Il Natale di quest'anno
x
Informatie over dit document
Il Natale di quest'anno
Kerstboodschap 1962
Paus Johannes XXIII
22 december 1962
Pauselijke geschriften - Boodschappen
1963, Katholiek Archief jrg. 18, no. 3/4 blz. 55-60
22 december 1962
26 maart 2015
151
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- HOOFDSTUK 1 Inleiding
1
Eerwaarde Broeders, dierbare kinderen.
Het Kerstfeest van dit jaar draagt het stempel van het Oecumenisch Concilie [d:4] dat, Gode zij dank, zo goed begonnen is.
Immers, van 11 oktober tot 8 december hebben wij hier in Rome twee maanden van intense religieuze bewogenheid beleefd. Vreugdevolle en stralende vergezichten hebben zich ontsloten voor de ogen van allen die in Christus geloven, over de gehele wereld, als een uitnodiging aan de meest verwijderde zielen om aandacht te schenken aan de oproep van de Zoon Gods, die mens geworden is; om te luisteren naar de stem van Hem die geboren werd in Bethlehem, de Verlosser van alle mensen, de Leermeester van alle volken.
Zeker, geen plechtigheid van de Heilige Kerk past beter bij de viering van het Concilie en is meer geschikt de contouren daarvan te omlijnen dan het geboortefeest van Jezus. In hoogste heerlijkheid is het vanuit de hemelen aangekondigd en vreugdevol hernieuwt het zich in menselijke broederschap voor allen die geschapen zijn en elkander opvolgen als bewoners der aarde. Inderdaad, welk een gelukkig verband weet de christelijke geest dadelijk te leggen tussen het enthousiaste medeleven van de Vaders met het Tweede Oecumenisch Concilie en de stemmen der engelen die elk jaar met Kerstmis boven de wakende herders weerklinken en in de Heilige Nacht herhaald worden wanneer de goddelijke ontmoeting tussen hemel en aarde vol luister gevierd wordt.
Welk een ontroering ligt er opgesloten in die hemelse boodschap die het "gaudium magnum quod erit omni populo" verkondigt, en dan daarna, in het gezang der engelenscharen: "Laudantium Deum et dicentium: Gloria in altissimis Deo, et in terra pax hominibus bonae voluntatis!"' (Lc. 2, 11-14) [b:Lc. 2, 11-14].
Het Kerstfeest van dit jaar draagt het stempel van het Oecumenisch Concilie [d:4] dat, Gode zij dank, zo goed begonnen is.
Immers, van 11 oktober tot 8 december hebben wij hier in Rome twee maanden van intense religieuze bewogenheid beleefd. Vreugdevolle en stralende vergezichten hebben zich ontsloten voor de ogen van allen die in Christus geloven, over de gehele wereld, als een uitnodiging aan de meest verwijderde zielen om aandacht te schenken aan de oproep van de Zoon Gods, die mens geworden is; om te luisteren naar de stem van Hem die geboren werd in Bethlehem, de Verlosser van alle mensen, de Leermeester van alle volken.
Zeker, geen plechtigheid van de Heilige Kerk past beter bij de viering van het Concilie en is meer geschikt de contouren daarvan te omlijnen dan het geboortefeest van Jezus. In hoogste heerlijkheid is het vanuit de hemelen aangekondigd en vreugdevol hernieuwt het zich in menselijke broederschap voor allen die geschapen zijn en elkander opvolgen als bewoners der aarde. Inderdaad, welk een gelukkig verband weet de christelijke geest dadelijk te leggen tussen het enthousiaste medeleven van de Vaders met het Tweede Oecumenisch Concilie en de stemmen der engelen die elk jaar met Kerstmis boven de wakende herders weerklinken en in de Heilige Nacht herhaald worden wanneer de goddelijke ontmoeting tussen hemel en aarde vol luister gevierd wordt.
Welk een ontroering ligt er opgesloten in die hemelse boodschap die het "gaudium magnum quod erit omni populo" verkondigt, en dan daarna, in het gezang der engelenscharen: "Laudantium Deum et dicentium: Gloria in altissimis Deo, et in terra pax hominibus bonae voluntatis!"' (Lc. 2, 11-14) [b:Lc. 2, 11-14].
