Orientales Ecclesias
x
Informatie over dit document
Orientales Ecclesias
Aan de Oosterse Kerken
Paus Pius XII
15 december 1952
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1954, Ecclesia Docens 0121
Vert. uit het Latijn
Hoofdstukindeling en -titels en alineanummering: Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Hoofdstukindeling en -titels en alineanummering: Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1954
Dr. Chr. Oomen C.ss.R.
Dr. M. Mulders C.ss.R.
Dr. M. Mulders C.ss.R.
19 mei 2022
8557
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Zorg van Pius XII en zijn voorgangers voor de Oosterse Kerken
1
De oosterse Kerken, beroemd door de voortreffelijke leer van de HH. Vaders en gepurperd door het bloed der martelaren zowel in de alleroudste en in de nieuwere als in onze moderne tijd, zijn, zoals ieder weet, ons bijzonder dierbaar. Want nauwelijks waren wij, zonder verdiensten onzerzijds, door een geheim raadsbesluit van God tot de Stoel van de Vorst der apostelen verheven, of wij hebben onze geest en ons hart tot u gericht en ook tot hen, die „buiten de katholieke Kerk leven" Vanuit de Sixtijnse Kapel kort na de Pauskeuze tot heel de katholieke wereld gericht [[3376|3]], en wier spoedige terugkeer naar de schaapstal van de gemeenschappelijke vader, als tot het huis hunner voorvaderen, wij vurig verlangen. vgl: Summi Pontificatus [[[650|(11)]]] vgl: Mystici Corporis Christi [[[433|104]]] In de loop van ons pontificaat hebben wij u nog andere bewijzen van onze vaderlijke liefde gegeven. Gij weet immers, dat wij nog -een tweede van uw bisschoppen, nl. de patriarch van de Armeniërs van Cilicië, met het Romeins purper hebben getooid en dat wij bezig zijn met de codificatie van de voor u geldende canonieke wetten [d:523]; dit zeer gewichtige werk is reeds gedeeltelijk voltooid. Maar wij behoeven u niet uitvoeriger te herinneren aan zaken, die u zeker reeds goed bekend zijn; en overigens volgen wij hierin de voetstappen van onze voorgangers vgl: Rerum Orientalium [[[1683]]], die vanaf de eerste tijd van het Christendom niet alleen uw voorvaderen met -een buitengewone liefde hebben bejegend, maar hen ook zoveel mogelijk hebben geholpen, telkens als zij hen door listen van ketters belaagd' of door aanvallen van vijanden gekweld en verschrikt zagen. Daarom hebben de pausen met het apostolisch gezag, door de goddelijke Verlosser aan de prins -der apostelen en zijn opvolgers toevertrouwd, op de concilies van Nicea I en II [d:222], van Constantinopel I, II en III [d:240], van Ephese [d:249] en van Chalcedon [d:360], de ongereptheid van de katholieke leer beschermd; en toen een treurig schisma de Oosterse Kerken grotendeels van de paus van Rome losscheurde, hebben zij dat niet alleen op het vierde concilie van Constantinopel [d:240] door hun gezanten afgekeurd, maar ook met alle krachten er voor geijverd de zaak in het algemeen belang tot een goede oplossing te brengen; na vele loffelijke en moeilijke pogingen is die verzoening bereikt en geratificeerd op het concilie van Florence [d:375], ofschoon ze later tegen die wens van alle goedwillenden in niet is uitgevoerd. Toen echter de Oosterse landen door nieuwe volksverhuizingen werden overstroomd en zelfs de heilige plaatsen van Palestina, geheiligd door het bloed van Jezus Christus, werden verwoest, hebben de pausen de Christenvorsten aangespoord tot de grote onderneming om ze te verdedigen en om de godsdienst te beschermen. Deze grote bezorgdheid en liefde van onze voorgangers jegens uw volk zijn in de jongste tijd niet verzwakt of verdwenen, maar integendeel nog steeds vuriger geworden. Gij weet immers, dat er velen tot u zijn gezonden om ede katholieke leer te onderwijzen en allen te bewegen terug te keren naar de zo vurig verlangde eenheid van geloof en bestuur; verder werd hier bij de Stoel van St. Petrus een heilige raad, nl. een H. Congregatie [d:107] ingesteld met het doel de zaken, de belangen en de riten van die Oosterse Kerken te verzorgen en te bevorderen; ook werd een instituut voor Oosterse studies [d:311] opgericht, dat met alle toeleg de juiste kennis van uw aangelegenheden moet aanwakkeren en stimuleren.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Thans is de kerkvervolging in het Oosten heviger dan ooit
