Sacram Liturgiam
x
Informatie over dit document
Sacram Liturgiam
Over het van kracht worden van bepaalde voorschriften van de Constitutie over de Heilige Liturgie, door het Tweede Vaticaans Concilie goedgekeurd
Paus Paulus VI
25 januari 1964
Pauselijke geschriften - Motu Proprio
1964, Ecclesia Docens 0707, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
25 januari 1964
12 november 2018
1550
nl
Referenties naar dit document: 7
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
De voortdurende zorg van de Kerk voor de liturgie
De heilige liturgie met zorg te bewaren, te ontwikkelen en, zo nodig, te vernieuwen is onze Voorgangers in het pausschap, ons zelf en de herders der Kerk altijd zeer ter harte gegaan. Dit blijkt duidelijk zowel uit de zeer vele documenten, die hieromtrent zijn verschenen en die iedereen kent, als uit de Constitutie [570] over dit onderwerp, die het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie [d:4] in de plechtige zitting van 4 december 1963 met zeer grote bijval heeft goedgekeurd en die wij hebben laten promulgeren.
Dit vindt zijn reden hierin, dat
Daarom zal het voor iedereen duidelijk zijn, hoezeer het ons ter harte gaat, dat de gelovigen, en allereerst de priesters, zich met alle ijver toeleggen op de studie van de genoemde Constitutie [570], en dat zij verder nu reeds bereid zijn, de voorschriften ervan zo getrouw mogelijk te onderhouden, wanneer deze van kracht worden. Omdat dus alles, wat betrekking heeft op de kennis en de verbreiding van de liturgische wetten, uiteraard aanstonds van kracht moet worden, sporen wij de bisschoppen dringend aan om met de hulp van de priesters, "belast met het beheer van Gods geheimen" (1 Kor. 4, 1) [[b:1 Kor. 4, 1]], zonder uitstel er voor te werken, dat de hun toevertrouwde gelovigen, overeenkomstig ieders leeftijd, levensomstandigheden en ontwikkeling, de innerlijke aard en betekenis van de liturgie goed begrijpen en in diepe eerbied, met de geest en met het lichaam, aan de liturgische plechtigheden van de Kerk deelnemen. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|19]]]
Gelijk algemeen bekend is, kunnen zeer vele voorschriften van de Constitutie [570] niet op korte termijn in praktijk worden gebracht, omdat eerst bepaalde riten moeten worden herzien en nieuwe liturgische boeken moeten worden gemaakt. Om dit werk met de nodige wijsheid en voorzichtigheid te doen verrichten, stellen wij een bijzondere commissie in, die als voornaamste taak zal hebben, de voorschriften van de Constitutie over de heilige liturgie [570] stipt te doen uitvoeren.
Maar omdat bepaalde normen van de Constitutie [570] nu reeds kunnen worden gepraktiseerd, verlangen wij, dat deze ook inderdaad zonder uitstel in praktijk worden gebracht, om de gelovigen niet langer verstoken te laten van de vruchten van genade, die men ervan verhoopt. Daarom bevelen en bepalen wij met ons apostolisch gezag en motu proprio, dat vanaf de eerste zondag van de vasten, dat is vanaf 16 februari van dit jaar 1964, wanneer nl. de vastgestelde termijn afloopt, de volgende punten van kracht worden.
De heilige liturgie met zorg te bewaren, te ontwikkelen en, zo nodig, te vernieuwen is onze Voorgangers in het pausschap, ons zelf en de herders der Kerk altijd zeer ter harte gegaan. Dit blijkt duidelijk zowel uit de zeer vele documenten, die hieromtrent zijn verschenen en die iedereen kent, als uit de Constitutie [570] over dit onderwerp, die het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie [d:4] in de plechtige zitting van 4 december 1963 met zeer grote bijval heeft goedgekeurd en die wij hebben laten promulgeren.
