Sollemnis conventus
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Sollemnis conventus
Tot de Romeinse seminaristen
Paus Pius XII
24 juni 1939
Pauselijke geschriften - Toespraken
1940, Ecclesia Docens 0120, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum, pag. 56-69
In ongecorrigeerde spelling
In ongecorrigeerde spelling
24 juni 1939
4 augustus 2020
2539
nl
Referenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
1
De plechtige bijeenkomst, waartoe gij hier zijt saamgestroomd, om aan den plaatsbekleeder van Jezus Christus op aarde de bewijzen van uw eerbied en kinderlijke liefde aan te bieden, doet, dierbare zonen, ons hart van buitengewone blijdschap overvloeken en is voor ons een overgroot genoegen. Wij zien hier immers voor onze oogen zulk een groote menigte, waarin wij naast het bezit van allerlei andere heerlijke eigenschappen vooral den rijken overvloed van geestesgaven moeten bewonderen. Het is een opbeuring voor ons: dat keurcorps van leeraren, die uitmunten op het gebied der gewijde wetenschappen, en die kring van geestelijke leiders, die al hun vindingrijke zorg besteden om de hun toevertrouwde leerlinge heilig op te voeden en tot uitstekende priesters te vormen. Maar een wonderbaar bemoeiende aanblik is voor ons de élite der jeugd, samengesteld uit clerici niet alleen van deze stad of van Italië, maar van Europa en van geheel de wereld. Terwijl wij u allen aanschouwen, één door den band van dezelfde verlangens en van eenzelfden arbeid, om u namelijk, onder den opvolger van St. Petrus als leider en leeraar, te vormen tot mannen geschikt voor de verbreiding der leer en der genade van Jezus Christus in de harten van alle menschen: nu kunnen wij niet anders dan den almachtigen God onzen diepsten dank betuigen voor zulk een vollen overvloed van goddelijke roeping. Een reden te meer hiervoor is de omstandigheid, dat de hier aanwezige jonge mannen als het ware de vertegenwoordigers zijn van de vele duizenden over heel de wereld, die zich aan het priesterschap verlangen te wijden.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Christus de Heer heeft, zooals allen betekend, is tot Zijn apostelen gezegd: ”Gij zijt het licht der wereld.” Het licht verlicht, de zon verwarmt. Ziedaar dus uw doel, ziedaar het ideaal van het katholieke priesterschap: het moet een bovennatuurlijke zon zijn, om den geest der menschen met het licht van Christus’ waarheid te bestralen, en hun hart in liefde voor Christus te ontvlammen. Aan dit doel, aan dit ideaal moet ook geheel de voorbereiding en vorming tot het priesterschap beantwoorden.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Als gij allen het licht der waarheid wilt worden, die uit Christus is, dan moet gij eerst zelf door die waarheid verlicht worden. Daarom legt gij u toe op de studie der gewijde wetenschappen
5
Gij weet heel goed, beminde zonen, dat de studiën der geestelijkheid geregeld worden door de prachtige constitutie Deus Scientiarum Dominus [1474], die door onzen voorganger Pius XI z.g. is uitgevraagd. In die constitutie is met opzet een onderscheid vastgesteld, en dat moet in de praktijk stipt in acht genomen worden, het onderscheid nl. tusschen de hoofdvakken van (waar de hulpvakken zich bij aansluiten) en de andere, de zg. speciaalvakken. De eerste – en de professoren moeten bij hun methode van lesgeven en examineeren daar zorgvuldig op letten – moeten de eerste plaats innemen, en als het ware het middelpunt der studiën zijn; de tweede moet men zoo onderwijzen en beoefenen, dat zij een geschikte begeleiding en aanvulling van de hoofdvakken vormen, maar zonder te veel arbeid voor zich op te eischen en zonder ooit ook maar de minse afbreuk te doen aan den nauwgezetten toeleg op de hoofdvakken, die werkelijk boven alle andere situatie moet gaan.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Verder, met groote wijsheid is bepaald, en daar moet men stipt aan vasthouden, ”dat de professoren de Studiën der natuurlijke wijsbegeerte en der godgeleerdheid en het onderricht der leerlingen in die vakken, beslist moeten behandelen volgens de methode, de leer en de beginselen van den Engelachtigen Leeraar, en zich nauwgezet daaraan moeten houden.” De wijsheid immers van den Aquiner heeft deze karaktertrekken: zij plaatst de waarheden, die niet boven het bereik der rede liggen, in helder licht en vormt ze door een ingenieus gelegd en tegelijk stevig verband tot een prachtige synthese; zij is bij uitstek geschikt om de dogma’s van het geloof te verklaren en te verdedigen; zij is ten slotte in staat om de voortwoekerende hoofddwalingen van iederen tijd met succes te weren en met onverwinnelijke kracht te verstaan. Daarom, beminde zonen, brengt bij de studie een hart vol liefde en genegenheid voor den H. Thomas mede. Legt er u met alle kracht op toe zijn heldere leer volkomen te begrijpen, en aanvaardt daarbij gaarne alles, wat duidelijk tot St. Thomas’ leer behoort en op goeden grond veilig als een kenmerkend punt er van beschouwd mag worden.