De gemeenschap in het gebed leidt ons tot de volle gemeenschap in de Eucharistie
x
Informatie over dit document
De gemeenschap in het gebed leidt ons tot de volle gemeenschap in de Eucharistie
Tijdens de Eucharistie in de kathedraal van de Heilige Geest in Istanboel
Paus Johannes Paulus II
29 november 1979
Pauselijke geschriften - Homilieën
1980, Archief van Kerken pag 255-258
29 november 1979
26 maart 2015
3312
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Zeergeliefde broeders in de Heer, 'Vrede voor u, liefde en geloof in God de Vader en in onze Heer Jezus Christus' (Ef. 6, 23) [[b:Ef. 6, 23]].
Moge deze wens van de apostel Paulus aan de christenen van Efeze ook de wens zijn die ik tot u richt.
Allereerst richt ik mij tot de oecumenische patriarch, zijne heiligheid Demetrios I, en tot de Armeense patriarch, zijne zaligheid Shnork Kalustyan, geëerde broeders die zich bij deze viering hebben willen voegen en zo ons hebben willen eren, ons en heel onze plaatselijke gemeenschap. Ik spreek mijn diepe dankbaarheid tegenover hen uit.
Moge deze wens van de apostel Paulus aan de christenen van Efeze ook de wens zijn die ik tot u richt.
Allereerst richt ik mij tot de oecumenische patriarch, zijne heiligheid Demetrios I, en tot de Armeense patriarch, zijne zaligheid Shnork Kalustyan, geëerde broeders die zich bij deze viering hebben willen voegen en zo ons hebben willen eren, ons en heel onze plaatselijke gemeenschap. Ik spreek mijn diepe dankbaarheid tegenover hen uit.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Ik groet u hartelijk, broeders en zonen van de katholieke kerk, bisschoppen, priesters, religieuzen, lekengelovigen, die behoort tot de verschillende katholieke gemeenschappen van de stad en tot de verschillende riten en ik groet ook, door u, alle katholieken in dit grote land. Ik dank u voor uw hartelijke en kinderlijke welkom alsook voor de vreugde die u me bereidt. Ik zou eveneens mijn hartelijke dank willen uitspreken tegenover allen die deze reis mogelijk hebben gemaakt en in het bijzonder tegenover de gezagsdragers van dit land die me met zoveel hoffelijkheid hebben ontvangen. Mijn ontmoeting met u, broeders en zusters in de Heer, vervult mij met onmetelijke vreugde. Ik heb waardering voor uw actieve aanwezigheid in deze schitterende historische stad, rijk aan zoveel bewonderenswaardige christelijke getuigenissen. En hoe zouden wij vergeten dat de wezenlijke punten van ons geloof hun dogmatische formulering hebben gekregen op de oecumenische concilies die in deze stad zijn gehouden of in de omliggende steden en die sindsdien de naam dragen van Nicea, Constantinopel, Efeze, Chalcedon? Hoe zouden wij niet met ontroering de kerkvaders uit het Oosten vermelden, herders en leraren, die in deze streek geboren zijn of er een apostolaat zonder weerga hebben uitgeoefend, en ons heldere geschriften hebben nagelaten die vandaag een voedsel en een verwijzing zijn voor heel de kerk, in het Westen zowel als in het Oosten? Ik denk met name aan de heilige Johannes Chrysostomos, bisschop van Constantinopel, wiens moed, duidelijkheid, diepgang en welsprekendheid hem tot het model van de herder en de verkondiger hebben gemaakt. Ik denk aan heel dat contemplatieve leven dat hier in de loop der eeuwen gebloeid heeft, aan de school van de geestelijke meesters, ik denk aan de trouw aan het geloof door veel beproevingen heen. Dierbare broeders en zusters, vandaag erft u in zekere zin deze schat en deze voorbeelden die in uw zielen vrucht moeten dragen. Ik ben blij u dit geloof met overtuiging, volharding en in offergeest te zien belijden. Op verschillende gebieden en verschillende wijzen bewijst u de kerk en dit land een gewaardeerde dienst. Of u nu rechtstreeks handelt op kerkelijk gebied of zich bezighoudt met meer algemene culturele activiteiten, of met de opvoeding van de jongeren, of met liefdewerken, u wilt uw geloof uitdrukken door altijd de mens te dienen, die geschapen is naar het beeld en gelijkenis van God (Gen. 1, 26-27) [[b:Gen. 1, 26-27]], en bij te dragen aan de opbouw van de Kerk van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en op de hoeksteen die Christus is (Ef. 2, 20) [[b:Ef. 2, 20]].
