Congregatie voor de Clerus: Decreet over de vernieuwde opleiding van priesters van de 21e eeuw
Inhoudsopgave
- Congregatie voor de Clerus: Decreet over de vernieuwde opleiding van priesters van de 21e eeuw
Geen hypocrieten noch gestrengen, met zin voor schoonheid : een document van de Congregatie voor de Clerus [d:116] schetst een robotfoto van priesters van morgen en bakent de weg voor hun opleiding en begeleiding naar het priesterambt. Het wijst op te ontplooien kwaliteiten en herinnert eraan dat een priester geen man is van het “doen” maar van het “luisteren”, geen “boekhouder” maar een “goede Samaritaan”.
“De gave van de priesterroeping” ( De gave van de roeping tot priester [6547]) is de titel van het “decreet”, goedgekeurd door Paus Franciscus, over het priesterambt, gepubliceerd met L’Osservatore Romano in het Italiaans op 8 december 2016 en uitgaande van de Congregatie voor de Clerus [d:116]. Het is ondertekend door haar prefect, kardinaal Beniamino Stella, door de secretaris van dit dicasterium, Mgr. Joël Mercier, door de secretaris belast met de seminaries, Mgr. Jorge Carlos Patron Wong en de ondersecretaris van het dicasterium, Mgr. Antonio Neri. Het gaat om een aangepassing van de instructies van 1985 [6329], die de vereisten uiteenzetten van de opleiding van seminaristen met het oog op het priesterambt. Het gaat er enigszins om de toelatingsvoorwaarden van deze “gave” van Gods roeping te waarborgen. Herinneren wij ons dat de bisschoppensynode van 2018 [d:451] aan de jongeren zal gewijd zijn en dat ook zal gesproken worden over roepingenpastoraal en onderscheiding van deze “gave”.
In de Franstalige versie van het document telt het 93 bladzijden (A4 formaat) en heeft 8 hoofdstukken: algemene normen, priesterroepingen, fundamenten van de opleiding (identiteit van de priester, gelijkvormigheid met Christus, begeleiding van de persoon en de gemeenschap …), eerste opleiding en permanente vorming, dimensies van de opleiding (humaan, spiritueel, intellectueel, pastoraal), actoren van de opleiding, organisatie van de studies, criteria en normen (toelating, wegzending, het opgeven, fysische en psychische gezondheid, personen met homoseksuele neigingen, bescherming van minderjarigen, begeleiding van slachtoffers …).
Kard. Stella benadrukt dat het noodzakelijk gebleken is de priesteropleiding “opnieuw te lanceren, te vernieuwen, in het centrum te plaatsen”, onder impuls van Paus Franciscus “met de spiritualiteit en profetie die zijn woord kenmerken”.
Het document benadrukt dat de Paus zich “dikwijls” tot priesters richt, “hen eraan herinnert dat een priester geen functionaris is maar een herder ( nr. 84 [6547|(84)]), gezalfd voor het volk van God, met het medelijdend en barmhartig hart van Christus voor de menigte die belast en beladen is”.
Specifieke bekoringen voor de uitoefening van het priesterambt zijn: de ervaring van de “eigen zwakheid”, “het gevaar zich een functionaris van het sacrale te voelen”, “de uitdaging van de hedendaagse cultuur”, “de aantrekkingskracht van macht en rijkdom”, “de uitdaging van het celibaat”, “totale toewijding aan het ambt” die met de tijd kan afzwakken ( nr. 84 [6547|(84)]).
En nr. 88 [6547|(88)] insisteert op de “broederlijke” dimensie van het priesterleven.
Kwaliteiten om te ontwikkelen : “nederigheid, moed, praktische zin, groothartigheid, juist oordeel en onderscheiding, verdraagzaamheid en transparantie, liefde voor de waarheid en eerlijkheid” ( nr. 93 [6547|(93)]).
Het document insisteert bijzonder op de gave van het “luisteren” : “Pastorale onderscheiding vraagt dat het evangelisch luisteren in het centrum staat, het bevrijdt de herder van de bekoring abstract te zijn, op eigen houtje te handelen, te zelfzeker te zijn, en die kille en droge houding die van hem eerder een “boekhouder van de geest” zou maken dan een “goede Samaritaan” ( nr. 120 [6547|(120)]).
Dit luisteren beschermt een priester ook om geen man van het “doen” te zijn, daarvan getuige deze zeer “mariale” passage: “Een herder zal zijn vooropgezette zekerheden leren loslaten en het ambt niet beschouwen als een reeks dingen om te doen of normen om toe te passen, maar hij zal van zijn leven een “plaats” maken om God en zijn broeders te onthalen en naar hen te luisteren” ( nr. 120 [6547|(120)]).
Het hoofdstuk over de “humane opleiding” beveelt begeleiding aan van de toekomstige priesters met inbegrip van zorg voor hun gezondheid, voeding, fysische activiteit en rust.
De normen van 2005 worden bevestigd: een kandidaat met homoseksuele neigingen ( nr. 199-201 [6547|(199-201)]) – niet alleen “voorbijgaande” – kan niet tot de diakenwijding toegelaten worden: alleen het “verlangen” om priester te zijn, volstaat niet, “recht” op de priesterwijding is er niet, de onderscheiding komt toe aan de Kerk die de kandidaten tot de wijding begeleidt.
Wat de bescherming van minderjarigen en kwetsbare volwassenen betreft, weerspiegelt een hoofdstuk de vereisten bepaald door Benedictus XVI en Paus Franciscus: de begeleiders moeten zich ervan verzekeren dat de kandidaat niet betrokken is bij “delicten of probleemsituaties op dat vlak” ( nr. 202 [6547|(202)]).
Anderzijds, zal wie “pijnlijke ervaringen ondergaan heeft op dat vlak” de noodzakelijke begeleiding moeten ontvangen.
De opleiding van de toekomstige priesters moet vorming voorzien in de bescherming van minderjarigen en kwetsbare volwassenen.
Tot slot herinnert het document eraan dat Vaticanum II priesters aanbeveelt ( Presbyterorum Ordinis [704|18]) in Maria het “volmaakte voorbeeld van hun leven” te zien. Het document draagt trouwens de datum van 8 december 2016, hoogfeest van de Onbevlekte Ontvangenis van de Maagd Maria.
Om RK Documenten te kunnen verbeteren is uw reactie zeer waardevol. Heeft u aanmerkingen of suggesties voor verbeteringen of bent u een fout tegen gekomen? Laat het ons weten.