Vereniging met Christus in Zijn Mystiek Lichaam
x
Informatie over dit document
Vereniging met Christus in Zijn Mystiek Lichaam
Tijdens de H. Mis In Caena Domini op Witte Donderdag
Paus Paulus VI
3 april 1969
Pauselijke geschriften - Homilieën
1969, Katholiek Archief 24e jrg nr 18 p 458-461
Alineaverdeling en -nummering: redactie
Alineaverdeling en -nummering: redactie
3 april 1969
29 januari 2019
7224
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Wij aarzelen, omdat wij bang zijn uw eigen gedachten te verstoren, die bij' ieder van u een zekere diepte hebben, zo veronderstellen wij, en die er bijzonder op zijn gericht om in een lichtend ogenblik iets te vatten van de heilige Handeling die wij nu vieren, van haar betekenis, van haar geheimvolle realiteit, van haar onuitsprekelijke weerklank in ons, in ons denken en in onze geest. Als vanzelf, alleen al door het feit, dat wij hier zijn, samengekomen voor deze bijzondere, zeer bijzondere handeling, wordt ieder van ons meegenomen in een bezinning en door de behoefte om zichzelf te hervinden in het contact met, in het licht van deze viering.
Maar wij zullen proberen om met enkele woorden, die ook deel uitmaken van de viering zelf, uw gespannen aandacht niet te verdrijven, om u niet te verstrooien, maar om zo mogelijk de voor de hand liggende en wezenlijke gang van uw gedachten te helpen.
Broeders!Wij aarzelen het woord te nemen, vanavond, in deze samenkomst, in deze 'ecclesia', type van de katholieke wereld, maar daarom juist ook gelijk aan elke vergadering van gelovigen die samenkomen rond het altaar, bijeen geroepen en gediend door het wonderlijke ambt van hun herders, als waren ze bij ons, evenals wij bezig met de viering van deze geheimvolle tafel des Heren.
Wij aarzelen, omdat wij bang zijn uw eigen gedachten te verstoren, die bij' ieder van u een zekere diepte hebben, zo veronderstellen wij, en die er bijzonder op zijn gericht om in een lichtend ogenblik iets te vatten van de heilige Handeling die wij nu vieren, van haar betekenis, van haar geheimvolle realiteit, van haar onuitsprekelijke weerklank in ons, in ons denken en in onze geest. Als vanzelf, alleen al door het feit, dat wij hier zijn, samengekomen voor deze bijzondere, zeer bijzondere handeling, wordt ieder van ons meegenomen in een bezinning en door de behoefte om zichzelf te hervinden in het contact met, in het licht van deze viering.
Maar wij zullen proberen om met enkele woorden, die ook deel uitmaken van de viering zelf, uw gespannen aandacht niet te verdrijven, om u niet te verstrooien, maar om zo mogelijk de voor de hand liggende en wezenlijke gang van uw gedachten te helpen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Geestelijke aanwezigheid van Christus
Waarop zijn zij nu gericht? Wat is hun voornaamste inhoud? Zij zijn gericht op een gebeuren uit het Evangelie dat overbekend is, op de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen. Wij herinneren ons dat gebeuren heel goed. Ieder van ons probeert zich het beeld voor de geest te halen, om het te zien in zijn eigen verbeelding; het gaat hier. om een gedachtenis. En wij weten plotseling heel duidelijk, dat deze gedachtenis een bijzondere waarde heeft; het is een gedachtenis op bevel van Christus zelf: 'Doet dit - zei Jezus op dat moment - doet dit tot een gedachtenis aan Mij' (Lc. 22, 19; 1 Kor. 11, 24) [b:Lc. 22, 19; 1 Kor. 11, 24]. Over enkele ogenblikken zullen wij deze woorden letterlijk herhalen. Deze gedachtenisviering brengt in de geschiedenis