Exsultent hodie
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Exsultent hodie
Bij gelegenheid van de 1400 jaar sinds het overlijden van de H. Benedictus van Nurcia -
St. Paulus buiten de Muren (Rome)
Paus Pius XII
18 september 1947
Pauselijke geschriften - Homilieën
1947, 't Groeit, Antwerpen
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
18 september 1947
't Groeit
8 december 2023
7827
nl
Taalopties voor dit document
Referenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Laten Wij ons vandaag opnieuw verheugen, Eerbiedwaardige Broeders en beminde Zonen en laten wij een danklied zingen, omdat wij van God de weldoende gave ontvangen hebben gezamenlijk de roemrijke herinnering te vieren van de H. Benedictus van Nursia bij het veertiende eeuwfeest van zijn heilige dood. Ons aller vreugde wordt nog verhoogd door het feit, dat wij deze grote man voor zijn verdiensten in deze met marmer en mozaïeken versierde kerk kunnen eren, in de nabijheid van het graf van de heilige Apostel Paulus, van wie hij een zeer groot vereerder was. Immers het goddelijk woord zelf zet ons tot deze lofprijzing aan: “Laat ons nu de edele mannen prijzen, de voorvaders van ons geslacht ... Hun afstammelingen blijft de zegen verzekerd, het erfgoed aan hun kinderen” (Eccl. 44, 1.11)[b:Eccl. 44, 1.11]; en de heilige Apostel Paulus bracht de heiligheid en de schoonheid der heiligen duidelijk tot uitdrukking, toen zeide: “De heiligen hebben door het geloof koninkrijken overwonnen, zij hebben rechtvaardigheid beoefend en de beloften werden aan hen vervuld“ (Hebr. 11, 33)[b:Hebr. 11, 33].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar de H. Benedictus blinkt zo uit temidden van de schare der hemelingen, dat alle tijden en volkeren hem bewonderden en altijd zullen bewonderen. Hij was een reus temidden van hen en baande nieuwe wegen voor de verdoolde wereld. Hij was “van de geest van alle rechtvaardigen vervuld”, zoals de H. Gregorius de Grote zeide H. Gregorius de Grote: Lib....H. Gregorius de Grote: Lib. II, 8; PL LXVI, 150, hij muntte uit in liefde tot God en tot de naasten, hij was ernstig en kalm, stond bij allen in hoog aanzien, beheerste zich volkomen, was met engelachtige deugden getooid en niet alleen met de gave van profetie maar ook met de macht om wonderen te doen begiftigd, hij was een nieuwe Abraham en had een nageslacht van godvrezende mensen; hij was een nieuwe Mozes, schiep de wet en leidde het volk de eenzaamheid in om offers op te dragen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij willen dit alles niet stilzwijgend voorbijgaan, doch willen en moeten niettemin een ding in het bijzonder over de Aartsvader van de Westerse monniken in het licht stellen. Hoe zal iemand, die de geschiedkundige documenten raadpleegt en onderzoekt, kunnen ontkennen, wat Wij zullen zeggen en kunnen loochenen wat Wij als Onze mening zullen uitspreken? Sint Benedictus is de Vader van Europa. Toen het Romeinse Rijk, door ouderdom en ondeugden verzwakt ten val kwam en de barbaarse horden zijn gebieden overspoelden, versmolt hij, die de laatste van de grote Romeinen genoemd wordt, het Romeinse wezen (wanneer Wij hier een woord van Tertullianus gebruiken mogen) en het Evangelie tot één geheel en putte hij daaruit de kracht en de moed, die er veel toe hebben bijgedragen de volkeren van Europa onder het vaandel en de hoede van Christus te scharen en de christengemeenschap voorspoedig te grondvesten. Inderdaad, van de Baltische Zee tot aan de Middellandse Zee, van de Atlantische Oceaan tot aan de groene landouwen van Polen verbreidden zich de Benedictijnse legioenen en wonnen zij ongeletterde en wilde volken voor zich door het Kruis, het boek en de ploeg.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media“Ora et labora” - “Bid en werk“; ligt in dit Benedictijns devies niet kort en bondig de hoogste wet en de onveranderlijke grondslag van heel het mensdom en van heel de godsdienst besloten ? God gebiedt ons te bidden; en God gebiedt ons te werken; en zowel het een als het ander gebood Hij ons te doen te Zijner ere en ter volmaking van onze geest en ons lichaam. Maar Europa is van de koninklijke weg van Sint Benedictus afgeweken en heeft Christus en de Kerk geminacht; velen hebben God zelf ontkend en ook andere volken goddeloze en eerloze dingen geleerd. Daarom krijgt het nu zijn verdiende loon en gaat het onder mateloze ellende en leed gebukt. Tevergeefs tracht het nu deze ellende te boven te komen, omdat het zich nog niet