De Katholieke leer over het Sacrament van het huwelijk
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
De Katholieke leer over het Sacrament van het huwelijk
A. De tekst met de Internationale Theologische Commissie in forma specifica goedgekeurde thesen
Ph. Delhaye, Algemeen Secretaris ITC
Internationale Theologische Commissie
1 januari 1977
Curie - Documenten
1978, Communio dl 5, p. 383-392
1978
J. Ambaum, pr.
30 januari 2023
4845
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Inleiding
Onderstaande tekst publiceren we ter documentatie. Hij biedt het resultaat van een zowel opbouwende als kritische reflectie, gevoerd door leden van de Internationale Theologische Commissie [d:127], die hem voorstellen als een soort synthese van de kerkelijke huwelijksleer m.b.t. vijf grote themata:
- instelling;
- sacramentaliteit;
- plaats binnen schepping en verlossing;
- onontbindbaarheid;
- echtscheiding.
Aan de tekst werkten mee de professoren B. Abern, C. Caffarra, Ph. Delhaye, W. Ernst, E. Hamel, K. Lehmann, J. Mahoney, J. Medina-Estevez, en O. Semmelroth.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Huwelijk als institutie
- 1.1 De goddelijke en menselijke aspecten van het huwelijk
1
De huwelijksverbintenis, hoewel in haar concrete vorm aan diverse historische en culturele wijzigingen en zelfs enigszins aan vormgeving door de echtgenoten onderhevig, is gebaseerd op de vooraf.bestaande en permanente structuren die het verschil uitmaken tussen man en vrouw. Deze verbintenis wordt als instelling ook door de echtgenoten gewild. In zover is zij door de Schepper zelf bedoeld, zowel met het oog op de hulp die de gehuwden, in echtelijke liefde en trouw, elkaar wederzijds verschuldigd zijn, als met het oog op de opvoeding die zij in de gemeenschap van het gezin aan de kinderen uit hun echt geboren, moeten geven.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1.2 Het huwelijk "in Christus"
2
Zoals het Nieuwe Testament het aantoont, heeft Jezus deze instelling, die er was "van bij het begin", bekrachtigd; Hij heeft ze van haar latere gebreken genezen (Mc. 10, 2-9.10-12) [b:Mc. 10, 2-9.10-12] en haar aldus haar waardigheid en haar eisen van weleer teruggeschonken. Jezus heeft deze levensstaat geheiligd 2 [[575|48]] door hem op te nemen in het mysterie van liefde die Hem als Verlosser met zijn Kerk verbindt. Daarom is de regeling van het christelijk huwelijk aan de Kerk zelf toevertrouwd. (1 Kor. 7, 10) [[b:1 Kor. 7, 10]]
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1.3 De Apostelen
3
De brieven van het Nieuwe Testament eisen dat "allen het huwelijk in ere houden" (Hebr. 13, 4) [b:Hebr. 13, 4] en stellen het voor, in antwoord op bepaalde aanvallen, als door God geschapen en goed (1 Tim. 4, 1-5) [b:1 Tim. 4, 1-5]. Zij prijzen het huwelijk van de gelovige christenen omdat het is opgenomen in het mysterie van het verbond en de liefde tussen Christus en zijn Kerk (Ef. 5, 22-33) [b:Ef. 5, 22-33]. vgl: 2 [[[575|48]]] Zij willen dan ook dat het huwelijk "in de Heer" gesloten wordt (1 Kor. 7, 39) [b:1 Kor. 7, 39] en dat de echtgenoten een leven leiden in overeenstemming met hun waardigheid van "nieuwe schepping" (2 Kor. 5, 17) [b:2 Kor. 5, 17] "in Christus" (Ef. 5, 21-33) [b:Ef. 5, 21-33]. Zij waarschuwen de gelovigen voor de heidense zeden op dit gebied (1 Kor. 6, 12-20) [b:1 Kor. 6, 12-20]. (1 Kor. 6, 9-10) [[b:1 Kor. 6, 9-10]] De Kerk uit de apostolische tijd steunt op "een recht dat voortvloeit uit het geloof" en wil er de duurzaamheid van verzekeren; in die zin formuleert zij ethische richtlijnen (Kol. 3, 18; Tit. 2, 3-5; 1 Pt. 3, 1-7) [b:Kol. 3, 18; Tit. 2, 3-5; 1 Pt. 3, 1-7] en juridische voorschriften, met de bedoeling het huwelijk in alle omstandigheden en menselijke situaties "vanuit het geloof" te doen beleven.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1.4 De eerste eeuwen
4
