Il Vangelo - Wereldgebedsdag
x
Informatie over dit document
Il Vangelo - Wereldgebedsdag
Vaticaanse Basiliek
Paus Pius XII
24 november 1940
Pauselijke geschriften - Homilieën
1940, Ecclesia Docens 0136, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum, pag. 69-80
Vert.: p. van Nimwegen C.ss.R.
Vert.: p. van Nimwegen C.ss.R.
24 november 1940
8 februari 2011
1522
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
Het Evangelie van dezen dag, beminde zonen, biedt ons een groot gedeelte van de rede, die door onze Heer Jezus Christus gehouden werd als antwoord op de vragen der apostelen: wanneer de verwoesting van den prachtige tempel van Jeruzalem zou plaats hebben, zodat er geen sten op de andere zou blijven; en wat het teken zou zijn van Zijn tweede komst en van het einde der wereld. Christus sprak tot Zijn apostelen, terwijl Hij, zoals de evangelist Matheus verhaalt, gezeten was op den olijfberg, met het oog gericht op Jeruzalem en den geweldigen bouw van den tempel: een droevig toneel van goddelijke ernst, waarbij het vleesgeworden Woord Gods, als reiziger op aarde Zijn blik liet gaan over de eindeloze eeuwen, en Zich oprichtte en verhief als profeet boven de profeten. Hij, de Schepper van het heelal en van den mens, Hij die beschikt over het verleden en de toekomst, welke in Zijn hand ligt, zat daar in het middelpunt der eeuwen, om den ondergang van den ouden tempel en de verstrooiing der kinderen Israëls aan te kondigen, zoals Hij reeds eerder de stichting van den nieuwen tempel Zijner onverwoestbare Kerk, die Hij op Petrus zou bouwen, beloofd had. Hij zat daar om Zijn tweede komst aan te kondigen, wanneer ”het teken van de Mensenzoon aan den hemel zal verschijnen; en dan zullen alle geslachten der aarde jammeren, en de Mensenzoon op de wolken des Hemels zien komen met grote macht en majesteit. Dan zal Hij Zijn engelen zenden met luid schallende bazuinen, en zij zullen van de vier windstreken Zijn uitverkorenen verzamelen van het ene einde des hemels tot aan het andere.” (Mt. 24, 30-31) [b:Mt. 24, 30-31] ”Ziet, Ik heb het u voorspeld… Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen niet voorbijgaan.” (Mt. 24, 25.35) [b:Mt. 24, 25.35]
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hemel en aarde zullen voorbijgaan. Voorbijgaan zal deze aarde, waar onze voet op treedt, die onze hand doorploegt en met ons zweet besproeit; die ons oog doorvorst; deze aarde, waarvan ons staal het binnenste doorwroet en kwelt, om de graven te openen van lang vergane wouden, van monsters, die leefden in onbekende tijden, van dampen van uitgedoofde vulkanen, van metaaladers en van vloeibare vlammen die de dromen van den mens verstoren en zijn vrede in onrust doen verkeren. Voorbijgaan zal deze onze oude wereld, die voor de mensen niet genoeg meer schijnt te zijn en geen verzadiging meer schijnt te kunnen bieden aan het wilde verlangen hunner tegenstrijdige aspiraties, ten gevolge waarvan in onze dagen een strijd ontbrand is van zulke reusachtige verhoudingen, dat hij de grootste gebeurtenissen en omwentelingen uit de wereldgeschiedenis overtreft en als het ware in het duister doet verdwijnen. Voorbijgaan zal de aarde, en wij allen zullen moeten verschijnen voor den rechterstoel van Christus, opdat ieder loon of straf van Hem ontvange, al naar gelang hij goed of kwaad gedaan heeft. (2 Kor. 5, 10) [[b:2 Kor. 5, 10]] Maar niet voorbijgaan zullen de woorden van Christus, die de geschiedenis Zijner Kerk en die der wereld en de droeve wisselingen, die in de loop der eeuwen zullen plaats hebben, te voren aan de apostelen voorspelt en aankondigt. En daar, in diezelfde rede op den olijfberg, in het gezicht van Jeruzalem, spoort Hij hen aan, wèl toe te zien, dat niemand hen verleide. ”Want”, zeide Hij hun, ”gij zult horen van oorlogen en oorlogsgeruchten. Past op, verschrikt er niet van: want dit moet allemaal gebeuren, maar het is het einde nog niet.” (Mt. 24, 6) [b:Mt. 24, 6]
