Catechismus van de Katholieke Kerk

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Catechismus van de Katholieke Kerk
15 augustus 1997
Catechismus - Catechismus
1997, Libreria Editrice Vaticana / 2023, Nederlandse Bisschoppenconferentie
Hierin verwerkt de officiële aanpassingen aan de "editio typica" volgens o.a. het protocol van wijzigingen 1997
De referenties, de leeswijzer, trefwoorden (conform de Nederlandstalige uitgave) en nummertoevoegingen aan de inhoudsopgave zijn toevoegingen van de redactie om het gebruik van de Catechismus te bevorderen. Deze toevoegingen, hoewel getrouw aan de kerkelijke leer, vormen geen onderdeel van de geautoriseerde, door de Apostolische Constitutie Fidei Depositum vastgestelde uitgave.
Aanpassingen aan de 3e druk (2023), waar nodig, aangegeven. (Alleen van toepassing op de Nederlandstalige vertaling)
De nummers van de noten komen, om technische redenen, niet overeen met de officiële uitgaven.Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1997
3 april 2025
1
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 284

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media

Referenties naar alinea 999: 3

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
- I. - De verrijzenis van Christus en onze verrijzenis (992-1004)
992

298
Een geleidelijke openbaring van de verrijzenis
De verrijzenis van de doden is door God geleidelijk geopenbaard aan zijn volk. De hoop op de lichamelijke verrijzenis van de doden heeft zich opgedrongen als een wezenlijk gevolg van het geloof in God als Schepper van de hele mens, van ziel en lichaam. De Schepper van hemel en aarde is ook degene die trouw zijn verbond met Abraham en zijn nageslacht in stand houdt. Vanuit dit dubbele perspectief zal het geloof in de verrijzenis gestalte beginnen te krijgen. In hun beproevingen belijden de als martelaar gestorven Makkabeeën:
De Koning van de wereld zal ons, die voor zijn wet sterven, opwekken tot een eeuwig leven (2 Makk. 7, 9)[b:2 Makk. 7, 9]. De dood door de handen van mensen wordt begerenswaardig door de hoop die God ons geeft, dat Hij ons weer doet opstaan (2 Makk. 7, 14)[b:2 Makk. 7, 14]. 1[[b:2 Makk. 7, 29; Dan. 12, 1-13]]
Zie ook alinea's: -297-[al:297]

Referenties naar alinea 992: 2

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
993

575
De Farizeeën 2[[b:Hand. 23, 6]] en heel wat tijdgenoten van de Heer 3[[b:Joh. 11, 24]] hoopten op de verrijzenis. Jezus leert deze uitdrukkelijk. Aan de Sadduceeën, die de verrijzenis ontkennen, antwoordt Hij: "Zijt gij niet op een dwaalspoor, juist omdat gij noch de Schrift, noch Gods macht kent?" (Mc. 12, 24)[b:Mc. 12, 24]. Het geloof in de verrijzenis berust op het geloof in God, die "geen God van doden, maar van levenden is" (Mc. 12, 27)[b:Mc. 12, 27].
Zie ook alinea's: -575-[al:575]-205-[al:205]

Referenties naar alinea 993: 2

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
994

646
652
Maar er is meer: Jezus verbindt het geloof in de verrijzenis met zijn eigen persoon: "Ik ben de verrijzenis en het leven" (Joh. 11, 25)[b:Joh. 11, 25]. Het is Jezus zelf die op de laatste dag hen zal doen verrijzen die in Hem geloofd hebben 4[[b:Joh. 5, 24-25; Joh. 6, 40]] en die zijn lichaam gegeten en zijn bloed gedronken hebben. 5[[b:Joh. 6, 54]] Hij geeft hiervan nu reeds een teken en een onderpand door sommige doden het leven terug te geven. 6[[b:Mc. 5, 21-42; Lc. 7, 11-17; Joh. 11]] Hij kondigt daarmee zijn eigen verrijzenis aan, die evenwel van een andere orde zal zijn. Over dit unieke gebeuren spreekt Hij als over "het teken van de profeet Jona" (Mt. 12, 39)[b:Mt. 12, 39], het teken van de tempel. 7[[b:Joh. 2, 19-22]] Hij kondigt zijn verrijzenis aan die op de derde dag na zijn terechtstelling zal plaatshebben. 8[[b:Mc. 10, 34]]


