Menti Nostrae
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Menti Nostrae
Aan geheel de geestelijkheid in vrede de na te streven heiligheid van het priesterlijk leven
Paus Pius XII
23 september 1950
Pauselijke geschriften - Apostolische Exhortaties
1952, Ecclesia Docens nr 190, N.V. Gooi & Sticht, Hilversum
Alineaverdeling en -nummering, tussentitels": redactie Ecclesia Docens
Oorspronkelijke spelling van de vertaler is gehandhaafd.
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Oorspronkelijke spelling van de vertaler is gehandhaafd.
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1952
Monniken van de St. Paulus-abdij te Oosterhout
24 maart 2025
678
nl
Referenties naar dit document: 14
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- INLEIDING
1
Onvergankelijke woorden
In onze geest weerklinkt het woord van de goddelijke Verlosser tot Petrus: "Simon, zoon van Johannes, bemint gij Mij meer dan dezen? ...weid Mijn lammeren, weid Mijn schapen" (Joh. 21, 15.17)[b:Joh. 21, 15.17], en dit andere, waarmede de prins der apostelen zelf de bisschoppen en priesters van zijn tijd vermaande: "Weidt Gods kudde die onder uw hoede staat... door zelf in alle oprechtheid een voorbeeld te zijn voor de kudde." (1 Pt. 5, 2.3)[b:1 Pt. 5, 2.3]
In onze geest weerklinkt het woord van de goddelijke Verlosser tot Petrus: "Simon, zoon van Johannes, bemint gij Mij meer dan dezen? ...weid Mijn lammeren, weid Mijn schapen" (Joh. 21, 15.17)[b:Joh. 21, 15.17], en dit andere, waarmede de prins der apostelen zelf de bisschoppen en priesters van zijn tijd vermaande: "Weidt Gods kudde die onder uw hoede staat... door zelf in alle oprechtheid een voorbeeld te zijn voor de kudde." (1 Pt. 5, 2.3)[b:1 Pt. 5, 2.3]
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Voornaamste behoefte van onze tijd
Wanneer wij deze woorden oplettend overwegen, komt het ons voor, dat het een der voornaamste opdrachten van ons hoge ambt is, naar best vermogen er voor te zorgen dat de werkzaamheden, waardoor de ,bisschoppen en priesters het christenvolk er toe moeten brengen het kwaad te vermijden, de gevaren te boven te komen en de heiligheid te verwerven, met de dag doeltreffender worden. Dit is vooral in onze tijden noodzakelijk, nu als gevolg van de verschrikkingen van de jongste oorlog, de volkeren en landen niet slechts geteisterd worden door ernstige materiële moeilijkheden, maar ook door een grote geestelijke verwarring; en nu vanwege de omstandigheden waarin de maatschappij verkeert, de vijanden van het katholieke geloof met groter driestheid optreden en in hun verderfelijke haat de mensen met geheime listen van God en van Christus trachten te vervreemden.
Wanneer wij deze woorden oplettend overwegen, komt het ons voor, dat het een der voornaamste opdrachten van ons hoge ambt is, naar best vermogen er voor te zorgen dat de werkzaamheden, waardoor de ,bisschoppen en priesters het christenvolk er toe moeten brengen het kwaad te vermijden, de gevaren te boven te komen en de heiligheid te verwerven, met de dag doeltreffender worden. Dit is vooral in onze tijden noodzakelijk, nu als gevolg van de verschrikkingen van de jongste oorlog, de volkeren en landen niet slechts geteisterd worden door ernstige materiële moeilijkheden, maar ook door een grote geestelijke verwarring; en nu vanwege de omstandigheden waarin de maatschappij verkeert, de vijanden van het katholieke geloof met groter driestheid optreden en in hun verderfelijke haat de mensen met geheime listen van God en van Christus trachten te vervreemden.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Vaderlijke bezorgdheid voor die priesters
De noodzakelijkheid van een christelijk herstel, welke thans door alle mensen van goede wil wordt ingezien, noopt ons onze gedachten en ons hart vooral te wenden tot de priesters van de gehele wereld, daar wij wel weten dat zij, die te midden van het volk leven en zo diens leed en lijden en diens stoffelijke en geestelijke noden door en door kennen, in staat zijn door hun nederige waakzaamheid en ijverige arbeid aller levenswandel volgens de wetten van het Evangelie te hernieuwen en Jezus Christus' "rijk van gerechtigheid, liefde en vrede" Praef. Miss. in festo Jesu...Praef. Miss. in festo Jesu Christi Regis op aarde hecht te vestigen.
De noodzakelijkheid van een christelijk herstel, welke thans door alle mensen van goede wil wordt ingezien, noopt ons onze gedachten en ons hart vooral te wenden tot de priesters van de gehele wereld, daar wij wel weten dat zij, die te midden van het volk leven en zo diens leed en lijden en diens stoffelijke en geestelijke noden door en door kennen, in staat zijn door hun nederige waakzaamheid en ijverige arbeid aller levenswandel volgens de wetten van het Evangelie te hernieuwen en Jezus Christus' "rijk van gerechtigheid, liefde en vrede" Praef. Miss. in festo Jesu...Praef. Miss. in festo Jesu Christi Regis op aarde hecht te vestigen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het werk der priesters kan echter onmogelijk die volle uitwerking hebben, welke in alle opzichten aan de noden van onze tijd beantwoordt, wanneer zij, te midden van het hun omringende volk niet schitteren met de glans ener verheven heiligheid; wanneer zij geen waardige "dienaars van Christus" zijn, getrouwe "bedienaren van Gods mysteriën" (1 Kor. 4, 1)[[b:1 Kor. 4, 1]], krachtige "medehelpers van God" (1 Kor. 3, 9)[[b:1 Kor. 3, 9]] en "toegerust tot ieder goed werk". (2 Tim. 3, 17)[[b:2 Tim. 3, 17]]
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Uiting van dankbaarheid
Nu menen wij op geen geschikter wijze onze dank te kunnen tonen aan de gehele geestelijkheid - die bij de vijftigste verjaardag van ons priesterschap door haar gebeden tot God haar kinderlijke liefde jegens ons heeft betuigd - ,dan door alle geestelijken met vaderlijke goedheid te vermanen de heiligheid na te streven, zonder welke de hun toevertrouwde taak niet vruchtbaar kan zijn. En als wij het Heilig Jaar hebben afgekondigd inde hoop dat het leven van allen weer gaat beantwoorden aan de voorschriften van het Evangelie, dan wensen wij dat het als voornaamste resultaat mag hebben, dat degenen die de leiders zijn van het christenvolk, met groter blijmoedigheid naar de hoogste deugd streven en dat zij, aldus bezield en toegerust, de hun toevertrouwde kudde in de geest van Jezus Christus vernieuwen. Al is het waar dat de grotere noden van de christelijke maatschappij in onze dagen dwingender van de priesters eisen, dat zij de inwendige volmaaktheid bezitten, toch moet men bedenken, dat zij reeds uit hoofde van hun verheven en van Godswege ontvangen ambt, gehouden zijn, altijd, overal en met inzet van al hun krachten naar de heiligheid te streven.
Nu menen wij op geen geschikter wijze onze dank te kunnen tonen aan de gehele geestelijkheid - die bij de vijftigste verjaardag van ons priesterschap door haar gebeden tot God haar kinderlijke liefde jegens ons heeft betuigd - ,dan door alle geestelijken met vaderlijke goedheid te vermanen de heiligheid na te streven, zonder welke de hun toevertrouwde taak niet vruchtbaar kan zijn. En als wij het Heilig Jaar hebben afgekondigd inde hoop dat het leven van allen weer gaat beantwoorden aan de voorschriften van het Evangelie, dan wensen wij dat het als voornaamste resultaat mag hebben, dat degenen die de leiders zijn van het christenvolk, met groter blijmoedigheid naar de hoogste deugd streven en dat zij, aldus bezield en toegerust, de hun toevertrouwde kudde in de geest van Jezus Christus vernieuwen. Al is het waar dat de grotere noden van de christelijke maatschappij in onze dagen dwingender van de priesters eisen, dat zij de inwendige volmaaktheid bezitten, toch moet men bedenken, dat zij reeds uit hoofde van hun verheven en van Godswege ontvangen ambt, gehouden zijn, altijd, overal en met inzet van al hun krachten naar de heiligheid te streven.
Referenties naar alinea 4: 1
Apostolicam Actuositatem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De grote gave van het priesterschap
Zoals onze voorgangers, in het bijzonder Pius X Haerent animo - Ad Clerum[[387]] en Pius XI Ad Catholici Sacerdotii fastigium[[1017]] geleerd hebben, en zoals ook wij in de encyclieken Mystici Corporis Christi[433], en Mediator Dei et hominum[419] terloops gezegd hebben, is het priesterschap waarlijk de grote gave van onze goddelijke Verlosser. Om namelijk het werk van de verlossing der mensheid, dat Hij zelf op het kruis volbracht had, tot aan het einde der tijden te doen voortduren, heeft Hij Zijn macht toevertrouwd aan de Kerk, die Hij deelgenote heeft Willen doen zijn aan Zijn enig en eeuwig priesterschap. De priester is als een "andere Christus", daar hij met een onuitwisbaar merkteken getooid is, waardoor hij als het levende beeld wordt van onze Heiland; de priester vervult de rol van Jezus Christus, die gezegd heeft: "Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u" (Joh. 20, 21)[b:Joh. 20, 21]; "wie u hoort, hoort Mij" (Lc. 10, 16)[b:Lc. 10, 16]. Door een hemelse ingeving aan 'dit verheven dienstwerk gewijd, "wordt hij aangesteld voor de mensen in de dingen die God betreffen, om gaven en offers op te dragen voor de zonden." (Hebr. 5, 1)[b:Hebr. 5, 1] Tot hem dus moet zich wenden, alwie het leven van de goddelijke Verlosser leven wil en kracht, troost en voedsel voor zijn ziel wil ontvangen; "bij hem ook moeten allen de geschikte geneesmiddelen zoeken, wanneer zij zich willen beteren van hun slechte levenswandel. Daarom kunnen alle bedienaren van het heiligdom met het volste recht op zichzelf de woorden van de apostel der heidenen toepassen: "Gods medewerkers zijn wij". (1 Kor. 3, 9)[b:1 Kor. 3, 9]
Zoals onze voorgangers, in het bijzonder Pius X Haerent animo - Ad Clerum[[387]] en Pius XI Ad Catholici Sacerdotii fastigium[[1017]] geleerd hebben, en zoals ook wij in de encyclieken Mystici Corporis Christi[433], en Mediator Dei et hominum[419] terloops gezegd hebben, is het priesterschap waarlijk de grote gave van onze goddelijke Verlosser. Om namelijk het werk van de verlossing der mensheid, dat Hij zelf op het kruis volbracht had, tot aan het einde der tijden te doen voortduren, heeft Hij Zijn macht toevertrouwd aan de Kerk, die Hij deelgenote heeft Willen doen zijn aan Zijn enig en eeuwig priesterschap. De priester is als een "andere Christus", daar hij met een onuitwisbaar merkteken getooid is, waardoor hij als het levende beeld wordt van onze Heiland; de priester vervult de rol van Jezus Christus, die gezegd heeft: "Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u" (Joh. 20, 21)[b:Joh. 20, 21]; "wie u hoort, hoort Mij" (Lc. 10, 16)[b:Lc. 10, 16]. Door een hemelse ingeving aan 'dit verheven dienstwerk gewijd, "wordt hij aangesteld voor de mensen in de dingen die God betreffen, om gaven en offers op te dragen voor de zonden." (Hebr. 5, 1)[b:Hebr. 5, 1] Tot hem dus moet zich wenden, alwie het leven van de goddelijke Verlosser leven wil en kracht, troost en voedsel voor zijn ziel wil ontvangen; "bij hem ook moeten allen de geschikte geneesmiddelen zoeken, wanneer zij zich willen beteren van hun slechte levenswandel. Daarom kunnen alle bedienaren van het heiligdom met het volste recht op zichzelf de woorden van de apostel der heidenen toepassen: "Gods medewerkers zijn wij". (1 Kor. 3, 9)[b:1 Kor. 3, 9]
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Verplichting om hieraan te beantwoorden
Deze verheven waardigheid vereist dat de priesters met de grootste getrouwheid beantwoorden aan hun zo gewichtige taak. Daar zij moeten ijveren om de glorie van God op aarde te bevorderen en Christus' mystiek lichaam te voeden en te doen groeien, is het volstrekt noodzakelijk dat zij zozeer uitmunten door de glans der heiligheid, dat "Christus' goede geur" (2 Kor. 2, 15)[b:2 Kor. 2, 15] alom door hen verbreid wordt.
Deze verheven waardigheid vereist dat de priesters met de grootste getrouwheid beantwoorden aan hun zo gewichtige taak. Daar zij moeten ijveren om de glorie van God op aarde te bevorderen en Christus' mystiek lichaam te voeden en te doen groeien, is het volstrekt noodzakelijk dat zij zozeer uitmunten door de glans der heiligheid, dat "Christus' goede geur" (2 Kor. 2, 15)[b:2 Kor. 2, 15] alom door hen verbreid wordt.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De voornaamste plicht
Op de dag waarop gij, beminde zonen, tot het priesterschap verheven werdt, heeft de bisschop u in naam van God plechtig gewezen op de eerste en voornaamste taak die u te doen stond: "Erkent wat gij doet, bootst na hetgeen gij verricht, zodat gij, die het geheim van 's Heren dood viert, zorg draagt, uw lichaam aan alle ondeugd en begeerlijkheid te doen sterven. Laat uw onderrichting een geestelijk geneesmiddel zijn voor Gods volk; laat de goede geur van uw leven de vreugde zijn van Christus' Kerk, zodat gij door uw prediking en door uw voorbeeld het huis opbouwt, dat Gods gezin is." Pontificale Romanum: De...Pontificale Romanum: De ordine presbyt. Meer dan dat van christenen uit de lekenstand, zal uw leven geheel vrij van zonden, met Christus in God verborgen zijn (Kol. 3, 3)[[b:Kol. 3, 3]]; en wanneer gij zo getooid zijt met de uitnemende deugd, die door uw waardigheid vereist wordt, kunt gij het werk van de verlossing der mensheid gaan voltooien, waartoe uw priesterwijding u bestemd heeft. Dit is de taak, die gij uit eigen beweging en bereidvaardig op u genomen hebt; weest heilig omdat, naar gij weet, uw bediening heilig is.
Op de dag waarop gij, beminde zonen, tot het priesterschap verheven werdt, heeft de bisschop u in naam van God plechtig gewezen op de eerste en voornaamste taak die u te doen stond: "Erkent wat gij doet, bootst na hetgeen gij verricht, zodat gij, die het geheim van 's Heren dood viert, zorg draagt, uw lichaam aan alle ondeugd en begeerlijkheid te doen sterven. Laat uw onderrichting een geestelijk geneesmiddel zijn voor Gods volk; laat de goede geur van uw leven de vreugde zijn van Christus' Kerk, zodat gij door uw prediking en door uw voorbeeld het huis opbouwt, dat Gods gezin is." Pontificale Romanum: De...Pontificale Romanum: De ordine presbyt. Meer dan dat van christenen uit de lekenstand, zal uw leven geheel vrij van zonden, met Christus in God verborgen zijn (Kol. 3, 3)[[b:Kol. 3, 3]]; en wanneer gij zo getooid zijt met de uitnemende deugd, die door uw waardigheid vereist wordt, kunt gij het werk van de verlossing der mensheid gaan voltooien, waartoe uw priesterwijding u bestemd heeft. Dit is de taak, die gij uit eigen beweging en bereidvaardig op u genomen hebt; weest heilig omdat, naar gij weet, uw bediening heilig is.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- EERSTE DEEL - DE HEILIGHEID VAN HET PRIESTERLEVEN
8
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=
De volmaaktheid bestaat in de graad van liefde
Volgens de leer van de goddelijke Meester bestaat de volmaaktheid van het christelijk leven in de liefde tot God en tot de naaste. (Mt. 22, 37-39)[[b:Mt. 22, 37-39]] Deze liefde moet brandend, ijverig en werkzaam zijn. Wanneer zij zo is, omvat zij alle deugden (1 Kor. 13, 4-7)[[b:1 Kor. 13, 4-7]] en kan zij met recht en reden de "band der volmaaktheid" genoemd worden. (Kol. 3, 14)[b:Kol. 3, 14] In welke omstandigheden de mens dan ook verkeert, altijd moet hij zijn geest en zijn daden op dat doel richten.
Volgens de leer van de goddelijke Meester bestaat de volmaaktheid van het christelijk leven in de liefde tot God en tot de naaste. (Mt. 22, 37-39)[[b:Mt. 22, 37-39]] Deze liefde moet brandend, ijverig en werkzaam zijn. Wanneer zij zo is, omvat zij alle deugden (1 Kor. 13, 4-7)[[b:1 Kor. 13, 4-7]] en kan zij met recht en reden de "band der volmaaktheid" genoemd worden. (Kol. 3, 14)[b:Kol. 3, 14] In welke omstandigheden de mens dan ook verkeert, altijd moet hij zijn geest en zijn daden op dat doel richten.
Referenties naar alinea 8: 2
Lumen Gentium ->=geentekst=Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=
De priester is geroepen tot de volmaaktheid
Maar de priester is op een zeer bijzondere wijze tot die plicht gehouden. Want zijn gehele priesterlijke werkzaamheid is daar van nature op gericht: als bedienaar van het altaar is hij immers door God tot dat doel geroepen, is hij bestemd tot een goddelijk ambt en bekleed met een goddelijke genadegave: hij moet Jezus Christus, de enige en eeuwige Priester, zijn medewerking verlenen: hij moet Hem volgen en navolgen die, toen Hij hier op aarde leefde, niets anders beoogde dan Zijn vurige liefde jegens Zijn Vader te betuigen en de oneindige schatten van Zijn Hart over de mensen uit te storten.
Maar de priester is op een zeer bijzondere wijze tot die plicht gehouden. Want zijn gehele priesterlijke werkzaamheid is daar van nature op gericht: als bedienaar van het altaar is hij immers door God tot dat doel geroepen, is hij bestemd tot een goddelijk ambt en bekleed met een goddelijke genadegave: hij moet Jezus Christus, de enige en eeuwige Priester, zijn medewerking verlenen: hij moet Hem volgen en navolgen die, toen Hij hier op aarde leefde, niets anders beoogde dan Zijn vurige liefde jegens Zijn Vader te betuigen en de oneindige schatten van Zijn Hart over de mensen uit te storten.
Referenties naar alinea 9: 2
Lumen Gentium ->=geentekst=Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Navolging van Christus
10
Innige vereniging met Jezus
De voornaamste aandrang die het gemoed van de priester moet bewegen, zal er op gericht zijn, dat hij met de goddelijke Verlosser ten nauwste verbonden leeft; dat hij de voorschriften van de christelijke leer integraal en van ganser harte aanvaardt; dat hij ze zijn gehele leven met zoveel ijver ten uitvoer brengt, dat het katholieke geloof het licht zij van al zijn gedragingen en dat zijn gedrag het licht van datzelfde geloof weerspiegele.
De voornaamste aandrang die het gemoed van de priester moet bewegen, zal er op gericht zijn, dat hij met de goddelijke Verlosser ten nauwste verbonden leeft; dat hij de voorschriften van de christelijke leer integraal en van ganser harte aanvaardt; dat hij ze zijn gehele leven met zoveel ijver ten uitvoer brengt, dat het katholieke geloof het licht zij van al zijn gedragingen en dat zijn gedrag het licht van datzelfde geloof weerspiegele.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De blik op Christus gevestigd houden
Geleid door het licht van deze deugd, moet hij voortdurend zijn ogen op Christus gevestigd houden; hij moet Zijn geboden, Zijn daden, Zijn voorbeelden ijverig navolgen; hij moet er van overtuigd zijn dat hij er niet mee kan volstaan de plichten na te komen waartoe de overige christenen gehouden zijn, maar dat hij dag in dag uit met snellere stap de volmaaktheid moet nastreven, waartoe de verheven waardigheid van het priesterschap verplicht, volgens deze woorden: "De geestelijken moeten een heiliger inwendig en uitwendig leven leiden dan de leken en hun met deugd en daad tot voorbeeld strekken." can. 124[[2620|(124)]]
Geleid door het licht van deze deugd, moet hij voortdurend zijn ogen op Christus gevestigd houden; hij moet Zijn geboden, Zijn daden, Zijn voorbeelden ijverig navolgen; hij moet er van overtuigd zijn dat hij er niet mee kan volstaan de plichten na te komen waartoe de overige christenen gehouden zijn, maar dat hij dag in dag uit met snellere stap de volmaaktheid moet nastreven, waartoe de verheven waardigheid van het priesterschap verplicht, volgens deze woorden: "De geestelijken moeten een heiliger inwendig en uitwendig leven leiden dan de leken en hun met deugd en daad tot voorbeeld strekken." can. 124[[2620|(124)]]
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Christocentrisch leven
Het priesterlijk leven heeft zijn oorsprong in Christus en moet daarom voortdurend op Hem -gericht blijven. Christus nu is het Woord van God, die Zich gewaardigd heeft "de menselijke natuur aan te nemen; die dit aardse leven geleid heeft om aan de wil van de eeuwige Vader te gehoorzamen; die om Zich heen de "geur van de lelie verspreid heeft; die in armoede heeft geleefd; "die weldoende en allen genezend is rondgegaan" (Hand. 10, 38)[b:Hand. 10, 38]; die Zich ten slotte als een slachtoffer voor het heil van Zijn broeders heeft opgedragen. Gij hebt het korte bestek van dit wonderbare leven als het ware voor ogen, dierbare zonen; legt u er met al uw krachten op toe het in uzelf te verwezenlijken, Zijn vermaning indachtig: "Een voorbeeld heb Ik u gegeven, opdat ook gij zoudt doen, zoals Ik u gedaan heb." (Joh. 13, 15)[b:Joh. 13, 15]
Het priesterlijk leven heeft zijn oorsprong in Christus en moet daarom voortdurend op Hem -gericht blijven. Christus nu is het Woord van God, die Zich gewaardigd heeft "de menselijke natuur aan te nemen; die dit aardse leven geleid heeft om aan de wil van de eeuwige Vader te gehoorzamen; die om Zich heen de "geur van de lelie verspreid heeft; die in armoede heeft geleefd; "die weldoende en allen genezend is rondgegaan" (Hand. 10, 38)[b:Hand. 10, 38]; die Zich ten slotte als een slachtoffer voor het heil van Zijn broeders heeft opgedragen. Gij hebt het korte bestek van dit wonderbare leven als het ware voor ogen, dierbare zonen; legt u er met al uw krachten op toe het in uzelf te verwezenlijken, Zijn vermaning indachtig: "Een voorbeeld heb Ik u gegeven, opdat ook gij zoudt doen, zoals Ik u gedaan heb." (Joh. 13, 15)[b:Joh. 13, 15]
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Beoefening van de nederigheid
Het begin van de christelijke volmaaktheid ligt in de nederigheid. "Leert van Mij, omdat Ik zachtmoedig ben en nederig van harte" (Mt. 11, 29)[b:Mt. 11, 29] Als wij goed beschouwen tot welke hoge waardigheid wij door het doopsel en het heilig priesterschap geroepen zijn, en daarbij onze geestelijke armoede 'beseffen, zullen wij goed doen de goddelijke woorden van Jezus Christus te overvroegen, wanneer Hij zegt: "Zonder Mij kunt gij niets doen." (Joh. 15, 5)[b:Joh. 15, 5]
Het begin van de christelijke volmaaktheid ligt in de nederigheid. "Leert van Mij, omdat Ik zachtmoedig ben en nederig van harte" (Mt. 11, 29)[b:Mt. 11, 29] Als wij goed beschouwen tot welke hoge waardigheid wij door het doopsel en het heilig priesterschap geroepen zijn, en daarbij onze geestelijke armoede 'beseffen, zullen wij goed doen de goddelijke woorden van Jezus Christus te overvroegen, wanneer Hij zegt: "Zonder Mij kunt gij niets doen." (Joh. 15, 5)[b:Joh. 15, 5]
Referenties naar alinea 13: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Wantrouwen jegens zichzelf
De priester moet niet vertrouwen op eigen krachten, zich niet verlustigen in zijn eigen gaven, de achting ende lof der mensen niet begeren, geen hogere waardigheden najagen, maar Christus navolgen, die "niet kwam om gediend te worden, maar om te dienen". (Mt. 20, 28)[b:Mt. 20, 28] Naar het voorschrift van het Evangelie moet hij zichzelf verloochenen (Mt. 16, 24)[[b:Mt. 16, 24]] en onthecht zijn van de aardse goederen, om vrijer en gemakkelijker de goddelijke Meester te kunnen volgen. Alwat hij heeft, alwat hij is, het komt van Gods goedheid en macht; als hij dus wil roemen, moet hij het woord van de Apostel indachtig zijn: "Over mijzelf zal ik niet roemen, dan alleen in mijn zwakheden." (2 Kor. 12, 5)[b:2 Kor. 12, 5]
De priester moet niet vertrouwen op eigen krachten, zich niet verlustigen in zijn eigen gaven, de achting ende lof der mensen niet begeren, geen hogere waardigheden najagen, maar Christus navolgen, die "niet kwam om gediend te worden, maar om te dienen". (Mt. 20, 28)[b:Mt. 20, 28] Naar het voorschrift van het Evangelie moet hij zichzelf verloochenen (Mt. 16, 24)[[b:Mt. 16, 24]] en onthecht zijn van de aardse goederen, om vrijer en gemakkelijker de goddelijke Meester te kunnen volgen. Alwat hij heeft, alwat hij is, het komt van Gods goedheid en macht; als hij dus wil roemen, moet hij het woord van de Apostel indachtig zijn: "Over mijzelf zal ik niet roemen, dan alleen in mijn zwakheden." (2 Kor. 12, 5)[b:2 Kor. 12, 5]
Referenties naar alinea 14: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Opoffering van de eigen wil
Deze toeleg op de nederigheid brengt, wanneer zij verlicht wordt door het geloof, de ,mens tot het offer van zijn wil door de gehoorzaamheid. Christus zelf heeft in de maatschappij die Hij gesticht heeft een wettig gezag gevestigd, dat een blijvende voortzetting is ban het Zijne: wie daarom aan de overheden der Kerk gehoorzaamt, gehoorzaamt aan de goddelijke Verlosser zelf.
Deze toeleg op de nederigheid brengt, wanneer zij verlicht wordt door het geloof, de ,mens tot het offer van zijn wil door de gehoorzaamheid. Christus zelf heeft in de maatschappij die Hij gesticht heeft een wettig gezag gevestigd, dat een blijvende voortzetting is ban het Zijne: wie daarom aan de overheden der Kerk gehoorzaamt, gehoorzaamt aan de goddelijke Verlosser zelf.
