De rijkdom van levend geloof in het hart van de Kerk
x
Informatie over dit document
De rijkdom van levend geloof in het hart van de Kerk
Tot de vrouwelijke religieuzen van Rome
Paus Johannes Paulus II
10 november 1978
Pauselijke geschriften - Toespraken
1978, Libreria Editrice Vaticana / Archief van de Kerken 34e jrg. nr 3, p. 123-127
Vert. vanuit het Italiaans
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
2023
Archief van de Kerken
5 juni 2023
8944
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
U bent hier in grote getale gekomen! Misschien dat geen bisschopszetel ter wereld er zoveel telt. De kardinaalvicaris van Rome heeft me ervan op de hoogte gebracht, dat er op het grondgebied van het bisdom ongeveer 20.000 vrouwelijke religieuzen zijn, ongeveer 200 generalaatshuizen en ongeveer 500 provincialaatshuizen van verschillende vrouwelijke orden en congregaties. Deze huizen staan in dienst van uw religieuze families in heel de kerk of van de provincies die het grondgebied van de stad Rome overschrijden. Gedurende de jaren van mijn bisschoppelijke bediening heb ik heel dikwijls de vrouwelijke orden ontmoet (Kraków is er in Polen het rijkste aan), en heb ik de mogelijkheid gehad me rekenschap te geven van het diepe verlangen van iedere congregatie een huis, en vooral een generalaatshuis, te hebben in Rome, bij de paus. Daar ben ik blij om en daarvoor dank ik u, ook al ben ik van mening, dat u altijd trouw zou moeten blijven aan de plaats van uw ontstaan, daar waar het moederhuis is, waar voor het eerst het licht van de nieuwe gemeenschap, van de nieuwe roeping, van de nieuwe zending in de kerk, is opgegaan.
Dierbare zusters,Gisteren op het feest van de kerkwijding van de basiliek van de allerheiligste Verlosser in Lateranen ben ik mijn voorbereiding begonnen op de grote handeling van het in bezitnemen van die basiliek- zetel van de bisschop van Rome welke aanstaande zondag zal plaats hebben. Daarom heb ik gisteren de geestelijkheid van het bisdom Rome ontmoet [5571], de priesters die vooral bij de diocesane pastoraal betrokken zijn. Vandaag is mijn ontmoeting met u religieuzen. Ik wenste, dat deze ontmoeting onmiddellijk op die van gisteren zou volgen. Zo kan ik als bisschop van Rome in contact treden met degenen die in zekere zin de voornaamste geestelijke reserves vormen van dit bisdom dat het eerste is onder alle bisdommen van de kerk, en tenminste een eerste contact met hen hebben. Aan dit contact en deze kennismaking hecht ik veel waarde.
U bent hier in grote getale gekomen! Misschien dat geen bisschopszetel ter wereld er zoveel telt. De kardinaalvicaris van Rome heeft me ervan op de hoogte gebracht, dat er op het grondgebied van het bisdom ongeveer 20.000 vrouwelijke religieuzen zijn, ongeveer 200 generalaatshuizen en ongeveer 500 provincialaatshuizen van verschillende vrouwelijke orden en congregaties. Deze huizen staan in dienst van uw religieuze families in heel de kerk of van de provincies die het grondgebied van de stad Rome overschrijden. Gedurende de jaren van mijn bisschoppelijke bediening heb ik heel dikwijls de vrouwelijke orden ontmoet (Kraków is er in Polen het rijkste aan), en heb ik de mogelijkheid gehad me rekenschap te geven van het diepe verlangen van iedere congregatie een huis, en vooral een generalaatshuis, te hebben in Rome, bij de paus. Daar ben ik blij om en daarvoor dank ik u, ook al ben ik van mening, dat u altijd trouw zou moeten blijven aan de plaats van uw ontstaan, daar waar het moederhuis is, waar voor het eerst het licht van de nieuwe gemeenschap, van de nieuwe roeping, van de nieuwe zending in de kerk, is opgegaan.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ik heet u allen welkom, zusters, die hier vandaag bijeen bent. Ik wil u vooral begroeten als nieuwe bisschop van Rome en ik wil uw plaats in deze 'plaatselijke kerk' nauwkeurig bepalen, in dit concrete bisdom op de plechtige inbezitneming waarvan aanstaande zondag, ik me voorbereid. En me baserend op de levende en eeuwenoude traditie van de kerk, op de recente leer van het Tweede Vaticaans Concilie en eveneens op mijn vroegere ervaringen als bisschop, kom ik hier met de diepe overtuiging dat dit een bijzondere 'plaats' is.
