Menti Nostrae

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Menti Nostrae
Aan geheel de geestelijkheid in vrede de na te streven heiligheid van het priesterlijk leven
Paus Pius XII
23 september 1950
Pauselijke geschriften - Apostolische Exhortaties
1952, Ecclesia Docens nr 190, N.V. Gooi & Sticht, Hilversum
Alineaverdeling en -nummering, tussentitels": redactie Ecclesia Docens
Oorspronkelijke spelling van de vertaler is gehandhaafd.
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1952
Monniken van de St. Paulus-abdij te Oosterhout
24 maart 2025
678
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 14

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
- INLEIDING
1
Onvergankelijke woorden
In onze geest weerklinkt het woord van de goddelijke Verlosser tot Petrus: "Simon, zoon van Johannes, bemint gij Mij meer dan dezen? ...weid Mijn lammeren, weid Mijn schapen" (Joh. 21, 15.17)[b:Joh. 21, 15.17], en dit andere, waarmede de prins der apostelen zelf de bisschoppen en priesters van zijn tijd vermaande: "Weidt Gods kudde die onder uw hoede staat... door zelf in alle oprechtheid een voorbeeld te zijn voor de kudde." (1 Pt. 5, 2.3)[b:1 Pt. 5, 2.3]

Referenties naar alinea 1: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Voornaamste behoefte van onze tijd
Wanneer wij deze woorden oplettend overwegen, komt het ons voor, dat het een der voornaamste opdrachten van ons hoge ambt is, naar best vermogen er voor te zorgen dat de werkzaamheden, waardoor de ,bisschoppen en priesters het christenvolk er toe moeten brengen het kwaad te vermijden, de gevaren te boven te komen en de heiligheid te verwerven, met de dag doeltreffender worden. Dit is vooral in onze tijden noodzakelijk, nu als gevolg van de verschrikkingen van de jongste oorlog, de volkeren en landen niet slechts geteisterd worden door ernstige materiële moeilijkheden, maar ook door een grote geestelijke verwarring; en nu vanwege de omstandigheden waarin de maatschappij verkeert, de vijanden van het katholieke geloof met groter driestheid optreden en in hun verderfelijke haat de mensen met geheime listen van God en van Christus trachten te vervreemden.

Referenties naar alinea 2: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Vaderlijke bezorgdheid voor die priesters
De noodzakelijkheid van een christelijk herstel, welke thans door alle mensen van goede wil wordt ingezien, noopt ons onze gedachten en ons hart vooral te wenden tot de priesters van de gehele wereld, daar wij wel weten dat zij, die te midden van het volk leven en zo diens leed en lijden en diens stoffelijke en geestelijke noden door en door kennen, in staat zijn door hun nederige waakzaamheid en ijverige arbeid aller levenswandel volgens de wetten van het Evangelie te hernieuwen en Jezus Christus' "rijk van gerechtigheid, liefde en vrede" 1Praef. Miss. in festo Jesu Christi Regis op aarde hecht te vestigen.

Referenties naar alinea 3: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het werk der priesters kan echter onmogelijk die volle uitwerking hebben, welke in alle opzichten aan de noden van onze tijd beantwoordt, wanneer zij, te midden van het hun omringende volk niet schitteren met de glans ener verheven heiligheid; wanneer zij geen waardige "dienaars van Christus" zijn, getrouwe "bedienaren van Gods mysteriën" 2[[b:1 Kor. 4, 1]], krachtige "medehelpers van God" 3[[b:1 Kor. 3, 9]] en "toegerust tot ieder goed werk". 4[[b:2 Tim. 3, 17]]

Referenties naar alinea 3: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Uiting van dankbaarheid
Nu menen wij op geen geschikter wijze onze dank te kunnen tonen aan de gehele geestelijkheid - die bij de vijftigste verjaardag van ons priesterschap door haar gebeden tot God haar kinderlijke liefde jegens ons heeft betuigd - ,dan door alle geestelijken met vaderlijke goedheid te vermanen de heiligheid na te streven, zonder welke de hun toevertrouwde taak niet vruchtbaar kan zijn. En als wij het Heilig Jaar hebben afgekondigd inde hoop dat het leven van allen weer gaat beantwoorden aan de voorschriften van het Evangelie, dan wensen wij dat het als voornaamste resultaat mag hebben, dat degenen die de leiders zijn van het christenvolk, met groter blijmoedigheid naar de hoogste deugd streven en dat zij, aldus bezield en toegerust, de hun toevertrouwde kudde in de geest van Jezus Christus vernieuwen. Al is het waar dat de grotere noden van de christelijke maatschappij in onze dagen dwingender van de priesters eisen, dat zij de inwendige volmaaktheid bezitten, toch moet men bedenken, dat zij reeds uit hoofde van hun verheven en van Godswege ontvangen ambt, gehouden zijn, altijd, overal en met inzet van al hun krachten naar de heiligheid te streven.

