Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters!
Ik dank u voor uw hartelijke ontvangst. Ik zou mijn eerste woorden vooral willen richten tot alle priesters en godgewijden die zich niet konden verplaatsen omwille van hun gezondheid, de last der jaren of een ongemak.
{moment van stil gebed}
Nu ik mijn bezoek aan Madagascar hier met u afrond en uw vreugde zie, maar ook terugdenken aan al wat ik op zo’n korte tijd op uw eiland heb meegemaakt, wellen uit mijn hart deze woorden van Jezus op uit het Evangelie van Lucas, toen Hij het uitjubelde van vreugde en zei: “Ik prijs U Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kleinen” . En deze vreugde wordt door uw getuigenissen bevestigd, want zelfs wat u problemen noemt, zijn tekens van een levende, dynamische Kerk die dagelijks een aanwezigheid van de Heer probeert te zijn ...
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Deze werkelijkheid is een uitnodiging om dankbaar terug te denken aan al degenen die niet bang waren en alles op Jezus Christus en Zijn Rijk wisten in te zetten, en vandaag behoort u tot hun erfgoed. Ik denk aan de Lazaristen, Jezuïeten, de Zusters van de H. Jozef van Cluny, de Broeders van de Christelijke Scholen, de Missionarissen van la Salette en alle andere pioniers, bisschoppen, priesters en godgewijden. Maar ik heb ook een gedachte voor de vele leken die in de moeilijke tijden van de vervolging, toen veel missionarissen en religieuzen moesten vertrekken, de vlam van het geloof in deze gebieden hebben levendig gehouden. Dat nodigt ons uit aan ons doopsel terug te denken, als het eerste en grote sacrament waardoor wij het merkteken kregen van kind van God. Al het overige is een uitdrukking en manifestatie van deze eerste liefde die wij altijd geroepen zijn te hernieuwen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De zin uit het Evangelie die ik citeerde, maakt deel uit van het lofgebed van de Heer toen de tweeënzeventig leerlingen terugkeerden van hun zending. Evenals u, hebben zij de uitdaging aangenomen een Kerk “naar buiten” te zijn, en zij keren beladen terug om al wat zij gezien en gehoord hebben, te delen. U bent naar buiten durven gaan en hebt de uitdaging aanvaard het licht van het Evangelie uit te dragen naar de verschillende gebieden van dit eiland.
Ik weet dat velen onder u in moeilijke omstandigheden leven, waar essentiële diensten ontbreken – water, elektriciteit, wegen, communicatiemiddelen – of de economische middelen om het leven en de pastorale activiteiten te regelen. Een aantal onder u dragen op hun schouders, om niet te zeggen hun gezondheid, de last van het zware apostolaat. Maar u heeft ervoor gekozen te blijven en naast uw volk te staan, met uw volk. Ik dank u daarvoor. Veel dank voor uw getuigenis en omdat u hier wil blijven en niet om van de roeping een “overgang naar een beter leven” te maken! Hier blijven, in het besef, zoals de zuster zei, dat “wij ons, ondanks onze miserie en zwakheden, met heel ons wezen inzetten voor de grote zending van de evangelisatie”. Een godgewijde (in de ruime zin van het woord), is de vrouw, de man die geleerd heeft in het Hart van haar of zijn Heer te blijven en in het hart van haar of zijn volk. Dat is de sleutel: in het hart van de Heer blijven en in het hart van het volk.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Wanneer Zijn leerlingen vol vreugde terugkeren, ontvangt Jezus hen en luistert Hij naar hen en het eerste dat Hij daarbij doet, is Zijn Vader loven en zegenen, wat ons wijst op een fundamenteel element van onze roeping. Wij zijn mannen en vrouwen die loven. Een godgewijde kan Gods aanwezigheid herkennen en kan aan wijzen waar Hij zich bevindt. Meer nog, hij wil leven in Zijn aanwezigheid die hij heeft leren proeven, smaken en delen. In het lofgebed ontdekken wij de mooiste manier om Hem toe te behoren en ontdekken wij onze identiteit, want lofprijzing bevrijdt de leerling van de obsessie van “men zou moeten …” en geeft hem de smaak van de zending terug evenals de smaak van bij zijn volk te zijn; lofzang helpt de “criteria” verfijnen om zichzelf, de anderen en heel de missionering te evalueren, om te vermijden dat men soms weinig evangelische smaak heeft.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Wij kunnen dikwijls aan de bekoring toegeven uren over “succes” of “mislukking” te spreken, over het “nut” van onze activiteiten, of de “invloed” die wij kunnen hebben. Discussies waarin we uiteindelijk de bovenhand krijgen en midden in onze aandacht staan. Wat er dikwijls toe leidt om te dromen van grotere, nauwgezette en goed uitgewerkte apostolische plannen … wat eigen is aan overwonnen legeroversten die uiteindelijk onze geschiedenis ontkennen – en de geschiedenis van uw mensen – die groots is omdat het een geschiedenis is van offers, hoop, dagelijkse strijd, van een leven dat opgaat in dienstbaarheid, van volgehouden moeizame arbeid.
