De Bijbel
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
De Bijbel
Willibrordvertaling 1975
1975
De Bijbel - De Bijbel
1975, KBS Boxtel / Uitg Emmaus Brugge
1975
28 december 2014
5061
nl
Taalopties voor dit document
Bekijk document in LatijnReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Oude Testament
- Genesis
- Exodus
- Leviticus
- Numeri
- Deuteronomium
- Jozua
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9
- Hoofdstuk 10
- Hoofdstuk 11
- Hoofdstuk 12
- Hoofdstuk 13
- Hoofdstuk 14
- Hoofdstuk 15
- Hoofdstuk 16
- Hoofdstuk 17
- Hoofdstuk 18
- Hoofdstuk 19
- Hoofdstuk 20
- Hoofdstuk 21
- Hoofdstuk 22
- Hoofdstuk 23
- Hoofdstuk 24
- Rechters
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9
- Hoofdstuk 10
- Hoofdstuk 11
- Hoofdstuk 12
- Hoofdstuk 13
- Hoofdstuk 14
- Hoofdstuk 15
- Hoofdstuk 16
- Hoofdstuk 17
- Hoofdstuk 18
- Hoofdstuk 19
- Hoofdstuk 20
- Hoofdstuk 21
- Ruth
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 4
- 1 Samuel
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9
- Hoofdstuk 10
- Hoofdstuk 11
- Hoofdstuk 12
- Hoofdstuk 13
- Hoofdstuk 14
- Hoofdstuk 15
- Hoofdstuk 16
- Hoofdstuk 17
- Hoofdstuk 18
- Hoofdstuk 19
- Hoofdstuk 20
- Hoofdstuk 21
- Hoofdstuk 22
- Hoofdstuk 23
- Hoofdstuk 24
- Hoofdstuk 25
- Hoofdstuk 26
- Hoofdstuk 27
- Hoofdstuk 28
- Hoofdstuk 29
- Hoofdstuk 30
- Hoofdstuk 31
- 2 Samuel
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9
- Hoofdstuk 10
- Hoofdstuk 11
- Hoofdstuk 12
- Hoofdstuk 13
- Hoofdstuk 14
- Hoofdstuk 15
- Hoofdstuk 16
- Hoofdstuk 17
- Hoofdstuk 18
- Hoofdstuk 19
- Hoofdstuk 20
- Hoofdstuk 21
- Hoofdstuk 22
- Hoofdstuk 23
- Hoofdstuk 24
- 1 Koningen
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9
- Hoofdstuk 10
- Hoofdstuk 11
- Hoofdstuk 12
- Hoofdstuk 13
- Hoofdstuk 14
- Hoofdstuk 15
- Hoofdstuk 16
- Hoofdstuk 17
- Hoofdstuk 18
- Hoofdstuk 19
- Hoofdstuk 20
- Hoofdstuk 21
- Hoofdstuk 22
- 2 Koningen
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9
- Hoofdstuk 10
- Hoofdstuk 11
- Hoofdstuk 12
- Hoofdstuk 13
- Hoofdstuk 14
- Hoofdstuk 15
- Hoofdstuk 16
- Hoofdstuk 17
- Hoofdstuk 18
- Hoofdstuk 19
- Hoofdstuk 20
- Hoofdstuk 21
- Hoofdstuk 22
- Hoofdstuk 23
- Hoofdstuk 24
- Hoofdstuk 25
- 1 Kronieken
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9
- Hoofdstuk 10
- Hoofdstuk 11
- Hoofdstuk 12
- Hoofdstuk 13
- Hoofdstuk 14
- Hoofdstuk 15
- Hoofdstuk 16
- Hoofdstuk 17
- Hoofdstuk 18
- Hoofdstuk 19
- Hoofdstuk 20
- Hoofdstuk 21
- Hoofdstuk 22
- Hoofdstuk 23
- Hoofdstuk 24
- Hoofdstuk 25
- Hoofdstuk 26
- Hoofdstuk 27
- Hoofdstuk 28
- Hoofdstuk 29
- 2 Kronieken
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9
- Hoofdstuk 10
- Hoofdstuk 11
- Hoofdstuk 12
- Hoofdstuk 13
- Hoofdstuk 14
- Hoofdstuk 15
- Hoofdstuk 16
- Hoofdstuk 17
- Hoofdstuk 18
- Hoofdstuk 19
- Hoofdstuk 20
- Hoofdstuk 21
- Hoofdstuk 22
- Hoofdstuk 23
- Hoofdstuk 24
- Hoofdstuk 25
- Hoofdstuk 26
- Hoofdstuk 27
- Hoofdstuk 28
- Hoofdstuk 29
- Hoofdstuk 30
- Hoofdstuk 31
- Hoofdstuk 32
- Hoofdstuk 33
- Hoofdstuk 34
- Hoofdstuk 35
- Hoofdstuk 36
- Ezra
- Nehemia
- Ester
- Job
- Psalmen
- Spreuken
- Prediker
- Hooglied
- Jesaja
- Jeremia
- Klaagliederen
- Ezechiël
- Daniël
- Hosea
- Joël
- Amos
- Obadja
- Jonas
- Micha
- Sefanja
- Haggai
- Zacharias
- Maleachi
- Tobit
- Judit
- 1 Makkabeeën
- 2 Makkabeeën
- Wijsheid
- Wijsheid van Jezus Sirach
- Baruch
- Nahum
- Habakuk
- Nieuwe Testament
- Evangelie volgens Matteüs
- Evangelie volgens Marcus
