Inhoudsopgave
- Inhoud
“Het behoort tot een hechte traditie van de Kerk”, zoals Paulus VI schreef in de Motu Proprio , “dat de gelovigen die, geleid door godsdienstig en kerkelijk aanvoelen, zo actief mogelijk aan het eucharistisch offer deelnemen, hieraan als het ware een eigen offer toevoegen, om op deze wijze zorg te dragen voor de noden van de Kerk, en vooral het onderhoud van de bedienaren.”
Vroeger bestond deze bijdrage voornamelijk uit giften in natura; in onze tijd is zij bijna uitsluitend geldelijk. Echter, het motief en het doel van de offergaven van de gelovigen zijn hetzelfde gebleven en zijn ook bekrachtigd door de nieuwe .
Omdat deze zaak rechtstreeks het Allerheiligst Sacrament betreft, zou zelfs de geringste schijn van winstbejag of simonie een schandaal veroorzaken. Daarom heeft de Heilige Stoel altijd de ontwikkeling van dit vrome gebruik aandachtig gevolgd, op het juiste ogenblik interveniërend om te zorgen voor aanpassingen aan de veranderende sociale en culturele omstandigheden, met het doel mogelijke misbruiken in verband met deze aanpassingen te voorkomen of recht te zetten, waar zij zich ook maar voor zouden kunnen doen.
Recentelijk hebben veel bisschoppen een beroep gedaan op de Heilige Stoel om helderheid te verschaffen over de viering van Missen voor wat genoemd wordt ‘collectieve intenties’, volgens een vrij recent gebruik.
Het is waar dat de gelovigen van oudsher al het gebruik hebben gehad, vooral in economisch achterblijvende regio’s, om de priester bescheiden misstipendia te geven, zonder het speciale verzoek om een enkele individuele Mis op te dragen voor een bepaalde intentie. In zulke gevallen is het toegestaan om de diverse stipendia te combineren om zoveel Missen te vieren als overeen zou komen met het vastgestelde diocesane stipendium.
De gelovigen zijn ook vrij hun intenties en stipendia voor de viering van een enkele Mis voor deze intenties te combineren.
Van geheel andere aard echter, is het geval van die priesters die zonder onderscheid de stipendia van de gelovigen vergaren die bestemd zijn voor de viering van Missen voor bepaalde intenties, “en hen bijeenbrengen in een enkel stipendium en daaraan voldoen door een enkele Mis”, die gecelebreerd wordt voor wat wordt genoemd een “collectieve intentie”.
De argumenten die ter rechtvaardiging van dit nieuwe gebruik worden aangehaald zijn misleidend en aanmatigend, zo niet getuigend van een onjuiste kerkleer.
In ieder geval brengt dit gebruik het ernstige risico met zich mee niet te voldoen aan de verplichting van gerechtigheid jegens de gevers van de stipendia en zich geleidelijk uit te breiden en in het gehele christelijk volk het besef van en begrip voor de motieven en doel van het geven van stipendia ten behoeve van de viering van het heilig offer voor bijzondere intenties uit te doven, en op die manier de gewijde bedienaren die nog steeds leven van deze stipendia te beroven van noodzakelijke middelen van bestaan en vele particuliere Kerken middelen voor hun apostolische werkzaamheden te ontzeggen.
Bijgevolg heeft, om vorm te geven aan een mandaat ontvangen door de Paus, de , die de rechtsbevoegdheid bezit inzake de discipline met betrekking tot dit delicate onderwerp, een uitgebreide raadpleging uitgevoerd over deze zaak, met inbegrip van de meningen van de Bisschoppenconferenties. Na zorgvuldig onderzoek van de reacties en de diverse aspecten van het complexe probleem, heeft de , in samenwerking met andere belanghebbende departementen van de Curie, het volgende vastgesteld:
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Art. 1
§ 1. In overeenstemming met canon , “moeten onderscheiden Missen opgedragen worden voor de intenties van degenen voor wie afzonderlijk een stipendium, al is het gering, aangeboden en aanvaard is.” Daarom is de priester die het stipendium aanvaardt voor een mis ten behoeve van bepaalde intentie gebonden “ex iustitia” persoonlijk de verplichting die hij op zich heeft genomen na te komen , dan wel nakoming ervan toe te vertrouwen aan een andere priester, volgens de bij de Wet vastgestelde voorwaarden.
