Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Eerwaarde broeders in het episcopaat,
dierbare broeders en zusters!
"Duc in altum!" Aan het begin van de apostolische Brief verwijs ik naar de woorden waarmee Jezus de eerste leerlingen aanspoort om hun netten uit te werpen voor een visvangst die wonderbaarlijk groot blijkt te zijn. Jezus zegt tegen Petrus: "Duc in altum - Vaar het meer op naar diep water" . "Petrus en zijn eerste gezellen vertrouwden op Christus' woord en wierpen de netten uit." Dit bekende evangelieverhaal dient als achtergrond voor de komende , die als thema heeft: 'Geroepen om naar diep water te varen'. Dit is een bijzondere gelegenheid om stil te staan bij de roeping om Christus te volgen en, in het bijzonder, om Hem na te volgen in het priesterambt en het gewijde leven.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
"Duc in altum!" Deze opdracht van Christus is met name relevant in onze tijd, waarin algemeen sprake is van een mentaliteit die maakt dat men zich, geconfronteerd met moeilijkheden, het liefst op de vlakte houdt. De eerste voorwaarde om "naar diep water te varen" is dat men een intense geest van gebed kweekt, die dagelijks gevoed wordt door te luisteren naar het Woord van God. De authenticiteit van het christelijk leven is af te meten aan de intensiteit van het gebed, een kunst die we in nederigheid moeten leren "van de goddelijke Meester zelf", bijna smekend, "zoals de eerste leerlingen: 'Heer leer ons bidden'" (Lc 11,1). In het gebed ontwikkelt zich dat gesprek waarin Christus ons tot zijn intieme vrienden maakt: 'Laten we met elkaar verbonden blijven, jullie en Ik' (Joh 15,4)." De verbondenheid met Christus door het gebed doet ons tevens beseffen dat Hij er ook is als dingen lijken te mislukken, als onvermoeibare inspanningen vruchteloos lijken, zoals ook de apostelen zelf overkwam, toen zij na een nacht zwoegen uitriepen: "Meester, we hebben niets gevangen" (vgl. Lc 5,5). Juist op dit soort momenten moet je je hart openstellen voor de overvloed van genade, om het woord van de Verlosser zijn volle werkingskracht te geven: "Duc in altum!".
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Wie zijn hart opent voor Christus, zal niet alleen het mysterie van zijn eigen bestaan begrijpen, maar ook dat van zijn roeping. Hij zal overvloedig de vruchten van de genade voortbrengen. De eerste vrucht zal zijn dat hij groeit in heiligheid, in de loop van een geestelijke reis die begint met het geschenk van de doop en zich voortzet tot aan de volheid van de volmaakte liefde. De christen die zonder meer volgens het evangelie leeft, raakt steeds beter in staat om lief te hebben op de manier waarop Christus liefhad en luistert naar de aansporing van Christus: "Jullie zullen dus onverdeeld goed zijn, zoals jullie hemelse Vader onverdeeld goed is" (Mt 5,48). Hij hecht eraan verbonden te blijven met zijn broeders in de gemeenschap van de Kerk en stelt zich ten dienste van de nieuwe evangelisatie, om de prachtige waarheid van de verlossende liefde van God te verkondigen en daarvan te getuigen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Beste adolescenten en jonge mensen,
ik wil in het bijzonder naar jullie toe de oproep van Christus om "naar diep water te varen" herhalen. Jullie staan voor belangrijke beslissingen over je toekomst. Ik koester in mijn hart de herinnering aan de vele gelegenheden waarbij ik in de loop der jaren ontmoetingen heb mogen hebben met jongeren, die inmiddels volwassen zijn, sommigen van hen misschien zelf al ouders, of priesters of religieuzen, nu jullie leraren in het geloof. Ik heb hen gezien: gelukkig, zoals jonge mensen horen te zijn, maar ook bedachtzaam, omdat zij zich bewust waren van een verlangen om hun leven volledig 'zin' te geven. Ik ben steeds meer gaan inzien hoe sterk jonge mensen zich voelen aangetrokken tot de waarden van de geest en hoe oprecht zij verlangen naar heiligheid. Jonge mensen hebben Christus nodig, maar zij weten ook dat Christus ervoor gekozen heeft om hen nodig te hebben. Beste jonge mannen en vrouwen!