- Evangelie volgens Lucas
- Evangelie volgens Johannes
- Handelingen van de Apostelen
- Romeinen
- 1 Korintiërs
- 2 Korintiërs
- Galaten
- Efesiërs
- Filippenzen
- Kolossenzen
- 1 Tessalonicenzen
- 2 Tessalonicenzen
- 1 Timoteüs
- 2 Timoteüs
- Titus
- Hebreeën
- Jacobus
- 1 Petrus
- 2 Petrus
- 1 Johannes
- Apokalyps / Openbaringen
1
Na de dood van Mozes, de dienaar van Jahwe, sprak Jahwe tot Jozua, de zoon van Nun, de helper van Mozes:
Referenties naar alinea Jozua 1 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
`Mijn dienaar Mozes is gestorven. Nu moet gij u gereed maken om met heel dit volk de Jordaan over te trekken naar het land dat Ik aan de Israëlieten ga geven.
Referenties naar alinea Jozua 1 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Zoals Ik Mozes beloofd heb, geef Ik u iedere plek die uw voetzool betreedt;
Referenties naar alinea Jozua 1 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
uw gebied zal zich uitstrekken van de woestijn tot de Libanon en van de Grote Rivier, de Eufraat - heel het gebied van de Hethieten - tot aan de Grote Zee in het westen.
Referenties naar alinea Jozua 1 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Niemand zal u kunnen weerstaan, al de dagen van uw leven. Ik zal met u zijn zoals Ik met Mozes ben geweest. Ik zal u niet begeven en u niet verlaten.
Referenties naar alinea Jozua 1 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Wees sterk en moedig; gij zult dit volk in het bezit brengen van het land dat Ik hun vaderen onder ede beloofd heb.
Referenties naar alinea Jozua 1 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Wees zeer sterk en moedig en onderhoud nauwkeurig heel de wet die mijn dienaar Mozes u gegeven heeft. Wijk daar niet van af, naar rechts noch naar links; dan zal het u goed gaan, waar gij ook gaat.
Referenties naar alinea Jozua 1 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Nooit moet ge ophouden in dat wetboek te lezen. Ge moet het dag en nacht overwegen en ge moet alles wat daarin geschreven staat nauwkeurig volbrengen. Dan zult gij voorspoed en geluk hebben in alles wat gij doet.
Referenties naar alinea Jozua 1 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ik herhaal: Wees sterk en moedig en laat u door geen vrees verlammen, want Jahwe uw God is met u, waar gij ook gaat.'
Referenties naar alinea Jozua 1 9: 1
Tot het bij de Heilige Stoel geaccrediteerde Corps Diplomatique, Nieuwjaar 2016 ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen gaf Jozua aan de schrijvers de opdracht
Referenties naar alinea Jozua 1 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
het kamp rond te gaan met het bevel: `Maak proviand gereed, want over drie dagen trekt u over de Jordaan om bezit te nemen van het land dat Jahwe uw God u in eigendom geeft.'
Referenties naar alinea Jozua 1 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Tot de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse had Jozua gezegd:
Referenties naar alinea Jozua 1 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
`Denkt aan de opdracht die Mozes, de dienaar van Jahwe, u heeft gegeven: Jahwe uw God heeft u rust verleend en u dit land geschonken;
Referenties naar alinea Jozua 1 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
uw vrouwen en kinderen en uw vee kunnen in het land blijven dat Mozes u in het Overjordaanse gegeven heeft, maar uw mannen moeten gewapend voor uw broeders uittrekken om hen te helpen.
