Catechismus van de Katholieke Kerk

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Catechismus van de Katholieke Kerk
15 augustus 1997
Catechismus - Catechismus
1997, Libreria Editrice Vaticana / 2023, Nederlandse Bisschoppenconferentie
Hierin verwerkt de officiële aanpassingen aan de "editio typica" volgens o.a. het protocol van wijzigingen 1997
De referenties, de leeswijzer, trefwoorden (conform de Nederlandstalige uitgave) en nummertoevoegingen aan de inhoudsopgave zijn toevoegingen van de redactie om het gebruik van de Catechismus te bevorderen. Deze toevoegingen, hoewel getrouw aan de kerkelijke leer, vormen geen onderdeel van de geautoriseerde, door de Apostolische Constitutie Fidei Depositum vastgestelde uitgave.
Aanpassingen aan de 3e druk (2023), waar nodig, aangegeven. (Alleen van toepassing op de Nederlandstalige vertaling)
De nummers van de noten komen, om technische redenen, niet overeen met de officiële uitgaven.Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1997
3 april 2025
1
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 284

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
- III - Christus heeft zichzelf aan zijn Vader aangeboden voor onze zonden (606-618)
606

517
536
De Zoon van God "die uit de hemel is neergedaald, niet om zijn eigen wil te doen, maar die van de Vader die Hem gezonden heeft" 1[[b:Joh. 6, 38]], "zegt, als Hij in de wereld komt: (...) Hier ben Ik (...) Ik ben gekomen, o God, om uw wil te doen (...) Door die wil zijn wij geheiligd, eens voor al, door het offer van het lichaam van Jezus Christus" (Heb. 10, 5-10)[b:Heb. 10, 5-10]. Vanaf het eerste ogenblik van zijn menswording verenigt Hij zichzelf geheel met Gods heilsplan in zijn verlossende zending, "Mijn spijs is, de wil te doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen" (Joh. 4, 34)[b:Joh. 4, 34]. Het offer van Jezus "voor de zonden van de hele wereld" (1 Joh. 2, 2)[b:1 Joh. 2, 2] is de uitdrukking van zijn liefdesgemeenschap met de Vader: "Hierom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven geef" (Joh. 10, 17)[b:Joh. 10, 17]. "De wereld moet weten dat Ik de Vader liefheb en dat Ik handel zoals Hij Mij bevolen heeft" (Joh. 14, 31)[b:Joh. 14, 31].
Zie ook alinea's: -517-[al:517]-536-[al:536]

Referenties naar alinea 606: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
607

457
Dit verlangen zich geheel en al te wijden aan het heilsplan van de verlossende liefde van zijn Vader bezielt heel het leven van Jezus 2[[b:Lc. 12, 50; Lc. 22, 15; Mt. 16, 21-23]], want zijn verlossend lijden is de bestaansgrond van zijn menswording: " 'Vader, red Mij uit dit uur!' Maar daarom juist ben Ik tot aan dit uur gekomen" (Joh. 12, 27)[b:Joh. 12, 27]. "Zou ik de beker die mijn Vader Mij gegeven heeft, niet drinken?" (Joh. 18, 11)[b:Joh. 18, 11]. En nog op het kruis zegt Jezus, "Ik heb dorst" (Joh. 19, 28)[b:Joh. 19, 28] en pas daarna "alles volbracht is" (Joh. 19, 30)[b:Joh. 19, 30].
Zie ook alinea's: -457-[al:457]

Referenties naar alinea 607: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
608

