Antiqua et Nova
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Antiqua et Nova
Nota over de relatie tussen artificiële intelligentie en menselijke intelligentie (1-35, 108-117)
Victor Manuel Kard. Fernández
José Kard. Tolentino de Mendonça
Dicasterie voor de Geloofsleer
Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs
Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs
28 januari 2025
Curie - Nota's
2025, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Gedeeltelijke vert. uit het Italiaans
Aan de vertaling van de rest van de tekst wordt nog gewerkt.Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Aan de vertaling van de rest van de tekst wordt nog gewerkt.Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
30 januari 2025
Dr. Jörgen Vijgen
4 februari 2025
9426
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- I. Inleiding (1-6)
1
Met zowel oude als nieuwe wijsheid (Mt. 13, 52)[[b:Mt. 13, 52]] worden we opgeroepen om na te denken over de huidige uitdagingen en mogelijkheden die de wetenschappelijke en technologische vooruitgang met zich meebrengt, in het bijzonder de recente ontwikkeling van kunstmatige intelligentie (AI). De christelijke traditie beschouwt de gave van intelligentie als een essentieel aspect van hoe mensen geschapen zijn "naar het beeld van God" (Gen. 1, 27)[b:Gen. 1, 27]. Uitgaande van een integrale visie op de menselijke persoon en de Bijbelse roeping om de aarde te "bewerken" en te "bewaren" (Gen. 2, 15)[b:Gen. 2, 15], benadrukt de Kerk dat deze gave van intelligentie tot uitdrukking moet komen in het verantwoordelijke gebruik van verstand en technische vaardigheden bij het rentmeesterschap van de geschapen wereld.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De Kerk moedigt de vooruitgang van wetenschap, technologie, kunst en andere vormen van menselijke inspanning aan, omdat zij deze ziet als onderdeel van de "samenwerking van man en vrouw met God bij het vervolmaken van de zichtbare schepping". Catechismus van de Katholieke Kerk, 378[[1|378]] vgl: Gaudium et Spes, 34[[[575|34]]] Zoals Sirach bevestigt, heeft God "vaardigheid aan mensen gegeven, opdat Hij verheerlijkt zou worden in zijn wonderbaarlijke werken" (Sir. 38, 6)[b:Sir. 38, 6]. Menselijke bekwaamheden en creativiteit komen van God en wanneer ze juist gebruikt worden, verheerlijken ze God door zijn wijsheid en goedheid te weerspiegelen. In het licht hiervan kunnen we, als we ons afvragen wat het betekent om "mens te zijn", niet uitsluiten dat we ook naar onze wetenschappelijke en technologische vermogens kijken.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het is vanuit dit perspectief dat deze notitie ingaat op de antropologische en ethische uitdagingen die AI oproept - kwesties die van bijzonder belang zijn omdat één van de doelen van deze technologie is om de menselijke intelligentie die haar heeft ontworpen na te bootsen. In tegenstelling tot veel andere menselijke creaties kan AI bijvoorbeeld worden getraind op de resultaten van menselijke creativiteit en dan nieuwe "artefacten" genereren met een snelheid en vaardigheid die vaak evenaart of overtreft wat mensen kunnen, zoals het produceren van tekst of afbeeldingen die niet te onderscheiden zijn van menselijke composities. Dit roept kritische vragen op over de potentiële rol van AI in de groeiende crisis van de waarheid in het publieke domein. Bovendien is deze technologie ontworpen om autonoom te leren en bepaalde keuzes te maken, zich aan te passen aan nieuwe situaties en oplossingen te bieden die de programmeurs niet hadden voorzien, en dus roept het fundamentele vragen op over ethische verantwoordelijkheid en menselijke veiligheid, met bredere implicaties voor de samenleving als geheel. Deze nieuwe situatie heeft veel mensen aan het denken gezet over wat het betekent om mens te zijn en de rol van de mensheid in de wereld.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Dit alles in ogenschouw nemend, is men het er in brede kring over eens dat AI een nieuwe en belangrijke fase markeert in de omgang van de mensheid met technologie, waardoor het een centrale plaats inneemt in wat paus Franciscus heeft omschreven als een "epochale verandering". Tot de deelnemers aan de Plenaire Vergadering van de Pauselijke Academie voor het Leven - voorgelezen door mgr. Vincenzo Paglia, president van de Pauselijke Academie voor het Leven[[9133]] vgl: "En het Woord is vleesgeworden en heeft onder ons gewoond" (Joh. 1, 14)[[[7526]]] De impact ervan is wereldwijd en op een groot aantal gebieden merkbaar, waaronder interpersoonlijke relaties, onderwijs, werk, kunst, gezondheidszorg, recht, oorlogvoering en internationale betrekkingen. Nu AI zich snel ontwikkelt in de richting van nog grotere prestaties, is het van cruciaal belang om na te denken over de antropologische en ethische implicaties ervan. Daarbij gaat het niet alleen om het beperken van risico's en het voorkomen van schade, maar ook om ervoor te zorgen dat de toepassingen worden gebruikt om de menselijke vooruitgang en het algemeen welzijn te bevorderen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Om een positieve bijdrage te leveren aan de discussie over AI en in antwoord op de oproep van paus Franciscus voor een hernieuwde "wijsheid van hart" vgl: Artificiële intelligentie en wijsheid van hart: naar een volledig mensgerichte communicatie[[[9172]]] biedt de Kerk haar ervaring aan door middel van de antropologische en ethische reflecties in deze Nota. Toegewijd aan haar actieve rol in de wereldwijde dialoog over deze kwesties, nodigt de Kerk degenen aan wie de overdracht van het geloof is toevertrouwd - waaronder ouders, leraren, pastors en bisschoppen - uit om zich met zorg en aandacht aan dit kritieke onderwerp te wijden. Hoewel dit document speciaal voor hen bedoeld is, is het ook bedoeld om toegankelijk te zijn voor een breder publiek, in het bijzonder voor hen die de overtuiging delen dat wetenschappelijke en technologische vooruitgang ten dienste moet staan van de menselijke persoon en het algemeen welzijn. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 2293[[[1|2293]]] vgl: Gaudium et Spes, 35[[[575|35]]]
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Daartoe begint het document met een onderscheid te maken tussen concepten van intelligentie in AI en in menselijke intelligentie. Vervolgens wordt het christelijke begrip van menselijke intelligentie verkend, waarbij een kader wordt geboden dat geworteld is in de filosofische en theologische traditie van de Kerk. Tenslotte biedt het document richtlijnen om ervoor te zorgen dat de ontwikkeling en het gebruik van AI de menselijke waardigheid respecteren en de integrale ontwikkeling van de menselijke persoon en de samenleving bevorderen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. Wat is kunstmatige intelligentie? (7-12)
7