Referenties naar alinea Jozua 1 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zodra Jahwe aan uw broeders dezelfde rust geschonken heeft als aan u en ook zij het land in bezit hebben genomen dat Jahwe uw God hun geeft, moogt u terugkeren en genieten van het bezit van uw eigen land, dat Mozes, de dienaar van Jahwe, u ten oosten van de Jordaan gegeven heeft.'
Referenties naar alinea Jozua 1 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Zij hadden geantwoord: `Wij zullen al uw bevelen opvolgen en overal heengaan waar u ons zendt.
Referenties naar alinea Jozua 1 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Zoals wij altijd naar Mozes geluisterd hebben, zullen wij ook luisteren naar u. Moge Jahwe uw God met u zijn, zoals Hij met Mozes is geweest.
Referenties naar alinea Jozua 1 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Iedereen die zich tegen een bevel van u verzet en niet naar u luistert, als u ons iets opdraagt, zal ter dood gebracht worden. U moet echter sterk en moedig zijn.'
Referenties naar alinea Jozua 1 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Jozua, de zoon van Nun, stuurde vanuit Sittim twee spionnen weg met de opdracht: `Gaat het land erkennen, en bekijkt met name Jericho.' Zij gingen op weg en kwamen in het huis van een hoer, die Rachab heette. Daar bleven zij slapen.
Referenties naar alinea Jozua 2 1: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
De koning van Jericho werd gewaarschuwd: `Er zijn hier vannacht enkele Israëlieten aangekomen om het land te verkennen.'
Referenties naar alinea Jozua 2 2: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Daarop liet de koning van Jericho aan Rachab zeggen: `Lever de mannen uit die bij u hun intrek hebben genomen, want ze hebben de bedoeling het land te verkennen.'
Referenties naar alinea Jozua 2 3: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Maar de vrouw bracht de beide mannen naar een schuilplaats en antwoordde toen: `Ja, die mannen zijn wel bij me geweest, maar ik wist niet waar ze vandaan kwamen.
Referenties naar alinea Jozua 2 4: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Tegen donker, vlak voor de stadspoort dichtging, zijn ze weggegaan, waarheen weet ik niet. Maar als u ze onmiddellijk achterna gaat, haalt u ze nog wel in.'
Referenties naar alinea Jozua 2 5: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Zij had hen op het dak gebracht en hen verborgen onder het vlas, dat daar op rekken te drogen hing.
Referenties naar alinea Jozua 2 6: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Daarop gingen ze hen achterna in de richting van de doorwaadbare plaatsen in de Jordaan. Zodra de achtervolgers de stad uit waren, werd de poort weer gesloten.
Referenties naar alinea Jozua 2 7: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Nog voor de mannen waren gaan slapen, kwam de vrouw bij hen op het dak
Referenties naar alinea Jozua 2 8: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
en zei: `Ik weet dat Jahwe jullie het land heeft gegeven: de angst voor jullie heeft ons overvallen en alle bewoners van het land sidderen voor jullie.
Referenties naar alinea Jozua 2 9: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Wij hebben gehoord, dat Jahwe bij de uittocht uit Egypte de Rietzee voor jullie heeft drooggelegd en dat jullie in het Overjordaanse de twee koningen van de Amorieten, Sichon en Og, met de ban hebt geslagen.
Referenties naar alinea Jozua 2 10: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Toen wij dat hoorden, is ons de schrik om het hart geslagen en heeft niemand nog de moed gehad iets tegen jullie te ondernemen. Werkelijk, Jahwe jullie God is God in de hemel boven en op de aarde beneden.
Referenties naar alinea Jozua 2 11: 3
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Zweert dan bij Jahwe, dat jullie je over mijn familie zult ontfermen, zoals ik mij over jullie heb ontfermd. Dan heb ik een bewijs dat ik jullie kan vertrouwen
Referenties naar alinea Jozua 2 12: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
en dat je mijn vader en moeder, mijn broers en zusters en al hun verwanten in leven zult laten en ons van de dood zult redden.'
Referenties naar alinea Jozua 2 13: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
De mannen antwoordden: `Wij staan met ons leven borg voor jullie. Als jij onze plannen niet verraadt, zullen wij jullie onze dankbaarheid en trouw bewijzen, wanneer Jahwe ons het land heeft overgeleverd.'