1551
"Het Lam dat de zonde van de wereld wegneemt"
Nadat Johannes de Doper erin toegestemd had Hem te dopen in de rij van de zondaars 3[[b:Lc. 3, 21; Mt. 3, 14-15]], heeft Hij in Jezus het "Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1, 29)[b:Joh. 1, 29] gezien en getoond 4[[b:Joh. 1, 36]]. Hij laat zo zien dat Jezus zowel de lijdende dienaar is die zich stom naar de slachtbank laat leiden 5[[b:Jes. 53, 7; Jer. 11, 19]] en de zonden van velen draagt 6[[b:Jes. 53, 12]] als het Paaslam, symbool van de verlossing van Israël ten tijde van het eerste Pasen 7[[b:Ex. 12, 3-14; Joh. 19, 36; 1 Kor. 5, 7]]. Heel het leven van Christus drukt zijn zending uit: "Dienen en zijn leven als losprijs geven voor velen" 8[[b:Mc. 10, 45]].
Zie ook alinea's: -523-[al:523]-517-[al:517]

Referenties naar alinea 608: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
609

272
515
539
Jezus sluit zich uit vrije wil bij de verlossende liefde van de Vader aan
Door zich in zijn menselijk hart aan te sluiten bij de liefde van de Vader voor de mensen heeft Jezus "hen tot het uiterste toe bemind" (Joh. 13, 1)[b:Joh. 13, 1], " want geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden" (Joh. 15, 13)[b:Joh. 15, 13]. Zo is in het lijden en de dood zijn mensheid het vrije en volmaakte instrument geworden van zijn goddelijke liefde, die het heil van de mensen wil 9[[b:Heb. 2, 10.17-18; Heb. 4, 15; Heb. 5, 7-9]]. Hij heeft immers vrijwillig zijn lijden en zijn dood op zich genomen uit liefde voor zijn Vader en voor de mensen die de Vader wil redden: "Niemand neemt Mij mijn leven af, maar Ik geef het uit Mijzelf" (Joh. 10, 18)[b:Joh. 10, 18]. Vandaar de soevereine vrijheid van de Zoon van God, wanneer Hijzelf de dood ingaat 10[[b:Joh. 18, 4-6; Mt. 26, 53]].
Zie ook alinea's: -478-[al:478]-515-[al:515]-272-[al:272]-539-[al:539]

Referenties naar alinea 609: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
610

766
1337
Bij het laatste avondmaal is Jezus vooruitgelopen op het vrijwillig offer van zijn leven.
Jezus heeft op sublieme wijze het vrijwillig offer van zichzelf tot uitdrukking gebracht in de maaltijd die Hij met de twaalf apostelen gehouden heeft 11[[b:Mt. 26, 20]] in "de nacht waarin Hij werd overgeleverd" (1 Kor. 11, 23)[b:1 Kor. 11, 23], De avond voor zijn lijden heeft Jezus, toen Hij nog vrij was, van dit laatste avondmaal met zijn apostelen de gedachtenisviering gemaakt van zijn vrijwillige offerande aan de Vader 12[[b:1 Kor. 5, 7]] tot heil van de mensen: "Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt" (Lc. 22, 19)[b:Lc. 22, 19]. "Dit is het bloed van het Verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van de zonden" (Mt. 26, 28)[b:Mt. 26, 28].
Zie ook alinea's: -766-[al:766]-1337-[al:1337]

Referenties naar alinea 610: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
611

1337
1341
1364
1564
1566
De Eucharistie die Hij op dat ogenblik instelt, zal de "gedachtenis" (1 Kor. 11, 25)[b:1 Kor. 11, 25] zijn van zijn offer. Jezus sluit de apostelen bij zijn eigen offerande in en vraagt hen deze voort te zetten 13[[b:Lc. 22, 19]]. Daarmee stelt Jezus zijn apostelen aan tot priesters van het Nieuwe Verbond: "Omwille van hen wijd Ik mij aan U, opdat ook zij in waarheid aan U toegewijd mogen zijn" (Joh. 17, 19)[b:Joh. 17, 19] 14[[[695|15]]] 15[[[695|2]]].
Zie ook alinea's: -1364-[al:1364]-1341-[al:1341]-1566-[al:1566]

Referenties naar alinea 611: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
612

