Informatie over dit document

Paulus wil tot ons vandaag spreken
Eerste Vespers op het Hoogfeest van de HH. Apostelen Petrus en Paulus, bij gelegenheid van de opening van het Paulusjaar, met aanwezigheid van de Oecumenische Patriarch van Constantinopel Bartholomeus I - Pauselijke Basiliek Sint-Paulus buiten de Muren
Pauselijke geschriften - Homilieën
2008, Libreria Editrice Vaticana
Vert.: Kindschap Gods nr. 58, blz. 1-3
Toon meerReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzicht
Extra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord
Reageer op dit document
Deel op social media
Inhoudsopgave
- Inhoud
2
{}
'Mijn leven is nu niets anders dan leven in het geloof in Gods Zoon die mij heeft liefgehad en die zichzelf voor mij heeft overgeleverd', aldus Paulus in zijn Brief aan de Galaten . Alles wat Paulus doet, gebeurt vanuit dat beginsel: zijn geloof is de ervaring van een geheel persoonlijk bemind worden door Jezus Christus. Dit houdt het duidelijke besef in dat Christus niet zomaar in het algemeen gestorven is, maar dat Hij hem - Paulus - liefheeft, dat Hij zichzelf voor hem heeft overgeleverd en dat Hij als opgestane Heer hem ook nu nog bemint. Zijn geloof is derhalve een diep-getroffen-zijn door de liefde van Christus, wat hem tot in het allerdiepste van zijn wezen heeft gegrepen en veranderd. Zijn geloof is dus niet een als 't ware in de lucht hangende theorie, maar een diep ingeworteld inzicht over God en de wereld. Zijn geloof is het resultaat van de aanwezigheid van Gods liefde in zijn hart. En zo is dit geloof zelf liefde tot Jezus Christus.
Referenties naar alinea 2: 1
Handelingen 18. - “Bijna zoudt ge mij door uw overtuigende woorden Christen maken” (Hnd 26,28).
Paulus als gevangene voor koning Agrippa ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Paulus wordt door velen beschouwd als een strijdbare man die het zwaard van het woord treffend wist te hanteren. Dat heeft hij dan ook voortreffelijk gedaan. 'Ons optreden onder u is niet vergeefs geweest. Ondanks de mishandelingen en de smaad die wij, zoals u bekend, kort tevoren in Filippi moesten doorstaan, hebben wij toch dank zij God de moed gehad u onder heftige tegenstand Zijn Evangelie te verkondigen' . De waarheid van het Evangelie ging hem zozeer ter harte dat hij bereid was zich ervoor op te offeren met alle eventuele gevolgen, ook lijden en dood. Maar wat hem ten zeerste voortdreef was de liefde van Christus voor hem. Paulus was dus iemand die werkelijk liefhad en al zijn werken en lijden kunnen alleen vanuit die liefde verklaard worden.
{}
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Op zoek naar de innerlijke fysionomie van Paulus herinner ik op de tweede plaats aan een woord dat de opgestane Christus tot hem richtte op de weg naar Damascus. De Heer roept hem eerst toe: 'Saulus, Saulus, waarom vervolg je Mij?'. Op de vraag daarop: 'Wie zijt Gij Heer?' luidt het antwoord: 'Ik ben Jezus die jij vervolgt' . Omdat Saulus de Kerk vervolgt, vervolgt hij Jezus zelf. "Jij vervolgt Mij". Hier zien we dat Jezus zich met Zijn Kerk identificeert als zijnde één-en-dezelfde. In deze woorden van de opgestane Heer die het leven van Saulus gaat veranderen en omvormen, is in de kern reeds heel de leer van de Kerk als Lichaam van Christus samengevat. Christus is niet zomaar ten hemel opgestegen en heeft vervolgens op aarde een schare van volgelingen achtergelaten die 'Zijn zaak' wel verder zullen voortzetten. De Kerk is geen vereniging die een bepaald doel nastreeft. Bij de Kerk gaat het niet om een zaak, maar om een persoon: de Persoon van Jezus Christus die als Verrezene 'vlees en bloed' - dus echt een mens - gebleven is: 'Kijkt naar Mijn handen en voeten: Ik ben het zelf. ( ) Een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals ge ziet dat Ik heb' zo spreekt de Verrezene bij Lucas tot de jongeren, die Hem voor een geest hadden gehouden. Hij heeft een lichaam, en Hij is zelf Zijn Kerk. 'Hoofd en lichaam' zijn samen één geheel. 'Weet u niet dat uw lichamen ledematen zijn van Christus?' schrijft Paulus aan de Korintiërs . Verder legt hij uit: zoals man en vrouw volgens Genesis één vlees worden, zo wordt Christus één Geest met de Zijnen, d.w.z. één enkel voorwerp in de nieuwe wereld van de verrijzenis. . Door alles heen schijnt het licht van het Eucharistisch geheim: de Eucharistie waarin Christus altijd weer ons Zijn Lichaam schenkt en ons tot Zijn Lichaam maakt: 'Geeft niet de beker der zegening gemeenschap met het Lichaam van Christus? Omdat het brood één is, vormen wij allen tezamen één lichaam, want allen hebben wij' deel aan het éne brood' .
