Praeclara Gratulationis Publicae
x
Informatie over dit document
Praeclara Gratulationis Publicae
Paus Leo XIII
20 juni 1894
Pauselijke geschriften - Apostolische Brieven
1948, Ecclesia Docens 0161, Gooi & Sticht, Hilversum
Vert. uit het Latijn
Bron: Desclée: Sanctissimi Domini Nostri Leonis Papae XIII allocutiones etc., vol. V, p. 272-285
De oorspronkelijke schrijfwijze is gehandhaafd
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Bron: Desclée: Sanctissimi Domini Nostri Leonis Papae XIII allocutiones etc., vol. V, p. 272-285
De oorspronkelijke schrijfwijze is gehandhaafd
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1948
F. A. J. VAN NIMWEGEN C.ss.R.
3 februari 2024
1181
nl
Referenties naar dit document: 4
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud PRAECLARA GRATULATIONIS INLEIDING
1
1 De blijdschap van den paus om de eenheid der katholieken welke bleek uit de algemeens feestvreugde bij zijn bisschopsjubile
De heerlijke bewijzen van openlijke hulde, die wij gedurende den loop van heel het vorig jaar naar aanleiding van de herdenking onzer bisschopswijding van alle kanten mochten ontvangen, en waarop nog zeer kort geleden door het buitengewone liefdebetoon der Spanjaarden de kroon is gezet, brachten ons als eerste vrucht de blijdschap om het feit, dat die eene en zelfde gezindheid en hartelijke eenheid der gemoederen een schitterende manifestatie waren van de eenheid der Kerk en van haar bewonderenswaardige gehechtheid aan den paus. Het leek wel, of de katholieke wereld in die dagen al het andere haast vergeten had, om oogen en geest op het Vaticaan gevestigd te houden. Gezantschappen van vorsten, talrijke scharen van pelgrims, brieven vol betuigingen van liefde, schitterende godsdienstige plechtigheden.. leverden het duidelijk bewijs, dat alle katholieken, als het er om gaat den Apostolischen Stoel te huldigen, één van hart en één van ziel zijn.
De heerlijke bewijzen van openlijke hulde, die wij gedurende den loop van heel het vorig jaar naar aanleiding van de herdenking onzer bisschopswijding van alle kanten mochten ontvangen, en waarop nog zeer kort geleden door het buitengewone liefdebetoon der Spanjaarden de kroon is gezet, brachten ons als eerste vrucht de blijdschap om het feit, dat die eene en zelfde gezindheid en hartelijke eenheid der gemoederen een schitterende manifestatie waren van de eenheid der Kerk en van haar bewonderenswaardige gehechtheid aan den paus. Het leek wel, of de katholieke wereld in die dagen al het andere haast vergeten had, om oogen en geest op het Vaticaan gevestigd te houden. Gezantschappen van vorsten, talrijke scharen van pelgrims, brieven vol betuigingen van liefde, schitterende godsdienstige plechtigheden.. leverden het duidelijk bewijs, dat alle katholieken, als het er om gaat den Apostolischen Stoel te huldigen, één van hart en één van ziel zijn.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
2 Hoe deze eenheid met de ideeën en plannen van den paus overeenkomt
Dit feit was ons ook nog hierom aangenamer en welkomer, omdat het geheel ligt in de lijn der ideeën en der plannen, die ons bezighouden. Immers, onzen tijd kennend en onzen plicht indachtig, hebben wij gedurende heel den loop van ons pontificaat altijd voor oogen gehad en met woorden en daden getracht, een nauweren band te leggen tusschen ons en alle stammen en volken, en den alzijdig heilzamen invloed van het Roomsche pausdom in het volle licht te stellen.
Dit feit was ons ook nog hierom aangenamer en welkomer, omdat het geheel ligt in de lijn der ideeën en der plannen, die ons bezighouden. Immers, onzen tijd kennend en onzen plicht indachtig, hebben wij gedurende heel den loop van ons pontificaat altijd voor oogen gehad en met woorden en daden getracht, een nauweren band te leggen tusschen ons en alle stammen en volken, en den alzijdig heilzamen invloed van het Roomsche pausdom in het volle licht te stellen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
3 De dankbaarheid van den paus en zijn gevoel van vertroosting
Met hart en mond brengen wij dan ook onzen innigsten dank vooreerst aan de goddelijke goedheid, door wier milde gave wij dezen hoogen leeftijd in gezondheid mochten bereiken; vervolgens aan de vorsten, de bisschoppen, de geestelijkheid en alle particulieren, aan allen zonder uitzondering, die door hun vele bewijzen van liefde en vereering zich beijverd hebben ons als officieel persoon en onze waardigheid te eeren en aan ons als particulier persoon een welkomen troost te bereiden.
Met hart en mond brengen wij dan ook onzen innigsten dank vooreerst aan de goddelijke goedheid, door wier milde gave wij dezen hoogen leeftijd in gezondheid mochten bereiken; vervolgens aan de vorsten, de bisschoppen, de geestelijkheid en alle particulieren, aan allen zonder uitzondering, die door hun vele bewijzen van liefde en vereering zich beijverd hebben ons als officieel persoon en onze waardigheid te eeren en aan ons als particulier persoon een welkomen troost te bereiden.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
4 Wat aan 's pausen vreugde ontbrak
En toch, er ontbrak nog veel om dien troost volledig en volkomen te maken. Want juist te midden dier volksdemonstraties van vreugde en sympathie bleef één gedachte ons voor den geest zweven. Wij dachten aan de ontzaglijke menigte, die vreemd bleef aan deze algemeene geestdrift der katholieken, deels omdat zij de wijsheid van het Evangelie in het geheel niet kent, deels omdat zij, hoewel den naam van christen dragend, toch van het katholiek geloof gescheiden leeft. Die gedachte wekte in ons - en doet dat nog - een smartelijke ontroering. Want wij kunnen onmogelijk zonder een gevoel van innige droefheid onze gedachte vestigen op zulk een groot gedeelte der menschheid, dat verre van ons, als op een zijweg, den verkeerden kant uitgaat.
En toch, er ontbrak nog veel om dien troost volledig en volkomen te maken. Want juist te midden dier volksdemonstraties van vreugde en sympathie bleef één gedachte ons voor den geest zweven. Wij dachten aan de ontzaglijke menigte, die vreemd bleef aan deze algemeene geestdrift der katholieken, deels omdat zij de wijsheid van het Evangelie in het geheel niet kent, deels omdat zij, hoewel den naam van christen dragend, toch van het katholiek geloof gescheiden leeft. Die gedachte wekte in ons - en doet dat nog - een smartelijke ontroering. Want wij kunnen onmogelijk zonder een gevoel van innige droefheid onze gedachte vestigen op zulk een groot gedeelte der menschheid, dat verre van ons, als op een zijweg, den verkeerden kant uitgaat.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
5 Uit plichtsbesef en op Christus' voorbeeld wil de paus alle menschen aansporen tot eenheid in het geloof
Welnu, wij bekleeden op aarde de plaats van den almachtigen God, die wil, dat alle menschen zalig worden en tot de kennis der waarheid komen. Bovendien, onze hooge leeftijd zoowel als onze bittere zorgen brengen ons het einde, dat ieder mensch wacht, al nader en nader. Daarom meenden wij het voorbeeld van onzen Verlosser en Meester Jesus Christus, toen deze op het punt stond naar den hemel terug te keeren, te moeten navolgen. Toen smeekte Hij nl. Zijn Vader met de dringendste beden, dat Zijn leerlingen en volgelingen toch één mochten zijn van geest en hart: „Ik bid U,.... dat allen één zijn, gelijk Gij, Vader, het zijt in Mij, en Ik in U; mogen zij ook één zijn in Ons." (Joh. 17, 20-21) [b:Joh. 17, 20-21] Die goddelijke, innige smeekbede was niet alleen bedoeld voor degenen, die toen reeds in Jesus Christus geloofden, maar gold ook voor allen zonder uitzondering, die later in Hem zouden gelooven. Daarom biedt zij ons een geschikt uitgangspunt om onze hartewenschen met vertrouwen open te leggen, en zooveel in ons vermogen is alle middelen aan te wenden om alle menschen zonder eenig onderscheid van ras of woonplaats uit te noodigen en op te wekken tot de eenheid van het goddelijk geloof.