2
Maar tegenwoordig vraagt helaas iets anders onze aandacht en onze zorg, want in vele landen, waak-vooral de oosterse ritussen van kracht zijn, stak een nieuwe storm van rampen op, die bloeiende Christengemeenschappen tracht te ontwrichten, te verwoesten en jammerlijk te vernietigen. In de vroegere eeuwen werd een of ander punt der katholieke leer bestreden, nu gaat men, gelijk gij weet, uiterst vermetel te werk; en alle heilige rechten, instellingen, wetten, ja alles wat goddelijk is of op Gold 'betrekking heeft, dat alles wordt, alsof het een verzinsel of iets verderfelijks was, uit het openbare leven der burgers, uit de gezinnen, uit de universiteiten, uit de scholen en tenslotte uit het leven der volkeren uitgebannen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Naarmate de onheilen groter en talrijker zijn, waardoor een uitgelezen deel van het Christenvolk wordt getroffen, is ook, eerbiedwaardige broeders, onze genegenheid voor u dieper, en vuriger de liefde, die wij u allen in ons vaderhart toedragen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Allereerst willen wij u met nadruk zeggen, dat wij uw leed en uwe smart als ons leed en onze smart beschouwen; en dat wij niets vuriger wensen dan uw lijden enigszins te verlichten en te verzachten, vooral door ons gebed tot God en dat van alle Christenen voor hen allen, die op droevige wijze vervolgd worden, omdat zij de katholieke godsdienst en zijn heilige rechten verdedigd hebben, zoals het hun plicht was.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het lijden van de bisschoppen in het Oosten
5
Wij weten, dat er in het Oosten zeer veel Christenen zijn, die thans bittere tranen vergieten, omdat zij het moeten aanzien, hoe hun bisschoppen ofwel gedood ofwel verbannen ofwel zo belemmerd woorden, dat zij niet meer vrij tot hun kudde kunnen spreken, en hun gezag niet naar behoren kunnen uitoefenen; omdat zij het moeten aanzien, dat vele van hun kerken voor andere doeleinden gebruikt worden of onderkomen en verlaten zijn; omdat zij weten, dat voortaan uit deze kerken geen gebeden meer ten hemel opstijgen volgens -de regels en voorschriften van uw wonderschone liturgie, om een regen van bovennatuurlijke genaden te doen nederdalen tot opbeuring van de zielen, tot troost van !de harten en tot genezing van zoveel onheilen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het lijden van de Christenen in het Oosten
6
Wij weten, dat velen van uw landgenoten in gevangenissen of in concentratiekampen zijn opgesloten, of, als zij nog thuis zijn, de heilige rechten niet meer genieten, die hun toekomen, nl. het recht om hun godsdienst niet alleen in het heiligdom van hun geweten te belijden, maar ook openlijk te leren, te verdedigen en te verkondigen om zo in het gezin hun kinderen goed op te voeden en in de scholen de leerlingen juist te vormen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De paus ziet in de moed van de Christenen een waarborg voor de overwinning
7
