Daarmee ons Katholieke Geloof, "zonder welke het onmogelijk is om God te behagen", (Heb. 11, 6) [b:Heb. 11, 6] , van dwalingen gereinigd en in haar ongeschonden en ongekwetste reinheid moge blijven voortbestaan en het christenvolk zich niet "door iedere windvlaag wat de Leer betreft laat meesleuren" (Ef. 4, 14) [b:Ef. 4, 14]
Want juist die oude slang (Apok. 12, 9; Apok. 20,2) [b:Apok. 12, 9; Apok. 20,2], de vaste vijand van het menselijk geslacht, heeft naast zeer veel ellende, waardoor de Kerk van God in onze tijden verward wordt, ook de erfzonde en haar heilsmiddel, niet alleen nieuwe maar ook oude twisten doen ontstaan.
Besluit, onderschrijft, en verklaart het hoogheilig oecomenische en algemene concilie van Trente,...
om de dwalenden terug te roepen en de wankelmoedigen te ondersteunen, de getuigenissen van de Heilige Schriften en van de Vaders en de erkende concilies alsook volgend het oordeel en de overeenstemming van de Kerk,
het volgende over de erfzonde:
Referenties naar alinea 1: 7
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst= Leerstellige nota ter verheldering van de laatst vastgestelde formule van de Geloofsbelijdenis ->=geentekst=
Als iemand niet belijd dat de eerste mens Adam, nadat hij in het paradijs Gods gebod had overtreden, en tegelijk de heiligheid en gerechtigheid, die hij had vanaf het begin, verloor en de toorn en ongenade van God over zich heen kreeg en daarom onder de macht van de dood kwam te staan, de dood waarvoor God hem van te voren heeft gewaarschuwd, de dood die het knechtschap betekent van "diegene die de dood beheerst, de duivel" (Hebr. 2, 14) [b:Hebr. 2, 14], en dat de gehele Adam door dit vergrijp met ziel en lichaam zich tot het slechtere zijn veranderd, vgl: DS 371 [[[3319|(2)]]] hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 1a: 10
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Humani Generis ->=geentekst= Providentissimus Deus ->=geentekst= Leer over de Satan ->=geentekst= Tot de deelnemers aan het symposium over het mysterie van de erfzonde ->=geentekst= Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Wie zegt dat de overtreding van Adam alleen hem en niet zijn nakomelingen schade zal berokkenen, want de van God ontvangen heiligheid en gerechtigheid, die heeft hij alleen verloren en niet voor ons, of Adam heeft, onder invloed van de zonde van ongehoorzaamheid,, alleen de dood en de lichaamsstraffen op het gehele mensengeslacht overdragen, niet echter de zonde die de dood van de ziel betekent, hij is verdoemd. Want dat weerspreekt wat de apostel zegt: "Door één mens kwam de zonde in de wereld en door de zonde de dood, en zo ging de dood over op alle mensen, die in hem (Adam) hebben gezondigd." (Rom. 5, 12) [b:Rom. 5, 12] Canon 2 over de erfzonde, DH 372 [[3319|(3)]]
Referenties naar alinea 2: 10
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Humani Generis ->=geentekst= Providentissimus Deus ->=geentekst= Leerstellige nota ter verheldering van de laatst vastgestelde formule van de Geloofsbelijdenis ->=geentekst= Tot de deelnemers aan het symposium over het mysterie van de erfzonde ->=geentekst= Tot de deelnemers aan het symposium over het mysterie van de erfzonde ->=geentekst= Acerbo Nimis ->=geentekst= Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Wie zegt dat de zonde van Adam, die vanuit haar oorsprong één is en door voortplanting, niet door imitatie overdragen en die aan allen eigen is, door inwoning, door de kracht van de menselijke natuur of door een ander heilsmiddel kan worden weggenomen, dan door de verdienste van onze enige Middelaar onze Heer Jezus Christus vgl: Sessio XI - Cantate Domino [[[899|17]]] die ons heeft verzoend in zijn Bloed (Rom. 5, 9) [[b:Rom. 5, 9]]. Hij "die voor ons gerechtigheid, heiliging en verlossing is geworden" (1 Kor. 1, 30) [b:1 Kor. 1, 30] of zelfs looochent dat de verdienste van Christus Jezus door de toediening van het sacrament van de doop, gedragen door de rechtmatige bediening door de Kerk zowel volwassen als kinderen toetreft, hij zij verdoemd.