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 Drie gevoelens
2
Welnu, Eerbiedwaardige Broeders en dierbare kinderen, laat Ons op dit Kerstfeest, nu wij een weinig kunnen uitrusten, vervuld als wij nog zijn van het ontroerend begin van het Concilie, even stilstaan bij deze woorden van de Kerstliturgie.
Drie gevoelens komen in Ons op bij de gedachte aan het aanstaande feest, in harmonieus verband met, en in het volle licht van de viering van het Concilie:
Drie gevoelens komen in Ons op bij de gedachte aan het aanstaande feest, in harmonieus verband met, en in het volle licht van de viering van het Concilie:
- Gods heerlijkheid, door de engelen opnieuw verkondigd,
- De komst en het gelukkige bezit van de vrede op aarde, overeenkomstig het verlangen van alle mensen en alle volken,
- Het apostolaat en de triomf van de eenheid der Heilige Kerk in denken, in gebed en in het Offer van Christus, tot geestelijk heil van de gehele wereld.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Verheerlijking Gods door alle mensen
3
'Gloria in excelsis Deo'. Deze lofzang is op de eerste plaats het hoogtepunt van de Kerstliturgie, maar het is ook de hymne van de Katholieke Kerk die, in Oecumenisch Concilie [d:4] verenigd, zich tegelijkertijd opent als de bloem van een nieuwe mensheid, opnieuw verzoend met haar Schepper en door Christus de Verlosser herboren in vreugde en vrede voor alle mensen.
Welk een ontroering, dit "Gloria in excelsis" van de Heilige Mis, elke dag bij de aanvang der werkzaamheden van het Concilie, herhaald in vele talen, volgens de verscheidenheid der riten. Vele malen werd op ontroerende wijze de schoonheid van deze riten gedemonstreerd: de Romeinse, de Ambrosiaanse, de Griekse, de Slavische, de Armeense van Antiochië en Alexandrië, de Byzantijnse, de Chaldeeuwse, de Melkitische, de Syrische, de Maronitische en nog vele anderen; het was een stichtende en ontroerende verheerlijking, een liefdevolle ontmoeting!
Aldus aanschouwden en ondergingen wij deze verscheidenheid van lofprijzingen die zich tot een geheel samenvlechten dat uitstijgt boven alle hoogten van vreugde en hulde aan de barmhartige goedheid van de Hemelse Vader.
Wie er getuige van was, wie er de zoete weerklank van heeft vernomen zal nooit het 'Gloria in excelsis Deo' kunnen vergeten dat niet zoals gewoonlijk door de stem van het volk, maar in de volle klanken van het Gregoriaans werd beantwoord door meer dan tweeduizend bisschoppen die hier tezamen zijn uit geheel de katholieke wereld, op het feest van de Onbevlekte Ontvangenis, de Moeder van Jezus en Onze Moeder, stralend in de ongeëvenaarde luister van haar uitverkiezing.
Welk een ontroering, dit "Gloria in excelsis" van de Heilige Mis, elke dag bij de aanvang der werkzaamheden van het Concilie, herhaald in vele talen, volgens de verscheidenheid der riten. Vele malen werd op ontroerende wijze de schoonheid van deze riten gedemonstreerd: de Romeinse, de Ambrosiaanse, de Griekse, de Slavische, de Armeense van Antiochië en Alexandrië, de Byzantijnse, de Chaldeeuwse, de Melkitische, de Syrische, de Maronitische en nog vele anderen; het was een stichtende en ontroerende verheerlijking, een liefdevolle ontmoeting!
Aldus aanschouwden en ondergingen wij deze verscheidenheid van lofprijzingen die zich tot een geheel samenvlechten dat uitstijgt boven alle hoogten van vreugde en hulde aan de barmhartige goedheid van de Hemelse Vader.
Wie er getuige van was, wie er de zoete weerklank van heeft vernomen zal nooit het 'Gloria in excelsis Deo' kunnen vergeten dat niet zoals gewoonlijk door de stem van het volk, maar in de volle klanken van het Gregoriaans werd beantwoord door meer dan tweeduizend bisschoppen die hier tezamen zijn uit geheel de katholieke wereld, op het feest van de Onbevlekte Ontvangenis, de Moeder van Jezus en Onze Moeder, stralend in de ongeëvenaarde luister van haar uitverkiezing.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Vrede: het hoogste goed en waarborg voor rust in de wereld
4
En met de verheerlijking Gods in de hoogste hemelen keren het mysterie en de viering van Christus' geboorte tot ons, pelgrims hier op aarde, terug als een belofte van vrede voor de gehele aarde. "In terra pax hominibus bonae voluntatis". Het woord 'caelum' keert vaak terug in de beide Testamenten, maar veel meer nog, bladzijde na bladzijde, komt het woord 'terra' voor. Welnu, de grootste schat, waaraan wij het meest moeten denken, is de vrede. Pax in terra - zingen wij immers met de engelen van Bethlehem - 'pax in terra hominibus bonae voluntatis'.