Referenties naar alinea 15: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Noodzakelijkheid der gehoorzaamheid
In onze tijd, waarin men niet schroomt de grondslag van het gezag aan te tasten, is het volstrekt nodig, dat de priester de voorschriften van het geloof goed voor ogen houdt en zo dit gezag ten volle erkent en eerbiedigt, niet alleen als het behoud van de godsdienstige en maatschappelijke orde, maar ook als het beginsel van zijn eigen heiliging. Terwijl de vijanden van God met boosaardige sluwheid de ongeregelde hartstochten van sommigen trachten aan te blazen en op te wekken, om hen tegen de geboden van onze heilige moeder de Kerk in verzet te .brengen, willen wij de verdiende lof en onze vaderlijke aanmoediging geven aan de grote schare van gewijde dienaren, die om openlijk hun christelijke gehoorzaamheid te betonen en hun trouw aan Christus en het door Hem gestelde gezag ongeschonden te bewaren, "waardig zijn bevonden om voor de naam van Jezus smaad te verduren" (Hand. 5, 41)[b:Hand. 5, 41], en niet alleen smaad, maar vervolging, de kerker en zelfs de dood.
In onze tijd, waarin men niet schroomt de grondslag van het gezag aan te tasten, is het volstrekt nodig, dat de priester de voorschriften van het geloof goed voor ogen houdt en zo dit gezag ten volle erkent en eerbiedigt, niet alleen als het behoud van de godsdienstige en maatschappelijke orde, maar ook als het beginsel van zijn eigen heiliging. Terwijl de vijanden van God met boosaardige sluwheid de ongeregelde hartstochten van sommigen trachten aan te blazen en op te wekken, om hen tegen de geboden van onze heilige moeder de Kerk in verzet te .brengen, willen wij de verdiende lof en onze vaderlijke aanmoediging geven aan de grote schare van gewijde dienaren, die om openlijk hun christelijke gehoorzaamheid te betonen en hun trouw aan Christus en het door Hem gestelde gezag ongeschonden te bewaren, "waardig zijn bevonden om voor de naam van Jezus smaad te verduren" (Hand. 5, 41)[b:Hand. 5, 41], en niet alleen smaad, maar vervolging, de kerker en zelfs de dood.
Referenties naar alinea 16: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Sacra virginitas ->=geentekst=
De verzakingen van het celibaat
Het eigen arbeidsveld van de priester is gelegen in alles wat betrekking heeft op het bovennatuurlijke leven: hij bevordert de groei er van en deelt het mede aan het mystieke lichaam van Jezus Christus. Daarom moet hij verzaken aan alle werkzaamheden "die de wereld betreffen", om zich uitsluitend bezig te houden met de "dingen des Heren". (1 Kor. 7, 32.33)[b:1 Kor. 7, 32.33] Omdat hij dus vrij moet zijn van wereldse beslommeringen en zich geheel moet wijden aan de dienst van God, heeft de Kerk de wet van het celibaat ingesteld, om liet aan allen steeds duidelijker te maken dat de priester dienaar van God is en vader van de zielen. Door de wet van het celibaat verliest de priester het vaderschap en zijn plichten niet, maar vermeerdert het veeleer in het oneindige, doordat hij geen kinderen verwekt voor dit aardse en vergankelijke leven, maar voor het hemelse en eeuwige. Hoe meer de priesterlijke kuisheid schittert, des te meer wordt de gewijde dienaar samen met Christus "een zuiver offer, een heilig offer, een vlekkeloos offer". Missale Romanum, CanonMissale Romanum, Canon Om deze kuisheid ongerept, als een allerkostbaarste schat, zorgvuldig te bewaren, is het goed en nodig stipt gevolg te geven aan de vermaning van de prins der apostelen, die wij dagelijks in het goddelijk Officie herhalen: "Weest sober en waakt." (1 Pt. 5, 8)[b:1 Pt. 5, 8]
Het eigen arbeidsveld van de priester is gelegen in alles wat betrekking heeft op het bovennatuurlijke leven: hij bevordert de groei er van en deelt het mede aan het mystieke lichaam van Jezus Christus. Daarom moet hij verzaken aan alle werkzaamheden "die de wereld betreffen", om zich uitsluitend bezig te houden met de "dingen des Heren". (1 Kor. 7, 32.33)[b:1 Kor. 7, 32.33] Omdat hij dus vrij moet zijn van wereldse beslommeringen en zich geheel moet wijden aan de dienst van God, heeft de Kerk de wet van het celibaat ingesteld, om liet aan allen steeds duidelijker te maken dat de priester dienaar van God is en vader van de zielen. Door de wet van het celibaat verliest de priester het vaderschap en zijn plichten niet, maar vermeerdert het veeleer in het oneindige, doordat hij geen kinderen verwekt voor dit aardse en vergankelijke leven, maar voor het hemelse en eeuwige. Hoe meer de priesterlijke kuisheid schittert, des te meer wordt de gewijde dienaar samen met Christus "een zuiver offer, een heilig offer, een vlekkeloos offer". Missale Romanum, CanonMissale Romanum, Canon Om deze kuisheid ongerept, als een allerkostbaarste schat, zorgvuldig te bewaren, is het goed en nodig stipt gevolg te geven aan de vermaning van de prins der apostelen, die wij dagelijks in het goddelijk Officie herhalen: "Weest sober en waakt." (1 Pt. 5, 8)[b:1 Pt. 5, 8]
Referenties naar alinea 17: 2
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Sacra virginitas ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Waakzaamheid en gebed tot behoud der kuisheid
Waakt daarom, dierbare zonen, "want uw kuisheid is blootgesteld aan vele gevaren, zowel door de huidige lichtheid van zeden en door de verlokkingen van de zonde, die tegenwoordig zo veelvuldig en gevaarlijk zijn, als wel door de grote vrijheid die steeds meer de omgang ,der geslachten gaat beheersen en die zelfs in de uitoefening van het heilig dienstwerk tracht door te dringen. "Waakt en bidt" (Mc. 14, 38)[b:Mc. 14, 38] en bedenkt dat uw handen de heiligste dingen aanraken; bedenkt ook dat gij aan God zijt toegewijd en dat gij Hem alleen moet dienen. Het kleed zelf, dat gij draagt, herinnert u er aan, dat gij niet voor de wereld maar voor God moet leven. Doet dus uw uiterste best ~om, met vertrouwen op de liefdevolle bescherming van de Moedermaagd, altijd "helder, rein, zuiver, kuis te zijn, zoals het dienaren van Christus en uitdelers van Gods geheimen betaamt". Pontificale Rom. In ordin....Pontificale Rom. In ordin. Diacon.
Waakt daarom, dierbare zonen, "want uw kuisheid is blootgesteld aan vele gevaren, zowel door de huidige lichtheid van zeden en door de verlokkingen van de zonde, die tegenwoordig zo veelvuldig en gevaarlijk zijn, als wel door de grote vrijheid die steeds meer de omgang ,der geslachten gaat beheersen en die zelfs in de uitoefening van het heilig dienstwerk tracht door te dringen. "Waakt en bidt" (Mc. 14, 38)[b:Mc. 14, 38] en bedenkt dat uw handen de heiligste dingen aanraken; bedenkt ook dat gij aan God zijt toegewijd en dat gij Hem alleen moet dienen. Het kleed zelf, dat gij draagt, herinnert u er aan, dat gij niet voor de wereld maar voor God moet leven. Doet dus uw uiterste best ~om, met vertrouwen op de liefdevolle bescherming van de Moedermaagd, altijd "helder, rein, zuiver, kuis te zijn, zoals het dienaren van Christus en uitdelers van Gods geheimen betaamt". Pontificale Rom. In ordin....Pontificale Rom. In ordin. Diacon.
Referenties naar alinea 18: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Gemeenzaamheid vermijden
Met dat doel willen wij u bijzonder vermanen om u bij de leiding van vrouwelijke verenigingen en genootschappen zo te gedragen als het aan priesters betaamt; vermijdt alle gemeenzaamheid, en waar hulp nodig is, verleen haar als priester. Bij de leiding van die verenigingen moet gij uw werk binnen de grenzen houden die het priesterlijk ambt u oplegt.
Met dat doel willen wij u bijzonder vermanen om u bij de leiding van vrouwelijke verenigingen en genootschappen zo te gedragen als het aan priesters betaamt; vermijdt alle gemeenzaamheid, en waar hulp nodig is, verleen haar als priester. Bij de leiding van die verenigingen moet gij uw werk binnen de grenzen houden die het priesterlijk ambt u oplegt.
Referenties naar alinea 19: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Onthechtheid aan aardse goederen
Maar het mag u niet genoeg zijn om door de kuisheid te verzaken aan de lusten van het vlees en door de gehoorzaamheid uw wil te onderwerpen aan de overheid: gij moet u ook steeds meer losmaken van geld en aardse goederen. Met aandrang vermanen wij u, dierbare zonen, dat gij u niet hecht aan de onzekere en vergankelijke goederen van deze wereld. Neemt vol eerbied de grote heiligen van de oude en nieuwe tijd tot voorbeeld, die de noodzakelijke onthechting van de stoffelijke goederen en een groot vertrouwen op de goddelijke Voorzienigheid met een vurige priesterijver wisten te verenigen, en zo wonderbare werken hebben tot stand gebracht, waarbij zij uitsluitend vertrouwden op God, die nimmer de nodige hulp weigert. Ook de priester, hoewel hij geen bijzondere openbare gelofte van armoede gedaan heeft, moet door de liefde voor de armoede geleid worden; deze liefde moet hij tonen door eenvoud en matigheid van leven; zijn bescheiden woning moet er van getuigen en zijn edelmoedige vrijgevigheid jegens de armen haar bekrachtigen. Heel bijzonder echter moeten zij zich onthouden van financiële ondernemingen, die hen zouden beletten hun priesterlijke ;plichten te vervullen en die hen zouden verlagen in de ogen der gelovigen. De priester, die zich immers met al zijn kracht moet wijden aan het heil der zielen, moet op zichzelf de woorden van St. Paulus toepassen: "Ik zoek niet uw bezit, maar u." (2 Kor. 12, 14)[b:2 Kor. 12, 14]
Maar het mag u niet genoeg zijn om door de kuisheid te verzaken aan de lusten van het vlees en door de gehoorzaamheid uw wil te onderwerpen aan de overheid: gij moet u ook steeds meer losmaken van geld en aardse goederen. Met aandrang vermanen wij u, dierbare zonen, dat gij u niet hecht aan de onzekere en vergankelijke goederen van deze wereld. Neemt vol eerbied de grote heiligen van de oude en nieuwe tijd tot voorbeeld, die de noodzakelijke onthechting van de stoffelijke goederen en een groot vertrouwen op de goddelijke Voorzienigheid met een vurige priesterijver wisten te verenigen, en zo wonderbare werken hebben tot stand gebracht, waarbij zij uitsluitend vertrouwden op God, die nimmer de nodige hulp weigert. Ook de priester, hoewel hij geen bijzondere openbare gelofte van armoede gedaan heeft, moet door de liefde voor de armoede geleid worden; deze liefde moet hij tonen door eenvoud en matigheid van leven; zijn bescheiden woning moet er van getuigen en zijn edelmoedige vrijgevigheid jegens de armen haar bekrachtigen. Heel bijzonder echter moeten zij zich onthouden van financiële ondernemingen, die hen zouden beletten hun priesterlijke ;plichten te vervullen en die hen zouden verlagen in de ogen der gelovigen. De priester, die zich immers met al zijn kracht moet wijden aan het heil der zielen, moet op zichzelf de woorden van St. Paulus toepassen: "Ik zoek niet uw bezit, maar u." (2 Kor. 12, 14)[b:2 Kor. 12, 14]
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Voorbeeld zijn van alle deugden
Als het mogelijk was hier in den brede alle deugden te behandelen, waardoor de priester zo' goed hij kan het goddelijk voorbeeld van Jezus Christus in zichzelf moet verwezenlijken, zouden wij nog vele zaken, die ons voor de geest komen, te zeggen hebben. Maar wij hebben ten minste uw aandacht willen vestigen ,op de dingen, die in onze tijd meer noodzakelijk schijnen; voor het overige herinneren wij u aan de woorden van het gulden boekje der Navolging van Christus: "De priester moet met alle deugden getooid zijn en aan de anderen een voorbeeld geven van heilig leven. Zijn levenswijze moet niet in overeenstemming zijn met de gewone en alledaagse manieren der mensen, maar met de engelen in de hemel en met de volmaakte mensen op aarde." III, c. 5, 13-14; Frank de Roo, De imitatie van Christus, (2024)[[1063]]
Als het mogelijk was hier in den brede alle deugden te behandelen, waardoor de priester zo' goed hij kan het goddelijk voorbeeld van Jezus Christus in zichzelf moet verwezenlijken, zouden wij nog vele zaken, die ons voor de geest komen, te zeggen hebben. Maar wij hebben ten minste uw aandacht willen vestigen ,op de dingen, die in onze tijd meer noodzakelijk schijnen; voor het overige herinneren wij u aan de woorden van het gulden boekje der Navolging van Christus: "De priester moet met alle deugden getooid zijn en aan de anderen een voorbeeld geven van heilig leven. Zijn levenswijze moet niet in overeenstemming zijn met de gewone en alledaagse manieren der mensen, maar met de engelen in de hemel en met de volmaakte mensen op aarde." III, c. 5, 13-14; Frank de Roo, De imitatie van Christus, (2024)[[1063]]
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Noodzakelijkheid van de genade om Christus na te volgen
22
Troostrijke waarheden
Gij weet allen, dierbare zonen, dat het iedere christen, maar bijzonder de priester, onmogelijk is om de wonderbare voorbeelden van de goddelijke Meester in het dagelijkse leven na te volgen zonder de hulp van de goddelijke genade en zonder het gebruik van de genademiddelen, die Hij ons zelf gegeven heeft. Dit is des te nodiger naarmate de volmaaktheid, die wij moeten bereiken, hoger is, en naarmate de moeilijkheden groter zijn, die onze ten kwade geneigde natuur ons berokkent. Om deze reden dunkt het ons nuttig over te gaan tot de beschouwing van andere waarheden, die zeer diep en troostrijk zijn, en waaruit nog duidelijker blijkt hoe ver de heiligheid van de priester moet reiken en hoe krachtig de middelen zijn, die Jezus Christus ons gegeven heeft om in ons de plannen der goddelijke barmhartigheid te verwezenlijken.
Gij weet allen, dierbare zonen, dat het iedere christen, maar bijzonder de priester, onmogelijk is om de wonderbare voorbeelden van de goddelijke Meester in het dagelijkse leven na te volgen zonder de hulp van de goddelijke genade en zonder het gebruik van de genademiddelen, die Hij ons zelf gegeven heeft. Dit is des te nodiger naarmate de volmaaktheid, die wij moeten bereiken, hoger is, en naarmate de moeilijkheden groter zijn, die onze ten kwade geneigde natuur ons berokkent. Om deze reden dunkt het ons nuttig over te gaan tot de beschouwing van andere waarheden, die zeer diep en troostrijk zijn, en waaruit nog duidelijker blijkt hoe ver de heiligheid van de priester moet reiken en hoe krachtig de middelen zijn, die Jezus Christus ons gegeven heeft om in ons de plannen der goddelijke barmhartigheid te verwezenlijken.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Offerleven
Zoals het gehele leven van onze Zaligmaker gericht was op het offer van Zichzelf, zo moet ook het leven van de priester, die in zichzelf het beeld van Christus moet afdrukken, met Hem, in Hem en door Hem een aangenaam offer zijn.
Zoals het gehele leven van onze Zaligmaker gericht was op het offer van Zichzelf, zo moet ook het leven van de priester, die in zichzelf het beeld van Christus moet afdrukken, met Hem, in Hem en door Hem een aangenaam offer zijn.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Naar het voorbeeld van Jezus op Calvarie
Het offer, dat de goddelijke Verlosser, hangend aan het kruis op de Calvarieberg, opdroeg, was niet alleen de slachtoffering van Zijn eigen lichaam: want Hij droeg Zichzelf op als een zoenoffer in Zijn hoedanigheid van hoofd van het menselijk geslacht, zodat "wanneer Hij Zijn geest in Zijns Vaders handen beveelt, Hij Zichzelf als mens aan God aanbeveelt, om daardoor alle mensen aan God aan te bevelen". n. 12: PG 26, 1003 ss[[948]]
Het offer, dat de goddelijke Verlosser, hangend aan het kruis op de Calvarieberg, opdroeg, was niet alleen de slachtoffering van Zijn eigen lichaam: want Hij droeg Zichzelf op als een zoenoffer in Zijn hoedanigheid van hoofd van het menselijk geslacht, zodat "wanneer Hij Zijn geest in Zijns Vaders handen beveelt, Hij Zichzelf als mens aan God aanbeveelt, om daardoor alle mensen aan God aan te bevelen". n. 12: PG 26, 1003 ss[[948]]
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
In de heilige Mis
Ditzelfde gebeurt in het eucharistisch offer, dat de onbloedige hernieuwing is van het kruisoffer. Daarin offert Christus Zichzelf op aan de eeuwige Vader voor Zijn glorie en ons heil; maar wanneer Hij, priester en slachtoffer, handelt als hoofd van de Kerk, offert Hij niet alleen Zichzelf, maar alle christenen, in zekere zin zelfs alle mensen. vgl: 10, 6; PL 41, 284[[[857]]]
Ditzelfde gebeurt in het eucharistisch offer, dat de onbloedige hernieuwing is van het kruisoffer. Daarin offert Christus Zichzelf op aan de eeuwige Vader voor Zijn glorie en ons heil; maar wanneer Hij, priester en slachtoffer, handelt als hoofd van de Kerk, offert Hij niet alleen Zichzelf, maar alle christenen, in zekere zin zelfs alle mensen. vgl: 10, 6; PL 41, 284[[[857]]]
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De rijkdommen van het eucharistisch offer
Welnu, als dit geldt voor alle christenen, dan zeker met meer recht voor de priesters, die op de eerste plaats dienaren van de goddelijke Verlosser zijn om het offer der eucharistie op te dragen. En terwijl zij in dit offer de persoon van Christus vertegenwoordigen en het brood en de wijn consacreren, die veranderd worden in het Lichaam en Bloed van Christus, kunnen zij uit de bron zelf van het bovennatuurlijk leven eindeloze rijkdommen putten van heil en al de hulpmiddelen die zij nodig hebben voor zichzelf en voor de vervulling van hun ambt.
Welnu, als dit geldt voor alle christenen, dan zeker met meer recht voor de priesters, die op de eerste plaats dienaren van de goddelijke Verlosser zijn om het offer der eucharistie op te dragen. En terwijl zij in dit offer de persoon van Christus vertegenwoordigen en het brood en de wijn consacreren, die veranderd worden in het Lichaam en Bloed van Christus, kunnen zij uit de bron zelf van het bovennatuurlijk leven eindeloze rijkdommen putten van heil en al de hulpmiddelen die zij nodig hebben voor zichzelf en voor de vervulling van hun ambt.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
De heilige Mis beleven
Door de nauwe aanraking met deze goddelijke geheimen kan het niet anders of de priester gaat hongeren en dorsten naar de gerechtigheid (Mt. 5, 6)[[b:Mt. 5, 6]], en voelt zich gedrongen om zijn leven in overeenstemming te brengen met zijn verheven waardigheid en om het te maken tot een waar offerleven, daar hij immers zichzelf tegelijk met Christus moet slachtofferen. Daarom moet hij het eucharistisch offer niet alleen opdragen, maar hij moet het innig beleven. Zo alleen zal hij de hemelse kracht vinden, die hem geheel zal omvormen en waardoor hij in het offerleven van de goddelijke Verlosser zal delen.
Door de nauwe aanraking met deze goddelijke geheimen kan het niet anders of de priester gaat hongeren en dorsten naar de gerechtigheid (Mt. 5, 6)[[b:Mt. 5, 6]], en voelt zich gedrongen om zijn leven in overeenstemming te brengen met zijn verheven waardigheid en om het te maken tot een waar offerleven, daar hij immers zichzelf tegelijk met Christus moet slachtofferen. Daarom moet hij het eucharistisch offer niet alleen opdragen, maar hij moet het innig beleven. Zo alleen zal hij de hemelse kracht vinden, die hem geheel zal omvormen en waardoor hij in het offerleven van de goddelijke Verlosser zal delen.
Referenties naar alinea 27: 1
Sacerdotii Nostri primordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Slachtoffer zijn met Christus
Sint Paulus geeft als grondbeginsel der christelijke volmaaktheid het voorschrift: "Bekleedt u met de Heer Jezus Christus." (Rom. 13, 14)[b:Rom. 13, 14] Dit voorschrift geldt voor alle gelovigen, maar in het bijzonder voor de priesters. Zich bekleden met Jezus Christus betekent echter niet alleen dat men Zijn leer met de geest opneemt, maar dat men een nieuw leven begint dat, wil het schitteren met de glans van de Thabor, allereerst gelijkvormig moet zijn aan de angsten en smarten van de lijdende Christus van Calvarië. Dat vereist stellig een lang -en moeilijk werk, waardoor onze ziel ais een slachtoffer wordt om zich innig met het offer van Christus te kunnen verenigen. Dit moeilijke en langdurige werk bestaat niet in loze voornemens en stelt zich niet tevreden met wensen en verlangens, maar moet een ijverige en onvermoeide oefening zijn, die gericht is op een vruchtbare hernieuwing van de geest; het moet een scholing zijn in de godsvrucht, waardoor alles tot Gods glorie wordt teruggebracht; het moet een boetedoening zijn, waardoor de hartstochten bedwongen en beteugeld worden; het moet een toeleg zijn op de liefde, waardoor ons hart jegens God en de naaste wordt ontvlamd en waardoor wij tot alle werken van barmhartigheid worden aangezet; het moet ten slotte een daadwerkelijke ijver zijn, waardoor wij ons inspannen en strijden om al wat volmaakt is te volbrengen.
Sint Paulus geeft als grondbeginsel der christelijke volmaaktheid het voorschrift: "Bekleedt u met de Heer Jezus Christus." (Rom. 13, 14)[b:Rom. 13, 14] Dit voorschrift geldt voor alle gelovigen, maar in het bijzonder voor de priesters. Zich bekleden met Jezus Christus betekent echter niet alleen dat men Zijn leer met de geest opneemt, maar dat men een nieuw leven begint dat, wil het schitteren met de glans van de Thabor, allereerst gelijkvormig moet zijn aan de angsten en smarten van de lijdende Christus van Calvarië. Dat vereist stellig een lang -en moeilijk werk, waardoor onze ziel ais een slachtoffer wordt om zich innig met het offer van Christus te kunnen verenigen. Dit moeilijke en langdurige werk bestaat niet in loze voornemens en stelt zich niet tevreden met wensen en verlangens, maar moet een ijverige en onvermoeide oefening zijn, die gericht is op een vruchtbare hernieuwing van de geest; het moet een scholing zijn in de godsvrucht, waardoor alles tot Gods glorie wordt teruggebracht; het moet een boetedoening zijn, waardoor de hartstochten bedwongen en beteugeld worden; het moet een toeleg zijn op de liefde, waardoor ons hart jegens God en de naaste wordt ontvlamd en waardoor wij tot alle werken van barmhartigheid worden aangezet; het moet ten slotte een daadwerkelijke ijver zijn, waardoor wij ons inspannen en strijden om al wat volmaakt is te volbrengen.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Vermaning van St. Petrus Chrysologus
De priester moet er zich dus op toeleggen om alles wat er op het altaar gebeurt in zichzelf te verwezenlijken: zoals namelijk Jezus Christus Zichzelf slachtoffert, zo moet ook Zijn dienaar zich samen met Hem slachtofferen; zoals Jezus de zonden der mensen uitboet, zo moet ook de priester de steile weg van de christelijke ascese volgen om te komen tot zijn eigen zuivering en die van anderen. Aldus vermaant hem immers de H. Petrus Chrysologus: "Wees Gods offer en priester; verlies niet datgene wat de goddelijke macht u gegeven heeft. Bekleed u met het kleed der heiligheid; doe de riem der kuisheid om; Christus zij de bedekking van uw hoofd; het kruis zij de durende schutse van uw voorhoofd; leg op uw borst het geheim van de goddelijke wetenschap; brand voortdurend de wierook van uw gebed; neem het zwaard van de Heilige Geest; maak van uw hart een altaar en breng er veilig uw lichaam aan God ten offer... Offer geloof, zodat het ongeloof gestraft wordt; offer vasten; om een eind te maken aan de gulzigheid; offer kuisheid, om de lust te doen sterven; offer godsvrucht, om de goddeloosheid uit te roeien; offer barmhartigheid, om de hebzucht te vernietigen; en om een eind te maken aan de dwaasheid, is het goed om altijd heiligheid te offeren: zo zal uw lichaam uw offer worden, als het door geen enkele pijl der zonde wordt gewond." Sermo 108: PL 52, 500, 501[[929]]
De priester moet er zich dus op toeleggen om alles wat er op het altaar gebeurt in zichzelf te verwezenlijken: zoals namelijk Jezus Christus Zichzelf slachtoffert, zo moet ook Zijn dienaar zich samen met Hem slachtofferen; zoals Jezus de zonden der mensen uitboet, zo moet ook de priester de steile weg van de christelijke ascese volgen om te komen tot zijn eigen zuivering en die van anderen. Aldus vermaant hem immers de H. Petrus Chrysologus: "Wees Gods offer en priester; verlies niet datgene wat de goddelijke macht u gegeven heeft. Bekleed u met het kleed der heiligheid; doe de riem der kuisheid om; Christus zij de bedekking van uw hoofd; het kruis zij de durende schutse van uw voorhoofd; leg op uw borst het geheim van de goddelijke wetenschap; brand voortdurend de wierook van uw gebed; neem het zwaard van de Heilige Geest; maak van uw hart een altaar en breng er veilig uw lichaam aan God ten offer... Offer geloof, zodat het ongeloof gestraft wordt; offer vasten; om een eind te maken aan de gulzigheid; offer kuisheid, om de lust te doen sterven; offer godsvrucht, om de goddeloosheid uit te roeien; offer barmhartigheid, om de hebzucht te vernietigen; en om een eind te maken aan de dwaasheid, is het goed om altijd heiligheid te offeren: zo zal uw lichaam uw offer worden, als het door geen enkele pijl der zonde wordt gewond." Sermo 108: PL 52, 500, 501[[929]]
Referenties naar alinea 29: 1
Sacerdotii Nostri primordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Mystieke dood in Christus
Wat wij aan alle christenen hebben voorgehouden in de encycliek Mediator Dei[419], willen wij thans met dezelfde woorden in het bijzonder voor de priesters herhalen: "Christus is ongetwijfeld priester, maar voor ons, niet voor Zichzelf, daar Hij de gebeden en de godsdienstige gevoelens in naam van heel het mensdom aan de eeuwige Vader aanbiedt. Christus is tegelijk slachtoffer, maar voor ons, daar Hij Zichzelf stelt in de plaats van de zondige mens. Welnu, het woord van de Apostel: plaat diezelfde gezindheid in u heersen die ook in Christus Jezus was vordert van alle christenen, dat zij, zoveel het in 's mensen vermogen ligt, dezelfde zielegesteltenis in zich weergeven, waarvan de ziel van de goddelijke Verlosser vervuld was, toen Hij het offer van Zichzelf voltrok, d.w.z. de nederige onderworpenheid van de geest, de aanbidding, de eer en lof en de dank aan Gods opperste Majesteit gebracht. Dit woord vordert verder van hen, dat ze enigermate de staat van slachtoffer aannemen, de zelfverloochening naar de voorschriften van het Evangelie, de vrijwillige en bereidvaardige beoefening der boetvaardigheid, de verafschuwing en uitboeting van eigen zonden. Het vraagt in één woord, dat wij allen met Christus een mystieke kruisdood sterven, zodat wij het woord van Paulus tot het onze mogen maken: «Met Christus ben ik gekruisigd»." Mediator Dei et hominum, 80[[419|80]]
Wat wij aan alle christenen hebben voorgehouden in de encycliek Mediator Dei[419], willen wij thans met dezelfde woorden in het bijzonder voor de priesters herhalen: "Christus is ongetwijfeld priester, maar voor ons, niet voor Zichzelf, daar Hij de gebeden en de godsdienstige gevoelens in naam van heel het mensdom aan de eeuwige Vader aanbiedt. Christus is tegelijk slachtoffer, maar voor ons, daar Hij Zichzelf stelt in de plaats van de zondige mens. Welnu, het woord van de Apostel: plaat diezelfde gezindheid in u heersen die ook in Christus Jezus was vordert van alle christenen, dat zij, zoveel het in 's mensen vermogen ligt, dezelfde zielegesteltenis in zich weergeven, waarvan de ziel van de goddelijke Verlosser vervuld was, toen Hij het offer van Zichzelf voltrok, d.w.z. de nederige onderworpenheid van de geest, de aanbidding, de eer en lof en de dank aan Gods opperste Majesteit gebracht. Dit woord vordert verder van hen, dat ze enigermate de staat van slachtoffer aannemen, de zelfverloochening naar de voorschriften van het Evangelie, de vrijwillige en bereidvaardige beoefening der boetvaardigheid, de verafschuwing en uitboeting van eigen zonden. Het vraagt in één woord, dat wij allen met Christus een mystieke kruisdood sterven, zodat wij het woord van Paulus tot het onze mogen maken: «Met Christus ben ik gekruisigd»." Mediator Dei et hominum, 80[[419|80]]
Referenties naar alinea 30: 1
Sacerdotii Nostri primordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Putten uit de rijkdommen van het Bloed van Christus
Priesters en zeer geliefde zonen, wij hebben een grote schat in onze handen en een kostbare parel, te weten de onuitputtelijke rijkdommen van het Bloed. van Jezus Christus; laten wij er een zo ruim mogelijk gebruik van maken, om door het volmaakte offer van onszelf, dat wij met Christus aan de eeuwige Vader opdragen, de ware bemiddelaars der gerechtigheid te worden "in de dingen die God betreffen" (Heb. 5, 1)[b:Heb. 5, 1], en om te verdienen dat onze gebeden aangenomen worden en een overvloed van genade verkrijgen, waardoor de Kerk en alle zielen verkwikt en bevrucht worden. Alleen wanneer wij als het ware één geworden zijn met Christus door Zijn en ons offer, en wanneer wij onze stem voegen bij het koor der bewoners van het hemelse Jerusalem: "illi canentes jungimur almae Sionis aemuli" Brev. Rom., Hymn. pro off....Brev. Rom., Hymn. pro off. Dedic. Eccl.: Hem zingend, verenigen wij ons in wedijver met het hemelse Sion., dan alleen zullen wij, gesterkt door de kracht van onze Zaligmaker, de top der heiligheid kunnen bereiken en van daar veilig en ongestoord aan alle mensen het licht en het leven van God brengen door .middel van ons priesterlijk ambt.