Het concept van 'intelligentie' in AI heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld en is gebaseerd op een reeks ideeën uit verschillende disciplines. Hoewel de oorsprong eeuwen teruggaat, vond een belangrijke mijlpaal plaats in 1956 toen de Amerikaanse computerwetenschapper John McCarthy een zomerworkshop organiseerde aan de Dartmouth University om het probleem van "Kunstmatige Intelligentie" te onderzoeken. Hij definieerde dit als "het maken van een machine die zich gedraagt op een manier die intelligent genoemd zou worden als een mens zich zo zou gedragen". J. McCarthy, et al., "A... J. McCarthy, et al., "A Proposal for the Dartmouth Summer Research Project on Artificial Intelligence" (31 August 1955), http://www-formal.stanford.edu/jmc/history/dartmouth/dartmouth.html (accessed: 21 October 2024). Deze workshop lanceerde een onderzoeksprogramma gericht op het ontwerpen van machines die in staat zijn taken uit te voeren die typisch geassocieerd worden met het menselijk intellect en intelligent gedrag.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Sindsdien heeft het AI-onderzoek zich snel ontwikkeld, wat heeft geleid tot de ontwikkeling van complexe systemen die zeer geavanceerde taken kunnen uitvoeren. vgl: 2-3[[[9099|+7-19]]] Deze zogenaamde "smalle AI"-systemen zijn meestal ontworpen om specifieke en beperkte functies uit te voeren, zoals het vertalen van talen, het voorspellen van de baan van een storm, het classificeren van afbeeldingen, het beantwoorden van vragen of het genereren van visuele inhoud op verzoek van de gebruiker. Hoewel de definitie van "intelligentie" in AI-onderzoek varieert, vertrouwen de meeste hedendaagse AI-systemen - vooral die waarbij gebruik wordt gemaakt van machinaal leren - op statistische gevolgtrekkingen in plaats van logische gevolgtrekkingen. Door grote datasets te analyseren om patronen te identificeren, kan AI uitkomsten "voorspellen" Termen in dit document die de... Termen in dit document die de uitkomsten of processen van AI beschrijven, worden figuurlijk gebruikt om de werking ervan uit te leggen en zijn niet bedoeld om de machine te antropomorfiseren. en nieuwe benaderingen voorstellen, waarbij sommige cognitieve processen die typisch zijn voor het oplossen van menselijke problemen worden nagebootst. Dergelijke prestaties zijn mogelijk geworden door de vooruitgang in computertechnologie (waaronder neurale netwerken, machine-leren zonder toezicht en evolutionaire algoritmen) en hardware-innovaties (zoals gespecialiseerde processoren). Samen stellen deze technologieën AI-systemen in staat om te reageren op verschillende vormen van menselijke input, zich aan te passen aan nieuwe situaties en zelfs nieuwe oplossingen voor te stellen die de oorspronkelijke programmeurs niet hadden voorzien. Vgl. Franciscus, Toespraak... Vgl. Franciscus, Toespraak tijdens de G7-sessie over kunstmatige intelligentie in Borgo Egnazia (Puglia) (14 juni 2024): L'Osservatore Romano, 14 juni 2024, 3 vgl: 2[[[9099|+7-16]]]
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Door deze snelle ontwikkelingen worden veel taken die vroeger uitsluitend door mensen werden uitgevoerd, nu toevertrouwd aan AI. Deze systemen kunnen op veel gebieden de mogelijkheden van de mens vergroten of zelfs overtreffen, met name op gespecialiseerde gebieden zoals gegevensanalyse, beeldherkenning en medische diagnose. Hoewel elke "smalle AI"-toepassing is ontworpen voor een specifieke taak, streven veel onderzoekers naar de ontwikkeling van wat bekend staat als "kunstmatige algemene intelligentie" (Artificial General Intelligence AGI) - één enkel systeem dat in staat is om in alle cognitieve domeinen te werken en elke taak binnen het bereik van menselijke intelligentie uit te voeren. Sommigen beweren zelfs dat AGI op een dag de staat van "superintelligentie" kan bereiken, die de menselijke intellectuele capaciteiten overtreft, of kan bijdragen aan "super-levensduur" door vooruitgang in de biotechnologie. Anderen vrezen echter dat deze mogelijkheden, zelfs als ze hypothetisch zijn, op een dag de menselijke persoon zouden kunnen overschaduwen, terwijl weer anderen deze potentiële transformatie verwelkomen. Hier zien we de primaire... Hier zien we de primaire standpunten van de "transhumanisten" en de "posthumanisten". Transhumanisten beweren dat technologische vooruitgang mensen in staat zal stellen om hun biologische beperkingen te overwinnen en zowel hun fysieke als cognitieve vermogens te verbeteren. Posthumanisten daarentegen beweren dat dergelijke vooruitgang uiteindelijk de menselijke identiteit zodanig zal veranderen dat de mensheid zelf niet langer als echt "menselijk" kan worden beschouwd. Beide visies berusten op een fundamenteel negatieve perceptie van de lichamelijkheid van de mens, die het lichaam eerder als een obstakel beschouwt dan als een integraal onderdeel van iemands identiteit en roeping tot volledige realisatie. Toch is deze negatieve kijk op het lichaam niet in overeenstemming met een juist begrip van menselijke waardigheid. Hoewel de Kerk echte wetenschappelijke vooruitgang steunt, bevestigt zij dat de menselijke waardigheid geworteld is in "de persoon als een onafscheidelijke eenheid van lichaam en ziel". Daarom "is waardigheid ook inherent aan het lichaam van elke persoon, dat op zijn eigen manier deelneemt aan het zijn in imago Dei" vgl: Dignitas Infinita, 18[[[9223|18]]]
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Aan deze en vele andere perspectieven op het onderwerp ligt de impliciete aanname ten grondslag dat de term 'intelligentie' op dezelfde manier kan worden gebruikt voor zowel menselijke intelligentie als AI. Toch is dit niet de volledige reikwijdte van het concept. In het geval van mensen is intelligentie een eigenschap die betrekking heeft op de persoon in zijn of haar geheel, terwijl in de context van AI 'intelligentie' functioneel wordt opgevat, vaak met de veronderstelling dat de activiteiten die kenmerkend zijn voor de menselijke geest kunnen worden opgesplitst in gedigitaliseerde stappen die machines kunnen repliceren. Deze benadering weerspiegelt... Deze benadering weerspiegelt een functionalistisch perspectief, dat de menselijke geest reduceert tot zijn functies en ervan uitgaat dat zijn functies volledig gekwantificeerd kunnen worden in fysische of wiskundige termen. Maar zelfs als een toekomstige AGI echt intelligent zou blijken te zijn, zou deze nog steeds functioneel van aard blijven.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Dit functionele perspectief wordt geïllustreerd door de "Turing Test", die een machine als 'intelligent' beschouwt als een persoon het gedrag van de machine niet kan onderscheiden van dat van een mens. Cf. A.M. Turing, "Computing... Cf. A.M. Turing, "Computing Machinery and Intelligence," Mind 59 (1950) 443-460. In deze context verwijst de term "gedrag" echter alleen naar het uitvoeren van specifieke intellectuele taken; het houdt geen rekening met de volledige breedte van de menselijke ervaring, die abstractie, emoties, creativiteit en esthetische, morele en religieuze gevoeligheden omvat. Het omvat ook niet het volledige scala aan expressies die kenmerkend zijn voor de menselijke geest. In plaats daarvan wordt in het geval van AI de "intelligentie" van een systeem methodologisch geëvalueerd, maar ook reductief, op basis van het vermogen om passende reacties te produceren - in dit geval de reacties die geassocieerd worden met het menselijk intellect - ongeacht hoe die reacties worden gegenereerd.