§ 2. Priesters die handelen in strijd met deze norm nemen de relatieve morele verantwoordelijkheid op zich indien zij “zonder onderscheid stipendia verzamelen voor het celebreren van Missen” voor particuliere intenties en wanneer zij die combineren in één enkel stipendium, en, zonder dat zij die het stipendium hebben gegeven daarvan weten, eraan voldoen middels één enkele Mis die gecelebreerd wordt voor een intentie die zij “collectief” noemen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
3
5
Art. 2
§ 1. In gevallen waarin mensen die het stipendium geven van tevoren expliciet zijn geïnformeerd over en uit vrije wil hebben ingestemd met het combineren van hun stipendia in één enkel stipendium, kunnen hun intenties worden nagekomen met één enkele Mis die gecelebreerd wordt voor een “collectieve” intentie.
§ 2. In dat geval is het noodzakelijk dat de plaats en de tijd voor de viering van deze Mis, die ten hoogste tweemaal per week opgedragen kan worden, gepubliceerd worden.
§ 3. De bisschoppen in wier bisdommen deze gevallen voorkomen moeten zich ervan bewust zijn dat deze praktijk een uitzondering is op de geldende canonieke wet; zodra deze praktijk zich excessief uitbreidt, mede op basis van onjuiste ideeën over de betekenis van stipendia voor Missen, moet het worden aangemerkt als misbruik dat uiteindelijk kan leiden tot het staken door gelovigen van het gebruik van het geven van stipendia voor het celebreren van Missen ten behoeve van individuele intenties; op die manier zou een zeer oud gebruik verloren gaan dat heilzaam is voor individuele zielen en voor de gehele Kerk.
Referenties naar alinea 2: 1
Secundum probatum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
5
Art. 3
In gevallen beschreven in , is het de celebrant toegestaan het bedrag van het stipendium, zoals vastgesteld door het bisdom, te behouden.
Het bedrag dat dit stipendium te boven gaat zal worden toegewezen aan de Ordinaris, zoals nader toegelicht in , die voor bestemming ervan zal zorgdragen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Art. 4
Speciaal bij heiligentombes en pelgrimsplaatsen die gewoonlijk vele stipendia voor het celebreren van de Missen ontvangen, moeten rectoren er, gebonden in geweten, aandachtig op toezien dat de normen van de universele wet op dit onderwerp en die van dit besluit, nauwkeurig worden nageleefd.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Art. 5
§ 1. Priesters die een groot aantal stipendia ontvangen voor particuliere intenties voor Missen, bijvoorbeeld op Allerzielen of bij andere speciale gelegenheden, en daardoor niet in staat zijn ze persoonlijk binnen een jaar te voldoen , moeten die niet weigeren en op die manier de devote intentie van hen die het stipendium geven frustreren en hen afhouden van het verwezenlijken van het goede doel, maar ze toevertrouwen aan andere priesters of aan hun eigen Ordinaris.
§ 2. Indien onder deze of vergelijkbare omstandigheden hetgeen is beschreven in van dit decreet plaatsvindt, moeten de priesters goed letten op de beschikkingen van .
Referenties naar alinea 5: 1
Secundum probatum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Art. 7 Het is tevens noodzakelijk dat de gelovigen over deze materie worden geïnstrueerd door middel van een speciale catechese, waarvan de belangrijkste punten de volgende zijn:
- de diepe theologische betekenis van het stipendium dat gegeven wordt aan een priester voor het celebreren van het eucharistisch Offer, waarvan het doel is vooral het risico te vermijden van schandaal vanwege de schijn van koop en verkoop van het Heilige;
- het ascetische belang van het geven van aalmoezen in het christelijk leven, dat Jezus zelf onderwees, waarvan de stipendiumgave voor het celebreren van Missen een uitstekende vorm is;
- het delen van goederen, waarmee gelovigen, door hun stipendia voor misintenties, bijdragen aan de ondersteuning van de gewijde bedienaren en de vervulling van de apostolische activiteit van de Kerk.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Op 22 januari 1991 heeft de Paus de normen van het onderhavige decreet in hun gedetailleerde vorm goedgekeurd en heeft bevolen dat zij onmiddellijk zouden worden uitgevaardigd en van kracht zouden zijn.
Antonia kard. Innocenti
Prefect
Aartsbisschop Gilberto Agustoni
Secretaris
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/3704-mos-iugiter-nl