Welnu, wij bekleeden op aarde de plaats van den almachtigen God, die wil, dat alle menschen zalig worden en tot de kennis der waarheid komen. Bovendien, onze hooge leeftijd zoowel als onze bittere zorgen brengen ons het einde, dat ieder mensch wacht, al nader en nader. Daarom meenden wij het voorbeeld van onzen Verlosser en Meester Jesus Christus, toen deze op het punt stond naar den hemel terug te keeren, te moeten navolgen. Toen smeekte Hij nl. Zijn Vader met de dringendste beden, dat Zijn leerlingen en volgelingen toch één mochten zijn van geest en hart: „Ik bid U,.... dat allen één zijn, gelijk Gij, Vader, het zijt in Mij, en Ik in U; mogen zij ook één zijn in Ons." (Joh. 17, 20-21) [b:Joh. 17, 20-21] Die goddelijke, innige smeekbede was niet alleen bedoeld voor degenen, die toen reeds in Jesus Christus geloofden, maar gold ook voor allen zonder uitzondering, die later in Hem zouden gelooven. Daarom biedt zij ons een geschikt uitgangspunt om onze hartewenschen met vertrouwen open te leggen, en zooveel in ons vermogen is alle middelen aan te wenden om alle menschen zonder eenig onderscheid van ras of woonplaats uit te noodigen en op te wekken tot de eenheid van het goddelijk geloof.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I - AANSPORING DER VOLKEN TOT EENHEID IN HET GELOOF
- 1 - e niet-christelijke volken
6
a. Vurige wensch en rusteloos werk van Kerk en paus
De liefde dringt ons voort tot dat doel, en de liefde komt dáár het eerste toegesneld, waar de behoefte aan hulp het grootst is. Daarom snelt dan ook onze geest het eerst naar die ongelukkigste onder alle volken, die het licht van het Evangelie ofwel in het geheel niet ontvangen hebben, of die het wel hebben ontvangen, maar het later, door verwaarloozing of verren afstand, weer hebben laten uitdooven, en die tengevolge daarvan God niet kennen en in de diepste dwaling verkeeren.
De liefde dringt ons voort tot dat doel, en de liefde komt dáár het eerste toegesneld, waar de behoefte aan hulp het grootst is. Daarom snelt dan ook onze geest het eerst naar die ongelukkigste onder alle volken, die het licht van het Evangelie ofwel in het geheel niet ontvangen hebben, of die het wel hebben ontvangen, maar het later, door verwaarloozing of verren afstand, weer hebben laten uitdooven, en die tengevolge daarvan God niet kennen en in de diepste dwaling verkeeren.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Omdat nu alle heil van Jesus Christus komt - „want onder den hemel is geen andere naam aan de menschen gegeven, waardoor wij zalig moeten worden" (Hand. 4, 12) [b:Hand. 4, 12] - is het onze vurigste wensch, dat alle wereldstreken spoedig doordrongen en vervuld kunnen worden door den allerheiligsten naam van Jesus. In deze heeft de Kerk nooit verzuimd de haar door God toegewezen taak te volbrengen. Waar heeft zij zich gedurende negentien eeuwen meer moeite voor gegeven, waar heeft zij met grooter ijver en volharding voor gewerkt dan voor de uitbreiding van de christelijke waarheid en de christelijke zeden onder alle volken? En ook thans steken herhaaldelijk de herauten van het Evangelie op ons gezag de zeeën over om tot de verste streken door te dringen; en dagelijks smeeken wij God om in Zijn goedertierenheid het getal der gewijde bedienaren, die het apostelambt waardig zijn, te vermeerderen, d.w.z. het getal dergenen, die bereid zijn, hun voordeel, hun gezondheid, ja, zoo noodig zelfs hun leven voor de uitbreiding van het rijk van Christus op te offeren.
Referenties naar alinea 7: 1
Orientalium Ecclesiarum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
b. Innige bede tot Jesus Christus
Maar Gij, kom toch spoedig, Verlosser en Vader van het menschelijk geslacht, Jesus Christus. Stel de vervulling der belofte niet uit, die Gij weleer gedaan hebt, de belofte ons, als Gij van de aarde zoudt Zijn opgeheven, alles tot U te trekken. Kom dus eindelijk neer en vertoon U aan de eindelooze menigte, die nog verstoken is van de kostbare zegeningen, welke Gij door Uw Bloed voor de menschen hebt verworven. Wek degenen op, die gezeten zijn in de duisternis en de schaduw van den dood, opdat zij, door de stralen van Uw wijsheid en Uw kracht verlicht, in U en door U tot volmaakte eenheid mogen komen.
Maar Gij, kom toch spoedig, Verlosser en Vader van het menschelijk geslacht, Jesus Christus. Stel de vervulling der belofte niet uit, die Gij weleer gedaan hebt, de belofte ons, als Gij van de aarde zoudt Zijn opgeheven, alles tot U te trekken. Kom dus eindelijk neer en vertoon U aan de eindelooze menigte, die nog verstoken is van de kostbare zegeningen, welke Gij door Uw Bloed voor de menschen hebt verworven. Wek degenen op, die gezeten zijn in de duisternis en de schaduw van den dood, opdat zij, door de stralen van Uw wijsheid en Uw kracht verlicht, in U en door U tot volmaakte eenheid mogen komen.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2 - De christelijke volken die zich van de katholieke Kerk hebben afgescheiden
9
Terwijl wij nu de geheimzinnige gave dezer eenheid overdenken, rijst voor onzen geest heel de menigte der volken, die door Gods liefdevolle goedheid reeds sinds lang van eeuwenoude dwalingen tot de wijsheid van het Evangelie zijn overgebracht.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- A - 's Pausen gevoelens bij het gezicht dier volken
10
Geen aantrekkelijker onderwerp voorzeker om over te denken, en geen heerlijker stof tot lofprijzing van Gods voorzienigheid, dan de herinnering aan die oude tijden, toen het van God ontvangen geloof het gemeenschappelijk onverdeeld erfgoed van allen was; toen het christelijk geloof de beschaafde volken, hoezeer ook verschillend in woonplaats, aard en gebruiken, ondanks veel verdeeldheid en strijd over andere punten, toch in godsdienstig opzicht alle tezamen verbonden hield.
Referenties naar alinea 10: 1
Lumen Gentium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Als de herinnering daaraan bij ons opkomt, dan betreurt ons hart met overgroote droefheid, dat in het vervolg der eeuwen veel argwaan en vijandschap werd opgewekt, en onzalige omstandigheden groote en bloeiende volken uit den schoot der Kerk hebben losgescheurd.
Referenties naar alinea 11: 1
Lumen Gentium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Hoe het ook zij, wij voor ons blijven vertrouwen op de genade en de barmhartigheid van den almachtigen God, den eenige, die weet wanneer de tijden rijp zijn om te hulp te komen, en die het in Zijn macht heeft den wil der menschen te richten waarheen Hij wil. En in dat vertrouwen keeren wij ons hart juist tot die volken, en vermanen en smeeken wij hen met vaderlijke liefde om de geschillen bij te leggen en tot de eenheid terug te keeren.
