Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Geliefde broeders en zusters,
Het is reeds de derde zondag van de . Vandaag herinnert de liturgie aan de uitnodiging van de apostel Paulus: “Verheugt u in de Heer te allen tijde. Nog eens: verheugt u!” . Nu onze Moeder de Kerk ons naar Kerstmis vergezelt, helpt zij ons de zin en smaak van de christelijke vreugde te herontdekken, die zo verschilt van die van de wereld. Op deze zondag komen de kinderen van Rome, volgens een mooie traditie, het Kind Jezus dat zij in hun kribbe zullen leggen, door de Paus laten zegenen. En inderdaad, ik zie hier op het Sint-Pietersplein vele kinderen en jongeren met hun ouders, onderwijzers en catechisten. Zeer geliefde kinderen, ik groet u allen genegen en dank u dat ge gekomen bent. Het is voor mij een reden van vreugde te weten dat het gebruik een kribbe te maken, in uw families bewaard blijft. Doch het volstaat niet een traditioneel gebaar te stellen, hoe belangrijk ook. Men moet in de werkelijkheid van alle dag proberen te beleven wat de kribbe vertegenwoordigt, namelijk de liefde van Christus, Zijn nederigheid, Zijn armoede. Dat deed de heilige Franciscus a Greccio: hij stelde een levende scène van de Geboorte voor om ze te kunnen beschouwen en aanbidden, maar vooral om de boodschap beter in praktijk te kunnen brengen van Gods Zoon, die zich uit liefde voor ons van alles ontdaan heeft en een klein kind is willen worden.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De zegening van de “Bambinelli” - “Kindjes” herinnert ons eraan dat de kribbe een levensschool is waar wij het geheim van de ware vreugde kunnen leren. Zij bestaat niet zozeer in het hebben van veel dingen maar in het zich bemind weten door de Heer, door van zichzelf een gave voor de anderen te maken, door elkaar wederzijds te helpen. Laat ons naar de kribbe kijken: de Maagd en de heilige Jozef gelijken niet op een gezin dat veel geluk heeft; zij hebben hun eerste kind gekregen te midden van veel tegenslagen; en nochtans zijn zij van innige vreugde vervuld omdat zij van elkaar houden, elkaar wederzijds helpen en vooral zeker zijn dat God die in het Kind Jezus aanwezig gekomen is, in hun geschiedenis aan het werk is. En de herders? Welke reden zouden zij hebben om zich te verheugen? Deze pasgeborene zal hun situatie van armoede en marginalisatie zeker niet veranderen. Maar het geloof helpt hen deze “pasgeborene in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe” te herkennen, als het “teken” van de vervulling van Gods beloften aan alle mensen “in wie Hij welbehagen heeft” omwille van henzelf!
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Ziedaar, geliefde vrienden, waarin ware vreugde bestaat: in het voelen dat ons persoonlijk en gemeenschappelijk bestaan bezocht en vervuld wordt door een groot mysterie, het mysterie van Gods liefde. Om ons te verheugen hebben wij niet alleen dingen nodig, maar liefde en waarheid: wij hebben een nabije God nodig die ons hart verwarmt en aan onze diepe verwachtingen beantwoordt. Deze God heeft zich getoond in Jezus, geboren uit de Maagd Maria. Daarom is het “Kindje” dat wij in de hut of grot leggen, het centrum van alles, het is het hart van de wereld. Bidden wij opdat alle mensen, zoals de Maagd Maria, in hun leven de God kunnen ontvangen die een kind geworden is, bron van ware vreugde.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/3311-de-christelijke-vreugde-nl