Dit vindt zijn reden hierin, dat
"wij in de aardse liturgie als door een voorsmaak deelhebben aan de hemelse liturgie, die gevierd wordt in de heilige stad Jerusalem, waarheen wij als pelgrims op weg zijn, waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods als bedienaar van het heiligdom en de ware tabernakel; met heel de menigte van de hemelse legerscharen zingen wij een hymne van glorie voor de Heer; terwijl wij de gedachtenis vieren van de heiligen, verhopen wij een deelgenootschap en gemeenschap met hen; wij verwachten als Heiland onze Heer Jezus Christus, totdat Hij, ons leven, zelf verschijnt en wij met Hem zullen verschijnen in heerlijkheid". Sacrosanctum Concilium [[570|8]]Hierdoor zullen de gelovigen, die God, bron en grond van alle heiligheid, aldus vereren, getrokken en als het ware gedreven worden tot het verkrijgen van deze heiligheid, en zullen zij op deze aardse pelgrims tocht "wedijveren met het hemelse Sion". Uit de hymne van de lauden op.. Uit de hymne van de lauden op het feest van Kerkwijding
Daarom zal het voor iedereen duidelijk zijn, hoezeer het ons ter harte gaat, dat de gelovigen, en allereerst de priesters, zich met alle ijver toeleggen op de studie van de genoemde Constitutie [570], en dat zij verder nu reeds bereid zijn, de voorschriften ervan zo getrouw mogelijk te onderhouden, wanneer deze van kracht worden. Omdat dus alles, wat betrekking heeft op de kennis en de verbreiding van de liturgische wetten, uiteraard aanstonds van kracht moet worden, sporen wij de bisschoppen dringend aan om met de hulp van de priesters, "belast met het beheer van Gods geheimen" (1 Kor. 4, 1) [[b:1 Kor. 4, 1]], zonder uitstel er voor te werken, dat de hun toevertrouwde gelovigen, overeenkomstig ieders leeftijd, levensomstandigheden en ontwikkeling, de innerlijke aard en betekenis van de liturgie goed begrijpen en in diepe eerbied, met de geest en met het lichaam, aan de liturgische plechtigheden van de Kerk deelnemen. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|19]]]
Gelijk algemeen bekend is, kunnen zeer vele voorschriften van de Constitutie [570] niet op korte termijn in praktijk worden gebracht, omdat eerst bepaalde riten moeten worden herzien en nieuwe liturgische boeken moeten worden gemaakt. Om dit werk met de nodige wijsheid en voorzichtigheid te doen verrichten, stellen wij een bijzondere commissie in, die als voornaamste taak zal hebben, de voorschriften van de Constitutie over de heilige liturgie [570] stipt te doen uitvoeren.
Maar omdat bepaalde normen van de Constitutie [570] nu reeds kunnen worden gepraktiseerd, verlangen wij, dat deze ook inderdaad zonder uitstel in praktijk worden gebracht, om de gelovigen niet langer verstoken te laten van de vruchten van genade, die men ervan verhoopt. Daarom bevelen en bepalen wij met ons apostolisch gezag en motu proprio, dat vanaf de eerste zondag van de vasten, dat is vanaf 16 februari van dit jaar 1964, wanneer nl. de vastgestelde termijn afloopt, de volgende punten van kracht worden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Art. I - Het onderwijs in de liturgie
Wat betreft de voorschriften van artikel 15 [570|15], 16 [570|16] en 17 [570|17] omtrent het onderwijs in de liturgie op de seminaries, in de studiehuizen van de religieuzen en aan de theologische faculteiten, willen wij, dat in deze instellingen reeds nu het studieplan zó wordt opgesteld, dat deze voorschriften vanaf het eerstvolgende studiejaar systematisch en met zorg worden uitgevoerd.
Wat betreft de voorschriften van artikel 15 [570|15], 16 [570|16] en 17 [570|17] omtrent het onderwijs in de liturgie op de seminaries, in de studiehuizen van de religieuzen en aan de theologische faculteiten, willen wij, dat in deze instellingen reeds nu het studieplan zó wordt opgesteld, dat deze voorschriften vanaf het eerstvolgende studiejaar systematisch en met zorg worden uitgevoerd.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Art. II - Commissies voor liturgie, gewijde muziek en gewijde kunst
Eveneens bepalen wij, dat, op grond van de voorschriften van artikel 45 [570|45] en 46 [570|46], er in ieder bisdom een commissie moet zijn, met als taak om, onder leiding van de bisschop, de liturgie steeds beter te doen kennen en te bevorderen.
Het kan wenselijk zijn, dat meerdere bisdommen tot dit doel één gemeenschappelijke commissie instellen.