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Broeders en zusters, ik heb met u deze heilige liturgie willen vieren, bijzonder in deze gelukkige omstandigheid van het feest van de heilige apostel Andreas. Andreas was de eerste die geroepen werd om Jezus te volgen. 'Gaat mee om het te zien' had de Heer gezegd (Joh. 1, 39) [b:Joh. 1, 39]. En Andreas ging mee en volgde hem en 'bleef die dag bij Hem'. En niet alleen 'die dag'; hij volgde Hem gedurende heel zijn leven; hij zag Hem wonderen verrichten, de zieken genezen, de zonden vergeven, het gezicht teruggeven aan de blinden, doden doen opstaan; hij heeft zijn smartelijk lijden en zijn dood meegemaakt, hij heeft Hem verrezen gezien. En hij bleef in Hem geloven tot aan het uiteindelijke getuigenis van de martelaar. De viering van het feest van een heilige herinnert ons aan onze eigen roeping tot heiligheid. De heilige Petrus, de broer van Andreas, herinnert ons daaraan op zeer stimulerende wijze in zijn Brief die hij juist aan de christenen van Klein-Azië schreef: 'Weest heilig zoals Hij, in heel uw gedrag' (1 Pt. 1, 15) [b:1 Pt. 1, 15].
De christelijke roeping is verheven en veeleisend, en zij zou voor ons niet te verwezenlijken zijn indien de Geest van God ons niet het licht schonk om te begrijpen en de nodige kracht om te handelen. Maar Christus heeft ons ook verzekerd van zijn hulp: 'Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld' (Mt. 28, 20) [b:Mt. 28, 20]. Ja, de christelijke roeping is een roeping tot de volmaaktheid, om het lichaam van Christus op te bouwen 'totdat wij allen tesamen komen tot de eenheid in het geloof en de kennis van Gods Zoon, tot de volmaakte Man, tot de gehele omvang van de volheid van de Christus' (Ef. 4, 13) [b:Ef. 4, 13]. Volhardend in het geloof mogen wij op alle manieren groeien 'door de waarheid te spreken in liefde' (Ef. 4, 15) [b:Ef. 4, 15].
De christelijke roeping is verheven en veeleisend, en zij zou voor ons niet te verwezenlijken zijn indien de Geest van God ons niet het licht schonk om te begrijpen en de nodige kracht om te handelen. Maar Christus heeft ons ook verzekerd van zijn hulp: 'Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld' (Mt. 28, 20) [b:Mt. 28, 20]. Ja, de christelijke roeping is een roeping tot de volmaaktheid, om het lichaam van Christus op te bouwen 'totdat wij allen tesamen komen tot de eenheid in het geloof en de kennis van Gods Zoon, tot de volmaakte Man, tot de gehele omvang van de volheid van de Christus' (Ef. 4, 13) [b:Ef. 4, 13]. Volhardend in het geloof mogen wij op alle manieren groeien 'door de waarheid te spreken in liefde' (Ef. 4, 15) [b:Ef. 4, 15].
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Laten we nu onze overdenking uitbreiden tot het mysterie van de Kerk. De heilige Andreas, de eerstgeroepene, patroon van de kerk van Constantinopel, is de broer van de heilige Petrus, de coryfee van de apostelen, met de heilige Paulus stichter van de kerk van Rome en haar eerste bisschop. Enerzijds herinnert dit feit ons aan een drama van het christendom, de scheiding tussen Oost en West, maar het herinnert ons ook aan de diepe werkelijkheid van de gemeenschap die bestaat ondanks alle meningsverschillen tussen de twee Kerken. Hoe moeten wij de Heer danken omdat hij de laatste decennia verlichte pioniers heeft doen opstaan en onvermoeibare werkers voor de eenheid zoals patriarch Athenagoras zaliger gedachtenis en mijn grote voorgangers, Paus Johannes XXIII - aan wie deze stad en deze Kerk met eer de herinnering bewaart - en Paus Paulus VI die voor mij u kwam ontmoeten! Hun daad is vruchtbaar geweest voor het leven van de Kerk en voor het zoeken naar de volle eenheid tussen onze Kerken die steunen op de enige hoeksteen die Christus is en gebouwd zijn op het fundament van de apostelen. De steeds intensievere contacten van de laatste jaren hebben de broederschap tussen onze twee Kerken doen herontdekken en de werkelijkheid van een gemeenschap onder hen, ook al is die niet volmaakt. De Geest van God heeft ons eveneens steeds duidelijker aangetoond hoe dringend de eis is de volle eenheid te verwezenlijken om een doeltreffender getuigenis af te leggen voor onze tijd. Mijn bezoek aan de oecumenische patriarch en mijn pelgrimstocht naar Efeze waar Maria werd uitgeroepen tot 'Theotokos', moeder van God, heeft tot doel - in de mate dat ik het kan en inzover de Heer het zal toestaan - deze heilige zaak te dienen. Ik dank de voorzienigheid mijn schreden tot aan deze plaatsen te hebben geleid. We staan aan de vooravond van de opening van de theologische dialoog tussen de katholieke Kerk en de orthodoxe Kerk in haar geheel [d:280]. Het gaat hier om een andere belangrijke fase van het proces naar de eenheid. Deze dialoog zal zijn geroepen om, uitgaande van wat wij gemeenschappelijk hebben, alle moeilijkheden vast te stellen, onder ogen te zien en op te lossen