Broederlijke betrekkingen tussen Orthodoxe en Rooms-Katholieke Kerk - aankondiging reis naar Turkije

Vandaag wil ik u de primeur geven van een groot nieuws: de paus zal binnenkort naar het Oosten gaan. Aan het eind van deze maand zal ik naar Turkije gaan. Ik ga allereerst naar Ankara, de hoofdstad van dit grote land, waar ik de overheid van deze natie zal ontmoeten en haar mijn groet en hulde zal aanbieden. Vervolgens naar lstanbul, om een bezoek te brengen aan zijne heiligheid patriarch Demetrios I en deel te nemen aan de viering van het feest van de heilige apostel Andreas, de broer van Petrus. De heilige Andreas is de patroon van de kerk van Constantinopel. Op deze wijze beantwoordt de broer de uitnodiging van zijn broer: Petrus de uitnodiging van Andreas. Alle twee beantwoorden - in overeenstemming met de veelvoudige stemmen van onze tijd - aan de uitnodiging van de Heer tot welzijn van de christenheid en van de kerk welke het lichaam van Christus is.

Dit bezoek is belangrijk. Het toont concreet het besluit van de paus, dat hij meermalen heeft uitgesproken, om de poging tot eenheid van alle christenen verder te brengen. Dit was een van de voornaamste doeleinden van het concilie. En vandaag is het meer dan ooit een dringende eis. Grote vooruitgang is gemaakt, maar daarmee mogen we ons niet tevredenstellen. We moeten ons tenvolle de wil van Christus bewust zijn. Met de eerbiedwaardige orthodoxe kerken staan wij aan de vooravond om een theologische dialoog te beginnen om samen de geschillen die er tussen ons nog bestaan, te overwinnen.

Met dit bezoek wil ik het belang tonen dat de katholieke kerk aan deze dialoog toekent. Ik wil mijn eerbied en mijn diepe broederlijke liefde voor al deze kerken en hun patriarchen tot uitdrukking brengen, maar vooral voor het oecumenisch patriarchaat waarmee de kerk van Rome met zoveel eeuwenoude banden is verbonden en die in de laatste jaren weer nieuwe kracht en actualiteit hebben gekregen, dankzij het wijze en moedige aandeel van de grote en vereerde patriarch Athenagoras en van mijn grote en beminde voorganger Paulus VI.

Ik zal ook naar Efeze gaan, de plaats waar in 431 het derde oecumenisch concilie de maagd Maria heeft uitgeroepen als Theotokos, moeder van God, en waar zij nog wordt vereerd en aangeroepen in een oud heiligdom.

Ik zou willen, dat deze reis allen en ieder van u, iedere gelovige van de kerk, aan de heilige plicht zou herinneren te werken aan de eenheid. Iedere katholiek moet dat tenminste doen door gebed en bekering van hart, zoals het concilie heeft gevraagd.