Kerk, Eucharistie en Priesterschap
x
Informatie over dit document
Kerk, Eucharistie en Priesterschap
Bisschoppenconferentie van Nederland
8 april 2008
Bisschoppenconferenties - Boodschappen - Nederland
2008, SRKK, Utrecht
Alineaverdeling en -nummering: redactie
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
8 april 2008
22 mei 2023
2374
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Voorwoord
Het christelijke, het katholieke geloof is een gave en een opgave. Het is een geschenk, omdat het ons als gedoopten levensoriëntatie biedt en het ons mogelijk maakt in vreugde te leven in verbondenheid met God en met medemensen. Het is een opgave, omdat het ons uitnodigt om Gods liefde voor ons met trouwe wederliefde te beantwoorden en actief mee te werken aan de opbouw van de Kerk en aan een menswaardige samenleving. Zowel de kerkelijke context als de culturele en maatschappelijke context, waarin de wisselwerking tussen de gave en de opgave van het doopsel ons bereikt, is aan verandering onderhevig. Een nieuwe context doet nieuwe vragen rijzen.
Zestien jaar geleden hebben wij vragen die toen leefden besproken in de bisschoppelijke Brief "In Christus naam" [2375]. Dit schrijven is positief ontvangen en vertaald in het Italiaans en het Engels.
In 1999 volgde hierop Meewerken in het pastoraat [2376].
Deze documenten hebben aan actualiteit en belang nog steeds niet ingeboet en wij bevelen lezing ervan van harte aan! Inmiddels zijn we weer tien jaar verder en dienen zich opnieuw vragen aan, die beantwoord moeten worden. Om die reden publiceren wij nu dit schrijven Kerk, Eucharistie en Priesterschap.
Zestien jaar geleden hebben wij vragen die toen leefden besproken in de bisschoppelijke Brief "In Christus naam" [2375]. Dit schrijven is positief ontvangen en vertaald in het Italiaans en het Engels.
In 1999 volgde hierop Meewerken in het pastoraat [2376].
Deze documenten hebben aan actualiteit en belang nog steeds niet ingeboet en wij bevelen lezing ervan van harte aan! Inmiddels zijn we weer tien jaar verder en dienen zich opnieuw vragen aan, die beantwoord moeten worden. Om die reden publiceren wij nu dit schrijven Kerk, Eucharistie en Priesterschap.
Utrecht, 8 april 2008
Mgr. J.G.M. van Burgsteden s.s.s., hulpbisschop van Haarlem
Mgr.dr. W.J. Eijk, aartsbisschop van Utrecht
Mgr.dr. J.H.J. van den Hende, bisschop van Breda
Mgr.drs. A.L.M. Hurkmans, bisschop van ’s-Hertogenbosch
Mgr.dr. E.J. de Jong, hulpbisschop van Roermond
Mgr.dr. G.J.N. de Korte, hulpbisschop van Utrecht
Mgr.drs. A.H. van Luyn s.d.b., bisschop van Rotterdam
Mgr.dr. J.M. Punt, bisschop van Haarlem
Mgr. F.J.M. Wiertz, bisschop van Roermond
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 Inleiding
- === Nieuwe vragen
1
In de voorbije jaren zijn nieuwe vragen gerezen met betrekking tot bijvoorbeeld de organisatie en de reorganisatie van de pastorale zorg, het teruglopende kerkbezoek, het beperkte aantal priesters, roepingenpastoraat en theologische kwesties. In deze brief willen we als bisschoppen enkele hoofdlijnen van een antwoord op deze vragen en uitdagingen schetsen. De publicatie door de Nederlandse dominicanen van de brochure Kerk & Ambt. Onderweg naar een kerk met toekomst Nijmegen, 2007 Nijmegen, 2007 is mede aanleiding voor deze brief. Evenals het generaal bestuur van de orde der dominicanen te Rome wijzen wij de strekking van de brochure af op grond van de leer van de Kerk, met name waar de brochure ervoor pleit om parochies zelf voorgangers voor de Eucharistie te laten kiezen. Wij hebben ook ernstige kritiek op de wijze waarop door en in de brochure gecommuniceerd wordt. Wij denken daarbij aan het volledig ontbreken van overleg met de Nederlandse bisschoppen en met het generaal bestuur van de dominicanen in Rome voorafgaande aan de verspreiding van de brochure. Voorts denken wij aan het gegeven dat de tekst erg polair is gesteld – boven versus beneden, bisschoppen versus gelovigen – en weliswaar zegt te willen uitnodigen tot dialoog, maar in feite oproept tot het scheppen van voldongen feiten. Wij onderschrijven de kritiek.. Wij onderschrijven de kritiek van prof.dr. Hervé Legrand o.p., dat op verzoek van de magister en de Generale Curie van de orde van de predikbroeders in januari 2008 naar alle parochies is Nederland is verzonden. Vgl. de brief van fr. Carlos A. Azpiroz Costa o.p. d.d. 7 januari 2008 Tekst van de Nederlandse provincie over Gewijde ambten en Eucharistie (13 pagina’s) van de Franse theoloog H. Legrand.
De aanleiding voor het publiceren van het rapport Kerk & Ambt vormt de situatie in de parochiegemeenschappen en het beperkte aantal priesters. Wij herkennen ons in de zorg van de Nederlandse dominicanen met betrekking tot de toekomst van de parochies. Er is in vergelijking met twintig of veertig jaar geleden een geringer aantal priesters, dat in de nabije toekomst nog verder zal dalen. Het is niet meer mogelijk om in dezelfde frequentie de Eucharistie, die toch het hart van het parochieleven vormt, te vieren. Wij vinden het belangrijk daarbij op te merken, dat het gegeven van ‘minder priesters’ een relatief gegeven is. Er zijn immers ook minder praktiserende katholieke gelovigen, en dat betreuren wij evenzeer. In relatie tot het aantal gelovigen beschikt de R.-K. Kerk over een te groot aantal kerkgebouwen. Het bevordert het liturgisch leven niet, om verspreid over zo veel gebouwen vieringen te houden en het is financieel niet meer mogelijk al die gebouwen te onderhouden. Als gevolg van deze situatie gaat veel energie van bisdombesturen, priesters, diakens, pastoraal werkers (m/v), parochiebesturen, vrijwilligers en anderen zitten in reorganisatie, kerksluiting, processen van samenwerking en fusie. Het is niet gemakkelijk een antwoord te vinden op het kleiner aantal priesters, de verzwakking van het geloofsleven bij velen en de andere uitdagingen en problemen waar katholiek Nederland voor staat. Van twee zaken zijn wij evenwel overtuigd. Ten eerste: de roepingencrisis staat in een bredere context van een geloofscrisis en een navolgingscrisis, ja van een bepaalde cultuurcrisis. Wij pleiten daarom allereerst voor een verdieping van het geloofsleven van onze gemeenschappen. Voorts zijn we overtuigd van het fundamentele belang, ons bij onze inzet voor de toekomst van de Kerk in Nederland te baseren op een solide katholieke theologie en om verbonden te blijven met de katholieke Kerk in andere landen, met de wereldkerk en met name met het katholieke leerambt.