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De geavanceerde functies van AI geven het geavanceerde mogelijkheden om taken uit te voeren, maar niet het vermogen om te denken. Als "denken" wordt... Als "denken" wordt toegeschreven aan machines, moet worden verduidelijkt dat dit verwijst naar calculatief denken in plaats van kritisch denken. Evenzo, als er gezegd wordt dat machines logisch denken, dan moet er gespecificeerd worden dat dit beperkt is tot computationele logica. Aan de andere kant is menselijk denken van nature een creatief proces dat zich onttrekt aan programmering en beperkingen overstijgt. Dit onderscheid is van cruciaal belang, omdat de manier waarop "intelligentie" wordt gedefinieerd onvermijdelijk bepaalt hoe we de relatie tussen het menselijk denken en deze technologie begrijpen. Over de fundamentele rol van... Over de fundamentele rol van taal bij het vormgeven van begrip, vgl. M. Heidegger, Über den Humanismus, Klostermann, Frankfurt am Main 1949 (en. tr. "Brief over Humanisme," in Basic Writings: Martin Heidegger, Routledge, Londen ‒ New York 2010, 141-182). Om dit te begrijpen, moet men de rijkdom van de filosofische traditie en de christelijke theologie in herinnering roepen, die een dieper en meer omvattend begrip van intelligentie bieden - een begrip dat centraal staat in de leer van de Kerk over de aard, waardigheid en roeping van de menselijke persoon. Voor een verdere bespreking... Voor een verdere bespreking van deze antropologische en theologische grondslagen, zie AI Research Group van het Centrum voor Digitale Cultuur van het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs, Encountering Artificial Intelligence: Ethical and Anthropological Investigations (Theological Investigations of Artificial Intelligence 1), M.J. Gaudet , N. Herzfeld, P. Scherz, J.J. Wales, red., Journal of Moral Theology, Pickwick, Eugene 2024, 43-144.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. Intelligentie in de filosofische en theologische traditie (13-35)
- Rationaliteit (13-15)
13
Vanaf het begin van de menselijke zelfreflectie heeft het verstand een centrale rol gespeeld in het begrijpen van wat het betekent om "mens" te zijn. Aristoteles merkte op dat "alle mensen van nature verlangen om te weten". I. 1, 980a. 21[[2622]] Deze kennis, met zijn vermogen om te abstraheren en de aard en betekenis van dingen te begrijpen, onderscheidt mensen van de dierenwereld. vgl: III, 20, 30: PL 34, 292: "De mens is gemaakt naar het beeld van God met betrekking tot dat (vermogen) waardoor hij superieur is aan de irrationele dieren. Welnu, dit (vermogen) is de rede zelf, of het 'verstand,' of 'intelligentie,' welke andere naam er ook beter aan gegeven kan worden"[[[3425]]] vgl: 54, 3: PL 36, 629: "Wanneer we alles wat ze hebben in ogenschouw nemen, ontdekken mensen dat ze zich het meest van dieren onderscheiden juist doordat ze intelligentie bezitten."[[[838]]] vgl: II, 76: Dit wordt ook herhaald door de heilige Thomas van Aquino, die stelt dat "de mens de meest volmaakte van alle aardse wezens is die begiftigd zijn met beweging, en zijn eigenlijke en natuurlijke werking is intelligentie," waardoor de mens abstraheert van dingen en "in zijn geest dingen ontvangt die werkelijk begrijpelijk zijn"[[[837]]] Terwijl filosofen, theologen en psychologen de precieze aard van dit intellectuele vermogen onderzochten, onderzochten zij ook hoe mensen de wereld en hun unieke plaats daarin begrijpen. Door dit onderzoek is de christelijke traditie de menselijke persoon gaan begrijpen als een wezen dat bestaat uit zowel lichaam als ziel, diep verbonden met deze wereld en deze toch overstijgend. vgl: Gaudium et Spes, 15[[[575|15]]]
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
In de klassieke traditie wordt het begrip intelligentie vaak begrepen door de complementaire begrippen "rede" (ratio) en "intellect" (intellectus). Dit zijn geen afzonderlijke vermogens, maar, zoals de heilige Thomas van Aquino uitlegt, zijn het twee manieren waarop dezelfde intelligentie werkt: "De term intellect wordt afgeleid van de innerlijke greep op de waarheid, terwijl de naam 'rede' ontleend wordt aan het onderzoekende en discursieve proces." IIa-IIae q. 45 a. 5 ad 3[[t:iia-iiae q. 45 a. 5 ad 3]] vgl: Ia q. 79[[[t:ia q. 79]]] vgl: IIa-IIae q. 47 a. 3[[[t:iia-iiae q. 47 a. 3]]] vgl: IIa-IIae q. 49 a. 2[[[t:iia-iiae q. 49 a. 2]]] Voor een hedendaags... Voor een hedendaags perspectief dat elementen weerspiegelt van het klassieke en middeleeuwse onderscheid tussen deze twee vormen van cognitie, vgl. D. Kahneman, Thinking, Fast and Slow, New York 2011. Deze beknopte beschrijving benadrukt de twee fundamentele en complementaire dimensies van de menselijke intelligentie. Intellectus verwijst naar het intuïtieve begrip van de waarheid - dat wil zeggen, het begrijpen met de "ogen" van de geest - dat voorafgaat aan de argumentatie zelf en deze rechtvaardigt. Ratio heeft betrekking op het eigenlijke redeneren: het discursieve, analytische proces dat tot een oordeel leidt. Samen vormen intellect en rede de twee facetten van de handeling van intelligere, "de eigenlijke werking van de mens als zodanig." I, q. 76, a. 1, resp.[[t:ia q. 76 a. 1 co.]]
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De menselijke persoon beschrijven als een "rationeel" wezen reduceert de persoon niet tot een specifieke manier van denken; het erkent eerder dat het vermogen tot intellectueel begrip alle aspecten van de menselijke activiteit vormgeeft en doordringt. vgl: V, 6, 1: PG 7(2), 1136-1138[[[848]]] Of dit vermogen nu goed of slecht wordt uitgeoefend, het is een intrinsiek aspect van de menselijke natuur. In deze zin omvat de term rationeel alle vermogens van de menselijke persoon, inclusief die met betrekking tot "kennen en begrijpen, evenals die van willen, liefhebben, kiezen en verlangen; het omvat ook alle lichamelijke functies die nauw verbonden zijn met deze vermogens." Dignitas Infinita, 9[[9223|9]] vgl: 213: "Het intellect kan door reflectie, ervaring en dialoog de werkelijkheid van de dingen onderzoeken en in die werkelijkheid, die haar overstijgt, de basis van bepaalde universele morele eisen herkennen."[[[7800|213]]] Dit veelomvattende perspectief onderstreept hoe in de menselijke persoon, geschapen naar het "beeld van God", de rede geïntegreerd is op een manier die zowel de wil als het handelen van de persoon verheft, vormt en transformeert. vgl: Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering, 4[[[2154|4]]]
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Belichaming (16-17)
16