Deze komt voort uit de beschouwing van de mens en zijn roeping welke Christus zelf ons heeft geopenbaard. 'Qui potest capere, capiat' - Wie bij machte is dit te begrijpen, hij begrijpe het (Mt. 19, 12) [b:Mt. 19, 12], zo zei Hij tot zijn leerlingen die Hem met aandrang vragen stelden over de wetgeving van het Oude Testament en vooral over de wetgeving betreffende het huwelijk. In deze vragen lag evenals in de traditie van het Oude Testament een zekere begrenzing besloten aan die vrijheid van de kinderen Gods welke Christus ons heeft gebracht en welke de heilige Paulus met zoveel kracht heeft bevestigd. De religieuze roeping is juist een vrucht van deze vrijheid van geest, gewekt door Christus, waaraan de beschikbaarheid ontspringt van volledige overgave aan God zelf. De religieuze roeping berust op de aanvaarding van een strenge tucht die niet voortkomt uit een bevel, maar uit een evangelische raad: een raad van zuiverheid, een raad van armoede, een raad van gehoorzaamheid. En dit alles bewust omhelsd en geworteld in de liefde voor de goddelijke bruidegom vormt in feite de bijzondere openbaring van de diepte van de vrijheid van de menselijke geest. De vrijheid van de kinderen Gods: zonen en dochters.
Een dergelijke roeping komt voort uit een levend geloof dat tot de uiterste consequenties gaat en dat voor de mens het beslissende uitzicht opent, dat wil zeggen het uitzicht op de ontmoeting met God zelf die alleen een liefde 'boven alles' waardig is, een exclusieve en bruidelijke liefde. Deze liefde bestaat in de gave van heel ons menselijk wezen, ziel en lichaam, aan Hem die zich geheel aan ons mensen heeft gegeven door de menswording, het kruis en de ontlediging, door de armoede, de zuiverheid, de gehoorzaamheid: Hij is arm geworden... opdat wij rijk zouden worden. (2 Kor. 8, 9) [[b:2 Kor. 8, 9]] Zo komt dan de religieuze roeping door deze rijkdom van het levend geloof tot leven. Deze roeping is als de vonk die in de ziel een 'levende vlam van liefde' ontsteekt, zoals de heilige Johannes van het Kruis heeft geschreven'. Deze roeping eenmaal aanvaard, eenmaal plechtig bevestigd door middel van de geloften moet zonder ophouden worden gevoed door de rijkdom van het geloof, niet alleen wanneer zij innerlijke vreugde met zich meebrengt, maar ook wanneer zij met moeilijkheden, met dorheid, met innerlijk lijden vergezeld gaat dat de 'nacht' van de ziel wordt genoemd.
Deze roeping is een bijzondere schat voor de kerk die nooit kan ophouden te bidden, dat de Geest van Jezus Christus religieuze roepingen in de zielen wekt. Zij zijn namelijk zowel voor de gemeenschap van het volk van God als voor de 'wereld' een levend teken van de 'toekomstige eeuw': een teken dat tegelijk is geworteld (ook door uw religieuze kleed) in het dagelijks leven van de kerk en de samenleving en hun delicaatste weefsels doordringt. De personen die God zonder voorbehoud hebben bemind, zijn op een bijzondere manier in staat de mens lief te hebben en zich zonder persoonlijke belangen en zonder beperkingen voor hem te geven. Hebben we misschien bewijzen nodig? Wij vinden ze in alle perioden van het leven van de kerk, wij vinden ze ook in onze tijd. Gedurende mijn voorgaande bisschoppelijke bediening ontmoette ik dergelijke getuigenissen bij iedere stap. Ik herinner me instellingen en gasthuizen voor de ernstigste zieken en voor zwakzinnigen. Waar niemand meer de dienst van de barmhartige samaritaan kan vervullen, vond men altijd nog een zuster.