Vertrouw op Christus. Luister aandachtig naar wat Hij ons leert, richt je blik op zijn gelaat en blijf luisteren naar zijn Woord. Sta Hem toe om richting te geven aan je zoektocht en je aspiraties, aan al je idealen en de verlangens van je hart.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Nu wend ik mij tot u, beste ouders en geloofsopvoeders, en tot u, beste priesters, gewijde personen en catecheten.
God heeft u de wonderlijke taak toevertrouwd om jonge mensen te leiden op de weg naar heiligheid. Wees voor hen een voorbeeld van onvoorwaardelijke trouw aan Christus. Moedig hen aan om zonder aarzelen "naar diep water te varen" en gretig gehoor te geven aan de oproep van de Heer. Sommigen roept Hij tot het gezinsleven, anderen tot het gewijde leven of tot het priesterambt. Help hen om uit te maken wat hun weg is en ware vrienden en leerlingen van Christus te worden. Wanneer volwassen christenen zich in staat tonen om het gelaat van Christus in hun eigen woorden en manier van leven zichtbaar te maken, zijn jonge mensen ook meer bereid om oor te hebben voor zijn veeleisende boodschap, die zozeer in het teken staat van het mysterie van het kruis. Vergeet niet dat er ook in deze tijd behoefte is aan heilige priesters, aan mensen die zich volledig wijden aan de dienst aan God. In dat besef wil ik nogmaals herhalen: "Er moet dringend een uitgebreid plan ter bevordering van roepingen worden opgesteld dat gebaseerd is op persoonlijk contact, en dat parochies, onderwijsinstellingen en gezinnen betrekt bij het streven naar zorgvuldiger overdenking van datgene waarom het in het leven ten diepste gaat. Deze diepste waarden komen tot volle ontplooiing in het antwoord dat van eenieder op Gods roepstem gevraagd wordt, met name als deze roepstem met zich meebrengt dat men zichzelf en al zijn krachten wegschenkt "omwille van het Koninkrijk." Tot jullie, jonge mensen,
herhaal ik de woorden van Jezus: "Duc in altum!" En als ik deze aansporing van de Heer nogmaals aan jullie voorhoud, denk ik tegelijkertijd aan de woorden die Maria, zijn moeder, sprak tot de dienaren te Kana, in Galilea: "Wat Hij u ook beveelt, doe het maar" (Joh 2,5). Beste jonge mensen, Christus vraagt jullie om "naar diep water te varen" en de maagd Maria spoort jullie aan om Hem zonder aarzelen te volgen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Moge er vanuit alle hoeken van de aarde een vurig gebed tot de hemelse Vader opgaan, gesteund door de moederlijke voorspraak van Maria, om "arbeiders voor zijn oogst" (Mt 9,38). Moge Hij alle delen van zijn kudde vurige en heilige priesters schenken. Gesteund door dit besef wenden wij ons tot Christus, de Hogepriester, en met hernieuwd vertrouwen bidden wij tot Hem: Jezus, Zoon van God,
in wie de volheid van de Godheid woont,
U roept al wie gedoopt is, om "naar diep water te varen"
om de weg te gaan die naar heiligheid leidt.
Wek in de harten van jonge mensen het verlangen
om in de wereld van vandaag
getuigen te zijn van de kracht van uw liefde.
Vervul hen van uw Geest van kracht en wijsheid,
zodat zij de volle waarheid
over zichzelf en hun roeping zullen leren kennen. Onze Verlosser,
door de Vader gezonden om zijn genadige liefde te openbaren,
schenk uw Kerk de gave
van jonge mensen die bereid zijn om naar diep water te varen,
om onder hun broeders een teken te zijn
van uw aanwezigheid die ons vernieuwt en redt. Heilige Maagd, Moeder van de Heiland,
betrouwbare gids op de weg naar God en naar de naaste,
U die zijn woord hebt overdacht in het diepst van uw hart,
steun met uw moederlijke voorspraak
onze gezinnen en onze kerkelijke gemeenschappen,
zodat zij adolescenten en jonge mensen kunnen helpen
om volmondig gehoor te geven aan de roepstem van de Heer. Amen.
Castel Gandolfo, 11 augustus 2004 Johannes Paulus II
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/571-duc-in-altum-nl