We hebben als Kerk een waardevolle geloofsschat ontvangen, en aan ons allen is opgedragen hieraan trouw te blijven en de centrale waarden van evangelie en traditie in nieuwe situaties te beleven en te actualiseren. Een aantal van die belangrijke kernwaarden met betrekking tot Kerk, Eucharistie en ambt willen we in deze brief verder uitdiepen. Zij liggen ten grondslag aan ons beleid, en wij nodigen de lezers uit zich ervoor te openen, hun geloven en denken er door te verrijken en ze vruchtbaar te laten worden in hun handelen. Deze huidige brief bouwt voort op de reeds genoemde bisschoppelijke Brief In Christus’ naam [2375].
De aanleiding voor het publiceren van het rapport Kerk & Ambt vormt de situatie in de parochiegemeenschappen en het beperkte aantal priesters. Wij herkennen ons in de zorg van de Nederlandse dominicanen met betrekking tot de toekomst van de parochies. Er is in vergelijking met twintig of veertig jaar geleden een geringer aantal priesters, dat in de nabije toekomst nog verder zal dalen. Het is niet meer mogelijk om in dezelfde frequentie de Eucharistie, die toch het hart van het parochieleven vormt, te vieren. Wij vinden het belangrijk daarbij op te merken, dat het gegeven van ‘minder priesters’ een relatief gegeven is. Er zijn immers ook minder praktiserende katholieke gelovigen, en dat betreuren wij evenzeer. In relatie tot het aantal gelovigen beschikt de R.-K. Kerk over een te groot aantal kerkgebouwen. Het bevordert het liturgisch leven niet, om verspreid over zo veel gebouwen vieringen te houden en het is financieel niet meer mogelijk al die gebouwen te onderhouden. Als gevolg van deze situatie gaat veel energie van bisdombesturen, priesters, diakens, pastoraal werkers (m/v), parochiebesturen, vrijwilligers en anderen zitten in reorganisatie, kerksluiting, processen van samenwerking en fusie. Het is niet gemakkelijk een antwoord te vinden op het kleiner aantal priesters, de verzwakking van het geloofsleven bij velen en de andere uitdagingen en problemen waar katholiek Nederland voor staat. Van twee zaken zijn wij evenwel overtuigd. Ten eerste: de roepingencrisis staat in een bredere context van een geloofscrisis en een navolgingscrisis, ja van een bepaalde cultuurcrisis. Wij pleiten daarom allereerst voor een verdieping van het geloofsleven van onze gemeenschappen. Voorts zijn we overtuigd van het fundamentele belang, ons bij onze inzet voor de toekomst van de Kerk in Nederland te baseren op een solide katholieke theologie en om verbonden te blijven met de katholieke Kerk in andere landen, met de wereldkerk en met name met het katholieke leerambt.
We hebben als Kerk een waardevolle geloofsschat ontvangen, en aan ons allen is opgedragen hieraan trouw te blijven en de centrale waarden van evangelie en traditie in nieuwe situaties te beleven en te actualiseren. Een aantal van die belangrijke kernwaarden met betrekking tot Kerk, Eucharistie en ambt willen we in deze brief verder uitdiepen. Zij liggen ten grondslag aan ons beleid, en wij nodigen de lezers uit zich ervoor te openen, hun geloven en denken er door te verrijken en ze vruchtbaar te laten worden in hun handelen. Deze huidige brief bouwt voort op de reeds genoemde bisschoppelijke Brief In Christus’ naam [2375].
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 De Kerk: op zoek naar het zelfverstaan van de R.-K. Kerk volgens Vaticanum II
2
Het is opmerkelijk dat de Kerk al twintig eeuwen bestaat en in haar lange geschiedenis allerlei ups en downs heeft gekend. Zij was in staat de bedreiging van bijvoorbeeld het communisme te doorstaan en allerlei andere gevaren te trotseren. Weliswaar moeten we een drastische teruggang in kerkbezoek en een fors verlies aan kerkelijke invloed bij het maatschappelijke debat vaststellen, er zijn echter ook verschillende positieve tekenen. Wij denken daarbij met name aan de vele betrokken vrijwilligers in bijna elke parochie. Wij hebben veel waardering voor hun inzet, volharding en enthousiasme. Graag spreken we eveneens onze dank uit voor de grote inzet van priesters, diakens, pastoraal werkers (m/v) en catecheten bij de opbouw van de parochiegemeenschappen. Positieve tekenen zijn ook bijeenkomsten als de Keulen (2005 - Wereld Jongeren Dag), Paus Benedictus XVI [d:2] tijdens de zomer van 2005, die ruim één miljoen jongeren op de been brachten, en de Katholieke Jongerendag in Nederland. Veel journalisten hebben zich verbaasd over de grote aantallen jongeren en over de opbouwende sfeer in Keulen. Het paste niet in hun beeld van secularisatie en vergrijzing. Deze korte schets van de situatie van de Kerk roept bij ons verwondering op. Wij zijn ervan overtuigd dat de Kerk niet slechts het werk van mensen is. Ja, zij is ook het werk van mensen en helaas verduisteren mensen door hun zonden en hun traagheid soms het ware gelaat van de Kerk. De geschiedenis levert voldoende voorbeelden. Ten diepste is de Kerk echter allereerst het werk van de drie-ene God! Zij is – om met de H. Schrift te spreken – het Volk van God, het Lichaam van Christus en de Tempel van de heilige Geest. Hoe heeft men zich in de afgelopen eeuwen de Kerk voorgesteld en op welke wijze heeft men haar vormgegeven? De brochure Kerk & Ambt heeft gelijk wanneer zij stelt dat in de eeuwen voorafgaande aan het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] de Kerk vooral werd beschouwd als een instituut met een piramidale en hiërarchische structuur. De gewone gelovigen namen een ondergeschikte rol in, de meeste aandacht ging uit naar de ambtsdragers. Vaticanum II [d:4] heeft hier verandering in aangebracht en deze herbezinning en herordening dient als een zegen beschouwd te worden. De brochure interpreteert het concilie echter foutief, omdat zij een eenzijdige keuze maakt voor het beeld van de Kerk als Volk van God en ten onrechte beweert dat dit de volledige kerkvisie van Vaticanum II zou zijn. Zij beroept zich slechts op het tweede hoofdstuk van de Constitutie over de Kerk Lumen Gentium [617] en probeert op basis hiervan een eventuele koers van parochies los van het bisdom en zijn bisschop te legitimeren. Dit botst echter met het katholieke karakter van parochies. We willen verhelderen wat we hiermee bedoelen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 De rijkdom van Vaticanum II