Want "aan de mensen is onder de hemel geen andere naam gegeven, in wie wij gered zullen worden" (Hand. 4, 12) [b:Hand. 4, 12]. Vandaar deze stem: "Zie het Lam Gods dat wegneemt de zonden van de wereld." (Joh. 1, 29) [b:Joh. 1, 29]
En deze: "alwie gedoopt is, heeft zich met Christus bekleed." (Gal. 3, 27) [b:Gal. 3, 27]
Referenties naar alinea 3: 8
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Dominus Iesus ->=geentekst= Humani Generis ->=geentekst= Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God ->=geentekst= Sessio XI - Cantate Domino ->=geentekst= Leerstellige nota ter verheldering van de laatst vastgestelde formule van de Geloofsbelijdenis ->=geentekst= Tot de deelnemers aan het symposium over het mysterie van de erfzonde ->=geentekst=
Wie ontkent dat kleine kinderen, gelijk uit de moederschooot komend, gedoopt moeten worden, ook als zij van gedoopte ouders stammen, of wie zegt, ze worden weliswaar gedoopt om de vergeving van de zonden, maar hebben niets gemeen met de erfzonde die stamt van Adam en die verzoend moet worden door het bad van de wedergeboorte, om het eeuwig leven te kunnen verwerven, wat betekenen dat bij hen de vorm van dopen tot vergeving van zonden niet juist maar vals verstaan wordt, hij zij verdoemd.
"Want, datgene dat de apostel zegt: "door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo ging de dood op alle mensen over" (Rom. 5, 12) [b:Rom. 5, 12], kan niet anders verstaan worden, dan zó, als de wereld verbreide katholieke Kerk het altijd heeft begrepen.
Wegens deze geloofsregel, uit de traditie van de apostelen, worden kinderen, die zelf nog geen enkele zonden kunnen doen, daarom waarachtig gedoopte tot vergeving van de zonden, opdat zij door de wedergeboorte gereinigd worden, wat zij door geboorte hebben opgelopen." vgl: 15e en 16e Synode van Carthago, Over de erfzonde, canon 2, DS 223 [[[1889|(2)]]]
"Als iemand niet herboren zou worden uit water en Heilige Geest, kan hij niet binnengaan in het rijk Gods." (Joh. 3, 5) [b:Joh. 3, 5]
Referenties naar alinea 4: 8
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Humani Generis ->=geentekst= Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God ->=geentekst= Leerstellige nota ter verheldering van de laatst vastgestelde formule van de Geloofsbelijdenis ->=geentekst= Pastoralis actio ->=geentekst= Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Wie ontkent, dat door de genade van onze Heer Jezus Christus, welke door de doop wordt overgereikt, om de schuld van de erfzonde te vergeven, of zelf beweert dat niet het eigenlijke en ware karakter van wat de zonde is, wordt weggenomen, maar wie zegt; het wordt alleen maar afgeschraapt en niet aangerekend, hij is verdoemd.
In de herborenen haat God niets omdat "niets hun ter veroordeling ten laste wordt gelegd" (Rom. 8, 1) [b:Rom. 8, 1], die werkelijk met Christus zijn mee begraven door de doop in de dood". (Rom. 6, 4) [b:Rom. 6, 4] Die niet wandelen volgens het vlees, maar de oude mens afleggen en zich bekleden met de nieuwe mens (Ef. 4, 22-24; Kol. 3, 9) [[b:Ef. 4, 22-24; Kol. 3, 9]], onschuldig zijn, onbevlekt, rein, schuldeloos en door God geliefde kinderen zijn geworden, namelijk "erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus" (Rom. 8, 17) [b:Rom. 8, 17], zodat niets hen weerhoudt om het hemelrijk binnen te gaan.
Dat echter in de gedoopten de begeerte en de brandstof blijft, erkent en voelt dit heilig Concilie, omdat dit teruggebleven is voor de strijd, kan het diegene die door de genade van Christus geholpen haar manhaftig bestrijden, niet schaden. Veel meer geldt: "Wie juist gestreden heeft, krijgt de krans (van de overwinning)" (2 Tim. 2, 5) [b:2 Tim. 2, 5]. Deze begeerte, zo verklaart het heilig Concilie, die de apostel eertijds zonde noemt, heeft de katholieke Kerk nooit zo begrepen, dat wat zonde wordt genoemd, ook werkelijk en op eigenlijke wijze zonde zou zijn in de herborenen, maar dat zij (deze begeerte) uit zonde is en tot zonde neigt. Wie het tegenovergestelde beweerd, hij zij verdoemd.
Referenties naar alinea 5: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Leerstellige nota ter verheldering van de laatst vastgestelde formule van de Geloofsbelijdenis ->=geentekst= Romeins Rituale - Het exorcisme ->=geentekst=
Hetzelfde heilige Concilie verklaart evenwel, dat het niet in haar bedoeling is, in dit decreet, waar de erfzonde wordt behandeld, de zalige en onbevlekte Maagd Maria, en Moeder Gods erbij te betrekken, maar dat in beschouwing genomen moet worden, de constituties van de zalige paus Sixtus IV, onder het gezichtspunt van de straffen die deze constituties bevatten, welke geactualiseerd zijn. vgl: Cum praeexcelsa [[[1738]]] vgl: Grave Nimis [[[3767|(1-2)]]]
Referenties naar alinea 6: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst= Ineffabilis Deus ->=geentekst=
Om RK Documenten te kunnen verbeteren is uw reactie zeer waardevol. Heeft u aanmerkingen of suggesties voor verbeteringen of bent u een fout tegen gekomen? Laat het ons weten.