Naar de oude siteHeilige Johannes van Avila binnenkort kerkleraar
Inhoudsopgave
Uitklappen
- Documentgegevens
- Inleiding
Paus Benedictus XVI heeft zaterdag 20 augustus, aan het eind van de Mis met de seminaristen in Mardid (tijdens de Wereldjongerendagen daar) bekend gemaakt[4238] dat hij voornemens is de heilige Johannes van Ávila tot de 34e leraar van de Kerk[d:328] te verheffen, als voorbeeld voor alle bisschoppen, priesters en seminaristen.
Johannes (ook wel Alonso) van Ávila (1500-1569) werd een toonaangevende geestelijke tegen de verdrukking in. Spanje had zich immers net ontdaan van sterke islamitische en joodse invloeden, door die bevolkingsgroepen voor de keus te stellen: bekeren of vertrekken. Niettemin bleef nadien een sterk wantrouwen bestaan tegen christenen van joodse en islamitische komaf. Ook de vader van Johannes was jood en bekeerling.
Vermoedelijk is deze joodse afkomst de reden dat Johannes zijn rechtenstudie moet opgeven. Hij stapt echter over op theologie en wordt in 1526 tot priester gewijd. Hij gaat naar Sevilla om missionaris voor Latijns-Amerika te worden, maar aartsbisschop Don Alonso de Manrique wil dat hij in Sevilla blijft en daar missiewerk doet. Vanaf 1530 trekt hij door Andalusië, wat hem naderhand de eretitel 'apostel van Andalusië zal opleveren.
Het lukt hem niet in de Jezuietenorde opgenomen worden. Zijn joodse afkomst zal hier opnieuw een rol bij hebben gespeeld. In ieder geval ziet de provinciaal van de Jezuieten hem niet zitten. Het helpt ook niet erg dat hij in zijn prediking misstanden in de Kerk aanklaagt, wat hem een aanklacht bij de Inquisitie oplevert. Die spreekt spreekt hem echter na twee jaar vrij. In de gevangenis begint Johannes aan zijn hoofdwerk Audi filia over christelijke zelfverbetering dat - pikant gezien zijn komende status als kerkleraar - in 1574 op de Index van verboden lectuur terechtkomt.
In 1539 begint Johannes met de stichting van wat in totaal vijftien scholen zullen worden, onder mee in Córdoba, Jerez de la Frontera, Zafra en Priego. Daaruit ontwikkelen zich elf gymnasia en drie universiteiten. Johannes wordt daarin bijgestaan door een groep priesters die hij in Córdoba bijeengebracht heeft. Wegens zijn ziekelijkheid neemt Johannes niet deel aan het Concilie van Trente[d:21] maar hij ondersteunt dat wel met zijn geschriften. Zeer belangrijk was Johannes' intensieve correspondentie (er zijn ruim 250 brieven overgeleverd) met heiligen als Teresa van Ávila, Johannes de Deo, Francisco de Borja en Ignatius van Loyola, de stichter van de Jezuietenorde met wie hij sinds 1554 bekend was.
In 1560 trekt Johannes zich uitgeput en getekend door ziekte terug in Montilla. Hij laat talrijke geschriften na, onder andere over de Eucharistie, over opvoeding en het celibaat en preken over Maria.
Johannes van Avila is in 1894 zalig verklaard door paus Leo XIII. Op 31 mei 1970 is hij heilig verklaard. Zijn feest wordt gevierd op 10 mei. Het is nog niet bekend op welke datum Johannes van Ávila plechtig tot kerkleraar[d:328] zal worden verklaard.
Johannes (ook wel Alonso) van Ávila (1500-1569) werd een toonaangevende geestelijke tegen de verdrukking in. Spanje had zich immers net ontdaan van sterke islamitische en joodse invloeden, door die bevolkingsgroepen voor de keus te stellen: bekeren of vertrekken. Niettemin bleef nadien een sterk wantrouwen bestaan tegen christenen van joodse en islamitische komaf. Ook de vader van Johannes was jood en bekeerling. Vermoedelijk is deze joodse afkomst de reden dat Johannes zijn rechtenstudie moet opgeven. Hij stapt echter over op theologie en wordt in 1526 tot priester gewijd. Hij gaat naar Sevilla om missionaris voor Latijns-Amerika te worden, maar aartsbisschop Don Alonso de Manrique wil dat hij in Sevilla blijft en daar missiewerk doet. Vanaf 1530 trekt hij door Andalusië, wat hem naderhand de eretitel 'apostel van Andalusië zal opleveren.
Het lukt hem niet in de Jezuietenorde opgenomen worden. Zijn joodse afkomst zal hier opnieuw een rol bij hebben gespeeld. In ieder geval ziet de provinciaal van de Jezuieten hem niet zitten. Het helpt ook niet erg dat hij in zijn prediking misstanden in de Kerk aanklaagt, wat hem een aanklacht bij de Inquisitie oplevert. Die spreekt spreekt hem echter na twee jaar vrij. In de gevangenis begint Johannes aan zijn hoofdwerk Audi filia over christelijke zelfverbetering dat - pikant gezien zijn komende status als kerkleraar - in 1574 op de Index van verboden lectuur terechtkomt.
In 1539 begint Johannes met de stichting van wat in totaal vijftien scholen zullen worden, onder mee in Córdoba, Jerez de la Frontera, Zafra en Priego. Daaruit ontwikkelen zich elf gymnasia en drie universiteiten. Johannes wordt daarin bijgestaan door een groep priesters die hij in Córdoba bijeengebracht heeft. Wegens zijn ziekelijkheid neemt Johannes niet deel aan het Concilie van Trente[d:21] maar hij ondersteunt dat wel met zijn geschriften. Zeer belangrijk was Johannes' intensieve correspondentie (er zijn ruim 250 brieven overgeleverd) met heiligen als Teresa van Ávila, Johannes de Deo, Francisco de Borja en Ignatius van Loyola, de stichter van de Jezuietenorde met wie hij sinds 1554 bekend was.
In 1560 trekt Johannes zich uitgeput en getekend door ziekte terug in Montilla. Hij laat talrijke geschriften na, onder andere over de Eucharistie, over opvoeding en het celibaat en preken over Maria.
Johannes van Avila is in 1894 zalig verklaard door paus Leo XIII. Op 31 mei 1970 is hij heilig verklaard. Zijn feest wordt gevierd op 10 mei. Het is nog niet bekend op welke datum Johannes van Ávila plechtig tot kerkleraar[d:328] zal worden verklaard.
Zie ook: 07.10.2013 - Paus Benedictus XVI, Homilie Schoonheid van het Evangelie, 3,6[4719|3.6]
Extra opties voor deze alinea
Reageer op deze alinea Deel op social media
Bericht
Heilige Johannes van Avila binnenkort kerkleraar
20 augustus 2011
26 maart 2015