“Door lofgebed worden wij ongevoeliger voor zelfverheerlijking, maken we van de middelen ons doel niet en vinden we het overtollige niet belangrijk; wij verkrijgen de vrijheid eerder een proces op gang te brengen dan ruimte in te nemen ; het belangeloos bevorderen van wat het volk Gods eerder doet groeien, rijpen en vrucht dragen, dan ijdel te worden door pastorale “winst” die gemakkelijk en snel is maar voorbijgaand. In zekere mate speelt een groot deel van ons leven, onze vreugde en missionaire vruchtbaarheid zich af in deze uitnodiging van Jezus tot lofgebed. Zoals Romano Guardini, deze wijze en heilige man, graag benadrukte: “Wie God aanbidt in zijn diepste gevoelens en ook reëel door concrete daden wanneer hij er tijd voor heeft, staat in de waarheid. Hij kan zich in veel dingen vergissen; hij kan overladen en onthutst zijn door het gewicht van wat hij doet; maar ten langen laatste zijn de oriëntaties en wetten van zijn leven, zeker”.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De tweeënzeventig waren zich bewust dat het succes van de zending afhing van de vraag of ze gedaan was “in de naam van de Heer Jezus”. Dat bracht hen in verrukking. Het was niet door hun deugdzaamheid, naam of titels; zij hadden geen strooibiljetten met hun foto bij; niet hun faam of project fascineerde en redde de mensen. De vreugde van de leerlingen kwam door de zekerheid dingen te doen in de naam van de Heer, door van Zijn plan te leven, Zijn leven te delen, waar zij zozeer van hielden dat zij het ook met anderen wilden delen.
Het is interessant vast te stellen dat Jezus de activiteit van de Zijnen samenvat door te spreken over de overwinning op de macht van satan, een macht die wij op eigen kracht nooit zullen kunnen overwinnen, maar wij zullen het zeker kunnen in Jezus’ naam. Ieder van ons kan over zijn strijd getuigen ... en ook over enkele mislukkingen. Wanneer u de talloze domeinen vermeldt waar u uw evangelisatiewerk verricht, dan levert u deze strijd in de naam van Jezus. In Zijn naam zult u het kwaad overwinnen, wanneer u anderen de hemelse Vader leert loven en het Evangelie en de catechismus eenvoudig aanleert, wanneer u een zieke bezoekt en bijstaat of de troost van de verzoening brengt. In Zijn naam bent u overwinnaars door eten te geven aan een kind, door een moeder van de wanhoop te redden als zij voor alles alleen staat, door werk te geven aan een familievader ... Het is een strijd die wint als men strijdt tegen onwetendheid door onderwijs te geven; het is ook Gods aanwezigheid brengen wanneer iemand ertoe bijdraagt dat alle schepselen in hun ordening en volmaaktheid gerespecteerd worden en dat vermeden wordt dat zij misbruikt of uitgebuit worden; en het zijn eveneens tekens van onze overwinning wanneer u een boom plant, of een gezin aan drinkwater helpt. Welke tekens van de overwinning op het kwaad, wanneer u zich inzet om duizenden mensen hun gezondheid terug te geven! Ga door met deze strijd, maar altijd met gebed en lofgebed!
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Wij voeren ook strijd in onszelf. God verijdelt de invloed van de boze geest, de geest die ons dikwijls “een overdreven vraag” influistert “naar autonomie en ontspanning. Hun taken ervaren ze eerder als een aanhangsel in hun leven, alsof ze geen deel uitmaken van hun identiteit. Tegelijkertijd verwart men het geestelijke leven met religieuze momenten die een zekere troost bieden, maar die de ontmoeting met anderen, het engagement in de wereld, de passie voor de evangelisatie niet bevorderen”. In plaats van mannen en vrouwen te zijn die loven, kunnen wij “professionelen van het sacrale” worden. Laat ons de geest van het kwaad op ons eigen terrein overwinnen; waar hij ons zegt ons vast te klampen aan economische zekerheden, aan ruimtes van macht en menselijke eer, laat ons daar het antwoord geven van de evangelische verantwoordelijkheid en armoede die maken dat wij ons leven geven voor de zending. Laten wij de missionaire vreugde niet van ons roven!
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Dierbare broeders en zusters, Jezus looft de Vader omdat Hij deze dingen aan de “kleinen” geopenbaard heeft. Wij zijn klein, want onze vreugde, ons geluk, is precies deze openbaring : wie eenvoudig is “ziet en hoort” wat wijzen, profeten noch koningen kunnen zien en horen, en dat is Gods aanwezigheid in lijdende en bedroefde mensen, in mensen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, in degenen die barmhartig zijn. Zalig zijt gij, zalig is de Kerk van de armen en voor de armen, want zij is doordrongen van de geur van haar Heer, zij leeft in vreugde wanneer zij de Blijde Boodschap verkondigt aan de marginalen van de aarde, de bevoorrechten van God.
Breng aan uw gemeenschappen mijn genegenheid en nabijheid over, mijn gebed en zegen. Bij deze zegen, die ik u zal geven in de naam van de Heer, vraag ik u aan uw gemeenschappen te denken, aan de plaatsen van uw missie, opdat de Heer al deze mensen waar zij zich ook bevinden, blijft zegenen. Mocht u een teken blijven van Zijn levende aanwezigheid onder ons! En vergeet niet voor mij te bidden en te doen bidden! Dank u!
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/7453-tekens-van-de-overwinning-op-het-kwaad-nl