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Deze reeds vroeger door onze voorgangers gegeven voorschriften moesten wij, naar het ons toescheen, op dit oogenblik in het geheugen terugroepen en, voor het geval dat men er ergens aan te kort was gekomen, weer in hun vollen omvang vernieuwen. Maar tegelijk maken wij de verklaringen onzer voorgangers ten gunste van den waren vooruitgang in de wetenschap en tot handhaving van de wettige vrijheid in de beoefening der wetenschap eveneens tot de onze. Wij keuren dus volkomen goed en bevelen het krachtig aan, de oude wijsheid, zoo noodig, aan de nieuwe ontdekkingen op wetenschappelijk gebied aan te passen; punten, waarover de erkend goede verklaarders van den Engelachtigen Leeraar disputeeren, met vrijheid te behandelen, en nieuwe hulpmiddelen, welke de geschiedenis levert, tot vollediger begrip der teksten van den Aquiner te gebruiken. Niemand zonder leerbevoegdheid ”werpe zich in de Kerk tot leermeester op”; evenmin ”mag men aan elkander hoogere eischen stellen dan die, welke ons aller leermeesters en moeder de Kerk aan allen stelt”; eindelijk men moet geen nuttelooze twisten aanwakkeren.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Als men, zooals wij vertrouwen, al deze voorschriften onderhoudt, dan mag men overvloedige vruchten van de beoefening der wetenschappen verwachten. De aanbeveling der leer van den H. Thomas is immers niet een onderdrukking van den wedijver in het zoeken en verbreiden der waarheid, maar veeleer een opwekking er toe en een veilige leiding er bij.
Referenties naar alinea 8: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Evenwel, om een rijken overvloed aan kostbare vruchten van uw opleiding te hebben, dierbare jonge mannen, – en dat drukken wij u krachtig op het hart – moet de kennis, die gij in den loop uwer studiën opdoet, niet alleen gericht zijn op het slagen bij uw schoolexamens. Neen, zij moet uw geest als het ware een blijvende, nooit meer verdwijnende denkwijze geven, die u in staat zal stellen, als het in de praktijk nodig is, in woord of geschrift, alles te presteeren, wat nuttig kan zijn om de katholieke waarheid te verbreiden en de menschen tot Christus te brengen.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Wat wij hier gezegd hebben geldt zooveel voor de waarheid die ons door God geopenbaard is, als voor de waarheid uit de rede, die daar een voorbereiding op zijn, nl. voor de verduidelijking of de verdediging van de beginselen der christelijke wijsbgeerte. Gij zult te strijden hebben tegen dat relativisme, dat onze voorganger Pius XI onsterfelijker gedachtenis op één lijn stelt met het dogmatisch modernisme en ”met alle kracht veroordeelt.” Hij noemde het een ”modernisme op moreel, juridisch en sociaal gebied.” Inderdaad, het erkent als hoogste norm voor waar en valsch, voor goed en kwaad niet meer de onveranderlijke wetten van zedelijkheid en rechtvaardigheid, maar het oogenblijkelijke, naar omstandigheden wisselende voordeel voor het individu, voor den stand, voor den staat en voor het ras. Welnu, tegenover dit relativisme, zeggen wij, moet gij onverschrokken – zoo hoort het verkondigers van het evangelie – de volmaakte en absolute van God afkomstige waarheden plaatsen, waaruit de elementaire plichten en rechten van het individu, van het huisgezin en van den staat als noodzakelijke gevolgtrekkingen voortvloeien en zonder welke de burgerlijke maatschappij geen waardigheid of welvaart hebben kan. Dien plicht zult gij zeker op uitmuntende wijze volbrengen, als uw geest zoo totaal van die waarheden doordrongen is, dat gij bereid zijt ter verdediging er van, even goed als ter verdediging er van, even goed als ter verdediging der geheimen van het heilig geloof, geen inspanning te ontvluchten, geen ongemak te ontgaan.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Nòg geen punt waarvoor gij zorgen moet. Gij moet de waarheid zóó voorstellen, dat ze goed begrijpelijk en aantrekkelijk wordt, dus in duidelijke, nooit voor twee uitleggingen vatbare bewoordingen, en met vermijding van overtollige of schadelijke veranderingen, die de substantie der waarheid gemakkelijk kunnen aantasten. Dat was altijd de praktijk, dat was altijd de gewoonte der katholieke Kerk. Hierop is ook het woord van St. Paulus toepasselijk, nl. dat ”Jezus Christus niet was en , maar dat het bij Hem slechts was.”