een directe en door de Heer bedoelde band tot stand tussen Christus en ons, een band van gehoorzaamheid aan zijn wil, van trouw aan zijn woord, zijn aanwezigheid door de Geest; met deze speciale bedoeling: om van ons, die gedenken en die toeschouwers zijn, genodigden te maken; om ons te doen aanzitten aan die tafel, zo gewoon, maar ook zo vol onmetelijke en diepe betekenis. Een gedachtenis die geschiedenis wordt van nu, en onze geschiedenis, geschiedenis die actueel wordt voor ons en in ons, als zaten wij nu ook aan, zoals het toen gebeurde, aan dat Paasmaal, waarin het traditionele Paasfeest tot voltooiing kwam, dat de viering was van de bevrijding van het uitverkoren volk uit de slavernij, door het offeren van het lam vgl: Primus Tractatus [[[7223]]], en waarvoor een nieuw Paasfeest, het onze, in de plaats kwam, 'waarin - zoals de heilige Paulus zegt - Christus is geofferd' (1 Kor. 5, 7) [b:1 Kor. 5, 7], Hij, die de tevoren voorspelde en de tragische rol op zich nam van 'Lam Gods, van Hem die de zonde van de wereld wegneemt' (Joh. 1, 29) [b:Joh. 1, 29]; en Hij wijdt het nieuwe testament in waarin wij ons nu bevinden; Hij wijdt het in door aan zijn laatste maaltijd, die moet worden hernieuwd als een blijvende verkondiging van zijn dood (1 Kor. 11, 26) [b:1 Kor. 11, 26], de kracht -te geven van een offer, omdat Hij zichzelf tegenwoordig stelt met zijn lichaam en zijn bloed als slachtoffer, verbeeld onder de tekenen van brood en wijn, die voor ons tot geestelijk voedsel worden, dat wil zeggen, middelen van gemeenschap met Hem en bronnen van leven, van het leven van Christus zelf dat ons wordt ingestort.
Waarop zijn zij nu gericht? Wat is hun voornaamste inhoud? Zij zijn gericht op een gebeuren uit het Evangelie dat overbekend is, op de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen. Wij herinneren ons dat gebeuren heel goed. Ieder van ons probeert zich het beeld voor de geest te halen, om het te zien in zijn eigen verbeelding; het gaat hier. om een gedachtenis. En wij weten plotseling heel duidelijk, dat deze gedachtenis een bijzondere waarde heeft; het is een gedachtenis op bevel van Christus zelf: 'Doet dit - zei Jezus op dat moment - doet dit tot een gedachtenis aan Mij' (Lc. 22, 19; 1 Kor. 11, 24) [b:Lc. 22, 19; 1 Kor. 11, 24]. Over enkele ogenblikken zullen wij deze woorden letterlijk herhalen. Deze gedachtenisviering brengt in de geschiedenis een directe en door de Heer bedoelde band tot stand tussen Christus en ons, een band van gehoorzaamheid aan zijn wil, van trouw aan zijn woord, zijn aanwezigheid door de Geest; met deze speciale bedoeling: om van ons, die gedenken en die toeschouwers zijn, genodigden te maken; om ons te doen aanzitten aan die tafel, zo gewoon, maar ook zo vol onmetelijke en diepe betekenis. Een gedachtenis die geschiedenis wordt van nu, en onze geschiedenis, geschiedenis die actueel wordt voor ons en in ons, als zaten wij nu ook aan, zoals het toen gebeurde, aan dat Paasmaal, waarin het traditionele Paasfeest tot voltooiing kwam, dat de viering was van de bevrijding van het uitverkoren volk uit de slavernij, door het offeren van het lam vgl: Primus Tractatus [[[7223]]], en waarvoor een nieuw Paasfeest, het onze, in de plaats kwam, 'waarin - zoals de heilige Paulus zegt - Christus is geofferd' (1 Kor. 5, 7) [b:1 Kor. 5, 7], Hij, die de tevoren voorspelde en de tragische rol op zich nam van 'Lam Gods, van Hem die de zonde van de wereld wegneemt' (Joh. 1, 29) [b:Joh. 1, 29]; en Hij wijdt het nieuwe