Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Eminentie,
Eerwaarde Broeder,
dierbare Leden van de ,
Ik ben verheugd u aan het einde van uw jaarlijkse plenaire Vergadering te ontvangen. Ik dank de Voorzitter, Aartsbisschop Gerhard Ludwig Müller, voor het welkomstwoord en de beknopte presentatie van het thema dat in de loop van uw werkzaamheden het onderwerp van zorgvuldige overweging is geweest. U hebt u opnieuw verzameld om een zeer belangrijk thema uit te diepen: de inspiratie en de waarheid van de Bijbel. Het betreft een thema dat niet alleen de afzonderlijke gelovige aangaat, maar de hele Kerk, omdat het leven en de zending van de Kerk op het Woord van God gebaseerd zijn, dat de ziel van de theologie is en, tegelijkertijd, het hele christelijke bestaan inspireert.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Zoals we weten, is de heilige Schrift het getuigenis in geschreven vorm van het goddelijk Woord, het canonieke gedenkteken dat getuigt van de gebeurtenis van de Openbaring. Het Woord van God gaat dus aan de Bijbel vooraf en gaat verder dan zij. Daarom heeft ons geloof niet slechts een boek als middelpunt, maar een heilgeschiedenis en bovenal een Persoon, Jezus Christus, het vleesgeworden Woord van God. Juist omdat de horizon van het goddelijke Woord de Schrift omvat en zich voorbij haar uitstrekt, is de voortdurende aanwezigheid van de Heilige Geest, die “tot de volle waarheid leidt” , nodig om haar adequaat te begrijpen. Het is nodig zich in de stroom van de grote Traditie te plaatsen die met de hulp van de Heilige Geest en onder leiding van het Leergezag de canonieke schriften heeft erkend als Woord van God, gesproken tot zijn volk, en die nooit opgehouden heeft ze te overwegen en er de onuitputtelijke rijkdommen van te ontdekken. Het heeft het met grote helderheid herhaald in de dogmatische Constitutie : “Alles, wat betrekking heeft op de methode van Schriftverklaring, is uiteindelijk onderworpen aan het oordeel van de Kerk, die de goddelijke opdracht en de taak heeft om het woord Gods te bewaren en te verklaren.”
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Zoals de genoemde conciliaire er ons ook aan herinnert, bestaat er een onlosmakelijke eenheid tussen de heilige Schrift en de Traditie, omdat beide voortkomen uit dezelfde bron: “De heilige Overlevering en de heilige Schrift zijn dus nauw met elkaar verbonden en hebben innig deel aan elkaar. Want beide, voortkomend uit dezelfde goddelijke bron, vloeien als het ware ineen en zijn gericht op hetzelfde doel. De heilige Schrift immers is het spreken van God in zover dit onder de ingeving van de Heilige Geest schriftelijk wordt vastgesteld; de heilige Overlevering geeft het woord Gods, dat door Christus, de Heer, en de Heilige Geest aan de apostelen is toevertrouwd, ongerept door aan hun opvolgers, opdat zij, voorgelicht door de Geest der waarheid, dit door hun prediking trouw zouden bewaren, verklaren en verbreiden. Bijgevolg is de heilige Schrift niet de enige bron, waaruit de Kerk haar zekerheid put omtrent al het geopenbaarde. Derhalve moet men beide met eenzelfde liefde en eenzelfde eerbied aanvaarden en vereren.”
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Daaruit volgt dat de exegeet erop moet letten het Woord van God dat in de Bijbelse teksten aanwezig is, waar te nemen door deze binnen het geloof van de Kerk zelf te plaatsen. De interpretatie van de heilige Schrift kan niet slechts een individuele wetenschappelijke inspanning zijn, maar moet altijd met de levende traditie van de Kerk vergeleken worden, erin ingevoegd en erdoor bevestigd worden. Deze norm is essentieel om de juiste onderlinge verhouding tussen de exegese en het Leergezag van de Kerk te preciseren. De door God geïnspireerde teksten zijn aan de Gemeenschap van gelovigen, aan de Kerk van Christus, toevertrouwd, om het geloof te voeden en om leiding te geven aan het leven in de liefde. Het respect voor dit diepe wezen van de Schrift is een voorwaarde voor de geldigheid en doeltreffendheid zelf van de Bijbelse hermeneutiek. Dit brengt de ontoereikendheid met zich mee van elke subjectieve interpretatie of van een interpretatie die zich eenvoudig beperkt tot een analyse die niet in staat is de globale betekenis in zich op te nemen die de Traditie van het gehele Volk van God in de loop der eeuwen gevormd heeft, dat "in credendo falli nequit" - "kan niet dwalen in het geloof" .
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Dierbare Broeders, ik wil mijn toespraak besluiten met u allen mijn dank te betuigen en u aan te moedigen in uw waardevolle werk. Moge de Heer Jezus Christus, het vleesgeworden Woord van God en de goddelijke Leermeester die het verstand en het hart van zijn leerlingen heeft geopend voor het begrijpen van de Schriften , uw werk altijd leiden en ondersteunen. Moge de Maagd Maria, het voorbeeld van volgzaamheid en gehoorzaamheid aan het Woord van God, u leren om de onuitputtelijke rijkdom van de heilige Schrift niet alleen door middel van het intellectuele onderzoek in u op te nemen, maar ook in het gebed en uw hele leven als gelovigen, vooral in dit , opdat uw werk eraan moge bijdragen het licht van de heilige Schrift in het hart van de gelovigen te doen schitteren. En u een vruchtbare voortzetting van uw werk wensend, roep ik over u het licht van de Heilige Geest af en verleen ik u allen mijn Zegen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/4922-onverbreekbare-band-tussen-schrift-en-traditie-nl