Het christelijke denken beschouwt de intellectuele vermogens van de menselijke persoon binnen het kader van een integrale antropologie die de mens ziet als wezenlijk belichaamd. In de menselijke persoon zijn geest en materie "niet twee naturen verenigd, maar vormt hun vereniging één enkele natuur." vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 365[[[1|365]]] vgl: I, q. 75, a. 4, resp [[[t:ia q. 75 a. 4 co.]]] Met andere woorden, de ziel is niet slechts het immateriële 'deel' van de persoon dat zich in het lichaam bevindt, noch is het lichaam een omhulsel dat een ongrijpbare 'kern' herbergt. Integendeel, de hele menselijke persoon is tegelijkertijd zowel materieel als spiritueel. Dit begrip weerspiegelt de leer van de Heilige Schrift, die de menselijke persoon ziet als een wezen dat relaties met God en anderen (en dus een authentiek spirituele dimensie) beleeft binnen en door dit belichaamde bestaan. Sterker nog, de Heilige... Sterker nog, de Heilige Schrift "beschouwt de menselijke persoon over het algemeen als een wezen dat in het lichaam bestaat en daarbuiten ondenkbaar is" (Pauselijke Bijbelcommissie, "Che cosa è l'uomo?" (Sal 8,5): Un itinerario di antropologia biblica (30 september 2019), par. 19). Vgl. ibid., pars. 20-21, 43-44, 48. De diepe betekenis van deze toestand wordt verder verlicht door het mysterie van de Menswording, waardoor God zelf ons vlees aannam en "verheft tot een sublieme waardigheid." Gaudium et Spes, 22[[575|22]] vgl: "Christus heeft de menselijke lichamelijkheid niet veracht, maar in plaats daarvan de betekenis en waarde ervan volledig onthuld."[[[2764|7]]]
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
17. Hoewel diep geworteld in het lichamelijke bestaan, overstijgt de menselijke persoon de materiële wereld door middel van de ziel, die "bijna aan de horizon van eeuwigheid en tijd ligt." II, 81[[837]] Het vermogen van het intellect tot transcendentie en de zelfstandige vrijheid van de wil behoren tot de ziel, waardoor de menselijke persoon "deelt in het licht van de goddelijke geest." Gaudium et Spes, 15[[575|15]] Toch oefent de menselijke geest zijn normale kennis niet uit zonder het lichaam. Desondanks oefent de menselijke geest zijn normale wijze van kennis niet uit zonder het lichaam. vgl: I, q. 89, a. 1, resp: "Gescheiden zijn van het lichaam is niet in overeenstemming met de natuur (van de ziel) (...) en daarom is ze verenigd met het lichaam opdat ze een bestaan en een werking zou hebben die passen bij haar natuur."[[[t:ia q. 89 a. 1 co.]]] Op deze manier zijn de intellectuele vermogens van de menselijke persoon een integraal onderdeel van een antropologie die erkent dat de menselijke persoon een "eenheid van lichaam en ziel" is. Gaudium et Spes, 14[[575|14]] vgl: Dignitas Infinita, 18[[[9223|18]]] Verdere aspecten van dit begrip zullen in wat volgt worden ontwikkeld.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Relationaliteit (18-20)
18
18. Menselijke wezens zijn "van nature bestemd voor interpersoonlijke gemeenschap" Internationale Theologische... Internationale Theologische Commissie, Gemeenschap en Rentmeesterschap: Menselijke Personen Geschapen naar het Beeld van God (2004) vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 357[[[1|357]]] en bezitten het vermogen elkaar te kennen, zichzelf in liefde te geven en in gemeenschap met anderen te treden. Menselijke intelligentie is dan ook geen geïsoleerd vermogen, maar wordt uitgeoefend in relaties en komt het best tot uitdrukking in dialoog, samenwerking en solidariteit. We leren met anderen en we leren door anderen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
19. De relationele oriëntatie van de menselijke persoon is uiteindelijk gegrond in de eeuwige zelfgave van de Drie-enige God, wiens liefde wordt geopenbaard in schepping en verlossing. vgl: Dignitas Infinita, 5,8[[[9223|5.8]]] De menselijke persoon is "geroepen om, door kennis en liefde, te delen in Gods eigen leven." Catechismus van de Katholieke Kerk, 356[[1|356]] vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 221[[[1|221]]]
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
20. Deze roeping tot gemeenschap met God is noodzakelijkerwijs verbonden met de roeping tot gemeenschap met anderen. Liefde voor God kan niet gescheiden worden van liefde voor de naaste. (1 Joh. 4, 20; Mt. 22, 37-39)[[b:1 Joh. 4, 20; Mt. 22, 37-39]] Door de genade van het delen van Gods leven zijn christenen ook geroepen om de uitstortende gave van Christus na te volgen (2 Kor. 9, 8-11; Ef. 5, 1-2)[[b:2 Kor. 9, 8-11; Ef. 5, 1-2]] door zijn gebod na te volgen om "elkaar lief te hebben, zoals Ik u heb liefgehad" (Joh. 13, 34)[b:Joh. 13, 34]. Dignitas Infinita, 13,26-27[[9223|13.26-27]] Liefde en dienstbaarheid, die het goddelijke leven van zelfgave weerspiegelen, overstijgen het eigenbelang om vollediger te beantwoorden aan de menselijke roeping. (1 Joh. 2, 9)[[b:1 Joh. 2, 9]] Nog verhevener dan veel weten is de toewijding om voor elkaar te zorgen, want "al ken ik alle geheimen en alle wetenschap,
als ik de liefde niet heb, ben ik niets (1 Kor 13, 2)[b:1 Kor 13, 2].
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Relatie met de Waarheid (21-23)
21
21. De menselijke intelligentie is uiteindelijk "Gods geschenk, gevormd voor de assimilatie van waarheid." Donum Veritatis, 6[[1091|6]] vgl: Veritatis Splendor, 109[[[83|109]]] vgl: VII, 2: PG 3, 868B-C: "Menselijke zielen bezitten ook rede en daarmee cirkelen ze in discours rond de waarheid der dingen. (...) (O)door de manier waarop zij in staat zijn het vele in het ene te concentreren, zijn ook zij, op hun eigen manier en voor zover zij dat kunnen, begrippen waard als die van de engelen" (en. tr. Pseudo-Dionysius: The Complete Works, Paulist Press, New York - Mahwah 1987, 106-107).[[[865]]] In de dubbele betekenis van intellectus-ratio stelt het de persoon in staat om werkelijkheden te verkennen die louter zintuiglijke ervaring of nut te boven gaan, aangezien "het verlangen naar waarheid deel uitmaakt van de menselijke natuur zelf. Het is een aangeboren eigenschap van de menselijke rede om te vragen waarom de dingen zijn zoals ze zijn." Fides et Ratio, 3[[10|3]] Door de grenzen van empirische gegevens te overschrijden, kan de menselijke intelligentie "met echte zekerheid de werkelijkheid zelf als kenbaar bereiken." Gaudium et Spes, 15[[575|15]] Terwijl de werkelijkheid slechts gedeeltelijk gekend blijft, "spoort het verlangen naar waarheid de rede altijd aan om verder te gaan; het is zelfs alsof de rede overweldigd is om te zien dat ze altijd verder kan gaan dan wat ze al bereikt heeft." Fides et Ratio, 42[[10|42]] vgl: "de menselijke geest is in staat de onmiddellijke zorgen te overstijgen en bepaalde waarheden te vatten die onveranderlijk zijn, even waar nu als in het verleden. Terwijl ze naar de menselijke natuur gluurt, ontdekt de rede universele waarden die van diezelfde natuur zijn afgeleid"[[[7800|208]]] vgl: Fratelli tutti, 184[[[7800|184]]] Hoewel de waarheid op zichzelf de grenzen van de menselijke intelligentie overschrijdt, trekt ze haar onweerstaanbaar aan. vgl: (ed. Brunschvicg): "De laatste handeling van de rede is te erkennen dat er een oneindigheid is van dingen die buiten haar liggen" (en. tr. Pascal's Pensées, E.P. Dutton, New York 1958, 77).[[[2687]]] Aangetrokken door deze aantrekkingskracht wordt de menselijke persoon ertoe gebracht om "waarheden van een hogere orde" Gaudium et Spes, 15[[575|15]] vgl: Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering, 4[[[2154|4]]] te zoeken.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