testament in waarin wij ons nu bevinden; Hij wijdt het in door aan zijn laatste maaltijd, die moet worden hernieuwd als een blijvende verkondiging van zijn dood (1 Kor. 11, 26) [b:1 Kor. 11, 26], de kracht -te geven van een offer, omdat Hij zichzelf tegenwoordig stelt met zijn lichaam en zijn bloed als slachtoffer, verbeeld onder de tekenen van brood en wijn, die voor ons tot geestelijk voedsel worden, dat wil zeggen, middelen van gemeenschap met Hem en bronnen van leven, van het leven van Christus zelf dat ons wordt ingestort.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Eenheid van het volk Gods in het mystieke lichaam
Ons ingestort, waartoe? Maar dat is duidelijk: opdat wij leven van Hem, van Christus! Dat is het wonderlijke: 'Hij die Mij eet - sprak Jezus - zal leven door Mij', en zal leven voor Mij (Joh. 6, 57) [b:Joh. 6, 57]. vgl: 26; P.L. 35, 1615 [[[859]]] Maar hoe, hoe dan wel? Dat wil zeggen, wat is de wezenlijke betekenis, de bovennatuurlijke uitwerking, de 'res', zoals de theologen zeggen vgl: iiia q. 73 a. 3 [[[t:iiia q. 73 a. 3]]], van dit offervoedsel waardoor Christus zich aan ons geeft en wij met Hem worden verenigd? Dat is een nieuwe, geheimvolle eenheid, die voortkomt juist uit de deelneming aan de Eucharistie, want. deze gedachtenisviering heet Eucharistie, deze viering van herdenkende en dankbare liefde, deze 'agape', - deze deelneming aan het offer; dat is de eenheid van het mystieke lichaam, dat is de Kerk als mystiek lichaam van Christus, levend uit geloof, hoop en liefde. Geen enkel woord is in dezen duidelijker dan dat van de apostel: 'Wij vormen één lichaam, al zijn wij velen, want allen hebben wij deel aan het ene brood' (1 Kor. 10, 17) [b:1 Kor. 10, 17].
Ons ingestort, waartoe? Maar dat is duidelijk: opdat wij leven van Hem, van Christus! Dat is het wonderlijke: 'Hij die Mij eet - sprak Jezus - zal leven door Mij', en zal leven voor Mij (Joh. 6, 57) [b:Joh. 6, 57]. vgl: 26; P.L. 35, 1615 [[[859]]] Maar hoe, hoe dan wel? Dat wil zeggen, wat is de wezenlijke betekenis, de bovennatuurlijke uitwerking, de 'res', zoals de theologen zeggen vgl: iiia q. 73 a. 3 [[[t:iiia q. 73 a. 3]]], van dit offervoedsel waardoor Christus zich aan ons geeft en wij met Hem worden verenigd? Dat is een nieuwe, geheimvolle eenheid, die voortkomt juist uit de deelneming aan de Eucharistie, want. deze gedachtenisviering heet Eucharistie, deze viering van herdenkende en dankbare liefde, deze 'agape', - deze deelneming aan het offer; dat is de eenheid van het mystieke lichaam, dat is de Kerk als mystiek lichaam van Christus, levend uit geloof, hoop en liefde. Geen enkel woord is in dezen duidelijker dan dat van de apostel: 'Wij vormen één lichaam, al zijn wij velen, want allen hebben wij deel aan het ene brood' (1 Kor. 10, 17) [b:1 Kor. 10, 17].
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Mijn broeders! Wij zouden wensen, dat ons overdenken van dit gebeuren, of beter, van dit Paasmaal dat wij vieren, zich zou vasthouden aan deze gedachte. Het is geen nieuwe en originele gedachte! Het zou niet goed zijn, als dat zo was! Het is de ware, alomvattende en rijpe Paasgedachte. En dat is de gedachte van een-wording, meer nog, van eenheid, van de geheimvolle, levende en verplichtende eenheid, die zozeer in ons tot leven moet komen, dat wij daaruit gaan leven, dat zij een licht wordt in ons praktisch en maatschappelijk leven, dat zij de karakteristiek wordt van de Rooms-Katholieke wereld, de een-wording, de eenheid onder ons!