Referenties naar alinea 12: 1
Lumen Gentium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- B - Hartelijke woorden tot de oostersche kerken
13
a. Hoop op hereeniging wijl de verschillen niet zoo geweldig groot zijn
Op de eerste plaats dan zien wij vol liefde naar het Oosten, vanwaar aanvankelijk het heil over heel de wereld is uitgegaan. Een vooruitzicht namelijk van ons verlangend hart zegt ons, de blijde hoop op te vatten, dat de tijd niet ver meer zal zijn, waarop de oostersche kerken, zoo luisterrijk door het geloof der vaderen en door haar ouden roem, terugkeeren tot de eenheid, waarvan zij zich verwijderd hebben. Die hoop is des te levendiger, omdat de klove, waardoor zij van ons gescheiden zijn, niet zoo geweldig groot is. Ja zelfs, slechts enkele punten uitgezonderd, stemmen wij in al het overige zoozeer overeen, dat wij juist bij de verdediging van het katholicisme menigmaal onze bewijsplaatsen en argumenten ontleenen aan de leer, de gewoonten en de riten der oosterlingen.
Op de eerste plaats dan zien wij vol liefde naar het Oosten, vanwaar aanvankelijk het heil over heel de wereld is uitgegaan. Een vooruitzicht namelijk van ons verlangend hart zegt ons, de blijde hoop op te vatten, dat de tijd niet ver meer zal zijn, waarop de oostersche kerken, zoo luisterrijk door het geloof der vaderen en door haar ouden roem, terugkeeren tot de eenheid, waarvan zij zich verwijderd hebben. Die hoop is des te levendiger, omdat de klove, waardoor zij van ons gescheiden zijn, niet zoo geweldig groot is. Ja zelfs, slechts enkele punten uitgezonderd, stemmen wij in al het overige zoozeer overeen, dat wij juist bij de verdediging van het katholicisme menigmaal onze bewijsplaatsen en argumenten ontleenen aan de leer, de gewoonten en de riten der oosterlingen.
Referenties naar alinea 13: 1
Lumen Gentium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
b. Het primaat van den paus van Rome, het voornaamste geschilpunt, was in de oudheid algemeen erkend
Het voornaamste geschilpunt betreft het primaat van den paus van Rome. Maar laten zij dan eens terugzien naar de eerste tijden. Laten zij eens nagaan, vat hun voorouders daarover dachten; wat het tijdperk, dat het dichtst ligt bij den oorsprong der Kerk, daaromtrent heeft overgeleverd. Uit dat onderzoek komt duidelijk de algemeene overtuiging vast te staan, dat de goddelijke uitspraak van Christus: „Gij zijt Petrus, en op deze steenrots zal Ik Mijn Kerk bouwen", voor de pausen van Rome geldt. Bovendien heeft de oudheid in de reeks der pausen er niet weinigen gezien, die uit het Oosten gekozen waren, voornamelijk Anacletus, Evaristus, Anicetus, Eleutherius, Zosimus, Agatho, van wie de meesten het geluk verwierven, een wijs en heilig bestuur der geheele christenheid door het storten van hun bloed nog hooger wijding te schenken.
Het voornaamste geschilpunt betreft het primaat van den paus van Rome. Maar laten zij dan eens terugzien naar de eerste tijden. Laten zij eens nagaan, vat hun voorouders daarover dachten; wat het tijdperk, dat het dichtst ligt bij den oorsprong der Kerk, daaromtrent heeft overgeleverd. Uit dat onderzoek komt duidelijk de algemeene overtuiging vast te staan, dat de goddelijke uitspraak van Christus: „Gij zijt Petrus, en op deze steenrots zal Ik Mijn Kerk bouwen", voor de pausen van Rome geldt. Bovendien heeft de oudheid in de reeks der pausen er niet weinigen gezien, die uit het Oosten gekozen waren, voornamelijk Anacletus, Evaristus, Anicetus, Eleutherius, Zosimus, Agatho, van wie de meesten het geluk verwierven, een wijs en heilig bestuur der geheele christenheid door het storten van hun bloed nog hooger wijding te schenken.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
c. De geschiedenis, zelfs die van het begin van Photius' schisma, bewijst ook de erkenning van 's pausen primaat
Men kent nauwkeurig den tijd van ontstaan, de beweegreden, de bewerkers der onzalige verdeeldheid. Vóór dien tijd, waarop de mensch gescheiden heeft wat God verbonden had, was de naam van den Apostolischen Stoel heilig bij alle volkeren der christenwereld. Het Oosten zoowel als het Westen gehoorzaamde eensgezind zonder eenige aarzeling aan den paus van Rome als aan den wettigen opvolger van den H. Petrus, en gevolgelijk den plaatsbekleeder van Jesus Christus op aarde.
Men kent nauwkeurig den tijd van ontstaan, de beweegreden, de bewerkers der onzalige verdeeldheid. Vóór dien tijd, waarop de mensch gescheiden heeft wat God verbonden had, was de naam van den Apostolischen Stoel heilig bij alle volkeren der christenwereld. Het Oosten zoowel als het Westen gehoorzaamde eensgezind zonder eenige aarzeling aan den paus van Rome als aan den wettigen opvolger van den H. Petrus, en gevolgelijk den plaatsbekleeder van Jesus Christus op aarde.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Photius zelf dan ook - als men naar het begin der oneenigheid terugziet - heeft pleitbezorgers voor zijn zaak naar Rome laten zenden. Paus Nicolaus I van zijn kant zond, zonder iemands protest, zijn gezanten van Rome naar Constantinopel, om de zaak van den patriarch Ignatius nauwkeurig te onderzoeken en er een volledig en juist verslag van uit te brengen aan den Apostolischen Stoel. Door heel de geschiedenis van het gebeurde wordt dus het primaat van den Apostolischen Stoel, waarmee de tweespalt in dien tijd begon uit te breken, op aperte wijze bevestigd.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Eindelijk, iedereen weet, dat op de beide groote concilies, het tweede concilie van Lyon [d:335] en dat van Florence [d:375], de suprematie der pausen van Rome met spontanen bijval en éénstemmig door Latijnen en Grieken als geloofspunt is vastgesteld.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
d. Dit alles vormt een uitnodiging. tot verzoening waarvoor hoopgevende teekenen bestaan
Met opzet hebben wij deze punten in het geheugen teruggeroepen, omdat zij als het ware een uitnodiging vormen tot verzoening en vrede. Te meer nog, omdat wij in dezen laatsten tijd een veel milder stemming jegens de katholieken, ja zelfs een zekere neiging tot welwillendheid bij de oosterlingen meenen te herkennen. Met name is dit nog niet lang geleden gebleken. Toen nl. onze katholieken voor een godvruchtig doel naar het Oosten waren gereisd, hebben wij hun uitmuntende diensten van beleefdheid en vriendelijkheid zien bewijzen.
