Catechismus van de Katholieke Kerk

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Catechismus van de Katholieke Kerk
15 augustus 1997
Catechismus - Catechismus
1997, Libreria Editrice Vaticana / 2023, Nederlandse Bisschoppenconferentie
Hierin verwerkt de officiële aanpassingen aan de "editio typica" volgens o.a. het protocol van wijzigingen 1997
De referenties, de leeswijzer, trefwoorden (conform de Nederlandstalige uitgave) en nummertoevoegingen aan de inhoudsopgave zijn toevoegingen van de redactie om het gebruik van de Catechismus te bevorderen. Deze toevoegingen, hoewel getrouw aan de kerkelijke leer, vormen geen onderdeel van de geautoriseerde, door de Apostolische Constitutie Fidei Depositum vastgestelde uitgave.
Aanpassingen aan de 3e druk (2023), waar nodig, aangegeven. (Alleen van toepassing op de Nederlandstalige vertaling)
De nummers van de noten komen, om technische redenen, niet overeen met de officiële uitgaven.Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1997
3 april 2025
1
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 284

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
- II. - "Hem alleen zult gij eer bewijzen" (2095-2109)
2095

28
1807
1969
De goddelijke deugden van geloof, hoop en liefde vormen en bezielen de zedelijke deugden. Zo brengt de liefde ons ertoe alles aan God te geven wat wij, als schepselen, Hem moeten geven. De deugd van godsvrucht stelt ons tot deze houding in staat.


Zie ook alinea's: -1807-[al:1807]

Referenties naar alinea 2095: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2096

28
2628
De aanbidding
De aanbidding is de eerste uiting van de deugd van godsvrucht. God aanbidden betekent: Hem als God, erkennen, als Schepper en als Verlosser, als Heer en Meester van al wat bestaat, als oneindige en barmhartige Liefde. "De Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen" (Lc. 4, 8)[b:Lc. 4, 8], zegt Jezus met een beroep op het boek Deuteronomium (Dt. 6, 13)[b:Dt. 6, 13].


Zie ook alinea's: -2628-[al:2628]

Referenties naar alinea 2096: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2097

28
1864
2628
2691
2703
2807
God aanbidden betekent: in eerbied en volledige onderdanigheid erkennen "hoe nietig het schepsel is", want het bestaat enkel door God. God aanbidden betekent: Hem loven en prijzen en zichzelf vernederen, zoals Maria in haar lofzang, terwijl men met dankbaarheid erkent dat Hij grote dingen heeft gedaan en dat zijn naam heilig is. 1[[b:Lc. 1, 46-49]] De aanbidding van de ene God bevrijdt de mens van zelfgenoegzaamheid, van de slavernij van de zonde en van de verafgoding van de wereld.


Zie ook alinea's: -2807-[al:2807]

Referenties naar alinea 2097: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2098

28
2742
Het gebed
De daden van geloof, hoop en liefde, zoals die door het eerste gebod worden opgelegd, komen tot voltooiing in het gebed. Onze geest verheffen tot God is een uitdrukking van onze aanbidding van God: het is het gebed van lof en dankzegging, van voorspraak en smeekbede. Het gebed is een onmisbare voorwaarde om aan Gods geboden te kunnen gehoorzamen. "Gij moet altijd bidden en daarin niet versagen" (Lc. 18, 1)[b:Lc. 18, 1].
Zie ook alinea's: -2558-[al:2558]

Referenties naar alinea 2098: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2099

28
613
1540
Het offer
Het is goed God offers op te dragen als teken van aanbidding en dankbaarheid, als teken van ons smeekgebed en van onze gemeenschap met Hem: "Een waar offer is elk werk waardoor wij met God worden verbonden in een heilige gemeenschap. Dat wil zeggen: elk werk dat gericht is op het hoogste goed dat ons echt gelukkig kan maken, is een waar offer". 2[[857]]
Zie ook alinea's: -613-[al:613]

Referenties naar alinea 2099: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2100

