Hfd 1. Over het Katholieke geloof

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Caput 1: De fide catholica
Hfd 1. Over het Katholieke geloof
4e Concilie van Lateranen
11 november 1215
Concilies en synodes - Constituties
2006/2014, Stg. InterKerk
2014
George Dölle pr.,
Lucas Verlinden,
Bram Witvliet
21 februari 2023
796
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 3

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media

Referenties naar alinea 3: 7

Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Ecclesia de Eucharistia ->=geentekst=
Redemptionis Sacramentum ->=geentekst=
Sacerdotium Ministeriale ->=geentekst=
"Als ze hun ogen openen, herkennen ze Hem en verkondigen Hem". De zondagse Eucharistie is de getuigenis van liefde ->=geentekst=
Aan kardinaal Angelo Bagnasco bij gelegenheid van de 62ste Algemene Vergadering van de Italiaanse Bisschoppenconferentie ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Defenitie tegen de Albigenzen en Katharen


Wij geloven vast en belijden oprecht, dat er maar één, ware, eeuwige, onmetelijk, onveranderlijke, onbegrijpelijke, almachtige en onuitsprekelijke God is: Vader, Zoon, en Heilige Geest, weliswaar drie Personen, maar één in wezen, substantie of geheel van enkelvoudige natuur. De Vader is uit geen enkele, de Zoon alleen uit de Vader, en de Heilige Geest op gelijke wijze uit beiden, zonder begin, altijd en zonder einde. De Vader brengt voort (generans), de Zoon wordt geboren (nascens) en de Heilige Geest komt voort (procedens), wezensgelijk (consubstantiales), gelijk (coaequales), gelijk almachtig (coomnipotentes) en gelijk eeuwig (coaeterni): één begin van alles: Schepper van al het zichtbare en onzichtbare, van het geestelijke en het lichamelijke, die in Zijn almachtige kracht, meteen vanaf het begin van de tijd, uit het niets, op gelijke wijze (simul) beide scheppingen, de geestelijke en de lichamelijke, heeft geschapen, te weten die van de engelen en van de wereld en daarna de menselijke die zowel in zekere zin uit geest als uit lichaam bestaan. De duivel en de andere demonen namelijk zijn - naar hun natuur - door God goed geschapen, maar zij zijn zelf door zichzelf kwaad geworden. De mens heeft echter gezondigd door ingeving van de duivel.

Deze heilige Drievuldigheid, naar hun gemeenschappelijk wezen ondeelbaar en naar de eigenheid van de Personen onderscheiden heeft als eerste aan het mensengeslacht door Mozes, de heilige profeten en hun andere dienaren, de heilsleer meegedeeld, volgens een zeer weloverwogen tijdsplan.

Referenties naar alinea 1: 14

Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Tot de deelnemers aan het Internationaal Congres van de SITA (Internationale Sociëteit Thomas van Aquino) ->=geentekst=
Die “voortdurend het aangezicht van de Vader aanschouwen” ->=geentekst=
Leer over de Satan ->=geentekst=
Mysterium Filii Dei ->=geentekst=
Mysterium Filii Dei ->=geentekst=
'Verlos ons van het kwade' - Tractaat over de duivel ->=geentekst=
Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
En uiteindelijk heeft de eniggeboren Zoon van God, Jezus Christus – uit de gehele Drievuldigheid gemeenschappelijk vleesgeworden uit Maria, altijd Maagd, ontvangen door de medewerking van de Heilige Geest, echt Mens geworden, en samengesteld uit een rationele ziel en menselijk vlees: één Persoon in twee naturen - de weg ten leven nog duidelijker laten zien. Hij werd, ofschoon Hij naar zijn godheid onsterfelijk is en niet kan lijden, tegelijkertijd naar zijn menszijn bekwaam om te lijden en te sterven. Ja zelfs voor het heil van de mensen heeft hij op het hout van het kruis geleden en is gestorven, is afgedaald in de onderwereld, verrezen uit de doden en opgestegen ten hemel, Hij is afgedaald in de ziel en verrezen in het vlees en op gelijke wijze opgestegen in beiden. Hij zal komen op het einde van de tijd, om de levenden en de doden te oordelen en ieder (afzonderlijk) naar zijn werken te vergelden, zowel de verworpenen als ook de uitverkorenen: zij allen zullen met hun eigen lichamen verrijzen, die zij nu dragen (bezitten), opdat zij zullen ontvangen, de enen met de duivel de eeuwige straf, en de anderen met Christus de eeuwige heerlijkheid, al naar gelang hun werken, of die goed of slecht waren.

Referenties naar alinea 2: 4

Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Redemptionis Sacramentum ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Waarlijk is er een algemene Kerk van gelovigen, waarbuiten geen enkele gered kan worden, waarin de priester zelf tevens (idem) het offer is: Jezus Christus, wiens Lichaam en Bloed in het sacrament van het altaar, onder de gedaanten van brood en wijn waarachtig tegenwoordig zijn, als door goddelijke kracht het brood in het Lichaam en de wijn in het Bloed wezenlijk veranderd is (transsubstantiatis): zodat wij zelf tot voltooiing van het geheim van de eenheid van Het Zijne (de suo) ontvangen, wat Hijzelf van het onze (de nostro) heeft ontvangen.

Dit sacrament kan door niemand anders voltrokken worden, tenzij een priester, die geldig gewijd is, volgens de sleutelmacht van de Kerk die Jezus Christus heeft verleend aan de Apostelen en hun opvolgers.

Waarlijk het sacrament van de doop (dat onder aanroeping van God en de ondeelbare Drievuldigheid, te weten, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest in het water wordt geheiligd) biedt zowel kinderen als volwassenen- door wie het ook geldig toegediend wordt in de vorm van de Kerk (forma Ecclesiae), zicht op het heil.

En als iemand na het ontvangen van het doopsel in zonde vervallen is, zo kan hij altijd door ware boete hersteld worden. Niet alleen maagden en celibatairen, maar ook gehuwden verdienen het om tot de eeuwige zaligheid te komen, als zij door oprecht geloof (rectam fidem) en goede werken (operationem bonam) aan God behagen.

Referenties naar alinea 3: 7

Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Ecclesia de Eucharistia ->=geentekst=
Redemptionis Sacramentum ->=geentekst=
Sacerdotium Ministeriale ->=geentekst=
"Als ze hun ogen openen, herkennen ze Hem en verkondigen Hem". De zondagse Eucharistie is de getuigenis van liefde ->=geentekst=
Aan kardinaal Angelo Bagnasco bij gelegenheid van de 62ste Algemene Vergadering van de Italiaanse Bisschoppenconferentie ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media