22. Deze aangeboren drang om de waarheid na te streven is vooral duidelijk in de uitgesproken menselijke vermogens tot semantisch inzicht en creativiteit Ons semantisch vermogen stelt ons in staat om boodschappen in elke vorm van communicatie te begrijpen op een manier die zowel rekening houdt met als uitstijgt boven hun materiële of empirische structuren (zoals computercode). Intelligentie wordt hier een wijsheid die "ons in staat stelt met Gods ogen naar de dingen te kijken, verbanden, situaties en gebeurtenissen te zien en hun werkelijke betekenis bloot te leggen". Onze creativiteit stelt ons in staat om nieuwe inhoud of ideeën te genereren, in de eerste plaats door een originele kijk op de werkelijkheid te bieden. Beide vermogens zijn afhankelijk van het bestaan van een persoonlijke subjectiviteit om volledig tot hun recht te komen.[[9172|+5]] waardoor deze zoektocht zich ontvouwt op een "manier die past bij de sociale aard en waardigheid van de menselijke persoon." Dignitatis Humanae, 3[[702|3]] Evenzo is een standvastige oriëntatie op de waarheid essentieel voor liefdadigheid om zowel authentiek als universeel te zijn. vgl: "Barmhartigheid is, wanneer ze gepaard gaat met een toewijding aan de waarheid, veel meer dan persoonlijk gevoel (...). Haar nauwe relatie met de waarheid bevordert namelijk haar universaliteit en behoedt haar ervoor om 'beperkt te blijven tot een smal veld zonder relaties'. (...) De openheid van liefdadigheid voor de waarheid beschermt haar dus tegen "een fideïsme dat haar berooft van haar menselijke en universele breedte."[[[7800|184]]] vgl: Caritas in Veritate, 2-4[[[2254|2-4]]]
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
23. Het zoeken naar waarheid vindt zijn hoogste uitdrukking in openheid voor realiteiten die de fysieke en geschapen wereld overstijgen. In God bereiken alle waarheden hun ultieme en oorspronkelijke betekenis. Vgl. Internationale... Vgl. Internationale Theologische Commissie, Gemeenschap en Rentmeesterschap: Mensen geschapen naar het beeld van God (2004), par. 7. Zich toevertrouwen aan God is een "fundamentele beslissing die de hele persoon in beslag neemt." Fides et Ratio, 13[[10|13]] vgl: Doctrinaire notitie over enige aspecten van de Evangelisering, 4[[[2154|4]]] Op deze manier wordt de menselijke persoon volledig wat hij of zij geroepen is te zijn: "het intellect en de wil tonen hun spirituele aard," waardoor de persoon "kan handelen op een manier die de persoonlijke vrijheid ten volle realiseert." Fides et Ratio, 13[[10|13]]
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Rentmeesterschap over de wereld (24-25)
24
24. Het christelijk geloof begrijpt de schepping als de vrije daad van de Drie-ene God, die, zoals de heilige Bonaventura van Bagnoregio uitlegt, schept "niet om zijn glorie te vergroten, maar om haar te tonen en te communiceren." II, d. I p. 2 a. 2 q. 1[[908]] vgl: Bonaventura geciteerd[[[1|293]]] vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 294[[[1|294]]] Aangezien God schept volgens zijn Wijsheid (Wijsh. 9, 9; Jer. 10, 12)[[b:Wijsh. 9, 9; Jer. 10, 12]], is de schepping doordrongen van een intrinsieke orde die Gods plan weerspiegelt (Gen. 1; Dan. 2, 21-22; Jes. 45, 18; Ps. 74, 12-17; Ps. 104)[[b:Gen. 1; Dan. 2, 21-22; Jes. 45, 18; Ps. 74, 12-17; Ps. 104]] vgl: [[[1|295.299.302]]] vgl: 2.12.1 - Bonaventura vergelijkt het universum met "een boek dat zijn Maker weerspiegelt, voorstelt en beschrijft", de Drie-enige God die alle dingen bestaansrecht geeft[[[3501]]] Vgl. Alain de Lille, De... Vgl. Alain de Lille, De Incarnatione Christi, PL 210, 579a: "Omnis mundi creatura quasi liber et pictura nobis est et speculum.", waarbinnen God de mens heeft geroepen om een unieke rol op zich te nemen: het cultiveren en verzorgen van de wereld. vgl: Laudato Si', 67[[[5000|67]]] vgl: Laborem Exercens, 6[[[712|6]]] vgl: Gaudium et Spes, 33-34[[[575|33-34]]] Internationale Theologische... Internationale Theologische Commissie, Communion and Stewardship: Mensen geschapen naar het beeld van God (2004), par. 57: "De mens neemt volgens het goddelijke plan een unieke plaats in het universum in: hij geniet het voorrecht te delen in het goddelijke bestuur van de zichtbare schepping. (...) Aangezien de plaats van de mens als heerser in feite een deelname is aan het goddelijke bestuur van de schepping, spreken we van een vorm van rentmeesterschap.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
25. Gevormd door de Goddelijke Ambachtsman, leven mensen hun identiteit als wezens gemaakt in imago Dei uit door de schepping te "onderhouden" en te "bewerken" (Gen. 2, 15)[[b:Gen. 2, 15]], d.w.z. door hun intelligentie en vaardigheden te gebruiken om de schepping te verzorgen en te ontwikkelen in overeenstemming met Gods plan. vgl: Veritatis Splendor, 38-39[[[83|38-39]]] Op deze manier weerspiegelt de menselijke intelligentie de Goddelijke Intelligentie die alle dingen heeft geschapen (Gen. 1-2; Joh. 1)[[b:Gen. 1-2; Joh. 1]] vgl: Gaudium et Spes, 33-34[[[575|33-34]]] vgl: XIV, 17-21: PG 53, 116-117: Dit idee wordt ook weerspiegeld in het scheppingsverhaal, waarin God schepselen naar Adam brengt "om te zien hoe Hij ze zou noemen. En zoals (Hij) elk levend wezen noemde, zo zou het heten" (Gen. 2:19), een handeling die de actieve betrokkenheid van de menselijke intelligentie bij het rentmeesterschap van Gods schepping demonstreert.[[[928]]], ze voortdurend onderhoudt en ze naar hun uiteindelijke doel in Hem leidt. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 301[[[1|301]]] Bovendien zijn mensen geroepen om hun vaardigheden in wetenschap en technologie te ontwikkelen, want door hen wordt God verheerlijkt. (Sir. 38, 6)[[b:Sir. 38, 6]] Dus, in een juiste relatie met de schepping, gebruikt de mens enerzijds zijn intelligentie en vaardigheid om samen te werken met God in het leiden van de schepping naar het doel waartoe hij haar geroepen heeft. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 302[[[1|302]]] Anderzijds helpt de schepping zelf, zoals de heilige Bonaventura opmerkt, de menselijke geest om "geleidelijk op te stijgen naar het hoogste Principe, die God is." 2.12.1[[3505]] vgl: 2.11.2[[[3505]]]
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Een integraal begrip van menselijke intelligentie (26-29)
26
26. In deze context wordt menselijke intelligentie duidelijker begrepen als een vermogen die een integraal onderdeel vormt van hoe de hele persoon omgaat met de realiteit. Authentieke betrokkenheid vereist het omarmen van de volledige reikwijdte van iemands wezen: spiritueel, cognitief, belichaamd en relationeel.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