Van al het goeds dat het leven ons kan bieden en waarvan de geschiedenis verhaalt, onder alle goede dingen waarvan mensen, gezinnen en volken kunnen genieten, is de vrede waarlijk het belangrijkste en kostbaarste. Zijn aanwezigheid, het 'studium pacis', is de waarborg voor rust in de wereld. Maar de goede wil van allen en van ieder afzonderlijk is hiervoor een noodzakelijke voorwaarde, hominibus bonae voluntatis, want waar deze goede wil ontbreekt zal men tevergeefs hopen op vreugde en zegen.
Wij moeten dus de vrede zoeken, te allen tijde; wij moeten ons alle inspanning getroosten om deze vrede in onze omgeving te scheppen, opdat hij zich kan verbreiden over de gehele wereld; wij moeten hem verdedigen tegen gevaarlijke risico's en hem verkiezen boven gewaagde experimenten, om hem niet te kwetsen of in gevaar te brengen. Dit is een grote taak voor iedere Paus, nu en altijd! Gedurende de vier jaren van Onze nederige dienst - zó hebben Wij Ons ambt altijd opgevat en Wij zullen het tot het einde zo blijven opvatten - hebben Wij al Onze krachten gegeven aan deze dienstbaarheid van de Dienstknecht aan de dienaren van God, die waarlijk 'Heer en Vorst van de vrede' is.
Nu Wij deze woorden via radio en televisie tot U spreken, geloven Wij zeker dat allen die naar Ons luisteren, vol geloof en vertrouwen en met een rein geweten, in deze woorden de weerklank zullen vernemen van Onze laatste oproep tot vrede en eensgezindheid onder de volken. Dat was in Onze Radioboodschap van 25 oktober jl.: 'Vandaag hernieuwen Wij plechtig deze oproep en Wij bezweren alle leiders niet ongevoelig te blijven voor deze kreet van de mensheid. Mogen zij alles doen wat in hun vermogen ligt om de vrede te redden... Mogen zij toch de onderhandelingen voortzetten, want een oprechte en openlijke houding heeft, voor het geweten van een ieder en ten overstaan van de historie, een grote overtuigingskracht. Bereidheid tot onderhandelen op elk tijdstip en op ieder niveau, een wederzijds gesprek aanmoedigen en bevorderen, dit is een houding die getuigt van wijsheid en bezonnenheid, waarop de zegen des hemels rust en die bewondering en eerbied afdwingt van de mensen'. Seigneur, ecoutè [[4854]]
Wij herhalen deze oproep met des te meer liefde en vreugde, Eerbiedwaardige Broeders en geliefde kinderen, omdat er onloochenbare tekenen zijn van begrip op hoger plan, zodat wij er zeker van zijn dat Onze woorden niet in de wind geslagen zijn, maar hart en verstand geroerd hebben. Er zijn nieuwe perspectieven van broederlijke samenwerking geopend en in de verte schittert de mogelijkheid van een ware sociale en internationale vrede.
Nu de interne en Internationale ordening der volken tekenen begint te vertonen van een gelukkige oriëntatie, ook al is het eenvoudig een keerpunt voor de aanvang van een nieuwe periode van de wereldgeschiedenis, is het van groot belang vast te stellen wat de ware betekenis is van deze radioboodschap die zo harmonieus paste in het juichend stemmenkoor van het wereldepiscopaat van de Katholieke Kerk dat zich juist in die dagen in Rome in heilige broederschap en onder de milde leiding van de Opvolger van Sint Petrus, in diens Basiliek, aan de arbeid van het Concilie gezet had. Het is een inspiratie van verheven evangelische spiritualiteit, het is een levende vlam van zuiver katholiek apostolaat dat het goddelijk gebod van de Heer verwezenlijkt en bekrachtigt: 'Quaerite primum regnum Dei, et justitiam eius; et haec omnia adiicientur vobis (Mt. 6, 33; Lc. 12, 31) [b:Mt. 6, 33; Lc. 12, 31].