voldoende van de voortdurende zwaarte van zijn zonden bewust geworden is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTemidden van dit rampzalige en noodlottige stormgetij, dat op Europa beukt, is het goed en nuttig er eens over na te denken, dat de innerlijke kracht van Europa en zijn langdurig overwicht op tijdelijk gebied steeds op de eenheid in het katholieke geloof als op een vaste grondslag gerust hebben. En als het ware het middelpunt van en de leiding over deze eenheid berustte bij de Heilige .Stoel, omdat de Bisschop van Rome, de opvolger van de Prins der Apostelen en het hoofd van de Kerk, beschouwd werd als de vader van de gehele onmetelijke christenheid. En wanneer Sint Benedictus er zoveel toe heeft bijgedragen deze gemeenschap van de Europese volkeren te scheppen en te leiden, vooral door de bevordering van en de zorg voor het geestelijke, was het ongetwijfeld aan de goddelijke Voorzienigheid te danken, dat hij te Nursia werd geboren, te Rome opgevoed, te Subiaco met het kluizenaarsleven begon, op Monte Cassino als een zon door woord en daad schitterde en op die wijze steeds dichtbij de Apostolische Stoel leefde en werkte. Hij voegde zich bij hen, die zich rondom de burcht van Christus' Rijk en rond de Zetel der waarheid “als de sterken onder de sterksten van Israël scharen, met het zwaard in de hand en geoefend tot de strijd” (Hoogl. 3, 7-8)[b:Hoogl. 3, 7-8]. Wie heeft de Apostolische Stoel meer geëerd en liefgehad dan hij ? Indien wij de daden en verdiensten van zijn Zonen in aanmerking nemen, kan met recht worden gezegd, dat de Benedictijnenorde in heel de opeenvolging der tij den een sterke wal en een burcht voor de Katholieke Kerk geweest is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij spreken nu tot U, volgelingen van Sint Benedictus, die van alle zijden naar Rome gekomen zijt om gezamenlijk over het welzijn van uw Orde te beraadslagen en om uw Abbas Primaat te kiezen, die hier tot Onze vreugde aanwezig is en die Wij met Onze liefdevolle wensen mogen begroeten. Wij wensen hem van harte toe dat hij, met de schone en verheven naam van Abt getooid, gedurende heel zijn ambtsperiode in de voetstappen van zijn voorganger moge treden en dat hij, rijk aan deugden, zich in de toenemende volmaaktheid der anderen moge verheugen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGij hebt U er zelf door een langdurige praktijk en door de ervaring van kunnen overtuigen, welk een wijze en vooruitziende raad het was van Paus Leo XIII, dat de verschillende zogenaamde zwarte Benedictijnse kloostergemeenschappen, zonder iets van hun eigen vormen en regels in te boeten, zich door de band van een alomvattende Confederatie zouden verenigen. Doordat deze raad werd opgevolgd, werd hun zelfstandigheid, dat wil zeggen de mogelijkheid te leven volgens eigen wetten, die Uw kloosters vroeger inachtgenomen hebben, op een heilzame en providentiële wijze aan de nieuwe tijden aangepast, gezien de veranderde tijdsomstandigheden en het algemeen welzijn het eisten. In de eerste tijden en .in de middeleeuwen, toen de verbindingen moeilijker waren, aan de zielzorg minder eisen gesteld werden en de studie minder algemeen verbreid was, was deze autonomie beter mogelijk. Maar leveren de Benedictijnse Congregaties, die in de loop der eeuwen ontstaan zijn, niet zelf het duidelijke bewijs, dat een gemeenschappelijke, broederlijke samenwerking nodig is om de kloostertucht te steunen en te volmaken? Blijkt dit ook niet duidelijk uit de grotere Congregaties, die ontstaan zijn, zoals bijvoorbeeld die van Cluny en van Bursfeld? Wanneer alle kloosters op zichzelf zouden hebben geleefd, zou de Benedictijnse Congregatie van St. Maurus op het gebied van de gewijde wetenschap niet zulke uitstekende verdiensten hebben kunnen vergaren en zou ook overigens de luister van Uw alom bekende werkzaamheid en van Uw welverdiende roem getaand zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de tegenwoordige tijd eisen de overvloediger en gemakkelijker verbindingsmiddelen, de sterkere, alom verbreide neiging tot samenwerking en de grotere behoefte aan wetenschap, overleg en zorg, die de priesters en ook de missionarissen moeten betrachten om aan de in hen gestelde verwachtingen te beantwoorden, verband en eenheid. Wanneer meer aan de zelfstandigheid wordt vastgehouden dan goed is, zullen er misschien kloosters zijn, die bij gebrek aan een voldoende aantal kloosterlingen, minder opgewassen blijken tegen de hun opgelegde taak; de