Over het artikel: 'En één is de Heer Jezus Christus'

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Over het artikel: 'En één is de Heer Jezus Christus'
Catechese X voor de illuminandi - Uitgesproken te Jeruzalem
Cyrillus van Jeruzalem
350
Kerkelijke schrijvers - Catecheses
1974, Catechesen van onze heilige vader Cyrillus van Jerusalem I - getypte versie: Benedictusberg, Lemiers
Vert. uit het Grieks
Alineaverdeling en -nummering en Bijbelreferenties naar CCEL
Datering onzeker
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1974
Mgr. J.J.M. van Susante
10 juni 2024
9287
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 1

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
Voorlezing uit de Eerste brief aan de Corinthiers: 'Want ook al zijn er zogenaamde goden, hetzij in de hemel het zij op aarde, (1 Kor. 8, 5.6)[b:1 Kor. 8, 5.6] toch is er voor ons maar één God, de Vader, uit Wie het al voortkomt en voor Wie wij bestemd zijn, en één Heer Jezus Christus, door Wie alle dingen bestaan en wij in het bijzonder'.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1.
Nu u geleerd hebt in God de almachtige Vader te geloven, is het in het belang van uw eigen zaligheid nodig, te geloven in de eniggeboren Zoon, 'want wie de Zoon loochent heeft de Vader niet'. Jezus zegt: 'Ik ben de deur. Niemand komt tot de Vader dan door Mij'. Loochent gij de deur, dan is iedere kennis van de Vader uitgesloten. 'Niemand kent de Vader, tenzij de Zoon en aan wie de Zoon het wil openbaren'. Loochent gij degene die de openbaring brengt, dan blijft gij in onwetendheid. Er staat een uitspraak in het Evangelie die luidt: 'Hij die niet gelooft in de Zoon, zal het leven niet zien; Integendeel, de toorn van God blijft op hem'. Erkent men de Zoon niet, dan treft men de Vader. Voor een koning is het al verschrikkelijk als een gewoon soldaat gehoond wordt; erger wordt het wanneer het iemand van zijn lijfwacht betreft, of een van zijn vrienden. Maar wanneer de enige zoon van de koning onrecht wordt aangedaan, wie zal dan de verontwaardigde vader tot kalmte brengen?

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Wil men God welgevallig zijn, dan moet men de Zoon aanbidden. Iedere andere aanbidding wordt niet aanvaard. Het is de Vader zelf die het vanuit de hemel getuigt: 'Deze is mijn welbeminde Zoon in Wie ik mijn welbehagen heb'. Stelt gij niet met de Vader uw welbehagen in de Zoon, dan hebt gij ipso facto het leven niet. Sluit u daarom niet aan bij de Joden, die sluw genoeg zijn om te beweren dat er maar een God is. Maar houd niet de wetenschap dat er één God is tevens in dat Hij een eniggeboren Zoon heeft? Dit leert u niet van mij, want al veel eerder had de psalmist, in de persoon van de Zoon gezegd: 'De Heer zei tot Mij: Mijn Zoon zijt Gij'. Geef dus geen acht op hetgeen de Joden beweren, maar wel hetgeen in de profeten staat. Of verwondert het u, dat degenen die de profeten gestenigd hebben en gedood, ook hun woorden minachten?