Deze komt voort uit de beschouwing van de mens en zijn roeping welke Christus zelf ons heeft geopenbaard. 'Qui potest capere, capiat' - Wie bij machte is dit te begrijpen, hij begrijpe het (Mt. 19, 12) [b:Mt. 19, 12], zo zei Hij tot zijn leerlingen die Hem met aandrang vragen stelden over de wetgeving van het Oude Testament en vooral over de wetgeving betreffende het huwelijk. In deze vragen lag evenals in de traditie van het Oude Testament een zekere begrenzing besloten aan die vrijheid van de kinderen Gods welke Christus ons heeft gebracht en welke de heilige Paulus met zoveel kracht heeft bevestigd. De religieuze roeping is juist een vrucht van deze vrijheid van geest, gewekt door Christus, waaraan de beschikbaarheid ontspringt van volledige overgave aan God zelf. De religieuze roeping berust op de aanvaarding van een strenge tucht die niet voortkomt uit een bevel, maar uit een evangelische raad: een raad van zuiverheid, een raad van armoede, een raad van gehoorzaamheid. En dit alles bewust omhelsd en geworteld in de liefde voor de goddelijke bruidegom vormt in feite de bijzondere openbaring van de diepte van de vrijheid van de menselijke geest. De vrijheid van de kinderen Gods: zonen en dochters.
Een dergelijke roeping komt voort uit een levend geloof dat tot de uiterste consequenties gaat en dat voor de mens het beslissende uitzicht opent, dat wil zeggen het uitzicht op de ontmoeting met God zelf die alleen een liefde 'boven alles' waardig is, een exclusieve en bruidelijke liefde. Deze liefde bestaat in de gave van heel ons menselijk wezen, ziel en lichaam, aan Hem die zich geheel aan ons mensen heeft gegeven door de menswording, het kruis en de ontlediging, door de armoede, de zuiverheid, de gehoorzaamheid: Hij is arm geworden... opdat wij rijk zouden worden. (2 Kor. 8, 9) [[b:2 Kor. 8, 9]] Zo komt dan de religieuze roeping door deze rijkdom van het levend geloof tot leven. Deze roeping is als de vonk die in de ziel een 'levende vlam van liefde' ontsteekt, zoals de heilige Johannes van het Kruis heeft geschreven'. Deze roeping eenmaal aanvaard, eenmaal plechtig bevestigd door middel van de geloften moet zonder ophouden worden gevoed door de rijkdom van het geloof, niet alleen wanneer zij innerlijke vreugde met zich meebrengt, maar ook wanneer zij met moeilijkheden, met dorheid, met innerlijk lijden vergezeld gaat dat de 'nacht' van de ziel wordt genoemd.