Priesters en zeer geliefde zonen, wij hebben een grote schat in onze handen en een kostbare parel, te weten de onuitputtelijke rijkdommen van het Bloed. van Jezus Christus; laten wij er een zo ruim mogelijk gebruik van maken, om door het volmaakte offer van onszelf, dat wij met Christus aan de eeuwige Vader opdragen, de ware bemiddelaars der gerechtigheid te worden "in de dingen die God betreffen" (Heb. 5, 1)[b:Heb. 5, 1], en om te verdienen dat onze gebeden aangenomen worden en een overvloed van genade verkrijgen, waardoor de Kerk en alle zielen verkwikt en bevrucht worden. Alleen wanneer wij als het ware één geworden zijn met Christus door Zijn en ons offer, en wanneer wij onze stem voegen bij het koor der bewoners van het hemelse Jerusalem: "illi canentes jungimur almae Sionis aemuli" Brev. Rom., Hymn. pro off....Brev. Rom., Hymn. pro off. Dedic. Eccl.: Hem zingend, verenigen wij ons in wedijver met het hemelse Sion., dan alleen zullen wij, gesterkt door de kracht van onze Zaligmaker, de top der heiligheid kunnen bereiken en van daar veilig en ongestoord aan alle mensen het licht en het leven van God brengen door .middel van ons priesterlijk ambt.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Noodzakelijkheid van gebed en van werken van godsvrucht
32
De plicht van het goddelijk Officie
De volmaakte heiligheid vereist tevens een voortdurend verkeer met God; en om dit innig contact dat tussen de priester en God moet bestaan, ononderbroken te doen voortduren inde opeenvolging van dagen en uren, heeft de Kerk de priesters verplicht om ede getijden te bidden. Daardoor volgt zij getrouw het voorschrift van de goddelijke Verlosser op wanneer Hij zegt: "Men moet bidden en niet versagen." (Lc. 18, 1)[b:Lc. 18, 1] Evenals de Kerk nooit ophoudt te bidden, zo wenst zij ook dat haar kinderen hun gebed nooit onderbreken, en zij herhaalt hun de vermaning van de Apostel: "Door Hem (Jezus) moeten wij een altijddurend dankoffer brengen aan God, namelijk de vrucht van lippen, die Zijn naam verheerlijken." (Hebr. 13, 15)[b:Hebr. 13, 15] Aan de priesters bijzonder vertrouwt zij de taak, toe, om, ook in naam van het volk, door hun gebed het gehele verloop van tijd en gebeurtenissen aan God toe te wijden.
De volmaakte heiligheid vereist tevens een voortdurend verkeer met God; en om dit innig contact dat tussen de priester en God moet bestaan, ononderbroken te doen voortduren inde opeenvolging van dagen en uren, heeft de Kerk de priesters verplicht om ede getijden te bidden. Daardoor volgt zij getrouw het voorschrift van de goddelijke Verlosser op wanneer Hij zegt: "Men moet bidden en niet versagen." (Lc. 18, 1)[b:Lc. 18, 1] Evenals de Kerk nooit ophoudt te bidden, zo wenst zij ook dat haar kinderen hun gebed nooit onderbreken, en zij herhaalt hun de vermaning van de Apostel: "Door Hem (Jezus) moeten wij een altijddurend dankoffer brengen aan God, namelijk de vrucht van lippen, die Zijn naam verheerlijken." (Hebr. 13, 15)[b:Hebr. 13, 15] Aan de priesters bijzonder vertrouwt zij de taak, toe, om, ook in naam van het volk, door hun gebed het gehele verloop van tijd en gebeurtenissen aan God toe te wijden.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Stem van Christus en van de Kerk
Door deze plicht te vervullen doet de priester in de loop der eeuwen vat Christus deed, "die in de dagen van Zijn vlees, onder luid geroep en tranen, gebeden en smekingen heeft opgestierd en verhoord is ter wille van Zijn godvrezendheid". (Hebr. 5, 7)[b:Hebr. 5, 7] Dit gebed heeft zonder twijfel een .bijzondere waarde, want het wordt verricht in naam van Christus: "per Dominum nostrum Jesum Christum", die onze .middelaar is bij de Vader, en Hem onophoudelijk Zijn voldoening, Zijn verdiensten en de krachtdadige prijs van Zijn Bloed opdraagt. Het is waarlijk de "stem van Christus", die "voor ,ons bidt als onze priester; in ons bidt als ons hoofd". Ps. 85, 1: PL 37, 1081[[838]] Het is tevens "de stem van de Kerk", die de wensen en verlangens van alle gelovigen verenigt. Dezen prijzen, in vereniging met de stem en het geloof van de priester, Jezus Christus en brengen door Hem dank aan de eeuwige Vader en smeken van Hem de genade af, die zij iedere dag en elk ogenblik nodig hebben. Op die manier herhaalt zich dagelijks door middel van de priester wat Moses deed op de berg toen hij, de armen ten hemel geheven, sprak met God en barmhartigheid afsmeekte voor het volk, dat in het ondergelegen dal de moeite van de strijd verduurde.
Door deze plicht te vervullen doet de priester in de loop der eeuwen vat Christus deed, "die in de dagen van Zijn vlees, onder luid geroep en tranen, gebeden en smekingen heeft opgestierd en verhoord is ter wille van Zijn godvrezendheid". (Hebr. 5, 7)[b:Hebr. 5, 7] Dit gebed heeft zonder twijfel een .bijzondere waarde, want het wordt verricht in naam van Christus: "per Dominum nostrum Jesum Christum", die onze .middelaar is bij de Vader, en Hem onophoudelijk Zijn voldoening, Zijn verdiensten en de krachtdadige prijs van Zijn Bloed opdraagt. Het is waarlijk de "stem van Christus", die "voor ,ons bidt als onze priester; in ons bidt als ons hoofd". Ps. 85, 1: PL 37, 1081[[838]] Het is tevens "de stem van de Kerk", die de wensen en verlangens van alle gelovigen verenigt. Dezen prijzen, in vereniging met de stem en het geloof van de priester, Jezus Christus en brengen door Hem dank aan de eeuwige Vader en smeken van Hem de genade af, die zij iedere dag en elk ogenblik nodig hebben. Op die manier herhaalt zich dagelijks door middel van de priester wat Moses deed op de berg toen hij, de armen ten hemel geheven, sprak met God en barmhartigheid afsmeekte voor het volk, dat in het ondergelegen dal de moeite van de strijd verduurde.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Krachtige middelen tot heiliging
De dagelijkse getijden zijn ook een uiterst krachtig middel tot heiliging. Want het gaat niet alleen om het opzeggen van formules, niet alleen om gezangen, die volgens de regelen der kunst gezongen worden; het gaat niet alleen om het onderhouden van bijzondere regels, die rubrieken genoemd worden, of alleen om de uitwendige ceremoniën van de eredienst: het gaat vooral om de verheffing van onze geest en ons gemoed tot God, om ons te verenigen met de zalige geesten die Hem in eeuwigheid loven. vgl: 143[[[419]]] Daarom moeten de getijden, zoals aan het begin er van staat, "waardig, aandachtig en godvruchtig" gebeden worden.
De dagelijkse getijden zijn ook een uiterst krachtig middel tot heiliging. Want het gaat niet alleen om het opzeggen van formules, niet alleen om gezangen, die volgens de regelen der kunst gezongen worden; het gaat niet alleen om het onderhouden van bijzondere regels, die rubrieken genoemd worden, of alleen om de uitwendige ceremoniën van de eredienst: het gaat vooral om de verheffing van onze geest en ons gemoed tot God, om ons te verenigen met de zalige geesten die Hem in eeuwigheid loven. vgl: 143[[[419]]] Daarom moeten de getijden, zoals aan het begin er van staat, "waardig, aandachtig en godvruchtig" gebeden worden.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
De gevoelens zelf van Jezus hebben
De priester moet deze gebeden verrichten met dezelfde gevoelens waarmee de goddelijke Verlosser bad. Hij is dus als het ware de stem van Christus, die door zijn toedoen van de liefderijke Vaderde weldaden der verlossing afsmeekt; hij is de stem zelf van Hem, met wie de scharen der engelen en heiligen in de hemel en de menigte der gelovigen op aarde zich verenigen, om aan God de verschuldigde eer te brengen; hij is de stem van Jezus Christus, onze voorspreker, waardoor de onmetelijke schatten van diens verdiensten over ons worden uitgestort.
De priester moet deze gebeden verrichten met dezelfde gevoelens waarmee de goddelijke Verlosser bad. Hij is dus als het ware de stem van Christus, die door zijn toedoen van de liefderijke Vaderde weldaden der verlossing afsmeekt; hij is de stem zelf van Hem, met wie de scharen der engelen en heiligen in de hemel en de menigte der gelovigen op aarde zich verenigen, om aan God de verschuldigde eer te brengen; hij is de stem van Jezus Christus, onze voorspreker, waardoor de onmetelijke schatten van diens verdiensten over ons worden uitgestort.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
De aandachtige overweging van het brevier
Overweegt ,zorgvuldig en met aandacht de vrucht. bare waarheden, die de Heilige Geest u voorhoudt in de heilige Schrift en die door de Vaders en de Leraars worden verklaard. Terwijl uw lippen de woorden herhalen die door de Heilige Geest zijn ingegeven, moet gij u beijveren niets van die schat verloren te laten gaan, en opdat uw ziel een getrouwe weerklank mag zijn van het woord van God, moet gij alles wat u kan verstrooien met zorg en toewijding vermijden. Weest zo ingetogen mogelijk om u gemakkelijker en met groter vrucht te wijden aan de beschouwing der eeuwige waarheden.
Overweegt ,zorgvuldig en met aandacht de vrucht. bare waarheden, die de Heilige Geest u voorhoudt in de heilige Schrift en die door de Vaders en de Leraars worden verklaard. Terwijl uw lippen de woorden herhalen die door de Heilige Geest zijn ingegeven, moet gij u beijveren niets van die schat verloren te laten gaan, en opdat uw ziel een getrouwe weerklank mag zijn van het woord van God, moet gij alles wat u kan verstrooien met zorg en toewijding vermijden. Weest zo ingetogen mogelijk om u gemakkelijker en met groter vrucht te wijden aan de beschouwing der eeuwige waarheden.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
De liturgische jaarkring meeleven
In onze encycliek Mediator Dei hebben wij in den brede uitgelegd waarom de Kerk in. de liturgische jaarkring alle geheimen van Christus herdenkt en achtereenvolgens als het ware voor ogen stelt en tevens de feesten laat vieren van Onze Lieve Vrouw en de heiligen. Deze onderrichtingen, die wij aan alle christenen hebben gegeven, omdat zij voor allen van groot nut zijn, moet gij, priesters, bijzonder ter harte nemen, gij die door het heilig Misoffer en door het goddelijk Officie de voornaamste rol vervult in de liturgische cyclus. Om ons met steeds groter ijver tot de volmaaktheid te vervullen, beveelt de Kerk ons buiten de heilige Mis en de getijden nog andere oefeningen van godsvrucht aan. Daarover willen wij thans enkele punten ter overweging geven.
In onze encycliek Mediator Dei hebben wij in den brede uitgelegd waarom de Kerk in. de liturgische jaarkring alle geheimen van Christus herdenkt en achtereenvolgens als het ware voor ogen stelt en tevens de feesten laat vieren van Onze Lieve Vrouw en de heiligen. Deze onderrichtingen, die wij aan alle christenen hebben gegeven, omdat zij voor allen van groot nut zijn, moet gij, priesters, bijzonder ter harte nemen, gij die door het heilig Misoffer en door het goddelijk Officie de voornaamste rol vervult in de liturgische cyclus. Om ons met steeds groter ijver tot de volmaaktheid te vervullen, beveelt de Kerk ons buiten de heilige Mis en de getijden nog andere oefeningen van godsvrucht aan. Daarover willen wij thans enkele punten ter overweging geven.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
De beschouwing der hemelse dingen
Op de eerste plaats spoort de Kerk ons aan tot de meditatie, waardoor de geest wordt opgeheven tot de beschouwing der hemelse dingen .en waardoor ons gemoed vurig naar God verlangt en tot Hem wordt gevoerd. Deze meditatie is de beste voorbereiding op het heilig Misoffer en op een vruchtbare dankzegging er na; zij leert ons de zoetheid en schoonheid van de liturgie begrijpen en smaken, zij brengt ons tot de beschouwing van de eeuwige waarheden en van de wonderbare voorbeelden en voorschriften van het Evangelie. En het zijn juist de voorbeelden van het Evangelie en de deugden van de goddelijke Verlosser, die de priesters met ijver in zichzelf moeten verwezenlijken.
Op de eerste plaats spoort de Kerk ons aan tot de meditatie, waardoor de geest wordt opgeheven tot de beschouwing der hemelse dingen .en waardoor ons gemoed vurig naar God verlangt en tot Hem wordt gevoerd. Deze meditatie is de beste voorbereiding op het heilig Misoffer en op een vruchtbare dankzegging er na; zij leert ons de zoetheid en schoonheid van de liturgie begrijpen en smaken, zij brengt ons tot de beschouwing van de eeuwige waarheden en van de wonderbare voorbeelden en voorschriften van het Evangelie. En het zijn juist de voorbeelden van het Evangelie en de deugden van de goddelijke Verlosser, die de priesters met ijver in zichzelf moeten verwezenlijken.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
De beschouwing van de geheimen van Christus' leven
Maar zoals het lichamelijk voedsel ons leven niet voedt, niet onderhoudt en doet groeien, zonder dat het verteerd wordt en in onze substantie overgaat, zo kan ook de priester het beheer over zichzelf en zijn zinnen niet verkrijgen, noch zijn geest zuiveren, noch, zoals hij moet, naar de volmaaktheid streven, noch in één woord zijn plichten trouw, vurig en met vrucht vervullen, als hij de geheimen van de goddelijke Verlosser, die het hoogste en volkomenste voorbeeld is van volmaaktheid en de onuitputtelijke bron van heiligheid, niet zó diep overweegt en beschouwt, dat hij Zijn leven leeft.
Maar zoals het lichamelijk voedsel ons leven niet voedt, niet onderhoudt en doet groeien, zonder dat het verteerd wordt en in onze substantie overgaat, zo kan ook de priester het beheer over zichzelf en zijn zinnen niet verkrijgen, noch zijn geest zuiveren, noch, zoals hij moet, naar de volmaaktheid streven, noch in één woord zijn plichten trouw, vurig en met vrucht vervullen, als hij de geheimen van de goddelijke Verlosser, die het hoogste en volkomenste voorbeeld is van volmaaktheid en de onuitputtelijke bron van heiligheid, niet zó diep overweegt en beschouwt, dat hij Zijn leven leeft.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Grote nadelen aan de verwaarlozing van de meditatie verbonden
Wij menen daarom dat het onze ernstige plicht is u op te wekken tot het houden van uw dagelijkse meditatie waartoe ook het Wetboek van het Kerkelijk Recht[2620] alle geestelijken aanspoort. vgl: Can. 125, 2[[[2620|(125)]]] Want zoals de dagelijkse meditatie de priesterlijke volmaaktheid voedt en bevordert, zo ontstaat uit de verwaarlozing er van die afkeer voor het geestelijke waarbij de godsvrucht 'kwijnt en verflauwt, en waarbij niet alleen de prikkel tot de eigen volmaaktheid ophoudt of afstompt, maar ook het priesterlijke werk niet geringe schade lijdt. Daarom kan men met recht verzekeren, dat geen enkel ander middel de bijzondere uitwerking bezit van de meditatie en dat de dagelijkse beoefening er van onvervangbaar is.
Wij menen daarom dat het onze ernstige plicht is u op te wekken tot het houden van uw dagelijkse meditatie waartoe ook het Wetboek van het Kerkelijk Recht[2620] alle geestelijken aanspoort. vgl: Can. 125, 2[[[2620|(125)]]] Want zoals de dagelijkse meditatie de priesterlijke volmaaktheid voedt en bevordert, zo ontstaat uit de verwaarlozing er van die afkeer voor het geestelijke waarbij de godsvrucht 'kwijnt en verflauwt, en waarbij niet alleen de prikkel tot de eigen volmaaktheid ophoudt of afstompt, maar ook het priesterlijke werk niet geringe schade lijdt. Daarom kan men met recht verzekeren, dat geen enkel ander middel de bijzondere uitwerking bezit van de meditatie en dat de dagelijkse beoefening er van onvervangbaar is.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Verschillende gebeden en de geest van gebed
Van het inwendig gebed en de beschouwing der hemelse dingen mag het mondgebed niet gescheiden worden; evenmin mogen de andere vormen van persoonlijk gebed, die naar ieders omstandigheden de vereniging met God bevorderen, verwaarloosd worden. Niettemin moet er op gewezen worden, dat godsvrucht en een vurige geest van gebed meer waard zijn dan veelvuldige gebeden. Deze vurige geest van gebed is tegenwoordig meer dan ooit onmisbaar, nu het zg. naturalisme de geest en het gemoed van de mensen is binnengedrongen, en nu deugd door alle mogelijke gevaren wordt bedreigd, waar zelfs de uitoefening van het priesterambt niet vrij van kan blijven. Wat kan u beter voor deze gevaren behoeden, wat kan uw geest geschikter tot God verheffen en u met Hem verenigd doen leven, dan het voortdurende gebed tot Hem en de aanroeping van Gods hulp?
Van het inwendig gebed en de beschouwing der hemelse dingen mag het mondgebed niet gescheiden worden; evenmin mogen de andere vormen van persoonlijk gebed, die naar ieders omstandigheden de vereniging met God bevorderen, verwaarloosd worden. Niettemin moet er op gewezen worden, dat godsvrucht en een vurige geest van gebed meer waard zijn dan veelvuldige gebeden. Deze vurige geest van gebed is tegenwoordig meer dan ooit onmisbaar, nu het zg. naturalisme de geest en het gemoed van de mensen is binnengedrongen, en nu deugd door alle mogelijke gevaren wordt bedreigd, waar zelfs de uitoefening van het priesterambt niet vrij van kan blijven. Wat kan u beter voor deze gevaren behoeden, wat kan uw geest geschikter tot God verheffen en u met Hem verenigd doen leven, dan het voortdurende gebed tot Hem en de aanroeping van Gods hulp?
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Vurige godsvrucht tot de H. Maagd
En omdat de priesters op een bijzondere titel kinderen van Maria genoemd kunnen worden, kunnen zij niet minder doen dan een vurige devotie voor haar koesteren, haar vol vertrouwen aanroepen en haar machtige bijstand dikwijls afsmeken. Iedere dag zullen zij, op aansporing van de Kerk zelf, het rozenhoedje bidden vgl: Can. 125, 2[[[2620|(125)]]]; "door dit gebed worden ons tevens de geheimen van de goddelijke Verlosser ter overweging gegeven en worden wij door Maria tot Jezus" gevoerd.
En omdat de priesters op een bijzondere titel kinderen van Maria genoemd kunnen worden, kunnen zij niet minder doen dan een vurige devotie voor haar koesteren, haar vol vertrouwen aanroepen en haar machtige bijstand dikwijls afsmeken. Iedere dag zullen zij, op aansporing van de Kerk zelf, het rozenhoedje bidden vgl: Can. 125, 2[[[2620|(125)]]]; "door dit gebed worden ons tevens de geheimen van de goddelijke Verlosser ter overweging gegeven en worden wij door Maria tot Jezus" gevoerd.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Dagelijks bezoek bij het H. Sacrament
Daarenboven moet de priester, alvorens zijn dagtaak te beëindigen, een bezoek brengen bij het tabernakel en daar ten minste een kort ogenblik verwijlen, om Jezus in het Sacrament van Zijn liefde te aanbidden, om de ondankbaarheid van zovele mensen uit te boeten, om steeds meer toe te nemen in de goddelijke liefde, en om ook gedurende de nachtrust, die aan de stilte van de dood herinnert, op zekere wijze tegenwoordig te blijven in Zijn allerheiligst Hart.
Daarenboven moet de priester, alvorens zijn dagtaak te beëindigen, een bezoek brengen bij het tabernakel en daar ten minste een kort ogenblik verwijlen, om Jezus in het Sacrament van Zijn liefde te aanbidden, om de ondankbaarheid van zovele mensen uit te boeten, om steeds meer toe te nemen in de goddelijke liefde, en om ook gedurende de nachtrust, die aan de stilte van de dood herinnert, op zekere wijze tegenwoordig te blijven in Zijn allerheiligst Hart.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Het gewetensonderzoek
Ook mag hij het dagelijks gewetensonderzoek niet achterwege laten, waarbij hij zichzelf beoordeelt; dit is een machtig middel om zich rekenschap te geven van zijn geestelijk leven gedurende de dag; om de beletselen weg te nemen die de toename der deugd belemmeren of verhinderen, en om ten slotte alles na te streven wat de priesterlijke arbeid vruchtbaarder kan maken en om de barmhartigheid van de hemelse Vader te verkrijgen voor onze ellende en onze misstappen.
Ook mag hij het dagelijks gewetensonderzoek niet achterwege laten, waarbij hij zichzelf beoordeelt; dit is een machtig middel om zich rekenschap te geven van zijn geestelijk leven gedurende de dag; om de beletselen weg te nemen die de toename der deugd belemmeren of verhinderen, en om ten slotte alles na te streven wat de priesterlijke arbeid vruchtbaarder kan maken en om de barmhartigheid van de hemelse Vader te verkrijgen voor onze ellende en onze misstappen.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
De veelvuldige biecht
Deze barmhartigheid en de vergiffenis van onze zonden worden ons vooral geschonken door het sacrament der boetvaardigheid, dat het voornaamste middel is van Gods goedheid om onze zwakheid te helpen. Laat het toch nooit voorkomen, dierbare zonen, dat de bedienaar van dit sacrament der verzoening zich er zelf van onthoudt. Hierover zegt de Kerk, zoals gij weet: "De ordinarissen moeten er voor zorgen, dat alle geestelijken dikwijls door het sacrament der boetvaardigheid de smetten van hun geweten uitwissen." vgl: Can. 125, 1º[[[2620|(125)]]] Want al zijn wij dienaren van Christus, wij zijn toch maar zwak en ellendig; hoe zouden wij het altaar kunnen bestijgen en de heilige geheimen vieren, als wij ons niet dikwijls van onze zonden zouden reinigen? Door de veelvuldige biecht "groeit de echte kennis van zichzelve, wast de christelijke nederigheid, wordt het bederf der zeden uitgeroeid, wordt weerstand geboden aan de nalatigheid en lauwheid, wordt het geweten gelouterd en de wil gesterkt, vinden de zielen een heilzame leiding en wordt de genade uit kracht van het sacrament zelf vermeerderd". Mediator Dei et hominum, 83[[419|83]]
Deze barmhartigheid en de vergiffenis van onze zonden worden ons vooral geschonken door het sacrament der boetvaardigheid, dat het voornaamste middel is van Gods goedheid om onze zwakheid te helpen. Laat het toch nooit voorkomen, dierbare zonen, dat de bedienaar van dit sacrament der verzoening zich er zelf van onthoudt. Hierover zegt de Kerk, zoals gij weet: "De ordinarissen moeten er voor zorgen, dat alle geestelijken dikwijls door het sacrament der boetvaardigheid de smetten van hun geweten uitwissen." vgl: Can. 125, 1º[[[2620|(125)]]] Want al zijn wij dienaren van Christus, wij zijn toch maar zwak en ellendig; hoe zouden wij het altaar kunnen bestijgen en de heilige geheimen vieren, als wij ons niet dikwijls van onze zonden zouden reinigen? Door de veelvuldige biecht "groeit de echte kennis van zichzelve, wast de christelijke nederigheid, wordt het bederf der zeden uitgeroeid, wordt weerstand geboden aan de nalatigheid en lauwheid, wordt het geweten gelouterd en de wil gesterkt, vinden de zielen een heilzame leiding en wordt de genade uit kracht van het sacrament zelf vermeerderd". Mediator Dei et hominum, 83[[419|83]]
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Geestelijke leiding
In dit verband dunkt het ons nuttig u te vermanen, dierbare zonen, dat gij bij het begin en de vooruitgang van het geestelijke leven niet te zeer op uzelf vertrouwt, maar nederig en gewillig raad vraagt en ontvangt van iemand die met wijs bestier uw ziel kan leiden, die u kan waarschuwen voor mogelijke gevaren, die u de geschikte geneesmiddelen kan wijzen, die u in alle opkomende inwendige en uitwendige moeilijkheden op de juiste manier kan leiden, en u tot de dagelijks groeiende volmaaktheid kan voeren, waartoe het voorbeeld van de heiligen en de erkende meesters der christelijke ascese u uitnodigen en roepen. Zonder een wijze geestelijke leidsman is het practisch onmogelijk om op de juiste wijze gevolg te geven aan de werking van de Heilige Geest en van de goddelijke genade.