Wij weten echter ook, hoe de zonen van de oosterse 7 Kerken, broederlijk verenigd met de gelovigen van de Latijnse ritus, eensgezind en gezamenlijk moedig het leed van deze vervolging dragen en tevens gelijkelijk delen in het martelaarschap, in de triomf en in de glorie. Sterk houden zij vast aan hun geloof; zij weerstaan de vijanden van de christelijke naam met dezelfde onverschrokkenheid, waarmee vroeger ook uw voorvaderen weerstand boden; zij richten hun gebed en hun smeking, zo al niet in het openbaar dan toch afzonderlijk ten hemel; zij blijven trouw in de nauwste verbondenheid met de paus en met hun eigen bisschoppen; en met de grootste vurigheid vereren en beminnen zij de H. Maagd Maria, de allerbeminnelijkste en machtigste koningin van hemel en aarde, aan wier onbevlekt hart wij hen allen en ieder afzonderlijk hebben toegewijd [334]. Welnu, dit alles is ongetwijfeld een onderpand voor een zekere overwinning inde toekomst, een overwinning nl., die niet het gevolg is van bloedige onderlinge strijd, die niet gevoed wordt door een ongebreideld verlangen naar aardse macht, maar die steunt op een rechtvaardige en wettige vrijheid; die steunt op rechtvaardigheid voor burgers, volkeren en naties, die niet alleen met woorden, maar ook metterdaad wordt verwerkelijkt; die steunt op vrede en broederlijke liefde, die allen met banden van vriendschap verenigt; die steunt vooral op de godsdienst, die de zeden juist ordent, die de persoonlijke verlangens tempert en ze in dienst stelt van het algemeen welzijn, die de harten op het hemelse richt, die ten slotte de beschermster is van de burgerlijke samenleving en van aller eendracht.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De schending van de menselijke waardigheid in het Oosten
8
Ziedaar onze wens. Maar intussen zijnde berichten, die ons bereiken van die aard, dat ze onze smart en onze droefheid nog verscherpen en vergroten. Dag en nacht richten wij onze geest en ons hart met vaderlijke bezorgdheid op hen, die wij krachtens goddelijk bevel moeten weiden (Joh. 21, 15-17) [[b:Joh. 21, 15-17]] en van wie wij weten, dat zij op sommige plaatsen zo onwaardig behandeld worden, dat zij om hun sterke standvastigheid aan het katholieke geloof worden belasterd en van hun wettige rechten worden beroofd, ja soms zelfs van die rechten, die zo in de menselijke natuur wortelen, dat, als men deze door geweld, door vrees of door welk ander middel ook aantast, de menselijke waardigheid zelf wordt aangevallen en gekwetst.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De kerkvervolging in Bulgarije
9
Onder de allerdroevigste berichten heeft vooral dit uit de laatste tijd niet alleen ons, niet alleen alle Christenen, maar ook allen, die de vrijheid en de waardigheid der burgers hoogschatten, met de grootste smart vervuld: in Bulgarije nl., waar een kleine, maar bloeiende gemeenschap van katholieken bestond, heeft een verschrikkelijke storm pijnlijk leed over de Kerk gebracht. Onder de gewone beschuldigingen immers zijn Gods dienaren als schuldig aan een publiek misdrijf aangeklaagd; onder hen is ook onze eerbiedwaardige broeder, Eugenius Bossilkoff, bisschop van Nicopolis, met drie andere priesters, die zijn medewerkers waren in zijn apostolische arbeid, ter dood veroordeeld. Vele anderen bovendien zijn opgesloten in kerker of in concentratiekamp; dit getal moet nog vermeerderd worden met een grote rij van katholieke mannen, die op verschillende manieren worden gefolterd en zo met dezelfde palm en met dezelfde eer gekroond worden. Wij maken er een gewetensplicht uit, waaraan wij ons niet kunnen onttrekken, te protesteren, en voor heel de Christenheid brandmerken wij het onrecht, dat de Kerk wordt aangedaan. Want juist omdat zij 'het katholiek geloof beleden, en het bovendien moedig in het openbaar trachtten te verdedigen, werden zij als staatsvijanden beschouwd, ofschoon zij toch voor niemand onderdeden in vaderlandsliefde, in eerbied voor het openbaar gezag en in de onderhouding van de wetten, voor zover deze niets voorschrijven, wat in strijd is met de natuurwet en met de goddelijke en kerkelijke rechten.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De kerkvervolging in Roemenië
10