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Neen, de voleinding der eeuwen is nog niet gekomen. Al is Christus ten hemel opgestegen, Hij is toch alle dagen met ons, ook te midden van oorlogen en oorlogsgeruchten. Wij moeten er niet van verschrikken, zoals de apostelen er zich niet over ontsteld hebben bij de prediking van het Evangelie. Maar, al staat de ontsteltenis onzen geest niet neer, toch beseffen wij in het diepste onzer ziel, dat het tegenwoordige uur een fase is uit de ernstige geschiedenis der mensheid die door Christus is voorspeld. En het is u, beminde zonen, niet onbekend, hoezeer deze nieuwe en allerwreedste oorlog, die op Europa en de wereld weegt, noodzakelijkerwijze ook een last legt op ons hart, vanwege de vaderlijke genegenheid voor alle volken, die voortkomt uit het ambt, ons opgelegd door God. Gij weet immers heel goed, dat de smart het kind is van de genegenheid en de liefde. Of is soms het smartelijk lijden van Christus niet de vrucht van Zijn liefde voor ons? ”Zozeer heeft God de wereld liefgehad.” (Joh. 3, 16) [b:Joh. 3, 16] En heeft de goddelijke Zaligmaker bij Zijn triomfantelijke intocht in Jeruzalem, dat Hij zozeer liefhad, toen Hij de stad naderde en Zijn blikken op haar liet rusten, niet over haar geweend? Hij sprak: ”Ach, mocht ook gij op dezen dag nog erkennen, wat u tot vrede strekt.” (Lc. 19, 41) [b:Lc. 19, 41] Die onuitsprekelijke jammerklacht van de Verlosser over Jeruzalem moest noodzakelijkerwijze ook opkomen in het hart van Zijn geringe plaatsbekleder op aarde, toen deze Europa en de wereld in een ontzettende strijd gewikkeld zag. Wij voor ons hebben niets verzuimd om de vrede onder de volken te bewaren, bewust als wij ons zijn, de dienaren te zijn van een verheven Vredevorst, die, niet door het bloed van veldslagen, maar door middel van het bloed van Zijn kruis vrede bracht voor alles wat op aarde is en in de hemel. (Kol. 1, 20) [b:Kol. 1, 20] Wij hebben de kreet en de drang van ons hart gevolgd om te bewerken, dat tussen de volken die reeds zo lang verstoorde en op het ogenblik zo jammerlijk verbroken eendracht stevig zou gevestigd worden door een billijker en eenstemmig aanvaarde ordening, gebaseerd op die gerechtigheid, die de hartstochten tot bedaren brengt, de gevoelens van haat doet uitdoven, de kiemen van wrok en strijd vernietigt; een ordening wier strekking is, aan alle volken in rust, vrijheid en zekerheid het aan elk hunner hier op aarde toekomende deel te verschaffen der bronnen van macht en welvaart, ten einde hun de vervulling van het woord des Scheppers mogelijk te maken: ”Groeit en vermenigvuldigt u en vervult de aarde.” (Gen. 9, 1) [b:Gen. 9, 1] Terstond na het uitbreken van de strijd hebben onze geest en ons hart nooit opgehouden, er voor te werken, dat de goddelijke vertroostingen en de menselijke hulpmiddelen, zoveel als het ons mogelijk was, zouden worden toebedeeld aan degenen, voor wie de botsing der wapenen verliezen en smarten gebracht had. ”Want de liefde van Christus dringt ons.” (2 Kor. 5, 14) [b:2 Kor. 5, 14] Wij zijn de gemeenschappelijke vader der in Christus gelovenden, de herder van de onmetelijke schaapstal van Christus. Het zijn onze kinderen, het zijn onze schapen, zij die dichtbij en zij die verre staan, de gelovigen zowel als de verdoolden of zwervenden. Noot van de vertaler: bedoeld.. Noot van de vertaler: bedoeld zijn de Joden Jegens allen hebben wij verplichtingen van liefde, van opbeuring, van hulp, van medelijden, zowel jegens zwakken als machtigen, jegens armen en ongelukkigen, jegens geleerden en eenvoudigen. (Rom. 1, 14) [[b:Rom. 1, 14]] Dit dal van tranen aanschouwt zoo menigmaal hevige stromen van nieuwe tranen, die vragen om afgewist te worden, op het gelaat van kinderen, van moeders, van mannen, van grijsaards, die geest en leven op wrede wijze voelen ontzinken, vooral in dit felbewogen uur, nu de ontzettende strijd in plaats van af te nemen met groter verbittering voortduurt en voorwaarts schrijdt.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar als het oorlogsgedruis onze stem schijnt te overstemmen en te versmoren, wij heffen onzen blik van de aarde omhoog ten hemel, tot den Vader der ontferming en den God van alle vertroosting, (2 Kor. 1, 3) [b:2 Kor. 1, 3] die alles hier beneden overschouwt, alles bestuurt en aan de vloed van den oceaan beveelt: Tot hier toe en niet verder; hier zal uw kokende woede breken. (Job. 38, 11) [b:Job. 38, 11] Tot Hem, onder wiens goddelijke hand in de alles omvattende regeling der gebeurtenissen en der dingen de vrije handeling van de mens zich beweegt, zonder Zijn vooruitziend en onontkoombaar plan te kunnen ontwijken: tot Hem heffen wij de kreet van ons hart en onze smart, en roepen wij om betere tijden voor het menselijk geslacht, om betere morgenstonden en avonden voor onze dagen: ”Geef vrede, Heer, in onze dagen.” Neen, onze God is niet als de afgoden der heidenen, die oren hebben en niet horen, handen hebben en niet weldoen, een boezem hebben en niet beminnen. (Ps. 113) [[b:Ps. 113]] Onze God is liefde, is de liefde zelf, ”en wij hebben de liefde erkend en geloofd, die God voor ons heeft: God is liefde.” (1 Joh. 4, 16) [b:1 Joh. 4, 16]