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Als wij nu onzen blik wenden naar het gebied der door God geopenbaarde waarheid en der geheimen van het katholiek geloof, dan is het waar, dat de reusachtige vooruitgang in het naspeuren en benutten dat er natuurkrachten, en veel meer nog de schetterende reclame, waarmee de louter op materieel gebied bereikte cultuur verbreid wordt, vele menschen in de war heeft gebracht, zoodat zij voor het bovennatuurlijke nauwelijks begrip meer hebben. Maar niet minder waar is het, dat goed onderlegde priesters, met een diepe kennis der geloofswaardigheden en vol van den geest Gods, bij hun werken om zien voor Christus te winnen tegenwoordig grootere en bewonderenswaardiger successen hebben dan wellicht ooit te voren. Wilt gij zelf ook zulke priesters worden, dan moet u volgens de aansporing en het voorbeeld van den heiligen Paulus niets u liever zijn dan de studie der theologie, zoveel die der bijbelsch-positieve als die der speculatieve theologie. Laat toch diep in uw geest de overtuiging bevestigd zijn, dat de geloovigen tegenwoordig met het grootste verlangen uitzien naar de goede zielenherders en bekwame biechtvaders. Legt u dus met godvruchtigen ijver toe op de studie van de moraaltheologie en van het kerkelijk recht. Ook de wetenschap van het kerkelijk recht is gericht op het heil der zielen, en al de regels en wetten er van hebben ten slotte als hoofdbedoeling, dat de menschen in staat van Gods heiligmakende genade leven en sterven.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De historische wetenschappen, voor zoover die in de klassen behandeld worden, moeten niet zoozeer blijven hangen op kritische louter apostolische vraagstukken, al hebben die ook hun belang, maar moeten veeleer steeds tot doel hebben, het leven der Kerk in heel het rijke ontplooïing zijner werkzaamheid voor ogen te stellen. Zij moeten laten zien, hoeveel de zij geleden heeft; met welke middelen en met welk succes zij haar zending heeft volbracht; hoe zij de liefde metterdaad ten volle heeft beoefend; waar de gevaren verborgen liggen, die een beletsel zijn voor den bloei der Kerk; bij welken stand van zaken minder goed; welke concessies de Kerk aan de staatsmacht kan doen, en in welke omstandigheden zij onverzettelijk op haar standpunt moet blijven staan; kortom, een rijp oordeel over den toestand der Kerk en een oprechte liefde voor de Kerk, ziedaar wat de leergang der geschiedenis den leerling moet bijbrengen en in den leerling moet ontwikkelen. Dat geldt vooral voor u, beminde zonen, die verblijft in deze stad, waar de monumenten der oudheid, de rijk voorziene bibliotheken, de voor studie en onderzoek openstaande activiteiten u het leven der katholieke Kerk, zooals het in den loop der eeuwen was, als het ware voor oogen stellen.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Om echter uw moed en energie onbezweken te bewaren, moet gij, beminde zonen, dagelijks zooveel gij kunt uit de onuitputtelijke bronnen der heilige boeken, vooral van het Nieuwe Testament den echten geest van Jezus Christus en van de apostelen putten, waarvan uw gedachten, woorden en werken steeds de weerglans moeten zijn. Weest onvermoeid in den arbeid, ook tijdens de vacantie, zoodat uw oversten vol vertrouwen kunnen zeggen: ”Laat uw licht schijnen voor de menschen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken, die in den hemel is.”
