“Ge zult doeltreffend zijn als ge u in de leerschool van Maria begeeft” “God is liefde. Lieve vrienden, weest getuigen van deze waarheid.” Lieve religieuzen, lieve gewijden, die door Jezus’ stem bewogen zijt en Hem uit liefde zijt gevolgd! Lieve seminaristen, die u op het priesterschap voorbereidt! Lieve vertegenwoordigers van kerkelijke bewegingen, die de kracht van het Evangelie uitdraagt in de wereld van uw familie, werk en universiteit, in de wereld van de media en de cultuur, in uw parochie! Zoals de apostelen samen met Maria “naar de bovenzaal gingen” en daar “eensgezind in het gebed volharden” (Hand. 1,12.14), zo zijn ook wij hier in Jasna Gora verzameld, dat op dit ogenblik voor ons “de bovenzaal” is waar Maria, de Moeder van de Heer, midden onder ons is. Zij is degene die vandaag onze overweging leidt. Zij leert ons bidden. Zij is het die ons toont, hoe onze geest en hart te openen voor de macht van de Heilige Geest die tot ons komt, om door ons in heel de wereld uitgedragen te worden. We moeten een ogenblik zwijgen en ons inkeren om ons aan haar leerschool te onderwerpen - opdat Zij ons zou leren hoe het geloof te beleven, hoe erin te groeien en hoe in de normale, dagelijkse omstandigheden van ons leven met Gods mysterie contact te houden. Met vrouwelijke fijngevoeligheid en de “bekwaamheid, diepe inzichten te verbinden aan woorden van troost en bemoediging” (Johannes Paulus II, “Redemptoris Mater”, 46), heeft Maria het geloof van Petrus en de apostelen in de zaal van het laatste avondmaal gesterkt; en vandaag sterkt Zij mijn en uw geloof. “Het geloof is namelijk een aanraking van Gods mysterie” (“Redemptoris Mater”, 17), omdat geloven betekent, “zich toevertrouwen aan de waarheid van het woord van de levende God, alhoewel men weet en nederig erkent, hoe ondoorgrondelijk Zijn raadsbesluiten, hoe onnaspeurbaar Zijn wegen zijn” (“Redemptoris Mater”, 14). Het geloof is het geschenk dat ons in het doopsel gegeven werd en dat onze ontmoeting met God mogelijk maakt. God verbergt zich in het mysterie; erop staan Hem te willen begrijpen, zou betekenen Hem in onze eigen begrippen en overeenkomstig ons verstaansvermogen te willen definiëren, en Hem zo eens en voor altijd verliezen. Door het geloof kunnen we ons echter een toegang verschaffen, die de begrippen, ja zelfs theologische begrippen overstijgt, om zo de levende God “aan te raken”. En eens we God aangeraakt hebben, deelt Hij ons onmiddellijk Zijn kracht mee. Als we ons toevertrouwen aan de levende God, als we nederig naar Hem terugkeren, vloeit door ons iets als een verborgen stroom van goddelijk leven. Hoe belangrijk is het toch te geloven in de macht van het geloof, in zijn vermogen om een zeer nauwe band met de levende God tot stand te brengen! We moeten veel aandacht besteden aan de ontwikkeling van ons geloof, opdat het waarlijk heel onze houding, al onze gedachten, bezigheden en bedoelingen zou doordringen. Het geloof heeft niet alleen in de ziel en de godsdienstige ervaring plaats, maar vooral in het denken en doen, in het dagelijkse werk, in de strijd tegen onszelf, in het gemeenschapsleven en het apostolaat. Dat is de garantie dat ons leven vervuld is van Gods kracht zelf. Het geloof kan ons altijd terug naar God brengen - zelfs wanneer de zonde ons misleidt. In de zaal van het laatste avondmaal wisten de apostelen niet wat hen te wachten stond. Ze waren bang en maakten zich zorgen over de toekomst. Ze voelden de verwondering die de dood en de verrijzenis van Jezus voor- en nadien opgeroepen hadden en waren angstig, nu zij na de hemelvaart alleen gebleven waren. Maria “die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is” (Lc. 1,45), leerde de apostelen met wie zij zonder ophouden in gebed was, in het geloof te volharden. Zij overtuigde hen met heel haar houding dat de Heilige Geest in Zijn wijsheid heel goed de weg kent waarop Hij hen moet leiden, zodat zij al hun vertrouwen in God kunnen stellen en geheel hunzelf, hun talenten, hun beperkingen evenals hun toekomst zonder voorbehoud aan Hem kunnen toevertrouwen. Velen van u die hier aanwezig zijt, hebben deze geheime oproep van de Heilige Geest erkend en met de volle bezieling van hun hart beantwoord. De liefde van Jezus, die door de Heilige Geest die ons gegeven werd, in onze harten is uitgestort (vgl. Rom. 5,5), heeft u de weg van het gewijde leven getoond. Niet gij hebt Hem gezocht. Het was Jezus, die u geroepen heeft en tot diepere eenheid met Hem heeft uitgenodigd. In het doopsacrament heeft ge aan satan en zijn werken verzaakt en de genaden gekregen die voor een christelijk leven en de heiligheid noodzakelijk zijn. Vanaf dat ogenblik is in u de genade van het geloof opgegaan die het mogelijk maakte, u bij God aan te sluiten. Op het ogenblik van uw professie heeft het geloof u geleid naar de volledige gehechtheid aan het mysterie van Jezus’ Hart, wiens schatten ge ontdekt hebt. Daarom hebt ge ook verzaakt aan goede dingen - vrij over