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Geloof in één Heer Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God. Een is er die wij onze Heer Jezus Christus noemen, omdat zijn zoonschap enig is, omdat er geen anderen zijn. Omdat Hem vanwege zijn kracht echter vele namen gegeven zijn, moogt gij niet zoals de goddelozen, aan veel zonen gaan denken. Als Hij de 'deur' wordt genoemd, heeft het hier niet de betekenis van een houten deur, maar van een geestelijke deur, waardoor zij die binnengaan worden geschift. Ook heet Hij de 'weg', niet het pad waarover men loopt, maar de weg die leidt tot de Vader in de hemel. Ook draagt Hij de naam van 'schaap', niet het redeloze schaap, maar het Lam dat met zijn kostbaar bloed de gehele wereld heeft gezuiverd van zonden en dat voor zijn scheerder weet te zwijgen. Elders wordt hetzelfde schaap 'herder' genoemd: 'Ik ben de goede Herder'. Niet omwille van zijn menselijke natuur wordt Hij schaap genoemd, doch om aan de menslievendheid van God uitdrukking te geven, noemt Hij zichzelf 'Herder'. Nu zult u wel willen weten, of er geestelijke schapen zijn. Tot zijn Apostelen zegt Christus: 'Ik zend u als schapen temidden van de wolven'. In tegenstelling met het voorgaande draagt Hij ook de naam 'Leeuw'. Dat wil niet zeggen dat Hij mensen verslindt, maar het geeft uitdrukking van het koninklijke, het machtige en sterke van zijn natuur. Hij staat hier tegenover de vijandige leeuw, die brult en een ieder verslindt die van de weg is afgedwaald. De Zaligmaker komt als een machtige leeuw uit de stam van Juda, om hen die geloven te redden en de tegenstanders te vertreden. 'Steen' wordt Hij ook genoemd, niet de levenloze steen, die door mensenhanden is uitgehouwen, maar de hoeksteen, in wie de gelovigen niet beschaamd zullen worden.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Christus is zijn naam, gezalfde, niet door mensenhanden, maar van eeuwigheid, Hogepriester van de mensen, gezalfd door de Vader. Hij wordt 'gestorven' genoemd, niet dat Hij onder de doden gebleven is, maar een 'vrije' onder de doden. 'Mensenzoon' noemt Hij zich, niet zoals ieder van ons van de aarde afstamt, maar komend op de wolken om levenden en doden te oordelen. In het bezit van een heerschappij die Hem van nature eeuwig is, wordt Hij ook 'Heer' genoemd, dus niet in oneigenlijke zin, zoals degenen die over mensen regeren. 'Jezus' is een naam die hem terecht toekomt, want heilzaam is de genezing die Hij brengt. Niet door aanneming heet Hij ‘Zoon' , maar naar zijn natuur als zodanig geboren. De benamingen zijn zo talrijk, dat zij op een dwaalspoor zouden kunnen brengen, en de mening zouden doen wekken, dat er ook vele zonen zijn. Dit is het nu juist wat de ketters beweren. Zij zeggen dat Christus er een is, Jezus een, een ander heet deur enz. Daarom beveiligt het geloof u terecht, wanneer zij u leert te geloven: 'in één Heer Jezus Christus'. Een is dus de drager van de vele benamingen.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5.
De Zaligmaker verhoudt zich op verschillende wijze tot de mensen, al naar gelang het nodig is. Voor de blijden wordt Hij wijnstok; voor hen die binnengaan, deur. Middelaar en Hogepriester is Hij voor hen die smeekbeden opdragen. Voor de zondaars is Hij een lam, om geslachtofferd te worden. Hij is voor alles allen (1 Kor. 9, 22)[b:1 Kor. 9, 22], terwijl Hij naar zijn natuur blijft wat Hij is. Steeds blijft Hij dezelfde en in het bezit van een onvervreemdbare waardigheid: het Zoonschap. Als een zeer kundig geneesheer en medelijdend leraar, volgt Hij met belangstelling onze zwakheden. Hij is naar waarheid 'Heer'. Dit dankt Hij niet aan bevordering, maar Hij bezit die waardigheid van nature. Hij wordt niet in oneigenlijke zin 'Heer' genoemd, zoals wij, maar Hij is het in waarheid, omdat Hij door de wil van de Vader Heer over zij eigen schepselen is. Wij bezitten onze heerschappij onder gelijkwaardige mensen, blootgesteld aan dezelfde hartstochten, soms aangesteld over hen die ouder zijn in jaren, bevelend als jongeling over oudere slaven. Maar zó heerst Christus niet. Op de eerste plaats is Hij Schepper en vervolgens Heer. Eerst heeft Hij alles gemaakt door de wil van zijn Vader, vervolgens heerst Hij over hetgeen Hij zelf gemaakt heeft.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6.
