Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Beminde broeders en zusters:
De lezing van het zesde hoofdstuk van het Johannes-evangelie dat ons op deze zondagen in de liturgie vergezelt, heeft ons laten nadenken over de broodvermenigvuldiging waarmee de Heer een menigte van vijfduizend man verzadigde, en over de uitnodiging die Jezus richt tot degenen die hij had verzadigd, om het voedsel te zoeken dat blijft in eeuwigheid. Jezus wil hen helpen de diepe betekenis te begrijpen van het wonder dat hij heeft verricht: door op wonderbare wijze hun fysieke honger te stillen, bereidt hij hen voor de verkondiging te aanvaarden dat hij het brood is dat uit de hemel is neergedaald , dat voor altijd verzadigt. Ook het Joodse volk had tijdens de lange reis door de woestijn een brood ervaren dat uit de hemel neerdaalde, het manna, dat hen in leven had gehouden totdat ze het beloofde land bereikten. Nu spreekt Jezus over zichzelf als het ware brood dat uit de hemel neerdaalde, dat in staat is om niet voor een moment of voor een deel van de weg in leven te houden, maar voor altijd. Hij is het voedsel dat eeuwig leven geeft omdat Hij de eniggeboren Zoon van God is, die aan de boezem van de Vader is en is gekomen om de mens het leven ten volle te schenken, om de mens in het leven van God zelf binnen te leiden.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In het joodse denken was het duidelijk dat het ware brood uit de hemel dat Israël voedde, de Wet was, het Woord van God. Het volk van Israël erkende duidelijk dat de Torah Mozes' fundamentele en blijvende geschenk was, en dat het fundamentele element dat dit volk onderscheidde van alle andere volkeren bestond uit het kennen van Gods wil en daarom van de juiste levensweg. Nu getuigt Jezus, die zich openbaart als het brood uit de hemel, dat hij het Woord van God in Persoon is, het vleesgeworden Woord, waardoor de mens Gods wil tot zijn voedsel kan maken , dat het bestaan richting geeft en in stand houdt.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Aldus betekent twijfelen aan Jezus' goddelijkheid, zoals de Joden in het deel van het Evangelie van vandaag doen, zich verzetten tegen het werk van God. Ze menen: "Is dit niet Jezus, de zoon van Jozef, en kennen wij zijn vader en moeder niet?". Ze komen niet verder dan zijn aardse oorsprong en om deze reden weigeren ze Hem te accepteren als het vleesgeworden Woord van God. Heilige Augustinus legt in zijn commentaar op het Evangelie van Johannes het volgende uit: "Zij waren ver verwijderd van dat hemelse brood en ze konden de honger ernaar niet ervaren. Ze hadden de mond van een ziek hart... Want dit brood vereist de honger van de innerlijke mens" En we moeten ons afvragen of we deze honger echt ervaren, de honger naar het Woord van God, de honger om de ware zin van het leven te kennen. Slechts wie wordt aangetrokken door God de Vader, die naar Hem luistert en zich door Hem laat onderrichten, kan in Jezus geloven, Hem ontmoeten en zich met Hem voeden en zo het ware leven vinden, het levenspad, de gerechtigheid, de waarheid, de liefde. Heilige Augustinus voegt eraan toe: "De Heer bevestigde dat Hij het brood was dat uit de hemel neerdaalt, en spoorde ons aan om in Hem te geloven. Het levende brood eten betekent in Hem geloven. En wie gelooft, eet; hij is onzichtbaar verzadigd, net zoals hij op een even onzichtbare manier herboren wordt (tot een dieper, waarachtiger leven), hij wordt van binnen herboren, in zichzelf wordt hij een nieuwe mens"
Laten wij, als we de allerheiligste Maria aanroepen, haar vragen ons te leiden om Jezus te ontmoeten, zodat onze vriendschap met Hem steeds intenser mag worden. Laten we haar vragen ons binnen te leiden in de volledige gemeenschap van liefde met haar Zoon, het levende brood dat uit de hemel is neergedaald, om door Hem in het diepst van ons wezen vernieuwd te worden.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ná het bidden van het AngelusBeste broeders en zusters,
op dit moment gaan mijn gedachten uit naar de Aziatische bevolking, in het bijzonder die van de Filippijnen en de Volksrepubliek China, die zwaar getroffen zijn door hevige regenval, evenals die van noordwest Iran, dat getroffen is door een hevige aardbeving. Deze rampen hebben geleid tot talloze slachtoffers en gewonden, duizenden ontheemden en enorme schade. Ik nodig u uit u te verenigen met mijn gebed voor degenen die het leven hebben gelaten en voor al degenen die beproefd worden door deze verwoestende rampen. Moge het deze broeders niet ontbreken aan onze solidariteit en onze steun.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
{...}
(begroeting van pelgrims in de Spaanse taal)
Ik begroet met genegenheid de Spaanstalige pelgrims. Net zoals de profeet Elia werd gevoed op weg naar de Horeb, de berg van God, hebben ook wij geestelijk voedsel nodig dat ons helpt op onze levensreis. Dit voedsel is Christus die met zijn dood en verrijzenis de deuren van het eeuwige leven voor ons heeft geopend. Hij is het levende brood dat uit de hemel is neergedaald zodat iedereen die ervan eet, het leven heeft. Laten we tot het sacrament van de Eucharistie naderen met groeiend geloof en liefde; daar geeft Hij ons zijn lichaam en zijn bloed, en we zullen kunnen proeven hoe goed de Heer is, hoe groot zijn liefde voor ons is. Gezegende zondag!
{...}
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/8345-dit-brood-vereist-de-honger-van-de-innerlijke-mens-nl