Wat echter vooral de laatste tijd in Bulgarije gebeurde, komt reeds lang op droevige wijze voor bij andere volkeren van de Oosterse ritus, nl. bij de volkeren van Roemenië, van de Oekraïne, en bij andere. Wat het Roemeense volk betreft, waarover wij spraken, hebben wij in onze apostolische brief van Maart 27 [8558] scherp geprotesteerd tegen zoveel lijden, dat de gelovigen van uw ritus tegelijk met de Latijnen heeft getroffen en hebben wij allen met vaderlijke liefde aangespoord om met de standvastigheid, waarin zij zo uitmunten, te blijven volharden in het geloof van hun voorvaderen.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De kerkvervolging in de Oekraïne
11
Thans echter richten wij met droefheid onze geest en ons hart naar een ander volk, dat ons allerdier-baarst is, nl. het Oekraïnische volk, dat vele gelovigen telt, die met het grootste verlangen en met vurige liefde opzien naar Rome en die deze apostolische Stoel vereren als het 'hoofd van de christelijke godsdienst en als de door Jezus Christus aangestelde onfeilbare leraar van de christelijke waarheid. (Mt. 16, 18-19; Joh. 21, 15-17; Lc. 22, 32) [[b:Mt. 16, 18-19; Joh. 21, 15-17; Lc. 22, 32]] Met innige droefheid vernamen wij, dat ook zij door dezelfde vervolgingen worden geteisterd en reeds lang in dezelfde moeilijke omstandigheden verkeren als de andere volkeren, waarvan wij, eerbiedwaardige broeders, in deze brief spraken.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Heel bijzonder willen wij die bisschoppen van de oosterse ritus vermelden, die onder de eersten voor de verdediging van het geloof smart, lijden en onrecht moesten verduren, naar Kiev zijn overgebracht en daar na een proces tot verschillende straffen zijn veroordeeld; naar Kiev, zeiden wij, vanwaar eens het licht van de christelijke leer uitstraalde over die landen en vanwaar de christelijke eredienst werd verbreid. Sommigen van hen zijn reeds een roemvolle dood gestorven -en richten, naar men mag hopen, vanuit de hemelse zaligheid, die zij reeds genieten, met de grootste liefde hun blikken naar hun kinderen en naar hun medestrijders in de vreedzame strijd, en smeken Gods krachtigste hulp over hen af.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Deportatie van gelovigen
13
Verder moeten wij ook de gelovigen van de Oosterse ritus vermelden, die uit hun land en huis verdreven zijn en weggevoerd naar verre onbekende streken en daar leven zonder wettige priesters om hen te troosten, te helpen en te leiden en om hun de genademiddelen van de godsdienst te schenken.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De smart van de paus om dit alles
14
Dit alles vervult ons met de bitterste smart, zodat wij onze tranen niet kunnen bedwingen; tegelijkertijd smeken wij de allerbarmhartigste God en de Vader der erbarming om hen, die voor deze treurige toestand verantwoordelijk zijn, met zijn goddelijk licht te willen verlichten en om zo spoedig mogelijk een eind te maken aan deze reeks van ellende.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Lof en gebed van de paus
15
Toch, eerbiedwaardige broeders, kunnen wij te midden van zoveel en zo groot leed, dat ons en u bedroeft, enige troost vinden in de berichten, die wij hebben ontvangen. Wij weten immers, dat zij in deze treurige toestand zo onverschrokken standvastig in hun trouw volharden, dat wij en alle goedwillenden vol bewondering daarvoor vervuld worden. Mogen zij dan ook allen onze vaderlijke lof vernemen om hun kracht nog te verhogen en te versterken, en mogen zij er tevens van overtuigd zijn, dat de gemeenschappelijke vader, die „de zorg voor alle kerken draagt" (2 Kor. 11, 28) [b:2 Kor. 11, 28] en die „Christus' liefde dringt” (2 Kor. 5, 14) [b:2 Kor. 5, 14], dagelijks vurig tot God bidt, opdat zo spoedig mogelijk het Rijk van Jezus Christus, dat vrede schenkt aan de zielen, vrede aan de volkeren en vrede aan de naties, over allen moge triomferen.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Christus heeft de vervolgingen voorspeld
16