28
614
618
1365
2711
Om waarachtig te zijn moet het uiterlijke offer de uitdrukking zijn van een geestelijke offerande: "Wat ik offer, God, is mijn boetvaardigheid, een vermorzeld en vernederd hart wijst Gij niet af" (Ps. 51, 19)[b:Ps. 51, 19]. De profeten van het oude verbond hebben vaak de offers afgekeurd, die opgedragen werden zonder innerlijke betrokkenheid 3[[b:Am. 5, 21-25]] of zonder verband met de liefde tot de naaste. 4[[b:Jes. 1, 10-20]] Jezus brengt de woorden van Hosea in herinnering: "Ik wil liever barmhartigheid dan offers" (Mt. 9, 13; Mt. 12, 7)[b:Mt. 9, 13; Mt. 12, 7]. 5[[b:Hos. 6, 6]] Het enige volmaakte offer is dat van Christus, die zich op het kruis als een volmaakte offerande uit liefde voor de Vader, voor ons heil heeft opgedragen. 6[[b:Heb. 9, 13-14]] Door ons bij zijn offer aan te sluiten kunnen wij van ons leven een offerande aan God maken.
Zie ook alinea's: -2711-[al:2711]-614-[al:614]-618-[al:618]

Referenties naar alinea 2100: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2101

28
1064
1254
2147
2410
Beloften en geloften
In verschillende levensomstandigheden wordt van de christen gevraagd beloften te doen aan God. In het doopsel en het vormsel, het huwelijk en het wijdingssacrament liggen steeds beloften vervat. Uit persoonlijke devotie kan een christen ook aan God de belofte doen, een bepaalde daad, een gebed, een aalmoes of een bedevaart te zullen verrichten. De trouw aan de belofte, aan God gedaan, is een teken van de eerbied die men aan de goddelijke majesteit verschuldigd is en van de liefde jegens de getrouwe God.
Zie ook alinea's: -1237-[al:1237]-1064-[al:1064]

Referenties naar alinea 2101: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2102

28
"Een gelofte, dit is een weloverwogen en vrijwillige belofte aan God gedaan met betrekking tot een mogelijk en beter goed, moet volbracht worden krachtens de deugd van godsdienstigheid". 7[[30|1191]] De gelofte is een daad van godsvrucht, waarin de christen zichzelf aan God toewijdt of Hem een goed werk belooft. Door het vervullen van zijn geloften geeft hij dus aan God wat hij Hem heeft beloofd en toegewijd. In de Handelingen der Apostelen lezen wij hoe de heilige Paulus erom bekommerd was de geloften te vervullen, die hij gedaan had. 8[[b:Hand. 18, 18; Hand. 21, 23-24]]

Referenties naar alinea 2102: 2

Youcat ->=geentekst=
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2103

28
914
De kerk kent een uitgesproken waarde toe aan de gelofte de evangelische raden te onderhouden: 9[[[30|654]]]
Het is voor onze moeder, de Kerk, een reden tot vreugde, dat er in haar midden steeds vele mannen en vrouwen te vinden zijn die de ontlediging van de Verlosser van meer nabij navolgen en duidelijker voorhouden, door de armoede met de vrijheid van de kinderen van God te omhelzen en van hun eigen wil afstand te doen: zij onderwerpen zich namelijk omwille van God inzake volmaaktheid aan een mens in een mate die verder gaat dan het strikte gebod, om aan de gehoorzame Christus vollediger gelijkvormig te worden. 10[[617|42]]

In bepaalde gevallen kan de kerk, omwille van verantwoorde redenen, dispensatie van beloften en geloften verlenen. 11[[[30|692.1196-1197]]]


Zie ook alinea's: -1973-[al:1973]-914-[al:914]

Referenties naar alinea 2103: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2104

28
851
2467
De sociale plicht tot godsdienstigheid en het recht op godsdienstvrijheid
"Alle mensen zijn ertoe gehouden de waarheid, vooral wanneer deze betrekking heeft op God en op zijn kerk, te zoeken en haar, zodra zij haar kennen, aan te nemen en te bewaren". 12[[702|1]] Deze plicht vloeit voort uit "de natuur van de mens zelf". 13[[702|2]] Dit is niet in strijd met een "waarachtige eerbied" voor de verscheidene godsdiensten "die toch niet zelden een straal weerspiegelen van die Waarheid, welke alle mensen verlicht", 14[[610|2]] noch met de plicht van naastenliefde die de christen aanspoort "om met liefde, voorzichtigheid en geduld om te gaan met de mensen die in dwaling leven of onwetend zijn omtrent het geloof". 15[[702|14]]
Zie ook alinea's: -2467-[al:2467]-851-[al:851]