Tijdens de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis zijn de christenen "zoals de andere mensen" V, 1 [[1571 |+ 30 ]] in de echt getreden onder het presidium van de huisvader, bij middel alleen van de familiale gebaren en riten, bijvoorbeeld het in elkaar leggen van de rechterhand der toekomstige echtgenoten. Zij hebben evenwel "de buitengewone en werkelijk paradoxale wetten van hun geestelijk vaderland" V, 4 [[1571 |+ 33 ]] niet uit het oog verloren. Uit hun huisliturgie hebben zij elk heidens element verwijderd. Groot belang hechtten zij aan vruchtbaarheid en aan de opvoeding van hun kinderen V, 6 [[1571 |+ 35 ]]; zij hebben aanvaard dat de bisschoppen een waakzaam oog hielden op de huwelijken. V, 2 [[5542]] Zij hebben in hun huwelijk blijk gegeven van een speciale onderwerping aan God en een verbondenheid met hun geloof. IV, 20 [[1357]] Soms zelfs werden zij bij gelegenheid van hun huwelijk gesterkt door de viering van het eucharistisch offer en een bijzondere zegen. II, 9 [[1937]]
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1.5 De Oosterse tradities
5
In de Oosterse Kerken hebben de herders van oudsher een actief aandeel bekomen in de huwelijksviering, in de plaats van de huisvaders of samen met hen. Deze wijziging is niet door aanmatiging gebeurd, maar op verzoek van de gezinnen en met de goedkeuring van de civiele overheid. Zo zijn de ceremoniën, die aanvankelijk in de schoot van het gezin voltrokken werden, geleidelijk in liturgische plechtigheden opgenomen. En als bedienaars van de mysterie-ritus van het huwelijk golden niet langer alleen de echtgenoten, maar ook de herder van de Kerk.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1.7 De nieuwe Kerken
6
In de Westerse Kerken is uit het samentreffen van de christelijke opvatting van het huwelijk met het Romeinse recht de vraag gerezen, op welke manier het huwelijk juridisch tot stand komt. Uitgemaakt werd dat dit zonder meer door de huwelijkstoestemming van bruid en bruidegom geschiedt. Dit bracht mee dat, tot aan het Concilie van Trente [d:21], het clandestiene huwelijk als geldig werd beschouwd. Toch waren de zegen van de priester bij het huwelijk, zijn aanwezigheid als getuige van de Kerk evenals een liturgische ritus sinds lang door de Kerk gewenst. Door het decreet " Tametsi [735]" is de aanwezigheid van de pastoor en van andere getuigen de gewone canonieke, voor de geldigheid noodzakelijke vorm van het huwelijk geworden.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Het is wenselijk dat er bij de volken die nog maar pas gekerstend zijn, nieuwe liturgische en juridische normen voor de christelijke huwelijkssluiting worden ingesteld, onder controle van het kerkelijk gezag. Dit is geheel volgens de wens van het Tweede Vaticaans Concilie, zoals die ook in de nieuwe Ordo voor de huwelijksviering tot uiting komt. Zo zal er een harmonie tot stand komen tussen de werkelijkheid van het christelijk huwelijk en de authentieke waarden die de tradities van deze volken bevatten.
Een dergelijke verscheidenheid in de normen, beantwoordend aan de meervoudigheid van de culturen, is verenigbaar met de essentiële eenheid. Zij overschrijdt dus niet de grenzen van een gewettigd pluralisme.
Het christelijk en kerkelijk karakter van de verbintenis en van de wederzijdse gave van de echtgenoten kan inderdaad op verschillende manieren uitgedrukt worden, onder invloed van het doopsel dat zij ontvangen hebben en door de aanwezigheid van getuigen, waaronder de "bevoegde priester" een voorname rol vervult.
Allerlei canonieke aanpassingen van deze onderscheiden elementen kunnen heden wellicht opportuun lijken.
Een dergelijke verscheidenheid in de normen, beantwoordend aan de meervoudigheid van de culturen, is verenigbaar met de essentiële eenheid. Zij overschrijdt dus niet de grenzen van een gewettigd pluralisme.
Het christelijk en kerkelijk karakter van de verbintenis en van de wederzijdse gave van de echtgenoten kan inderdaad op verschillende manieren uitgedrukt worden, onder invloed van het doopsel dat zij ontvangen hebben en door de aanwezigheid van getuigen, waaronder de "bevoegde priester" een voorname rol vervult.
