Het Privilege der Armoede

Bisschop Gregorius, dienaar van Gods dienaren, aan de in Christus beminde dochters Clara en de andere dienstmaagden van Christus, die bijeen wonen bij de kerk van San Damiano in het bisdom Assisië: heil en apostolische zegen.

Zoals blijkt, hebt gij- in uw verlangen u alleen aan de Heer toe te wijden - alle begeerte naar aardse goederen van u afgezet. Daarom hebt gij dan ook alles verkocht en weggegeven aan de armen (Mt. 19,21)[b:Mt. 19,21], en hebt gij u voorgenomen volstrekt niets te bezitten om in alles het voetspoor te volgen van Hem die voor ons arm geworden is, de weg, de waarheid en het leven (Joh. 14, 6)[b:Joh. 14, 6].

Zelfs gebrek aan het noodzakelijke kan u van dit voornemen niet afschrikken. Want de hemelse Bruidegom houdt zijn linkerarm onder uw hoofd (Hoogl.2,6) om u tot steun te zijn in de zwakheid van uw lichaam, dat gij in welgeordende liefde onderworpen houdt aan de wet van uw geest.

Uiteindelijk zal Hij die voedsel verschaft aan de vogels in de lucht en kleding aan de lelies op het veld (Mt. 6, 26.28)[b:Mt. 6, 26.28] niet in gebreke blijven u insgelijks te voeden en te kleden. Totdat Hij - in de eeuwigheid- tot u zal komen om zich in eigen persoon aan u te geven (Lc. 12, 37)[b:Lc. 12, 37], wanneer Hij namelijk - u met zijn rechterarm omhelzend (Hoogl. 2, 6)[b:Hoogl. 2, 6] - u nog gelukkiger zal maken in de volheid van zijn aanschouwen.

Overeenkomstig uw verzoek bekrachtigen wij dus in apostolisch gunstbetoon uw voornemen om te leven in allerhoogste armoede. En krachtens dit schrijven verlenen wij u het voorrecht door niemand te kunnen worden gedwongen tot het aanvaarden van enig bezit.

Niemand derhalve zal ooit de oorkonde van deze onze bewilliging mogen schenden of de vermetelheid mogen hebben daar tegen in te gaan. Zou iemand dit ooit durven wagen, dan moet hij weten dat de toorn van de almachtige God en van de heilige Petrus en Paulus, zijn apostelen, op hem zal neerkomen.

Gegeven te Perugia, de zeventiende september, in het tweede jaar van ons pontificaat.