Het is vanzelfsprekend dat de bloei van de gezinnen en de verbetering in de huiselijke omstandigheden als een der voornaamste weldaden van de christelijke vrede op de voorgrond treden, vooral in deze tijd van de kerstviering.
Welk een bron van vreugde, goedheid en vrede is de drievoudige verschijning van Jezus, Maria en Jozef te Bethlehem en Nazareth!
En welk een diepe waarheid ligt er in de woorden van het kleine boek 'De Navolging van Christus' wanneer het de figuur tekent van de 'bono pacifico homine' Lib. II c. 3 [[1063]], van wie gezegd wordt dat hij 'omnia ad bonum convertit'.
Van al het goeds dat het leven ons kan bieden en waarvan de geschiedenis verhaalt, onder alle goede dingen waarvan mensen, gezinnen en volken kunnen genieten, is de vrede waarlijk het belangrijkste en kostbaarste. Zijn aanwezigheid, het 'studium pacis', is de waarborg voor rust in de wereld. Maar de goede wil van allen en van ieder afzonderlijk is hiervoor een noodzakelijke voorwaarde, hominibus bonae voluntatis, want waar deze goede wil ontbreekt zal men tevergeefs hopen op vreugde en zegen.
Wij moeten dus de vrede zoeken, te allen tijde; wij moeten ons alle inspanning getroosten om deze vrede in onze omgeving te scheppen, opdat hij zich kan verbreiden over de gehele wereld; wij moeten hem verdedigen tegen gevaarlijke risico's en hem verkiezen boven gewaagde experimenten, om hem niet te kwetsen of in gevaar te brengen. Dit is een grote taak voor iedere Paus, nu en altijd! Gedurende de vier jaren van Onze nederige dienst - zó hebben Wij Ons ambt altijd opgevat en Wij zullen het tot het einde zo blijven opvatten - hebben Wij al Onze krachten gegeven aan deze dienstbaarheid van de Dienstknecht aan de dienaren van God, die waarlijk 'Heer en Vorst van de vrede' is.
Nu Wij deze woorden via radio en televisie tot U spreken, geloven Wij zeker dat allen die naar Ons luisteren, vol geloof en vertrouwen en met een rein geweten, in deze woorden de weerklank zullen vernemen van Onze laatste oproep tot vrede en eensgezindheid onder de volken. Dat was in Onze Radioboodschap van 25 oktober jl.: 'Vandaag hernieuwen Wij plechtig deze oproep en Wij bezweren alle leiders niet ongevoelig te blijven voor deze kreet van de mensheid. Mogen zij alles doen wat in hun vermogen ligt om de vrede te redden... Mogen zij toch de onderhandelingen voortzetten, want een oprechte en openlijke houding heeft, voor het geweten van een ieder en ten overstaan van de historie, een grote overtuigingskracht. Bereidheid tot onderhandelen op elk tijdstip en op ieder niveau, een wederzijds gesprek aanmoedigen en bevorderen, dit is een houding die getuigt van wijsheid en bezonnenheid, waarop de zegen des hemels rust en die bewondering en eerbied afdwingt van de mensen'. Seigneur, ecoutè [[4854]]
Wij herhalen deze oproep met des te meer liefde en vreugde, Eerbiedwaardige Broeders en geliefde kinderen, omdat er onloochenbare tekenen zijn van begrip op hoger plan, zodat wij er zeker van zijn dat Onze woorden niet in de wind geslagen zijn, maar hart en verstand geroerd hebben. Er zijn nieuwe perspectieven van broederlijke samenwerking geopend en in de verte schittert de mogelijkheid van een ware sociale en internationale vrede.
Nu de interne en Internationale ordening der volken tekenen begint te vertonen van een gelukkige oriëntatie, ook al is het eenvoudig een keerpunt voor de aanvang van een nieuwe periode van de wereldgeschiedenis, is het van groot belang vast te stellen wat de ware betekenis is van deze radioboodschap die zo harmonieus paste in het juichend stemmenkoor van het wereldepiscopaat van de Katholieke Kerk dat zich juist in die dagen in Rome in heilige broederschap en onder de milde leiding van de Opvolger van Sint Petrus, in diens Basiliek, aan de arbeid van het Concilie gezet had. Het is een inspiratie van verheven evangelische spiritualiteit, het is een levende vlam van zuiver katholiek apostolaat dat het goddelijk gebod van de Heer verwezenlijkt en bekrachtigt: 'Quaerite primum regnum Dei, et justitiam eius; et haec omnia adiicientur vobis (Mt. 6, 33; Lc. 12, 31) [b:Mt. 6, 33; Lc. 12, 31].