Deze roeping is een bijzondere schat voor de kerk die nooit kan ophouden te bidden, dat de Geest van Jezus Christus religieuze roepingen in de zielen wekt. Zij zijn namelijk zowel voor de gemeenschap van het volk van God als voor de 'wereld' een levend teken van de 'toekomstige eeuw': een teken dat tegelijk is geworteld (ook door uw religieuze kleed) in het dagelijks leven van de kerk en de samenleving en hun delicaatste weefsels doordringt. De personen die God zonder voorbehoud hebben bemind, zijn op een bijzondere manier in staat de mens lief te hebben en zich zonder persoonlijke belangen en zonder beperkingen voor hem te geven. Hebben we misschien bewijzen nodig? Wij vinden ze in alle perioden van het leven van de kerk, wij vinden ze ook in onze tijd. Gedurende mijn voorgaande bisschoppelijke bediening ontmoette ik dergelijke getuigenissen bij iedere stap. Ik herinner me instellingen en gasthuizen voor de ernstigste zieken en voor zwakzinnigen. Waar niemand meer de dienst van de barmhartige samaritaan kan vervullen, vond men altijd nog een zuster.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Dit is zonder meer slechts een van de werkgebieden en dus slechts een voorbeeld. Dergelijke gebieden zijn in werkelijkheid ongetwijfeld zeer talrijk. Nu ik u hier vandaag voor het eerst ontmoet, dierbare zusters, wil ik u voor alles zeggen, dat uw aanwezigheid in heel de kerk en vooral hier in Rome, in dit bisdom, onontbeerlijk is. Zij moet voor allen een zichtbaar teken zijn van het evangelie. Zij moet ook de bron zijn van een bijzonder apostolaat. Dit apostolaat is zo verscheiden en rijk, dat het voor mij zelfs moeilijk is hier al zijn vormen en richtingen op te sommen. Het is verbonden met het bijzondere charisma van iedere congregatie, met haar apostolische geest, welke de kerk en de Heilige Stoel met vreugde goedkeuren daar zij er de uitdrukking in zien van de vitaliteit van het mystieke lichaam van Christus zelf! Dat apostolaat is gewoonlijk bescheiden, verborgen, dichtbij de mens en daarom des te meer in overeenstemming met de vrouwelijke ziel, gevoelig voor de naaste en daarom geroepen voor de taak van zuster en moeder. Het is juist die roeping die in het 'hart' zelf van het religieus-zijn ligt. Als bisschop van Rome vraag ik u: weest geestelijke moeders en zusters voor alle mensen van deze kerk welke Jezus mij in zijn onuitsprekelijke barmhartigheid en genade heeft toevertrouwd. Weest het voor allen zonder uitzondering, maar vooral voor de zieken, de lijdenden, de hulpelozen, de kinderen, de jongeren en de gezinnen die zich in moeilijke omstandigheden bevinden ... Gaat naar hen toe! Wacht niet tot ze naar u komen! Zoekt zelf! De liefde dringt ons daartoe. De liefde moet zoeken! 'Caritas Christi urget nos' de liefde van Christus laat ons geen rust (2 Kor. 5, 14) [b:2 Kor. 5, 14].
En ik doe u nog een verzoek bij het begin van mijn pastorale bediening: zet u edelmoedig in om met de genade van God mee te werken, opdat vele jonge zielen de roeping van de Heer aanvaarden en opdat nieuwe krachten uw gelederen versterken om aan de toenemende eisen welke zich op de uitgestrekte gebieden van het moderne apostolaat voordoen, het hoofd te bieden. De eerste vorm van medewerking is ongetwijfeld het volhardend gebed tot de 'Heer van de oogst' (Mt. 9, 38) [b:Mt. 9, 38], opdat Hij het hart van talrijke meisjes verlicht en richt 'op de vraag' welke ongetwijfeld ook vandaag in dit bisdom bestaat zoals in ieder deel van de wereld: kunnen zij begrijpen, dat er geen groter ideaal bestaat om haar leven aan te wijden dan die van de volledige overgave van zichzelf aan Christus voor de dienst van zijn kerk. Maar er is een tweede niet minder belangrijke manier om de roeping van God te bevorderen, en dat is het getuigenis dat uitgaat van uw leven:
En nu, wil ik, alvorens te besluiten, een speciaal woord richten tot de geliefde slotzusters, tot degenen die op deze ontmoeting hier aanwezig zijn en degenen die in hun strenge slot zijn, dat zij kozen wegens een bijzondere liefde voor de goddelijke bruidegom. Ik groet u allen met een bijzondere innigheid van gevoelens en bezoek in de geest uw kloosters, schijnbaar gesloten, maar in werkelijkheid zo wijd geopend voor de aanwezigheid van de levende God in onze wereld, en daarom zo nodig voor de wereld. U beveel ik de kerk en Rome aan, u beveel ik de mensen en de wereld aan! U, in uw gebed, in uw 'offer', beveel ik ook mezelf aan, de bisschop van Rome. Weest met mij, bij mij, u die 'in het hart van de kerk' bent! Moge zich in ieder van u verwezenlijken hetgeen het levensprogramma van de heilige Theresia van het Kind Jezus was: 'in corde Ecclesiae amor ero' in het hart van de kerk zal ik de liefde zijn!