3
Vanaf de hoge Middeleeuwen werd de Rooms- Katholieke Kerk vele eeuwen lang vooral gezien als een instituut, een juridische organisatie, de hiërarchie. Op deze wijze verdedigde zij zich weliswaar tegen aanvallen van buitenaf, het had echter een eenzijdige kerkvisie tot gevolg waarin bijna alle aandacht uitging naar haar buitenkant en structuur. Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie [d:4], dat gehouden werd in de jaren 1962 tot en met 1965, werd aanvankelijk een ontwerptekst over de Kerk voorgelegd waarin haar buitenkant en structuur nog steeds centraal stonden. Na lange en heftige discussies werden aan het begin van deze ontwerptekst twee hoofdstukken toegevoegd. Eerst een hoofdstuk met als opschrift ‘Het mysterie van de Kerk’ om duidelijk te maken dat de Kerk allereerst een gelóófs-gemeenschap is en pas binnen Gods heilsplan met de mensen begrepen kan worden. Vervolgens een hoofdstuk met het opschrift ‘Het volk van God’ om voorafgaande aan de bespreking van afzonderlijke groepen, ambten en taken éérst de gemeenschappelijke waardigheid en zending van alle gedoopten als leden van het éne Volk van God te benadrukken. Alle gedoopten, jong of oud, man of vrouw, autochtoon of allochtoon, vrijwilliger of randkerkelijk, maken immers deel uit van de ene christelijke geloofsfamilie. Aan de Constitutie over de Kerk Lumen Gentium [617] is tijdens het Tweede Vaticaans Concilie drie jaar lang gewerkt. Het gemeenschappelijke inzicht in wezen, zending en structuur van de Kerk en de consensus over de formulering ervan groeide slechts geleidelijk. Bij de eindstemming in november 1964 over de slottekst, die uit acht hoofdstukken bestaat, ging echter een overweldigende meerderheid van 2.151 concilievaders met slechts vijf tegenstemmen akkoord met de huidige tekst. Een indrukwekkende overeenstemming dus met betrekking tot de visie op de Kerk. Lumen Gentium [617] vormt met de vijftien andere documenten van Vaticanum II [d:4] een waardevol fundament voor de huidige R.-K. Kerk.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Als katholieken mogen we blij zijn met de rijkdommen van Vaticanum II, want zij bieden met de H. Schrift wereldwijd en ook in ons land waardevolle uitgangspunten voor nieuwe uitdagingen en problemen aan het begin van de eenentwintigste eeuw. Het rapport van de dominicanen besteedt geen aandacht aan de eerste inlas – dat van het hoofdstuk over het mysterie van de Kerk – in de Constitutie over de Kerk [617]. Ook verwerkt het niet of nauwelijks de inhoud van dit eerste hoofdstuk en dat van de hoofdstukken III tot en met VIII in haar studie. Bijna alle aandacht gaat uit naar de Kerk als Volk van God. Dit beeld is weliswaar waardevol, maar moet aangevuld worden met andere beelden en begrippen. Het dominicaanse rapport gaat op selectieve wijze om met Vaticanum II [d:4] en dat heeft een eenzijdig kerkbeeld tot gevolg.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 ‘Lumen gentium’ biedt een evenwichtige kerkvisie
5
Hoe ziet de opbouw van Lumen Gentium [617], dat welde magna charta voor de Kerk vanaf Vaticanum II [d:4]wordt genoemd, eruit? Na het genoemde eerste en tweede hoofdstuk volgen twee hoofdstukken die de structuur van de Kerk behandelen. Zij bestaat uit ambtsdragers (hoofdstuk III) en leken (hoofdstuk IV). De hoofdstukken V en VI spreken over het doel van de Kerk en de richting die zij opgaat. Alle gedoopten zijn geroepen tot heiligheid, tot evangelische volmaaktheid (hoofdstuk V). Die algemene roeping krijgt in het religieuze leven door de beoefening van de evangelische raden een bijzondere vorm (hoofdstuk VI). De laatste twee hoofdstukken behandelen het eschatologische karakter van de Kerk. Zij is een pelgrimerende gemeenschap, die op weg is naar haar voltooiing aan het einde der tijden(hoofdstuk VII). Waartoe de Kerk als geheel is geroepen, wordt in Maria op personale wijze reeds zichtbaar. Over haar spreekt hoofdstuk VIII, het slothoofdstuk. De Constitutie over de Kerk [617] bestaat dus uit acht hoofdstukken. Geen enkel hoofdstuk kan gemist worden bij een evenwichtige visie op de Kerk.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
We hebben de opbouw van Lumen Gentium [617] in herinnering geroepen omdat we veel waarde hechten aan een juiste visie op de Kerk. Bisschoppen, leken en de overige leden van de Kerk hebben elkaar nodig, hebben ieder een eigen zending en taak en behoren tot het éne Volk van God. Het is verder van belang te weten dat Vaticanum II [d:4] niet alleen spreekt over de Kerk als Volk van God, maar ook over de Kerk als Lichaam van Christus en als Tempel van de heilige Geest. Bovendien verstaat de Kerk zichzelf als sacrament. Geheel aan het begin van het eerste hoofdstuk van Lumen Gentium [617] komt de diepzinnige en verstrekkende formulering voor: “In Christus is de Kerk als het ware het sacrament, dat wil zeggen het teken en het instrument, van de innige vereniging met God en van de eenheid van heel het menselijk geslacht” Lumen Gentium [[617|1]].