Het is vanzelfsprekend dat de bloei van de gezinnen en de verbetering in de huiselijke omstandigheden als een der voornaamste weldaden van de christelijke vrede op de voorgrond treden, vooral in deze tijd van de kerstviering.
Welk een bron van vreugde, goedheid en vrede is de drievoudige verschijning van Jezus, Maria en Jozef te Bethlehem en Nazareth!
En welk een diepe waarheid ligt er in de woorden van het kleine boek 'De Navolging van Christus' wanneer het de figuur tekent van de 'bono pacifico homine' Lib. II c. 3 [[1063]], van wie gezegd wordt dat hij 'omnia ad bonum convertit'.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Onderlinge Broederschap van de Concilie-Vaders
5
De derde harmonische - jubelende ontroering van het Kerstfeest welke in nauw verband staat met de innerlijke vreugde die de eerbiedwaardige prelaten op een heilige manier genoten door hun persoonlijke deelname aan het Concilie, is gelegen in de ontroerende vorm van bisschoppelijke broederschap.
Waarlijk, de Heer heeft Zijn genade over Zijn Kerk uitgestort op een manier die alle verwachtingen overtreft. Wij waren diep ontroerd bij de gedachte dat de goedheid van Christus zich heeft willen neerbuigen over de kleinheid en de ellende van een wereld wier Verlosser en Redder Hij is maar die na twintig eeuwen geschiedenis er nog ver van verwijderd is in volle overgave op Zijn uitnodiging te antwoorden. De werkelijkheid heeft alle verwachtingen verre overtroffen: A Domino factum eat istud et eat mirabile in oculis nostris (Mt. 21, 42) [b:Mt. 21, 42]. God heeft de gebeden aanvaard en verhoord van de zielen die Hem zijn toegewijd, van de kinderen, van de zieken en lijdenden. Hij heeft ook het smeken gehoord van hen die vurig verlangen maar niet kunnen bidden, van hen die er zo zeer naar hunkeren in het diepst van hun geweten de harmonie te herstellen tussen de eeuwige wetten en hun persoonlijke instelling.
Een tekenend aspect van het Oecumenisch Concilie [d:4] is wel het spontaan, en voor de meesten ook onverwacht, ontluiken van een wil tot eenheid, beter gezegd, van een duidelijk merkbaar, erkend en gaarne aanvaard streven naar de christelijke broederschap die ligt uitgedrukt in de Apostolische Geloofsbelijdenis, in de overtuigende vaststelling van de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk, die niet geroepen is tot heerschappij over de volken maar om hen te dienen; voor deze volken is het plan van Christus iets waarnaar zij oprecht verlangen, ook al zien zij dit plan niet altijd scherp omlijnd en kunnen zij de ontwikkeling daarvan niet geheel volgen.
Boven de brede, ingewikkelde, maar nog verwarde horizon van de schepping, die in de eerste regels van Genesis getekend wordt, 'Spiritus Dei ferebatur super aquas' (Gen. 1, 2) [b:Gen. 1, 2]. Afgezien van nauwkeurige bepalingen en toepassingen tot in alle bijzonderheden, staat het vast dat in alle verwijzingen naar het geestelijk erfdeel der Heilige Kerk, ook daar waar dit nog niet tot de volheid gekomen is, slechts zelden een zo sterke aandrang te bespeuren is tot de door de Heer gewilde eenheid, als heden ten dage. De tegemoetkomende houding die men heeft kunnen constateren ten opzichte van het Concilie, de belangstelling van onze tijdgenoten voor godsdienstige problemen, dit alles last zich bij voorkeur samenvatten in het beeld van de 'unum ovile et unus Pastor'.
Het is een ontmoeting, soms schuchter, soms niet zonder enig vooroordeel; dit kunnen wij ons voorstellen en wij willen het ook begrijpen, omdat het met Gods genade overwonnen kan worden. De woorden 'unum ovile et unus Pastor' die als een smeekbede klinken in het gebed van het Laatste Avondmaal 'Unum sint' (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21], worden tot een dwingende echo uit de diepte van twintig eeuwen Christendom en kloppen aan het hart van ieder van ons.