En ik doe u nog een verzoek bij het begin van mijn pastorale bediening: zet u edelmoedig in om met de genade van God mee te werken, opdat vele jonge zielen de roeping van de Heer aanvaarden en opdat nieuwe krachten uw gelederen versterken om aan de toenemende eisen welke zich op de uitgestrekte gebieden van het moderne apostolaat voordoen, het hoofd te bieden. De eerste vorm van medewerking is ongetwijfeld het volhardend gebed tot de 'Heer van de oogst' (Mt. 9, 38) [b:Mt. 9, 38], opdat Hij het hart van talrijke meisjes verlicht en richt 'op de vraag' welke ongetwijfeld ook vandaag in dit bisdom bestaat zoals in ieder deel van de wereld: kunnen zij begrijpen, dat er geen groter ideaal bestaat om haar leven aan te wijden dan die van de volledige overgave van zichzelf aan Christus voor de dienst van zijn kerk. Maar er is een tweede niet minder belangrijke manier om de roeping van God te bevorderen, en dat is het getuigenis dat uitgaat van uw leven:
- allereerst het getuigenis van de oprechte gehechtheid aan de evangelische waarden en het eigen charisma van uw instelling: vergeet niet, dat elk toegeven aan het compromis een teleurstelling is voor wie u nabij komen!
- vervolgens het getuigenis van een menselijk uitgegroeide en gerijpte persoonlijkheid welke zonder ongerechtvaardigde vooringenomenheid noch onvoorzichtige naïviteit, maar met hartelijke openheid en rustige evenwichtigheid met anderen in relatie weet te treden;
- het getuigenis tenslotte van uw blijheid, een blijheid die men zowel in uw ogen leest als in uw houding en uw woorden, en die aan degenen die u zien het bewustzijn geeft, dat u die 'verborgen schat', die 'kostbare parel' bezit en waarvan het verkrijgen geen spijt doet hebben van alles te hebben afgezien overeenkomstig de evangelische raad. (Mt. 13, 44-45) [[b:Mt. 13, 44-45]]
En nu, wil ik, alvorens te besluiten, een speciaal woord richten tot de geliefde slotzusters, tot degenen die op deze ontmoeting hier aanwezig zijn en degenen die in hun strenge slot zijn, dat zij kozen wegens een bijzondere liefde voor de goddelijke bruidegom. Ik groet u allen met een bijzondere innigheid van gevoelens en bezoek in de geest uw kloosters, schijnbaar gesloten, maar in werkelijkheid zo wijd geopend voor de aanwezigheid van de levende God in onze wereld, en daarom zo nodig voor de wereld. U beveel ik de kerk en Rome aan, u beveel ik de mensen en de wereld aan! U, in uw gebed, in uw 'offer', beveel ik ook mezelf aan, de bisschop van Rome. Weest met mij, bij mij, u die 'in het hart van de kerk' bent! Moge zich in ieder van u verwezenlijken hetgeen het levensprogramma van de heilige Theresia van het Kind Jezus was: 'in corde Ecclesiae amor ero' in het hart van de kerk zal ik de liefde zijn!
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Zo beëindig ik mijn eerste ontmoeting met de zusters van het heilige Rome. Moge in u het bijzondere zaad van het evangelie, de bijzondere uitdrukking van die roeping tot heiligheid bewaard blijven waaraan het concilie ons laatstelijk in de constitutie over de kerk [617] heeft herinnerd. Ik verwacht veel van u. Van u verhoop ik veel. Dat alles wil ik samenvatten en uitdrukken in de zegen welke ik u van harte geef. Ik beveel u aan aan Maria, bruid van de Heilige Geest en moeder van de schone liefde!
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/8944-de-rijkdom-van-levend-geloof-in-het-hart-van-de-kerk-nl