Compendium van de Sociale Leer van de Kerk

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Compendium van de Sociale Leer van de Kerk
Pauselijke Raad "Justitia et Pax"
26 oktober 2004
Curie - Compendium
Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie
2004
www.vatican.va, redactie, katholiekgezin.nl
20 februari 2025
769
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 9

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
- Artikel 2 De mens en het universum van de geschapen dingen
456
De Bijbelse visie inspireert hoe christenen zich verhouden ten opzichte van hun gebruik van de aarde alsook tegenover de ontwikkeling van de wetenschap en de techniek. Het tweede Vaticaans concilie heeft bevestigd dat de mens terecht meent "dat hij, doordat hij deel heeft aan het licht van de goddelijke geest, door zijn verstand het stoffelijk heelal overtreft" 1[[575|15]]. De Concilievaders hebben de vooruitgang erkend die geboekt werd door het in de loop der eeuwen in alle ijver trainen van de verstandelijke gaven van de mens, zowel in de empirische wetenschappen, in de techniek en de geesteswetenschappen 2[[[575|15]]]. En tegenwoordig heeft hij "vooral door de wetenschap en de techniek (...) zijn machtsgebied haast tot de gehele natuur uitgebreid en steeds gaat hij daarin verder" 3[[575|33]]. Want omdat "de mens naar Gods beeld (is) geschapen en de opdracht (heeft) gekregen om, door de aarde met alles wat zij in zich bevat aan zich te onderwerpen, de wereld in rechtvaardigheid en heiligheid te besturen en om, God als de schepper van alles erkennend, zichzelf en de totaliteit der dingen naar Hem terug te voeren, zodat na de onderwerping van alles aan de mens Gods naam over de gehele wereld te bewonderen zal zijn", leert het Concilie dat "de individuele en gezamenlijke activiteiten van de mensen, anders gezegd, die grootse onderneming waarin de mensen in de loop der eeuwen moeite doen om hun levensvoorwaarden te verbeteren, in zichzelf beschouwd met Gods bedoeling correspondeert" 4[[575|34]].

Referenties naar alinea 456: 1

Caritas in Veritate ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
457
De resultaten van de wetenschap en de techniek zijn op zichzelf positief. "Verre van te menen dat de werken die de mensen door hun natuurlijke talenten en werkkracht presteren aan de macht van God tegengesteld zijn en dat het redelijk schepsel een soort concurrent van de Schepper wordt, zijn de christenen er derhalve van overtuigd dat de overwinningen van de mensheid veeleer een teken zijn van Gods grootheid en de vrucht van zijn onuitsprekelijk raadsbesluit" 5[[575|34]]. De Concilievaders benadrukken ook het feit dat "naarmate nu de macht van de mensen groeit, des te verder (...) zich hun verantwoordelijkheid (verbreidt), zowel van de enkeling als van de gemeenschap" 6[[575|34]] en dat elke menselijke activiteit in overeenstemming moet zijn met het plan en de wil van God, met het echte welzijn van de mensheid 7[[[575|35]]]. In dit verband heeft het magisterium herhaaldelijk benadrukt dat de katholieke kerk onder geen beding gekant is tegen vooruitgang 8“Mercy Maternity Hospital” van Melbourne[[[1413]]]; veeleer beschouwt zij "wetenschap en techniek als een wonderlijk product van een door God geschonken menselijke creativiteit, aangezien zij ons voorzien hebben van wonderlijke mogelijkheden waar wij allen dankbaar van genieten". 9[[[2393|(3)]]] Daarom, "als mensen die geloven in God, die zag dat de natuur die hij geschapen had 'goed' was, genieten wij van de technologische en economische vooruitgang die mensen door gebruik te maken van hun intelligentie hebben gerealiseerd" 10[[2394|(5)]].