Bovendien moeten er in ieder bisdom, voorzover mogelijk, nog twee commissies zijn: een voor de gewijde muziek en een voor de gewijde kunst.
Het zal vaak nuttig zijn, deze drie commissies in een en hetzelfde bisdom tot één commissie samen te smelten.
Eveneens bepalen wij, dat, op grond van de voorschriften van artikel 45 [570|45] en 46 [570|46], er in ieder bisdom een commissie moet zijn, met als taak om, onder leiding van de bisschop, de liturgie steeds beter te doen kennen en te bevorderen.
Het kan wenselijk zijn, dat meerdere bisdommen tot dit doel één gemeenschappelijke commissie instellen.
Bovendien moeten er in ieder bisdom, voorzover mogelijk, nog twee commissies zijn: een voor de gewijde muziek en een voor de gewijde kunst.
Het zal vaak nuttig zijn, deze drie commissies in een en hetzelfde bisdom tot één commissie samen te smelten.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Art. III - De verplicht homilie op zondagen en geboden feestdagen
Eveneens willen wij, dat vanaf de bovengenoemde datum het voorschrift van kracht wordt om op zondagen en geboden feestdagen onder de Missen een homilie te houden; overeenkomstig artikel 52 [570|52].
Eveneens willen wij, dat vanaf de bovengenoemde datum het voorschrift van kracht wordt om op zondagen en geboden feestdagen onder de Missen een homilie te houden; overeenkomstig artikel 52 [570|52].
Referenties naar alinea 3: 1
Responsa ad propita dubia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Art. IV - Het toedienen van het Vormsel onder de heilige Mis
Wij bepalen, dat het gedeelte van artikel 71 [570|71], krachtens hetwelk het Sacrament van het Vormsel, naar gelang van de omstandigheden, tijdens de Mis, na de lezing van het Evangelie en de homilie, kan worden toegediend, aanstonds in werking treedt.
Wij bepalen, dat het gedeelte van artikel 71 [570|71], krachtens hetwelk het Sacrament van het Vormsel, naar gelang van de omstandigheden, tijdens de Mis, na de lezing van het Evangelie en de homilie, kan worden toegediend, aanstonds in werking treedt.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Art. V - De viering van het Huwelijk tijdens en buiten de Mis
Wat artikel 78 [570|78] betreft: het Sacrament van het Huwelijk moet in de regel tijdens de Mis gevierd worden, na de lezing van het Evangelie en het houden van de homilie.
Wordt het Huwelijk zonder Mis gevierd, dan moet, zolang heel de ritus van dit Sacrament nog niet is herzien, het volgende worden onderhouden: bij het begin van deze plechtigheid worden, na een korte aansporing vgl: par. 3 [[[570|35]]], het epistel en het Evangelie uit de huwelijksmis in de volkstaal gelezen; en daarna wordt aan het bruidspaar altijd de zegen gegeven, die in het Rituale Romanum staat onder tit. VIII, cap. III.
Wat artikel 78 [570|78] betreft: het Sacrament van het Huwelijk moet in de regel tijdens de Mis gevierd worden, na de lezing van het Evangelie en het houden van de homilie.
Wordt het Huwelijk zonder Mis gevierd, dan moet, zolang heel de ritus van dit Sacrament nog niet is herzien, het volgende worden onderhouden: bij het begin van deze plechtigheid worden, na een korte aansporing vgl: par. 3 [[[570|35]]], het epistel en het Evangelie uit de huwelijksmis in de volkstaal gelezen; en daarna wordt aan het bruidspaar altijd de zegen gegeven, die in het Rituale Romanum staat onder tit. VIII, cap. III.
Referenties naar alinea 5: 1
Inter Oecumenici ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Inter Oecumenici ->=geentekst=
Art. VI - Inkorting van het breviergebed
Ofschoon de structuur van het goddelijk officie nog niet is herzien en vernieuwd volgens artikel 89 [570|89], geven wij toch nu reeds aan hen, die niet tot het koorgebed verplicht zijn, verlof om vanaf de bovengenoemde datum de prime te laten vervallen en uit de overige Kleine Uren er één te kiezen, dat het beste aansluit bij de tijd van de dag.
Bij het geven van dit verlof vertrouwen wij, dat de priesters hun innerlijke godsvrucht zó bewaren, dat zij bij het ijverig vervullen van de plichten van hun priesterlijk ambt, uitsluitend ter liefde Gods, heel de dag doorbrengen in vereniging met Hem.