uw leven te beschikken, een gezin te stichten, goederen te verwerven - om u in totale vrijheid zonder voorbehoud aan Christus en Zijn Rijk te schenken. Herinner u uw enthousiasme, toen ge de pelgrimstocht van het gewijde leven, vertrouwend op de genade, begonnen zijt. Span u daarom in de begeestering van het begin niet te verliezen en laat toe dat Maria u tot steeds grotere aanhankelijkheid aan Christus brengt! Lieve religieuzen, lieve gewijden! Welke zending u ook mag toevertrouwd zijn en welke kloosterlijke of apostolische dienst u ook mag uitoefenen: bewaar in uw hart de voorrang van uw gewijde leven. Het moet uw geloof levend houden. Het gewijde leven dat gelovig beleefd wordt, verenigt het innigst met God, wekt charisma’s op en verleent buitengewone vruchtbaarheid aan uw dienst. Lieve seminaristen! Welke grote hulp kunt ge halen uit de overweging, hoe Maria van Jezus leerde! Vanaf haar eerste “fiat”, doorheen de lange niet spectaculaire jaren van haar verborgen leven, toen Zij Jezus opvoedde, toen Zij in Kana de aanzet gaf tot het eerste teken, of toen Zij tenslotte op de Kalvarieberg naast het kruis naar Jezus keek - Zij leerde van Hem, ogenblik na ogenblik. Zij ontving Jezus’ lichaam eerst in het geloof en vervolgens in haar lichaam, om Hem dan te baren. Dag na dag aanbad Zij Hem, van vreugde vervuld. Zij diende Hem met verantwoordelijke liefde en zette in haar hart het “Magnificat” in. Laat u op uw weg en in uw toekomstig priesterambt door Maria onderrichten, hoe men van Jezus leert! Richt uw blik vast op Hem. Laat Hem u vormen, opdat ge in uw dienst in staat zoudt zijn Hem te tonen aan iedereen die ge ontmoet. Wanneer ge het Eucharistische Lichaam van Jezus die u toevertrouwd is, in de handen neemt, herinner u dan de houding van verwondering en aanbidding die het geloof van Maria kenmerkte. Zoals Zij in haar verantwoordelijke moederliefde voor Jezus, de maagdelijke liefde vol verwondering bewaarde, zo zoudt ook gij wanneer ge tijdens de consecratie knielt, in uw ziel het vermogen dienen te bewaren, u te verwonderen en te aanbidden. Weet in het Godsvolk dat u toevertrouwd is, Christus’ aanwezigheid te herkennen! Weest opmerkzaam en gevoelig voor de tekenen van heiligheid onder de gelovigen, die God u laat zien! Hebt geen angst voor de plichten en het onbekende van de toekomst! Hebt geen angst dat ge in woorden zoudt tekortschieten of dat ge op tegenstand botst! De wereld en de Kerk hebben priesters nodig, heilige priesters! Lieve vertegenwoordigers van de nieuwe bewegingen in de Kerk. De vitaliteit van uw gemeenschappen is een teken van de actieve aanwezigheid van de Heilige Geest! Uw zending is ontstaan uit het geloof van de Kerk en uit de volheid van de vruchten van de Heilige Geest. Het is mijn wens dat ge steeds talrijker wordt om het Rijk Gods in de wereld van vandaag te dienen. Gelooft in Gods genade die u begeleidt en draagt haar binnen in het levende weefsel van de Kerk, vooral daar waar een priester, een religieus of religieuze niet kan komen. De bewegingen waartoe ge behoort, zijn talrijk. Ge voedt u met de leer van verschillende spiritualiteitsscholen en ge beroept u op de erfenis die zij nagelaten hebben. Vormt uw geest en uw hart op basis van de werken van de grote meesters en geloofsgetuigen en weest u ervan bewust dat de spiritualiteitsscholen geen schat mogen zijn die opgesloten blijft in kloosters en bibliotheken. De wijsheid van het Evangelie die in de werken van de grote heiligen te lezen en in het eigen leven te verwezenlijken is, moet op een rijpe, geen infantiele of agressieve manier, in de wereld van cultuur en arbeid, in de wereld van de media en de politiek, in de wereld van het gezins- en maatschappelijk leven uitgedragen worden. De authenticiteit van uw geloof en zending, die de aandacht niet op zichzelf wil trekken, doch werkelijk geloof en liefde met zich brengt, laat zich meten in vergelijking met het geloof van Maria. Spiegelt u in haar Hart. Blijft in haar school! Toen de apostelen, vervuld van de Heilige Geest, in de wereld trokken om het Evangelie te verkondigen, nam één van hen - Johannes, de apostel van de liefde - Maria op bijzondere manier “in zijn huis” (vgl. Joh. 19,27). Juist dank zij zijn diepe verbondenheid met Jezus en Maria kon hij zo doeltreffend de waarheid affirmeren, dat “God liefde is” (1 Joh. 4,8.16). Deze woorden heb ik als aanvang van de eerste encycliek van mijn pontificaat willen nemen: “Deus caritas est”! Deze waarheid over God is de belangrijkste, de meest centrale. Tegenover iedereen die het moeilijk heeft in God te geloven, herhaal ik vandaag: “God is liefde”. Lieve vrienden, moogt gij zelf getuigen zijn van deze waarheid. Ge zult doeltreffend zijn als ge u in de leerschool van Maria begeeft. Naast haar, zult gij zelf de ervaring opdoen dat God liefde is en ge zult dit aan de wereld melden met de volheid en veelzijdigheid, die de Heilige Geest zelf tot uiting kan brengen. Geloofd zij Jezus Christus