Waarlijk, de Heer heeft Zijn genade over Zijn Kerk uitgestort op een manier die alle verwachtingen overtreft. Wij waren diep ontroerd bij de gedachte dat de goedheid van Christus zich heeft willen neerbuigen over de kleinheid en de ellende van een wereld wier Verlosser en Redder Hij is maar die na twintig eeuwen geschiedenis er nog ver van verwijderd is in volle overgave op Zijn uitnodiging te antwoorden. De werkelijkheid heeft alle verwachtingen verre overtroffen: A Domino factum eat istud et eat mirabile in oculis nostris (Mt. 21, 42) [b:Mt. 21, 42]. God heeft de gebeden aanvaard en verhoord van de zielen die Hem zijn toegewijd, van de kinderen, van de zieken en lijdenden. Hij heeft ook het smeken gehoord van hen die vurig verlangen maar niet kunnen bidden, van hen die er zo zeer naar hunkeren in het diepst van hun geweten de harmonie te herstellen tussen de eeuwige wetten en hun persoonlijke instelling.
Een tekenend aspect van het Oecumenisch Concilie [d:4] is wel het spontaan, en voor de meesten ook onverwacht, ontluiken van een wil tot eenheid, beter gezegd, van een duidelijk merkbaar, erkend en gaarne aanvaard streven naar de christelijke broederschap die ligt uitgedrukt in de Apostolische Geloofsbelijdenis, in de overtuigende vaststelling van de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk, die niet geroepen is tot heerschappij over de volken maar om hen te dienen; voor deze volken is het plan van Christus iets waarnaar zij oprecht verlangen, ook al zien zij dit plan niet altijd scherp omlijnd en kunnen zij de ontwikkeling daarvan niet geheel volgen.
Boven de brede, ingewikkelde, maar nog verwarde horizon van de schepping, die in de eerste regels van Genesis getekend wordt, 'Spiritus Dei ferebatur super aquas' (Gen. 1, 2) [b:Gen. 1, 2]. Afgezien van nauwkeurige bepalingen en toepassingen tot in alle bijzonderheden, staat het vast dat in alle verwijzingen naar het geestelijk erfdeel der Heilige Kerk, ook daar waar dit nog niet tot de volheid gekomen is, slechts zelden een zo sterke aandrang te bespeuren is tot de door de Heer gewilde eenheid, als heden ten dage. De tegemoetkomende houding die men heeft kunnen constateren ten opzichte van het Concilie, de belangstelling van onze tijdgenoten voor godsdienstige problemen, dit alles last zich bij voorkeur samenvatten in het beeld van de 'unum ovile et unus Pastor'.
Het is een ontmoeting, soms schuchter, soms niet zonder enig vooroordeel; dit kunnen wij ons voorstellen en wij willen het ook begrijpen, omdat het met Gods genade overwonnen kan worden. De woorden 'unum ovile et unus Pastor' die als een smeekbede klinken in het gebed van het Laatste Avondmaal 'Unum sint' (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21], worden tot een dwingende echo uit de diepte van twintig eeuwen Christendom en kloppen aan het hart van ieder van ons.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 Volmaakte eenheid via de zichtbare Kerk
6
Unum sint, unum sint! 'Dat allen een mogen zijn, zoals Gij in mij en ik in U, o Vader, dat zij allen een zijn in ons; opdat de wereld gelove dat Gij mij gezonden hebt' (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21]. Dit is de laatste verklaring van het wonder der liefde, dat in Bethlehem begonnen is en waarvan de herders en de wijzen de eerste getuigen waren; de redding van alle zielen, hun eenheid in geloof en liefde, via de zichtbare, door Christus gestichte Kerk.
Ut unum sint! Dit is het plan van de Goddelijke Verlosser dat Wij, Eerbiedwaardige Broeders, moeten verwezenlijken; dit blijft een zware verplichting die ons aller geweten is opgelegd. Op de laatste dag van het bijzonder oordeel en het algemeen oordeel zal aan het geweten niet de vraag gesteld worden of men die eenheid tot stand gebracht heeft, maar wel of men er voor gebeden, gewerkt en geleden heeft, of men zich wijze en verstandige, geduldige en vérziende beheersing heeft opgelegd en of men het verlangen en het streven naar liefde heeft bevorderd en aangevuurd.