Referenties naar alinea 457: 1

Caritas in Veritate ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
458
De overwegingen van het magisterium omtrent wetenschap en technologie in het algemeen, kunnen ook worden toegepast op het milieu en de landbouw. De Kerk waardeert "de voordelen die resulteren - en die nog steeds kunnen resulteren - uit de studie en toepassing van de moleculaire biologie, aangevuld met andere disciplines zoals genetica en haar technische toepassing in landbouw en industrie" 11[[234|2]]. Techniek kan immers "een waardevol instrument zijn voor het oplossen van talrijke ernstige problemen, op de eerste plaats dat van de honger en ziekte, door de productie van een variëteit aan veredelde en meer resistente planten en door de productie van waardevolle medicijnen" 12[[2395|(4)]]. Toch is het belangrijk om het concept van "juiste toepassing" te herbevestigen, omdat "wij weten dat dit potentieel niet neutraal is: het kan zowel voor de vooruitgang van de mens als voor zijn degradatie aangewend worden" 13[[2393|(3)]]. Daarom "is het noodzakelijk om een houding van voorzichtigheid aan te nemen en zeer aandachtig te zijn voor de natuur, doel en middelen van de verschillende vormen van toegepaste technologie" 14[[2394|(4)]]. Wetenschappers moeten daarom "echt hun onderzoek en technische vaardigheden gebruiken ten dienste van de mensheid" 15[[2396|(11)]] door deze te onderwerpen aan "de morele principes en waarden die in hun totaliteit de waardigheid van de mens respecteren" 16[[1465|6]].

Referenties naar alinea 458: 1

Caritas in Veritate ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
459
Een centraal referentiepunt voor elke wetenschappelijke en technologische toepassing is het respect voor de mens, dat ook vergezeld moet gaan van een verplichte houding van respect voor andere levende wezens. Zelfs indien men zou overwegen om in hen enige wijziging aan te brengen, moet men rekening houden "met de natuur van elk en met het onderlinge verband in een geordend systeem" 17[[350|34]]. In die zin doen de formidabele mogelijkheden van biologisch onderzoek zeer ernstige vragen rijzen, voor zover "men misschien nog niet in staat is om biologische storingen in de natuur te evalueren die veroorzaakt zouden worden door slecht overwogen genetische manipulaties en door een weinig scrupuleuze ontwikkeling van nieuwe vormen van plantaardig en dierlijk leven, om dan nog maar te zwijgen over het onaanvaardbaar experimenteren in verband met de oorsprong van het menselijk leven zelf" 18[[1932|7]]. In feite "is het nu duidelijk geworden dat de toepassing van deze ontdekkingen in de industrie en landbouw schadelijke effecten op lange termijn hebben veroorzaakt. Dit heeft geleid tot de pijnlijke bewustwording dat we niet kunnen tussenkomen in een domein van het ecosysteem zonder zeer aandachtig te zijn zowel voor de gevolgen van dergelijke tussenkomst in andere domeinen als voor het welzijn van toekomstige generaties" 19[[1932|6]].

Referenties naar alinea 459: 1

Caritas in Veritate ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
460
De mens mag dus nooit vergeten dat "zijn vermogen (...) om met zijn eigen arbeid de wereld te veranderen en in zekere zin te scheppen (...) steeds gebeurt op basis van de eerste oorspronkelijke schenking van de dingen door God" 20[[3|37]]. Hij mag niet "naar willekeur kunnen beschikken over de aarde en haar zonder voorbehoud kunnen onderwerpen aan zijn eigen wil, alsof zij geen eigen vorm had en geen eerdere bestemming die God aan haar gegeven heeft en die de mens kan ontwikkelen maar niet moet verraden" 21[[3|37]]. Wanneer hij zo handelt, stelt de mens, "in plaats van zijn rol als medewerker van God in het scheppingswerk te vervullen (...) zich in Gods plaats en zo roept hij tenslotte de opstand van de natuur op, die door hem meer getiranniseerd wordt dan bestuurd" 22[[3|37]]. Indien de mens in de natuur ingrijpt zonder haar te misbruiken of te schaden, dan kan men zeggen dat hij "niet tussenkomt om de natuur te wijzigen maar om haar ontwikkeling te bevorderen volgens haar eigen wezen, dat van de schepping zoals die door God gewild is. Wanneer hij in dit zeer delicate domein werkzaam is, draagt de onderzoeker bij tot het plan van God. God heeft gewild dat de mens de koning van de schepping is" 23[[1458]]. Uiteindelijk is het God zelf die aan de mensen de eer verleent om met al de krachten van hun verstand aan het scheppingswerk mee te werken.

Referenties naar alinea 460: 1

Caritas in Veritate ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media