Zie ook alinea's: -646-[al:646]-652-[al:652]

Referenties naar alinea 994: 2

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
995
Getuige zijn van Christus is "getuige" zijn" van zijn verrijzenis" (Hand. 1, 22)[b:Hand. 1, 22], 9[[b:Hand. 4, 33]] "met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden was opgestaan" (Hand. 10, 41)[b:Hand. 10, 41]. De christelijke hoop op de verrijzenis is volledig getekend door de ontmoetingen met de verrezen Christus. Wij zullen evenals Hij, met Hem en door Hem verrijzen.
Zie ook alinea's: -860-[al:860]-655-[al:655]

Referenties naar alinea 995: 2

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
996
Vanaf het begin heeft het christelijk geloof in de verrijzenis onbegrip en tegenstand ontmoet. 10[[b:Hand. 17, 32; 1 Kor. 15, 12-13]] "Op geen enkel punt ontmoet het christelijk geloof meer tegenstand dan inzake de verrijzenis van het lichaam". 11[[838]] Over het algemeen aanvaardt men dat het leven van de mens na de dood in geestelijke zin wordt voortgezet. Maar hoe kan men geloven dat dit zo duidelijk sterfelijk lichaam kan verrijzen tot het eeuwig leven?
Zie ook alinea's: -643-[al:643]

Referenties naar alinea 996: 2

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
997

366
Hoe verrijzen de doden?
Wat is "verrijzen"? Bij de dood, die de scheiding is van lichaam en ziel, gaat het lichaam van de mens tot ontbinding over, terwijl zijn ziel God tegemoet gaat in de verwachting van de hereniging met haar verheerlijkt lichaam. God zal in zijn almacht het onvergankelijk leven definitief aan ons lichaam teruggeven door het krachtens de verrijzenis van Jezus met onze ziel te verenigen.
Zie ook alinea's: -366-[al:366]

Referenties naar alinea 997: 3

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
998

1038
Wie zal verrijzen? Alle mensen die gestorven zijn: "Dan zullen zij die het goede deden, uit de graven te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden, tot de opstanding ten oordeel" (Joh. 5, 29)[b:Joh. 5, 29]. 12[[b:Dan. 12, 2]]
Zie ook alinea's: -1038-[al:1038]

Referenties naar alinea 998: 3

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
999

640
645
Hoe? Christus is met zijn eigen lichaam verrezen. "Kijkt naar mijn handen en voeten: Ik ben het zelf" (Lc. 24, 39)[b:Lc. 24, 39]; maar Hij is niet opnieuw teruggekeerd naar een leven op aarde. Evenzo zullen "in Hem allen met hun eigen lichaam verrijzen dat zij nu hebben". 13[[796|2]] Dat lichaam zal echter "veranderd worden in een verheerlijkt lichaam" (Fil. 3, 21)[b:Fil. 3, 21], in een "geestelijk lichaam" (1 Kor. 15, 44)[b:1 Kor. 15, 44].
Maar, zal iemand vragen, hoe verrijzen de doden? Met wat voor lichaam? Een dwaze vraag! Ook wat gijzelf zaait, moet eerst sterven, voor het tot leven komt, en wat gij zaait, is slechts een graankorrel (...). Wat gezaaid wordt in vergankelijkheid, verrijst in onvergankelijkheid. (...) De doden zullen verrijzen in onvergankelijkheid (...). Want dit vergankelijke moet met onvergankelijkheid worden bekleed" (1 Kor. 15, 35-37.42.52-53)[b:1 Kor. 15, 35-37.42.52-53].
Zie ook alinea's: -640-[al:640]-645-[al:645]