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Vertaald naar parochies toe impliceert deze sacramentaliteit van de Kerk dat parochies de taak hebben om naast de verzoening met God verzoening in woonwijken, dorpen en andere verbanden te bevorderen. We maken graag attent op nog een aspect. Een mens leeft zowel in een bepaald dorp of een bepaalde wijk, als in een bepaalde regio of land en is tevens wereldburger. In een evenwichtige katholieke kerkvisie weerspiegelt zich dit in het gegeven dat een katholiek gedoopte in de regel zowel behoort tot een bepaalde parochie, als tot een bisdom, als tot de wereldkerk. Een bisschop heeft tot taak de eenheid van het bisdom te bewerken en er borg voor de staan. Tot de opdracht van de paus behoort het de eenheid van de universele Kerk vorm te geven en te dienen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Op bepaalde plaatsen lijkt de brochure Kerk &Ambt te kiezen voor een min of meer autonoom karakter van de parochiegemeenschappen – men spreekt in dat verband wel van een congregationalistische kerkopvatting –, maar volgens het officiële katholieke zelfverstaan dient er een organische wisselwerking te zijn tussen de drie niveaus van kerk-zijn: Het niveau van de parochie, dat van het bisdom en dat van de universele Kerk. Natuurlijkzijn spanningen in de praktijk soms moeilijk te vermijden. De Kerk als communio, als geloofsgemeenschap krijgt gestalte in het zoeken naar een evenwicht tussen de drie genoemde niveaus. Vooral streeft zij als gemeenschap naar een verdieping van haar verworteling in de gemeenschap van de drieene God, de volmaakte en levengevende communio van Vader, Zoon en heilige Geest.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 De Eucharistie: bron en hoogtepunt van heel het christelijk leven
9
Met recht benadrukt de brochure Kerk & Ambt het belang van “het vieren van de Eucharistie als sacrament van eenheid en verbondenheid met elkaar en met Christus” (blz. 31) voor de parochiegemeenschap. De zondagse viering van de Eucharistie vormt het centrum van het leven van de katholieke geloofsgemeenschappen. Het Tweede Vaticaans Concilie doet de veelzeggende uitspraak dat de Eucharistie “bron en hoogtepunt is van heel het christelijk leven” Lumen Gentium [[617|11]]. In de H. Schrift lezen we over het belang van het “breken van het brood” voor de eerste christengemeenschap van Jeruzalem: “Zij legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en in het gebed” (Hand. 2, 42) [b:Hand. 2, 42] (Hand. 2, 46) [[b:Hand. 2, 46]].De zondagse Eucharistieviering brengt mensen in hun verscheidenheid in gemeenschap samen. Zij worden gesterkt met de kracht van de heilige Geest in hun houding van geloof, hoop en liefde. De Constitutie over de liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] vat dit kernachtig samen, door te schrijven dat de christenen op de dag des Heren samenkomen “om het woord van God te aanhoren en aan de Eucharistie deel te nemen en zo het lijden, de verrijzenis en de heerlijkheid van de Heer Jezus te gedenken en dank te brengen aan God, die hen ‘door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft verwekt tot een nieuw leven van hoop’ (1 Pt. 1, 3) [b:1 Pt. 1, 3]”. Er bestaat dus een intrinsieke band tussen de zondag, het Paasmysterie, de Eucharistie, de Kerk en de maatschappelijke taak van de christenen. De formulering uit de brochure Kerk & Ambt “In ons verstaan van de Eucharistie is zij een broederlijk en zusterlijk delen van brood en wijn waarbij Jezus in ons midden is” (blz. 30) karakteriseren wij als te mager. De Eucharistie heeft een diepere betekenis en daar dienen we ons van bewust te zijn.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 De éne Eucharistie en haar vele aspecten
10
Juist als bijdrage aan een nieuwe eucharistische catechese of, zoals hij het zelf noemt, om een “eucharistische verwondering op te wekken”9 heeft paus Johannes Paulus II in 2003 de encycliek Ecclesia de Eucharistia [87]. Over de Eucharistie in haar verhouding tot de Kerk geschreven. Het kan beschouwd worden als zijn persoonlijk testament, maar meer nog is het rondschrijven een betrouwbare samenvatting van het geloof van de Kerk in het centrale sacrament. Dit sacrament vormt het hart van het christelijk leven, “want in de heilige Eucharistie ligt heel het geestelijk goed van de Kerk vervat, namelijk Christus zelf, ons Paaslam en het levend brood dat het door zijn Vlees in de heilige Geest tot leven gebrachte en tot leven wekkende leven schenkt aan de mensen. Daarom is de blik van de Kerk voortdurend gericht op de Heer die in het Sacrament van het altaar aanwezig is; daarin ontdekt zij de volledige manifestatie van zijn oneindige liefde” Ecclesia de Eucharistia [[87|1]]. De Eucharistie is rijk aan betekenis. Zij is dankzegging aan de Vader, maaltijd met Christus en met elkaar, viering in de kracht van de heilige Geest van de eucharistische tegenwoordigheid van Jezus Christus, gedachtenis aan Zijn offer en sacrament van eenheid en liefde. Wellicht kan de diepe betekenis van de Eucharistie pas tenvolle begrepen worden in de eucharistische aanbidding. Hierbij verwijlen we in stilte bij het mysterie van Christus’ liefdevolle tegenwoordigheid onder de eucharistische gedaante van brood. Dat de eucharistische aanbidding bron van grote sociale inzet kan zijn wordt bijvoorbeeld duidelijk in het leven van de zusters van Moeder Teresa. Juist in de aanbidding vinden de Missionaries of Charity, zoals de officiële naam van de congregatie luidt, kracht voor hun liefdevolle inzet onder de outcasts in India en vele andere landen. Wij bemerken bovendien dat veel nieuwe katholieke bewegingengrote waarde hechten aan de eucharistische aanbidding voor hun spiritualiteit en hun maatschappelijk engagement. Daarom bevelen wij de parochiegemeenschappen van harte aan, om met volharding te trachten de eucharistische aanbidding in hun liturgisch programma een plaats te geven. Wij herinneren ons de inspirerende en diepzinnige preek [600] die paus Benedictus XVI op 21 augustus2005 hield bij de afsluitende Eucharistieviering op het Marienfeld tijdens de Wereldjongerendagen in Keulen. Hij verhelderde hierin de samenhangtussen Eucharistie, het proces van persoonlijke en maatschappelijke omvorming, de cultuur van de zondag en een leven als jongere en volwassene vanuit de Eucharistie. Het is de moeite waard deze preek [600] te lezen en te overwegen.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De intrinsieke band tussen Kerk en Eucharistie
11