Christus de Heer is geboren in de stad van David (Lc. 2, 11)[b:Lc. 2, 11] Maar opdat gij niet alleen door het geloof zoudt weten dat Christus met de Vader en reeds vóór de menswording de Heer was, is er een bewijs voorhanden in de oudste Schriftuur. Neem het eerste boek Genesis en lees er het begin van. Daar zegt God niet: 'Laat Ik de mens maken naar mijn gelijkenis'; maar: 'Laten Wij de mens maken naar onze gelijkenis'. Na de schepping verhaalt hetzelfde boek: 'God maakte de mens: naar Gods beeld maakte Hij hem' (Gen. 1, 26)[b:Gen. 1, 26] . De waardigheid van God is in de H. Schrift niet beperkt tot de Vader alleen, maar komt ook toe aan de Zoon, zodat wij een maaksel zijn, zowel van de Vader als van Jezus Christus, die zelf waarlijk God is. Dezelfde Heer die met de Vader alles doet, heeft ook samengewerkt bij Sodoma, want er staat geschreven: 'De Heer liet over Sodoma en Gomorra zwavel en vuur regenen van de Heer uit de hemel'. Deze Heer verscheen aan Mozes, in zover hij Hem tenminste kon zien, want in zijn menslievendheid houdt de Heer altijd rekening met onze zwakheden.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7.
Om nu zekerheid te hebben dat Hij het was die aan Mozes verscheen, moet u zich herinneren wat Paulus schreef: 'Zij aten van een geestelijke rots, die hen volgde, en die rots was Christus'. En ook nog dit: 'Door het geloof verliet Mozes Egypte'; en even verder: 'Hij stelde de smaad van Christus boven de schatten van Egypte'. Op zijn beurt zegt Mozes tot Hem: 'Openbaar Uzelf aan mij'! U ziet dus dat de profeten Christus zagen in zover zij er ontvankelijk voor waren. "Openbaar Uzelf, opdat ik U mag kennen en zien'. Maar God sprak: 'Niemand zal mijn aangezicht zien en in leven blijven'. Omdat er niemand Gods aangezicht kon aanschouwen en in leven blijven, heeft God het aangezicht van de mensen gekozen, opdat wij, dit ziende, zouden leven. Toen Hij op een gegeven ogenblik hieraan enige luis ter gaf, en het straalde als de zon, vielen zijn leerlingen verschrikt op de grond. Wanneer Christus nu het voorkomen van zijn lichaam met zoveel luister omgaf, dat het aangepast was aan het vermogen van zijn leerlingen, en dit nog teveel voor hen was, hoe zullen wij dan Gods majesteit aanschouwen? 'Mozes, zegt de Heer, gij verlangt iets groots te zien, uw vraag zal vervuld worden, maar naar vermogen. Ik plaats u in de kloof van de rots, want omdat gij klein zijt, moet gij in een kleine ruimte verblijven'.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8.
Terloops merk ik hier op, dat hetgeen gezegd gaat worden, de Joden aangaat. Onze bedoeling was het u aan te tonen, dat de Heer Jezus Christus bij de Vader was. Nu zegt de Heer tot Mozes: 'eerst zal mijn aanschijn aan u voorbijgaan en ten aanhoren van u de naam van de Heer uitroepen'. Die zelf de Heer is, wie noemt Hij Heer? Ziet gij hoe Hij in bedekte termen het vrome leerstuk aangaande de vader en de Zoon onderwees? In hetgeen volgt wordt hetzelfde onderwezen. 'Toen daalde de Heer neer in de wolk en was hem daar tegenwoordig en riep de naam van de Heer aan. Nu ging de Heer voorbij en de Heer riep: De Heer, de Heer is een barmhartige God, lankmoedig en vol van liefde en trouw. Die duizenden genaden bewijst, die misdaden, zonden en fouten vergeeft'. In het vervolg staat, dat Mozes zich ter aarde boog voor het aanschijn van de Heer die de Vader toeriep. En hij zei: Heer, trek met ons op'.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9.