Referenties naar alinea 4: 1

Apostolicam Actuositatem ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De grote gave van het priesterschap
Zoals onze voorgangers, in het bijzonder Pius X 5[[387]] en Pius XI 6[[1017]] geleerd hebben, en zoals ook wij in de encyclieken Mystici Corporis Christi[433], en Mediator Dei et hominum[419] terloops gezegd hebben, is het priesterschap waarlijk de grote gave van onze goddelijke Verlosser. Om namelijk het werk van de verlossing der mensheid, dat Hij zelf op het kruis volbracht had, tot aan het einde der tijden te doen voortduren, heeft Hij Zijn macht toevertrouwd aan de Kerk, die Hij deelgenote heeft Willen doen zijn aan Zijn enig en eeuwig priesterschap. De priester is als een "andere Christus", daar hij met een onuitwisbaar merkteken getooid is, waardoor hij als het levende beeld wordt van onze Heiland; de priester vervult de rol van Jezus Christus, die gezegd heeft: "Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u" (Joh. 20, 21)[b:Joh. 20, 21]; "wie u hoort, hoort Mij" (Lc. 10, 16)[b:Lc. 10, 16]. Door een hemelse ingeving aan 'dit verheven dienstwerk gewijd, "wordt hij aangesteld voor de mensen in de dingen die God betreffen, om gaven en offers op te dragen voor de zonden." (Hebr. 5, 1)[b:Hebr. 5, 1] Tot hem dus moet zich wenden, alwie het leven van de goddelijke Verlosser leven wil en kracht, troost en voedsel voor zijn ziel wil ontvangen; "bij hem ook moeten allen de geschikte geneesmiddelen zoeken, wanneer zij zich willen beteren van hun slechte levenswandel. Daarom kunnen alle bedienaren van het heiligdom met het volste recht op zichzelf de woorden van de apostel der heidenen toepassen: "Gods medewerkers zijn wij". (1 Kor. 3, 9)[b:1 Kor. 3, 9]

Referenties naar alinea 5: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Verplichting om hieraan te beantwoorden
Deze verheven waardigheid vereist dat de priesters met de grootste getrouwheid beantwoorden aan hun zo gewichtige taak. Daar zij moeten ijveren om de glorie van God op aarde te bevorderen en Christus' mystiek lichaam te voeden en te doen groeien, is het volstrekt noodzakelijk dat zij zozeer uitmunten door de glans der heiligheid, dat "Christus' goede geur" (2 Kor. 2, 15)[b:2 Kor. 2, 15] alom door hen verbreid wordt.

Referenties naar alinea 6: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De voornaamste plicht
Op de dag waarop gij, beminde zonen, tot het priesterschap verheven werdt, heeft de bisschop u in naam van God plechtig gewezen op de eerste en voornaamste taak die u te doen stond: "Erkent wat gij doet, bootst na hetgeen gij verricht, zodat gij, die het geheim van 's Heren dood viert, zorg draagt, uw lichaam aan alle ondeugd en begeerlijkheid te doen sterven. Laat uw onderrichting een geestelijk geneesmiddel zijn voor Gods volk; laat de goede geur van uw leven de vreugde zijn van Christus' Kerk, zodat gij door uw prediking en door uw voorbeeld het huis opbouwt, dat Gods gezin is." 7Pontificale Romanum: De ordine presbyt. Meer dan dat van christenen uit de lekenstand, zal uw leven geheel vrij van zonden, met Christus in God verborgen zijn 8[[b:Kol. 3, 3]]; en wanneer gij zo getooid zijt met de uitnemende deugd, die door uw waardigheid vereist wordt, kunt gij het werk van de verlossing der mensheid gaan voltooien, waartoe uw priesterwijding u bestemd heeft. Dit is de taak, die gij uit eigen beweging en bereidvaardig op u genomen hebt; weest heilig omdat, naar gij weet, uw bediening heilig is.

Referenties naar alinea 7: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media