Allerlei canonieke aanpassingen van deze onderscheiden elementen kunnen heden wellicht opportuun lijken.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1.8 Aanpassingen aan het Kerkelijk Recht
8
De hervorming van het kerkelijk recht moet rekening houden met de globaal-visie van het huwelijk, met zijn tegelijk persoonlijke en sociale dimensies. De Kerk ook moet er zich van bewust zijn dat de juridische voorschriften bestemd zijn om voorwaarden in de hand te werken die de menselijke waarden van het huwelijk altijd beter tot hun recht laten komen. Men mag evenwel niet menen dat deze aanpassingen zich over de totaliteit van de werkelijkheid van het huwelijk kunnen uitstrekken.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1.9 Personalistische kijk op het instituut
9
"Uitgangspunt, subject en doel van alle sociale instellingen is en moet zijn : de menselijke persoon, omdat deze nl. van nature een sociaal leven volstrekt nodig heeft". Gaudium et Spes [[575|25]] Als "intieme gemeenschap van leven en van echtelijke liefde" Gaudium et Spes [[575|48]] is het huwelijk de plaats en een geschikt middel voor het bevorderen van het welzijn van de personen in de lijn van hun roeping. Bijgevolg kan het huwelijk nooit opgevat worden als een middel om personen op te offeren aan een algemeen welzijn dat hun vreemd is. Overigens is het algemeen goed "het geheel van die sociale voorwaarden, waardoor zowel groepen als enkelingen hun eigen volmaaktheid vollediger en vlugger kunnen bereiken". Gaudium et Spes [[575|26]]
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1.10 Structuur en bovenstaande structuur
10
Ofschoon onderworpen aan het economisch realisme, bij zijn aanvang en voor heel zijn verdere duur, toch is het huwelijk geen superstructuur van het privé-bezit van goederen en inkomsten. Zeker, de concrete bestaansvormen van het huwelijk en van het gezin kunnen van economische voorwaarden afhangen. Maar de definitieve vereniging van een man en een vrouw in de huwelijksverbintenis beantwoordt op de eerste plaats aan de menselijke natuur en aan de eisen door de Schepper daarin neergeschreven. Dat is de diepe reden waarom het huwelijk, verre van de echtgenoten te beletten tot persoonlijke rijping te komen, hen daartoe in grote mate helpt.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De sacramentaliteit van het christelijk huwelijk
- 2.1 Het werkelijke symbool en het sacramentele teken
11
Jezus Christus heeft de realiteit van het huwelijk, zoals ze van bij de oorsprong van het menselijk geslacht door God gewild was vgl. Gen. 1, 27 = Mc. 10, 6,.. vgl. Gen. 1, 27 = Mc. 10, 6, Mt. 19, 4; Gen. 2, 24 = Mc. 10, 7-8, Mt. 19, 5, op profetische wijze opnieuw aan het licht gebracht en door zijn dood en opstanding hersteld. Daarom wordt het christelijk huwelijk "in de Heer" (1 Kor. 7, 39) [b:1 Kor. 7, 39] beleefd, is het door het heilswerk van Christus bepaald.
Reeds in het Oude Testament is het huwelijk een beeld van het Verbond tussen God en het volk van Israël. (Hos. 2) [[b:Hos. 2]] (Jer. 3, 6-13) [[b:Jer. 3, 6-13]] (Ez. 16) [[b:Ez. 16]] (Ez. 23) [[b:Ez. 23]] (Jes. 54) [[b:Jes. 54]] In het Nieuwe Testament verkrijgt het christelijk huwelijk een hoger waardigheid: het wordt het beeld van het mysterie dat Christus met zijn Kerk verbindt. (Ef. 5, 21-33) [[b:Ef. 5, 21-33]] Deze analogie is op een diepgaande wijze verhelderd door de theologische interpretatie: de liefde tot het uiterste en de zelfgave van de Heer tot de dood toe, zowel als de trouwe en onherroepelijke aanhankelijkheid van de Kerk, zijn bruid, worden grondvorm en voorbeeld voor het christelijk huwelijk. Deze gelijkenis is een relatie van authentieke deelneming aan het liefdesverbond tussen Christus en de Kerk. Van zijn kant vertegenwoordigt het christelijk huwelijk concreet, bij wijze van symbool en sacramenteel teken, de Kerk van Christus in de wereld en, vooral beschouwd als gezin, wordt het terecht "de kleine Kerk van het gezin" genoemd. Lumen Gentium [[617|11]]