De vele aspecten van het sacrament van de Eucharistieworden in de genoemde encycliek [87] op een helderewijze uiteengezet. Zoals de ondertitel van hetrondschrijven reeds aangeeft gaat de bijzonderebelangstelling van paus Johannes Paulus II uit naarde onderlinge wisselwerking tussen Eucharistie enKerk. Het is immers de Kerk die de Eucharistie vierten het is de Eucharistie die de Kerk opbouwt. In datkader schrijft de paus in het derde hoofdstuk metde titel: ‘De apostoliciteit van de Eucharistie en vande Kerk’ het volgende: “De gemeente die samenkomtvoor de viering van de Eucharistie heeft, wilhet een echte eucharistische gemeente zijn, absoluutde aanwezigheid van een gewijde priesternodig die haar voorzit. Van de andere kant is degemeente uit eigen kracht niet in staat een gewijdebedienaar aan te stellen. Deze bedienaar is eengave die de gemeente ontvangt door de apostolischesuccessie die teruggaat tot de apostelen. Hetis de bisschop die, door het sacrament van de wijding,een nieuwe priester aanstelt door op hem demacht over te dragen om de Eucharistie te vieren.Daarom kan het eucharistisch mysterie in geenenkele gemeenschap gevierd worden dan door degewijde priester, hetgeen het Vierde LateraansConcilie [d:77] uitdrukkelijk heeft verklaard” Ecclesia de Eucharistia [[87|29]]. Deintrinsieke band tussen enerzijds Eucharistie enpriesterschap en anderzijds priesterschap en bisschopsambtgeeft te denken. Het impliceert datiedere Eucharistieviering van een afzonderlijkegemeenschap of parochie krachtens haar wezenaltijd gebeurt in gemeenschap met de universeleKerk. Het concrete criterium voor de gemeenschapin de Kerk is de eenheid met de plaatselijke bisschop.De in de Eucharistie reeds geschonken diepecommunio tussen bisschop en parochie roept beidenop zich krachtig in te zetten, opdat dezeonderlinge verbondenheid ervaarbaar en vruchtbaarkan worden.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Het priesterambt: niet slechts functioneel maar vooral sacramenteel van karakter
12
Zoals andere gemeenschappen van mensen hebbenook geloofsgemeenschappen behoefte aan leiders.Omdat parochies geloofs-gemeenschappen zijnhebben zij als zodanig een eigen karakter, een kerkelijkkarakter. De geloofsgemeenschap wordtonder meer gekenmerkt door het streven naar denavolging van Christus en door de gave en deopgave van de waarden van het evangelie. Voor degewijde ambtsdragers betekent dit dat zij nietzozeer managers zijn, maar allereerst getuigen vande verrezen Christus, bedienaars die de sacramententoedienen in de persoon van Christus en herdersvan de medegelovigen die aan hun zorgen zijntoevertrouwd. Kernachtig gezegd: het priesterambtis niet slechts functioneel maar op de eerste plaatssacramenteel van karakter.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Het gemeenschappelijke priesterschap en het ambtelijke priesterschap
13
Een blik op de H. Schrift kan een en ander verduidelijken.Paulus spreekt over de levensvernieuwendebetekenis van het doopsel: “Gij weet toch, datde doop, waardoor wij één zijn geworden metChristus Jezus, ons heeft doen delen in zijn dóód?Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven,opdat ook wij, zoals Christus door de machtvan zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuwleven zouden leiden” (Rom. 6, 3 v) [b:Rom. 6, 3 v]. Krachtens hetdoopsel en het vormsel hebben alle christenen deelaan het profetische, priesterlijke en koninklijkeambt van Jezus Christus. Het Tweede VaticaansConcilie spreekt in dit verband over het “gemeenschappelijkepriesterschap van de gelovigen” Lumen Gentium [[617|10]]. Alle christenen zijn geroepenbij te dragen aan de opbouw van een inspirerendekerkgemeenschap en een humane samenleving.Als bisschoppen spreken we graag onzewaardering uit voor de grote inzet van de vele vrijwilligers(m/v) in de parochies.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De evangeliën laten zien dat grote groepenmensen naar Jezus toekwamen. Het Nieuwe Testamentlaat echter ook zien dat Hij uit de grote groepvan volgelingen twaalf personen koos en uitnodigdeHem op een bijzondere wijze na te volgen. Zijworden geroepen om alles achter te laten en vanheel nabij Zijn leven mee te maken door Hem tevergezellen. Vanuit de persoonlijke gemeenschapmet Hem en na bijzondere onderrichtingen wordenzij uitgezonden om te verkondigen en de wereld tegenezen van de macht van het kwaad. Marcusschrijft: “Jezus ging de berg op en riep tot zich dieHij zelf wilde; en zij kwamen bij Hem. Hij stelde ertwaalf aan om Hem te vergezellen en door Hemuitgezonden te worden om te prediken, met demacht de duivels uit te drijven” (Mc. 3, 13-19) [b:Mc. 3, 13-19]. Inzijn evangelie beschrijft Lucas hoe Jezus tijdens hetlaatste avondmaal de Eucharistie instelde en zijnapostelen de opdracht gaf: “doet dit tot eengedachtenis aan Mij” (Lc. 22, 15-23) [b:Lc. 22, 15-23]. Het Matteüsevangelieeindigt met de uitzending van de leerlingen:“Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijnleerlingen en doopt hen in de naam van de Vaderen de Zoon en de heilige Geest en leert hun teonderhouden alles wat Ik U bevolen heb. Ziet, Ikben met u alle dagen tot aan de voleinding derwereld” (Mt. 28, 19 v) [b:Mt. 28, 19 v]. De kerkelijke traditie is opgrond van deze en andere Schriftteksten tot deovertuiging gekomen, dat Jezus behalve de algemeneroeping van alle leerlingen ook de bijzondereroeping van een kleine groep heeft gewild. Aan henwordt gevraagd de Heer op een bijzondere wijze nate volgen. De leer van het ministeriële priesterschapvan de gewijde ambtsdragers is hierop gebaseerd.Temidden van het gehele volk van God, zettende ambtsdragers in zekere zin de bijzonderezending van de twaalf, van de apostelen voort.Zoals de gelovigen door de sacramenten van hetDoopsel en het Vormsel deel krijgen aan hetgemeenschappelijke priesterschap, zo verleent hetsacrament van de Wijding de waardigheid en dezending van het ambtelijke priesterschap.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] vat de verhouding tussen ambtsdragers en de geloofsgemeenschap bondig samen en leert: “Het gemeenschappelijke priesterschap van de gelovigen en het ambtelijke of hiërarchische priesterschap zijn weliswaar in wezen en niet slechts in graad van elkaar verschillend. Doch ze zijn op elkaar aangewezen en het ene zowel als het andere heeft op zijn bijzondere wijze aan Christus’ priesterschap deel” Lumen Gentium [[617|10]]. Het ritueel waarmee het gewijde ambt wordt overgedragen is de handoplegging en het wijdingsgebed. Door het sacrament van de wWjding komt de ambtsdrager in een bijzondere relatie te staan tot Christus, die hij van nabij wil navolgen, en in een bijzondere relatie tot de kerkgemeenschap, waartoe hij behoort en die hij met toewijding wil dienen. Hij wordt in staat gesteld om zowel Christus als de kerkgemeenschap te representeren. Kerk en theologie gebruiken hiervoor de formulering, dat de ambtsdrager met name bij de bediening van de sacramenten handelt in persona Christi capitis (dat wil zeggen niet op persoonlijke titel, maar in de persoon van Christus, die het hoofd van de Kerk is) en in persona ecclesiae (dat wil zeggen hij representeert de Kerk voor God en voor de wereld). In de reeds genoemde Brief "In Christus naam" [2375] zijn we hier uitvoerig op ingegaan.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Functioneel en/of sacramenteel?