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Het lijkt ons goed dit in herinnering te roepen. Men praat zoveel over eenheid in de wereld. De geschiedenis van de mensheid beweegt zich, ondanks breuken en strijd en verschillen, naar deze eenheid: zal zij die bereiken? Of zal haar streven naar een wereld-omvattende solidariteit een ijdele poging blijken? En als zij die bereikt, betekent dat dan haar geluk, of haar ongeluk vanwege de 'ene dimensie' die zij zou moeten aannemen, dat wil zeggen, vanwege het verlies van haar vrije en gevarieerde uitdrukkingsvormen? De mensheid heeft behoefte aan eenheid in solidariteit en liefde: en waar vindt zij daarvan het voorbeeld en de bron?
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Men praat over eenheid in de pluriformiteit van de christelijke denominaties; maar kan deze eenheid wel werkelijk en volkomen worden genoemd, als zij niet berust op het eensgezind belijden van het ene geloof, wat de noodzakelijke voorwaarde is voor het deelnemen aan dezelfde Eucharistische Maaltijd?
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Middelpuntvliedende tendensen
Men spreekt over een vernieuwing in de leer en in het zelfverstaan van Gods Kerk; maar hoe kan de levende en ware Kerk authentiek en standvastig blijven, als de structuur die haar bepaalt en haar maakt tot 'mystiek lichaam', dat tegelijk geestelijk en maatschappelijk zichtbaar is, vandaag zo dikwijls en zo ernstig wordt uitgehold door de kritiek die voorbijziet aan haar hiërarchische geleding, welke haar uitdrukkingsvorm vindt in het goddelijke en onmisbare charisma dat haar wezen bepaalt, namelijk het herderlijk gezag? Hoe kan zij zich Kerk noemen, dat wil zeggen, een aaneengesloten volk, zij het ook lokaal verschillend en vanuit haar geschiedenis terecht verscheiden, als een praktisch schismatiek zuurdesem haar verdeelt, haar opdeelt, haar stuk breekt in groepen die vóór alles uit zijn op een eigenzinnige en in de grond egoïstische autonomie, onder het masker van christelijke pluriformiteit of vrijheid van geweten? Hoe kan zij worden opgebouwd door arbeid die zich apostolisch zou willen noemen, wanneer deze duidelijk wordt bepaald door middelpuntvliedende tendensen en wanneer deze niet de mentaliteit aan de dag legt van liefde voor de gemeenschap, maar eerder die van particularistische polemiek, of wanneer deze de voorkeur geeft aan gevaarlijke en dubbelzinnige sympathieën, ten aanzien waarvan men een onwrikbare terughoudendheid in acht moet nemen, boven vriendschapsbanden die gebaseerd zijn op fundamentele beginselen en waar men begrip heeft voor gemeenschappelijke fouten en waar het gaat om doel-gerichte samenwerking.
Men spreekt over een vernieuwing in de leer en in het zelfverstaan van Gods Kerk; maar hoe kan de levende en ware Kerk authentiek en standvastig blijven, als de structuur die haar bepaalt en haar maakt tot 'mystiek lichaam', dat tegelijk geestelijk en maatschappelijk zichtbaar is, vandaag zo dikwijls en zo ernstig wordt uitgehold door de kritiek die voorbijziet aan haar hiërarchische geleding, welke haar uitdrukkingsvorm vindt in het goddelijke en onmisbare charisma dat haar wezen bepaalt, namelijk het herderlijk gezag? Hoe kan zij zich Kerk noemen, dat wil zeggen, een aaneengesloten volk, zij het ook lokaal verschillend en vanuit haar geschiedenis terecht verscheiden, als een praktisch schismatiek zuurdesem haar verdeelt, haar opdeelt, haar stuk breekt in groepen die vóór alles uit zijn op een eigenzinnige en in de grond egoïstische autonomie, onder het masker van christelijke pluriformiteit of vrijheid van geweten? Hoe kan zij worden opgebouwd door arbeid die zich apostolisch zou willen noemen, wanneer deze duidelijk wordt bepaald door middelpuntvliedende tendensen en wanneer deze niet de mentaliteit aan de dag legt van liefde voor de gemeenschap, maar eerder die van particularistische polemiek, of wanneer deze de voorkeur geeft aan gevaarlijke en dubbelzinnige sympathieën, ten aanzien waarvan men een onwrikbare terughoudendheid in acht moet nemen, boven vriendschapsbanden die gebaseerd zijn op fundamentele beginselen en waar men begrip heeft voor gemeenschappelijke fouten en waar het gaat om doel-gerichte samenwerking.