In dit verband dunkt het ons nuttig u te vermanen, dierbare zonen, dat gij bij het begin en de vooruitgang van het geestelijke leven niet te zeer op uzelf vertrouwt, maar nederig en gewillig raad vraagt en ontvangt van iemand die met wijs bestier uw ziel kan leiden, die u kan waarschuwen voor mogelijke gevaren, die u de geschikte geneesmiddelen kan wijzen, die u in alle opkomende inwendige en uitwendige moeilijkheden op de juiste manier kan leiden, en u tot de dagelijks groeiende volmaaktheid kan voeren, waartoe het voorbeeld van de heiligen en de erkende meesters der christelijke ascese u uitnodigen en roepen. Zonder een wijze geestelijke leidsman is het practisch onmogelijk om op de juiste wijze gevolg te geven aan de werking van de Heilige Geest en van de goddelijke genade.
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
De geestelijke oefeningen
Ten slotte wensen wij allen het gebruik van de geestelijke oefeningen aan te raden. Als wij ons voor enkele dagen afzonderen van de gewone bezigheden en onze gewone omgeving, en ons terugtrekken in de stilte en de eenzaamheid, kunnen wij gemakkelijker een gewillig oor lenen aan de inspraken van God, die dieper in onze ziel zullen doordringen. De geestelijke oefeningen zullen ons brengen tot een betere vervulling van onze plicht en tot de innige beschouwing van de geheimen van Jezus Christus, en zo onze wil versterken, zodat "wij Hem zullen dienen in heiligheid en rechtvaardigheid al onze dagen". (Lc. 1, 74.75)[b:Lc. 1, 74.75]
Ten slotte wensen wij allen het gebruik van de geestelijke oefeningen aan te raden. Als wij ons voor enkele dagen afzonderen van de gewone bezigheden en onze gewone omgeving, en ons terugtrekken in de stilte en de eenzaamheid, kunnen wij gemakkelijker een gewillig oor lenen aan de inspraken van God, die dieper in onze ziel zullen doordringen. De geestelijke oefeningen zullen ons brengen tot een betere vervulling van onze plicht en tot de innige beschouwing van de geheimen van Jezus Christus, en zo onze wil versterken, zodat "wij Hem zullen dienen in heiligheid en rechtvaardigheid al onze dagen". (Lc. 1, 74.75)[b:Lc. 1, 74.75]
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- TWEEDE DEEL - DE HEILIGHEID IN ZIJN PRIESTERLIJK WERK
48
Op de berg van Calvarië werd de zijde van de goddelijke Zaligmaker doorboord: en uit deze wonde vloeide Zijn heilig Bloed, dat als een overvloedige bron door alle eeuwen heen blijft stromen, om de zielen der mensen te reinigen, hun zonden uit te boeten, en hun de schatten van het heil te verlenen.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De priester is uitdeler van Gods geheimenissen
49
Om deze verheven bediening te vervullen zijn juist de priesters aangewezen. Want niet alleen verwerven zij het leven en de genade van Jezus Christus voor de ledematen van Zijn mystiek Lichaam en delen hun die mede, maar tevens dragen zij bij tot de groei van dat mystieke Lichaam, daar zij tot taak hebben de Kerk steeds weer nieuwe kinderen te geven, en zij dezen moeten opvoeden, verzorgen en leiden. Als "uitdelers van Gods geheimenissen" (1 Kor. 4, 1)[b:1 Kor. 4, 1] moeten zij met een volmaakte liefde de zaak van Jezus Christus dienen, en al hun krachten inspannen voor het heil van hun broeders. Als de apostelen van het licht, moeten zij met de leer van het Evangelie de wereld verlichten, en innerlijk zo vervuld zijn van het christelijk geloof, dat zij het ook aan anderen kunnen meedelen; zij moeten de voorbeelden en geboden van de goddelijke Meester volgen om allen tot Hem te kunnen brengen. Zij zijn de apostelen van de genade en de vergiffenis, en daarom moeten zij zich met volle toewijding beijveren voor het heil der mensen, en hen uitnodigen naar het altaar Gods, waar zij gevoed kunnen worden met het brood van het eeuwig leven. Zij zijn de apostelen der liefde; laten zij dan de werken van naastenliefde met alle aandrang bevorderen, daar juist in onze dagen de noden der behoeftigen ontzaglijk gestegen zijn.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
De verschillende vormen van het modern apostolaat
De priester moet er zorg voor dragen, dat de gelovigen de leer van de "gemeenschap der heiligen" goed begrijpen, aanvoelen en er van leven; ter verbreiding van deze leer zullen zij vooral gebruik maken van de instellingen, die de naam dragen van Liturgisch apostolaat en Apostolaat des gebeds. Ook dienen alle andere vormen en wijzen van apostolaat bevorderd te worden die, gezien de bijzondere noden van het christenvolk, heden ten dage belangrijk zijn. Met name moet men met de grootste nauwkeurigheid en met vereende krachten streven naar algemeen catechismus-onderricht, en naar een ruime verspreiding en ontwikkeling van de Katholieke Actie[d:247] en de Missie-actie; en ten slotte moet er voor gezorgd worden, dat door toedoen van goed onderlegde en degelijke leken elk initiatief tot apostolaat op sociaal gebied, dat door onze tijd vereist wordt, tot steeds grotere bloei geraakt.
De priester moet er zorg voor dragen, dat de gelovigen de leer van de "gemeenschap der heiligen" goed begrijpen, aanvoelen en er van leven; ter verbreiding van deze leer zullen zij vooral gebruik maken van de instellingen, die de naam dragen van Liturgisch apostolaat en Apostolaat des gebeds. Ook dienen alle andere vormen en wijzen van apostolaat bevorderd te worden die, gezien de bijzondere noden van het christenvolk, heden ten dage belangrijk zijn. Met name moet men met de grootste nauwkeurigheid en met vereende krachten streven naar algemeen catechismus-onderricht, en naar een ruime verspreiding en ontwikkeling van de Katholieke Actie[d:247] en de Missie-actie; en ten slotte moet er voor gezorgd worden, dat door toedoen van goed onderlegde en degelijke leken elk initiatief tot apostolaat op sociaal gebied, dat door onze tijd vereist wordt, tot steeds grotere bloei geraakt.
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Apostolaat in vereniging met Christus
Laat de priester intussen wel bedenken, dat de zware taak, die hem is toevertrouwd, meer vruchten zal afwerpen, naarmate hij arbeidt in nauwere verbinding met Christus, en zich door diens geest laat leiden. Want dan zal zijn priesterlijke arbeid zich niet beperken tot een louter natuurlijke activiteit, die lichaam en ziel maar sloopt, en die de gewijde bedienaar tot groot nadeel van zijn eigen ziel en van de Kerk zelfs kan doen afwijken van de rechte weg; daarentegen zullen zijn arbeid en zijn aanhoudende ijver gesterkt worden door de hulp der goddelijke genade, die God aan de hovaardigen weigert, maar die Hij van harte en ruimschoots verleent aan hen, die deemoedig inde "wijngaard des Heren" werken, en die zonder zichzelf en hun eigen voordeel te zoeken (1 Kor. 10, 33)[[b:1 Kor. 10, 33]], slechts Gods eer beogen en het heil van de mensen. Laat hij derhalve de leer van het Evangelie opvolgen, en niet vertrouwen op zichzelf en op eigen krachten, gelijk wij reeds zeiden, maar zijn betrouwen stellen op de hulp van boven, overeenkomstig het woord van de Apostel: "Noch hij die plant, noch hij die begiet, heeft iets te betekenen, maar God die wasdom geeft." (1 Kor. 3, 7)[b:1 Kor. 3, 7]
Laat de priester intussen wel bedenken, dat de zware taak, die hem is toevertrouwd, meer vruchten zal afwerpen, naarmate hij arbeidt in nauwere verbinding met Christus, en zich door diens geest laat leiden. Want dan zal zijn priesterlijke arbeid zich niet beperken tot een louter natuurlijke activiteit, die lichaam en ziel maar sloopt, en die de gewijde bedienaar tot groot nadeel van zijn eigen ziel en van de Kerk zelfs kan doen afwijken van de rechte weg; daarentegen zullen zijn arbeid en zijn aanhoudende ijver gesterkt worden door de hulp der goddelijke genade, die God aan de hovaardigen weigert, maar die Hij van harte en ruimschoots verleent aan hen, die deemoedig inde "wijngaard des Heren" werken, en die zonder zichzelf en hun eigen voordeel te zoeken (1 Kor. 10, 33)[[b:1 Kor. 10, 33]], slechts Gods eer beogen en het heil van de mensen. Laat hij derhalve de leer van het Evangelie opvolgen, en niet vertrouwen op zichzelf en op eigen krachten, gelijk wij reeds zeiden, maar zijn betrouwen stellen op de hulp van boven, overeenkomstig het woord van de Apostel: "Noch hij die plant, noch hij die begiet, heeft iets te betekenen, maar God die wasdom geeft." (1 Kor. 3, 7)[b:1 Kor. 3, 7]
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Zijn beeld in zichzelf weergeven
Beantwoordt het apostolaat eenmaal aan deze voorwaarden dan kan het niet uitblijven, of de priester zal door een hemelse kracht de zielen van allen onweerstaanbaar tot zich trekken. Wanneer hij immers in zichzelf en in zijn zeden als een levende weergave is van het beeld van Jezus Christus, dan zullen allen die met zijn lering in aanraking komen, zich door een soort innerlijke overtuiging spontaan gedwongen voelen te erkennen, dat hij niet zijn eigen woorden maar Gods woord spreekt, dat hij niet uit eigen kracht handelt, maar dat God in hem werkt: "Wanneer iemand spreekt, het zij als Gods woord; wanneer iemand dient, het geschiede door de kracht, die God hem verleent." (1 Pt. 4, 11)[b:1 Pt. 4, 11] Ja zelfs moet hij, wanneer hij zelf naar heiligheid streeft en zijn taak zo goed mogelijk vervult, er op bedacht zijn, Jezus Christus zo volmaakt te vertegenwoordigen, dat hij in alle :bescheidenheid met de Apostel der heidenen 'kan herhalen: "Weest mijn navolgers, zoals ik het van Christus ben." (1 Kor. 4, 16)[b:1 Kor. 4, 16]
Beantwoordt het apostolaat eenmaal aan deze voorwaarden dan kan het niet uitblijven, of de priester zal door een hemelse kracht de zielen van allen onweerstaanbaar tot zich trekken. Wanneer hij immers in zichzelf en in zijn zeden als een levende weergave is van het beeld van Jezus Christus, dan zullen allen die met zijn lering in aanraking komen, zich door een soort innerlijke overtuiging spontaan gedwongen voelen te erkennen, dat hij niet zijn eigen woorden maar Gods woord spreekt, dat hij niet uit eigen kracht handelt, maar dat God in hem werkt: "Wanneer iemand spreekt, het zij als Gods woord; wanneer iemand dient, het geschiede door de kracht, die God hem verleent." (1 Pt. 4, 11)[b:1 Pt. 4, 11] Ja zelfs moet hij, wanneer hij zelf naar heiligheid streeft en zijn taak zo goed mogelijk vervult, er op bedacht zijn, Jezus Christus zo volmaakt te vertegenwoordigen, dat hij in alle :bescheidenheid met de Apostel der heidenen 'kan herhalen: "Weest mijn navolgers, zoals ik het van Christus ben." (1 Kor. 4, 16)[b:1 Kor. 4, 16]
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Zich hoeden voor de ketterij van de actie
53
Bij al de lof die wij daarom brengen aan allen, die uit liefde tot God en tot de naaste tijdens de jaren na de verschrikkelijke en langdurige oorlog krachten noch moeiten gespaard hebben om, onder de leiding en op het voorbeeld der bisschoppen, talloze stoffelijke en geestelijke noden te lenigen, kunnen wij ons toch niet weerhouden, onze angstige .bezorgdheid uit te spreken voor hen, die zich vanwege de bijzondere tijdsomstandigheden maar al te dikwijls dermate hebben laten meesleuren in de stroom van uitwendige activiteit, dat zij daarbij de allereerste plicht der priesters, de plicht van hun eigen heiliging, verwaarloosd hebben. Reeds hebben wij er openlijk op gewezen vgl: Cum proxime exeat[[[1520]]], dat weer op het rechte pad teruggebracht moet worden alwie de vermetelheid heeft te beweren, dat de wereld gered kan worden door wat men met recht en reden "de ketterij van de actie" noemt; wij bedoelen hiermede een actie die niet steunt op de hulp der goddelijke genade, en die niet voortdurend gebruik maakt van de noodzakelijke hulpmiddelen om de heiligheid te verwerven, welke Jezus Christus ons gegeven heeft. Maar evenzeer hebben wij het nodig geacht een aansporing te geven tot de werken der gewijde bediening aan allen, die al te vreemd staan tegenover de uitwendige activiteit, en die als het ware wantrouwen aan de macht van de hemelse hulp en er zich niet genoegzaam op toeleggen om ieder naar het eigen vermogen, de kracht van de christelijke geest met alle middelen, die door onze tijd gevorderd worden, in het dagelijkse leven te doen doordringen. Cf. Orat. die 12 mensis Sept....Cf. Orat. die 12 mensis Sept. a. 1947 habitam
Referenties naar alinea 53: 1
Sacerdotii Nostri primordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Zich geheel geven aan het heil der zielen
Wij drukken u allen dan met klem op het hart dat gij in een zo nauw mogelijke verbondenheid met de goddelijke Verlosser, met wiens kracht wij alles vermogen (Fil. 4, 13)[[b:Fil. 4, 13]], moeiten noch zorgen zult sparen voor het eeuwig heil van de zielen, die Gods onfeilbare voorzienigheid aan uw apostolische zorgen heeft toevertrouwd. Hoe vurig verlangen wij, geliefde zonen, dat gij de waardige opvolgers zoudt wezen van de heiligen, die in vroeger tijden onder onnoemelijke wederwaardigheden zo'n heerlijk getuigenis van de kracht der goddelijke genade in deze wereld hebben afgelegd. Moge toch ieder uwer met instemming der gelovigen, in alle oprechtheid en nederigheid het woord van de apostel der heidenen op zichzelf kunnen toepassen: "Ik zal mij dus gaarne offers getroosten, mij zelfs uitputten voor uw zielen." (2 Kor. 12, 15)[b:2 Kor. 12, 15] Verlicht de :geesten met het hemelse licht; leidt de gewetens langs een rechte weg; en geeft kracht en verkwikking aan zielen die door twijfel of smarten gekweld worden. Voegt aan deze belangrijke vormen van apostolaat nog alle andere toe, die de noden van de huidige tijden luide vereisen. Laat het echter voor allen zo klaar als de dag zijn, dat de priester bij al wat hij doet, niets anders beoogt dan Christus, aan wie hij zijn krachten en zichzelf geheel moet wijden.
Wij drukken u allen dan met klem op het hart dat gij in een zo nauw mogelijke verbondenheid met de goddelijke Verlosser, met wiens kracht wij alles vermogen (Fil. 4, 13)[[b:Fil. 4, 13]], moeiten noch zorgen zult sparen voor het eeuwig heil van de zielen, die Gods onfeilbare voorzienigheid aan uw apostolische zorgen heeft toevertrouwd. Hoe vurig verlangen wij, geliefde zonen, dat gij de waardige opvolgers zoudt wezen van de heiligen, die in vroeger tijden onder onnoemelijke wederwaardigheden zo'n heerlijk getuigenis van de kracht der goddelijke genade in deze wereld hebben afgelegd. Moge toch ieder uwer met instemming der gelovigen, in alle oprechtheid en nederigheid het woord van de apostel der heidenen op zichzelf kunnen toepassen: "Ik zal mij dus gaarne offers getroosten, mij zelfs uitputten voor uw zielen." (2 Kor. 12, 15)[b:2 Kor. 12, 15] Verlicht de :geesten met het hemelse licht; leidt de gewetens langs een rechte weg; en geeft kracht en verkwikking aan zielen die door twijfel of smarten gekweld worden. Voegt aan deze belangrijke vormen van apostolaat nog alle andere toe, die de noden van de huidige tijden luide vereisen. Laat het echter voor allen zo klaar als de dag zijn, dat de priester bij al wat hij doet, niets anders beoogt dan Christus, aan wie hij zijn krachten en zichzelf geheel moet wijden.
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het voorbeeld van de Verlosser volgen
55
Toen wij u vermaanden, uw heiliging te bewerken, hebben wij u aangespoord om het levende beeld van Christus in uw leven weer te geven. Evenzo wekken wij u thans met aandrang op, dat gij om de heiligheid en de vruchtbaarheid van uw priesterlijke taak te bereiken en te bevorderen, de goddelijke Verlosser voortdurend tracht na te volgen: Christus, die van de Heilige Geest vervuld, "weldoende rondging en allen genas die door de duivel werden beheerst, omdat God met Hem was". (Hand. 10, 38)[b:Hand. 10, 38] Gesterkt door die zelfde Geest, en door diens kracht geleid, zult ook gij een bediening kunnen uitoefenen, die door de christelijke liefde gevoed en gedreven, rijk is aan hemelse kracht, en in staat is ook anderen in deze kracht te doen delen. Laat uw apostolische ijver blaken van goddelijke liefde, zodat gij alles gelijkmoedig verdraagt, in tegenspoed de moed niet laat varen, en alle mensen in uw liefde opneemt, de minderbedeelden evengoed als de aanzienlijken dezer wereld, vijanden zowel als vrienden, gelovigen en ongelovigen. ,Dag in dag uit zullen zo inspanning en lijdzaamheid van u worden gevergd voor het heil der zielen, waarvoor onze Heiland Zijn lijden en Zijn smarten zo geduldig heeft gedragen tot aan de uiterste kwellingen en tot de dood toe, om ons in Gods vriendschap te herstellen. En dit is, zoals gij weet, het hoogste goed. Weest derhalve niet al te zeer bedacht op een tastbaar resultaat; en mocht gij anderzijds ondanks uw onvermoeide arbeid de gewenste vrucht niet kunnen plukken, geeft dan de moed niet op; want "de een zaait, de ander maait". (Joh. 4, 37)[b:Joh. 4, 37]
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Met welwillende liefde
Verder behoort uw apostolische ijver in hoge mate uit te blinken door welwillendheid; het is weliswaar noodzakelijk met alle kracht de dwalingen te weerleggen en de ondeugd uit te roeien, zoals wij allen ambtshalve verplicht zijn; maar toch moet de priester zich steeds laten leiden door een geest van lankmoedigheid; dwalingen behoort hij onverzoenlijk te bestrijden; maar de broeders die dwalen, moet hij beminnen en met een vurige liefde tot inkeer brengen. Hoeveel goede daden en hoeveel wonderen hebben de heiligen niet door hun zachtmoedig optreden tot stand gebracht; en dit nog wel onder tijdsomstandigheden en in milieu's, die nagenoeg geheel door bedrog en misdaad misleid waren. Ongetwijfeld zou in zijn plicht te kort schieten alwie om de mensen ter wille te zijn aan hun slechte verlangens tegemoet zou komen, of die hun minder juiste opvattingen of handelwijze zou goedpraten tot groot gevaar voor de christelijke leer en de eerbaarheid. Wanneer echter de voorschriften van het Evangelie niet verwaarloosd zijn en de ongelukkige zondaars oprecht verlangen zich te beteren, laat dan de priester indachtig zijn, wat de goddelijke Meester voorschreef aan de prins der apostelen toen deze vroeg hoe dikwijls hij zijn broeders zou moeten vergeven: "Niet tot zeven keer toe, zeg Ik u, maar tot zeventig maal zeven keer." (Mt. 18, 22)[b:Mt. 18, 22]
Verder behoort uw apostolische ijver in hoge mate uit te blinken door welwillendheid; het is weliswaar noodzakelijk met alle kracht de dwalingen te weerleggen en de ondeugd uit te roeien, zoals wij allen ambtshalve verplicht zijn; maar toch moet de priester zich steeds laten leiden door een geest van lankmoedigheid; dwalingen behoort hij onverzoenlijk te bestrijden; maar de broeders die dwalen, moet hij beminnen en met een vurige liefde tot inkeer brengen. Hoeveel goede daden en hoeveel wonderen hebben de heiligen niet door hun zachtmoedig optreden tot stand gebracht; en dit nog wel onder tijdsomstandigheden en in milieu's, die nagenoeg geheel door bedrog en misdaad misleid waren. Ongetwijfeld zou in zijn plicht te kort schieten alwie om de mensen ter wille te zijn aan hun slechte verlangens tegemoet zou komen, of die hun minder juiste opvattingen of handelwijze zou goedpraten tot groot gevaar voor de christelijke leer en de eerbaarheid. Wanneer echter de voorschriften van het Evangelie niet verwaarloosd zijn en de ongelukkige zondaars oprecht verlangen zich te beteren, laat dan de priester indachtig zijn, wat de goddelijke Meester voorschreef aan de prins der apostelen toen deze vroeg hoe dikwijls hij zijn broeders zou moeten vergeven: "Niet tot zeven keer toe, zeg Ik u, maar tot zeventig maal zeven keer." (Mt. 18, 22)[b:Mt. 18, 22]
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
Belangeloosheid
57 Uw ijver moet niet gericht zijn op voorbijgaande en vergankelijke dingen, maar veeleer op het eeuwige. Laat dit vooral het oogmerk wezen van de gewijde bedienaren die naar de heiligheid willen streven, waartoe zij verplicht zijn: slechts te arbeiden voor de lof van God en voor het heil der zielen. Hoevele priesters hebben in deze benarde tijdsomstandigheden niet het voorbeeld en de vermaningen voor ogen gehad van de apostel der heidenen, die met weinig tevreden alleen het strikt noodzakelijke zocht en de ernstige raad gaf: "Hebben wij voedsel en kleding, laten wij dan daarmee tevreden zijn." (1 Tim. 6, 8)[b:1 Tim. 6, 8] Uit deze onbaatzuchtigheid en onthechting aan het aardse, gepaard aan vertrouwen op Gods voorzienigheid - iets dat wij de hoogste lof waardig keuren - zijn tot geestelijk en sociaal voordeel van de Kerk rijke vruchten voortgekomen.
57 Uw ijver moet niet gericht zijn op voorbijgaande en vergankelijke dingen, maar veeleer op het eeuwige. Laat dit vooral het oogmerk wezen van de gewijde bedienaren die naar de heiligheid willen streven, waartoe zij verplicht zijn: slechts te arbeiden voor de lof van God en voor het heil der zielen. Hoevele priesters hebben in deze benarde tijdsomstandigheden niet het voorbeeld en de vermaningen voor ogen gehad van de apostel der heidenen, die met weinig tevreden alleen het strikt noodzakelijke zocht en de ernstige raad gaf: "Hebben wij voedsel en kleding, laten wij dan daarmee tevreden zijn." (1 Tim. 6, 8)[b:1 Tim. 6, 8] Uit deze onbaatzuchtigheid en onthechting aan het aardse, gepaard aan vertrouwen op Gods voorzienigheid - iets dat wij de hoogste lof waardig keuren - zijn tot geestelijk en sociaal voordeel van de Kerk rijke vruchten voortgekomen.
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Zijn eigen ontwikkeling vervolmaken
Uw nijvere arbeidzaamheid ook moet overstraald zijn door het licht van wijsheid en deugd en gekoesterd door de gloed der liefde. Wie waarlijk streeft naar de heiliging van zichzelf en van zijn naaste moet een degelijke leer bezitten, die niet alleen het theologisch terrein bestrijkt, maar die zich tevens uitstrekt over alle moderne wetenschappen en bevindingen; is de priester hiermee verrijkt, dan zal hij als een goed huisvader "uit zijn schat oud en nieuw" (Mt. 13, 52)[[b:Mt. 13, 52]] tevoorschijn kunnen halen, zodat zijn bediening aller achting verwerft en rijke vruchten draagt. Vóór alles behoort gij in uw bediening de decreten van deze Apostolische Stoel en de richtlijnen der bisschoppen getrouw op te volgen. Laat het toch nooit voorkomen, geliefde zonen, dat de nieuwe vormen van apostolaat die heden, vooral in de streken waar de geestelijkheid slechts gering in aantal is, zo goede diensten kunnen bewijzen, tot stilstand komen of door een organisatorische fout niet aan de behoeften van het christenvolk beantwoorden.
Uw nijvere arbeidzaamheid ook moet overstraald zijn door het licht van wijsheid en deugd en gekoesterd door de gloed der liefde. Wie waarlijk streeft naar de heiliging van zichzelf en van zijn naaste moet een degelijke leer bezitten, die niet alleen het theologisch terrein bestrijkt, maar die zich tevens uitstrekt over alle moderne wetenschappen en bevindingen; is de priester hiermee verrijkt, dan zal hij als een goed huisvader "uit zijn schat oud en nieuw" (Mt. 13, 52)[[b:Mt. 13, 52]] tevoorschijn kunnen halen, zodat zijn bediening aller achting verwerft en rijke vruchten draagt. Vóór alles behoort gij in uw bediening de decreten van deze Apostolische Stoel en de richtlijnen der bisschoppen getrouw op te volgen. Laat het toch nooit voorkomen, geliefde zonen, dat de nieuwe vormen van apostolaat die heden, vooral in de streken waar de geestelijkheid slechts gering in aantal is, zo goede diensten kunnen bewijzen, tot stilstand komen of door een organisatorische fout niet aan de behoeften van het christenvolk beantwoorden.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
Aangroei van de ijver
Moge derhalve uw werkdadige ijver elke dag aangroeien, moge zij Gods Kerk versterken, een lichtend voorbeeld zijn voor de gelovigen, en een, machtig bolwerk verwekken, waartegen de aanvallen van Gods vijanden jammerlijk te pletter lopen.