Ook nu nog spreekt met deze woorden niet zozeer St.-Paulus ons aan, maar de Heer zelf: hoe zoudtge mijn Lichaam kunnen verscheuren? Voor aangezicht van Christus wordt dit woord tegelijkertijd een dringende bede: 'Breng ons weer bijeen, uit alle scheidingen'.
Laat het vandaag opnieuw werkelijkheid worden: één brood is het. Daarom zijn wij velen, één lichaam. Het woord van de Kerk als Lichaam van Christus is voor Paulus niet zomaar een vergelijking. Het is veel meer dan een vergelijking. "Waarom vervolgt gij Mij?"
Altijd door blijft Christus ons in Zijn Lichaam trekken, bouwt Hij Zijn Lichaam op vanuit het Eucharistisch middelpunt, dat voor Paulus het centrum van het christelijke bestaan is, van waaruit wij allen - en ieder van ons geheel persoonlijk - ervaren mogen: Hij heeft mij liefgehad en zich voor mij overgegeven.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Aan het einde wil ik een woord van de heilige Paulus uit zijn latere periode aanhalen, een roep tot Timoteus vanuit de gevangenis in het vooruitzicht op de dood. 'Draag uw deel in het lijden voor het Evangelie' - dat zegt Paulus tot zijn leerlingen . Dit woord lijkt op een testament aan het eind van de weg van deze Apostel, maar het wijst tevens terug naar het begin van zijn zending. Toen Saulus na zijn ontmoeting met de verrezen Heer blind in zijn verblijf te Damascus wachtte op het verdere verloop, kreeg Ananias de opdracht naar de gevreesde vervolger te gaan en hem de handen op te leggen, waardoor hij weer ziende zou worden. Als dan Ananias opwerpt dat deze Saulus een gevaarlijke christenvervolger is, krijgt hij ten antwoord: 'Ga, want die man is mijn uitverkoren werktuig om Mijn Naam uit te dragen onder heidenen en koningen. Ik zal hem laten zien hoeveel hij om Mijn Naam moet lijden' . De opdracht tot verkondiging en de roeping om te lijden voor Christus horen onafscheidelijk bij elkaar en vormen aldus in zichzelf een roeping om te lijden in gemeenschap met Christus, die ons door Zijn lijden heeft verlost.
De waarheid kost nu eenmaal lijden in een wereld, die macht uitoefent dank zij de leugen. Wie het lijden afwijst en het ver van zich tracht te houden, die ontwijkt het leven zelf en de grootheid ervan. Hij kan dan geen dienaar van de waarheid en dus ook niet van het geloof zijn. Liefde bestaat niet zonder lijden - zonder het lijden van het verzaken aan zichzelf, zonder de omvorming en reiniging van het eigen-ik naar de ware vrijheid toe. Als er niets is waarvoor het lijden de moeite waard is, dan verliest ook het leven zelf zijn waarde. De Eucharistie - middelpunt van ons christen-zijn - berust op de overgave van Jezus Christus omwille van ons, ze is geboren uit de passie van de liefde, die in het kruis haar hoogtepunt vindt. Van deze zichzelf wegschenkende liefde leven wij. Zij geeft ons de moed en de kracht om samen met Christus en voor Hem in deze wereld te lijden, in de diepe overtuiging dat juist zó ons leven groots en rijp en waarachtig wordt. In alle brieven van de heilige Paulus zien we dan ook hoe in zijn levensweg als Leraar der Volkeren die voorzegging in vervulling gaat, die aan Ananias werd voorgehouden: 'Ik zal hem laten zien hoeveel hij om Mijn Naam moet lijden'. Zijn lijden maakt hem juist geloofwaardig - hij die niet zijn eigen gewin, zijn eigen roem, de ontplooiing en vervulling van zichzelf zoekt, maar alleen de Christus zoekt die ons allen liefheeft en zich voor ons heeft overgegeven.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Op dit moment danken wij de Heer ervoor, dat Hij Paulus geroepen heeft en hem tot licht voor de volkeren, tot leraar voor ons allen gemaakt heeft en vragen Hem: geef ons ook nu getuigen van de Verrijzenis, die door Uw liefde geraakt zijn en het licht van het Evangelie onze tijd binnen dragen kunnen. Heilige Paulus, bid voor ons.
Amen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/2698-paulus-wil-tot-ons-vandaag-spreken-nl