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Dat is het geheim van Gods hart, het grote geheim van het christendom. God, met die oneindige en liefdevolle barmhartigheid, die zich uitstrekt over al Zijn schepselen, (Ps. 144, 9) [b:Ps. 144, 9] zal naar ons luisteren, – op het ogenblik en op de wijze, door Zijn gezegende voorzienigheid vastgesteld – als het vertrouwvol en vurig gebed, nog verhoogd in waarde door de nederige boetvaardigheid, eensgezind zal opstijgen voor de voeten van Zijn troon. Want het behoort tot de hoogste volmaaktheid der goddelijke goedheid en liefde, niet alleen aan allen het bestaan en het welzijn te geven, maar ook met vrijgevigheid en vrome verlangens te verhoren, die door middel van het gebed worden geuit. Heeft de mensgeworden Zoon Gods ons in de persoon Zijner apostelen niet Zijn vrienden genoemd? (Joh. 15, 15) [[b:Joh. 15, 15]] En is het niet de eigenlijke waarde der vriendschap, dat wie bemint het verlangen van de beminde wil bevredigen?
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Daarom hebben wij op het feest van Christus-Koning onder de bescherming der roemvolle Maagd van de rozenkrans een oproep gericht tot alle kinderen der Kerk, om op de dag van heden tezamen met ons openbare gebeden ten hemel te zenden. Zo moet daaruit één koor ontstaan van smekenden, die antwoorden op onze stem; die verschillen in woonplaats, in taal, in zeden, in levenswijze, in ritus, maar branden van het vuur van eenzelfde geloof, eenzelfde hoop, eenzelfde liefde; die met ons hun blik boven de sterren doen uitgaan en nederige gebeden om genade en barmhartigheid richten tot de troon van de Allerhoogste.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ziet, beminde zonen, naar dat altaar, naar dat kruis dat zich daarboven verheft, naar dat brood en die Kerk, naar dat graf waarboven wij vol eerbied staan, die grondslag van de Kerk, beroemd en vereerd door het geloof der volken. Ziet naar dat roemrijke middelpunt van alle altaren der gehele wereld. Dat is het onbloedige Golgotha der goddelijke barmhartigheid en gerechtigheid, waarop de majesteit Gods tot genade en verzoening bewogen wordt. Hier, onder de vleugelen der hemelse legerscharen, onder de blik der profeten, der evangelisten, der apostelen en der heiligen staat het zoenaltaar van het nieuwe en eeuwige verbond, waar Christus Zich de Vader als offer aanbiedt, en door een wonder onder de wonderen Zijn offer van Golgotha vernieuwt in Zijn lichaam en Zijn bloed, dat vergoten wordt tot vergeving der zonden, ”en niet voor de onze alleen, maar ook voor die van heel de wereld.” (1 Joh. 2, 2) [b:1 Joh. 2, 2] Laten dus allen, die in Hem geloven, zich rondom ons verenigen en laten, in den geest verenigd met ons, die hier onder deze wondervolle gewelfbouw, die met den hemel wedijvert, aan God het goddelijk zoenoffer opdragen, de priesters op iedere plaats ter wereld de eeuwige Vader dezelfde reine offerande aanbieden van Zijn beminden Zoon, van Christus, die op het altaar van het kruis Zich een enkele maal op bloedige wijze offerde, en in de onbloedige vorm, die Zijn onmetelijke en onuitsprekelijke liefde heeft uitgedacht, Zich talloze en talloze malen heeft opgeofferd en blijft opofferen op onze altaren.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ja, Vader, die in de hemel zijt, God, onze beschermer, sla Uw ogen op Christus, Uw Zoon. Zie naar de bloedrode tekenen van Zijn wonden, waartoe Zijn liefde voor ons en Zijn gehoorzaamheid jegens U Hem heeft gebracht, en waardoor Hij Zich heeft willen maken tot onze voorspreker en onze verzoener in iedere kwelling.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
O Jezus, onze Verlosser, spreek bij Uw en onze Vader voor ons ten beste; smeek Hem voor ons, voor Uw Kerk, voor alle mensen, die Gij door Uw Bloed verworven hebt.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