Moge derhalve uw werkdadige ijver elke dag aangroeien, moge zij Gods Kerk versterken, een lichtend voorbeeld zijn voor de gelovigen, en een, machtig bolwerk verwekken, waartegen de aanvallen van Gods vijanden jammerlijk te pletter lopen.
Referenties naar alinea 59: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
Waardering voor de geestelijke leidslieden
Wij willen deze vaderlijke vermaning ook op geheel bijzondere wijze richten tot de priesters, die in alle bescheidenheid maar met een vurige liefde hun krachten wijden aan de heiliging en de voortgang van de overige priesters, hetzij als hun raadgever, hetzij als geestelijke leidsman of biechtvader. De onschatbare dienst die zij aan de Kerk bewijzen, blijft hier op aarde meestal verborgen; maar ééns in de glorie van het hemelrijk zal hun verdienste stralen in het volle licht.
Wij willen deze vaderlijke vermaning ook op geheel bijzondere wijze richten tot de priesters, die in alle bescheidenheid maar met een vurige liefde hun krachten wijden aan de heiliging en de voortgang van de overige priesters, hetzij als hun raadgever, hetzij als geestelijke leidsman of biechtvader. De onschatbare dienst die zij aan de Kerk bewijzen, blijft hier op aarde meestal verborgen; maar ééns in de glorie van het hemelrijk zal hun verdienste stralen in het volle licht.
Referenties naar alinea 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
Een voorbeeld nemen aan St. Joseph Cafasso
Enige jaren geleden hebben wij tot onze grote troost tot de eer der altaren verheven de Turijnse priester Joseph Cafasso, die zoals u bekend is, in de moeilijkste tijdsomstandigheden aan vele priesters zulk een wijze en heilige leiding heeft gegeven, dat hij hen niet alleen voortgang deed maken in de deugd, maar ook hun priesterwerk uiterst vruchtbaar deed zijn. Wij koesteren nu de vaste hoop, dat onze goddelijke Verlosser op zijn machtige voorspraak vele priesters zal verwekken van gelijke heiligheid, die zichzelf en hun medebroeders in het priesterschap tot zulk een verheven volmaaktheid zullen opvoeren, dat alle gelovigen door hun heerlijk voorbeeld zich spontaan gedrongen voelen hen te gaan navolgen.
Enige jaren geleden hebben wij tot onze grote troost tot de eer der altaren verheven de Turijnse priester Joseph Cafasso, die zoals u bekend is, in de moeilijkste tijdsomstandigheden aan vele priesters zulk een wijze en heilige leiding heeft gegeven, dat hij hen niet alleen voortgang deed maken in de deugd, maar ook hun priesterwerk uiterst vruchtbaar deed zijn. Wij koesteren nu de vaste hoop, dat onze goddelijke Verlosser op zijn machtige voorspraak vele priesters zal verwekken van gelijke heiligheid, die zichzelf en hun medebroeders in het priesterschap tot zulk een verheven volmaaktheid zullen opvoeren, dat alle gelovigen door hun heerlijk voorbeeld zich spontaan gedrongen voelen hen te gaan navolgen.
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DERDE DEEL - PRACTISCHE RICHTLIJNEN VOOR HET HEDENDAAGSE LEVEN
62
Tot hier toe hebben wij in ons schrijven de voornaamste waarheden en de voornaamste voorschriften Voor ogen gesteld, waarop het priesterschap in de katholieke Kerk en zijn plichten steunen. Het is duidelijk, dat de priesters, die in heiligheid uitblinken, deze waarheden en richtlijnen stipt nakomen in hun dagelijks leven, terwijl daarentegen, helaas, de afvalligen en ontrouwen jammerlijk aan de plichten, die zij bij hun heilige wijding op zich genomen hadden, hebben verzaakt.
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
Grondbeginsel: aanpassing aan de tijdsomstandigheden
Opdat echter onze vaderlijke opwekking krachtdadiger moge werken, achten wij het nuttig, thans nog enkele punten, die op bijzondere wijze in verband staan met het hedendaagse leven, wat breedvoeriger uit te werken. En dit zoveel te meer, omdat er zich in het tijdperk, waarin wij leven, nieuwe toestanden voordoen en sommige 'kwesties op nieuwe wijze gesteld worden, die van ons een meer nauwlettende aandacht en zorg vereisen. Wij wensen daarom, de gehele geestelijkheid en allereerst de bisschoppen vaderlijk te vermanen, dat zij zich met alle kracht toeleggen op de bevordering van al wat in dit tijdperk waarin wij leven nodig blijkt; wat echter afwijkt van de rechte weg of geheel verkeerd is, moeten zij terugvoeren tot de waarheid, tot de rechtschapenheid en tot de deugd.
Opdat echter onze vaderlijke opwekking krachtdadiger moge werken, achten wij het nuttig, thans nog enkele punten, die op bijzondere wijze in verband staan met het hedendaagse leven, wat breedvoeriger uit te werken. En dit zoveel te meer, omdat er zich in het tijdperk, waarin wij leven, nieuwe toestanden voordoen en sommige 'kwesties op nieuwe wijze gesteld worden, die van ons een meer nauwlettende aandacht en zorg vereisen. Wij wensen daarom, de gehele geestelijkheid en allereerst de bisschoppen vaderlijk te vermanen, dat zij zich met alle kracht toeleggen op de bevordering van al wat in dit tijdperk waarin wij leven nodig blijkt; wat echter afwijkt van de rechte weg of geheel verkeerd is, moeten zij terugvoeren tot de waarheid, tot de rechtschapenheid en tot de deugd.
Referenties naar alinea 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Zorgvuldige recrutering van de clerus
64
Wereldgeestelijken en religieuzen moeten verenigd zijn in het beogen van het welzijn der Kerk
Zoals gij wel weet, is na de langdurige en veelvuldige beroeringen van de jongste oorlog het aantal priesters zowel in de katholieke streken als in het missiegebied meestal ontoereikend voor de groeiende behoeften. Daarom wekken wij alle priesters op, of zij in de wereld leven, dan wel tot kloosterorden of religieuze congregaties behoren, om één van wil, in broederlijke gezindheid en met verenigde krachten ijverig te streven naar het gemeenschappelijk doel, namelijk het welzijn der Kerk en de heiligheid, die zij voor zich en hun naasten moeten verwerven. Allen toch, ook diegenen die in de afzondering en de stilte een verborgen leven leiden, kunnen door hun gebed en door hun zelfopoffering bijdragen tot de doeltreffendheid van de priesterlijke bediening; wie echter ook hun werkzaamheid kunnen bijbrengen, moeten dit gaarne en met vurigheid doen.
Zoals gij wel weet, is na de langdurige en veelvuldige beroeringen van de jongste oorlog het aantal priesters zowel in de katholieke streken als in het missiegebied meestal ontoereikend voor de groeiende behoeften. Daarom wekken wij alle priesters op, of zij in de wereld leven, dan wel tot kloosterorden of religieuze congregaties behoren, om één van wil, in broederlijke gezindheid en met verenigde krachten ijverig te streven naar het gemeenschappelijk doel, namelijk het welzijn der Kerk en de heiligheid, die zij voor zich en hun naasten moeten verwerven. Allen toch, ook diegenen die in de afzondering en de stilte een verborgen leven leiden, kunnen door hun gebed en door hun zelfopoffering bijdragen tot de doeltreffendheid van de priesterlijke bediening; wie echter ook hun werkzaamheid kunnen bijbrengen, moeten dit gaarne en met vurigheid doen.
Referenties naar alinea 64: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
65
Nieuwe werkkrachten aanwerven
Maar ook is het nodig met steun der goddelijke genade anderen als medewerkers en metgezellen in de arbeid op te roepen. Daarom vermanen wij vaderlijk de bisschoppen, en allen die op enige wijze de zorg hebben over de christelijke kudde, dat zij deze .gewichtige taak, waarmede de bloei van de Kerk in de toekomst zo innig is verbonden, behartigen en bevorderen. Ongetwijfeld zal aan de door Christus ingestelde maatschappij nimmer het noodzakelijk aantal priesters ontbreken; maar toch betaamt het ons allen, te waken en te arbeiden, gedachtig de uitspraak: "De oogst is groot, maar werklieden zijn er weinig" (Lc. 10, 2)[b:Lc. 10, 2], en met alle inspanning moeten wij er naar streven, dat er zeer vele en heilige dienaren van God mogen zijn.
Maar ook is het nodig met steun der goddelijke genade anderen als medewerkers en metgezellen in de arbeid op te roepen. Daarom vermanen wij vaderlijk de bisschoppen, en allen die op enige wijze de zorg hebben over de christelijke kudde, dat zij deze .gewichtige taak, waarmede de bloei van de Kerk in de toekomst zo innig is verbonden, behartigen en bevorderen. Ongetwijfeld zal aan de door Christus ingestelde maatschappij nimmer het noodzakelijk aantal priesters ontbreken; maar toch betaamt het ons allen, te waken en te arbeiden, gedachtig de uitspraak: "De oogst is groot, maar werklieden zijn er weinig" (Lc. 10, 2)[b:Lc. 10, 2], en met alle inspanning moeten wij er naar streven, dat er zeer vele en heilige dienaren van God mogen zijn.
Referenties naar alinea 65: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
Gebed voor roepingen
De goddelijke Verlosser zelf geeft ons de geschiktste wijze aan, waarop candidaten voor het priesterschap in groten getale kunnen worden verkregen: "Vraagt... de Heer van de oogst, dat Hij werklieden zendt in Zijn oogst." (Lc. 10, 2)[b:Lc. 10, 2] Wij moeten het namelijk afsmeken door onze nederige en vertrouwvolle gebeden tot God.
De goddelijke Verlosser zelf geeft ons de geschiktste wijze aan, waarop candidaten voor het priesterschap in groten getale kunnen worden verkregen: "Vraagt... de Heer van de oogst, dat Hij werklieden zendt in Zijn oogst." (Lc. 10, 2)[b:Lc. 10, 2] Wij moeten het namelijk afsmeken door onze nederige en vertrouwvolle gebeden tot God.
Referenties naar alinea 66: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
67
Grote achting voor het priesterschap opwekken
Maar het is tevens nodig, dat de ziel van hen, die door God geroepen worden om tot het priesterschap te komen, voor de onzichtbare aandrang en werking van de goddelijke Geest wordt opengesteld; en om dit tot stand te brengen kunnen niet alleen de christelijke -ouders, de geestelijke herders, de bedienaren van het sacrament der biecht en de oversten der seminaries veel bijdragen, maar ook alle priesters en gelovigen, die het ter harte gaat de aangroei der Kerk te bevorderen en haar noden tegemoet te komen. Gods dienaren moeten niet alleen in hun prediking en bij de uiteenzetting van de catechismus aan het volk, maar ook door ter juister Mijd geplaatste privé-gesprekken, er voor ijveren de vooroordelen en verkeerde meningen te ontzenuwen, die op het ogenblik zo algemeen tegen het priesterschap worden verspreid; en bovendien moeten zij zijn uitstekende waardigheid, schoonheid, nut en voortreffelijke verdiensten in het daglicht stellen. Vaders en moeders van alle standen moeten hun gebeden opzenden tot de hemel, opdat zij waardig mogen worden bevonden, minstens één kind aan de dienst van God te mogen wijden. Ten slotte moeten allen, die zich onder de christenen rekenen, het hun plicht achten degenen, die zich tot de heilige wijdingen geroepen menen, te begunstigen en met alle middelen van dienst te zijn.
Maar het is tevens nodig, dat de ziel van hen, die door God geroepen worden om tot het priesterschap te komen, voor de onzichtbare aandrang en werking van de goddelijke Geest wordt opengesteld; en om dit tot stand te brengen kunnen niet alleen de christelijke -ouders, de geestelijke herders, de bedienaren van het sacrament der biecht en de oversten der seminaries veel bijdragen, maar ook alle priesters en gelovigen, die het ter harte gaat de aangroei der Kerk te bevorderen en haar noden tegemoet te komen. Gods dienaren moeten niet alleen in hun prediking en bij de uiteenzetting van de catechismus aan het volk, maar ook door ter juister Mijd geplaatste privé-gesprekken, er voor ijveren de vooroordelen en verkeerde meningen te ontzenuwen, die op het ogenblik zo algemeen tegen het priesterschap worden verspreid; en bovendien moeten zij zijn uitstekende waardigheid, schoonheid, nut en voortreffelijke verdiensten in het daglicht stellen. Vaders en moeders van alle standen moeten hun gebeden opzenden tot de hemel, opdat zij waardig mogen worden bevonden, minstens één kind aan de dienst van God te mogen wijden. Ten slotte moeten allen, die zich onder de christenen rekenen, het hun plicht achten degenen, die zich tot de heilige wijdingen geroepen menen, te begunstigen en met alle middelen van dienst te zijn.
Referenties naar alinea 67: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
68
Vooral door heiligheid van leven
Het onderkennen en begunstigen der roeping van de candidaten voor het priesterschap; dat door het Wetboek van het Kerkelijk Recht vgl: Can. 1353[[[2620|(1353)]]] aan de herders der zielen wordt toevertrouwd en hun met nadruk wordt aanbevolen, moet ook aan alle andere geestelijken bijzonder ter harte gaan; zij moeten niet alleen nederig en edelmoedig aan de eeuwige God dank brengen voor de onschatbare weldaad van Hem ontvangen, maar ook niets dierbaarder, niets begerenswaardiger achten dan zichzelf een opvolger te vinden en hem met alle middelen te helpen, als zij hem toegerust zien met de nodige gaven voor zulk een verheven ambt. Opdat zij dit doeltreffender mogen nastreven, moeten zij vooral aan de jongelingen, met wie zij gemeenzaam omgaan, en bij wie zij de kentekenen der goddelijke roeping gewaar worden, een uitstekend voorbeeld geven.
Het onderkennen en begunstigen der roeping van de candidaten voor het priesterschap; dat door het Wetboek van het Kerkelijk Recht vgl: Can. 1353[[[2620|(1353)]]] aan de herders der zielen wordt toevertrouwd en hun met nadruk wordt aanbevolen, moet ook aan alle andere geestelijken bijzonder ter harte gaan; zij moeten niet alleen nederig en edelmoedig aan de eeuwige God dank brengen voor de onschatbare weldaad van Hem ontvangen, maar ook niets dierbaarder, niets begerenswaardiger achten dan zichzelf een opvolger te vinden en hem met alle middelen te helpen, als zij hem toegerust zien met de nodige gaven voor zulk een verheven ambt. Opdat zij dit doeltreffender mogen nastreven, moeten zij vooral aan de jongelingen, met wie zij gemeenzaam omgaan, en bij wie zij de kentekenen der goddelijke roeping gewaar worden, een uitstekend voorbeeld geven.
Referenties naar alinea 68: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
Wijze en voorzichtige keuze
Dit voorzichtig en wijs onderkennen der candidaten moet altijd en overal betracht worden; het moet dus niet alleen plaats vinden onder ede jongelingen, die reeds op het seminarie zijn, maar ook onder hen, die op andere scholen of instituten studeren, en vooral onder hen, die aan de verschillende vormen en werken van apostolaat hulp verlenen en hun krachten wijden. Dezen immers hebben, al komen zij eerst laat tot het priesterschap, reeds ernstige moeilijkheden overwonnen; zij hebben te midden der woelingen van het leven hun gemoed gestaald en wijl zij zich reeds hebben toegelegd op werken, die nauw met de priesterlijke bediening zijn verbonden, blinken zij niet zelden uit door grote en hechte deugd.
Dit voorzichtig en wijs onderkennen der candidaten moet altijd en overal betracht worden; het moet dus niet alleen plaats vinden onder ede jongelingen, die reeds op het seminarie zijn, maar ook onder hen, die op andere scholen of instituten studeren, en vooral onder hen, die aan de verschillende vormen en werken van apostolaat hulp verlenen en hun krachten wijden. Dezen immers hebben, al komen zij eerst laat tot het priesterschap, reeds ernstige moeilijkheden overwonnen; zij hebben te midden der woelingen van het leven hun gemoed gestaald en wijl zij zich reeds hebben toegelegd op werken, die nauw met de priesterlijke bediening zijn verbonden, blinken zij niet zelden uit door grote en hechte deugd.
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
70
Onderzoek der roepingen
Niettemin is het steeds nodig met de grootste zorgvuldigheid ieder der candidaten voor het priesterschap te onderzoeken en vooral na te gaan, met welke bedoeling en om welke redenen zij tot zulk een besluit zijn gekomen. En bijzonder wanneer het jeugdige candidaten betreft, moet men aandachtig toezien of zij de nodige gaven naar geest en lichaam bezitten en of zij het ontvangen der heilige wijdingen slechts wensen om deze hoogverheven waardigheid en tot geestelijk nut van zichzelf en de anderen.
Niettemin is het steeds nodig met de grootste zorgvuldigheid ieder der candidaten voor het priesterschap te onderzoeken en vooral na te gaan, met welke bedoeling en om welke redenen zij tot zulk een besluit zijn gekomen. En bijzonder wanneer het jeugdige candidaten betreft, moet men aandachtig toezien of zij de nodige gaven naar geest en lichaam bezitten en of zij het ontvangen der heilige wijdingen slechts wensen om deze hoogverheven waardigheid en tot geestelijk nut van zichzelf en de anderen.
Referenties naar alinea 70: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
71
Onderzoek van de physieke kwaliteiten van de canddaten
Gij weet, eerbiedwaardige broeders, welke gesteltenissen van geest en hart in deze door de Kerk gevraagd worden van de seminaristen; wij achten het daarom overbodig, bij een uiteenzetting dezer dingen te verwijlen. Veeleer dunkt het ons van belang, u aan te manen, dat gij met de u eigen voorzichtigheid ijverig nagaat, of zij die de heilige wijdingen willen ontvangen ook physiek bekwaam zijn en dit des te meer nu de laatste oorlog vooral de opgroeiende jeugd niet zelden heeft ondermijnd en uit haar evenwicht heeft gebracht. Daarom moeten zulke candidaten op dit punt nauwkeurig worden onderzocht en, als het nodig is, moet ook het oordeel van een beproefd geneesheer worden gevraagd. Wij vertrouwen, dat door dit wijze en voorzichtige onderzoek der roepingen overal talrijke keurtroepen bijeengebracht zullen worden van candidaten voor de heilige wijdingen.
Gij weet, eerbiedwaardige broeders, welke gesteltenissen van geest en hart in deze door de Kerk gevraagd worden van de seminaristen; wij achten het daarom overbodig, bij een uiteenzetting dezer dingen te verwijlen. Veeleer dunkt het ons van belang, u aan te manen, dat gij met de u eigen voorzichtigheid ijverig nagaat, of zij die de heilige wijdingen willen ontvangen ook physiek bekwaam zijn en dit des te meer nu de laatste oorlog vooral de opgroeiende jeugd niet zelden heeft ondermijnd en uit haar evenwicht heeft gebracht. Daarom moeten zulke candidaten op dit punt nauwkeurig worden onderzocht en, als het nodig is, moet ook het oordeel van een beproefd geneesheer worden gevraagd. Wij vertrouwen, dat door dit wijze en voorzichtige onderzoek der roepingen overal talrijke keurtroepen bijeengebracht zullen worden van candidaten voor de heilige wijdingen.
Referenties naar alinea 71: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Zorg voor de roepingen
72
Een zware plicht
Terwijl vele bisschoppen ernstig bezorgd zijn, omdat er dagelijks minder jongelingen gevonden worden, die naar het priesterschap verlangen, zijn zij ook niet minder bezorgd omtrent de vorming der jongelingen, die reeds inde seminaries zijn opgenomen. Voorzeker ontgaat het ons niet, eerbiedwaardige broeders, hoe zwaar deze taak is en in hoe vele en grote moeilijkheden de vervulling er van gewikkeld is; maar gij zult uit deze noodzakelijk te verrichten taak een grote troost putten, wanneer gij, zoals onze voorganger Leo XIII verzekert, "uit de zorg en de ijver die gij hebt aangewend om priesters te vormen, de zoete vruchten zult verkrijgen en bemerken, dat uw bisschoppelijke ambtsvervulling veel lichter is geworden en overvloediger nut sticht." Acta Leonis, vol. VI, p. 158.[[8622|(22)]] Daarom menen wij goed te doen met u enkele normen voor te houden, opgelegd door de thans meer dan ooit dringende noodzakelijkheid om heilige priesters op te leiden.
Terwijl vele bisschoppen ernstig bezorgd zijn, omdat er dagelijks minder jongelingen gevonden worden, die naar het priesterschap verlangen, zijn zij ook niet minder bezorgd omtrent de vorming der jongelingen, die reeds inde seminaries zijn opgenomen. Voorzeker ontgaat het ons niet, eerbiedwaardige broeders, hoe zwaar deze taak is en in hoe vele en grote moeilijkheden de vervulling er van gewikkeld is; maar gij zult uit deze noodzakelijk te verrichten taak een grote troost putten, wanneer gij, zoals onze voorganger Leo XIII verzekert, "uit de zorg en de ijver die gij hebt aangewend om priesters te vormen, de zoete vruchten zult verkrijgen en bemerken, dat uw bisschoppelijke ambtsvervulling veel lichter is geworden en overvloediger nut sticht." Acta Leonis, vol. VI, p. 158.[[8622|(22)]] Daarom menen wij goed te doen met u enkele normen voor te houden, opgelegd door de thans meer dan ooit dringende noodzakelijkheid om heilige priesters op te leiden.
Referenties naar alinea 72: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
73
Een gezonde en rustige omgeving is vereist
Op de eerste plaats moet men er op bedacht zijn, dat de beginnelingen onder de seminaristen nog slechts kinderen zijn, die uit de omgeving van het ouderlijk huis verwijderd leven. Dit eist dus vanzelf, dat het leven dat dezen op het seminarie leiden voorzover het mogelijk is, moet overeenstemmen met het gewone leven van alle knapen; aan de ene zijde moet men grote zorg hebben voor hun godsdienstige vorming, terwijl men aan de andere zijde acht moet geven op hun natuurlijke vermogens en de aanleg van hun geest; dit alles moet zich ontwikkelen in ruime en geschikte lokalen, die .gezond en rustig gelegen zijn. Toch moeten ook hierbij "de juiste maat en beperking" in acht genomen worden, zodat het nooit voorkomt, dat zij die tot zelfverzaking en tot evangelische deugdzaamheid moeten gevormd worden, leven "in kostbare gebouwen en te midden van verfijnde weelde en comfort". Cf. Allocact. die 25...Cf. Allocact. die 25 Novembris a. 1948 habitana: A.A.S., IL, 1948, p. 552
Op de eerste plaats moet men er op bedacht zijn, dat de beginnelingen onder de seminaristen nog slechts kinderen zijn, die uit de omgeving van het ouderlijk huis verwijderd leven. Dit eist dus vanzelf, dat het leven dat dezen op het seminarie leiden voorzover het mogelijk is, moet overeenstemmen met het gewone leven van alle knapen; aan de ene zijde moet men grote zorg hebben voor hun godsdienstige vorming, terwijl men aan de andere zijde acht moet geven op hun natuurlijke vermogens en de aanleg van hun geest; dit alles moet zich ontwikkelen in ruime en geschikte lokalen, die .gezond en rustig gelegen zijn. Toch moeten ook hierbij "de juiste maat en beperking" in acht genomen worden, zodat het nooit voorkomt, dat zij die tot zelfverzaking en tot evangelische deugdzaamheid moeten gevormd worden, leven "in kostbare gebouwen en te midden van verfijnde weelde en comfort". Cf. Allocact. die 25...Cf. Allocact. die 25 Novembris a. 1948 habitana: A.A.S., IL, 1948, p. 552
Referenties naar alinea 73: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
74
Vorming van het karakter tot verantwoordelijkheidsgevoel
In het algemeen moet er naar gestreefd worden dat eigen aanleg en aard van iedere seminarist juist geleid wordt; dat in hen het geweten zich meer er meer ontwikkelt, zodat zij beseffen, welke verantwoordelijkheid uit hun daden voortkomt, wat voor oordeel zij over mensen en voorvallen moeten hebben en ten slotte welke taak zij uit eigen beweging en vrijwillig op zich nemen. Om die reden moeten zij, die aan het hoofd der seminaries staan bij hun bestraffingen een wijze gematigdheid in acht nemen en naarmate de jongelingen in leeftijd toenemen, moeten zij, geleidelijk aan, zich onthouden van een al te strikt toezicht en van allerlei sancties; zo zullen zij bereiken dat de jongelingen zichzelf gaan in acht nemen en beheersen en zich bewust worden zelf die bewerkers van hun daden te zijn. Bovendien moeten zij in sommige dingen de leerlingen niet alleen vrijheid van handelen toestaan, maar moeten zij hen er ook aan gewennen bij zichzelf te rade te gaan, opdat zij de waarheden die op de leer of op de practijk betrekking hebben, gemakkelijker in zich opnemen. En de leiders moeten niet duchten, dat de hun toevertrouwde jongelingen de actuele gebeurtenissen leren kennen; integendeel, zij moeten hen niet alleen in kennis brengen met die dingen, waaruit zij zich een rijp oordeel over de feiten kunnen vormen, maar zelfs een discussie over deze soort vraagstukken niet afwijzen, teneinde de geest der seminaristen te ontwikkelen tot een gezonde waardering der dingen.
In het algemeen moet er naar gestreefd worden dat eigen aanleg en aard van iedere seminarist juist geleid wordt; dat in hen het geweten zich meer er meer ontwikkelt, zodat zij beseffen, welke verantwoordelijkheid uit hun daden voortkomt, wat voor oordeel zij over mensen en voorvallen moeten hebben en ten slotte welke taak zij uit eigen beweging en vrijwillig op zich nemen. Om die reden moeten zij, die aan het hoofd der seminaries staan bij hun bestraffingen een wijze gematigdheid in acht nemen en naarmate de jongelingen in leeftijd toenemen, moeten zij, geleidelijk aan, zich onthouden van een al te strikt toezicht en van allerlei sancties; zo zullen zij bereiken dat de jongelingen zichzelf gaan in acht nemen en beheersen en zich bewust worden zelf die bewerkers van hun daden te zijn. Bovendien moeten zij in sommige dingen de leerlingen niet alleen vrijheid van handelen toestaan, maar moeten zij hen er ook aan gewennen bij zichzelf te rade te gaan, opdat zij de waarheden die op de leer of op de practijk betrekking hebben, gemakkelijker in zich opnemen. En de leiders moeten niet duchten, dat de hun toevertrouwde jongelingen de actuele gebeurtenissen leren kennen; integendeel, zij moeten hen niet alleen in kennis brengen met die dingen, waaruit zij zich een rijp oordeel over de feiten kunnen vormen, maar zelfs een discussie over deze soort vraagstukken niet afwijzen, teneinde de geest der seminaristen te ontwikkelen tot een gezonde waardering der dingen.