532
1009
2600
2701
2824
2849
De doodsangst in Getsemane
De beker van het Nieuwe Verbond waarop Jezus bij het laatste avondmaal vooruitgelopen is door zichzelf aan te bieden 16[[b:Lc. 22, 20]], ontvangt Hij vervolgens uit handen van de Vader in zijn doodsangst in Getsemane 17[[b:Mt. 26, 42]] door "gehoorzaam te worden tot de dood" (Fil. 2, 8)[b:Fil. 2, 8]. 18[[b:Heb. 5, 7-8]] Jezus bidt: "Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan..." (Mt. 26, 39)[b:Mt. 26, 39]. Hij drukt zo de afschuw uit die de dood betekent voor zijn menselijke natuur. Zijn menselijke natuur is immers, evenals de onze, bestemd voor het eeuwige leven; bovendien was zij, anders dan de onze, volkomen vrij van de zonde 19[[b:Heb. 4, 15]] die de dood veroorzaakt 20[[b:Rom. 5, 12]]; maar bovenal is de menselijke natuur van Jezus opgenomen in de goddelijke persoon van de "leidsman ten leven" (Hand. 3, 15)[b:Hand. 3, 15], van de "levende". 21[[b:Openb. 1, 17; Joh. 1, 4; Joh. 5, 26]] Door met zijn menselijke wil ermee in te stemmen dat de wil van de Vader geschiede 22[[b:Mt. 26, 42]], aanvaardt Hij zijn verlossende dood om in zijn eigen lichaam onze zonden op het kruishout te dragen" (1 Pt. 2, 24)[b:1 Pt. 2, 24].


Zie ook alinea's: -523-[al:523]-2600-[al:2600]-1009-[al:1009]

Referenties naar alinea 612: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
613

1366
1393
2099
De dood van Christus is het unieke en definitieve offer
De dood van Christus is zowel het Paasoffer dat de definitieve verlossing van de mensen 23[[b:1 Kor. 5, 7; Joh. 8, 34-36]] door "het Lam dat de zonde van de wereld wegneemt", 24[[b:Joh. 1, 29; 1 Pt. 1, 19]] bewerkstelligt als het offer van het Nieuwe Verbond 25[[b:1 Kor. 11, 25]] dat de mens de gemeenschap met God schenkt 26[[b:Ex. 24, 8]], omdat het hem met God verzoent door "het bloed dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van de zonden" 27[[b:Mt. 26, 28; Lev. 16, 15-16]].
Zie ook alinea's: -1366-[al:1366]-2099-[al:2099]

Referenties naar alinea 613: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
614

529
1330
1350
2100
2605
Dit offer van Christus is uniek, het is de voltooiing van alle offers en overtreft die nog 28[[b:Heb. 10, 10]]. Het is allereerst een gave van God de Vader zelf: het is de Vader die zijn Zoon overlevert om ons met Hem te verzoenen 29[[b:1 Joh. 4, 10]]. Tegelijkertijd is het een offerande van de mensgeworden Zoon van God die uit vrije wil en uit liefde 30[[b:Joh. 15, 13]] zijn leven aanbiedt 31[[b:Joh. 10, 17-18]] aan zijn Vader door de heilige Geest 32[[b:Heb. 9, 14]] om onze ongehoorzaamheid weer goed te maken.
Zie ook alinea's: -529-[al:529]-1330-[al:1330]-2100-[al:2100]

Referenties naar alinea 614: 2

Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
615

411
433
1850
2825
Jezus stelt in de plaats van onze ongehoorzaamheid zijn gehoorzaamheid
"Zoals door de ongehoorzaamheid van een mens allen zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaamheid van Een allen worden gerechtvaardigd" (Rom. 5, 19)[b:Rom. 5, 19]. Door zijn gehoorzaamheid tot de dood heeft Jezus de plaats ingenomen van de lijdende dienaar die "zijn leven als een zoenoffer geeft", "toen Hij de zonden van velen droeg", "die Hij rechtvaardigt door zelf hun zonde op zich te nemen" 33[[b:Jes. 53, 10-12]]. Jezus heeft voor onze fouten geboet en voor onze zonden aan de Vader genoegdoening gegeven 34[[[668|9]]].
Zie ook alinea's: -1850-[al:1850]-433-[al:433]-411-[al:411]