Referenties naar alinea 2104: 2

Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2105

28
854
898
2188
Zowel individueel als sociaal hebben de mensen de plicht God een waarachtige eredienst te bewijzen. Dat is "de traditionele katholieke leer over de morele plicht van mensen en gemeenschappen tegenover de ware godsdienst en de enige kerk van Christus". 16[[702|1]] Door zonder ophouden aan de mensen het Evangelie te verkondigen spant de Kerk zich ervoor in, dat ze in staat zouden zijn "de mentaliteit en de zeden, de wetten en de structuren van het milieu waarin ze leven van een christelijke geest te doordringen". 17[[653|13]] Het is de sociale plicht van de christenen in ieder mens de liefde tot de waarheid en tot het goede te eerbiedigen en te stimuleren. Dit vraagt van hen dat ze de eredienst van de ene ware godsdienst zouden doen kennen, die in de katholieke en apostolische kerk te vinden is. 18[[[702|1]]] De christenen zijn geroepen het licht der wereld te zijn. 19[[[653|13]]] Op die manier bevestigt de kerk het koningschap van Christus over de hele schepping en in het bijzonder over de menselijke samenleving. 20[[[739]]] 21[[[700]]]
Zie ook alinea's: -854-[al:854]-898-[al:898]

Referenties naar alinea 2105: 5

Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2106

28
160
1180
1738
1782
1907
"In godsdienstige aangelegenheden mag niemand gedwongen worden te handelen tegen zijn geweten in, noch belemmerd worden om, binnen passende grenzen, privé of publiek, alleen of samen met anderen, volgens zijn geweten te handelen". 22[[702|2]] Dit recht steunt op de natuur zelf van de menselijke persoon, wiens waardigheid hem ertoe brengt vrijwillig de goddelijke waarheid, die de tijdelijke orde te boven gaat, te aanvaarden. Daarom: "blijft dit recht voortbestaan ook in hen die hun verplichting om de waarheid te zoeken en aan te hangen niet nakomen". 23[[702|2]]
Zie ook alinea's: -160-[al:160]-1782-[al:1782]-1738-[al:1738]

Referenties naar alinea 2106: 2

Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2107

28
"Indien uit hoofde van bijzondere omstandigheden van bepaalde volkeren in de juridische ordening van de staat een bijzondere burgerlijke erkenning aan een bepaalde religieuze gemeenschap wordt toegekend, dan moet tegelijk het recht van alle burgers en van alle religieuze gemeenschappen op godsdienstvrijheid worden erkend en geëerbiedigd" 24[[702|6]]

Referenties naar alinea 2107: 2

Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2108

28
1738
1740
Het recht op godsdienstvrijheid betekent geen morele toelating om een dwaalleer aan te hangen, 25[[[1019]]] noch een mogelijke vrijbrief voor de dwaling, 26[[[1019]]] maar wel een natuurlijk recht van de menselijke persoon op burgerlijke vrijheid, dit wil zeggen op vrijwaring van uiterlijke dwang, binnen juiste grenzen, in godsdienstzaken, vanwege de politieke overheid. Dit natuurrecht moet in de juridische ordening zo worden erkend dat het burgerrecht wordt. 27[[[702|2]]]
Zie ook alinea's: -1740-[al:1740]

Referenties naar alinea 2108: 4

Activiteiten en het gedrag van de Katholieken op het gebied van de politiek ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2109

28
2244
Het recht op godsdienstvrijheid kan uit zichzelf niet onbeperkt zijn 28[[[1020]]] en evenmin slechts beperkt worden door een "openbare orde" die op een positivistische of naturalistische wijze wordt opgevat. 29[[[430]]] De "juiste grenzen" die aan dit recht inherent zijn, moeten voor elke sociale situatie bepaald worden door de politieke omzichtigheid, volgens de eisen van het algemeen welzijn, en bekrachtigd worden door de burgerlijke overheid volgens "juridische normen die in overeenstemming zijn met de objectieve morele orde". 30[[702|7]]
Zie ook alinea's: -2244-[al:2244]-1906-[al:1906]

Referenties naar alinea 2109: 2

Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media