Hier hebt gij een eerste bewijs. Nu volgt een tweede dat duidelijker spreekt. 'De Heer sprak tot mijn Heer, zit aan mijn rechterhand'. Zo kan alleen de Heer maar spreken tot zijn Heer, tot de Heer van alles, zijn Zoon, aan wie Hij alles onderworpen had. Zo spreekt Hij niet tot een dienstknecht. Hij is God van alles, de gehoorzame Zoon van de vader, die geen roof gepleegd heeft om te kunnen heersen, maar die het zelf krachtens natuur bezat. Noch heeft de Zoon roof gepleegd, noch heeft de Vader het deelgenootschap benijd. Christus zelf is het die dit zegt: 'Alles is Mij door de vader geschonken. Waarlijk geschonken zonder dat Hem iets ontbeert en Ik bewaar het zorgvuldig, zonder Hem te beroven'.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10.
Gods Zoon is dus Heer, dezelfde die te Betlehem in Juda geboren werd, zoals de engel het aan de herders verkondigde: 'Ik verkondig u een grote vreugde: Heden is in de stad van David Christus de Heer geboren'. Over Hem zegt een van de Apostelen: 'Dit is het woord dat Hij aan de kinderen van Israël heeft verkondigd, toen Hij de Blijde Boodschap bracht van vrede door Jezus Christus: Hij is de Heer van allen'. Wanneer hij nu zegt van allen, bedoelt hij, dat niets aan zijn heerschappij is onttrokken. Engelen en aartsengelen, Heerschappijen en Machten, ieder schepsel, wel of niet genoemd door de Apostel, alles valt onder de heerschappij van de Zoon. Hij is de Heer van de Engelen. Dit kunt u lezen in het Evangelie: 'Toen verliet Hem de duivel en Engelen naderden en dienden Hem'. Alvorens Hij in de schoot van de Maagd ontvangen werd, was Gabriël zijn dienende heraut en deze achtte dit als een bijzondere uitverkiezing. Alvorens naar Egypte te gaan, verscheen er weer een Engel, nu aan Jozef in zijn slaap. Toen Hij, na gekruisigd te zijn, weer verrezen was, waren het weer Engelen die de Blijde Boodschap brachten en spraken als onderdanige dienaren: 'Gaat, en zegt aan de leerlingen dat Hij verrezen is. Hij gaat u voor naar Galilea. Zie, ik heb het u gezegd'. Als wilden zij zeggen: wij hebben niets nagelaten omtrent het bevel, wij getuigen dat wij alles gezegd hebben, zodat, wanneer gij u er niets van aantrekt, het niet te verhalen valt op ons, doch alleen op hen die dit onverschillig liet. Deze is dus onze Heer Jezus Christus, waarvan de lezing van heden zegt: 'want al zijn er ook zogenaamde goden in de hemel of op aarde, voor ons is er slechts één God, de Vader, uit Wie alles voortkomt en tot wie wij geordend zijn: en één Heer Jezus Christus, door wie alle dingen, en door wie ook wij zelf zijn'.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11.
Hij wordt met een dubbele naam genoemd: Jezus Christus. Jezus, omdat Hij zaligmaker, Christus omdat Hij priester is. Mozes, de verhevenste onder de profeten gaf blijk hiervan op de hoogte te zijn. Hij liet uit alle stammen twee mannen kiezen en gaf aan ieder een naam. De naam van Jozué, zijn opvolger in het bestuur, veranderde hij in Jezus; en zijn eigen broer Aäron gaf hij als tweede naam Christus, om door deze twee uitgelezen mannen tegelijk, én het hogepriesterschap én het koningschap van de éne Heer Jezus Christus te voorafbeelden. Christus is hogepriester volgens Aäron. Hij heeft zichzelf niet gewijd, maar Hij die sprak: 'Gij zijt priester naar de orde van Melchisedech'. Jezus, de zoon van Nun, was in vele opzichten een voorafbeelding van Jezus Christus. Hij begon zijn regering vanaf de Jordaan, vanwaar ook Christus na zijn doopsel met de verkondiging van het Evangelie aanving.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
De zoon van Nun stelt twaalf mannen aan om de erfenis te verdelen. Jezus zendt twaalf Apostelen uit als herauten van de waarheid, om alle erfgenaam te maken. Hij die een voorafbeelding was, redde de ontuchtige Rahab, omdat zij geloofde; de waarachtige Jezus zegt: "Zie tollenaars en ontuchtigen gaan vóór u het rijk Gods binnen'. Bij de eerste Jezus stortten bij het trompetgeschal de muren van Jericho in; op Jezus woord: 'Geen steen zal op de ander blijven" , is de tempel, recht tegenover ons, gevallen. Niet die uitspraak was er de schuld van, maar de zonden van de ongerechtigen.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12.