27. Deze betrokkenheid bij de realiteit ontvouwt zich op verschillende manieren, aangezien ieder mens, in zijn of haar veelzijdige individualiteit vgl: Evangelii Gaudium, 236[[[4984|236]]] vgl. Paus Franciscus,...vgl. Paus Franciscus, Toespraak tot deelnemers aan de bijeenkomst van universitaire geestelijken en pastoraal werkers, georganiseerd door het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs (24 november 2023): L'Osservatore Romano , 24 november 2023, 7 probeert de wereld te begrijpen, relaties aan te gaan met anderen, problemen op te lossen, creativiteit te uiten en integraal welzijn na te streven door de harmonieuze wisselwerking van de verschillende dimensies van iemands intelligentie. Defined and Illustrated , Discourse 5.1, Basil Montagu Pickering, Londen 1873, 99-100[[3919]] Franciscus, Toespraak tot... Franciscus, Toespraak tot rectoren, professoren, studenten en personeel van de Rooms-Pauselijke universiteiten en instellingen (25 februari 2023): AAS 115 (2023), 316. Dit vereist logische en linguïstische vaardigheden, maar kan ook andere manieren van interactie met de realiteit omvatten. Denk aan het werk van een ambachtsman, die "moet weten hoe hij in inerte materie een bepaalde vorm moet onderscheiden die anderen niet kunnen herkennen" Paus Franciscus, Toespraak...Paus Franciscus, Toespraak tot de leden van de Nationale Confederatie van Ambachtslieden en Kleine en Middelgrote Ondernemingen (CNA) (15 november 2024): L'Osservatore Romano , 15 november 2024, 8. en deze naar voren moet brengen door inzicht en praktische vaardigheid. Inheemse volkeren die dicht bij de aarde leven, bezitten vaak een diep gevoel voor de natuur en haar cycli. Querida Amazonia, 41[[7584|41]] vgl: Laudato Si', 146[[[5000|146]]] Op dezelfde manier is een vriend die het juiste woord weet te zeggen of een persoon die bedreven is in het beheren van menselijke relaties een voorbeeld van een intelligentie die "de vrucht is van zelfonderzoek, dialoog en genereuze ontmoeting tussen personen." Laudato Si', 47[[5000|47]] vgl: Dilexit Nos, (17-24)[[[9368|(17-24)]]] Zoals paus Franciscus opmerkt: in dit tijdperk van kunstmatige intelligentie mogen we niet vergeten dat poëzie en liefde noodzakelijk zijn om onze menselijkheid te redden." Dilexit Nos, (20)[[9368|(20)]]
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
28. De kern van het christelijke begrip van intelligentie is de integratie van de waarheid in het morele en spirituele leven van de persoon, wier handelingen geleid worden in het licht van Gods goedheid en waarheid. Volgens Gods plan omvat intelligentie, in de meest volledige zin, ook het vermogen om te proeven wat waar, goed en mooi is. Zoals de twintigste-eeuwse Franse dichter Paul Claudel uitdrukte: "intelligentie is niets zonder vreugde." P. Claudel, Conversation sur... P. Claudel, Conversation sur Jean Racine, Gallimard, Parijs 1956, 32: "L'intelligence n'est rien sans la délectation ." vgl: "De geest en de wil worden in dienst gesteld van het grotere goed door waarheden te voelen en te proeven."[[[9368|(13)]]] Op dezelfde manier getuigt Dante, bij het bereiken van de hoogste hemel in Paradiso , dat het hoogtepunt van dit intellectuele genot wordt gevonden in het "intellectuele licht, vol liefde, liefde voor het waarlijk goede gevuld met vreugde, vreugde die elke zoetheid overstijgt." Paradiso , Canto XXX: " luce intellettual, piena d'amore; / amor di vero ben, pien di letizia; / letizia che trascende ogne dolzore".[[1076]]
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
29. Een juist begrip van de menselijke intelligentie kan daarom niet worden gereduceerd tot het louter verwerven van feiten of het vermogen om specifieke taken uit te voeren. In plaats daarvan omvat het de openheid van de persoon voor de ultieme vragen van het leven en weerspiegelt het een oriëntatie op het Ware en het Goede. vgl: "(D)e hoogste norm van het menselijk leven is de goddelijke wet zelf - eeuwig, objectief en universeel, waardoor God de hele wereld en de wegen van de menselijke gemeenschap ordent, leidt en bestuurt volgens een plan dat is bedacht in zijn wijsheid en liefde. God heeft de mens in staat gesteld deel te nemen aan deze wet van hem, zodat, onder de zachte beschikking van de goddelijke voorzienigheid, velen in staat kunnen zijn om tot een steeds diepere kennis van de onveranderlijke waarheid te komen."[[[702|3]]] vgl: Gaudium et Spes, 16[[[575|16]]] Als een uitdrukking van het goddelijke beeld in de persoon, heeft de menselijke intelligentie het vermogen om toegang te krijgen tot de totaliteit van het bestaan, het bestaan in zijn volheid te beschouwen, wat verder gaat dan wat meetbaar is, en de betekenis te vatten van wat is begrepen. Voor gelovigen omvat dit vermogen, op een bepaalde manier, het vermogen om te groeien in de kennis van de mysteries van God door de rede te gebruiken om zich steeds dieper bezig te houden met geopenbaarde waarheden (intellectus fidei ). vgl: Dei Filius, 18[[[115|18]]] Ware intelligentie wordt gevormd door goddelijke liefde, die "in onze harten wordt uitgestort door de Heilige Geest" (Rom. 5, 5)[b:Rom. 5, 5]. Hieruit volgt dat de menselijke intelligentie een wezenlijke beschouwende dimensie bezit, een onzelfzuchtige openheid voor het Ware, het Goede en het Schone, voorbij elk utilitair doel.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De grenzen van AI (30-35)
30
30. In het licht van de voorgaande discussie worden de verschillen tussen menselijke intelligentie en huidige AI-systemen duidelijk. Hoewel AI een buitengewone technologische prestatie is die in staat is bepaalde uitkomsten te imiteren die verband houden met menselijke intelligentie, werkt het door taken uit te voeren, doelen te bereiken of beslissingen te nemen op basis van kwantitatieve gegevens en computationele logica. Met zijn analytische vermogen blinkt AI bijvoorbeeld uit in het integreren van gegevens uit verschillende vakgebieden, het modelleren van complexe systemen en het bevorderen van interdisciplinaire verbindingen. Op deze manier kan het experts helpen samen te werken bij het oplossen van complexe problemen die "niet vanuit één perspectief of vanuit één set belangen kunnen worden aangepakt." Laudato Si', 110[[5000|110]]
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
31. Maar zelfs als AI bepaalde uitingen van intelligentie verwerkt en simuleert, blijft het fundamenteel beperkt tot een logisch-wiskundig raamwerk, wat inherente beperkingen oplegt. Menselijke intelligentie ontwikkelt zich daarentegen organisch gedurende de fysieke en psychologische groei van de persoon, gevormd door een veelvoud aan geleefde ervaringen in het vlees. Hoewel geavanceerde AI-systemen kunnen leren door processen zoals machinaal leren, is dit soort training fundamenteel anders dan de ontwikkelingsgroei van menselijke intelligentie, die wordt gevormd door belichaamde ervaringen, waaronder sensorische input, emotionele reacties, sociale interacties en de unieke context van elk moment. Deze elementen vormen en vormen individuen binnen hun persoonlijke geschiedenis. Daarentegen vertrouwt AI, dat geen fysiek lichaam heeft, op computationeel redeneren en leren op basis van enorme datasets die vastgelegde menselijke ervaringen en kennis bevatten.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