Bij het droevig schouwspel van deze ellende, waardoor niet alleen onze zonen uit de lekenstand, maar vooral zij, die tot de priesterlijke waardigheid zijn verheven, juist daarom worden geslagen om het schriftuurwoord in vervulling te doen gaan: „Ik zal de herder slaan en de schapen der kudde zullen worden verstrooid" (Mt. 26, 31) [b:Mt. 26, 31] (Mc. 14, 27; Zach. 13, 7) [[b:Mc. 14, 27; Zach. 13, 7]], bij dit schouwspel moeten wij de aandacht van allen er op vestigen, dat in de loop der eeuwen niet alleen bij de beschaafde, maar ook bij de onbeschaafde volkeren de priesters als de middelaars tussen de hemel en de mensen, altijd de hun toekomende achting en eerbied hebben genoten. Toen echter de goddelijke Verlosser de duisternis der dwaling had verdreven en ons de hemelse waarheid leerde en ons liefdevol liet delen in het eeuwige priesterschap, toen deze achting en eerbied nog steeds toegenomen; en zo heeft mende bisschoppen en priesters beschouwd als liefdevolle vaders, die niets anders beoogden dan het algemeen welzijn van het hun toevertrouwde volk.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Dezelfde goddelijke Verlosser echter had gezegd: „De leerling staat niet boven zijn meester" (Mt. 10, 24) [b:Mt. 10, 24] ; „heeft men Mij vervolgd, dan zal men ook u vervolgen" (Joh. 15, 20) [b:Joh. 15, 20] „zalig zijt gij, als men u om Mijnentwil beschimpt en vervolgt, en vals beschuldigt van allerlei kwaad; verheugt en verblijdt u, want groot is uw loon in de hemel." (Mt. 5, 11-12) [b:Mt. 5, 11-12]
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Wij behoeven er ons daarom niet over te verwonderen, als in onze dagen, meer wellicht .dan in voorbije eeuwen, de Kerk van Jezus Christus en vooral haar bedienaren door vervolging, leugen, laster en allerlei soort van ellende en beproeving worden getroffen; maar laten wij veeleer onze veilige hoop stellen op Hem, die, waar Hij de komende beproevingen reeds voorspeld had, ons toch met de volgende woorden wilde aansporen: „In de wereld hebt gij verdrukking te lijden; maar schept moed: Ik heb de wereld overwonnen." (Joh. 16, 33) [b:Joh. 16, 33]
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Aanspoing tot volharding en gebed. Weerlegging van valse beschuldigingen
19
Laat u, eerbiedwaardige broeders, volstrekt niet ontmoedigen. Gelijk uw voorvaderen zoveel moeilijkheden, listen, gevaren, onverschrokken te boven zijn gekomen, door met sterke wil tot aan het martelaarschap toe te strijden, zo moet ook gij, Christenen van de Oosterse ritus, ten nauwste verenigd met die van de Latijnse, steunend op Gods genade, voor niets bevreesd zijn. En bidt gezamenlijk tot God en tot Zijn liefdevolle Moeder voor hen vooral, die in de grootste gevaren verkeren, dat zij, die thans zo hevig en zo fel vervolgd worden, met de christelijke sterkte mogen bezield worden en dat eindelijk allen mogen beseffen, hetgeen overigens zonneklaar is, dat „de wapens, waarmee we kampen niet vleselijk zijn, maar krachtig voor God" (2 Kor. 10, 4) [b:2 Kor. 10, 4]; en dat de katholieke Kerk dus geen aardse macht nastreeft, maar het eeuwig zielenheil; dat zij de regeerders der staten niet belaagt, maar door de leer van het Evangelie, die in staat is uitmuntende burgers te vormen, juist de veiligste grondslagen legt voor de menselijke samenleving. Als zij dus die vrijheid geniet, die haar van Godswege toekomt, en als zij in het openbare leven haar gezag kan uitoefenen en haar werkzaamheid publiek onder het volk kan ontplooien, dan zal zij zonder twijfel veel bijdragen tot bevordering van het algemeen welzijn, tot de verzoening van alle klassen in rechtvaardigheid en eendracht en tot die ware rust en vrede onder alle volkeren, die allen zo verlangen en die allen moeten nastreven.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De paus schrijft openbare gebeden en boete voor
20