Reeds in het Oude Testament is het huwelijk een beeld van het Verbond tussen God en het volk van Israël. (Hos. 2) [[b:Hos. 2]] (Jer. 3, 6-13) [[b:Jer. 3, 6-13]] (Ez. 16) [[b:Ez. 16]] (Ez. 23) [[b:Ez. 23]] (Jes. 54) [[b:Jes. 54]] In het Nieuwe Testament verkrijgt het christelijk huwelijk een hoger waardigheid: het wordt het beeld van het mysterie dat Christus met zijn Kerk verbindt. (Ef. 5, 21-33) [[b:Ef. 5, 21-33]] Deze analogie is op een diepgaande wijze verhelderd door de theologische interpretatie: de liefde tot het uiterste en de zelfgave van de Heer tot de dood toe, zowel als de trouwe en onherroepelijke aanhankelijkheid van de Kerk, zijn bruid, worden grondvorm en voorbeeld voor het christelijk huwelijk. Deze gelijkenis is een relatie van authentieke deelneming aan het liefdesverbond tussen Christus en de Kerk. Van zijn kant vertegenwoordigt het christelijk huwelijk concreet, bij wijze van symbool en sacramenteel teken, de Kerk van Christus in de wereld en, vooral beschouwd als gezin, wordt het terecht "de kleine Kerk van het gezin" genoemd. Lumen Gentium [[617|11]]
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2.2 Sacrament in engere zin
12
Aldus wordt het christelijk huwelijk uitgebeeld door het mysterie van de eenheid tussen Christus en zijn Kerk. Het feit dat het christelijk huwelijk zo in de heilseconomie is opgenomen, laat reeds toe dat het, in de ruimste zin van het woord, sacrament wordt genoemd. Maar het is tevens de concrete belichaming en de reële actualisering van dit primordiale sacrament. Het is dus in zich een waarachtig en eigenlijk heilsteken dat de genade van Jezus Christus overdraagt. Daarom ook rekent de Katholieke Kerk het christelijk huwelijk bij de zeven sacramenten. vgl: Exsultate Deo [[[1021|17]]] vgl: Canon 1 [[[734|+7]]]
Tussen de onontbindbaarheid van het huwelijk en zijn sacramentaliteit bestaat er een bijzondere band, d.w.z. een wederzijdse constituerende relatie. De onontbindbaarheid laat toe de sacramentaliteit gemakkelijker te verstaan; omgekeerd vormt de sacramentaliteit, theologisch gezien, de diepste grondslag van de onontbindbaarheid, hoewel niet de enige.
Tussen de onontbindbaarheid van het huwelijk en zijn sacramentaliteit bestaat er een bijzondere band, d.w.z. een wederzijdse constituerende relatie. De onontbindbaarheid laat toe de sacramentaliteit gemakkelijker te verstaan; omgekeerd vormt de sacramentaliteit, theologisch gezien, de diepste grondslag van de onontbindbaarheid, hoewel niet de enige.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2.3 Doop, actueel geloof, intentie, sacramenteel huwelijk
13
Zoals de andere sacramenten deelt ook het huwelijk de genade mee. De laatste bron van die genade is het door Jezus Christus voltrokken heilswerk, en niet alleen het geloof van degenen die het ontvangen. Dit betekent echter niet dat het sacrament van het huwelijk genade zou schenken buiten of zonder het geloof. Daaruit volgt, overeenkomstig de klassieke beginselen, dat het geloof wordt voorondersteld bij wijze van dispositieve oorzaak van de vruchtbare uitwerking van het sacrament. Maar anderzijds gaat de geldigheid van het sacrament niet noodzakelijk gepaard met zijn vruchtbare uitwerking.Het geval van de "niet-gelovige gedoopten" stelt heden een nieuw theologisch probleem en een ernstig pastoraal dilemma, voornamelijk wanneer de afwezigheid, of zelfs de weigering van het geloof patent is. De vereiste bedoeling, nl. te doen wat Christus en de Kerk doen, is de minimum-voorwaarde opdat, uit het oogpunt van het sacrament, er werkelijk een "menselijke daad" wordt gesteld. Zeker, de vraag omtrent de bedoeling moet men niet verwarren met het probleem van het persoonlijk geloof der huwelijkspartners. Toch kan ze er niet volledig van worden gescheiden. Uiteindelijk wordt uit een levendig geloof de echte bedoeling geboren en wordt ze erdoor gevoed. Waar er dus geen spoor van geloof als dusdanig (in de zin van "gelovigheid", d.w.z. bereidheid tot geloven), noch enig verlangen naar genade en naar het heil wordt gevonden, rijst er twijfel over het feit of bovengenoemde algemene en echt sacramentele bedoeling inderdaad aanwezig is of niet, en of het huwelijk geldig werd gesloten of niet. Het persoonlijk geloof van de contractanten maakt, zoals gezegd, niet de sacramentaliteit van het huwelijk uit, maar bij afwezigheid van persoonlijk geloof komt de geldigheid van het sacrament in het gedrang. Dit feit roept nieuwe vragen op, waarop tot nog toe geen bevredigend antwoord kon worden gegeven; in verband met het christelijk huwelijk brengt het nieuwe pastorale verantwoordelijkheden mee. ,,Vooral zullen de pastoors het geloof van de verloofden trachten te ontwikkelen en te voeden: want het huwelijkssacrament veronderstelt en vereist het geloof" ( Ordo celebrandi matrimonium. Praenotanda, nr. 7).
