Over de verplichting om de Mis bij te wonen wanneer een verplichte feestdag wordt verplaatst vanwege een occurrentia festorum

Naar aanleiding van een aantal verzoeken om opheldering over het meegaan van de verplichting tot het bijwonen van de Mis wanneer een verplichte feestdag wordt verplaatst, heeft het Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten[d:488], na raadpleging van het Dicasterie voor Wetgevende Teksten[d:545], door middel van deze Nota het volgende bepaald.

Het naast elkaar bestaan, in het liturgisch jaar, van de wekelijkse cyclus, van verplaatsbare feesten en weekdagen (vanwege hun relatie met Pasen), en van dagen (feesten en weekdagen) met vieringen met een vaste kalenderdatum, zowel in de universele kalender als in bijzondere kalenders, geeft aanleiding tot het fenomeen van occurrentia festorum, i.e. het samenvallen van twee feestdagen op dezelfde kalenderdatum.

Dit wordt geregeld door de Normae universales de Anno liturgico et de Calendario volgens welke (n. 59)[[2722|(59)]] "de voorrang onder liturgische dagen, wat betreft hun viering, uitsluitend wordt geregeld" door de Tabula dierum liturgicorum.

Daarom, "als verschillende vieringen op dezelfde dag vallen, gaat degene die de hoogste rang heeft volgens de tabel van liturgische dagen voor. Echter, een Plechtigheid die belemmerd wordt door een liturgische dag die er voorrang op heeft, moet worden verplaatst naar de dichtstbijzijnde dag die niet is opgenomen onder nn. 1-8 in de Tabel dierum liturgicorum, op voorwaarde dat wordt voldaan aan het gestelde in n. 5". Normae universales n. 60[[2722|+147]]

In dit verband rijst het volgende dubium: in het geval van de verplaatsing van een verplichte feestdag, is men dan verplicht op de dag ad quem de verplichting tot het bijwonen van de Mis in acht te nemen?

De CIC[30] behandelt de feestdagen in de canones 1246-1248[30|+1438+2879+1439+1440+2880]: deze canones voorzien niet in de mogelijkheid van een verplaatsen vanwege een incidentele occurrentia festorum. Het is aan de Bisschoppenconferentie, met goedkeuring van de Apostolische Stoel, om bepaalde feestdagen te laten vervallen of bepaalde verplichte feestdagen naar de zondag te verplaatsen vgl: vgl. can. 1246 § 2[[[30|+2879]]] hetgeen verwijst naar het permanent en niet incidenteel laten vervallen of verplaatsen.

Aangezien dit een liturgische aangelegenheid is en deze kwestie niet uitdrukkelijk door de CIC wordt geregeld, in aanvulling onder toepassing van wat is vastgelegd in de Normae universales de Anno liturgico et de Calendario[2722], is het noodzakelijk rekening te houden met de normatieve interventies die het bevoegde orgaan van de Curie, Dicasterie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten[d:488], in de loop der tijd heeft gedaan. Deze interventies getuigen van een gevestigde praktijk volgens welke, in het geval van de verplaatsing van een verplichte feestdag, de verplichting om de Mis bij te wonen niet wordt overgedragen.

Aangezien deze praktijk niet in strijd is met de canones van de CIC[30], moet het beschouwd worden als liturgisch recht vgl: vgl. Canon 2[[[30|+5]]] dat in het geval van de incidentele verplaatsing van een verplichte feestdag, de verplichting om de Mis bij te wonen niet wordt verplaatst naar de dag ad quem.