naleving van de regel zou er zelfs onder kunnen lijden en het zou langzaam maar zeker vele gevaren met zich kunnen brengen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLaten Wij ook nog op iets anders wijzen. Wij zijn u grote lof verschuldigd, omdat gij u met zoveel ijver en zorg op de heilige liturgie toelegt, die door u met de verheven benaming van “het Werk van God” betiteld is; de gelovigen moeten ongetwijfeld steeds aangespoord worden de openbare kerkelijke plechtigheden en gebeden met vrome aandacht en medeleven bij te wonen en vooral de christelijke feestdagen op verschillende manieren in volle vreugde te vieren. Maar ook hier kan men zondigen door een teveel. Er zijn mensen, die aan de oude liturgische vormen te veel waarde toekennen, de latere gemakkelijk misprijzen en minachtend op het persoonlijke en op het volksgebed neerzien. De liturgie is, evenals elke vorm van eredienst die door het Kerkelijk gezag in het leven is geroepen, iets duurzaams en levends, dat zich in de loop der eeuwen ontwikkelt : ook al moge iemand behagen scheppen in de jeugd, dat wil nog niet zeggen, dat de rijpere jaren geminacht moeten worden. Hoe staat het nu met de gebeden en de godvruchtige oefeningen, die door de Kerk erkend worden ? Laten de christenen uit de ongerepte rijkdommen en schatten van de goddelijke eredienst, zoals deze door de Kerk goedgekeurd is en beoefend wordt, putten zoveel als zij kunnen en al wat zij kunnen ter vermeerdering van hun geloof, ter versterking van hun hoop en ter opwekking van hun liefde: en ook wanneer de “manier waarop“ voor eenieder verschillend zal zijn naar de mate van de omgeving, de levenswijze, het inzicht en het karakter, moeten allen er niettemin iets uit halen, dat hun ten voordeel strekt. En wat in de goddelijke eredienst en in de zielzorg steeds het belangrijkste is, laten de volgelingen van het Evangelie in hun diepste innerlijk God zoeken, de majesteit en de wet van de Allerhoogste vrezen, boete doen voor hun tekortkomingen, in tranen hun zonden belijden en hun schuld uitwissen door werken van barmhartigheid; mogen zij de genade verkrijgen en leven zoals het behoort, om het eeuwig leven van het geluk deelachtig te worden. Laten sommigen zich met krachtig brood, anderen met melk voeden; de gouden harpen klinken het schoonst, maar ook de tere fluiten laten zoete klanken horen. Doch hierover hebben Wij nu genoeg gesproken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaUw Orde heeft iets jeugdigs en vele eeuwen hebben het aan haar te danken, dat zij uit puinen en rampen tot een beter en gelukkiger leven herboren zijn. Weest daarom trouw aan de taak, die u is toegewezen en spant al uw krachten in om de gekwelde mensheid welwillend en daadwerkelijk ter hulp te komen. Brengt door uw oude deugd en door uw nieuwe ondernemingsgeest uw tijdgenoten tot rust, die door de trotse ontwikkeling van de techniek de verschrikkelijke gevaren en rampen niet van de mensheid afwenden doch deze integendeel dikwijls veroorzaken. Onderwijst de onwetenden, doet de ongehoorzamen bukken en roept de verachters van de godsdienst weer terug tot gehoorzaamheid aan God en tot het lichte juk van het Evangelie door uw zedelijk voorbeeld, door uw woord en door uw geschrift. Zingt op de aarde het nieuwe lied, dat gij later, van alle zorgen bevrijd, in de hemel zult kunnen voortzetten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMoge Benedictus, die bemind was bij God en bij de mensen en “ wiens herinnering gezegend is” (Eccl. 45, 1)[b:Eccl. 45, 1], de strijdende Kerk zegenen, wier sterke voorvechter hij was; moge hij het menselijk geslacht zegenen, wiens onvergankelijk sieraad hij is; moge hij Europa zegenen, waarvan hij de voedstervader is; Italië, wiens kleinood hij uitmaakt; moge hij tenslotte allen zegenen, die hier aanwezig zijn en moge hij met de volle overgave van zijn liefde de Benedictijnse kloosterlingen, zijn roemrijke nakomelingschap zegenen, opdat de verheven schoonheid van zijn heiligheid in hen moge voortleven: “En mogen zij door de voorspraak van de Zalige Belijder Benedictus een waar geloof, een navolgenswaardig voorbeeld, een reine soberheid, een gastvrije barmhartigheid, een geestelijke voorzichtigheid, een verheven wijsheid, een nederig gemoed en een verheven levenswijze bezitten. Amen.“ The Canterbury benedictional...The Canterbury benedictional ed. by Reginald Maxwell Woolley, London, 1917, p. 89
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/7827-exsultent-hodie-nl