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Als gij verlangt de harten der menschen te bezielen met liefde voor Christus, dan moet gij eerst zelf door die liefde in vuur, gezet worden. Dat is het doel van uw godsdienstige, ascetische opvoeding
15
Als gij verlangt de harten der menschen te bezielen met liefde voor Christus, dan moet gij eerst zelf door die liefde in vuur, gezet worden. Dat is het doel van uw godsdienstige, ascetische opvoeding.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Wij zeggen: door vereeniging met Hem in gebed. Inderdaad, als gij ons vraagt, wat wij bij het begin van ons pontificaat tot de priesters der katholieke Kerk te zeggen hebben, dan antwoorden wij: Bidt, bidt altijd meer, bidt met steeds grooter aandrang!
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Door vereeniging met Hem in offer: nl. in het eucharistisch offer. Doch niet alleen in eucharistisch offer, maar tegelijk daarmee in wat wij kunnen noemen het offer van u zelven. Gij weet het immers: één der uitwerkselen van de H. Eucharistie is, dat zij aan degenen die er bij tegenwoordig zijn en haar ontvangen de kracht verleent om zich zelf in zekeren zin te offeren en zich zelf te verloochen. Bij de verschillende methoden der christelijke ascese bestaan er veel verschillen in bijkomstigheden. Dat mag zoo zijn en mag zoo blijven. Maar geen enkele methode kent een weg naar Gods liefde buiten het offer, ook van uw eigen persoon om. Dat is immers de eisch dien Christus Zijn volgelingen stelt: ”Zoo iemand Mijn volgeling wil zijn, dan moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen iederen dag, en Mij volgen.” Dat heeft Hij gezegd. Hij heeft ook uitdrukkelijk verklaard, dat de weg naar de liefde Gods ligt in de onderhouding Zijner geboden. Hij heeft eindelijk – en wel op de eerste plaats tot Zijn apostelen – het wonderschoone woord gesproken: ”Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Zoo de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft ze alleen; maar zo ze sterft, brengt ze rijke vruchten voort.”
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Het priesterschap vraagt van u wij mogen wel zeggen geheel eenige offers, waaronder als voornaamste het volledig offer van zich zelven in den dienst van Christus door het celibaat. Onderzoekt u zelven! En mochten sommigen bemerken, dat zij niet in staat zijn om het celibaat te onderhouden, dan smeeken wij hem het seminarie te verlaten en een anderen staat te kiezen, waarin zij hun leven met eere en verdienste kunnen doorbrengen. In het heiligdom zouden zij niet kunnen leven zonder gevaar voor hun eeuwige zekerheid en zonder schande voor de Kerk. Degenen echter die reeds in den priesterlijken staat leven of klaar staan om dien te aanvaarden sporen wij aan zich met algeheele en edelmoedige toewijding te geven. Zorgt er toch voor, dat gij u in deze edelmoedigheid niet laat overtreffen door ontelbare geloovigen, die in onzen tijd voor de eer van God en het geloof in Jezus Christus de hardste beproevingen geduldig verdragen, maar weest bij dezen strijd voor allen een lichtend voorbeeld, en bezorgt hun en allen door uw arbeid en toewijding goddelijke genade in leven en in streven.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Verder, ”dit gebed hebben wij van God ontvangen: wie God bemint moet ook zijn broeder beminnen.” Deze liefde voor den naaste is volgens Christus’ verklaring het kenteeken en als het ware het paspoort voor iederen christen; maar nog zij als het kenmerk van den katholieken priester gelden. Trouwens, de naastenliefde kan van de liefde tot God niet gescheiden worden. Dat wordt duidelijk aangetoond door den apostel Paulus, die in zijn verheven loflied op de liefde de liefde tot God en tot den naaste zoo prachtig met elkander in betrekking brengt. Deze liefde, die van geen scheidsmuren weet, strekt zich uit tot alle menschen, talen natiën en rassen. Welnu, dierbare zonen, maakt gebruik van de zoo gewenschte en heel bijzondere gelegenheid die uw verblijf te Rome u biedt, om deze liefde te beoefenen jegens de talrijke jonge mannen, die wel behooren tot de meest verschillende en de verst van elkander verwijderde natiën, maar die toch allen zijn van denzelfden tijd, hetzelfde geloof, dezelfde roeping, dezelfde roeping, dezelfde liefde voor Jezus Christus, en volkomen gelijkberechtigdheid in de Kerk. Ja, maakt van deze gelegenheid gebruik om die liefde beter te ontwikkelen, en doet niets, noch in woorden noch in werken, wat die liefde ook maar in het minst zou kwetsen. Laat politieke partijtwisten aan anderen over; de behandeling daarvan is uw taak niet. Spreekt gij onder elkander slechts over hetgeen betrekking heeft op het apostolaat, de zielzorg, de positie en den vooruitgang der Kerk en daardoor dienstig kan zijn.