Referenties naar alinea 74: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
75
Afkeer voor alle onoprechtheid inprenten
Als deze richtlijnen stipt gevolgd worden en de leerlingen aldus tot rechtschapenheid en oprechtheid worden opgevoed, zullen zij de onwankelbare trouw en karaktervastheid in zichzelf en in anderen waarderen en bedrog en alle geveinsdheid verafschuwen. En deze gaafheid en oprechtheid zullen een gunstige factor zijn, om de seminaristen doeltreffender door hun leiders te doen bijstaan als er over beslist moet worden, of zij door God geroepen zijn de heilige wijdingen te ontvangen.
Als deze richtlijnen stipt gevolgd worden en de leerlingen aldus tot rechtschapenheid en oprechtheid worden opgevoed, zullen zij de onwankelbare trouw en karaktervastheid in zichzelf en in anderen waarderen en bedrog en alle geveinsdheid verafschuwen. En deze gaafheid en oprechtheid zullen een gunstige factor zijn, om de seminaristen doeltreffender door hun leiders te doen bijstaan als er over beslist moet worden, of zij door God geroepen zijn de heilige wijdingen te ontvangen.
Referenties naar alinea 75: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
76
Niet geheel van de wereld afzonderen
Waar echter de jongelingen - vooral zij die van kindsbeen op het seminarie vertoefden - op plaatsen worden opgevoed, die wat te veel afgescheiden zijn van de menselijke samenleving, zullen zij zeker, wanneer zij in het openbaar moeten gaan optreden, niet gemakkelijk met de mindere man of met intellectuelen contact 'krijgen, en zal het hun vaak overkomen, dat zij zich ondoordacht tegenover de gelovigen gedragen of zich gaan inbeelden, dat de door hen genoten op voeding niet gelukkig is geweest. Men moet er dus voor zorgen dat de seminaristen langzamerhand en op verstandige wijze doordringen in de mentaliteit en in de strevingen van het volk, opdat zij niet, wanneer zij eenmaal tot priester zijn gewijd en verplicht tot de heilige ambtsvervulling, onzeker zijn hoe te handelen; dit toch zou niet enkel hun gemoed in onrust 'brengen, maar tevens afbreuk doen aan hun priesterlijke arbeid.
Waar echter de jongelingen - vooral zij die van kindsbeen op het seminarie vertoefden - op plaatsen worden opgevoed, die wat te veel afgescheiden zijn van de menselijke samenleving, zullen zij zeker, wanneer zij in het openbaar moeten gaan optreden, niet gemakkelijk met de mindere man of met intellectuelen contact 'krijgen, en zal het hun vaak overkomen, dat zij zich ondoordacht tegenover de gelovigen gedragen of zich gaan inbeelden, dat de door hen genoten op voeding niet gelukkig is geweest. Men moet er dus voor zorgen dat de seminaristen langzamerhand en op verstandige wijze doordringen in de mentaliteit en in de strevingen van het volk, opdat zij niet, wanneer zij eenmaal tot priester zijn gewijd en verplicht tot de heilige ambtsvervulling, onzeker zijn hoe te handelen; dit toch zou niet enkel hun gemoed in onrust 'brengen, maar tevens afbreuk doen aan hun priesterlijke arbeid.
Referenties naar alinea 76: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
77
Intellectuele, letterkundige en wetenschappelijke vorming
Zij die aan het hoofd staan van de seminaries moeten bovendien de grootste zorg besteden aan de verstandelijke ontwikkeling der seminaristen. Gij kent, eerbiedwaardige broeders, de richtlijnen en voorschriften, die hierover door de Apostolische Stoel herhaaldelijk zijn gegeven en die wijzelf aan allen hebben aanbevolen, toen wij bij de aanvang van ons pontificaat de leerlingen der Romeinse seminaries en colleges voor het eerst tot ons hebben toegelaten. vgl: Sollemnis conventus[[[2539]]]
Zij die aan het hoofd staan van de seminaries moeten bovendien de grootste zorg besteden aan de verstandelijke ontwikkeling der seminaristen. Gij kent, eerbiedwaardige broeders, de richtlijnen en voorschriften, die hierover door de Apostolische Stoel herhaaldelijk zijn gegeven en die wijzelf aan allen hebben aanbevolen, toen wij bij de aanvang van ons pontificaat de leerlingen der Romeinse seminaries en colleges voor het eerst tot ons hebben toegelaten. vgl: Sollemnis conventus[[[2539]]]
Referenties naar alinea 77: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
78
Niet minder dan die der leken
Daarom verlangen wij voor alles, dat de toekomstige priesters in kennis der letteren en wetenschappen althans niet behoeven onder te doen voor de toekomstige leken, die een zelfde onderricht ontvangen. Want als men dit onderhoudt, zal men bereiken dat de seminaristen met meer zorg worden onderlegd, en dat, wanneer de tijd daartoe is gekomen; gemakkelijker over de aanwezigheid van roeping kan worden beslist. Immers, als men naar genoemde normen heeft gehandeld, zal de candidaat voor het priesterschap op het ogenblik dat hij over zijn toekomstige levensstaat een besluit gaat nemen, door geen enkele dwang bepaald worden; hij zal geheel gevrijwaard zijn voor het gevaar dat hij, wegens het gemis aan de vorming en wetenschap, welke hem een plaats inde wereld konden verzekeren, zich gedwongen ziet te blijven voortgaan op een weg, die niet voor hem bereid is, volgens de woorden van de ontrouwe rentmeester: "Voor spitten ben ik niet sterk genoeg, voor bedelen schaam ik mij." (Lc. 16, 3)[b:Lc. 16, 3] Zou een der seminaristen, die een bruikbare arbeider voor de Kerk beloofde te worden, toch uit het seminarie vertrekken, dan zou dit niet al te zeer te betreuren zijn; immers, na aldus zijn weg te zijn gegaan, kan hij niet nalaten zich de op het seminarie ontvangen weldaden te binnen te roepen en zal hij een grote steun betekenen voor de katholieke werkzaamheid der leken.
Daarom verlangen wij voor alles, dat de toekomstige priesters in kennis der letteren en wetenschappen althans niet behoeven onder te doen voor de toekomstige leken, die een zelfde onderricht ontvangen. Want als men dit onderhoudt, zal men bereiken dat de seminaristen met meer zorg worden onderlegd, en dat, wanneer de tijd daartoe is gekomen; gemakkelijker over de aanwezigheid van roeping kan worden beslist. Immers, als men naar genoemde normen heeft gehandeld, zal de candidaat voor het priesterschap op het ogenblik dat hij over zijn toekomstige levensstaat een besluit gaat nemen, door geen enkele dwang bepaald worden; hij zal geheel gevrijwaard zijn voor het gevaar dat hij, wegens het gemis aan de vorming en wetenschap, welke hem een plaats inde wereld konden verzekeren, zich gedwongen ziet te blijven voortgaan op een weg, die niet voor hem bereid is, volgens de woorden van de ontrouwe rentmeester: "Voor spitten ben ik niet sterk genoeg, voor bedelen schaam ik mij." (Lc. 16, 3)[b:Lc. 16, 3] Zou een der seminaristen, die een bruikbare arbeider voor de Kerk beloofde te worden, toch uit het seminarie vertrekken, dan zou dit niet al te zeer te betreuren zijn; immers, na aldus zijn weg te zijn gegaan, kan hij niet nalaten zich de op het seminarie ontvangen weldaden te binnen te roepen en zal hij een grote steun betekenen voor de katholieke werkzaamheid der leken.
Referenties naar alinea 78: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
79
Noodzakelijkheid van filosofie en theologie
Al vereist de opleiding der candidaten voor het priesterschap de kennis van velerlei wetenschappen - waaronder het bestuderen der sociale kwesties van groot belang is - toch moet de voornaamste plaats worden geschonken aan de filosofie en de theologie, welke gedoceerd moeten worden "volgens de methode van de Engelachtige Leraar" vgl: Can. 1366, 2[[[2620|(1366)]]], en bij welker behandeling ook een inzicht moet gegeven worden in de noden en dwalingen die onze tijd met zich brengt. Deze beide wetenschappen zijn immers, zowel voor die priester zelf als voor de gelovigen, van het grootste gewicht en van het grootste nut: de meesters van het geestelijk leven leren nl, dat zij, mits volgens een geschikte methode onderwezen, van grote waarde zijn om de ijver voor het geloof te bewaren en te voeden, om de kwade begeerten te verzwakken en om de ziel met Gods opperste majesteit te verenigen. Hierbij komt, dat de priester, die beschouwd moet worden als "het zout der aarde" en als "het licht der wereld" (Mt. 5, 13.14)[[b:Mt. 5, 13.14]], tot taak heeft het geloof te verdedigen, het Evangelie van Christus te verkondigen, en de er mede strijdige dwalingen, welke in deze tijd langs allerlei wegen onder het volk worden verspreid, te weerleggen. Welnu, hij zal de dwalingen niet energiek kunnen bestrijden, als hij niet grondig de onveranderlijke beginselen der katholieke wijsbegeerte en godgeleerdheid heeft geleerd.
Al vereist de opleiding der candidaten voor het priesterschap de kennis van velerlei wetenschappen - waaronder het bestuderen der sociale kwesties van groot belang is - toch moet de voornaamste plaats worden geschonken aan de filosofie en de theologie, welke gedoceerd moeten worden "volgens de methode van de Engelachtige Leraar" vgl: Can. 1366, 2[[[2620|(1366)]]], en bij welker behandeling ook een inzicht moet gegeven worden in de noden en dwalingen die onze tijd met zich brengt. Deze beide wetenschappen zijn immers, zowel voor die priester zelf als voor de gelovigen, van het grootste gewicht en van het grootste nut: de meesters van het geestelijk leven leren nl, dat zij, mits volgens een geschikte methode onderwezen, van grote waarde zijn om de ijver voor het geloof te bewaren en te voeden, om de kwade begeerten te verzwakken en om de ziel met Gods opperste majesteit te verenigen. Hierbij komt, dat de priester, die beschouwd moet worden als "het zout der aarde" en als "het licht der wereld" (Mt. 5, 13.14)[[b:Mt. 5, 13.14]], tot taak heeft het geloof te verdedigen, het Evangelie van Christus te verkondigen, en de er mede strijdige dwalingen, welke in deze tijd langs allerlei wegen onder het volk worden verspreid, te weerleggen. Welnu, hij zal de dwalingen niet energiek kunnen bestrijden, als hij niet grondig de onveranderlijke beginselen der katholieke wijsbegeerte en godgeleerdheid heeft geleerd.
Referenties naar alinea 79: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
80
De scholastieken volgen
In verband hiermede vestigen wij er de aandacht op, dat de leermethode, die reeds lang op de katholieke scholen wordt toegepast, de .grootste doeltreffendheid heeft, zowel om een helder begrip der dingen in de geest te vormen, als om te doen uitkomen, dat de waarheden, die als een gewijde schat aan de Kerk, meesteresse der christenen, zijn toevertrouwd, onderling volkomen overeenstemmen en samenhangen. Er zijn er echter heden ten dage, die zijn afgeweken van de jongste bepalingen der Kerk en zich weinig bekommeren om een helder omlijnde scherpte in de denkbeelden; zo zijn zij niet alleen van de rechte weg onzer scholen afgeweken, maar, zoals de ervaring geleerd heeft, banen zij zelfs een toegang voor dwaalbegrippen en verwarrende meningen. Om derhalve, eerbiedwaardige broeders, te voorkomen, dat de studie der priesterstudenten op rampzalige wijze in schommelingen of twijfelingen geraakt, vermanen wij u, ijverig er voor te zorgen, dat de zekere richtlijnen, die de Apostolische Stoel voor deze studiën heeft vastgesteld, met onkreukbare trouw worden aanvaard en nagekomen.
In verband hiermede vestigen wij er de aandacht op, dat de leermethode, die reeds lang op de katholieke scholen wordt toegepast, de .grootste doeltreffendheid heeft, zowel om een helder begrip der dingen in de geest te vormen, als om te doen uitkomen, dat de waarheden, die als een gewijde schat aan de Kerk, meesteresse der christenen, zijn toevertrouwd, onderling volkomen overeenstemmen en samenhangen. Er zijn er echter heden ten dage, die zijn afgeweken van de jongste bepalingen der Kerk en zich weinig bekommeren om een helder omlijnde scherpte in de denkbeelden; zo zijn zij niet alleen van de rechte weg onzer scholen afgeweken, maar, zoals de ervaring geleerd heeft, banen zij zelfs een toegang voor dwaalbegrippen en verwarrende meningen. Om derhalve, eerbiedwaardige broeders, te voorkomen, dat de studie der priesterstudenten op rampzalige wijze in schommelingen of twijfelingen geraakt, vermanen wij u, ijverig er voor te zorgen, dat de zekere richtlijnen, die de Apostolische Stoel voor deze studiën heeft vastgesteld, met onkreukbare trouw worden aanvaard en nagekomen.
Referenties naar alinea 80: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Geestelijke en zedelijke vorming
81
Wetenschap alleen kan schadelijk zijn
Zo wij vanwege het apostolisch ambt, dat wij bekleden, u tot hiertoe met zoveel nadruk vermaand hebben ten gunste van een uitstekende verstandelijke vorming der geestelijken, is het toch gemakkelijk te begrijpen, waarom ons uiteindelijk niets liever is dan dat de zielen en het gedrag der seminaristen goed gevormd worden; immers, indien dit niet geschiedde, dan zou zelfs de uitmuntendste verstandelijke vorming, vanwege ,de hoogmoed en de aanmatiging, die gemakkelijk in de geesten opkomen, groot onheil stichten. Om deze reden wil onze moeder de heilige Kerk vóór alles, dat de jongelingen op de seminaries een aanvang maken met de heilige levenswandel, die zij daarna in hun hele leven moeten tonen en nog doen toenemen.
Zo wij vanwege het apostolisch ambt, dat wij bekleden, u tot hiertoe met zoveel nadruk vermaand hebben ten gunste van een uitstekende verstandelijke vorming der geestelijken, is het toch gemakkelijk te begrijpen, waarom ons uiteindelijk niets liever is dan dat de zielen en het gedrag der seminaristen goed gevormd worden; immers, indien dit niet geschiedde, dan zou zelfs de uitmuntendste verstandelijke vorming, vanwege ,de hoogmoed en de aanmatiging, die gemakkelijk in de geesten opkomen, groot onheil stichten. Om deze reden wil onze moeder de heilige Kerk vóór alles, dat de jongelingen op de seminaries een aanvang maken met de heilige levenswandel, die zij daarna in hun hele leven moeten tonen en nog doen toenemen.
Referenties naar alinea 81: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
82
De toekomstige priesters moeten zich toeleggen op het inwendig leven
Zoals wij reeds omtrent de priesters schreven, dringen wij er ook nu eveneens op aan, dat de candidaten voor de heilige wijdingen diep overtuigd moeten zijn van de plicht die zij hebben om met alle krachten te streven naar het verwerven der deugden, die het sieraad der ziel zijn, en om deze, wanneer zij ze verworven hebben, krachtig te verdedigen en ijverig te vermeerderen.
Zoals wij reeds omtrent de priesters schreven, dringen wij er ook nu eveneens op aan, dat de candidaten voor de heilige wijdingen diep overtuigd moeten zijn van de plicht die zij hebben om met alle krachten te streven naar het verwerven der deugden, die het sieraad der ziel zijn, en om deze, wanneer zij ze verworven hebben, krachtig te verdedigen en ijverig te vermeerderen.
Referenties naar alinea 82: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
83
Hun vroomheid moet uit overtuiging voortkomen
Daar de seminaristen dagelijks op bijna dezelfde uren steeds dezelfde godvruchtige oefeningen verrichten, bestaat er gevaar dat de innerlijke gesteldheid niet met de uitwendige godsdienstige oefening overeenstemt; dit kan zich inderdaad gemakkelijk uit sleur bij hen voordoen en zelfs nog toenemen, wanneer zij, na het seminarie te hebben verlaten, vaak geheel in beslag genomen worden door de verplichte uitoefening van hun ambtsbezigheden.
Daar de seminaristen dagelijks op bijna dezelfde uren steeds dezelfde godvruchtige oefeningen verrichten, bestaat er gevaar dat de innerlijke gesteldheid niet met de uitwendige godsdienstige oefening overeenstemt; dit kan zich inderdaad gemakkelijk uit sleur bij hen voordoen en zelfs nog toenemen, wanneer zij, na het seminarie te hebben verlaten, vaak geheel in beslag genomen worden door de verplichte uitoefening van hun ambtsbezigheden.
Referenties naar alinea 83: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
84
Alles met geloof verrichten der op te wekken tot die, welke als de grondvesten
Daarom moet men er alle zorg aan besteden, dat zijn, waarop geheel de heiligheid der priesters rust, wie als de toekomstige geestelijkheid opgevoed worden, een ingetogen leven leiden, dat door een bovennatuurlijke geest wordt gevoed en door bovennatuurlijke stuwkracht wordt bezield. Zij moeten alles verrichten in het licht van het goddelijk geloof en in vereniging met Jezus Christus; zij moeten de overtuiging hebben, dat zulk een heilige levenswandel niet mag ontbreken bij hen, die eens de priesterwijding zullen ontvangen, en de vertegenwoordigers van de goddelijke Meester zelf in de Kerk moeten zijn. Want er is geen groter stimulans voor de candidaten van het priesterschap om zich de deugden te verwerven, die de priester passen, om de moeilijkheden te overwinnen en om hun heilzame voornemens na te komen, dan deze innerlijke vrome gesteltenis.
Daarom moet men er alle zorg aan besteden, dat zijn, waarop geheel de heiligheid der priesters rust, wie als de toekomstige geestelijkheid opgevoed worden, een ingetogen leven leiden, dat door een bovennatuurlijke geest wordt gevoed en door bovennatuurlijke stuwkracht wordt bezield. Zij moeten alles verrichten in het licht van het goddelijk geloof en in vereniging met Jezus Christus; zij moeten de overtuiging hebben, dat zulk een heilige levenswandel niet mag ontbreken bij hen, die eens de priesterwijding zullen ontvangen, en de vertegenwoordigers van de goddelijke Meester zelf in de Kerk moeten zijn. Want er is geen groter stimulans voor de candidaten van het priesterschap om zich de deugden te verwerven, die de priester passen, om de moeilijkheden te overwinnen en om hun heilzame voornemens na te komen, dan deze innerlijke vrome gesteltenis.
Referenties naar alinea 84: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
85
De leidslieden moeten in hen de kerkelijke deugden vormen
Zij die tot taak hebben de zeden der clerici te vormen, moeten er vooral op letten, dat dezen zich de deugden verwerven, die de Kerk van de priesters vordert. Aangezien wij daarover op een andere plaats in deze opwekking gesproken hebben, is er geen reden hetzelfde hier te herhalen. Toch mogen wij niet nalaten uit alle andere deugden waarmede de priesterstudenten moeten gesierd zijn, hen hier in het bijzon-
Zij die tot taak hebben de zeden der clerici te vormen, moeten er vooral op letten, dat dezen zich de deugden verwerven, die de Kerk van de priesters vordert. Aangezien wij daarover op een andere plaats in deze opwekking gesproken hebben, is er geen reden hetzelfde hier te herhalen. Toch mogen wij niet nalaten uit alle andere deugden waarmede de priesterstudenten moeten gesierd zijn, hen hier in het bijzon-
Referenties naar alinea 85: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
86
Vooral de onderdanigheid
Vooral is het noodzakelijk, dat de jongelingen zich beijveren de gehoorzaamheid aan te winnen, zodat zij hun wil in alle eenvoud en oprechtheid leren onderwerpen aan Gods heilige wil, waarvan de oversten van het seminarie als de tolk moeten worden beschouwd. En nimmer mag er iets zijn in hun handelwijze, dat van de goddelijke wil afwijkt. Het voorbeeld van de gehoorzaamheid waarover wij spreken, moeten de seminaristen bij de goddelijke Verlosser zoeken, die hier op aarde slechts één doel kende: "Om Uw wil te doen, o God." (Hebr. 10, 7)[b:Hebr. 10, 7]
Vooral is het noodzakelijk, dat de jongelingen zich beijveren de gehoorzaamheid aan te winnen, zodat zij hun wil in alle eenvoud en oprechtheid leren onderwerpen aan Gods heilige wil, waarvan de oversten van het seminarie als de tolk moeten worden beschouwd. En nimmer mag er iets zijn in hun handelwijze, dat van de goddelijke wil afwijkt. Het voorbeeld van de gehoorzaamheid waarover wij spreken, moeten de seminaristen bij de goddelijke Verlosser zoeken, die hier op aarde slechts één doel kende: "Om Uw wil te doen, o God." (Hebr. 10, 7)[b:Hebr. 10, 7]
Referenties naar alinea 86: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
87
Zodat zij waarlijk gehoorzaam zullen zijn aan de bisschop
De jongelingen, die op het seminarie verblijven, moeten reeds van de eerste jaren af leren, als kinderen van harte aan hun leiders te gehoorzamen, om later in volmaakte onderwerping de wil van hun bisschoppen na te komen, zoals Christus' onoverwinnelijke kampvechter, Ignatius van Antiochië, het voorhoudt: "Gehoorzaamt allen de bisschop, zoals Jezus Christus de Vader." VIII, 1: PG 8, 714[[945|+27]] "Wie de bisschop eert, wordt door God geëerd; wie buiten de bisschop handelt, dient de duivel." IX, 1: PG 8, 714,715[[945|+33]] "Doet niets zonder de bisschop, bewaart uw lichaam als Gods tempel, bemint de eenheid, vlucht de verdeeldheid, weest navolgers van Jezus Christus, zoals ook Hij van Zijn Vader." VII, 2: PG 5, 700[[1782|+28]]
De jongelingen, die op het seminarie verblijven, moeten reeds van de eerste jaren af leren, als kinderen van harte aan hun leiders te gehoorzamen, om later in volmaakte onderwerping de wil van hun bisschoppen na te komen, zoals Christus' onoverwinnelijke kampvechter, Ignatius van Antiochië, het voorhoudt: "Gehoorzaamt allen de bisschop, zoals Jezus Christus de Vader." VIII, 1: PG 8, 714[[945|+27]] "Wie de bisschop eert, wordt door God geëerd; wie buiten de bisschop handelt, dient de duivel." IX, 1: PG 8, 714,715[[945|+33]] "Doet niets zonder de bisschop, bewaart uw lichaam als Gods tempel, bemint de eenheid, vlucht de verdeeldheid, weest navolgers van Jezus Christus, zoals ook Hij van Zijn Vader." VII, 2: PG 5, 700[[1782|+28]]
Referenties naar alinea 87: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
88
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=
De zuiverheid moet stevig gevestigd en langdurig beproefd zijn
Ook moet er ijverig en met zorg voor gewaakt worden, dat degenen, die opgeleid worden voor de heilige krijgsdienst, grote achting en liefde hebben voor de kuisheid en dat zij deze in zichzelf beschermen, omdat in deze deugd grotendeels het motief gelegen is, waarom zij zich deze levenswijze ten doel stellen en er in volharden. Daarom zal deze kuisheid, die in de menselijke samenleving zulke grote gevaren loopt, bij hen die de priesterlijke waardigheid zullen ontvangen, reeds lang en hecht in de ziel gevestigd moeten zijn. Niet alleen moeten dus de seminaristen te pas voorgelicht worden over wat het celibaat der priesters en de door hen te betrachten kuisheid zijn vgl: Can. 132[[[2620|(132)]]] en over de plichten welke deze inhouden, maar zij moeten ook worden gewaarschuwd voor de gevaren, die hen uit dien hoofde kunnen bedreigen. Eveneens moet men de priesterstudenten aanmoedigen, om zich reeds van hun prille jeugd af te hoeden voor de gevaren en om hun toevlucht te nemen tot de middelen welke door de meesters van het geestelijk leven ter onderdrukking van de begeerlijkheid worden aangeraden; want naarmate de beteugeling der begeerten krachtiger en volhardender zal zijn, zal de ziel meer vorderingen maken in de overige deugden en des te overvloediger zullen de vruchten der priesterlijke toewijding zijn. Mocht een der priesterstudenten zich op dit terrein tot het kwaad geneigd tonen en zou hij zich na een redelijke proeftijd niet van zijn slechte neiging hebben gebeterd, dan zal hij onverbiddelijk van het seminarie verwijderd moeten worden voor hij de hogere wijdingen ontvangt.
Ook moet er ijverig en met zorg voor gewaakt worden, dat degenen, die opgeleid worden voor de heilige krijgsdienst, grote achting en liefde hebben voor de kuisheid en dat zij deze in zichzelf beschermen, omdat in deze deugd grotendeels het motief gelegen is, waarom zij zich deze levenswijze ten doel stellen en er in volharden. Daarom zal deze kuisheid, die in de menselijke samenleving zulke grote gevaren loopt, bij hen die de priesterlijke waardigheid zullen ontvangen, reeds lang en hecht in de ziel gevestigd moeten zijn. Niet alleen moeten dus de seminaristen te pas voorgelicht worden over wat het celibaat der priesters en de door hen te betrachten kuisheid zijn vgl: Can. 132[[[2620|(132)]]] en over de plichten welke deze inhouden, maar zij moeten ook worden gewaarschuwd voor de gevaren, die hen uit dien hoofde kunnen bedreigen. Eveneens moet men de priesterstudenten aanmoedigen, om zich reeds van hun prille jeugd af te hoeden voor de gevaren en om hun toevlucht te nemen tot de middelen welke door de meesters van het geestelijk leven ter onderdrukking van de begeerlijkheid worden aangeraden; want naarmate de beteugeling der begeerten krachtiger en volhardender zal zijn, zal de ziel meer vorderingen maken in de overige deugden en des te overvloediger zullen de vruchten der priesterlijke toewijding zijn. Mocht een der priesterstudenten zich op dit terrein tot het kwaad geneigd tonen en zou hij zich na een redelijke proeftijd niet van zijn slechte neiging hebben gebeterd, dan zal hij onverbiddelijk van het seminarie verwijderd moeten worden voor hij de hogere wijdingen ontvangt.