Met opzet hebben wij deze punten in het geheugen teruggeroepen, omdat zij als het ware een uitnodiging vormen tot verzoening en vrede. Te meer nog, omdat wij in dezen laatsten tijd een veel milder stemming jegens de katholieken, ja zelfs een zekere neiging tot welwillendheid bij de oosterlingen meenen te herkennen. Met name is dit nog niet lang geleden gebleken. Toen nl. onze katholieken voor een godvruchtig doel naar het Oosten waren gereisd, hebben wij hun uitmuntende diensten van beleefdheid en vriendelijkheid zien bewijzen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
e. Liefdevolle uitnoodiging met herinnering aan de treffende woorden van Bessarion
Daarom heeft onze mond zich voor u ontsloten, voor u allen van Griekschen of van anderen oosterschen ritus. Vurig zouden wij wenschen, dat ieder bij zichzelf de liefdevolle en ernstige woorden overwoog, die Bessarion tot uw voorvaderen richtte: „Wat voor antwoord zullen wij hebben bij God, als Hij ons vraagt, waarom vrij ons hebben afgescheiden van de broeders, voor wier vereeniging en samenbrenging in één schaapstal Hij zelf van den hemel gedaald, menschgeworden en gekruisigd is? Welke verdediging zullen wij hebben bij degenen, die na ons zullen komen? Laten wij dit toch niet gedoogen, hoogwaardige vaders; laten wij daar onze stem toch niet aan geven; laten wij toch onszelf en den onzen zulk een onheil niet aandoen."
Daarom heeft onze mond zich voor u ontsloten, voor u allen van Griekschen of van anderen oosterschen ritus. Vurig zouden wij wenschen, dat ieder bij zichzelf de liefdevolle en ernstige woorden overwoog, die Bessarion tot uw voorvaderen richtte: „Wat voor antwoord zullen wij hebben bij God, als Hij ons vraagt, waarom vrij ons hebben afgescheiden van de broeders, voor wier vereeniging en samenbrenging in één schaapstal Hij zelf van den hemel gedaald, menschgeworden en gekruisigd is? Welke verdediging zullen wij hebben bij degenen, die na ons zullen komen? Laten wij dit toch niet gedoogen, hoogwaardige vaders; laten wij daar onze stem toch niet aan geven; laten wij toch onszelf en den onzen zulk een onheil niet aandoen."
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
20 Volgt
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
21 Volgt
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- C. (volgt)
22
22 Volgt
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
23 Volgt
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
{...} groot het belang van een terugkeer tot de eenheid is. Ook u blijft de Kerk voortdurend terugroepen om u in haar armen te ontvangen, en u zoo op vele wijzen de middelen tot zaligheid, tot welvaart en grootheid te bieden.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- D - Liefdevolle en ernstige woorden tot hen die in later eeuwen van de Kerk zijn afgevallen
25
a. Wat er bij hen van het geloof nog over is
Met niet minder liefde zien wij naar de volken, die in een tijd nog dichter bij den onzen, door een ongewone omwenteling, die nieuwe toestanden en nieuwe tijden bracht, van de Roomsche Kerk zijn losgerukt. Laten zij de verschillende dingen, die vroeger zijn voorgevallen, vergeten, hun gedachten laten uitgaan boven het; aardsche, er_ met een hart, dat alleen naar waarheid en zaligheid verlangt, bij zichzelf eens nagaan, hoe Christus de Kerk heeft ingericht. En als zij dan hun eigen genootschappen daarmee eens willen vergelijken, en de balans eens opmaken, hoe het dáár met den godsdienst staat, dan zal het hun niet moeilijk vallen toe te geven, dat zij zich in vele en zeer belangrijke punten, met terzijdestelling der oorspronkelijke leer, door allerlei dwaling op, nieuwe wegen hebben laten leiden. Zij zullen toegeven, dat uit het erfgoed der waarheid, hetwelk de hervormers bij het verlaten der Kerk hadden meegenomen, bij hen bijna geen enkel geloofsformulier als zeker en gezaghebbend meer over is. Ja, het is al zoover gekomen, dat velen zelfs niet meer terugschrikken voor de verwerping van het fundament, waar heel de godsdienst en heel de hoop der stervelingen uitsluitend op berust: de godheid van onzen Verlosser Jesus Christus. Zoo ook dit andere punt. Terwijl zij vroeger de goddelijke ingeving der boeken van het Nieuwe en Oude Testament met kracht handhaafden, ontzeggen zij thans daaraan alle gezag van dien aard. Dit moest wel onvermijdelijk volgen, toen men eenmaal aan ieder het recht had toegekend om die boeken naar persoonlijke opvatting en oordeel te verklaren.
Met niet minder liefde zien wij naar de volken, die in een tijd nog dichter bij den onzen, door een ongewone omwenteling, die nieuwe toestanden en nieuwe tijden bracht, van de Roomsche Kerk zijn losgerukt. Laten zij de verschillende dingen, die vroeger zijn voorgevallen, vergeten, hun gedachten laten uitgaan boven het; aardsche, er_ met een hart, dat alleen naar waarheid en zaligheid verlangt, bij zichzelf eens nagaan, hoe Christus de Kerk heeft ingericht. En als zij dan hun eigen genootschappen daarmee eens willen vergelijken, en de balans eens opmaken, hoe het dáár met den godsdienst staat, dan zal het hun niet moeilijk vallen toe te geven, dat zij zich in vele en zeer belangrijke punten, met terzijdestelling der oorspronkelijke leer, door allerlei dwaling op, nieuwe wegen hebben laten leiden. Zij zullen toegeven, dat uit het erfgoed der waarheid, hetwelk de hervormers bij het verlaten der Kerk hadden meegenomen, bij hen bijna geen enkel geloofsformulier als zeker en gezaghebbend meer over is. Ja, het is al zoover gekomen, dat velen zelfs niet meer terugschrikken voor de verwerping van het fundament, waar heel de godsdienst en heel de hoop der stervelingen uitsluitend op berust: de godheid van onzen Verlosser Jesus Christus. Zoo ook dit andere punt. Terwijl zij vroeger de goddelijke ingeving der boeken van het Nieuwe en Oude Testament met kracht handhaafden, ontzeggen zij thans daaraan alle gezag van dien aard. Dit moest wel onvermijdelijk volgen, toen men eenmaal aan ieder het recht had toegekend om die boeken naar persoonlijke opvatting en oordeel te verklaren.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
b. Onjuiste opvatting van eenheid
Vandaar werd voor een ieder zijn eigen geweten de eenige leidende levensnorm, met verwerping van lederen anderen gedragsregel. Vandaar die elkander bestrijdende meeningen en die vele sekten, die zeer dikwijls uitloopen in willekeurige opvattingen van naturalisme en rationalisme. Bij zulk een stand van zaken wanhoopt men aan het bereiken van overeen- stemming in de leer en daarom verkondigt en propageert men de eenheid in broederlijke liefde. En zeker, dat is waar; immers, wij moeten allen door onderlinge liefde vereenigd zijn. Dat is het hoofdgebod van Jesus Christus. Die onderlinge liefde moest volgens Zijn wil het kenteeken Zijner volgelingen zijn. Maar, hoe kunnen de harten door volmaakte liefde vereenigd zijn, als de geesten niet eensgezind zijn door het geloof?
Vandaar werd voor een ieder zijn eigen geweten de eenige leidende levensnorm, met verwerping van lederen anderen gedragsregel. Vandaar die elkander bestrijdende meeningen en die vele sekten, die zeer dikwijls uitloopen in willekeurige opvattingen van naturalisme en rationalisme. Bij zulk een stand van zaken wanhoopt men aan het bereiken van overeen- stemming in de leer en daarom verkondigt en propageert men de eenheid in broederlijke liefde. En zeker, dat is waar; immers, wij moeten allen door onderlinge liefde vereenigd zijn. Dat is het hoofdgebod van Jesus Christus. Die onderlinge liefde moest volgens Zijn wil het kenteeken Zijner volgelingen zijn. Maar, hoe kunnen de harten door volmaakte liefde vereenigd zijn, als de geesten niet eensgezind zijn door het geloof?