Referenties naar alinea 615: 2

Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
616

160
468
1851
2602
Op het kruis volbrengt Christus zijn offer
Het is "de liefde tot het uiterste toe" 35[[b:Joh. 13, 1]] die aan het offer van Christus zijn waarde van verlossing en herstel, verzoening en genoegdoening verleent. Hij heeft ons allen gekend en bemind in het offer van zijn leven 36[[b:Gal. 2, 20; Ef. 5, 2.25]]. "De liefde van Christus laat ons geen rust, sinds wij hebben ingezien dat Een is gestorven voor allen. Maar dan zijn allen gestorven!" (2 Kor. 5, 14)[b:2 Kor. 5, 14]. Geen enkele mens, ook al was hij nog zo heilig, was in staat de zonden van alle mensen op zich te nemen en zich als offer voor allen aan te bieden. De aanwezigheid in Christus van de goddelijke persoon van de Zoon, die alle mensen overtreft en tegelijkertijd omvat en die Hem aan het hoofd stelt van heel de mensheid, maakt zijn verlossend offer voor allen mogelijk.
Zie ook alinea's: -478-[al:478]-468-[al:468]-519-[al:519]

Referenties naar alinea 616: 2

Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
617

766
1182
1235
1476
1708
1992
"Door zijn heilig lijden op het kruishout heeft Hij voor ons de rechtvaardiging verdiend", leert het concilie van Trente 37[[668|9]]. Het onderstreept hiermee het unieke karakter van het offer van Christus als "oorzaak van eeuwig heil" (Heb. 5, 9)[b:Heb. 5, 9], En de Kerk vereert het kruis, wanneer zij zingt: "Ik groet u, kruis, want gij slechts zijt mijn hoop (...)"!"38Hymne "Vexilla Regis", vert.; Getijdenboek, blz. 744
Zie ook alinea's: -1992-[al:1992]-1235-[al:1235]

Referenties naar alinea 617: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
618

307
964
1368
1460
1508
2100
Onze deelname aan het offer van Christus
Het kruis is het unieke offer van Christus, "enige middelaar tussen God en de mensen" (1 Tim. 2, 5)[b:1 Tim. 2, 5]. Maar omdat Hij in zijn mensgeworden goddelijke Persoon "zich in zekere zin met iedere mens verenigd heeft" 39[[575|22]], biedt Hij "allen de mogelijkheid om op een wijze die God bekend is, in dit Paasgeheim te worden opgenomen" 40[[575|22]]. Hij roept zijn leerlingen op "hun kruis op te nemen en Hem te volgen" (Mt. 16, 24)[b:Mt. 16, 24], want "Hij heeft voor ons allen geleden, Hij heeft voor ons de weg gebaand om in zijn voetstappen te treden" 41[[b:1 Pt. 2, 21]]. Hij wil immers zelfs hen die er het eerst profijt van hebben, deelgenoot maken van zijn verlossend offer 42[[b:Mc. 10, 39; Joh. 21, 18-19; Kol. 1, 24]]. Dat is op verheven wijze verwezenlijkt in de persoon van zijn moeder, die meer dan ieder ander nauw betrokken is bij het mysterie van zijn verlossend lijden. 43[[b:Lc. 2, 35]]

Buiten het kruis is er geen andere ladder om naar de hemel op te stijgen. 44[[1340]]
Zie ook alinea's: -1368-[al:1368]-1460-[al:1460]-307-[al:307]-2100-[al:2100]-964-[al:964]

Referenties naar alinea 618: 1

Youcat ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media