32. Bijgevolg, hoewel AI aspecten van menselijk redeneren kan simuleren en specifieke taken met ongelooflijke snelheid en efficiëntie kan uitvoeren, vertegenwoordigen computationele vermogens ervan slechts een fractie van de bredere capaciteiten van de menselijke geest. Zo kan AI momenteel geen moreel onderscheidingsvermogen of het vermogen om authentieke relaties aan te gaan, repliceren. Bovendien is menselijke intelligentie gesitueerd binnen een persoonlijk beleefde geschiedenis van intellectuele en morele vorming die fundamenteel het perspectief van het individu vormt, en de fysieke, emotionele, sociale, morele en spirituele dimensies van het leven omvat. Aangezien AI deze volledigheid van begrip niet kan bieden, kunnen benaderingen die uitsluitend op deze technologie vertrouwen of deze behandelen als het primaire middel om de wereld te interpreteren, leiden tot "een verlies van waardering voor het geheel, voor de relaties tussen dingen en voor de bredere horizon." Laudato Si', 110[[5000|110]] vgl: Fratelli tutti, 204[[[7800|204]]]
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
33. Menselijke intelligentie draait niet primair om het voltooien van functionele taken, maar om het begrijpen en actief omgaan met de realiteit in al haar dimensies; het is ook in staat tot verrassende inzichten. Omdat AI de rijkdom van lichamelijkheid, relationaliteit en de openheid van het menselijk hart voor waarheid en goedheid mist, zijn haar capaciteiten - hoewel schijnbaar onbegrensd - onvergelijkbaar met het menselijk vermogen om de realiteit te vatten. Er kan zoveel worden geleerd van een ziekte, een omarming van verzoening en zelfs een simpele zonsondergang; inderdaad, veel ervaringen die we als mens hebben, openen nieuwe horizonten en bieden de mogelijkheid om nieuwe wijsheid te verwerven. Geen enkel apparaat dat uitsluitend met data werkt, kan tippen aan deze en talloze andere ervaringen in ons leven.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
34. Het trekken van een te nauwe gelijkwaardigheid tussen menselijke intelligentie en AI brengt het risico met zich mee dat men ten prooi valt aan een functionalistisch perspectief, waarin mensen worden gewaardeerd op basis van het werk dat ze kunnen doen. De waarde van een persoon hangt echter niet af van het bezitten van specifieke vaardigheden, cognitieve en technologische prestaties of individueel succes, maar van de inherente waardigheid van de persoon, gegrond in het feit dat hij naar het beeld van God is geschapen. vgl: "God heeft zijn eigen beeld en gelijkenis op de mens gedrukt (vgl. Gen. 1:26), en hem een onvergelijkelijke waardigheid verleend (
). In feite, "buiten de rechten die de mens verwerft door zijn eigen werk, bestaan er rechten die niet overeenkomen met het werk dat hij verricht, maar die voortvloeien uit zijn essentiële waardigheid als persoon."[[[3|11]]] Deze waardigheid blijft in alle omstandigheden intact, ook voor degenen die niet in staat zijn hun vermogens uit te oefenen, of het nu gaat om een ongeboren kind, een bewusteloos persoon of een oudere persoon die lijdt. vgl: Dignitas Infinita, 8[[[9223|8]]] vgl: Dignitas Personae, 22[[[2764|22]]] Het ondersteunt ook de traditie van mensenrechten (en in het bijzonder wat nu "neurorechten" wordt genoemd), die "een belangrijk convergentiepunt vormen in de zoektocht naar gemeenschappelijke grond" Tot de deelnemers aan de Plenaire Vergadering van de Pauselijke Academie voor het Leven - voorgelezen door mgr. Vincenzo Paglia, president van de Pauselijke Academie voor het Leven[[9133]] en dus kunnen dienen als een fundamentele ethische gids in discussies over de verantwoorde ontwikkeling en het gebruik van AI.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
35. Gezien al deze punten, zoals paus Franciscus opmerkt, kan "het gebruik van het woord intelligentie" in verband met AI "misleidend blijken te zijn" Artificiële intelligentie en wijsheid van hart: naar een volledig mensgerichte communicatie, [[9172|+6]] en het risico lopen het meest kostbare in de menselijke persoon over het hoofd te zien. In het licht hiervan mag AI niet worden gezien als een kunstmatige vorm van menselijke intelligentie, maar als een product ervan. In deze zin wordt... In deze zin wordt kunstmatige intelligentie begrepen als een technische term om deze technologie aan te duiden, waarbij eraan herinnerd moet worden dat de uitdrukking ook wordt gebruikt om het vakgebied aan te duiden en niet alleen de toepassingen ervan.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. De rol van ethiek bij het begeleiden van de ontwikkeling en het gebruik van AI (36-48)
- Menselijke vrijheid en besluitvorming (43-48)
- V. Specifieke vragen (49-107)
- AI en de maatschappij 49-55
- AI en menselijke relaties 56-63
- AI, de economie en arbeid 64-70
- AI en gezondheidszorg 71-76
- AI en onderwijs 77-84
- AI, desinformatie , deepfakes en misbruik 85-89
- AI, privacy en toezicht 90-94
- AI en de bescherming van ons gemeenschappelijk huis 95-97
- AI en oorlogsvoering 98-103
- AI en onze relatie met God 104-107
- VI. Afsluitende reflecties (108-117)
36
108. Gezien de verschillende uitdagingen die de technologische vooruitgang met zich meebrengt, benadrukte paus Franciscus de noodzaak van groei in "menselijke verantwoordelijkheid, waarden en geweten," evenredig aan de groei in het potentieel dat deze technologie met zich meebrengt Laudato Si', 105[[5000|105]] vgl: Würzburg 1965, 87 e.v..[[[5297]]] - erkennend dat "met een toename van de menselijke macht een verbreding van de verantwoordelijkheid van individuen en gemeenschappen gepaard gaat." Gaudium et Spes, 34[[575|34]]
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
109. Tegelijkertijd blijft de "essentiële en fundamentele vraag" bestaan "of in de context van deze vooruitgang de mens, als mens, werkelijk beter wordt, dat wil zeggen geestelijk volwassener, bewuster van de waardigheid van zijn menselijkheid, verantwoordelijker, opener voor anderen, vooral de behoeftigsten en de zwaksten, en bereidwilliger om te geven en iedereen te helpen." Redemptor Hominis, 15[[237|15]]
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
110. Als gevolg hiervan is het cruciaal om te weten hoe individuele toepassingen van AI in bepaalde contexten te evalueren om te bepalen of het gebruik ervan de menselijke waardigheid, de roeping van de menselijke persoon en het algemeen belang bevordert. Zoals bij veel technologieën zijn de effecten van de verschillende toepassingen van AI mogelijk niet altijd vanaf het begin voorspelbaar. Naarmate deze toepassingen en hun maatschappelijke impact duidelijker worden, moeten er op alle niveaus van de samenleving passende reacties worden gegeven, volgens het subsidiariteitsbeginsel. Individuele gebruikers, gezinnen, het maatschappelijk middenveld, bedrijven, instellingen, overheden en internationale organisaties moeten op hun eigen niveau werken om ervoor te zorgen dat AI wordt gebruikt voor het welzijn van iedereen.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