Ofschoon de structuur van het goddelijk officie nog niet is herzien en vernieuwd volgens artikel 89 [570|89], geven wij toch nu reeds aan hen, die niet tot het koorgebed verplicht zijn, verlof om vanaf de bovengenoemde datum de prime te laten vervallen en uit de overige Kleine Uren er één te kiezen, dat het beste aansluit bij de tijd van de dag.
Bij het geven van dit verlof vertrouwen wij, dat de priesters hun innerlijke godsvrucht zó bewaren, dat zij bij het ijverig vervullen van de plichten van hun priesterlijk ambt, uitsluitend ter liefde Gods, heel de dag doorbrengen in vereniging met Hem.
Referenties naar alinea 6: 2
Inter Oecumenici ->=geentekst=Inter Oecumenici ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Art. VII - De dispensatie of commutatie van het brevier
Wat eveneens het goddelijk officie betreft: de ordinarii kunnen hun onderhorigen, in afzonderlijke gevallen en om een rechtmatige reden, geheel of gedeeltelijk vrijstellen van de verplichting om het officie te bidden of deze verplichting door een andere vervangen. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|97]]]
Wat eveneens het goddelijk officie betreft: de ordinarii kunnen hun onderhorigen, in afzonderlijke gevallen en om een rechtmatige reden, geheel of gedeeltelijk vrijstellen van de verplichting om het officie te bidden of deze verplichting door een andere vervangen. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|97]]]
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Art. VIII - Het officie van de religieuzen als publiek gebed
Wat het bidden van het goddelijk officie aangaat, verklaren wij nog: de religieuzen van ieder instituut, die krachtens hun regel ofwel gedeelten van het goddelijk officie bidden ofwel een of ander klein officie, op dezelfde wijze samengesteld aIs het goddelijk officie en officieel goedgekeurd, verrichten het publieke gebed van de Kerk. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|98]]]
Wat het bidden van het goddelijk officie aangaat, verklaren wij nog: de religieuzen van ieder instituut, die krachtens hun regel ofwel gedeelten van het goddelijk officie bidden ofwel een of ander klein officie, op dezelfde wijze samengesteld aIs het goddelijk officie en officieel goedgekeurd, verrichten het publieke gebed van de Kerk. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|98]]]
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Inter Oecumenici ->=geentekst=
Magnum Principium ->=geentekst=
Canon 838 in het licht van de conciliaire en post-conciliaire bronnen ->=geentekst=
Canon 838 in het licht van de conciliaire en post-conciliaire bronnen ->=geentekst=
Het Motu Proprio Magnum Principium - Een leessleutel ->=geentekst=
Art. IX - Het gebruik van de volkstaal bij het brevier
Omdat krachtens de Constitutie, artikel 101 [570|101], aan hen, die tot het bidden van het goddelijk officie verplicht zijn, de mogelijkheid wordt gegeven, naar gelang van de verschillende gevallen, in plaats van het Latijn de volkstaal te gebruiken, achten wij het opportuun, te verklaren, dat deze verschillende vertalingen in de volkstaal door het bevoegde territoriaal kerkelijk gezag moeten worden vervaardigd en goedgekeurd, overeenkomstig artikel 36, §§ 3 en 4 [570|36]; en dat de akten van dit gezag, overeenkomstig hetzelfde artikel 36, § 3 [570|36], door de Apostolische Stoel officieel moeten worden goedgekeurd of bekrachtigd. Wij schrijven voor, dat deze bepaling onderhouden moet worden, telkens als een liturgische Latijnse tekst door het genoemde wettige gezag in de volkstaal vertaald wordt.
Omdat krachtens de Constitutie, artikel 101 [570|101], aan hen, die tot het bidden van het goddelijk officie verplicht zijn, de mogelijkheid wordt gegeven, naar gelang van de verschillende gevallen, in plaats van het Latijn de volkstaal te gebruiken, achten wij het opportuun, te verklaren, dat deze verschillende vertalingen in de volkstaal door het bevoegde territoriaal kerkelijk gezag moeten worden vervaardigd en goedgekeurd, overeenkomstig artikel 36, §§ 3 en 4 [570|36]; en dat de akten van dit gezag, overeenkomstig hetzelfde artikel 36, § 3 [570|36], door de Apostolische Stoel officieel moeten worden goedgekeurd of bekrachtigd. Wij schrijven voor, dat deze bepaling onderhouden moet worden, telkens als een liturgische Latijnse tekst door het genoemde wettige gezag in de volkstaal vertaald wordt.