Het Hart van Jezus, dat klopt van liefde moet ons aansporen tot een hernieuwd voornemen om er naar te streven dat onder de katholieken de liefde en de getuigenis voor het eerste kenmerk van de Kerk, ongeschonden blijft, en dat ook op het uitgebreide gebied van de andere christelijke belijdenissen, en nog verder, deze eenheid tot stand moge komen waarnaar het verlangen van alle oprechte en edelmoedige harten uitgaat.
Ut unum sint! Dit is het plan van de Goddelijke Verlosser dat Wij, Eerbiedwaardige Broeders, moeten verwezenlijken; dit blijft een zware verplichting die ons aller geweten is opgelegd. Op de laatste dag van het bijzonder oordeel en het algemeen oordeel zal aan het geweten niet de vraag gesteld worden of men die eenheid tot stand gebracht heeft, maar wel of men er voor gebeden, gewerkt en geleden heeft, of men zich wijze en verstandige, geduldige en vérziende beheersing heeft opgelegd en of men het verlangen en het streven naar liefde heeft bevorderd en aangevuurd.
Het Hart van Jezus, dat klopt van liefde moet ons aansporen tot een hernieuwd voornemen om er naar te streven dat onder de katholieken de liefde en de getuigenis voor het eerste kenmerk van de Kerk, ongeschonden blijft, en dat ook op het uitgebreide gebied van de andere christelijke belijdenissen, en nog verder, deze eenheid tot stand moge komen waarnaar het verlangen van alle oprechte en edelmoedige harten uitgaat.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Een hartelijke groet en vaderlijke wensen voor alle gezinnen en voor ieder afzonderlijk
7
Eerbiedwaardige Broeders en geliefde kinderen!
Ons hart opent zich voor u met vaderlijke bezorgdheid in deze verwachting van Kerstmis, die wordt beleefd in de schittering van het Oecumenisch Concilie, waarvan de arbeid voortgaat tot een gelukkige bekroning.
Dit Kerstfeest van 1962 wil voor de hele mensengemeenschap en in het bijzonder voor haar fundament, het gezin, een Kerstmis zijn van diepe innerlijke vreugde en geestelijke vrede. Het wil een Kerstmis zijn van gebed en bezinning, om aldus te beantwoorden aan het vurig verlangen van Jezus Christus, Onze Heer, naar de eenheid van allen die geloven in Zijn Naam en Zijn Evangelie.
Ut unum sint - Dit moet een Kerstmis zijn waarop de liefde extra wordt beleefd in de wederzijdse betrekkingen tussen de leden van het Mystieke Lichaam, op een edelmoedige wijze, die strekt tot het welzijn van de enkelingen en van de gezinnen, maar ook van de sociale en Internationale gemeenschap.
De stem van Ons hart, dat vervuld is van de ontroerende betovering van dit uur, komt via het machtige en toch onderdanige hulpmiddel van radio en televisie tot een ieder van u, Eerbiedwaardige Broeders en beminde kinderen. Zij komt uw huizen binnen die stralen in de verwachting van de geboorte van de Goddelijke Verlosser. Ons hart opent zich voor een liefdevolle begroeting en een vaderlijke gelukwens. Wij zouden gaarne even verwijlen aan de tafel der armen, in de werkplaatsen, in de studiezalen en in de wetenschappelijke laboratoria, aan het bed van hen die lijden en van de ouden van dagen, overal, waar mensen zijn die bidden en lijden, die arbeiden in een geest van grootmoedigheid voor zichzelf en voor anderen en die daarbij heel hun verstand en hun hart inzetten. Ja, Wij zouden Onze hand willen leggen op het hoofd der kleinen, Wij zouden de jeugd in de ogen willen zien en de vaders en moeders bemoedigen bij het uitoefenen van hun dagelijkse plichten. Wij zouden tegenover allen de woorden van de Engel willen herhalen: 'Ik verkondig U een grote vreugde, De Heiland is U geboren'. En dan zouden wij willen vervolgen met de gedachten van de Heilige Augustinus: 'Christus is geboren en ligt in een kribbe, maar Hij regeert de wereld... Hij is gewikkeld in armzalige doeken, maar Hij bekleedt ons met onsterfelijkheid... Voor Hem was er geen plaats in de herberg maar Hij wil zich een tempel maken in de harten der gelovigen... Laat ons hart daarom van liefde ontvlammen, opdat wij tot Zijn eeuwigheid mogen geraken' 190 In Natali Domini VII 4, Migne, PL. 38, 1009 [[880]]. Dit is de werkelijkheid van Kerstmis en dit wensen Wij u van ganser harte en vol vreugde toe; deze vaderlijke wens bekrachtigen Wij met een innig en voortdurend gebed.