111. Een belangrijke uitdaging en kans voor het algemeen welzijn ligt vandaag de dag in het beschouwen van AI binnen een kader van relationele intelligentie, dat de onderlinge verbondenheid van individuen en gemeenschappen benadrukt en onze gedeelde verantwoordelijkheid voor het bevorderen van het integrale welzijn van anderen benadrukt. De twintigste-eeuwse filosoof Nicholas Berdyaev merkte op dat mensen machines vaak de schuld geven van persoonlijke en sociale problemen; echter, "dit vernedert de mens alleen maar en komt niet overeen met zijn waardigheid," want "het is onwaardig om de verantwoordelijkheid van de mens over te dragen aan een machine." N. Berdyaev, "Man and... N. Berdyaev, "Man and Machine", in C. Mitcham - R. Mackey (edd.), Philosophy and Technology: Readings in the Philosophical Problems of Technology, The Free Press, New York 19832, 212-213. Alleen de menselijke persoon kan moreel verantwoordelijk zijn, en de uitdagingen van een technologische samenleving zijn uiteindelijk spiritueel van aard. Daarom vereist het aangaan van die uitdagingen "een intensivering van spiritualiteit." N. Berdyaev, "Man and... N. Berdyaev, "Man and Machine", in C. Mitcham - R. Mackey (edd.), Philosophy and Technology: Readings in the Philosophical Problems of Technology, The Free Press, New York 19832, 210.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
112. Een ander punt om te overwegen is de oproep, ingegeven door de verschijning van AI op het wereldtoneel, voor een hernieuwde waardering van alles wat menselijk is . Jaren geleden waarschuwde de Franse katholieke auteur Georges Bernanos dat "het gevaar niet schuilt in de vermenigvuldiging van machines, maar in het steeds toenemende aantal mensen dat van kinds af aan gewend is om alleen te verlangen naar wat machines kunnen geven." G. Bernanos, "La révolution... G. Bernanos, "La révolution de la liberté" (1944), in Id., Le Chemin de la Croix-des-Âmes , Rocher 1987, 829. Deze uitdaging is vandaag de dag net zo waar als toen, aangezien het snelle tempo van de digitalisering het risico in zich draagt van een "digitaal reductionisme", waarbij niet-kwantificeerbare aspecten van het leven opzij worden gezet en vervolgens worden vergeten of zelfs irrelevant worden geacht omdat ze niet in formele termen kunnen worden berekend. AI zou alleen moeten worden gebruikt als een hulpmiddel om de menselijke intelligentie aan te vullen in plaats van de rijkdom ervan te vervangen. Vgl. Franciscus, Bijeenkomst... Vgl. Franciscus, Bijeenkomst met de studenten van het Barbarigo College van Padua in het 100-jarig bestaan (23 maart 2019): L'Osservatore Romano , 24 maart 2019, 8. Vgl. Paus Franciscus,... Vgl. Paus Franciscus, Toespraak tot rectoren, Professoren, studenten en medewerkers van de Pauselijke Universiteiten en Instellingen (25 februari 2023). Het cultiveren van die aspecten van het menselijk leven die de berekening overstijgen, is cruciaal voor het behoud van "een authentieke menselijkheid" die "lijkt te verblijven te midden van onze technologische cultuur, bijna onopgemerkt, als een mist die zachtjes onder een gesloten deur sijpelt." Laudato Si', 112[[5000|112]]
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Ware Wijsheid (113-117)
41
113. De enorme omvang van de kennis van de wereld is nu toegankelijk op manieren die vorige generaties met ontzag zouden hebben vervuld. Om er echter voor te zorgen dat vooruitgang in kennis niet menselijk of spiritueel onvruchtbaar wordt, moet men verder gaan dan de loutere verzameling van gegevens en streven naar het bereiken van ware wijsheid. XIX, 3[[1432]] vgl: "De vloed aan informatie binnen handbereik zorgt niet voor meer wijsheid. Wijsheid wordt niet geboren uit snelle zoekopdrachten op internet, noch is het een massa ongeverifieerde gegevens. Dat is niet de manier om te rijpen in de ontmoeting met de waarheid."[[[7800|50]]]
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
114. Deze wijsheid is de gave die de mensheid het meest nodig heeft om de diepgaande vragen en ethische uitdagingen aan te pakken die AI stelt: "Alleen door een spirituele manier van kijken naar de werkelijkheid aan te nemen, alleen door een wijsheid van het hart te herwinnen, kunnen we de nieuwheid van onze tijd confronteren en interpreteren." Artificiële intelligentie en wijsheid van hart: naar een volledig mensgerichte communicatie, [[9172|+4]] Zulke "wijsheid van het hart" is "de deugd die ons in staat stelt het geheel en zijn delen, onze beslissingen en hun gevolgen te integreren." Ze "kan niet worden gezocht bij machines," maar ze "laat zich vinden door degenen die haar zoeken en wordt gezien door degenen die haar liefhebben; ze anticipeert op degenen die haar verlangen, en ze gaat op zoek naar degenen die haar waardig zijn. (Wijsh. 6, 12-16)[[b:Wijsh. 6, 12-16]]" Artificiële intelligentie en wijsheid van hart: naar een volledig mensgerichte communicatie, [[9172|+4-5]]
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
115. In een wereld die gekenmerkt wordt door AI hebben we de genade van de Heilige Geest nodig, die "ons in staat stelt om naar dingen te kijken met Gods ogen, om verbanden, situaties, gebeurtenissen te zien en hun werkelijke betekenis te ontdekken." Artificiële intelligentie en wijsheid van hart: naar een volledig mensgerichte communicatie, [[9172|+5]]
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
116. Aangezien de volmaaktheid van een persoon niet wordt gemeten aan de informatie of kennis die hij bezit, maar aan de diepgang van zijn liefdadigheid, Evangelii Gaudium, 37[[4984|37]] zal de manier waarop we AI integreren "om de minsten van onze broeders en zusters, de kwetsbaren en de meest behoeftigen op te nemen, de ware maatstaf zijn van onze menselijkheid." Artificiële intelligentie en vrede, [[9099|+31]] De "wijsheid van het hart" kan het op de mens gerichte gebruik van deze technologie verlichten en begeleiden om het algemeen welzijn te bevorderen, te zorgen voor ons "gemeenschappelijke huis", de zoektocht naar de waarheid te bevorderen, de integrale menselijke ontwikkeling te bevorderen, de menselijke solidariteit en broederschap te bevorderen en de mensheid naar haar ultieme doel te leiden: geluk en volledige gemeenschap met God. vgl: Laudato Si', 112[[[5000|112]]]
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
117. Vanuit dit perspectief van wijsheid zullen gelovigen in staat zijn om te handelen als morele agenten die in staat zijn om deze technologie te gebruiken om een authentieke visie op de menselijke persoon en de samenleving te bevorderen. vgl: Tot de deelnemers aan het seminar "Il bene comune nell 'era digitale"[[[9132]]] Dit moet worden gedaan met het begrip dat technologische vooruitgang deel uitmaakt van Gods plan voor de schepping - een activiteit die wij geroepen zijn te ordenen met het oog op het Paasmysterie van Jezus Christus, in de voortdurende zoektocht naar het Ware en het Goede.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Paus Franciscus heeft tijdens de audiëntie op 14 januari 2025 aan de ondergetekenden, prefecten en secretarissen van het Dicasterie voor de Geloofsleer en het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs, deze nota goedgekeurd en de publicatie ervan bevolen.
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Gegeven te Rome, op de kantoren van het Dicasterie voor de Geloofsleer en het Dicasterie voor Cultuur en Onderwijs, op 28 januari 2025, de liturgische gedachtenis van de heilige Thomas van Aquino, Kerkleraar. Victor Manuel-kaart. Fernández, prefect Mgr. Armando Matteo, Secretaris, Doctrinaire Sectie José Kaart. Tolentino de Mendonça, prefect Zeer Eerwaarde Paul Tighe, Secretaris, Sectie Cultuur Ex-audiëntia verleden op 14 januari 2025 Franciscus
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/9426-antiqua-et-nova-nl