die ons de volle eenheid nog ontzeggen. Morgen zal ik deelnemen aan de viering van het feest van de heilige Andreas in de kerk van het oecumenische patriarchaat. We zullen niet kunnen concelebreren. Dat is het smartelijkste teken van het ongeluk dat de scheiding binnengebracht heeft in de ene Kerk van Christus. Maar God zij dank vieren wij van nu af aan samen, sinds enkele jaren, het feest van de beschermers van onze kerken, als onderpand en daadwerkelijke wil tot volledige concelebratie; in Rome vieren wij het feest van de heilige Petrus en Paulus in aanwezigheid van een orthodoxe afvaardiging en in het oecumenische patriarchaat wordt het feest van de heilige Andreas gevierd met een katholieke aanwezigheid. De gemeenschap in het gebed zal ons leiden tot de volle gemeenschap in de eucharistie. Ik durf te hopen dat die dag nabij is. Persoonlijk zou ik wensen heel dichtbij. Hebben wij, niet reeds hetzelfde eucharistische geloof gemeenschappelijk en de ware sacramenten, krachtens de apostolische opvolging? Laten wij wensen dat de volledige gemeenschap in het geloof, met name op ecclesiologisch gebied, spoedig deze volle 'communicatio in sacris' zal toestaan. Mijn vereerde voorganger, Paus Paulus VI, had die dag willen zien, evenals patriarch Athenagoras I; over deze laatste sprekend onmiddellijk na diens dood drukte Paus Paulus VI zich aldus uit: 'altijd vatte hij zijn gevoelens samen in een enkele en hoogste verwachting, om met ons te kunnen 'drinken uit dezelfde kelk', dat wil zeggen om samen het eucharistisch offer te kunnen vieren, samenvatting en bekroning van onze-gemeenschappelijke eenwording als kerken met Christus. Ook wij hebben daàr vurig naar verlangd! Nu moet dit onvervulde verlangen blijven voortleven als zijn erfenis en onze opdracht' Naar aanleiding van het overlijden van Patriarch Athenagoras I [[3313]]. Bij het opnemen van die erfenis deel ik, voor wat mij betreft, vurig dit verlangen, dat door de tijd en de voortgang in de eenheid alleen maar levendiger wordt gemaakt.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ik weet dat ook u, katholieken van deze stad en van heel Turkije, zich bewust bent van het belang dat het streven naar volledige eenheid tussen de christenen betekent. Ik weet dat u voor dit doel bidt en werkt en dat u broederlijke contacten onderhoudt met de orthodoxe Kerk en met de andere christenen van uw stad en uw land. Ik ben u daar zeer dankbaar voor. Ik weet ook dat u streeft naar vriendschappelijke betrekkingen met de andere gelovigen die de naam van de ene God aanroepen en dat u actieve en oprechte burgers bent van dit land, waarin u een minderheid vormt. Ik bemoedig u van gans er harte hierbij. Moge God u zegenen! Moge Hij uw gemeenschappen zegenen, uw gezinnen, uw personen, in het bijzonder hen die lijden en voor wie ik een bijzondere intentie zal hebben. Moge Hij u altijd geven waaraan u behoefte hebt om in uw leven een altijd trouwer getuigenis van Hem af te leggen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
En nu nodig ik u, dierbare broeders en zusters, uit met vurigheid te bidden tijdens dit eucharistisch offer voor de volle gemeenschap van onze Kerken. De vooruitgang in de eenheid zal steunen op onze inspanningen, onze theologische werkzaamheden, onze herhaalde stappen en vooral op onze wederzijdse liefde; maar tegelijk is het een genade van de Heer. Laten wij Hem smeken de hindernissen uit de weg te ruimen die tot nu toe de weg naar de volle eenheid hebben vertraagd. Laten we Hem smeken aan al degenen die medewerken aan de toenadering zijn Heilige Geest te schenken die hen naar de volle waarheid zal leiden, hun liefde zal vermeerderen, hen ongeduldig zal maken naar eenheid. Smeekt Hem opdat wijzelf, herders van deze Zusterkerken, de beste werktuigen zijn van zijn plan, wij die door de voorzienigheid zijn gekozen om deze kerken in dit uur van de geschiedenis te leiden, dat wil zeggen, hen te dienen zoals de Heer het wil en zo de enige Kerk te dienen die zijn lichaam is. Gedurende het tweede millennium waren onze Kerken als verstard in hun scheiding. Maar zie, nu staat het derde millennium van het christendom voor onze deuren. Moge de dageraad van dit nieuwe millennium kunnen opgaan over een Kerk die haar volle eenheid heeft teruggevonden om temidden van de verbitterde spanningen van deze wereld beter getuigenis af te leggen van de transcendente liefde van God, getoond in zijn Zoon Jezus Christus. Alleen God kent de tijden en momenten. Wat ons betreft, laten' we waken en bidden in hoop, met de maagd Maria, de moeder van God die niet ophoudt te waken over de Kerk van haar Zoon, zoals ze heeft gewaakt over de apostelen. Amen.
Referenties naar alinea 5: 1
In de kathedraal van de H. Geest te Istanboel ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/3312-de-gemeenschap-in-het-gebed-leidt-ons-tot-de-volle-gemeenschap-nl