16
De brochure Kerk & Ambt gaat uit van de these datde kerkelijke ambtsbediening met name in het eerstemillennium een tamelijk grote wisselendevormgeving heeft gekend. Dat zou dan een drastischnieuwe vormgeving in het heden moetenrechtvaardigen. Wij constateren echter dat de brochureeen foutieve visie huldigt, namelijk de veronderstellingvan een zeer grote mate van ‘kneedbaarheid’van het ambt. In het eerste millenniumzullen er ongetwijfeld accentverschuivingen inambtsvisie en verschillen in de concrete vormgevingvan het ambt zijn geweest, maar ten diepstegeldt wat Vaticanum II schrijft over de oorsprongen de ontwikkeling van het gewijde ambt: “Zowordt het door God ingestelde kerkelijke ambt inverscheidene wijdingsorden uitgeoefend doordegenen die reeds van oudsher (ab antiquo) als bisschoppen,priesters en diakens bekend staan” Lumen Gentium [[617|28]]. Men kan hiervoor verwijzennaar Ignatius van Antiochië (ca. 110), die al getuigenisaflegt van het bestaan van een drieledigambt: een bisschop (episkopos) als leider van deplaatselijke Kerk, de presbyters (de latere priesters)die hem daarbij ondersteunen en de diakens dienaast bepaalde liturgische functies vooral zorgenvoor de caritatieve dienstverlening. Het is tebetreuren dat het rapport van de dominicanen tezeer uit gaat van een functionele benadering vande voorganger: hij of zij moet leiding geven. Vaticanum II [d:4] heeft de functionele dimensie van hetkerkelijke ambt niet ontkend, maar primair hetsacramentele karakter van het gewijde ambt benadrukt:de priester is allereerst getuige van de verrezenHeer en pas op de tweede plaats een bestuurder.Hij is bij de bediening van de sacramentenprimair een teken en een instrument in Gods hand.Over Eucharistie en priesterschap kan men daaromniet naar eigen inzichten beschikken.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Het document Kerk & Ambt eindigt met ‘criteriawaaraan een gemeentevoorganger moet voldoen’en stelt onder meer: “Voorgangers in lokalevieringen dienen bezielde gelovigen te zijn. Of zevrouw of man zijn, homo of hetero, gehuwd ofongehuwd zijn, doet niet ter zake. Wat wel ter zakedoet, is een aanstekelijke geloofshouding” (blz. 36).Het vervolgt met: “Mocht de bisschop de wijding ofinordening weigeren op grond van argumenten dieniet het wezen van de Eucharistie raken, zoals decelibaatsverplichting, dan mogen de parochies eropvertrouwen dat zij toch echt en waarachtig Eucharistievieren wanneer zij biddend brood en wijndelen” (blz. 37). De auteurs benadrukken “dat ditpleidooi is gebaseerd op uitspraken van het TweedeVaticaans Concilie [d:4]” (blz. 37). Uit wat in het voorafgaandeis gezegd over Kerk, Eucharistie en priesterschapmoge duidelijk zijn, dat men zich voor dezevrijzinnige visies beslist niet kan beroepen op theologisch-historische ontwikkelingen of op Vaticanum II [d:4]. Het pleidooi is in strijd met het geloof vande Rooms-Katholieke Kerk.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Positief tegenover de geldende criteria van toelating tot het gewijde ambt
18
Bij de opbouw van de Kerk is het gewijde ambt van grote, ja wezenlijke betekenis. De zorg voor goede ambtsdragers is daarom een belangrijke opdracht voor de gehele geloofsgemeenschap. In de Latijnse katholieke Kerk worden slechts tot de priesterwijding toegelaten zij die man zijn, een degelijke opleiding hebben genoten en bereid zijn tot het onderhouden van het celibaat. Men spreekt van de drie toelatingscriteria tot het gewijde ambt. In de volgende alinea’s zullen wij onze visie hierop geven. Zoals zal blijken staan wij positief tegenover de geldende criteria van toelating tot het gewijde ambt, omdat zij van bijzondere spirituele, theologische en pastorale betekenis zijn. We worden in onze opvattingen bevestigd door Vaticanum II [d:4], dat de criteria heeft onderstreept. Wij stellen vast dat de brochure Kerk & Ambt deze criteria ten onrechte niet aanvaardt (vgl. blz. 31-37). Recente belangrijke documenten als de Codex [30] en de Catechismus van de Katholieke Kerk [1] spreken duidelijke taal ten gunste van de geldende criteria. Ook recente gezagvolle kerkelijke organen als Bisschoppensynodes [d:63] willen er aan vasthouden en hebben de criteria bevestigd. Als bisschoppen van Nederland realiseren we ons dat door sommigen in ons land wordt gepleit voor verruiming van de toelatingsnormen voor de gewijde ambten. In verbondenheid met de wereldkerk willen wij echter bewust vasthouden aan de geldende regelingen. Verschillende aspecten van dit thema hebben we behandeld in de brief "In Christus naam" [2375]. Wij verwijzen naar deze brief en naar andere kerkelijke teksten voor een uitvoerige behandeling van de thematiek van de toelatingscriteria.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Wij beperken ons hier tot het volgende: In deLatijnse Kerk zijn de bisschops- en priesterwijdingverbonden met het charisma van het celibaat. Datwil zeggen met de plicht, ongehuwd en in volkomenkuisheid te leven. Het gaat om een vrijwilligongehuwd-zijn “omwille van het Rijk der hemelen” (Mt. 19, 12) [[b:Mt. 19, 12]]. Het is een bijzonder teken van denavolging van Jezus, die zelf ongehuwd leefde, eneen teken van de volkomen beschikbaarheid voorGod en de mensen. Het celibaat is eveneens eeneschatologisch teken omdat het de overtuiginglevend houdt, dat “de wereld die wij zien voorbijgaat” (1 Kor. 7, 31) [b:1 Kor. 7, 31] en het Rijk Gods op komst is. Hetis van existentiële betekenis omdat het aan betrokkeneals het ware telkens vraagt of het Rijk Godsecht die parel is, waarvoor hij al het andere heeftprijsgegeven (Mt. 13, 44-46) [[b:Mt. 13, 44-46]]. Het is voorts eenteken van solidariteit, want het celibaat maakt depriester vrij voor de totale dienst aan “de zaak desHeren” (1 Kor. 7, 32) [b:1 Kor. 7, 32]. Vaticanum II [d:4] heeft de celibaatsverplichtingvoor kandidaten voor het priesterschapopnieuw goedgekeurd en bekrachtigd. Het Decreet over het ambt en het leven van de priesters [704]stelt, dat het celibaat “om meerdere redenenpast bij het priesterschap” Presbyterorum Ordinis [[704|16]]. Wij zijn ervanovertuigd dat het huidige priestergebrek een symptoomis van een diepere en bredere crisis, die nietgeïsoleerd en apart opgelost kan worden door eenuiterlijke verandering van een wet. Het gegevendat niet alleen de ongehuwde staat, maar ookhuwelijk en gezin in een crisis verkeren lijkt onzevisie te bevestigen. Een verlevendiging van hetgeloof van de gedoopten en een intensivering vanhet zoeken naar het Rijk Gods, dienen bij hetgesprek over de ambtsproblematiek op de eersteplaats te komen.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Het thema ‘vrouw en priesterschap’ heeft in devoorbije decennia veel pennen en tongen in beweginggebracht. De R.-K. Kerk verwerpt iedere vormvan discriminatie van de vrouw, maar is er tendiepste van overtuigd dat het priesterschap nietbehoort tot het domein van de rechten van demenselijke persoon en in die zin opeisbaar zou zijn.Het behoort tot een andere orde, die van de heilseconomie,en kan slechts vanuit een diep inzicht inde heilseconomie juist verstaan worden. Metbetrekking tot het genoemde thema doet de Congregatievoor de Geloofsleer in 1976 in de verklaring Inter Insigniores [223] belangrijke uitspraken. Zijconcludeert dat de Kerk “zichzelf niet beschouwtals het gezag dat vrouwen toe kan laten tot depriesterwijding”. Als argumenten worden ondermeer genoemd: het in het Nieuwe Testament gegevenvoorbeeld van Christus die alleen mannen totapostel koos en de constante praktijk van de Kerkdie in navolging van Christus alleen mannen heeftgekozen. De Romeinse verklaring stelt, dat depraxis van Jezus en de oerkerk niet is ingegevendoor de socio-culturele context van die tijd en datzij van normatieve betekenis is voor de latere Kerk.Van groot belang voor het thema vrouw en priesterschapis Ordinatio Sacerdotalis [231], apostolischeBrief over de priesterwijding die exclusief aanmannen is voorbehouden, die in 1994 verscheen.Paus Johannes Paulus II besluit dit korte schrijvenmet: “Teneinde iedere twijfel over een kwestie vangroot belang, die de goddelijke constitutie van deKerk betreft, weg te nemen, verklaar ik op grondvan mijn taak om mijn broeders te bevestigen (Lc. 22, 32) [[b:Lc. 22, 32]], dat de Kerk op geen enkele manierbevoegd is om aan vrouwen de priesterwijding teverlenen en dat alle gelovigen van de Kerk zich aandit standpunt dienen te houden als zijnde definitief.” Ordinatio Sacerdotalis [[231|4]]
