederheid. Zijn heerlijkheid verblindt ons niet, Zijn aanwezigheid schrikt ons niet af. Hij wordt geboren in totale armoede, om ons te veroveren met de rijkdom van Zijn liefde.
De genade van God is verschenen. Genade is synoniem van schoonheid. Deze nacht ontdekken wij in de schoonheid van Gods liefde, ook onze schoonheid, want wij zijn de veelgeliefden van God. In goed en kwaad, ziekte en gezondheid, blijdschap en droefheid, lijken wij in Zijn ogen mooi: niet om wat wij doen, maar om wie we zijn. Er is een onuitwisbare, onaantastbare, onbedwingbare schoonheid in ons, die de kern is van ons wezen. Vandaag herinnert God ons daaraan door onze mensheid met liefde aan te nemen en tot de Zijne te maken, “door haar te huwen” voor altijd.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Werkelijk, de “grote vreugde” die deze nacht aan de herders wordt aangekondigd is “voor heel het volk”. Onder deze herders, die zeker geen heiligen waren, bevinden ook wij ons, met onze kwetsbaarheid en zwakheden. Zoals Hij hen geroepen heeft, roept God ons ook, omdat Hij van ons houdt. En in de nachten van het leven zegt Hij aan ons, zoals aan hen: “Vreest niet” . Moed, verlies het vertrouwen niet, verlies de hoop niet, denk niet dat beminnen verloren tijd is! Deze nacht heeft de liefde de vrees overwonnen, een nieuwe hoop is verschenen, het zachte licht van God heeft de duisternis van de menselijke arrogantie overwonnen. O mensheid, God houdt van u en is mens geworden voor u, ge bent niet meer alleen!
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Dierbare broeders en zusters, wat te doen tegenover die genade? Eén enkele zaak: de gave in ontvangst nemen. Vooraleer op zoek te gaan naar God, laten wij Hem naar ons zoeken. Laat ons niet uitgaan van onze capaciteiten, maar van Zijn genade, omdat Hij het is, Jezus, de Redder. Kijken wij naar het Kind en laten wij ons door Zijn tederheid omhullen. Wij zullen geen excuses meer hebben om ons niet meer door Hem te laten beminnen: wat slecht gaat in het leven, wat in de Kerk niet werkt, wat in de wereld niet gaat, zal geen excuus meer zijn. Dat zal naar de achtergrond verschuiven, want tegenover de liefde van Jezus tot in het dwaze toe, een liefde die geheel zachtmoedig en nabij is, zijn er geen excuses. De vraag met Kerstmis is: laat ik mij door God beminnen? Geef ik mij over aan Zijn liefde die komt om mij te redden?
Zo een grote gave verdient diepe dankbaarheid. De genade in ontvangst nemen is dankbaar kunnen zijn. Maar ons leven is dikwijls verre van dankbaar. Vandaag is het de ideale dag om tot het tabernakel te naderen, tot de kerststal, de kribbe, om dank u te zeggen. Laten wij de gave aanvaarden, die Jezus is, om vervolgens zoals Jezus, gave te worden. Gave worden, is zin geven aan het leven en is het beste middel om de wereld te veranderen: wij veranderen, de Kerk verandert, de geschiedenis verandert wanneer wij beginnen – niet met de anderen te willen veranderen – maar onszelf, door van ons leven een gave te maken.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Jezus toont het ons in deze nacht: Hij heeft de geschiedenis niet veranderd door iemand te dwingen of door woorden, maar door de gave van Zijn leven. Hij heeft niet gewacht tot wij goed zijn om ons te beminnen, maar Hij heeft zich gratuit aan ons gegeven. Ook wij, wachten wij niet tot onze naaste goed is om hem goed te doen, tot de Kerk volmaakt is om van haar te houden, tot de anderen ons waarderen om hun dienstbaar te zijn. Laten wij als eersten beginnen. Dat is de gave van de genade ontvangen. En heiligheid is niets anders dan de belangloosheid ervan bewaren.
Een mooie legende vertelt dat de herders bij Jezus’ geboorte met verschillende gaven naar de grot kwamen. Ieder bracht mee wat hij had, de ene de vruchten van zijn werk, een ander iets waardevol. Maar terwijl iedereen edelmoedig zijn best deed, was er een herder die niets had. Hij was heel arm, hij had niets om te geven. Terwijl iedereen rivaliseerde om zijn gave aan te bieden, hield hij zich beschaamd aan de kant. Op een zeker ogenblik, hadden sint Jozef en de heilige Maagd het moeilijk om al die geschenken in ontvangst te nemen, vooral Maria, die het Kind moest dragen. Toen Zij dan die herder met lege handen zag, vroeg Zij hem dichterbij te komen. En Zij legde Jezus in zijn armen. Die herder besefte dat hij kreeg wat hij niet verdiende : in zijn armen het grootste geschenk van de geschiedenis te dragen. Hij keek naar zijn handen, handen die hem nog altijd leeg leken: zij waren de wieg van God geworden. Hij voelde zich bemind, overwon zijn schaamte en begon Jezus aan de anderen te tonen, omdat Hij de gave der gaven niet voor zich kon houden.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Dierbare broeder, dierbare zuster, als uw handen leeg lijken, als ge ziet dat uw hart arm aan liefde is, is deze nacht voor u. De genade van God is verschenen om in uw leven te schitteren. Ontvang haar en het licht van Kerstmis zal in u stralen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/7533-als-uw-handen-leeg-lijken-dan-is-deze-nacht-voor-u-nl