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
c. De ware weg tot eenheid die door verscheidenen gevonden is
Ziedaar de redenen, waarom zeer velen van hen, over wie wij spreken, door een gezond oordeel en door liefde voor de waarheid geleid, den veiligen weg ter zaligheid in de katholieke Kerk zijn gaan zoeken. Zij zagen het duidelijk in: zij konden onmogelijk met Jesus Christus als hoofd verbonden zijn, zonder deel uit te maken van Zijn lichaam, de Kerk. En zij konden de zuivere geloofsleer van Christus niet verkrijgen, als zij Zijn wettig leeraarsambt, dat aan Petrus en diens opvolgers was overgedragen, verwierpen. En nu herkenden zij in de Roomsche Kerk de gestalte en het beeld der ware Kerk, duidelijk kenbaar aan de kenteekenen die de goddelijke Stichter er aan gegeven heeft. Er zijn er dan ook velen onder hen, menschen met een scherpzinnig oordeel en met een verstand dat een fijnen blik heeft voor het schiften van de gegevens der oudheid, die de continuïteit der Roomsche Kerk van den tijd der apostelen af, haar ongerept bewaren der dogma's en haar steeds gelijk blijvend optreden in zake de leer in uitmuntende geschriften hebben toegelicht.
Ziedaar de redenen, waarom zeer velen van hen, over wie wij spreken, door een gezond oordeel en door liefde voor de waarheid geleid, den veiligen weg ter zaligheid in de katholieke Kerk zijn gaan zoeken. Zij zagen het duidelijk in: zij konden onmogelijk met Jesus Christus als hoofd verbonden zijn, zonder deel uit te maken van Zijn lichaam, de Kerk. En zij konden de zuivere geloofsleer van Christus niet verkrijgen, als zij Zijn wettig leeraarsambt, dat aan Petrus en diens opvolgers was overgedragen, verwierpen. En nu herkenden zij in de Roomsche Kerk de gestalte en het beeld der ware Kerk, duidelijk kenbaar aan de kenteekenen die de goddelijke Stichter er aan gegeven heeft. Er zijn er dan ook velen onder hen, menschen met een scherpzinnig oordeel en met een verstand dat een fijnen blik heeft voor het schiften van de gegevens der oudheid, die de continuïteit der Roomsche Kerk van den tijd der apostelen af, haar ongerept bewaren der dogma's en haar steeds gelijk blijvend optreden in zake de leer in uitmuntende geschriften hebben toegelicht.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
d. Liefdevolle uitnoodiging
Met u dus op hun voorbeeld te wijzen doet ons hart, meer nog dan ons woord, een beroep op u, broeders, die nu reeds drie eeuwen met ons in on-eenigheid leeft over het christelijk geloof, en evenzeer op u allen, die u later om welke reden ook van ons hebt afgescheiden en een eigen weg zijt opgegaan. „Laten wij allen tot de eenheid des geloofs en der kennis van Gods Zoon komen." (Ef. 4, 13) [b:Ef. 4, 13] Die eenheid heeft in de katholieke Kerk nooit ontbroken en kan er ook onmogelijk ontbreken. Staat toe dat wij u tot die eenheid uitnoodigen en u liefdevol de hand reiken. U roept de Kerk, als aller moeder, reeds zoo lang tot zich terug; naar u zien alle katholieken met broederlijk verlangen uit, in de hoop, dat gij met ons tezamen God heilig zult dienen, verbonden door den band der belijdenis van één Evangelie. één geloof, één hoop en in volmaakte liefde.
Met u dus op hun voorbeeld te wijzen doet ons hart, meer nog dan ons woord, een beroep op u, broeders, die nu reeds drie eeuwen met ons in on-eenigheid leeft over het christelijk geloof, en evenzeer op u allen, die u later om welke reden ook van ons hebt afgescheiden en een eigen weg zijt opgegaan. „Laten wij allen tot de eenheid des geloofs en der kennis van Gods Zoon komen." (Ef. 4, 13) [b:Ef. 4, 13] Die eenheid heeft in de katholieke Kerk nooit ontbroken en kan er ook onmogelijk ontbreken. Staat toe dat wij u tot die eenheid uitnoodigen en u liefdevol de hand reiken. U roept de Kerk, als aller moeder, reeds zoo lang tot zich terug; naar u zien alle katholieken met broederlijk verlangen uit, in de hoop, dat gij met ons tezamen God heilig zult dienen, verbonden door den band der belijdenis van één Evangelie. één geloof, één hoop en in volmaakte liefde.
Referenties naar alinea 28: 1
Orientales Omnes Ecclesias ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - VERMANINGEN AAN DE KATHOLIEKEN
29
Inleiding op dit gedeelte
De katholieken hebben een waarschuwing nodig tegen gevaren voor de eenheid; laten zij trouw luisteren naar de lessen van den H. Stoel
Om een volledig harmonisch geheel der vurig verlangde eenheid te krijgen moeten wij ons ten slotte nog richten tot al degenen over heel het wereldrond, die reeds zoo lang het voorwerp zijn van onze waakzame zorgen en gedachten. Wij bedoelen de katholieken, die door de belijdenis van het Roomsche geloof in gehoorzaamheid aan den Apostolischen Stoel en dus ook verbonden met Jesus Christus leven. Voor hen is een opwekking tot de ware en heilige eenheid niet noodig, want door Gods genade bezitten zij die reeds. Maar toch hebben zij bij het toenemen der gevaren, die hen van alle kanten omringen, een waarschuwing nodig om die kostbaarste gave Gods niet door nalatigheid en gebrek aan activiteit te verliezen.
De katholieken hebben een waarschuwing nodig tegen gevaren voor de eenheid; laten zij trouw luisteren naar de lessen van den H. Stoel
Om een volledig harmonisch geheel der vurig verlangde eenheid te krijgen moeten wij ons ten slotte nog richten tot al degenen over heel het wereldrond, die reeds zoo lang het voorwerp zijn van onze waakzame zorgen en gedachten. Wij bedoelen de katholieken, die door de belijdenis van het Roomsche geloof in gehoorzaamheid aan den Apostolischen Stoel en dus ook verbonden met Jesus Christus leven. Voor hen is een opwekking tot de ware en heilige eenheid niet noodig, want door Gods genade bezitten zij die reeds. Maar toch hebben zij bij het toenemen der gevaren, die hen van alle kanten omringen, een waarschuwing nodig om die kostbaarste gave Gods niet door nalatigheid en gebrek aan activiteit te verliezen.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Laten zij daarom zoo verstandig zijn, het richtsnoer voor hun denken en doen te ontleenen aan de lessen, die wij bij andere gelegenheden hetzij aan alle katholieke volken hetzij aan een of ander daarvan gegeven hebben. Laten zij dit vooral als hoogste norm nemen, dat men aan het leergezag en de bestuursmacht der Kerk zonder voorbehoud, zonder aarzelen, maar van ganscher harte en volgaarne in alles moet gehoorzamen.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1 - Een eerste gevaar: het verloren gaan van de juiste begrippen omtrent de Kerk
31
Hierbij moeten zij in aanmerking nemen, welk een verderfelijk gevaar het is voor de katholieke eenheid, dat het ware idee en het juiste begrip der Kerk bij zoovelen door allerlei valsche ideeën verduisterd en vernietigd is.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
a. De Kerk is een volmaakte maatschappij en heeft recht op vrijheid
De Kerk immers is krachtens den uitdrukkelijken wil van God haar Stichter een in haar orde volmaakte maatschappij. Haar taak en haar zending is, het menschdom te doordringen met de voorschriften en instellingen van het Evangelie, en het door handhaving van de reinheid der zeden en de beoefening der christelijke deugden te leiden tot het geluk, dat voor iederen mensch in den hemel is weggelegd. En wijl de Kerk, zooals wij zeiden, een volmaakte maatschappij is, daarom bezit zij een levensbeginsel en een levenskracht, die zij niet van buiten ontleent, maar die haar krachtens Gods beschikking en krachtens haar innerlijk wezen eigen is. Om diezelfde reden bezit zij van nature de macht om wetten te geven, en in de uitoefening van die macht is zij rechtens van niemand afhankelijk. Eveneens moet zij vrij zijn in alle andere zaken, die onder haar rechtsbevoegdheid vallen.