Referenties naar alinea 9: 6
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Inter Oecumenici ->=geentekst=
Magnum Principium ->=geentekst=
Canon 838 in het licht van de conciliaire en post-conciliaire bronnen ->=geentekst=
Canon 838 in het licht van de conciliaire en post-conciliaire bronnen ->=geentekst=
Het Motu Proprio Magnum Principium - Een leessleutel ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Art. X - De bisschoppenconferenties
Omdat krachtens deze Constitutie vgl: par. 2 [[[570|22]]] de regeling van de liturgie binnen bepaalde grenzen ook toekomt aan de verschillende bevoegde territoriale bisschoppenconferenties, die wettig zijn opgericht, bepalen wij, dat deze conferenties tot nadere regeling nationaal moeten zijn. In deze nationale conferenties hebben krachtens het recht, naast de residerende bisschoppen, zitting en stemrecht degenen, over wie canon 292 [2620|(292)] van het kerkelijk wetboek spreekt; maar tot deze conferenties kunnen ook de bisschoppen-coadjutoren en de wijbisschoppen hulpbisschoppen hulpbisschoppen worden uitgenodigd.
In deze conferenties worden voor de rechtsgeldigheid van de decreten twee derde van de geheime stemmen vereist.
Omdat krachtens deze Constitutie vgl: par. 2 [[[570|22]]] de regeling van de liturgie binnen bepaalde grenzen ook toekomt aan de verschillende bevoegde territoriale bisschoppenconferenties, die wettig zijn opgericht, bepalen wij, dat deze conferenties tot nadere regeling nationaal moeten zijn. In deze nationale conferenties hebben krachtens het recht, naast de residerende bisschoppen, zitting en stemrecht degenen, over wie canon 292 [2620|(292)] van het kerkelijk wetboek spreekt; maar tot deze conferenties kunnen ook de bisschoppen-coadjutoren en de wijbisschoppen hulpbisschoppen hulpbisschoppen worden uitgenodigd.
In deze conferenties worden voor de rechtsgeldigheid van de decreten twee derde van de geheime stemmen vereist.
Referenties naar alinea 10: 1
Inter Oecumenici ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Art. XI - De bevoegde instanties op het gebied van de liturgie
Tenslotte willen wij er op wijzen, dat, afgezien van hetgeen wij door deze apostolische brief op liturgisch gebied hebben veranderd of waarvan wij de uitvoering hebben vervroegd, de regeling van de heilige liturgie uitsluitend berust bij het gezag van de Kerk, dat is: bij deze apostolische Stoel en, volgens de normen van het recht, bij de bisschop; en dat derhalve volstrekt niemand anders, zelfs niet een priester, op liturgisch gebied iets mag toevoegen, weglaten of veranderen. vgl: par. 1 en 3 [[[570|22]]]
Tenslotte willen wij er op wijzen, dat, afgezien van hetgeen wij door deze apostolische brief op liturgisch gebied hebben veranderd of waarvan wij de uitvoering hebben vervroegd, de regeling van de heilige liturgie uitsluitend berust bij het gezag van de Kerk, dat is: bij deze apostolische Stoel en, volgens de normen van het recht, bij de bisschop; en dat derhalve volstrekt niemand anders, zelfs niet een priester, op liturgisch gebied iets mag toevoegen, weglaten of veranderen. vgl: par. 1 en 3 [[[570|22]]]
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Slot
Alles, wat wij door dit Motu Proprio hebben bepaald, moet als geldig en rechtskrachtig beschouwd worden, ondanks alles wat er mee in strijd mocht zijn.
Alles, wat wij door dit Motu Proprio hebben bepaald, moet als geldig en rechtskrachtig beschouwd worden, ondanks alles wat er mee in strijd mocht zijn.
Gegeven te Rome, bij Sint-Pieter, op 25 januari 1964, feest van de bekering van de heilige apostel Paulus, in het eerste jaar van ons pontificaat.
Paus Paulus VI
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 7
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1550-sacram-liturgiam-nl