Referenties naar alinea 13: 1
Het huwelijk als Blijde Boodschap voor de wereld ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2.4 Dynamische indeling
14
In de Kerk is het doopsel het sociaal fundament en het sacrament van het geloof waardoor de mensen die geloven, ledematen worden van het Lichaam van Christus. Ook in dit opzicht roept de aanwezigheid van "niet-gelovige gedoopten" zware problemen op. De noden van praktische en pastorale aard zullen niet echt verholpen worden door de centrale kern van de sacramentele leer en van het huwelijk weg te nemen, maar door een grondige vernieuwing van de spiritualiteit van het doopsel. Het doopsel moet opnieuw gezien en hersteld worden in de wezenlijke eenheid en de dynamische geleding van al zijn elementen en dimensies: het geloof, de voorbereiding op het sacrament, de ritus, de geloofsbelijdenis, de inlijving in Christus en in de Kerk, de ethische consequenties, de actieve deelneming aan het leven der Kerk. Alleen tegen die prijs wordt het duidelijk dat het huwelijk tussen gedoopten door het feit zelf een sacrament is, d.w.z. niet uit kracht van een soort automatisme, maar door zijn innerlijke aard.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Schepping en verlossing
- 3.1 Het huwelijk volgens de wil van God
15
Alle dingen zijn geschapen in Christus, door Christus en voor Christus. Vanaf het ogenblik dat het door de Schepper is ingesteld, wordt het huwelijk dus een beeld van het mysterie van de eenheid tussen de bruidegom Christus en zijn bruid, de Kerk, en wordt het in zekere zin tot dit mysterie geordend. Wanneer het tussen twee gedoopten wordt gesloten, wordt ditzelfde huwelijk tot de waardigheid van sacrament in eigenlijke zin verheven, - wat wil zeggen dat het dient om de liefde tussen Christus en de Kerk te betekenen en mee te delen.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3.2 Onontbindbaarheid van het werk van Christus
16
Wanneer het om twee gedoopten gaat, kan het huwelijk als 'instelling door de Schepper gewild, niet worden losgemaakt van het sacrament van het huwelijk. De sacramentaliteit van het huwelijk der gedoopten is niet accidenteel, zodat ze er kan bijkomen of niet. Deze sacramentaliteit is zo inherent aan dit huwelijk dat ze er niet kan van gescheiden worden.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3.3 Ieder huwelijk tussen twee gedoopten moet sacramenteel zijn
17
Er kan bijgevolg voor gedoopten werkelijk en wezenlijk geen enkele huwelijksstaat zijn die verschilt van deze door Christus gewild. In dit sacrament geven en aanvaarden een christelijke man en vrouw zich wederzijds als echtgenoten door een persoonlijke en vrije toestemming, waardoor zij radicaal genezen worden van die "hardheid van gemoed" waarover Jezus sprak (Mt. 19, 8) [b:Mt. 19, 8]. Zij zijn werkelijk in staat een duurzame liefde te beleven, want door dit sacrament zijn zij opgenomen in het mysterie van de bruidelijke verhouding tussen Christus en de Kerk. Bijgevolg kan de Kerk op generlei wijze erkennen dat twee gedoopten zich in een huwelijksstaat bevinden die overeenstemt met hun waardigheid en zijnswijze van "nieuwe schepping in Christus", indien zij niet verenigd zijn door het sacrament van het huwelijk.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3.4 Het legitieme huwelijk tussen ongelovigen
18
De kracht en de verhevenheid van Christus' genade strekken zich krachtens Gods universele heilswil tot alle mensen uit, ook buiten de grenzen van de Kerk. Zij geven iedere menselijke huwelijksliefde gestalte, bevestigen de geschapen natuur en ook het huwelijk "zoals het was in het begin". De mannen en vrouwen die het Evangelie nog niet hebben vernomen, treden in het huwelijk door het sluiten van een menselijke verbintenis. Dit wettig huwelijk is niet beroofd van authentieke waarden die het zijn bestendigheid verlenen. Maar deze waarden, ook al zijn de echtgenoten daaromtrent onwetend, komen van de Schepper en zijn in eerste aanzet geworteld in de liefde die Christus verbindt met zijn bruid, de Kerk.