De Kerk immers is krachtens den uitdrukkelijken wil van God haar Stichter een in haar orde volmaakte maatschappij. Haar taak en haar zending is, het menschdom te doordringen met de voorschriften en instellingen van het Evangelie, en het door handhaving van de reinheid der zeden en de beoefening der christelijke deugden te leiden tot het geluk, dat voor iederen mensch in den hemel is weggelegd. En wijl de Kerk, zooals wij zeiden, een volmaakte maatschappij is, daarom bezit zij een levensbeginsel en een levenskracht, die zij niet van buiten ontleent, maar die haar krachtens Gods beschikking en krachtens haar innerlijk wezen eigen is. Om diezelfde reden bezit zij van nature de macht om wetten te geven, en in de uitoefening van die macht is zij rechtens van niemand afhankelijk. Eveneens moet zij vrij zijn in alle andere zaken, die onder haar rechtsbevoegdheid vallen.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
b. Die vrijheid is heilzaam en zal niemand, ook den staat niet, schaden
Die vrijheid is evenwel niet van dien aard, dat zij ook maar eenige aanleiding geeft om er naijverig of vijandig tegenover te staan. Want de Kerk streeft niet naar macht; zij laat zich niet drijven door eenig eigenbelang. Haar eenig verlangen, haar eenigst streven is dit: onder de menschen de beoefening der deugd handhaven en op die wijze, langs dien weg voor hun eeuwige zaligheid zorgen. Daarom is zij ook gewoon met inschikkelijkheid en moederlijke toegevendheid op te treden; ja, het gebeurt niet zelden, dat zij, in haar streven om in vele punten met de politieke situaties der landen rekening te houden, van het gebruik van haar recht afziet. Daarvoor leggen met name de concordaten, zooals ze menigmaal met de regeeringen werden gesloten, overvloedig getuigenis af.
Die vrijheid is evenwel niet van dien aard, dat zij ook maar eenige aanleiding geeft om er naijverig of vijandig tegenover te staan. Want de Kerk streeft niet naar macht; zij laat zich niet drijven door eenig eigenbelang. Haar eenig verlangen, haar eenigst streven is dit: onder de menschen de beoefening der deugd handhaven en op die wijze, langs dien weg voor hun eeuwige zaligheid zorgen. Daarom is zij ook gewoon met inschikkelijkheid en moederlijke toegevendheid op te treden; ja, het gebeurt niet zelden, dat zij, in haar streven om in vele punten met de politieke situaties der landen rekening te houden, van het gebruik van haar recht afziet. Daarvoor leggen met name de concordaten, zooals ze menigmaal met de regeeringen werden gesloten, overvloedig getuigenis af.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Geen gedachte is haar méér vreemd, dan de gedachte aan ook maar de geringste aanspraak op het recht der burgerlijke overheid; doch deze op haar beurt moet de rechten der Kerk eerbiedigen en zich wachten om ook maar eenig onderdeel daarvan aan zich te trekken.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
c. De Kerk wordt tegenwoordig op vele wijzen onderdrukt tot nadeel ook voor den staat
Maar als wij nu den feitelijken toestand nagaan, wat is dan de heerschende strooming? Maar al te velen zijn gewoon de Kerk te verdenken, te minachten, te haten en met hatelijke beschuldigingen te overladen, en, wat nog veel erger is, men wendt alle krachten en middelen aan, om haar als een slavin onder de macht van het staatsbestuur te krijgen. Vandaar de inbeslagneming van haar goederen, de inperking van haar vrijheid; vandaar allerlei belemmeringen voor de opleiding der candidaten voor het heilig priesterschap, strenge uitzonderingswetten tegen de geestelijkheid; ontbinding en verbod van religieuze genootschappen, de beste hulptroepen voor het christendom: in één woord: een herhaling in scherperen vorm van de princiepen en de gedragingen der regalisten. Dat is een gewelddadige schending van de heiligste rechten der Kerk, en deze schending is voor de staten oorzaak van de grootste nadeelen, omdat zij in aperte tegenspraak is met de wijze bedoelingen van God.
Maar als wij nu den feitelijken toestand nagaan, wat is dan de heerschende strooming? Maar al te velen zijn gewoon de Kerk te verdenken, te minachten, te haten en met hatelijke beschuldigingen te overladen, en, wat nog veel erger is, men wendt alle krachten en middelen aan, om haar als een slavin onder de macht van het staatsbestuur te krijgen. Vandaar de inbeslagneming van haar goederen, de inperking van haar vrijheid; vandaar allerlei belemmeringen voor de opleiding der candidaten voor het heilig priesterschap, strenge uitzonderingswetten tegen de geestelijkheid; ontbinding en verbod van religieuze genootschappen, de beste hulptroepen voor het christendom: in één woord: een herhaling in scherperen vorm van de princiepen en de gedragingen der regalisten. Dat is een gewelddadige schending van de heiligste rechten der Kerk, en deze schending is voor de staten oorzaak van de grootste nadeelen, omdat zij in aperte tegenspraak is met de wijze bedoelingen van God.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
d. Tusschen Kerk en staat moet volgens Gods wil eendracht zijn
Want God, de Koning en Schepper der wereld, die met groote voorzienigheid aan het hoofd van de menschengemeenschap èn een wereldlijke èn een geestelijke macht heeft geplaatst, heeft wel een blijvend onderscheid tusschen die twee gewild, maar volstrekt geen scheiding en geen conflict. Nog meer: zoowel de besliste vil van God alsook het algemeen welzijn der maatschappij vorderen, dat het burgerlijk gezag bij zijn beheer en bestuur zich met het kerkelijk gezag versta. Bijgevolg: de staat heeft zijn eigen en onafwijsbare rechten en plichten, en de Kerk eveneens: maar tusschen den eerste en de laatste moet noodzakelijk een band van eendracht bestaan.