Er is één Jezus Christus, een bewonderswaardige naam, die door de profeten, zij het onder bedekte termen, is voorzegd. Jesaja zegt b.v. 'Zie uw Zaligmaker komt, zijn loon heeft Hij bij zich'. 'Jezus' wordt bij de Hebreeën met Zaligmaker vertaald. Maar omdat hij met een profetische blik de godsmoord voorzag, hield hij de eigenlijke naam verborgen. Zouden zij het van tevoren geweten hebben, dan hadden zij Hem toen reeds belaagd. Niet door mensen werd Hij Jezus genoemd, maar door een engel, die niet eigenmachtig kwam, maar door God gezonden was tot Jozef en hem namens God zei: 'Hij zal zijn volk redden van hun zonden'. Bedenkt eens: hoe kon Hij die nog niet geboren was, een volk redden, indien Hij niet reeds bestond voor zijn geboorte? Jesaja had voorspeld: 'van de schoot van mijn moeder heeft Hij mij genoemd'. En waar het de belaging van Herodes betreft zegt hij: 'in de schaduw van zijn hand heeft Hij mij beschut'.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13.
Wij hebben dus gezien dat de Hebreeën het woord Jezus vertalen door Zaligmaker. De Grieken vertalen het met geneesheer, en dat is heel toepasselijk, want Hij is zowel geneesheer van de ziel als van et lichaam, en daarbij leider van de geesten. Hij geneest blinden naar hun lichamelijke ogen, maar verlicht tevens hun geesten. Voor de lichamelijke gehandicapten treedt Hij op als geneesheer, maar intussen richt Hij ook de schreden van de zondaars tot hun bekering. Tot een lamme zegt Hij zowel: 'zondig niet meer' als 'neem uw bed op en wandel'. Vanwege de zonden van de ziel was het lichaam verlamd. Daarom geneest Hij eerst de ziel en pas daarna het lichaam. Is iemand vanwege zijn zonden ziek, dan heeft hij een geneesheer nodig; is hij daarbij nog kleingelovig, dan moet hij uitroepen: 'Heer, kom mijn ongeloof te hulp'. Wanneer iemand onder lichamelijke ziekte gebukt gaat, dan moet hij niet moedeloos worden, want ook deze geneest Hij, maar hij moet tot Hem naderen en weten dat Jezus de Christus is.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14.
Dat Hij Jezus is willen de Joden nog wel aannemen, maar de Christus, dat niet. 'Wie anders is leugenaar dan hij, die loochent dat Jezus de Christus is', zegt Johannes. Christus betekent ook hogepriester, met een onvergankelijk priesterschap, hetgeen gij vorige week zondag in de preek hebt kunnen beluisteren, naar aanleiding van het woord: 'Volgens de orde van Melchisedech'. Hij was geen schakel in de opeenvolging van het priesterschap, noch werd Hij met olie gezalfd die door mensenhanden bereid was, maar door de vader voor alle eeuwen. Met de andere priesters verschilt Hij hierin, dat Hij door een eed priester is en de anderen niet. Dit zegt Hij door hem die sprak: 'De Heer heeft gezworen en het zal Hem niet berouwen'. De wil van de Vader gaf al voldoende zekerheid, maar nu die wil door een eed werd bevestigd, was het een dubbele waarborg. 'Zo zijn er twee onwankelbare grondslagen, die het onmogelijk zou maken dat God zou liegen', en waardoor wij een krachtiger aansporing ontvangen in ons geloof, wij die de Zoon van God aannemen.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15.