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Wij herhalen wat we geschreven hebben in debrief "In Christus naam" [2375]: “De bisschoppen vindendat vermeden moet worden dat de kwestie van detoelating van de vrouw tot het priesterschapgebruikt wordt als instrument in een emancipatiestrijd. Zij hopen dat het thema niet de aandachtafleidt van de maatschappelijke en kerkelijke terreinenwaar het ontbreekt aan erkenning van devolwaardige plaats van de vrouw en zij wijzen hungeloofsgemeenschap op de noodzaak solidair tezijn met de kerkelijke traditie van zoveel eeuwenen zoveel plaatsen” (blz. 30). Wij bisschoppen houdenvast aan de geldende toelatingscriteria. En deafname van het aantal priesters dan? Op hetbelang van roepingenpastoraat en het creëren vaneen gunstig klimaat waarin roepingen tot hetgewijde ambt kunnen ontluiken en groeien en metvertrouwen beantwoord kunnen worden, komenwe in het volgende hoofdstuk terug.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 5 Samen werken aan de uitdagingen waar bisdommen en parochies voor staan
22
Welke uitspraken kunnen we doen met betrekking tot de toekomstkansen van de Kerk in Nederland en andere West-Europese landen? Ten diepste mogen we vertrouwen op de belofte die de verrezen Christus deed bij de uitzending van Zijn leerlingen: “Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld” (Mt 28,20). Een blik op de lange geschiedenis van de Kerk leert ons bovendien, dat er voortdurend ups en downs zijn geweest. Deze vertrouwenwekkende en relativerende opmerkingen nemen niet onze zorgen weg, die we hebben op korte termijn. Ondanks positieve tekenen zoals een nieuw verlangen naar zingeving en spiritualiteit en de uitstraling van overtuigde en overtuigende christenen, baren culturele verschijnselen als individualisme, materialisme en secularisering ons zorgen. Met vele anderen delen wij de zorg met betrekking tot de kwetsbaarheid van de Kerk. Het is niet gemakkelijk de genoemde kwesties tot een oplossing te brengen; er zijn geen pasklare antwoorden. De oplossingsrichting, die de auteurs van de brochure Kerk & Ambt hebben aangegeven, is onaanvaardbaar. Het is van fundamenteel belang uit te gaan van de beschreven kernwaarden van Eucharistie en kerkelijk ambt. Een uitvoerige behandeling van de concrete uitdagingen in de naaste toekomst waar katholiek Nederland voor staat, overschrijdt het bestek van deze brief. We willen ons hier beperken tot enkele overwegingen met betrekking tot een viertal beleidslijnen, te weten:
- hernieuwde inzet voor de vitalisering van de parochies,
- verdieping van het roepingenpastoraat,
- voortzetting van de herstructurering van de parochies,
- gezamenlijke inzet voor de toekomst van parochies en diocesen.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Pleidooi voor een gezamenlijke inzet
23
De huidige uitdagingen waar parochies en bisdommen voor staan vragen om een goed overleg, een vruchtbare samenwerking en een efficiënte aanpak van de problemen door alle betrokkenen. Bisschoppen, priesters, diakens, pastoraal werkers (m/v), catecheten, parochiebestuursleden, theologen, vrijwilligers, et cetera hebben elkaar hard nodig. Zij dienen elkaars bevoegdheden, competenties en charisma’s te respecteren. Kennis van katholieke waarden en posities kan onvruchtbare en tijdverslindende discussies doen voorkomen. Door te streven naar een goede samenwerking kan de onderlinge verbondenheid en de vreugde om het gemeenschappelijke geloof groeien. Omdat de directe aanleiding van dit schrijven indringende vragen waren met betrekking tot het priesterambt in relatie tot de Eucharistie, hebben we nog maar weinig aandacht besteed aan de plaats van de pastoraal werkers (m/v). Wij herinneren er graag aan dat we aan hun status, statuut en taken in 1999 een eigen beleidsnota hebben gewijd onder de titel: Meewerken in het pastoraat [2376]. De pastoraal werker is een leek die op basis van Doopsel en Vormsel en krachtens een bisschoppelijke zending vanuit zijn/haar deskundigheid en gevoed door zijn/haar spiritualiteit een specifieke bijdrage levert aan de opbouw van de Kerk en haar zending in de samenleving. Wij verwijzen naar de inhoud van deze nota en roepen hier graag onze waardering voor hen in herinnering: “De functie van pastoraal werk(st)er doet de Kerk goed en is van blijvende waarde voor de kerkelijke gemeenschap.”
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Herstructurering
24
Vanuit de invalshoek en specifieke deskundigheidvan de kerkopbouw wordt de laatste decenniagewezen op het belang van reorganisatie of herstructureringvan de pastorale zorg in de parochies.Als gevolg van onder meer de teruggang in hetkerkbezoek, het teveel aan kerkgebouwen, hetgrote aantal liturgische vieringen, de soms kleineparochies en het dalend aantal priesters zijnsamenwerking, federatie en/of fusies van parochiesonontkoombaar. Deze processen doen zich voor inalle West-Europese landen. We verwijzen exemplarischnaar een Duitse en een Belgische brochure.Door het secretariaat van de Duitse Bisschoppenconferentiewerd in 2007 de nota ‘Mehr als Strukturen…’Neuorientierung der Pastoral in den (Erz-)Diözesen. Ein Überblick16 uitgegeven. Schematischwordt in deze studie onder de driedeling ‘principes– structuren – uitvoering’ een kort overzicht gegevenvan de concrete plannen van alle Duitse bisdommen. De Belgische bisschoppen schreven inhetzelfde jaar: “Het territorialiteitsprincipe zal welnooit helemaal worden verlaten, de mens woontimmers altijd ergens. Maar de concrete vormgevingvan de parochies zal wijzigen. Schaalvergroting ensamenwerking tussen gemeenschappen dringenzich op, ook al door het geringer aantal priesters.Gemeenschappen worden complementair en werkensubsidiair.” Aldus kan men lezen in: Hij heeftons krachtig moed willen inspreken. Een brief aande priesters ter bemoediging, een mooie brief vande Belgische bisschoppen die wij graag ter lezingen bespreking aanbevelen. Samenwerking en herstructureringvan parochies en teamvorming is eenthematiek die uiteraard ook in de Nederlandse diocesenvan alle betrokkenen veel energie, overleg enaandacht vraagt. De verschillende nota’s met eigendiocesane accenten kunnen bij de afzonderlijkebisdombureaus worden opgevraagd.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Vitalisering van parochies
25
Hoe belangrijk goede structuren ook mogen zijn, uiteindelijk staan zij ten dienste van het doorgeven van het Evangelie, het vieren van de Sacramenten, het verlenen van pastorale zorg en het uitvoeren van de diaconale opdracht. Vitalisering of revitalisering van parochies is de belangrijkste beleidslijn van ons als bisschoppen. We willen de totstandkoming of de continuering van krachtige parochies en/of parochieverbanden bevorderen. We zien hiertoe diverse mogelijkheden en instrumenten. De belangrijkste willen we in het kort de revue laten passeren.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25a
a) Allereerst zijn we dankbaar dat er in de huidige parochies vele toegewijde vrijwilligers zijn. Deze mannen en vrouwen, jongeren, volwassenen en senioren steken veel tijd en energie in de opbouw van parochies. Zoals bij de eerste generaties christenen zien we ook in onze tijd een hoge graad van betrokkenheid van veel gelovigen bij hun gemeenschap. Dat is verheugend.
