Le Saint-Père

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Le Saint-Père
Brief aan Kardinaal Suhard, aartsbisschop van Parijs over de tijd van de bronnen van de Pentateuch en over de letterlijke stijlvorm in de eerste elf hoofdstukken van Genesis
Pater Jacobus M. Vosté, OP
Pauselijke Bijbelcommissie
16 januari 1948
Curie - Brieven
1949, Ecclesia Docens nr 0166, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert. vanuit het Frans
Alineanummering en tussentitels: Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1949
Mgr. Dr. Jan O. Smit
26 juni 2022
2088
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 1

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
1
De H. Vader heeft aan het onderzoek van de Pauselijke Bijbelcommissie[d:128] wel willen toevertrouwen twee vragen, die onlangs aan Zijne Heiligheid zijn voorgelegd omtrent de bronnen van de Pentateuch en omtrent de geschiedkundige waarde van de eerste elf hoofdstukken van Genesis. Deze beide vragen zijn, evenals de beweegredenen er van en de meningen hieromtrent, het onderwerp geweest van de meest aandachtige studie van de hoogeerwaarde consultoren en van Hunne Eminenties de kardinaal-leden van deze commissie. Als gevolg van hun onderzoekingen heeft Zijne Heiligheid zich gewaardigd het volgende antwoord goed te keuren in de audiëntie die op 16 Januari 1948 aan ondergetekende werd verleend:

Referenties naar alinea 1: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De Pauselijke Bijbelcommissie[d:128] wil gaarne hulde brengen aan het gevoelen van kinderlijk vertrouwen dat deze stap heeft ingegeven, en verlangt er aan te beantwoorden met een eerlijk pogen om de Bijbelstudiën te bevorderen, aan deze volledige vrijheid verzekerend binnen de grenzen van het in de Kerk overgeleverde leeronderricht. Deze vrijheid is met duidelijke termen door de encycliek van de roemrijk regerenden Oppersten Hogepriester bevestigd in deze bewoordingen:

"de katholieke schriftverklaarder, die van een werkdadige en sterke liefde voor zijn vak bezield is en zijn moeder de heilige Kerk van harte toegedaan, (mag) zich geenszins laten weerhouden om moeilijke, tot nog toe onopgeloste vraagstukken telkens opnieuw onder de ogen te zien, niet alleen om opwerpingen der tegenstanders af te weren, maar ook om te trachten er een deugdelijke verklaring voor te vinden, een verklaring, die getrouw overeenkomt met de kerkleer, vooral met de overgeleverde leer omtrent het volstrekt vrij-zijn der heilige Schrift van dwaling, en die tevens op behoorlijke wijze voldoet aan de vaststaande resultaten van profane wetenschappen. En alle andere kinderen der Kerk mogen bedenken, dat zij het pogen van deze stoere werkers in 's Heren wijngaard niet alleen volgens recht en billijkheid, maar ook met de allergrootste liefde moeten beoordelen; en de ongezonde zucht moeten verafschuwen om te menen, dat al wat nieuw is, reeds daarom bestreden of verdacht moet worden gemaakt." 1[[614|25]]

Referenties naar alinea 2: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
In het licht van deze aanbeveling van Zijne Heiligheid moge men de drie officiële antwoorden verstaan en verklaren, vroeger met betrekking tot bovengemelde vragen door de Bijbelcommissie[d:128] gegeven, namelijk op 23 juni 1905 over de verhalen die in de geschiedkundige boeken van de heilige Schrift slechts de uiterlijke schijn van historie hebben 2[[8664]], op 27 juni 1906 over de mosaïsche authenticiteit van de Pentateuch 3[[2089]], en op 30 juni 1909 over het geschiedkundig karakter van de eerste drie hoofdstukken van Genesis 4[[874]]; en men zal toegeven, dat deze antwoorden zich geenszins kanten tegen een voortgezet, echt wetenschappelijk onderzoek van deze problemen volgens de resultaten, gedurende deze laatste veertig jaren verkregen: Bijgevolg meent de Bijbelcommissie niet, dat het, tenminste op dit ogenblik, nodig is omtrent deze vraagstukken nieuwe decreten uit te vaardigen.

Referenties naar alinea 3: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media