De joden hebben geloochend dat de Christus gekomen is, maar de duivels hebben het erkend. Voor de aartsvader David was Hij geen onbekende, daar hij zei: 'Ik heb een lamp bereid voor mijn Christus' (Ps. 132,17)[b:Ps. 132,17]. Sommigen verklaren dat het licht van de profetie een luchter was, anderen verstaan onder de lamp het vlees dat Hij had aangenomen uit de Maagd Maria en verwijzen maaksel is de zon, maar zeer klein in vergelijking met de hemel. Begint met uw blik op de zon te vestigen en beschouwt dan aandachtig de Heer. 'Streeft niet naar wat u te boven gaat en tracht het verborgene niet te doorgronden, maar neemt hetgeen Hij u geboden heeft voortdurend ter harte'.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
{...} hand gewezen. Maar de profeet heeft verzekerd: 'Aan hen die Mij dienen, zal een nieuwe naam gegeven worden, welke gezegend zal zijn op aarde'. Mag ik de Joden nu eens een vraag stellen? Dient gij de Heer of niet? Toont dan uw nieuwe naam! Ten tijde van Mozes zijt gij al Israëlieten of Joden genoemd. na de terugkeer uit Babylon tot op heden heet gij nog steeds hetzelfde. Waar blijft nu uw nieuwe naam? Wij hebben vanwege de Heer een nieuwe naam gekregen, de naam welke gezegend zal worden op aarde is nieuw. Reeds de gehele wereld is er vol van. De Joden hebben zich tot een bepaalde landstreek beperkt, maar de christenen zijn verbreid tot aan de grenzen van de aarde, want: het is de naam van Gods eniggeboren Zoon die gepredikt wordt.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Moet ik nog vertellen dat de Apostelen de naam van Christus gekend en gepredikt hebben, ja Christus in zich hadden? Paulus daagt zijn hoorders uit: 'verlangt gij een bewijs dat Christus in mij spreekt? Wij toch prediken Christus; niet ons zelf, maar de Heer Jezus Christus. Ons zelf beschouwen wij slechts als dienaren om Jezus wil'. Wat is dat nu voor een man? Even tevoren had hij Christus nog vervolgd. O wat een groot wonder! Hij die vroeger Christus vervolgde, predikt Hem nu! Waarom? Heeft hij zich door geld laten misleiden? Weet u iemand te noemen die hem zo'n voorstel deed? Heeft Christus hem bang gemaakt toen Hij hem verscheen? Maar Hij was reeds in de hemel opgenomen. Vandaag trok hij er op uit om de achtervolging in te zetten, en nog geen drie dagen later was hij een heraut voor Christus in Damascus. Door welke kracht? Ieder zou voor zijn eigen aangelegenheid met eigen getuigen komen opdagen. Hier heb ik als getuige Christus vroegere vijand ten tonele gebracht. Twijfelt gij nog? Groot waren de getuigen als Petrus en Johannes, maar als stamgenoten kon hun getuigenis verdacht voorkomen. Maar wie zal nog twijfelen aan het getuigenis van zijn vijand, die zelfs voor hem zal sterven? Hoe blijft er dan nog plaats over voor de minste twijfel?

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Hier wil ik even mijn rede onderbreken, omdat ik zo verwonderd ben omtrent de werking van de H. Geest. Hij heeft de Apostelen aangezet en geïnspireerd bij het schrijven van de brieven, twintig in getal. En wat nu het meest verwonderlijk is, dat de vroegere vijand van de Kerk onder Zijn leiding er veertien heeft geschreven. De H. Geest heeft zijn genade aan Petrus en Johannes niet besnoeid omdat zij minder waren, dat zij verre! Maar hun onderricht kon in twijfel getrokken worden. De vroegere vijand gaf Hij meer genade, omdat zo'n getuigenis van meer waarde is. 'Allen stonden verbaasd over Paulus en zeiden: Is hij het niet die hier gekomen is om ons geboeid naar Jeruzalem te voeren? Paulus antwoordt hen: 'Sta er niet verwonderd over. Ik weet het, het is hard tegen de prikkel te moeten in slaan, ik ben niet waardig Apostel genoemd te worden, omdat ik Gods Kerk heb vervolgd, al was het in onwetendheid. Ik was van mening dat de prediking van Christus de Wet te niet zou doen, maar wist niet dat Hij juist was gekomen om haar naar volmaaktheid te brengen. Gods genade is overvloedig in mij overgestroomd'.