Op Aswoensdag, 14 februari a.s, begint voor de Rooms Katholieke Kerk de voorbereidingstijd op het Paasfeest, de Verrijzenis van de Heer. De periode van Veertigdagen (de zondagen tellen daarbij niet mee, zij zijn al de dagen waarop de Verrijzenis gevierd wordt) – “Veertigdagentijd” – is ook bekend als de “Vastentijd”. Door inkeer, gebed en aalmoezen geven, maar vooral door bekering en het boete en verzoening doen, bereid de Christen zich voor. Zie ook het thema Boodschappen voor de Veertigdagentijd en het thema met de diverse homilieën en andere catecheses over Aswoensdag.
Enkele voorbeelden van teksten over met name de Aswoensdag:
Paus Franciscus:
- 26-02-2020: Homilie “Bedenk, mens, dat ge stof zijt en tot stof zult wederkeren!” (vgl. Gen. 3,19)
- 14-02-2018: Homilie Vasten: blijf staan, kijk en kom terug!
- 01-03-2017: Homilie De Vasten, een tijd om adem te halen
- 10-02-2016: Homilie Drie remedies die de zonde genezen
Paus Benedictus XVI:
- 13-02-2013: Homilie “Keer terug tot Mij, van ganser harte” (de laatste homilie van Paus Benedictus XVI in een openbare Eucharistieviering)
- 22-02-2012: Homilie Het teken van de as
- 22-02-2012: Audiëntie catechese over Aswoensdag
- 09-03-2011: Homilie Aswoensdag en Veertigdagentijd
- 17-02-2010: Audiëntie De betekenis van de Veertigdagentijd en in het bijzonder Aswoensdag
- 06-02-2008: Homilie Niet de aanwezigheid van God vervreemdt de mens, maar Zijn afwezigheid
- 06-02-2008: Audiëntie: “Wordt meer bewust van je Christen-zijn”
- 21-02-2007: Homilie De Aswoensdag als “poort” naar de Veertigdagentijd
- 21-02-2007: Audiëntie “Bekeert u en gelooft in het Evangelie”
Aangaande het opleggen van het askruisje geldt er voor Nederland een indult, waarbij het een diaken wordt toegestaan om de door de Bisschop of een priester gezegende as in een viering, zonder H. Mis, het askruisje op te leggen. Verder blijft dit voorbehouden aan de priester: Normen inzake de asoplegging en bijbehorende Decreet.
Regels aangaande het vasten zelf:
- Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 1438
- Kerkelijk wetboek cann. 1250-1253
- Nederlands toepassingsbesluit
In de Traditionele Latijnse Liturgie
In de Buitengewone Vorm van de Romeinse Ritus volgens het Missaal van 1962, zoals door de Paus Johannes XXIII vastgesteld, wordt vanaf zondag 28 januari de zogenaamde “Voorvasten” gevierd. De zondagen Septuagesima, Sexagesima en Quinquagesima (resp. zeventigste, zestigste en vijftigste dag voor Pasen) sluiten aan bij de Veertigdagentijd (ook al is dit niet zuiver rekenkundig juist een juiste benaming).
Op zaterdag vóór Septuagesima wordt aan het einde van de 1e Vespers het “Alleluja” symbolisch en plechtig ten grave gedragen. De liturgische kleur wordt dan paars, ‘Gloria’ en ‘Alleluja’ worden niet meer gebruikt, maar het orgel mag nog wel spelen en ook de ‘gewone zondagse’ Prefatie van de Drie-eenheid wordt gebruikt. Het vasten is dan nog niet verplicht. Vanaf Aswoensdag zwijgt ook het orgel en de Prefatie van de Vasten wordt gebruikt en dan gelden de normale regels voor het ‘echte vasten’.