Referenties naar alinea 88: 2
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
89
Zij moeten de devotie tot het heilig Sacrament en tot Onze lieve Vrouw ontwikkelen
De seminaristen zullen zich gemakkelijk de deugden eigen maken, waarover wij spraken, alsmede de overige, die de ziel van de priester moeten sieren, indien zij van kindsbeen af een oprechte en tedere liefde in zich opnemen voor Jezus Christus, "waarlijk, werkelijk en zelfstandig aanwezig" in het allerheiligst Sacrament en met ons op deze aarde verblijvend, en indien alle voornemens, die de seminaristen maken en alle arbeid dien zij ondernemen, van Christus uitgaan en op Christus doelen. En het zal de grootste vreugde zijn voor de Kerk, als de jongelingen bij hun godsvrucht tot het heilig Sacrament der eucharistie een bijzondere liefde voegen voor de H. Maagd Maria: een liefde onder wier aandrang de ziel zich geheel aan de goddelijke Moeder toevertrouwt, en er toe wordt gebracht het voorbeeld harer deugden te volgen; immers, nooit zal de vrucht van een lofwaardige en beleidvolle werkzaamheid aan de priester ontbreken, als zijn jongelingsjaren door een bijzondere liefde tot Jezus en Maria werden gevoed.
De seminaristen zullen zich gemakkelijk de deugden eigen maken, waarover wij spraken, alsmede de overige, die de ziel van de priester moeten sieren, indien zij van kindsbeen af een oprechte en tedere liefde in zich opnemen voor Jezus Christus, "waarlijk, werkelijk en zelfstandig aanwezig" in het allerheiligst Sacrament en met ons op deze aarde verblijvend, en indien alle voornemens, die de seminaristen maken en alle arbeid dien zij ondernemen, van Christus uitgaan en op Christus doelen. En het zal de grootste vreugde zijn voor de Kerk, als de jongelingen bij hun godsvrucht tot het heilig Sacrament der eucharistie een bijzondere liefde voegen voor de H. Maagd Maria: een liefde onder wier aandrang de ziel zich geheel aan de goddelijke Moeder toevertrouwt, en er toe wordt gebracht het voorbeeld harer deugden te volgen; immers, nooit zal de vrucht van een lofwaardige en beleidvolle werkzaamheid aan de priester ontbreken, als zijn jongelingsjaren door een bijzondere liefde tot Jezus en Maria werden gevoed.
Referenties naar alinea 89: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Zorg voor de jonge priesters
90
Hier moeten wij, eerbiedwaardige broeders, u ook nog opwekken om een bijzondere zorg aan de dag te leggen voor de pas-gewijde priesters.
Referenties naar alinea 90: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
91
Heilige voorbereiding op het leven als priester
Op het ogenblik dat zij de afzondering van het seminarie verlaten om hun heilig ambt te gaan vervullen, kan er voor de priesters, die aldus het strijdperk van het apostolaat betreden, een gevaar dreigen, zo zij niet verstandig ingeleid worden in deze nieuwe levenswijze. Daarom moet gij bedenken, dat de goede verwachtingen, die men heeft van de pas-gewijde priesters, vaak ijdel kunnen blijken, als er niet iemand is, die hen geleidelijk aan in deze arbeid binnenleidt, die, wanneer zij hun werk beginnen, een wijs toezicht over hen houdt en hun op vaderlijke wijze leiding geeft.
Op het ogenblik dat zij de afzondering van het seminarie verlaten om hun heilig ambt te gaan vervullen, kan er voor de priesters, die aldus het strijdperk van het apostolaat betreden, een gevaar dreigen, zo zij niet verstandig ingeleid worden in deze nieuwe levenswijze. Daarom moet gij bedenken, dat de goede verwachtingen, die men heeft van de pas-gewijde priesters, vaak ijdel kunnen blijken, als er niet iemand is, die hen geleidelijk aan in deze arbeid binnenleidt, die, wanneer zij hun werk beginnen, een wijs toezicht over hen houdt en hun op vaderlijke wijze leiding geeft.
Referenties naar alinea 91: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
92
Bevordering van bijzondere instituten
Daarom achten wij het zeer wenselijk dat, waar het enigszins mogelijk is, de nieuw gewijde priesters enige jaren lang in daartoe bestemde colleges worden opgenomen, waar mannen van veel ondervinding aan het hoofd staan, zodat zij er nog grondiger in de godsvrucht en de gewijde wetenschappen gevormd kunnen voorden en, naar ieders aanleg, in de priesterlijke bediening ingewijd. Om deze reden is het onze wens, dat in ieder diocees zulk een college wordt opgericht of, wanneer de omstandigheden dit vorderen, één college voor meer diocesen te zamen gesticht wordt.
Daarom achten wij het zeer wenselijk dat, waar het enigszins mogelijk is, de nieuw gewijde priesters enige jaren lang in daartoe bestemde colleges worden opgenomen, waar mannen van veel ondervinding aan het hoofd staan, zodat zij er nog grondiger in de godsvrucht en de gewijde wetenschappen gevormd kunnen voorden en, naar ieders aanleg, in de priesterlijke bediening ingewijd. Om deze reden is het onze wens, dat in ieder diocees zulk een college wordt opgericht of, wanneer de omstandigheden dit vorderen, één college voor meer diocesen te zamen gesticht wordt.
Referenties naar alinea 92: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
93
Volgens het voorbeeld van het college van St. Eugenius te Rome
Wat deze onze stad betreft, hebben wij dit reeds volgaarne gedaan, toen wij bij de vijftigste verjaardag van onze priesterwijding een college, waaraan de naam van St. Eugenius werd gegeven, hebben laten oprichten voor de pas-gewijde priesters. Cf. AAS 41 (1949) 165-167.Cf. AAS 41 (1949) 165-167.
Wat deze onze stad betreft, hebben wij dit reeds volgaarne gedaan, toen wij bij de vijftigste verjaardag van onze priesterwijding een college, waaraan de naam van St. Eugenius werd gegeven, hebben laten oprichten voor de pas-gewijde priesters. Cf. AAS 41 (1949) 165-167.Cf. AAS 41 (1949) 165-167.
Referenties naar alinea 93: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
94
Geen onervaren priesters in de zielzorg zetten
Wij vermanen u, eerbiedwaardige broeders, om, voorzover dit mogelijk is, de nog onervaren priesters niet midden in overstelpende bezigheden te zenden, en hun evenmin standplaatsen aan te wijzen, die ver van de bisschopszetel of van de grotere plaatsen van het diocees verwijderd zijn. Immers indien zij zich in zulke levensomstandigheden bevinden, afgezonderd, onervaren, aan gevaren blootgesteld en verstoken van verstandige leidslieden, zouden zij en eveneens hun werk ongetwijfeld nadeel daarvan ondervinden.
Wij vermanen u, eerbiedwaardige broeders, om, voorzover dit mogelijk is, de nog onervaren priesters niet midden in overstelpende bezigheden te zenden, en hun evenmin standplaatsen aan te wijzen, die ver van de bisschopszetel of van de grotere plaatsen van het diocees verwijderd zijn. Immers indien zij zich in zulke levensomstandigheden bevinden, afgezonderd, onervaren, aan gevaren blootgesteld en verstoken van verstandige leidslieden, zouden zij en eveneens hun werk ongetwijfeld nadeel daarvan ondervinden.
Referenties naar alinea 94: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
95
Stelt hen naast beproefde priesters
Ook lijkt het ons zeer goed, eerbiedwaardige broeders, dat nieuw gewijde priesters te zamen met de pastoor der plaats en zijn helpers wonen, omdat zij zo gemakkelijker, waar de ouderen voorgaan, tot heilige ambtsvervulling gevormd kunnen worden en vuriger vervuld worden van ijver voor de godsvrucht.
Ook lijkt het ons zeer goed, eerbiedwaardige broeders, dat nieuw gewijde priesters te zamen met de pastoor der plaats en zijn helpers wonen, omdat zij zo gemakkelijker, waar de ouderen voorgaan, tot heilige ambtsvervulling gevormd kunnen worden en vuriger vervuld worden van ijver voor de godsvrucht.
Referenties naar alinea 95: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
96
Uitmuntend door deugd en ijver
Om die reden herinneren wij alle zielenherders met nadruk er aan, dat de toekomst van deze jonge priesters voor een groot deel in hun handen ligt. De vurigheid nl. en de ijver, waarmede deze beginnelingen zich aan hun eerste priesterlijke bezigheden begeven, kunnen wel eens geblust of althans verminderd worden door het voorbeeld van ouderen, die ofwel niet schitteren door deugd, of de voorkeur geven aan een rustig leven en als reden aanvoeren dat de oude gebruiken, waaraan zij gewend zijn, niet veranderd moeten worden.
Om die reden herinneren wij alle zielenherders met nadruk er aan, dat de toekomst van deze jonge priesters voor een groot deel in hun handen ligt. De vurigheid nl. en de ijver, waarmede deze beginnelingen zich aan hun eerste priesterlijke bezigheden begeven, kunnen wel eens geblust of althans verminderd worden door het voorbeeld van ouderen, die ofwel niet schitteren door deugd, of de voorkeur geven aan een rustig leven en als reden aanvoeren dat de oude gebruiken, waaraan zij gewend zijn, niet veranderd moeten worden.
Referenties naar alinea 96: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
97
Gemeenschappelijk leven van de geestelijkheid
Hetgeen de Kerk reeds als haar wens heeft geuit vgl: Can. 134[[[2620|(134)]]], wordt bij deze door ons ten zeerste aanbevolen en aangemoedigd, nl, dat de clerus van eenzelfde pastorie of van enkele naburige pastorieën een gemeenschappelijk leven leidt.
Hetgeen de Kerk reeds als haar wens heeft geuit vgl: Can. 134[[[2620|(134)]]], wordt bij deze door ons ten zeerste aanbevolen en aangemoedigd, nl, dat de clerus van eenzelfde pastorie of van enkele naburige pastorieën een gemeenschappelijk leven leidt.
Referenties naar alinea 97: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
98
Grote voordelen die dit medebrengt
Hoewel uit dit leven in gemeenschap enig ongerief kan ontstaan, zal toch niemand in twijfel trekken, dat er groot nut uit voortkomt; ten eerste wordt aldus het vuur der liefde en de ijver van dag tot dag bij de priester aangewakkerd; vervolgens wordt hierdoor aan het christenvolk het bewijs geleverd, dat de priesters zich vrijwillig losgemaakt hebben van hun eigen belangen en van hun verwanten; ten slotte wordt het hiermede allen duidelijk, met welk een gewetensvolle zorg de priesters over hun kuisheid waken.
Hoewel uit dit leven in gemeenschap enig ongerief kan ontstaan, zal toch niemand in twijfel trekken, dat er groot nut uit voortkomt; ten eerste wordt aldus het vuur der liefde en de ijver van dag tot dag bij de priester aangewakkerd; vervolgens wordt hierdoor aan het christenvolk het bewijs geleverd, dat de priesters zich vrijwillig losgemaakt hebben van hun eigen belangen en van hun verwanten; ten slotte wordt het hiermede allen duidelijk, met welk een gewetensvolle zorg de priesters over hun kuisheid waken.
Referenties naar alinea 98: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
99
Het studieleven niet opschorten
Maar het is nodig, dat de bedienaren van het heiligdom zich ook op de studie toeleggen, zoals het Wetboek van het Kerkelijk Recht dit aangeeft: "De geestelijken mogen de studie, vooral van de gewijde wetenschappen, na ontvangst van het priesterschap, niet achterwege laten." Can. 129[[2620|(129)]] En de Codex schrijft niet alleen aan de pas-gewijde priesters "jaarlijks minstens drie jaar lang het maken van een examen" voor Can. 130 1o[[2620|(130)]], maar ook worden conferenties verordend, die zij meermalen in het jaar moeten houden "ter bevordering van wetenschap en godsvrucht". Can. 131 1o[[2620|(131)]]
Maar het is nodig, dat de bedienaren van het heiligdom zich ook op de studie toeleggen, zoals het Wetboek van het Kerkelijk Recht dit aangeeft: "De geestelijken mogen de studie, vooral van de gewijde wetenschappen, na ontvangst van het priesterschap, niet achterwege laten." Can. 129[[2620|(129)]] En de Codex schrijft niet alleen aan de pas-gewijde priesters "jaarlijks minstens drie jaar lang het maken van een examen" voor Can. 130 1o[[2620|(130)]], maar ook worden conferenties verordend, die zij meermalen in het jaar moeten houden "ter bevordering van wetenschap en godsvrucht". Can. 131 1o[[2620|(131)]]
Referenties naar alinea 99: 1
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
100
Bibliotheken voor de geestelijkheid
Ter bevordering van de studies, die de priesters vaak niet kunnen doen wegens gebrek aan geldelijke middelen, is het van groot nut dat de bisschoppen; volgens een oud en roemrijk gebruik in de Kerk, de bibliotheken, die weleer hetzij voor de hoofdzetel van het diocees, hetzij voor de kanunnikenkapittels, hetzij zelfs voor de pastorieën zijn gesticht, weer tot haar vroeger aanzien terugvoeren. Want deze bibliotheken, alhoewel vaak geplunderd en overhoop gehaald, zijn niet zelden nog rijk aan schatten, door een eeuwenoude overerving verkregen, en aan oude perkamenten, handschriften en boeken: "die een schitterend getuigenis afleggen van de grote werken, die de Kerk tot stand gebracht heeft, van het gezag waardoor zij heeft uitgeschitterd, maar ook van het diepe geloof en de innige vroomheid waarmede onze voorouders bezield waren, waarmede zij de studiën beoefenden en een hoogstaande beschaving liefhadden." Cf. Epist. Emmi. Card. Patri...Cf. Epist. Emmi. Card. Patri Gasparri, a publicis negotiis, ad Italiae Episcopos datam die 15 mensis Aprilis anno 1923: en Enchiridion clericorum, Typ. Pol. Vat., 1937, p. 613.
Ter bevordering van de studies, die de priesters vaak niet kunnen doen wegens gebrek aan geldelijke middelen, is het van groot nut dat de bisschoppen; volgens een oud en roemrijk gebruik in de Kerk, de bibliotheken, die weleer hetzij voor de hoofdzetel van het diocees, hetzij voor de kanunnikenkapittels, hetzij zelfs voor de pastorieën zijn gesticht, weer tot haar vroeger aanzien terugvoeren. Want deze bibliotheken, alhoewel vaak geplunderd en overhoop gehaald, zijn niet zelden nog rijk aan schatten, door een eeuwenoude overerving verkregen, en aan oude perkamenten, handschriften en boeken: "die een schitterend getuigenis afleggen van de grote werken, die de Kerk tot stand gebracht heeft, van het gezag waardoor zij heeft uitgeschitterd, maar ook van het diepe geloof en de innige vroomheid waarmede onze voorouders bezield waren, waarmede zij de studiën beoefenden en een hoogstaande beschaving liefhadden." Cf. Epist. Emmi. Card. Patri...Cf. Epist. Emmi. Card. Patri Gasparri, a publicis negotiis, ad Italiae Episcopos datam die 15 mensis Aprilis anno 1923: en Enchiridion clericorum, Typ. Pol. Vat., 1937, p. 613.
Referenties naar alinea 100: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
101
Van leeszalen en consultatiezalen voorzien
Deze bibliotheken moeten niet beschouwd worden als opslagplaatsen, waar men zich niet om bekommert, maar veeleer als een levend instituut; en men zorge, dat er een geschikte ruimte wordt geboden ter raadpleging van de boeken. Maar allereerst moeten de bibliotheken beantwoorden aan de behoeften van onze tijd en moeten zij van alle soorten werken voorzien zijn, waarbij vooral rekening moet worden gehouden met de wetenschappen van godsdienstige en maatschappelijke aard, opdat zodoende degenen die onderricht moeten geven, zoals de pastoors, en bovenal de nieuw gewijde :priesters, daaruit voldoende gegevens 'kunnen putten voor het verkondigen der waarheden van het Evangelie en het weerleggen der dwalingen.
Deze bibliotheken moeten niet beschouwd worden als opslagplaatsen, waar men zich niet om bekommert, maar veeleer als een levend instituut; en men zorge, dat er een geschikte ruimte wordt geboden ter raadpleging van de boeken. Maar allereerst moeten de bibliotheken beantwoorden aan de behoeften van onze tijd en moeten zij van alle soorten werken voorzien zijn, waarbij vooral rekening moet worden gehouden met de wetenschappen van godsdienstige en maatschappelijke aard, opdat zodoende degenen die onderricht moeten geven, zoals de pastoors, en bovenal de nieuw gewijde :priesters, daaruit voldoende gegevens 'kunnen putten voor het verkondigen der waarheden van het Evangelie en het weerleggen der dwalingen.
Referenties naar alinea 101: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VIERDE DEEL - VOORZORGSMAATREGELEN
102
Gevaren van onze tijd
Wij menen ten slotte, eerbiedwaardige broeders, dat het deel uitmaakt van onze taak u te onderhouden over de moeilijkheden, die meer in het bijzonder eigen zijn aan onze tijden.
Wij menen ten slotte, eerbiedwaardige broeders, dat het deel uitmaakt van onze taak u te onderhouden over de moeilijkheden, die meer in het bijzonder eigen zijn aan onze tijden.
Referenties naar alinea 102: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
103
De geest van nieuwigheid
Het is u maar al te zeer bekend, naar wij aannemen, dat er onder de priesters, in het bijzonder onder hen die minder kennis en wetenschap bezitten dan de anderen of die een minder ascetisch leven leiden, een geest van nieuwigheden voortwoekert, die met de dag veld wint en ernstiger vormen aanneemt.
Het is u maar al te zeer bekend, naar wij aannemen, dat er onder de priesters, in het bijzonder onder hen die minder kennis en wetenschap bezitten dan de anderen of die een minder ascetisch leven leiden, een geest van nieuwigheden voortwoekert, die met de dag veld wint en ernstiger vormen aanneemt.
Referenties naar alinea 103: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
104
Wanneer is deze te prijzen?
Op zichzelf is nieuwheid volstrekt geen kenteken van waarheid, en zij is slechts te prijzen als zij de waarheid bevestigt en tevens leidt tot rechtschapenheid en deugdzaamheid.
Op zichzelf is nieuwheid volstrekt geen kenteken van waarheid, en zij is slechts te prijzen als zij de waarheid bevestigt en tevens leidt tot rechtschapenheid en deugdzaamheid.
Referenties naar alinea 104: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
105
Verderfelijke nieuwigheid waarvoor men zich moet hoeden
De tijden welke wij beleven, zijn ernstig van de goede veeg afgedwaald; zij geven het betreurenswaardige schouwspel te zien van de opkomst van verscheidene filosofische systemen, die weer tot verval komen zonder iets goeds aan de mensheid gebracht te hebben; er worden kunstwerken vertoond van een opzienbarende wanstaltigheid, die zich niettemin de naam van christelijk valselijk willen toe-eigenen; men ziet op niet weinige plaatsen bestuursnormen toegepast, die meer tot voorspoed van enkele burgers dan tot algemene welvaart strekken; op economisch en sociaal gebied tracht men een levenswijze te bevorderen die meer gevaar inhoudt voor eerzame dan voor sluwe mensen. Als vanzelf komt daaruit voort, dat er in onze dagen werkelijk priesters gevonden worden, op wie deze besmetting enige invloed gekregen heeft; priesters, die somtijds meningen zijn toegedaan en een levenswijze hebben aangenomen, zelfs in hun kleding en manieren, die even vreemd zijn aan hun waardigheid als aan hun dienstwerk; die zich door een overdreven zucht naar nieuwigheden laten leiden zowel in hun prediking tot het christenvolk als inde bestrijding der dwalingen van tegenstanders; die ten slotte door zo te handelen, niet slechts hun eigen geestelijke overtuiging aan het wankelen brengen, maar ook hun goede naam in ongelegenheid doen komen en zo de uitwerking van hun heilig ambt verminderen.
De tijden welke wij beleven, zijn ernstig van de goede veeg afgedwaald; zij geven het betreurenswaardige schouwspel te zien van de opkomst van verscheidene filosofische systemen, die weer tot verval komen zonder iets goeds aan de mensheid gebracht te hebben; er worden kunstwerken vertoond van een opzienbarende wanstaltigheid, die zich niettemin de naam van christelijk valselijk willen toe-eigenen; men ziet op niet weinige plaatsen bestuursnormen toegepast, die meer tot voorspoed van enkele burgers dan tot algemene welvaart strekken; op economisch en sociaal gebied tracht men een levenswijze te bevorderen die meer gevaar inhoudt voor eerzame dan voor sluwe mensen. Als vanzelf komt daaruit voort, dat er in onze dagen werkelijk priesters gevonden worden, op wie deze besmetting enige invloed gekregen heeft; priesters, die somtijds meningen zijn toegedaan en een levenswijze hebben aangenomen, zelfs in hun kleding en manieren, die even vreemd zijn aan hun waardigheid als aan hun dienstwerk; die zich door een overdreven zucht naar nieuwigheden laten leiden zowel in hun prediking tot het christenvolk als inde bestrijding der dwalingen van tegenstanders; die ten slotte door zo te handelen, niet slechts hun eigen geestelijke overtuiging aan het wankelen brengen, maar ook hun goede naam in ongelegenheid doen komen en zo de uitwerking van hun heilig ambt verminderen.
Referenties naar alinea 105: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
106
Het komt de bisschoppen toe de methoden van het apostolaat aan onze tijden aan te passen
Aangaande dit alles wekken wij u op tot uiterste oplettendheid, eerbiedwaardige broeders, in de vaste overtuiging dat .gij tussen de overdreven liefde voor het verleden en de mateloze zucht naar het nieuwe, waardoor niet weinigen worden meegesleept, zult te werk gaan met de nodige voorzichtigheid, die vooral bedachtzaam en waakzaam moet zijn, wanneer men nieuwe wegen beproeft, en die onderzoekt welke activiteiten en welke strijd men zich moet getroosten voor de uiteindelijke overwinning van de waarheid. Wij zijn in het geheel niet de mening toegedaan, dat de werken van het apostolaat zich niet moeten aanpassen aan het huidige leven, of dat hetgeen men thans onderneemt, zich niet naar de noden van onze tijd moet schikken. Maar omdat het nodig is dat de priesterlijke werkzaamheid, zelfs al komt zij uit de Kerk voort, door de rangen van de wettige hiërarchie wordt geregeld, mogen dergelijke nieuwe ondernemingen niet begonnen worden tenzij met toestemming van de bisschop. De bisschoppen van een zelfde streek of van hetzelfde land moeten over deze kwesties herhaaldelijk overleg plegen en ernstig beraadslagen, om in de bijzondere plaatselijke noden te kunnen voorzien en om de methoden te bestuderen die het best zijn aangepast en het geschiktst zijn voor het apostolaat. Wanneer dit alles volgens de voorgeschreven orde geschiedt, kan het niet uitblijven of de priesterlijke werkzaamheid zal vruchtbaar wezen. Laten allen wel overtuigd zijn van het volgende: men moet veeleer de wil opvolgen van de eeuwige God dan van de mensen, en zijn apostolische ijver niet regelen volgens eigen inzichten, maar volgens de wetten en richtlijnen van de hiërarchische overheid. Wie meent, dat hij door ongewone en ongerijmde handelwijzen de behoeftigheid van zijn eigen ziel kan verhelen en daadwerkelijk kan medewerken aan de uitbreiding van Christus' rijk, zal volkomen worden teleurgesteld in zijn verwachting.
Aangaande dit alles wekken wij u op tot uiterste oplettendheid, eerbiedwaardige broeders, in de vaste overtuiging dat .gij tussen de overdreven liefde voor het verleden en de mateloze zucht naar het nieuwe, waardoor niet weinigen worden meegesleept, zult te werk gaan met de nodige voorzichtigheid, die vooral bedachtzaam en waakzaam moet zijn, wanneer men nieuwe wegen beproeft, en die onderzoekt welke activiteiten en welke strijd men zich moet getroosten voor de uiteindelijke overwinning van de waarheid. Wij zijn in het geheel niet de mening toegedaan, dat de werken van het apostolaat zich niet moeten aanpassen aan het huidige leven, of dat hetgeen men thans onderneemt, zich niet naar de noden van onze tijd moet schikken. Maar omdat het nodig is dat de priesterlijke werkzaamheid, zelfs al komt zij uit de Kerk voort, door de rangen van de wettige hiërarchie wordt geregeld, mogen dergelijke nieuwe ondernemingen niet begonnen worden tenzij met toestemming van de bisschop. De bisschoppen van een zelfde streek of van hetzelfde land moeten over deze kwesties herhaaldelijk overleg plegen en ernstig beraadslagen, om in de bijzondere plaatselijke noden te kunnen voorzien en om de methoden te bestuderen die het best zijn aangepast en het geschiktst zijn voor het apostolaat. Wanneer dit alles volgens de voorgeschreven orde geschiedt, kan het niet uitblijven of de priesterlijke werkzaamheid zal vruchtbaar wezen. Laten allen wel overtuigd zijn van het volgende: men moet veeleer de wil opvolgen van de eeuwige God dan van de mensen, en zijn apostolische ijver niet regelen volgens eigen inzichten, maar volgens de wetten en richtlijnen van de hiërarchische overheid. Wie meent, dat hij door ongewone en ongerijmde handelwijzen de behoeftigheid van zijn eigen ziel kan verhelen en daadwerkelijk kan medewerken aan de uitbreiding van Christus' rijk, zal volkomen worden teleurgesteld in zijn verwachting.
Referenties naar alinea 106: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De geestelijkheid en de sociale kwestie
107
Niet anders ook, menen wij, dan volgens deze enig juiste handelwijze moeten de priesters te werk gaan wat betreft de sociale systemen welke in onze dagen worden verspreid.
Referenties naar alinea 107: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
108
Geen onzekerheid tegenover het communisme
Er zijn er nog die tegenover de stokerijen van de zg. communisten, die er vooral op uit zijn om het geloof te doden in de zielen van degenen aan wie zij een tijdelijk geluk beloofd hebben, ontsteld zijn en zelfs in grote angst verkeren. Toch heeft de Apostolische Stoel, door haar onlangs over deze zaak gegeven documenten, een duidelijke weg geëffend, die allen moeten volgen en waarvan niemand mag afwijken zo hij niet aan zijn plicht wil te kort doen.
Er zijn er nog die tegenover de stokerijen van de zg. communisten, die er vooral op uit zijn om het geloof te doden in de zielen van degenen aan wie zij een tijdelijk geluk beloofd hebben, ontsteld zijn en zelfs in grote angst verkeren. Toch heeft de Apostolische Stoel, door haar onlangs over deze zaak gegeven documenten, een duidelijke weg geëffend, die allen moeten volgen en waarvan niemand mag afwijken zo hij niet aan zijn plicht wil te kort doen.