Referenties naar alinea 18: 1
Het huwelijk als Blijde Boodschap voor de wereld ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3.5 De vereniging van Christenen, die de verplichtingen van hun Doopsel niet erkennen
19
Het zou onzinnig zijn te zeggen dat, in de katholieke Kerk gedoopte Christenen waarlijk tot de niet-sacramentele huwelijksstaat kunnen terugkeren. Zouden zij zich dan mogen vergenoegen met een "schaduw" wanneer Christus hun de liefde aanbiedt die Hem met zijn bruid, de Kerk, verbindt? Toch is het mogelijk dat er sommige Christenen zijn wier geweten door onoverwinnelijke onwetendheid of dwaling, zo misvormd is, dat zij oprecht menen een huwelijk te kunnen aangaan met uitsluiting van het sacrament. In dergelijke omstandigheden zijn zij onbekwaam een geldig sacramenteel huwelijk te sluiten, aangezien zij het geloof verwerpen en niet de bedoeling hebben te doen wat de Kerk doet. Maar het natuurlijk recht om te huwen blijven zij onverminderd behouden. Zij zijn dus in staat zich als echtgenoten wederzijds weg te schenken en te aanvaarden, door hun bedoeling een onherroepelijk verbond te sluiten. Deze wederzijdse en onherroepelijke gave schept tussen hen een psychologische relatie die door haar innerlijke structuur verschilt van een louter voorbijgaande relatie. Toch kan deze relatie in geen geval door de Kerk als een niet-sacramenteel huwelijk worden erkend, zelfs al heeft ze er de schijn van. Voor de Kerk immers bestaat er tussen twee gedoopten geen van het sacrament onderscheiden natuur• lijk huwelijk, maar enkel een natuurlijk huwelijk dat tot de waardigheid van sacrament is verheven.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3.6 Stapsgewijze huwelijk
20
Het is dus verkeerd en gevaarlijk de praktijk in te voeren of te dulden, die erin bestaat achtereenvolgens, voor dezelfde partners, verscheidene huwelijksvieringen te houden, die in graad verschillen maar waartussen er wel een zeker verband bestaat. Even verkeerd en gevaarlijk is het een priester of diaken als zodanig te laten deelnemen aan een niet-sacramenteel huwelijk dat gedoopten beweren te voltrekken, of hem tijdens zulke plechtigheid gebeden te laten verrichten.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3.7 Het burgerlijk huwelijk
21
In een pluralistische maatschappij kan de staat de verloofden een officiële formaliteit opleggen waardoor hun conditie van gehuwden publiek wordt voor de burgerlijke maatschappij. Hij kan ook wetten uitvaardigen die de civiele gevolgen, uit het huwelijk voortspruitend, alsook de familiale rechten en plichten op concrete en ondubbelzinnige wijze regelen. Men zal de katholieke gelovigen echter duidelijk doen inzien dat deze officiële formaliteit, gewoonlijk burgerlijk huwelijk genoemd, voor hen geen waar huwelijk uitmaakt. Daarop is er geen uitzondering, tenzij het geval waarin, wegens dispensatie van de gewone canonieke vorm, of bij langdurige afwezigheid van de gekwalificeerde getuige van de Kerk, de burgerlijke plechtigheid zelf als buitengewone vorm van de sacramentele huwelijkssluiting geldt. vgl: Codex Iuris Canonici (1917) [[[2620|(1098)]]] Ten opzichte van de niet-Christenen en vaak ook de niet-katholieken kan deze burgerlijke plechtigheid constitutieve waarde hebben, respectievelijk voor het wettig of voor het sacramenteel huwelijk.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Onontbindbaarheid van het huwelijk
- 4.1 Het principe
22
De overlevering van de primitieve Kerk, die steunt op de prediking van Christus en de apostelen, bevestigt de onontbindbaarheid van het huwelijk, zelfs in geval van overspel. Dit beginsel blijft van kracht ondanks bepaalde moeilijk te interpreteren teksten en enkele gevallen van toegevendheid ten opzichte van personen die zich in een benarde situatie bevonden. Het is overigens moeilijk zich een juist oordeel te vormen over de draagwijdte en de frequentie van deze feiten.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 4.2 De leer van de Kerk
23