Want God, de Koning en Schepper der wereld, die met groote voorzienigheid aan het hoofd van de menschengemeenschap èn een wereldlijke èn een geestelijke macht heeft geplaatst, heeft wel een blijvend onderscheid tusschen die twee gewild, maar volstrekt geen scheiding en geen conflict. Nog meer: zoowel de besliste vil van God alsook het algemeen welzijn der maatschappij vorderen, dat het burgerlijk gezag bij zijn beheer en bestuur zich met het kerkelijk gezag versta. Bijgevolg: de staat heeft zijn eigen en onafwijsbare rechten en plichten, en de Kerk eveneens: maar tusschen den eerste en de laatste moet noodzakelijk een band van eendracht bestaan.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Op die manier zal uit de wederzijdsche betrekkingen tusschen Kerk en staat de tegenwoordig heerschende verwarring verdwijnen, die op meer dan één titel tegen het gezond verstand en voor alle welmeenenden een oorzaak van zeer veel hinder is. Zoo zal men ook bereiken, dat zonder vermenging maar ook zonder scheiding van beider belangen de burgers aan den keizer geven wat aan den keizer en aan God geven wat aan God toekomt.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2 - Het tweede gevaar: de vrijmetselarij
38
Eveneens dreigt er groot gevaar voor de eenheid van den kant der sekte, die den naam draagt van vrijmetselarij, wier heillooze invloed reeds lang een druk uitoefent op de volken, vooral op de katholieke volken. Begunstigd door de troebele tijden en steeds brutaler door haar machtsmiddelen, haar hulpbronnen en haar succes, spant zij al haar krachten in om haar heerschappij steviger te vestigen en verder uit te breiden. Reeds is zij uit haar schuilhoek en haar hinderlaag in het volle licht der openbaarheid te voorschijn gekomen en heeft zij, als het ware om God uit te dagen, haar zetel tot zelfs in deze stad, de hoofdstad der christenheid, opgeslagen. De grootste ramp echter is, dat zij overal waar zij den voet gezet heeft in alle rangen en instellingen van den staat binnendringt om zoo mogelijk ten slotte volkomen heer en meester te worden. Ja, dat is waarlijk een groote ramp, want de verdorvenheid van haar theorieën en de boosheid van haar bedoelingen zijn tastbaar. Onder voorwendsel van verdediging der menschelijke rechten en van maatschappelijke hervorming bestrijdt zij in werkelijkheid het christendom. Zij verwerpt de door God geopenbaarde leer; godvruchtige praktijken, heilige sacramenten en sneer dergelijke zaken van verheven aard maakt zij uit voor bijgeloovigheden. Zij tracht aan huwelijk, gezin, opvoeding en aan heel de inrichting van het bijzonder en openbaar leven het christelijk karakter te ontnemen, en uit het hart der volken allen eerbied voor menschelijk en goddelijk gezag weg te rukken. De eeredienst, dien zij den mensch voorhoudt, is de eeredienst der natuur, en de beginselen der natuur stelt zij voor als den eenigen maatstaf en regel voor waarheid, zedelijkheid en recht. Op die wijze - het is duidelijk - moet de mensch wel komen tot nagenoeg heidensche zeden en levenswijze, ja tot nog ergere, gezien de toename der middelen tot verleiding.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Weliswaar hebben wij over dit alles bij andere gelegenheden al hoog-ernstige woorden gesproken; maar toch maakt onze apostolische waakzaamheid het ons tot plicht, het nog eens te benadrukken en met alle kracht de waarschuwing te herhalen, dat enen bij een zoo dreigend gevaar geen te krachtige voorzorgen kan nemen. Moge de genadige God haar boosaardige plannen verijdelen. Maar laat toch het christenvolk ten volle beseffen, dat men eindelijk het diepvernederende juk dier sekte eens moet afschudden, en laten degenen, die het diepst onder dat juk gebukt gaan, nl. de Italianen en de Franschen, daar hun krachten nog meer voor inspannen. Met welke wapenen en met welke taktiek dat het best geschieden kan, hebben wij zelf al aangewezen. De overwinning is niet twijfelachtig voor wie vertrouwen op den Aanvoerder, wiens goddelijk woord nog altijd van kracht blijft: „Ik heb de wereld overwonnen." (Joh. 16, 33) [b:Joh. 16, 33]
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III - DE VOORDEELEN DIE UIT DE EENHEID IN GELOOF ZULLEN VOORTKOMEN
40
Als nu dit dubbele gevaar was afgewend, en regeeringen en staten tot de eenheid des geloofs waren teruggebracht, vaat zou dan daaruit een buitengewoon krachtig geneesmiddel voor de kwalen en een bewonderenswaardige overvloed van zegeningen volgen. Wij willen eenige der voornaamste aanstippen.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1 - De Kerk in haar eer hersteld zou haar heilzame taak kunnen voortzetten
41
Het eerste punt betreft de waardigheid en de activiteit der Kerk. De Kerk immers zou dan den eererang, die haar toekomt, herkrijgen. Niet meer behandeld met vijandschap en in het bezit van haar vrijheid, zou zij haar weg vervolgen als uitdeelster van evangelische waarheid en van genade, en dat met buitengewoon heilzame gevolgen voor het welzijn van den staat. Want de Kerk is door God aangesteld om het menschdom te leeren en te leiden, en daarom is zij in staat de hulp te verleenen, die bijzonder geëigend is om de meest ingrijpende veranderingen der tijden ten algemeenen nutte in juiste banen te leiden, om de meest ingewikkelde problemen naar de eischen van den tijd op te lossen, en redelijkheid en recht - de stevigste grondslagen van den staat - te bevorderen.
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2 - Een groote toenadering onder de volken zou het gevolg zijn en het gevaar voor den vrede zou afdrijven
42
Op de tweede plaats zou er een heerlijke toenadering tusschen de volken ontstaan, een toenadering, die vooral in onzen tijd gewenscht is om de afgrijselijke oorlogsgevaren te voorkomen. Wij zeggen dit met het oog op de situatie in Europa. Reeds jaren lang leeft men in een vrede, die meer schijn dan werkelijkheid is. Onder den invloed van het voortdurende wantrouwen tegen elkander blijven bijna alle volken meedoen aan een wedloop in bewapening. De onbezonnen jongelingschap wordt aan de raadgevingen en de leiding der ouders onttrokken en in de gevaren van het militaire leven geworpen. De jeugd in de volle kracht des levens wordt van den landbouw, de studie, den handel, het ambacht weggeroepen onder de wapenen. De gevolgen zijn: uitputting van de schatkist door de geweldige uitgaven, vernietiging van het nationaal vermogen, verarming van het particulier bezit. Op het oogenblik is die gewapende vrede al niet langer te dragen. Kan zoo iets de natuurlijke toestand zijn der maatschappij? Welnu, onmogelijk uit dezen toestand te geraken en den waren vrede te verkrijgen zonder de weldadige tusschenkomst van Jesus Christus. Immers, om de eerzucht, de zucht naar andermans bezit, den geest van naijver - de drie voornaamste prikkels tot oorlog - te beteugelen, is er geen geschikter middel dan de christelijke deugd en vooral de rechtvaardigheid. Juist door den invloed van die deugd kan het volkenrecht en de heiligheid van verdragen veilig en kunnen de banden van broederschap duurzaam zijn, want dan leeft de overtuiging dat „rechtvaardigheid een volk verheft" (Spr. 14, 34) [b:Spr. 14, 34]
Referenties naar alinea 42: 1
Ad Petri Cathedram ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3 - In het binnenland zouden orde en rust heerschen door een goede oplossing van het sociale en politieke vraagstuk
43
Zoo zal ook in de binnenlandsche verhoudingen die eenheid een veel zekerder en krachtiger waar- borg bieden voor het algemeen welzijn dan wetten en wapenen kunnen doen. Iedereen immers ziet, hoe de gevaren voor de veiligheid en de openbare rust met den dag ernstiger worden door het samenspannen der geheime revolutionnaire genootschappen tot omverwerping en vernietiging van den staat. De herhaalde gruwelijke aanslagen zijn een bewijs daarvoor. Er is een felle strijd aan den gang over een dubbel vraagstuk: het sociale en het politieke, ongetwijfeld twee zeer gewichtige vraagstukken. Welnu, al zijn de studiën, de hulpmiddelen, de proefnemingen, waarmee men voor een verstandige en rechtvaardige oplossing dezer vraagstukken is aangekomen, zeker te prijzen, toch is geen enkel ander middel zoo doeltreffend als een algemeene vorming tot plichtsbesef en geregelde plichtsbetrachting steunend op de innerlijke beginselen van het christelijk geloof.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Wat het sociale vraagstuk betreft, dat hebben wij niet lang geleden opzettelijk in dezen geest behandeld, waarbij wij onze beginselen zoowel aan het Evangelie als aan het natuurlijk verstand ontleenden.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Wat het politieke vraagstuk aangaat: voor een juiste combinatie van vrijheid en gezag, twee dingen, die velen in theorie verwarren en in praktijk veel te veel van elkaar scheiden, kan de christelijke wijsbegeerte vele hoogst nuttige impulsen geven. Want is eenmaal het beginsel vastgesteld en algemeen aanvaard, dat, ongeacht den regeeringsvorm, het gezag van God komt, dan ziet het verstand onmiddellijk in, dat de eenen het wettige recht hebben om te bevelen, en de anderen den daaraan correlatieven plicht om te gehoorzamen, en dat hierin niets vernederends ligt. Immers, men gehoorzaamt dan eigenlijk meer aan God dan aan een mensch, en God heeft degenen, die voor anderen staan, met een zeer streng oordeel bedreigd, als zij zich niet naar behooren en volgens recht als Zijn plaatsbekleeders gedragen. Van den anderen kant kan de persoonlijke vrijheid van ieder mensch in dat geval voor niemand een reden tot achterdocht of vrees zijn, want, zonder iemand te schaden, zal die vrijheid blijven binnen de perken van wat waar is, wat goed is en wat bevorderlijk is voor de openbare rust.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Eindelijk, als men in het oog houdt, wat de Kerk vermag in haar hoedanigheid van moeder en bemiddelaarster van volken en vorsten, bestemd om beiden met haar gezag en raad bij te staan, dan vooral zal het duidelijk zijn, van hoeveel belang het is voor het algemeen welzijn, dat alle volken tot het besluit komen om in het christelijk geloof één te zijn in gedachten en één in belijdenis.