Referenties naar alinea 108: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
109
De schadelijke gevolgen van het kapitalisme bekend maken
Van de andere kant zijn er ook die zich vreesachtig en onzeker tonen tegenover het economisch systeem dat zijn naam ontleend heeft aan een overmatige opeenhoping van persoonlijk kapitaal en waarvan volgens de herhaalde verklaringen van de Kerk de gevolgen uiterst schadelijk zijn. De Kerk heeft immers niet enkel gewezen op misbruiken van het grote kapitaal en zelfs van het eigendomsrecht, die door dit economisch systeem in het leven worden geroepen en verdedigd, maar heeft ook geleerd dat rijkdom en bezit productief gemaakt moeten worden tot nut van de gehele menselijke gemeenschap, en eveneens tot bescherming en groei van de menselijke vrijheid en waardigheid. De nadelen die uit deze beide economische systemen voortkomen, moeten allen en vooral de priesters de overtuiging bijbrengen, dat zij de sociale leer, die de Kerk voorstaat, getrouw moeten aanvaarden, haar bij anderen moeten bekend maken en naar vermogen in practijk doen brengen. Alleen deze leer toch kan genezing brengen voor de alom toenemende noden; zij immers brengt alle eisen van rechtvaardigheid en naastenliefde volmaakt in overeenstemming met elkaar; en zij roept een maatschappij in het leven, die de afzonderlijke burgers niet verdrukt noch door een blind egoïsme van elkaar verwijdert, maar allen veeleer verbindt door onderlinge eendracht en door banden van broederlijke saamhorigheid.
Van de andere kant zijn er ook die zich vreesachtig en onzeker tonen tegenover het economisch systeem dat zijn naam ontleend heeft aan een overmatige opeenhoping van persoonlijk kapitaal en waarvan volgens de herhaalde verklaringen van de Kerk de gevolgen uiterst schadelijk zijn. De Kerk heeft immers niet enkel gewezen op misbruiken van het grote kapitaal en zelfs van het eigendomsrecht, die door dit economisch systeem in het leven worden geroepen en verdedigd, maar heeft ook geleerd dat rijkdom en bezit productief gemaakt moeten worden tot nut van de gehele menselijke gemeenschap, en eveneens tot bescherming en groei van de menselijke vrijheid en waardigheid. De nadelen die uit deze beide economische systemen voortkomen, moeten allen en vooral de priesters de overtuiging bijbrengen, dat zij de sociale leer, die de Kerk voorstaat, getrouw moeten aanvaarden, haar bij anderen moeten bekend maken en naar vermogen in practijk doen brengen. Alleen deze leer toch kan genezing brengen voor de alom toenemende noden; zij immers brengt alle eisen van rechtvaardigheid en naastenliefde volmaakt in overeenstemming met elkaar; en zij roept een maatschappij in het leven, die de afzonderlijke burgers niet verdrukt noch door een blind egoïsme van elkaar verwijdert, maar allen veeleer verbindt door onderlinge eendracht en door banden van broederlijke saamhorigheid.
Referenties naar alinea 109: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
110
Armen en rijken tegemoet treden
De priesters moeten op het voetspoor van de goddelijke Meester naar best vermogen tegemoet komen aan de noden van behoeftigen en arbeiders, en aan allen die gebrek lijden hulp verlenen; zoals ieder weet, vallen daaronder ook niet weinigen uit de middenstand en zelfs priesters. Niettemin mogen zij ook hen, die ondanks hun fortuin vaak onder geestelijke armoede gebukt gaan, niet verwaarlozen; ja zelfs moeten dezen er toe gebracht worden hun leven grondig te veranderen en zich het voorbeeld van Zacheus te binnen te roepen, die zeide: "De helft van mijn vermogen schenk ik aan de armen, en zo ik iemand iets te kort gedaan heb, geef ik het viervoudig terug." (Lc. 19, 8)[b:Lc. 19, 8] Wat betreft de geschilpunten op sociaal gebied mogen de bedienaren van het heiligdom nooit vergeten, wat het doel van hun zending is: namelijk vol ijver en zonder aarzeling moeten zij de juiste beginselen naar voren brengen aangaande het eigendomsrecht, de rijkdom, de rechtvaardigheid en de liefde bij de verschillende klassen van de maatschappij; en door hun voorbeeld moeten zij tonen hoe men deze beginselen het beste kan toepassen.
De priesters moeten op het voetspoor van de goddelijke Meester naar best vermogen tegemoet komen aan de noden van behoeftigen en arbeiders, en aan allen die gebrek lijden hulp verlenen; zoals ieder weet, vallen daaronder ook niet weinigen uit de middenstand en zelfs priesters. Niettemin mogen zij ook hen, die ondanks hun fortuin vaak onder geestelijke armoede gebukt gaan, niet verwaarlozen; ja zelfs moeten dezen er toe gebracht worden hun leven grondig te veranderen en zich het voorbeeld van Zacheus te binnen te roepen, die zeide: "De helft van mijn vermogen schenk ik aan de armen, en zo ik iemand iets te kort gedaan heb, geef ik het viervoudig terug." (Lc. 19, 8)[b:Lc. 19, 8] Wat betreft de geschilpunten op sociaal gebied mogen de bedienaren van het heiligdom nooit vergeten, wat het doel van hun zending is: namelijk vol ijver en zonder aarzeling moeten zij de juiste beginselen naar voren brengen aangaande het eigendomsrecht, de rijkdom, de rechtvaardigheid en de liefde bij de verschillende klassen van de maatschappij; en door hun voorbeeld moeten zij tonen hoe men deze beginselen het beste kan toepassen.
Referenties naar alinea 110: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
111
De leken op de boogie brengen van hun sociale plichten
De zorg om deze beginselen der christelijke sociale leer in practijk te brengen rust echter op de leken. En wanneer dezen hiervoor niet berekend zijn, moet de priester hen zo goed mogelijk vormen en voorlichten.
De zorg om deze beginselen der christelijke sociale leer in practijk te brengen rust echter op de leken. En wanneer dezen hiervoor niet berekend zijn, moet de priester hen zo goed mogelijk vormen en voorlichten.
Referenties naar alinea 111: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Bezorgdheid van de paus voor de behoeftige geestelijkheid
112
In verband hiermee lijkt het ons nuttig, enkele woorden te wijden aan de armoedige omstandigheden waaronder zeer vele priesters sinds de laatste oorlog gebukt gaan, vooral in streken die vanwege de oorlog of door politieke toestanden veel geleden hebben. Aangezien deze toestand ons ten zeerste beklemt, laten wij niets na om naar onze middelen verlichting te brengen in veler ellende, kommer en uiterste nood.
Referenties naar alinea 112: 1
Sacerdotii Nostri primordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
113
Buitengewone volmachten aan de bisschoppen verleend
Gij weet wel, eerbiedwaardige broeders, dat wij voor de plaatsen waar de nood buitengewoon hoog gestegen scheen, door de heilige Congregatie van het Concilie, die te waken heeft over de levenswijze der geestelijkheid, aan de bisschoppen buitengewone volmachten en bijzondere richtlijnen hebben doen toekomen om de meest schrijnende verschillen op economisch gebied tussen de priesters van een zelfde bisdom te doen vereffenen. En het is ons bekend dat de priesters op vele plaatsen op lofwaardige wijze de aanwijzingen van hun herders hebben opgevolgd; op andere plaatsen echter hebben de gegeven richtlijnen vanwege de ontstane moeilijkheden niet haar volle uitwerking gehad.
Gij weet wel, eerbiedwaardige broeders, dat wij voor de plaatsen waar de nood buitengewoon hoog gestegen scheen, door de heilige Congregatie van het Concilie, die te waken heeft over de levenswijze der geestelijkheid, aan de bisschoppen buitengewone volmachten en bijzondere richtlijnen hebben doen toekomen om de meest schrijnende verschillen op economisch gebied tussen de priesters van een zelfde bisdom te doen vereffenen. En het is ons bekend dat de priesters op vele plaatsen op lofwaardige wijze de aanwijzingen van hun herders hebben opgevolgd; op andere plaatsen echter hebben de gegeven richtlijnen vanwege de ontstane moeilijkheden niet haar volle uitwerking gehad.
Referenties naar alinea 113: 1
Sacerdotii Nostri primordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
114
De vruchten van de gedane stappen mededelen
Wij sporen u dan aan om, met een vaderlijke liefde bezield, op de ingeslagen weg voort te gaan; want het past niet dat de werklieden die in 's Heren wijngaard gezonden zijn, hun dagelijks brood moeten ontberen. Daarom moogt gij er niet tegen opzien ons vaak mededeling te doen van de gunstige uitslag, die uw bemoeiingen mocht bekroond hebben.
Wij sporen u dan aan om, met een vaderlijke liefde bezield, op de ingeslagen weg voort te gaan; want het past niet dat de werklieden die in 's Heren wijngaard gezonden zijn, hun dagelijks brood moeten ontberen. Daarom moogt gij er niet tegen opzien ons vaak mededeling te doen van de gunstige uitslag, die uw bemoeiingen mocht bekroond hebben.
Referenties naar alinea 114: 1
Sacerdotii Nostri primordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
115
Bevordering van de sociale voorzieningen voor de priesters
Wij willen voorts ook onze hoogste goedkeuring betuigen, eerbiedwaardige broeders, over de plannen die gij onderling beraamt om niet alleen op het huidige ogenblik de priesters voldoende bestaanszekerheid te verschaffen, maar om ook voor de toekomst in hun onderhoud te voorzien volgens vaste regels en de vereiste geldelijke schikkingen - zoals ook in de burgerlijke maatschappij onder onze oprechte waardering gebruikelijk is - vooral ten behoeve van priesters, die lijden aan ziekten, gebrekkige gezondheid of ouderdomskwalen. Zo bevrijdt gij hen immers van de zorgen over hun toekomstige levensomstandigheden.
Wij willen voorts ook onze hoogste goedkeuring betuigen, eerbiedwaardige broeders, over de plannen die gij onderling beraamt om niet alleen op het huidige ogenblik de priesters voldoende bestaanszekerheid te verschaffen, maar om ook voor de toekomst in hun onderhoud te voorzien volgens vaste regels en de vereiste geldelijke schikkingen - zoals ook in de burgerlijke maatschappij onder onze oprechte waardering gebruikelijk is - vooral ten behoeve van priesters, die lijden aan ziekten, gebrekkige gezondheid of ouderdomskwalen. Zo bevrijdt gij hen immers van de zorgen over hun toekomstige levensomstandigheden.
Referenties naar alinea 115: 1
Sacerdotii Nostri primordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
116
Lofprijzing van de geestelijken die hun broeders in het priesterschap te hulp komen
In dit verband willen wij gaarne onze dankbaarheid betuigen aan alle priesters die, zonder acht te slaan op de last die er voor henzelf uit zou kunnen voortvloeien, hun medebroeders in het heilig dienstwerk, die hulpbehoevend zijn, bijstand verleend hebben en nog verlenen, vooral waar het priesters geldt die oud of ziekelijk zijn. Door zo te handelen, geven zij een schitterend bewijs van de wederzijdse liefde, die Christus als onderscheidingsteken van Zijn ware leerlingen gegeven heeft: "Daardoor zullen allen erkennen dat gij Mijn leerlingen zijt, wanneer gij elkander liefde toedraagt." (Joh. 13, 35)[[b:Joh. 13, 35]] Ja, wij hopen dat de priesters van alle volkeren onderling door steeds hechtere banden van broederlijke liefde zullen verenigd worden, opdat steeds duidelijker mag blijken dat zij, die de dienaren zijn van God, ons aller gemeenschappelijke Vader, waar ter wereld zij ook wonen, door eenzelfde geest van onderlinge liefde bezield zijn.
In dit verband willen wij gaarne onze dankbaarheid betuigen aan alle priesters die, zonder acht te slaan op de last die er voor henzelf uit zou kunnen voortvloeien, hun medebroeders in het heilig dienstwerk, die hulpbehoevend zijn, bijstand verleend hebben en nog verlenen, vooral waar het priesters geldt die oud of ziekelijk zijn. Door zo te handelen, geven zij een schitterend bewijs van de wederzijdse liefde, die Christus als onderscheidingsteken van Zijn ware leerlingen gegeven heeft: "Daardoor zullen allen erkennen dat gij Mijn leerlingen zijt, wanneer gij elkander liefde toedraagt." (Joh. 13, 35)[[b:Joh. 13, 35]] Ja, wij hopen dat de priesters van alle volkeren onderling door steeds hechtere banden van broederlijke liefde zullen verenigd worden, opdat steeds duidelijker mag blijken dat zij, die de dienaren zijn van God, ons aller gemeenschappelijke Vader, waar ter wereld zij ook wonen, door eenzelfde geest van onderlinge liefde bezield zijn.
Referenties naar alinea 116: 1
Sacerdotii Nostri primordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
117
De gelovigen opvoeden tot hulpverlening aan arme priesters
Maar het zal ongetwijfeld duidelijk zijn dat gij moeilijkheden van zodanige omvang niet volkomen kunt verhelpen indien ook de gelovigen zich niet wezenlijk verplicht achten om, ieder naar gelang zijn eigen mogelijkheden, de geestelijkheid bij te staan; en indien niet alle middelen worden aangewend om tot dit doel te geraken. Daarom moet gij het u toevertrouwde volk doen begrijpen, dat het de ernstige verplichting heeft noodlijdende priesters hulp te verlenen; want het woord van onze goddelijke Verlosser is nog altijd ten volle van kracht: "De werkman heeft recht op zijn loon." (Lc. 10, 7)[b:Lc. 10, 7] Hoe toch kan men eisen dat de priesters ijverig hun ambt uitoefenen, wanneer hun de noodzakelijke levensbehoeften ontbreken? Bovendien banen de gelovigen, die dit verzuimen, zij het ongewild, de weg aan de vijanden der Kerk, die in niet weinig landen de geestelijkheid zo des te gemakkelijker tot de diepste armoede kunnen brengen ten einde hen dan ontrouw te maken aan hun wettige overheid.
Maar het zal ongetwijfeld duidelijk zijn dat gij moeilijkheden van zodanige omvang niet volkomen kunt verhelpen indien ook de gelovigen zich niet wezenlijk verplicht achten om, ieder naar gelang zijn eigen mogelijkheden, de geestelijkheid bij te staan; en indien niet alle middelen worden aangewend om tot dit doel te geraken. Daarom moet gij het u toevertrouwde volk doen begrijpen, dat het de ernstige verplichting heeft noodlijdende priesters hulp te verlenen; want het woord van onze goddelijke Verlosser is nog altijd ten volle van kracht: "De werkman heeft recht op zijn loon." (Lc. 10, 7)[b:Lc. 10, 7] Hoe toch kan men eisen dat de priesters ijverig hun ambt uitoefenen, wanneer hun de noodzakelijke levensbehoeften ontbreken? Bovendien banen de gelovigen, die dit verzuimen, zij het ongewild, de weg aan de vijanden der Kerk, die in niet weinig landen de geestelijkheid zo des te gemakkelijker tot de diepste armoede kunnen brengen ten einde hen dan ontrouw te maken aan hun wettige overheid.
Referenties naar alinea 117: 1
Sacerdotii Nostri primordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
118
Verplichtingen in dit opzicht van de burgerlijke overheid
Ook die burgerlijke overheid moet, naargelang de eigen omstandigheden in ieder land, op de noden van de geestelijkheid bedacht zijn, aangezien uit de vervulling van dit ambt voor de burgers ontelbare geestelijke en zedelijke weldaden voortvloeien, tot groot nut van de gehele maatschappij.
Ook die burgerlijke overheid moet, naargelang de eigen omstandigheden in ieder land, op de noden van de geestelijkheid bedacht zijn, aangezien uit de vervulling van dit ambt voor de burgers ontelbare geestelijke en zedelijke weldaden voortvloeien, tot groot nut van de gehele maatschappij.
Referenties naar alinea 118: 1
Sacerdotii Nostri primordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- BESLUIT
- Laatste vermaningen
119
Samenvatting en levensprogramma
Alvorens dit schrijven te beëindigen, kunnen wij ons niet weerhouden hier in kort bestek de aansporingen voor u te herhalen, die gij dagelijks voor ogen moet houden als de voornaamste richtlijnen van uw leven en uw activiteit.
Alvorens dit schrijven te beëindigen, kunnen wij ons niet weerhouden hier in kort bestek de aansporingen voor u te herhalen, die gij dagelijks voor ogen moet houden als de voornaamste richtlijnen van uw leven en uw activiteit.
Referenties naar alinea 119: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
120
Alle zielen tot Christus brengen
Daar wij priesters zijn van Jezus Christus moeten wij ons beijveren dat de verlossing der mensen, die Hij volbracht heeft, op alle zielen de grootst mogelijke invloed uitoefent. En wanneer wij aandachtig de ontzaglijke noden van onze tijd beschouwen, voelen wij ons gedrongen al onze krachten in te spannen om onze broeders, die van de rechte weg zijn afgedwaald of die door hun hartstochten verblind zijn, terug te voeren tot een christelijk leven; om de volkeren het heldere licht van de christelijke leer te brengen, hen door de christelijke beginselen te leiden en hen tot plichtsgetrouwe christenen te vormen; om ten slotte allen op te wekken tot een moedige strijd voor de waarheid en de rechtvaardigheid.
Daar wij priesters zijn van Jezus Christus moeten wij ons beijveren dat de verlossing der mensen, die Hij volbracht heeft, op alle zielen de grootst mogelijke invloed uitoefent. En wanneer wij aandachtig de ontzaglijke noden van onze tijd beschouwen, voelen wij ons gedrongen al onze krachten in te spannen om onze broeders, die van de rechte weg zijn afgedwaald of die door hun hartstochten verblind zijn, terug te voeren tot een christelijk leven; om de volkeren het heldere licht van de christelijke leer te brengen, hen door de christelijke beginselen te leiden en hen tot plichtsgetrouwe christenen te vormen; om ten slotte allen op te wekken tot een moedige strijd voor de waarheid en de rechtvaardigheid.
Referenties naar alinea 120: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
121
Het leven overdragen dat van Christus afkomstig is
Wij zullen echter dit doel slechts bereiken als wij tot zulk een verheven heiligheid gekomen zijn, dat wij het leven en de deugd, die wij van Christus in onszelf hebben doen overstromen, over de anderen kunnen uitstorten.
Wij zullen echter dit doel slechts bereiken als wij tot zulk een verheven heiligheid gekomen zijn, dat wij het leven en de deugd, die wij van Christus in onszelf hebben doen overstromen, over de anderen kunnen uitstorten.
Referenties naar alinea 121: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
122
Zich een voorbeeld van goedheid tonen
Tot iedere priester richten wij derhalve de vermaning van de Apostel: "Weest niet zorgeloos met de genadegave, die gij bezit, die u verleend is... onder handoplegging der priesters." (1 Tim. 4, 14)[b:1 Tim. 4, 14] "Toon u in alles een voorbeeld van goede werken, in uw onderrichting, door uw rechtschapenheid, door uw eerbaarheid; laat uw woord bezonnen en onberispelijk zijn, zodat de tegenstander beschaamd zal staan, daar hij geen kwaad van ons kan zeggen." (Tit. 2, 7.8)[b:Tit. 2, 7.8]
Tot iedere priester richten wij derhalve de vermaning van de Apostel: "Weest niet zorgeloos met de genadegave, die gij bezit, die u verleend is... onder handoplegging der priesters." (1 Tim. 4, 14)[b:1 Tim. 4, 14] "Toon u in alles een voorbeeld van goede werken, in uw onderrichting, door uw rechtschapenheid, door uw eerbaarheid; laat uw woord bezonnen en onberispelijk zijn, zodat de tegenstander beschaamd zal staan, daar hij geen kwaad van ons kan zeggen." (Tit. 2, 7.8)[b:Tit. 2, 7.8]
Referenties naar alinea 122: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
123
Uw roeping waarderen en haar heilig nakomen
Beminde zonen, houdt de genade van uw roeping in de hoogste ere, en leeft zo dat zij in u tot bloei komt en de rijkste vruchten voortbrengt tot groot geestelijk voordeel van de Kerk en ter bekering van haar vijanden.
Beminde zonen, houdt de genade van uw roeping in de hoogste ere, en leeft zo dat zij in u tot bloei komt en de rijkste vruchten voortbrengt tot groot geestelijk voordeel van de Kerk en ter bekering van haar vijanden.
Referenties naar alinea 123: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
124
In dit Heilig Jaar zich geestelijk hernieuwen
En opdat onze vaderlijke vermaning de verhoopte gunstige uitkomst mag hebben richten wij met nadruk tot u deze woorden die vooral in dit Heilig Jaar zo volkomen op hun plaats zijn: "Vernieuwt u naar de inwendige geest en bekleedt u met de nieuwe mens, die naar Gods beeld geschapen is in ware gerechtigheid en heiligheid" (Ef. 4, 23.24)[b:Ef. 4, 23.24] ; "Weest navolgers van God, ais Zijn geliefde kinderen; en wandelt in liefde, zoals ook Christus ons heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgeleverd als een gave en een offer voor God" (Ef. 5, 1.2)[b:Ef. 5, 1.2]; "Weest vervuld van de Heilige Geest; wekt elkander op met psalmen, lofgezangen en geestelijke liederen, en zingt en juicht ,in uw hart voorde Heer" (Ef. 5, 18.19)[b:Ef. 5, 18.19]; "Waakt met grote volharding en bidt voor alle heiligen:' (Ef. 6, 18)[b:Ef. 6, 18]
En opdat onze vaderlijke vermaning de verhoopte gunstige uitkomst mag hebben richten wij met nadruk tot u deze woorden die vooral in dit Heilig Jaar zo volkomen op hun plaats zijn: "Vernieuwt u naar de inwendige geest en bekleedt u met de nieuwe mens, die naar Gods beeld geschapen is in ware gerechtigheid en heiligheid" (Ef. 4, 23.24)[b:Ef. 4, 23.24] ; "Weest navolgers van God, ais Zijn geliefde kinderen; en wandelt in liefde, zoals ook Christus ons heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgeleverd als een gave en een offer voor God" (Ef. 5, 1.2)[b:Ef. 5, 1.2]; "Weest vervuld van de Heilige Geest; wekt elkander op met psalmen, lofgezangen en geestelijke liederen, en zingt en juicht ,in uw hart voorde Heer" (Ef. 5, 18.19)[b:Ef. 5, 18.19]; "Waakt met grote volharding en bidt voor alle heiligen:' (Ef. 6, 18)[b:Ef. 6, 18]
Referenties naar alinea 124: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
125
Aansporing tot een buitengewone retraite
Wanneer wij deze aansporingen van de Apostel der heidenen overwegen, komt het ons goed voor, u aan te sporen om inde loop van dit Heilig Jaar een retraite te houden buiten de gewone. Op deze wijze zult gij onder invloed van de vurige liefde die gij daardoor zult verkrijgen, de andere zielen beter kunnen aansporen om de schatten der goddelijke kwijtschelding te verwerven.
Wanneer wij deze aansporingen van de Apostel der heidenen overwegen, komt het ons goed voor, u aan te sporen om inde loop van dit Heilig Jaar een retraite te houden buiten de gewone. Op deze wijze zult gij onder invloed van de vurige liefde die gij daardoor zult verkrijgen, de andere zielen beter kunnen aansporen om de schatten der goddelijke kwijtschelding te verwerven.
Referenties naar alinea 125: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
126
En tot vertrouwen op Maria, de Moeder der priesters
Wanneer gij soms op bijzondere wijze ondervindt hoe moeilijk het is voort te gaan op de steile weg der heiligheid ende u opgelegde taak te vervullen, wendt uw ogen en uw geest dan vol vertrouwen tot haar die als Moeder van de eeuwige Priester ook de liefdevolle Moeder der gehele katholieke geestelijkheid is. Niet enkel kent gij de goedheid van onze Moeder jegens u, maar op vele plaatsen hebt gij de barmhartigheid van haar onbevlekt hart door uw prediking bekend gemaakt en zo het geloof en de godsvrucht van het christenvolk vaak wonderlijk opgewekt. De Moedermaagd beziet allen met een vurige liefde, maar een bijzondere voorliefde heeft zij toch voor de priesters die het levende beeld van Jezus Christus zijn. Wanneer gij dan deze bijzondere liefde en buitengewone schutse van de allerheiligste Maagd voor ieder uwer tot uw grote troost overweegt, zult gij u gesterkt voelen in uw streven naar heiligheid en in de uitoefening van uw priesterlijk ambt.
Wanneer gij soms op bijzondere wijze ondervindt hoe moeilijk het is voort te gaan op de steile weg der heiligheid ende u opgelegde taak te vervullen, wendt uw ogen en uw geest dan vol vertrouwen tot haar die als Moeder van de eeuwige Priester ook de liefdevolle Moeder der gehele katholieke geestelijkheid is. Niet enkel kent gij de goedheid van onze Moeder jegens u, maar op vele plaatsen hebt gij de barmhartigheid van haar onbevlekt hart door uw prediking bekend gemaakt en zo het geloof en de godsvrucht van het christenvolk vaak wonderlijk opgewekt. De Moedermaagd beziet allen met een vurige liefde, maar een bijzondere voorliefde heeft zij toch voor de priesters die het levende beeld van Jezus Christus zijn. Wanneer gij dan deze bijzondere liefde en buitengewone schutse van de allerheiligste Maagd voor ieder uwer tot uw grote troost overweegt, zult gij u gesterkt voelen in uw streven naar heiligheid en in de uitoefening van uw priesterlijk ambt.
Referenties naar alinea 126: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
127
Aan haar wijdt de H. Vader de geestelijkheid toe van de gehele wereld
Aan de allerzaligste Moeder Gods, middelares van de genaden des hemels, wijden wij alle priesters der gehele wereld bijzonder toe, opdat God op haar voorspraak een rijke uitstorting van Zijn Geest doet nederdalen, welke alle bedienaren van het altaar tot heiligheid zal voeren en de mensheid geestelijk zal hernieuwen.
Aan de allerzaligste Moeder Gods, middelares van de genaden des hemels, wijden wij alle priesters der gehele wereld bijzonder toe, opdat God op haar voorspraak een rijke uitstorting van Zijn Geest doet nederdalen, welke alle bedienaren van het altaar tot heiligheid zal voeren en de mensheid geestelijk zal hernieuwen.
Referenties naar alinea 127: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Bijzondere zegen voor de priesters die vervolging lijden
128
Vertrouwend op de machtige bescherming der onbevlekte Maagd Maria voor de verwezenlijking van deze wensen, smeken wij over allen de rijkdom der hemelse gaven af; heel in het bijzonder over de bisschoppen en priesters, die bij de gewetensvolle bescherming van de rechten en de vrijheid der Kerk, vervolgingen, kerkerstraf en verbanning moeten verduren. Wij geven uiting aan de betuiging onzer bijzondere liefde jegens hen; en sporen hen met vaderlijke liefde aan voort te gaan met hun schitterend voorbeeld van priesterlijke kracht en deugd.
Referenties naar alinea 128: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Zegen voor alle priesters
129
Moge dan onze apostolische zegen, die wij u allen, eerbiedwaardige broeders, ieder in het bijzonder, en we aan uw gehele geestelijkheid van ganser harte verlenen, een teken zijn van hemelse genade en een getuigenis van onze vaderlijke liefde.
Referenties naar alinea 129: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
130
Gegeven te Rome, bij St. Pieter, de 23e September van het jaar van het Grote Jubileum 1950, het twaalfde van ons pontificaat.
PAUS PIUS XII
Referenties naar alinea 130: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 14
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/678-menti-nostrae-nl