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Ten slotte, als gij in de liefde tot Christus wilt toenemen, dan moet gij een kinderlijke gehoorzaamheid, vertrouwen en liefde jegens den plaatsbekleeder van Christus in u aankweeken. Christus immers is het, aan wien gij in den persoon van Zijn plaatsbekleeder uw eerbied en gehoorzaamheid bewijst; Christus is voor u in hem tegenwoordig. Het is verkeerd de Kerk als rechtsinstituut te scheiden van de Kerk als rechtsinstituut, wier hoofd de Paus is, is ook de Kerk van Christus, de Kerk van den liefdebond, het groote gezin van alle christenen. Laten dus de gevoelens, die in een echt christelijk gezin vader ren kinderen, kinderen en vader aller-nauwst verbinden, ook heerschen tusschen u en ons. Gij, die in deze stad verblijft, zijt er getuige van, hoe deze apostolische Stoel met terzijdestelling van alle menschelijke beschouwingen aan niets anders denkt en niets anders zoekt dan het welzijn, het geluk, de zaligheid van de geloovigen en van geheel het menschendom. Deelt dus het vertouwen dat gij door uw eigen ondervinding voor den H. Stoel hebt opgevat aan uw broeders over heel de wereld mede, om allen in de liefde van Christus één te zijn met den Paus.
Referenties naar alinea 20: 1
Tot de Romeinse Rota (1966) ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Zoo verlicht door de goddelijke waarheid en bezield door de liefde van Christus zal uw apostolaat als priester, midden in de wilde stormen der waarheid en liefde afgekeerde wereld, midden in de moeilijkheden en wederwaardigheden, die als het voorrecht en haast de natuurlijke, noodzakelijke begeleiders zijn van alle arbeiders in het apostolaat, door Gods genade niet zonder overvloedige vruchten blijven voor het heil der zielen en niet zonder die zaligende vertroosting, wier volle genot den heiligen leeraar der heidenen de verzekering deed geven: ”Door Christus is onze vertroosting overvloedig.”
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
God alleen weet, langs welke wegen Zijn voorzienigheid een ieder uwer leiden zal, welke hoogten en laagten, hoeveel schreden langs rotsige, doornige paden u ten slotte te wachten staan. Maar één ding blijft in het leven van ieder priester, die diep doordrongen is van de waarheid en de liefde van Christus met onfeilbare zekerheid vaststaan: de hoop op Hem, ”die ons de overwinning gegeven heeft door Jezus Christus onzen Heer.”
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
In wie moet deze bovennatuurlijke zekerheid van de overwinning dieper geworteld zijn dan in u, die bij de graven der apostelen en bij de catacomben der martelaren dien geest hebt opgedaan, die in vroeger tijden het menschdom heeft vernieuwd en die ook nu nog het bewustzijn heeft, dat de beloften van Jezus Christus in volle kracht blijven gelden? Daarom, beminde zonen, herhalen wij voor u met nadruk hetgeen de H. Paulus vol blijdschap en zekerheid omtrent de vruchten van zijn apostolischen arbeid verklaart: ”Derhalve, mijn geliefde broeders, staat onbewegelijk vast, weest ten allen tijde rijk in ’s Heeren werk; gij weet, dat uw arbeid niet vergeefsch is in den Heer.”
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Met deze hoop bezield smeeken wij de overvloedige genade van den eeuwigen Hoogepriester over u allen en over ieder uwer in het bijzonder af, en verleenen wij u als onderpand van deze verlichtende en versterkende genade met groote liefde in den Heer den apostolischen zegen.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/2539-sollemnis-conventus-nl