(Broeder René Stockman - Broeders van Liefde) - Juist op de dag dat vanuit het Vaticaan de lang verwachte tekst over de onvoorwaardelijke waardigheid van het menselijke leven uitkwam, onder de titel “Dignitas infinita”, sprak de voorzitter van de CM, Dhr. Luc Van Gorp, zich in een interview uit voor een verruiming van de euthanasie naar bejaarden toe die levensmoe zijn. Het is natuurlijk een discussie die reeds langer gevoerd wordt, maar met de argumenten die de voorzitter aanbrengt en de woordkeuze die hij hierbij maakt gaat hij wel kort door de bocht. Meer zelfs, hij overschrijdt hier een grens van fundamenteel respect, door op het einde van zijn pleidooi de ouder wordende mens zelfs te vergelijken met “een berg vlees, waaraan artsen en ziekenhuizen aan de slag gaan en daar goed mee verdienen, maar zodra dat vlees wat begint te stinken, dit doorgeschoven wordt naar de ouderenzorg”. Wat moeten ouderen en zij die hen nabij zijn wel denken over dergelijke uitdrukking, gebracht door de voorzitter van een mutualiteit die zich dan nog christelijk durft te noemen. Deze woorden, en de ganse redenering rond de euthanasie die hij daarbij maakt, zijn niet alleen niet christelijk te noemen, maar getuigen van een zware schending van menselijke waardigheid en kunnen tot zware aberraties leiden. Er wordt een gevaarlijke deur geopend!
Het ganse pleidooi wordt gevoerd in het licht van de financiële druk die de ouderenzorg met zich meebrengt en daarbij stelt de voorzitter de vraag wat het effect zal zijn wanneer men in 2050 zal steven naar 1,2 miljoen 80-plussers. Omdat het financieel niet meer te dragen zal zijn houdt hij dan ook een pleidooi voor een “radicaal andere aanpak”. En deze radicale aanpak zou erin bestaan dat voortaan de zogenaamde kwaliteit van leven de norm zou moeten worden om nog verder te mogen leven. Wanneer iemand uitdrukt dat hij of zij levensmoe is, zou dan logischer wijze de stap naar euthanasie of een vorm van legale hulp bij zelfdoding moeten worden aangeboden. Dat noemt de auteur dan het leven teruggeven. Hier wordt echter een gevaarlijke weg ingeslagen door de beoordeling van de kwaliteit van leven te koppelen aan de financiële haalbaarheid van de te geven zorg. Wie van de ouderen zal het zichzelf nog kunnen verantwoorden om verder te leven wanneer rondom hem of haar voortdurend de klacht wordt geuit dat de zorg die hij of zij nodig heeft veel te duur wordt en er moet bespaard worden. Het zal voortaan als een daad van edelmoedigheid en solidariteit worden beschouwd wanneer men dan kiest om uit het leven te stappen, en zij die dan toch nog zouden kiezen om verder te leven zullen met schuldgevoelens worden beladen. Natuurlijk wordt hier alleen gesproken over de ouderen in kwestie, maar wat zal de druk worden vanuit en ook op de familie en tevens op de zorgverleners aan wie wordt aangegeven dat ze toch maar hun tijd en energie verliezen in de zorg van leven dat hopeloos is geworden.
Kwaliteit wordt meestal gemeten via de toetsing in welke mate een persoon zijn of haar vitale levensfuncties al dan niet nog zelfstandig kan uitvoeren om dan in schaal te brengen wat de proportie is tussen wat men nog effectief zelf kan doen en waarvoor hulp van anderen noodzakelijk is. Maar naast deze berekenbare kwaliteit van leven, die we ook de accidentele kwaliteit van leven kunnen noemen, bestaat er ook zoiets als de essentiële kwaliteit van leven, en dat heeft met de zin van het leven te maken. Dat laatste is veel moeilijker meetbaar en in cijfers uit te drukken, en zal bij eenieder verschillen. En natuurlijk zal deze ook afhangen van de wijze dat iemand verzorgd en ondersteund wordt in zijn levensfuncties en van de omgeving waarin deze persoon zich bevindt. Ik denk hier steeds terug aan mijn moeder die op hoge leeftijd in een rust- en verzorgingstehuis terecht kwam en steeds meer moest inleveren wat haar accidentele kwaliteit van leven sterk deed afnemen. Maar terwijl ze haar wereldje steeds verder zag inkrimpen, en uiteindelijk haar kamer haar wereld werd, leerde ze genoegen te vinden in de korte bezoeken die ze mocht ontvangen en de kleine attenties die ze van het verzorgend personeel mocht ondervinden. Zo bleef haar essentiële levenskwaliteit vrij intact en zou ze rustig naar haar dood toe leven. En hier treed ik natuurlijk Van Gorp bij wanneer hij aanbrengt hoe belangrijk de kwaliteit van zorg wel is om ook de kwaliteit van leven positief te beïnvloeden. Is het niet daarin dat de maatschappij haar graad van humaniteit zou moeten laten uitschijnen, en niet in het stimuleren van een “cultuur van de dood”, om een woord van Paus Johannes Paulus II te gebruiken. Eigenlijk is het schrijnend dat hier gediscuteerd wordt over middelen die naar de gezondheidszorg zouden moeten gaan, terwijl tegelijk miljarden zonder discussie worden vrijgegeven om de oorlogsmachine in gang te houden.
In het zopas verschenen document “ Dignitas Infinita [9223]”, dat naar aanleiding van de 75ste verjaardag van de uitvaardiging van de Universele Verklaring van de Rechten van de mens [1491] wordt uitgevaardigd, wordt nog eens duidelijk herhaald dat ieder menselijk leven een intrinsieke waarde heeft en dat iedere ingreep daarop een zware schending is van de menselijke waardigheid. Het is treffend dat uitdrukkelijk de focus wordt gericht, naast het ongeboren leven, op ouderen die afhankelijk zijn van de zorg van anderen en op mensen met een mentale beperking. Er wordt gepleit dat iedere persoon in zijn waardigheid dient geëerbiedigd te worden, los van zijn levensomstandigheden, levenskwaliteit of bekwaamheid om al dan niet zelfstandig beslissingen te nemen. Tevens wordt gesteld dat het arbitrair beëindigen van het leven niet tot een recht mag worden verheven, louter afhankelijk van een subjectieve wens of individuele voorkeur.
Wat Van Gorp daarentegen doet is onder de vlag van de zo hoog geprezen absolute zelfbeschikking, een zeer discutabel gegeven over de kwaliteit van het leven te koppelen aan de financiële last die een maatschappij dient te dragen voor mensen die in een utilitaristisch mensbeeld als waardeloos worden weggegooid. In een maatschappijbeeld waar alleen nog nuttigheid telt zijn natuurlijk ouderen en mensen met een mentale beperking de eersten die uit de boot vallen. Dat dergelijke visie juist vanuit een mutualiteit die nog steeds de “C” van christelijk in haar naamgeving heeft behouden wordt verdedigd, is dan ook meer dan bedenkelijk en kan men gewoonweg niet aanvaarden.
Om RK Documenten te kunnen verbeteren is uw reactie zeer waardevol. Heeft u aanmerkingen of suggesties voor verbeteringen of bent u een fout tegen gekomen? Laat het ons weten.