Het Concilie van Trente [d:21] heeft verklaard dat de Kerk niet dwaalt wanneer zij geleerd heeft en nog leert, dat volgens de evangelische en apostolische leer de huwelijksband niet kan verbroken worden wegens overspel. vgl: Sessio XXIV - Doctrina de sacramento matrimonii [[[734|+13]]] Het Concilie heeft evenwel slechts het anathema uitgesproken tegen hen die op dit gebied het gezag van de Kerk afwijzen. De redenen van deze terughoudendheid zijn enerzijds bepaalde aarzelingen die in de loop der geschiedenis tot uiting zijn gekomen (de opvattingen van de Ambrosiaster, van Catharinus en van Cajetanus), en anderzijds perspectieven van oecumenische aard. Men kan dus niet stellen dat het Concilie de bedoeling had de onontbindbaarheid van het huwelijk plechtig als geloofswaarheid te definiëren. Toch zal men rekening moeten houden met de woorden van Pius XI, die in Casti Connubii [526] naar deze canon refereert: "Doch als de Kerk niet gedwaald heeft, noch dwaalt terwijl zij dat leerde en leert, en het daarom absoluut zeker is dat de huwelijksband zelfs niet wegens echtbreuk losgemaakt kan worden, dan is het duidelijk, dat de overige, zoveel zwakkere gronden voor echtscheiding, die gewoonlijk worden aangevoerd, nog veel minder te betekenen hebben en niet in aanmerking mogen komen. vgl: Sessio XXIV - Doctrina de sacramento matrimonii [[[734|+13]]]" Casti Connubii [[526|7]]
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 4.3 De intrinsieke onontbindbaarheid
24
De innerlijke onontbindbaarheid van het huwelijk kan uit verschillende oogpunten beschouwd en gegrond worden.Men kan de kwestie beschouwen van de kant van de echtgenoten. Dan zegt men: de intieme vereniging van het huwelijk - wederzijdse wegschenking van twee personen -, ook de echtelijke liefde zelf en het welzijn van de kinderen vereisen een onverbreekbare eenheid van deze twee personen. Daaruit volgt, voor de echtgenoten, de zedelijke plicht hun echtverbintenis te beveiligen, in stand te houden en te ontplooien. Men moet ook het huwelijk beschouwen uit Gods standpunt. De menselijke daad waardoor de echtgenoten zich wederzijds schenken en ontvangen, schept een band die op de wil van God is gegrond. Deze band is in de schepping zelf neergeschreven en hangt niet van een menselijke beschikking af. Hij ligt buiten het bereik van de macht der echtgenoten en is, als zodanig, innerlijk onverbreekbaar. Beschouwd in christologisch perspectief heeft de onontbindbaarheid van het huwelijk een nog diepere laatste grondslag, die hierin gelegen is dat het christelijk huwelijk beeld, sacrament en getuige is van de onverbreekbare band tussen Christus en de Kerk. Dit heeft men het bonum sacramenti genoemd. In die zin wordt de onverbreekbaarheid een genade. Tenslotte, van de kant van de maatschappij beschouwd, wordt de onontbindbaarheid geëist door de instelling zelf die het huwelijk is. De persoonlijke beslissing van de echtgenoten wordt door de maatschappij, vooral de Kerkgemeenschap, geassumeerd, beschermd en bevestigd. Het gaat hier om het welzijn van de kinderen en om het algemeen welzijn. Dit is de juridisch-kerkelijke dimensie van het huwelijk. Deze verschillende aspecten zijn innig met elkaar verbonden: de trouw waartoe de echtgenoten verplicht zijn, moet door de maatschappij zelf, vooral de Kerkgemeenschap, beschermd worden; zij wordt geëist door de Schepper en ook door Christus, die ze door de werking van zijn genade mogelijk maakt.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 4.4 De extrinsieke onontbindbaarheid en de volmacht van de Kerk aangaande het huwelijk
25
Gelijklopend met haar praxis heeft de Kerk een doctrine uitgewerkt betreffende haar bevoegdheid op gebied van het huwelijk. Aldus werden omvang en grenzen ervan bepaald. De Kerk kent zich geen enkel recht toe om een gesloten en voltrokken sacramenteel huwelijk (ratum et consummatum) te ontbinden. Andere huwelijken kunnen, onder zeer strenge voorwaarden, voor het welzijn van het. geloof en het heil der zielen, door het bevoegde kerkelijk gezag ontbonden worden, of ten minste - volgens een andere interpretatie - als uit-zichzelf-ontbonden worden verklaard. Deze leer is slechts een bijzondere toepassing van de theorie betreffende de ontwikkeling van de christelijke leer in de Kerk, een theorie die thans vrijwel algemeen door de katholieke theologen wordt aanvaard.Het is nochtans niet uitgesloten dat de Kerk de begrippen van sacramentaliteit en voltrekking van het huwelijk nader preciseert en de zin ervan nog verder toelicht. De hele leer over de onontbindbaarheid van het huwelijk zou daardoor in een grondiger en nauwkeuriger synthese kunnen worden voorgesteld.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 Gescheidenen die hertrouwen