Referenties naar alinea 999: 3

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1000

647
1154
1405
Dit "hoe" gaat onze verbeeldingskracht en ons begrip te boven: het kan slechts in geloof benaderd worden. Maar onze deelname aan de Eucharistie geeft ons al een voorproef van de gedaanteverandering van ons lichaam door Christus:
Want zoals het brood van de aarde door de aanroeping van God geen gewoon brood meer is, maar de Eucharistie, die een aards en een hemels aspect heeft, zo ook zijn onze lichamen die delen in de Eucharistie, niet meer vergankelijk, maar bezitten zij de hoop op de verrijzenis. 14[[848]]
Zie ook alinea's: -647-[al:647]-1405-[al:1405]

Referenties naar alinea 1000: 3

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1001

1038
Wanneer? Definitief "op de laatste dag" (Joh. 6, 39-40.44.54; Joh. 11, 24)[b:Joh. 6, 39-40.44.54; Joh. 11, 24], "op het einde van de wereld". 15[[617|48]] Immers, de verrijzenis van de doden is innig verbonden met de parousie van Christus:

Want wanneer het bevel gegeven wordt, als de stem van de aartsengel weerklinkt en de bazuin van God, dan zal de Heer zelf van de hemel neerdalen en eerst zullen de doden die in Christus zijn, verrijzen (1 Tess. 4, 16)[b:1 Tess. 4, 16].
Zie ook alinea's: -1038-[al:1038]-673-[al:673]

Referenties naar alinea 1001: 3

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1002

655
Verrezen met Christus
Als het waar is dat Christus ons "op de laatste dag" zal doen verrijzen, dan is het ook waar dat wij in zekere zin reeds verrezen zijn met Christus. Immers, dankzij de heilige Geest is het christelijk leven op aarde van nu af aan een deelnemen aan de dood en de verrijzenis van Christus:
In de doop zijt gij met Hem begraven, maar ook met Hem verrezen, door uw geloof in de kracht van God, die Hem uit de doden deed opstaan (...). Als gij dan met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods" (Kol. 2, 12; Kol. 3, 1)[b:Kol. 2, 12; Kol. 3, 1].
Zie ook alinea's: -655-[al:655]

Referenties naar alinea 1002: 2

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1003

556
2796
Verenigd met Christus door het doopsel hebben de gelovigen al werkelijk deel aan het hemelse leven van de verrezen Christus, 16[[b:Fil. 3, 20]] maar dit leven blijft "met Christus verborgen in God" (Kol. 3, 3)[b:Kol. 3, 3]. "En Hij heeft ons samen met Hem doen opstaan en zetelen in de hemelen, in Christus Jezus" (Ef. 2, 6)[b:Ef. 2, 6]. Gevoed met zijn lichaam in de eucharistie behoren wij reeds tot het lichaam van Christus. Wanneer wij op de laatste dag zullen verrijzen, zullen wij "met Hem verschijnen in heerlijkheid" (Kol. 3, 4)[b:Kol. 3, 4].
Zie ook alinea's: -1227-[al:1227]-556-[al:556]-2796-[al:2796]

Referenties naar alinea 1003: 2

Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1004

364
In afwachting van die dag delen lichaam en ziel van de gelovige reeds in de waardigheid van het zijn "in Christus"; vandaar de eis eerbied te hebben voor het eigen lichaam, maar ook voor dat van anderen, vooral wanneer het lijdt:
Het lichaam is er voor de Heer en de Heer voor het lichaam. God heeft niet alleen de Heer opgewekt uit de dood, Hij zal ook ons doen opstaan door zijn kracht. Gij weet toch dat uw lichamen ledematen zijn van Christus? (...) Gij zijt niet van uzelf. (...) Eert dan God met uw lichaam (1 Kor. 6, 13-15.19-20)[b:1 Kor. 6, 13-15.19-20].
Zie ook alinea's: -364-[al:364]-1397-[al:1397]

Referenties naar alinea 1004: 3

Naar de gelijkenis met God - altijd? Geestelijke gestoordheid bij mensen ->=geentekst=
Spe Salvi ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media