Referenties naar alinea 25a: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25b
b) Voorts kunnen de verschillende nieuwe ‘kerkelijke bewegingen’ en manifestaties zoals de Katholieke Jongerendagen en de Wereld Jongeren Dagen [d:64] bijdragen aan de gewenste vitalisering van de parochies. Bepaalde groepen van jongeren en volwassenen zijn op zoek naar de zin van het leven en zijn ontvankelijk voor de boodschap van Jezus Christus en van de Kerk. Zij worden op hun geloofsweg niet gehinderd door een mogelijke ballast uit het verleden. Zij willen zich als christenen engageren voor kerkgemeenschap en samenleving.
Referenties naar alinea 25b: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25c
c) De zogenaamde Small Christian Communities die voor een deel gerelateerd zijn aan de nieuwe kerkelijke bewegingen vormen eveneens een waardevol instrument in het kader van een verlevendiging van de parochiegemeenschappen. Small Christian Communities kunnen worden omschreven als: “kleine groepen (8-15 mensen) die op een of andere manier een binding hebben met de R.-K. Kerk en die regelmatig (eens per 1 à 2 weken of in blokken van bijeenkomsten) bij elkaar komen om te bidden en het geloof met elkaar te delen.” Deze manieren van faith-sharing kunnen bij de onontkoombare schaalvergroting zorgen voor de eveneens vaak gewenste schaalverkleining en/of schaalverfijning.
Referenties naar alinea 25c: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25d
d) Een heel belangrijk instrument bij de opbouw van krachtige parochies vormt de persoonlijke en gemeenschappelijke geloofsverdieping. Catechese, toerusting en verdieping van het gebedsleven doen christenen groeien als gelovigen. Het lijkt erop dat het taboe om over God te spreken en van je geloof te getuigen in onze samenleving de laatste jaren wordt doorbroken. Des te belangrijker zijn zelfbewuste en goed gevormde katholieken. Hier liggen ook vele uitdagingen en kansen voor oecumenische samenwerking.
Referenties naar alinea 25d: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25e
e) Er zouden er nog meer te noemen zijn, maar als laatste instrument ter vitalisering van parochies willen we hier de missionaire en diaconale dynamiek noemen. Bezinning dient immers gecombineerd te worden met dienstbaarheid, evangelisatie en diaconale actie. Er dient een vruchtbare onderlinge wisselwerking te bestaan tussen de ‘beweging naar binnen’ en de ‘beweging naar buiten’. Wij hopen dat we met de Bisschoppelijke Brief over missie in de 21ste eeuw. "Getuigen van de hoop die in ons leeft!" de missionaire taak van parochies en gelovigen nieuwe impulsen kunnen geven.
Referenties naar alinea 25e: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Roepingenpastoraat
26
Alle gedoopten hebben een taak bij de vitaliseringvan de parochies. Omdat de Eucharistie het hartvormt van het leven van geloofsgemeenschappenzijn priesters belangrijk en onvervangbaar bij deopbouw van parochies. De geloofsgemeenschap zalzich vooralsnog moeten instellen op een geringeraantal priesters. Van groot belang voor de naastetoekomst is het daarom, het roepingenpastoraat teintensiveren. Zoals reeds uiteengezet zijn wij overtuigdvan de waarde van de geldende criteria vantoelating tot het gewijde ambt. Wij pleiten ervoordat allen zich gezamenlijk inspannen voor eengunstig klimaat, waarin roepingen tot het gewijdeambt kunnen ontluiken en groeien en met vertrouwenbeantwoord kunnen worden. Hiervoor isgebed noodzakelijk en het vervangen van de voortdurendekritiek op de criteria – die juist een contraproductievewerking heeft – door een positievebejegening van het huidige priesterschap en dehuidige Kerk. Kunnen juist vitale parochies niet eengunstige voedingsbodem voor roepingen vormen?In het Marcusevangelie lezen we dat Jezus de rijkejongeman eerst liefdevol aankeek alvorens Hij hemtot consequente navolging uitnodigde (Mc. 10, 17-31) [b:Mc. 10, 17-31]. De ervaring van de persoonlijke liefde van deHeer maakt navolging in de vele vormen die er zijnmogelijk, omdat navolging dan het ‘verkopen watje bezit’ ten gunste van ‘een grotere schat’ wordt.Wij zijn ervan overtuigd dat de fascinatie voor hetEvangelie, de kracht van de Eucharistie en deeucharistische aanbidding en de ervaring van hetgedragen worden door een vitale geloofsgemeenschaphet mogelijk maken, om van harte de liefdevolleblik van Christus te beantwoorden. Het isonze overtuiging dat de bijzondere navolging vande Heer zowel voor de betreffende persoon als voorde katholieke gemeenschap tot zegen en geluk zalstrekken.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 6 Besluit: de Kerk als een oude bron met fris opborrelend water
27
In de jaren na het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] werdde Kerk wel een oude bron met fris opborrelendwater genoemd. Men greep daarbij terug op vergelijkingenvan kerkvaders uit de eerste vier eeuwenen men wilde er zijn fascinatie mee uitdrukkenvoor de eeuwenoude Kerk en het vertrouwen inhaar dikwijls bruisende leven. In onze tijd zijn ertekenen dat het vrije stromen van het bronwaterbelemmerd wordt door diverse, vooral culturele,obstakels. Maar we zien in de bron ook allerleinieuwe stromen van heilzaam water opborrelen.Uiteindelijk is het de verrezen Heer zelf die in deGeest en door Zijn Volk de samenleving het levendewater (Joh. 4, 1-42; Joh. 7, 37-39) [[b:Joh. 4, 1-42; Joh. 7, 37-39]] wil schenken.Moge Hij de inzet van ons allen voor de verdereopbouw van Zijn Kerk in ons land zegenen. We willenons als gedoopten openen voor het geschenkvan het geloof, dat we ontvangen hebben en voorde eraan corresponderende opgave. Mogen weinspiratie vinden voor wat ons gezamenlijk opgedragenis in het voorbeeld van de heilige Willibrorden moge deze patroon van de Nederlandse kerkprovincievoor ons allen een voorspreker zijn.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/2374-kerk-eucharistie-en-priesterschap-nl