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Geliefden, er zijn nog veel waarachtige getuigen. Vanuit de hemel legt de Vader getuigenis af over Zijn Zoon. De H. Geest legt een lichamelijke getuigenis af door in de gedaante van een duif o Hem te rusten. De Enge] Gabriël legt een heerlijk getuigenis af bij de blijde boodschap aan Maria. De Moedermaagd zelf legt een getuigenis af alsook de kribbe. Ook Egypte, dat Hem als knaap asiel gegeven heeft; Simeon, die hem in zijn handen droeg en toen deze woorden sprak: 'Laat nu Heer, uw dienaar in vrede gaan, want mijn ogen hebben uw heil aanschouwd, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van de volkeren'. Ook de profetes Anna, die een kuis en verstorven leven leidde, getuigt over Hem. Johannes de Doper, de grootste onder de profeten, de aanvoerder van het Nieuwe Verbond, die als het ware de beide verbonden in zich bindt, geeft een prachtig getuigenis over Hem. Onder de rivieren is het de Jordaan, en onder de zeeën het meer van Tiberias. Veel blinden en kreupelen getuigen, alsook de doden die Hij ten leven heeft opgewekt. Zelfs de duivelen getuigen door te zeggen: 'Wat hebt Gij met ons te maken, Jezus? Wij weten wie Gij zijt. de Heilige Gods'. De winden die op zijn bevel bedaarden, de vijf broden, die in vijfduizend werden veranderd, alles getuigt van hem. Het Heilig kruishout is een heerlijk getuigenis van Hem, dat tot op de huidige dag bij ons licht uitstraalt. De palmen uit het dal, dat aan de kinderen takken verschaften, waarmee ze Hem zegenend tegemoet gingen. Getsemanie getuigt tot vandaag toe, hoe Judas Hem onder de aanwezigen aanwees. En vooral niet te vergeten deze heilige heuvel Golgotha, die bovenal een getuigenis geeft. Dan ook het H. Graf en de steen, die er tot op heden nog ligt. De zon, die nu schijnt, maar op het ogenblik van onze verlossing verduisterde. De duisternis die ontstond van zes tot negen uur. Het licht dat van het negende uur lichtte tot aan het vallen van de avond. De Olijfberg, vanwaar Hij opsteeg naar zijn Vader. De wolken die de Heer opnamen, de hemelpoorten die Hem binnenlieten volgens het jubelend getuigenis van de psalmist: 'Verheft gij vorsten uw poorten, rijst op gij eeuwige poorten, opdat de Koning van de glorie er binnen kan trekken'. Zij die eerst zijn vijanden waren, getuigen, waarvan Paulus er een is. Voor de korte tijd dat hij haat tegen Hem koesterde, heeft hij Hem lange tijd gediend. Twaalf Apostelen geven niet alleen met woorden, maar ook door folteringen en tenslotte door hun dood een prachtig getuigenis dat zij de waarheid gepredikt hebben. De schaduw van Petrus geeft getuigenis, die in Christus naam de zieken genas. De zweetdoeken, die ten tijde van Paulus, door hem in de kracht van Christus genezing brachten. Perzen, Gothen en alle die afstammen van de heidenen, getuigen met hun dood voor Hem, die zijn niet eens met eigen ogen gezien hebben. De duivels, die tot op de dag van heden worden uitgedreven, geven getuigenis.

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Er zijn nog veel meer getuigen te noemen, en nog wordt aan Christus het geloof ontzegd, voor wie toch zo velen getuigen. Was er vroeger iemand ongelovig, thans móet hij wel geloven. Bezit iemand reeds het geloof, dan moet hij daarin vermeerdering ontvangen. Gelovend in Jezus Christus moet gij getuigen voor zijn Naam, want gij zijt christen genoemd. Bewaar deze naam dan ook zorgvuldig. Dat niet onze Heer Jezus Christus, de Zoon van God, door u gelasterd wordt, maar laat uw goede werken nóg meer over de mensen stralen, opdat de mensen die ze zien, Christus Jezus nog meer verheerlijken door de Vader in de hemel, aan Wie de glorie zij nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen

Referenties naar deze alinea: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media