O vreedzame Koning, Vorst van vrede, Gij die de sleutels van dood en leven draagt, geef de vrede der eeuwige rust aan de zielen van al de gelovigen, die door de orkaan van de oorlog de dood zijn ingedreven, en die bekend of onbekend, betreurd of onbetreurd, begraven liggen onder de puinhopen der verwoeste steden en dorpen, op de met bloed gedrenkte velden, boven op de vaneengereten heuvelen, in de diepten der valleien en in de kolken van de zee.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Moge over hun pijnen Uw zuiverend Bloed komen, om hun klederen rein te wassen en hen waardig en stralend-schoon te maken voor Uw zaligende aanschouwing.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Gij, liefdevolle vertrooster der ongelukkigen, die geweend hebt bij de tranen van Martha en Maria, toen zij ontroostbaar waren over den dood van hun broeder, verleen den vrede van troost, gelatenheid en hulp aan de beklagenswaardigen, die door de ramp van de oorlog in kwelling en droefheid zijn verzonken, aan de ballingen, aan de vluchtelingen, aan de onbekende zwervelingen, aan de gevangenen, aan de gewonden, die op U vertrouwen.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Wis de tranen af van zovele echtgenoten, van zovele moeders, van zovele wezen, van zovele huisgezinnen, van zovele verlatenen; die verborgen tranen, welke op het brood der smarte neerdruppelen, na lang vasten, in kille hutten; op dat brood, dat verdeeld wordt onder de kinderen, die menigmaal in het nederige kerkje naar Uw altaren worden geleid, om te bidden voor hun vader of voor hun ouderen broeder, die misschien gedood is, misschien wegstervend, misschien vermist. Troost hen allen met de hemelse gaven en met de opbeuring en hulp van die vruchtbare liefde, die Gij weet in te geven aan edele harten, die in de bedroefden en ongelukkigen hun broeders erkennen en Uw evenbeeld beminnen.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Verleen aan de strijdenden, met de heldenmoed in het volbrengen van hun plicht voor de verdediging van hun vaderland, zelfs tot het offer van hun leven toe, dat edele gevoel van menselijkheid, dat in welke omstandigheden ook, aan anderen niet aandoet, wat men zelf niet zou willen doorstaan of aan eigen volk niet aangedaan zou willen zien. (Mt. 7, 12) [[b:Mt. 7, 12]]
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
O Heer, moge de liefde van Uw goddelijke Geest over de wereld regeren en triomferen, en onder de volken en natiën den vrede van eendracht en rechtvaardigheid doen wederkeren. Mogen onze beden Uw zachtmoedig en nederig Hart aangenaam en welgevallig zijn. Moge Uw vergevingsgezindheid voor ons bewogen worden door de vele en godvruchtig opgedragen heilige offeranden, die heel de Kerk, Uw bruid, eerbiedig neergebogen, door de handen van U, die priester en offer voor eeuwig zijt, aan Uw goddelijke Vader aanbiedt.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Spreek Gij tot de harten der mensen. Gij hebt woorden, die het hart doordringen en treffen, die de geest verlichten, die de gramschap tot kalmte brengen, de gevoelens van haat en wraakzucht verdrijven.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Spreek dat woord, dat de stormen doet bedaren, dat de zieken de gezondheid weergeeft, dat het licht is voor de blinden, het gehoor voor de doven, dat het leven voor de doden is.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De vrede onder de mensen, dien Gij er wilt zien heersen, is gestorven. Welk Gij hem weer ten leven op, o goddelijke overwinnaar van de dood. Moge door U eindelijk de aarde en de zee de rust hervinden. Moge door U het geweld in de lucht ophouden, dat de stralen der zon trotserend, of heimelijk in de duisternis van de nacht, op weerloze bevolkingen ontzetting en brand, verwoesting en ondergang laat neerkomen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Moge van weerskanten de rechtvaardigheid met de christelijke liefde de schommelingen der balansen in evenwicht brengen; en moge zo na herstel van alle onrechtvaardigheid, na wederinvoering der heerschappij van het recht, na uitdoving van alle gevoel van tweedracht en wraak in de harten, in het heerlijke visioen van nieuwe en eensgezinde welvaart, een ware, welgeordende en duurzame vrede tot een nieuw leven verrijzen, een vrede, die al de volken van het gezin der mensheid op hun tocht door de eeuwen in eenzelfde opvatting omtrent het hogere goed onder Uw hoede tot broeders make.Amen.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1522-il-vangelo-wereldgebedsdag-nl