8e Zitting - Veroordeling van het monotheletisme en van Paus Honorius I

Nadat wij de dogmatische brieven, geschreven door Sergius de voormalige patriarch van die door God beschermde koningsstad, aan Cyrus, de toenmalige bisschop van Phasis, en aan Honorius, de voormalige Paus van het oudere Rome, en evenzo de brief door die, dat is Honorius, aan Sergius zelf als antwoord geschreven, onderzocht hebben; en nadat wij hebben bevonden dat die volledig anders zijn dan de Apostolische leer en de bepalingen van de heilige Concilies en alle heilige erkende Vaders, maar de leugenachtige leer van de ketters volgen, verwerpen wij die geheel en al en wij walgen ervan als waren die zielsvernietigend.

Van hen, dat is van dezelfden, wijzen wij de goddeloze dogmata af en wij hebben geoordeeld dat hun namen uit de heilige Kerk van God geworpen moeten worden, dat is dus van Sergius, die begon over een dergelijk goddeloos dogma te schrijven, en van Cyrus van Alexandrië, van Pyrrhus, van Paulus en Petrus en van diegenen die op de bisschopszetel van die door God bewaakte stad hebben gezeten en die hetzelfde hebben gedacht als zij; en vervolgens ook van Theodoros de voormalige bisschop van Pharan; en alle bovengenoemde personen heeft Agathon, de heiligste en drie maal zalige Paus van het oudere Rome, vermeld in een brief aan de keizer, en hij heeft hen verworpen omdat zij opvattingen hadden in strijd met ons orthodoxe geloof, en wij besluiten dat diegenen onderworpen moeten worden aan een anathema.

En wij besluiten dat met hen ook Honorius, de voormalige Paus van het oudere Rome, uit de heilige Kerk van God geworpen en met een anathema getroffen moet worden, omdat wij bevonden hebben in de door hem aan Sergius geschreven brieven dat hij in alles de mening van hem volgde en de goddeloze dogma’s van hem bevestigde.