- 5.1 Het radicalisme van het Evangelie
26
De Kerk, trouw aan het radicalisme van het Evangelie, kan geen andere taal spreken dan die van de apostel Paulus: "Aan de gehuwden beveel ik, of liever niet ik, maar de Heer : de vrouw mag niet scheiden van haar man. Is dit toch gebeurd, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met hem verzoenen. Evenmin mag de man zijn vrouw verstoten" (1 Kor. 7, 10-11) [b:1 Kor. 7, 10-11]. Daaruit volgt dat de nieuwe huwelijksverbintenissen, na een echtscheiding door een burgerlijke wet verkregen, regelmatig noch wettig zijn.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 5.2 Een profetisch getuigenis
27
Deze gestrengheid vloeit niet voort uit een louter disciplinaire wet of uit een zeker legalisme. Ze is gefundeerd op het oordeel dat Christus zelf uitgesproken heeft (Mc. 10, 6 v.) [b:Mc. 10, 6 v.]. Zo begrepen is deze gestrengheid een profetisch getuigenis van de onherroepelijke trouw die de liefde tussen Christus en de Kerk kenmerkt. Zij toont ook aan dat de huwelijksliefde opgenomen is in de liefde zelf van Christus (Ef. 5, 23-32) [b:Ef. 5, 23-32].
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 5.3 Het niet kunnen samengaan met het ontvangen van Sacramenten
28
De onverenigbaarheid van de status van "gescheidenen die hertrouwd zijn" met het gebod en het mysterie van de paasliefde van de Heer, brengt voor deze Christenen mee dat zij onmogelijk het teken van de eenheid met Christus in de Eucharistie kunnen ontvangen. De toegang tot de eucharistische communie kan alleen langs de weg van de boete gaan, die "leedwezen over de bedreven zonde en het vaste voornemen voortaan niet meer te zondigen" inhoudt. Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae [[683|10]] Alle Christenen moeten de woorden van de apostel indachtig zijn: "Wie dus op onwaardige wijze het brood eet of de beker drinkt, bezondigt zich aan het lichaam en bloed des Heren. Men moet zichzelf onderzoeken en eerst dan van het brood eten en uit de beker drinken. Wie eet en drinkt zonder het lichaam te onderkennen, eet en drinkt zijn eigen vonnis" (1 Kor. 11, 27-29) [b:1 Kor. 11, 27-29].
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 5.4 De pastorale zorg voor gescheidenen die hertrouwd zijn
29
Deze onwettige situatie laat niet toe in volledige gemeenschap met de Kerk te leven. Toch zijn de Christenen die zich in zulk een situatie bevinden, niet uitgesloten van de werking der goddelijke genade en van de verbondenheid met de Kerk. Zij moeten niet van pastorale zorg beroofd blijven. vgl: Doc. Cath. 1012 [[[5734]]] Zij zijn niet ontslagen van allerlei plichten die voortvloeien uit hun doopsel. Zij moeten zorg dragen voor de christelijke opvoeding van hun kinderen. Het christelijk gebed, zowel het publieke als het private, de boete, bepaalde apostolaatswerken blijven altijd voor hen wegen van christelijk leven. Zij moeten niet misprezen worden, maar bijgestaan zoals alle Christenen die met behulp van Christus' genade zich inspannen om uit de zonde op te staan.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 5.5 De oorzaken van echtscheiding bestrijden
30
Steeds noodzakelijker wordt een pastorale actie die erop gericht is de toename van de echtscheidingen en van nieuwe burgerlijke echtverbintenissen van gescheidenen te voorkomen. Daartoe is het van groot belang de aanstaande echtgenoten een levendig bewustzijn van hun verantwoordelijkheden als huwelijkspartners en als ouders in te prenten. Steeds duidelijker moet hun de waarachtige betekenis van het sacramenteel huwelijk als verbintenis "in de Heer" (1 Kor. 7, 39) [b:1 Kor. 7, 39] voorgehouden worden. Zo zullen de Christenen beter voorbereid zijn om zich te schikken naar het gebod van de Heer en om te getuigen van het verbond tussen Christus en de Kerk. Wat overigens tot welzijn zal strekken van de echtgenoten, van de kinderen en tevens van de maatschappij zelf.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/4845-de-katholieke-leer-over-het-sacrament-van-het-huwelijk-nl