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 4 Een heerlijk toekomstvisioen
47
Terwijl wij dit: alles overdenken met een hart vol verlangen naar de verwezenlijking er van, rijst voor ons een toekomstvisioen van de nieuwe orde, die op aarde zou ontstaan, en wij kennen niets aantrekkelijkers dan de beschouwing der zegeningen, die daaruit zouden voortvloeien. Men kan zich immers nauwelijks voorstellen, welk een enorme vooruitgang plotseling overal ter wereld zou plaats vinden naar alle mogelijke grootheid en welvaart, als vrede en rust zouden verzekerd zijn, als de wetenschappen een prikkel kregen tot grooteren bloei, als bovendien overeenkomstig onze voorschriften in christelijken geest vereenigingen van landbouwers, van arbeiders, van industrieelen werden opgericht, in staat den verslindenden woeker te onderdrukken en een ruimer veld voor nuttige werkzaamheid te openen.
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 5 - De heidensche landen zouden tot beschaving komen. Dat is Europa's taak. De godsdienstige verdeeldheid is het beletsel geweest. Daarom nu weer één worden; de tijd schijnt er rijp voor
48
De overvloed dier zegeningen zou niet beperkt blijven binnen de grenzen der beschaafde en ontwikkelde volken, maar zou als een overvolle stroom wijd en zijd zijn golven voortstuwen. Want men moet wèl voor oogen houden wat wij in den aanvang zeiden: ontelbare volken wachten reeds vele eeuwen lang op dengene, die hun het licht der waarheid en der beschaving zal brengen. Zeker, waar het gaat over het eeuwig heil der volkeren, gaan de raadsbesluiten der eeuwige wijsheid 's menschen begrip oneindig te boven. Maar toch, als over allerlei wereldstreken nog altijd een rampzalig wangeloof verbreid is, dan ligt de schuld daarvan voor een niet gering gedeelte aan de ontstane godsdiensttwisten. Want voor zoover de menschelijke rede uit de gebeurtenissen een besluit kan trekken, schijnt de taak om de christelijke beschaving langzamerhand naar alle wereldstreken over te brengen door God toch wel zeker aan Europa te zijn toegewezen.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Het begin en de ontwikkeling van dit grootsche werk, de vrucht der werkzaamheden van vroegere geslachten, waren op weg naar een snelle gelukkige uitbreiding, toen eensklaps in de 16e eeuw het vuur der tweedracht ontbrandde. Toen verscheurde de christenheid zichzelf in twisten en geschillen; toen putte Europa zijn krachten uit in conflicten en oorlogen, en het heilig missiewerk ondervond den noodlottigen terugslag daarvan. De oorzaken der tweedracht duren nog altijd voort. Wat wonder dus, dat zulk een groot deel der menschheid nog altijd in de macht is van barbaarsche zeden en onzinnige godsdienstige gebruiken?
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Laten wij dus allen met evenveel vurigheid ons best doen om tot aller welzijn de oude eendracht te herstellen. Voor dat herstel der eendracht en eveneens voor een wijde verbreiding van de zegeningen der christelijke wijsheid is de tijd, dien wij beleven, bij uitstek gunstig. Want nooit was het bewustzijn, dat alle menschen broeders zijn, dieper in de zielen doorgedrongen en nooit zag een eeuw den mensch met grooter vurigheid op zoek naar zijns gelijken om ze te leeren kennen en hun te hulp te komen. Onmetelijke afstanden te land en ter zee worden met ongelooflijke snelheid door voertuigen en schepen afgelegd. Dat brengt kostbare voordeelen mee met alleen voor den handel en voor den onderzoekingslust der geleerden, maar ook voor de breede verbreiding van het woord Gods van den opgang der zon tot haar ondergang.
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- SLOT
- 1 - De paus stelt zijn vertrouwen vooral op Jesus Christus
51
Wij weten heel goed, dat de orde, waarvan wij het herstel verlangen, een Zwerk is van langen duur en van veel moeite. Misschien zullen er zijn, dia meenen, dat ons optimisme al te groot is, en dat wij een ideaal nastreven, dat meer te wenschen dan te verwachten is. Maar wij voor ons stellen al onze hoop, ja, een vast vertrouwen op den Verlosser van het menschelijk geslacht Jesus Christus, wel indachtig, hoevele en hoe groote dingen weleer door de dwaasheid des kruises en door de prediking daarvan tot verbazing en beschaming van de wijsheid dezer wereld zijn tot stand gebracht.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2 - Aansporing tot de leiders der volken
52
Wij vragen met name den vorsten en staatshoofden in naam van hun politiek doorzicht en hun trouwe zorg voor hun volken, onze plannen op de juiste waarde te schatten en net hun gezag en invloed te willen bevorderen. Als ook slechts een deel der vruchten, die wij vervrachten, tot rijpheid komt, dan zal dit een niet geringe weldaad zijn te midden van het altijd sneller zich voltrekkende verval, nu het gevoel der onhoudbaarheid van den toestand gepaard gaat met groote vreeze voor de toekomst.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3 - Nog een uiting van vertrouwen en een bede
53
Het eind der vorige eeuw liet Europa achter in een toestand van uitputting tengevolge van zijn rampen, en nog sidderend om de beroeringen, die het ondervonden had. Nu loopt deze eeuw haast ten einde. Waarom zou zij omgekeerd aan het menschdom niet eenige voorteekenen van eendracht als erfenis overdoen, verbonden met de hoop op de hoogste zegeningen, die besloten liggen in de eenheid van het christelijk geloof?
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Moge God, die rijk is in barmhartigheid en in wiens macht tijden en oogenblikken liggen. onze verlangens en wenschen begunstigen en in Zijn overgroote goedheid de vervulling van Christus' belofte verhaasten: „Het zal worden één schaapstal en één Herder." (Joh. 10, 16) [b:Joh. 10, 16]
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
Gegeven te Rome uit het Vaticaan, den 20en Juni 1894, in het 17e jaar van ons pausschap.
PAUS LEO XIII
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 4
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1181-praeclara-gratulationis-publicae-nl