Ons hart opent zich voor u met vaderlijke bezorgdheid in deze verwachting van Kerstmis, die wordt beleefd in de schittering van het Oecumenisch Concilie, waarvan de arbeid voortgaat tot een gelukkige bekroning.
Dit Kerstfeest van 1962 wil voor de hele mensengemeenschap en in het bijzonder voor haar fundament, het gezin, een Kerstmis zijn van diepe innerlijke vreugde en geestelijke vrede. Het wil een Kerstmis zijn van gebed en bezinning, om aldus te beantwoorden aan het vurig verlangen van Jezus Christus, Onze Heer, naar de eenheid van allen die geloven in Zijn Naam en Zijn Evangelie.
Ut unum sint - Dit moet een Kerstmis zijn waarop de liefde extra wordt beleefd in de wederzijdse betrekkingen tussen de leden van het Mystieke Lichaam, op een edelmoedige wijze, die strekt tot het welzijn van de enkelingen en van de gezinnen, maar ook van de sociale en Internationale gemeenschap.
De stem van Ons hart, dat vervuld is van de ontroerende betovering van dit uur, komt via het machtige en toch onderdanige hulpmiddel van radio en televisie tot een ieder van u, Eerbiedwaardige Broeders en beminde kinderen. Zij komt uw huizen binnen die stralen in de verwachting van de geboorte van de Goddelijke Verlosser. Ons hart opent zich voor een liefdevolle begroeting en een vaderlijke gelukwens. Wij zouden gaarne even verwijlen aan de tafel der armen, in de werkplaatsen, in de studiezalen en in de wetenschappelijke laboratoria, aan het bed van hen die lijden en van de ouden van dagen, overal, waar mensen zijn die bidden en lijden, die arbeiden in een geest van grootmoedigheid voor zichzelf en voor anderen en die daarbij heel hun verstand en hun hart inzetten. Ja, Wij zouden Onze hand willen leggen op het hoofd der kleinen, Wij zouden de jeugd in de ogen willen zien en de vaders en moeders bemoedigen bij het uitoefenen van hun dagelijkse plichten. Wij zouden tegenover allen de woorden van de Engel willen herhalen: 'Ik verkondig U een grote vreugde, De Heiland is U geboren'. En dan zouden wij willen vervolgen met de gedachten van de Heilige Augustinus: 'Christus is geboren en ligt in een kribbe, maar Hij regeert de wereld... Hij is gewikkeld in armzalige doeken, maar Hij bekleedt ons met onsterfelijkheid... Voor Hem was er geen plaats in de herberg maar Hij wil zich een tempel maken in de harten der gelovigen... Laat ons hart daarom van liefde ontvlammen, opdat wij tot Zijn eeuwigheid mogen geraken' 190 In Natali Domini VII 4, Migne, PL. 38, 1009 [[880]]. Dit is de werkelijkheid van Kerstmis en dit wensen Wij u van ganser harte en vol vreugde toe; deze vaderlijke wens bekrachtigen Wij met een innig en voortdurend gebed.
0 Eeuwig Woord van de Vader, Zoon van God en van Maria,Als een afstraling van de hemelse welwillendheid van het Goddelijk Kind van Bethlehem moge op u allen, Eerbiedwaardige Broeders en geliefde zonen, de vertroosting en bemoediging van de apostolische zegen nederdalen, die u in volle vaderlijke liefde verleend wordt door de nederige plaatsbekleder van Hem die de 'Vorst van Vrede' en de 'Vader der komende eeuwen' is.
vernieuw nogmaals in de mysterieuze verborgenheid van de zielen het verbazingwekkende wonder van Uw geboorte!
Bekleed de kinderen Uwer verlossing opnieuw met onsterfelijkheid,
doe hen in liefde ontvlammen
en verenig hen allen in de banden van Uw Mystieke Lichaam,
opdat Uw komst ware vreugde, standvastige vrede en daadwerkelijke broederschap moge brengen aan een ieder afzonderlijk
en aan alle volken.
Amen. Amen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/151-il-natale-di-quest-anno-nl