Referenties naar alinea 7: 1
Kort kritisch onderzoek van de Nieuwe Misorde ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Geest van liefde
Men spreekt over Kerk, men spreekt over katholieke Kerk, de onze: maar kunnen wij tot onszelf zeggen, dat zij in haar leden, in haar instellingen en in haar arbeid werkelijk wordt bezield door die waarachtige geest van eenheid en liefde die haar waardig maakt om zonder huichelarij en zonder de ongevoeligheid van de sleur onze dagelijkse heilige Mis te vieren? Zijn er onder ons ook niet die 'schismata', die 'scissuras' waarvan de Eerste Brief aan de Korintiërs van de heilige Paulus, die grootse lezing van vandaag, zo droevig melding maakt? (1 Kor. 1, 10; 1 Kor. 12, 25; 1 Kor. 11, 18) [b:1 Kor. 1, 10; 1 Kor. 12, 25; 1 Kor. 11, 18]. Wij moeten altijd weer bouwen aan die liefde, aan die werkdadige eenheid van gevoelens en betrekkingen die door de Eucharistie naar hun hoogste top worden gevoerd, volgens de afscheidswoorden van Christus. (Joh. 13, 34-37; Joh. 17, 21) [[b:Joh. 13, 34-37; Joh. 17, 21]]
Men spreekt over Kerk, men spreekt over katholieke Kerk, de onze: maar kunnen wij tot onszelf zeggen, dat zij in haar leden, in haar instellingen en in haar arbeid werkelijk wordt bezield door die waarachtige geest van eenheid en liefde die haar waardig maakt om zonder huichelarij en zonder de ongevoeligheid van de sleur onze dagelijkse heilige Mis te vieren? Zijn er onder ons ook niet die 'schismata', die 'scissuras' waarvan de Eerste Brief aan de Korintiërs van de heilige Paulus, die grootse lezing van vandaag, zo droevig melding maakt? (1 Kor. 1, 10; 1 Kor. 12, 25; 1 Kor. 11, 18) [b:1 Kor. 1, 10; 1 Kor. 12, 25; 1 Kor. 11, 18]. Wij moeten altijd weer bouwen aan die liefde, aan die werkdadige eenheid van gevoelens en betrekkingen die door de Eucharistie naar hun hoogste top worden gevoerd, volgens de afscheidswoorden van Christus. (Joh. 13, 34-37; Joh. 17, 21) [[b:Joh. 13, 34-37; Joh. 17, 21]]
Referenties naar alinea 8: 1
Kort kritisch onderzoek van de Nieuwe Misorde ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
En nu, op dit ogenblik dat onmiddellijk voorafgaat aan onze vereniging met Christus, die ons, zijn volgelingen en zijn ledematen, tot eenheid brengt, vernieuwen wij ons denken en ons handelen (Ef. 4, 23) [[b:Ef. 4, 23]]; wij verzaken aan de geest van na-ijver en tweedracht, aan de subtiele verleiding tot kwaadspreken onder ons broeders; en als dat nodig is, verruimen wij onze geest tot vergeving aan wie ons onrecht heeft gedaan, zoals wij verzoening beloven aan ieder met wie wij de gewone betrekkingen van menselijke omgang moeten herstellen (Mt. 5, 23) [[b:Mt. 5, 23]]: hoe zouden wij kunnen naderen tot de christelijke tafel van eenheid en liefde, zonder die vrede des harten?
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
En vandaag vragen wij aan Christus Jezus één gunst: dat Hij aan zijn Kerk, aan deze Kerk van Rome, die is geroepen om 'de liefdesgemeenschap voor te zitten' Inscript., Ed. Funk, Patres Apostolici, blz. 222 [[923]], de kracht geeft om staande te blijven en steeds volmaakter te worden in haar innerlijke eenheid, zoals het Paasfeest des Heren dit vraagt.
Amen.
Amen.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/7224-vereniging-met-christus-in-zijn-mystiek-lichaam-nl