Om dit gewenste doel te bereiken wensen wij, eerbiedwaardige broeders, dat gij openbare gebeden voorschrijft en de u toevertrouwde kudde aanspoort niet alleen tot gebed, maar ook tot boete om aan de goddelijke majesteit, door zovele en zo grote ongerechtigheden en vijandschap beledigd, eerherstel te geven. Laten allen het schriftuurwoord indachtig zijn: „Bidt voor wie u lasteren en vervolgen" (Mt. 5, 44) [b:Mt. 5, 44]; „en wanneer één lid lijdt, lijden alle leden mee." (1 Kor. 12, 26) [b:1 Kor. 12, 26] Wij moeten het voorbeeld van de goddelijke Verlosser navolgen, die te midden van de wreedste smart, hangend aan het kruis, uitriep: „Vader, vergeef .het hun; want ze weten niet, wat ze doen." (Lc. 23, 34) [b:Lc. 23, 34] Maar wij moeten ook in ons vlees voor Zijn lichaam, d.i. de Kerk, aanvullen wat aan het lijden van Christus ontbreekt (Kol. 1, 24) [[b:Kol. 1, 24]]; daarom moeten wij niet alleen tot God bidden voor onze lijdende zonen en broeders, maar Hem ook ons lijden en onze vrijwillige offers en verstervingen gaarne opdragen.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Al kunnen wij voor die ontelbare menigte van mensen, die in deze landen ziekte, smarten en leed verduren, of in de kerker zijn geworpen, de woorden van Jezus Christus niet in praktijk brengen: „Ik was ziek, en gij hebt Mij bezocht; inde gevangenis, en gij zijt Mij komen bezoeken" (Mt. 25, 36) [b:Mt. 25, 36]; toch kunnen wij dat enigermate doen; wij kunnen nl, door onze gebeden en onze boete verkrijgen, dat de barmhartige God Zijn troost-engelen stuurt naar deze lijdende broeders en zonen en hun Zijn overvloedige hemelse genaden schenkt om hun harten te troosten, te bevestigen, te versterken en op de hemel te richten.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Bijzonder wensen wij, dat alle priesters, die dagelijks het heilig Misoffer kunnen vieren, in hun gebeden denken aan de bisschoppen en priesters, die, ver van hun eigen kerken en van hun eigen kudde, het altaar niet kunnen bestijgen om het H. Offer op te dragen en zichzelf en hun gelovigen niet kunnen voeden met die goddelijke spijs, waaruit onze zielen de zoetheid putten, die alle verlangen te boven gaat, en de kracht, die ter overwinning voert. Mogen de gelovigen, die aan dezelfde tafel aanzitten en aan hetzelfde offer deelnemen, in broederlijke eenheid verenigd, dit insgelijks doen, zodat overal ter wereld en in alle riten der katholieke Kerk eensgezind tot God en tot Zijn heilige Moeder hun gebeden opstijgen, om voor de geslagen gemeenten van deze Christenen Gods erbarming te verkrijgen.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De paus beveelt voor de internationale bidweek aan
23
Daar in de komende maand Januari op vele plaatsen naar gewoonte de bidweek wordt gehouden om hen, die van de eenheid van de Kerk zijn afgescheiden, spoedig tot de éne schaapstal terug te brengen, lijkt het ons passend, dat vooral in die dagen allen God vurig smeken, dat niet alleen zo spoedig mogelijk de wens van de goddelijke Verlosser verwezenlijkt moge worden: ,Heilige Vader, bewaar hen in Uw naam, die Gij Mij hebt gegeven; opdat ze één mogen zijn, zoals Wij" (Joh. 17, 11) [b:Joh. 17, 11]; maar ook, dat de kerkers mogen worden geopend en de boeien geslaakt, waardoor thans zovelen droevig te lijden hebben, juist omdat zij de instellingen en rechten van de godsdienst met onverschrokken moed verdedigd en beschermd heb- ben; en dat de christelijke waarheid, rechtvaardigheid, eendracht en vrede, die het hoogste goed van enkeling en gemeenschap uitmaken, mogen zegevieren overal ter wereld.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Zegen en slot
24
Voorteken van deze vurige wensen en onderpand van onze vaderlijke liefde moge onze apostolische zegen zijn, die wij aan u, eerbiedwaardige broeders, en aan de u toevertrouwde kudde en heel bijzonder aan hen, die zoveel onrecht moeten verduren, van ganser harte schenken.
Gegeven te Rome bij St. Pieter, 15 December 1952,
in het veertiende jaar van ons pontificaat.
PAUS PIUS XII
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/8557-orientales-ecclesias-nl