Referenties naar alinea Jozua 2 14: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Toen liet zij hen aan een touw door het raam naar beneden; haar huis stond namelijk tegen de stadsmuur, zodat ze in de muur woonde.
Referenties naar alinea Jozua 2 15: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Ze zei nog tegen hen: `Jullie moeten de bergen ingaan, dan zullen de achtervolgers je niet vinden. Houdt je daar drie dagen schuil tot zij terug zijn; dan kun je verder gaan.'
Referenties naar alinea Jozua 2 16: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Daarop zeiden de mannen: `Wij zullen ons houden aan de eed, die je van ons gevraagd hebt.
Referenties naar alinea Jozua 2 17: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Als wij het land binnentrekken, moet je dit rode koord aan het raam binden, waardoor je ons naar beneden hebt gelaten, en je vader en moeder, je broers met heel je familie bij je in huis brengen.
Referenties naar alinea Jozua 2 18: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Als iemand uit je huis de straat opgaat, komt zijn bloed op zijn eigen hoofd: wij dragen dan geen verantwoording. Wij zijn wel verantwoordelijk als men de hand slaat aan iemand die bij je in huis is.
Referenties naar alinea Jozua 2 19: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Maar als je onze plannen verraadt, zijn wij ontslagen van de eed, die je van ons gevraagd hebt.'
Referenties naar alinea Jozua 2 20: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Ad Corinthios ->=geentekst=
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Zij antwoordde: `Dat is afgesproken.' Ze liet hen gaan en bond het rode koord aan het raam.
Referenties naar alinea Jozua 2 21: 3
Ad Corinthios ->=geentekst=Ad Corinthios ->=geentekst=
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
De mannen trokken de bergen in en bleven daar drie dagen, tot de achtervolgers teruggekeerd waren: die achtervolgers hadden op alle wegen gezocht en niets gevonden.
Referenties naar alinea Jozua 2 22: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Toen kwamen de beide mannen uit de bergen naar beneden, staken de Jordaan over en kwamen bij Jozua, de zoon van Nun. Zij vertelden wat hun was overkomen
Referenties naar alinea Jozua 2 23: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
en zeiden: `Jahwe heeft ons het land in handen gegeven; de bewoners zijn nu al doodsbang voor ons.'
Referenties naar alinea Jozua 2 24: 2
Ad Corinthios ->=geentekst=Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De volgende morgen vertrokken Jozua en de Israëlieten uit Sittim. Zij bereikten de Jordaan en zij overnachtten daar voor zij overstaken.
Referenties naar alinea Jozua 3 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De derde dag gingen de schrijvers het kamp door
Referenties naar alinea Jozua 3 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
en gaven het volk het bevel: `Als u ziet, dat de levitische priesters de ark van het verbond van Jahwe uw God opnemen, trekt er dan achter aan,
Referenties naar alinea Jozua 3 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
maar bewaart een afstand van tweeduizend el en komt niet dichterbij. U zult dan zien, welke weg u moet volgen, want u bent hier nog nooit geweest.'
Referenties naar alinea Jozua 3 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Jozua zei tot het volk: `Heiligt u, want morgen zal Jahwe wonderbare dingen bij u doen.'
Referenties naar alinea Jozua 3 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Tot de priesters zei Jozua: `Draagt de ark van het verbond voor het volk uit.' Daarop droegen zij de ark van het verbond voor het volk uit.
Referenties naar alinea Jozua 3 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
En Jahwe sprak tot Jozua: `Van nu af aan zal Ik zorgen, dat gij hoog in aanzien komt bij de Israëlieten. Zij moeten weten dat Ik met u ben, zoals Ik met Mozes ben geweest.
Referenties naar alinea Jozua 3 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Daarom moet ge de priesters die de ark van het verbond dragen bevel geven: Als u aan de oever van de Jordaan komt, gaat dan in de rivier staan.'
Referenties naar alinea Jozua 3 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen zei Jozua tot de Israëlieten: `Komt luisteren naar wat Jahwe uw God u te zeggen heeft.'
Referenties naar alinea Jozua 3 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
God verrast ons altijd weer ->=geentekst=
En Jozua zei: `Nu zult u ondervinden dat de levende God bij u is en dat hij de Kanaänieten, Hethieten, Chiwwieten, Perizzieten, Girgasieten, Amorieten en Jebusieten voor u zal verdrijven.
Referenties naar alinea Jozua 3 10: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=God verrast ons altijd weer ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De ark van het verbond van de Heer van heel de aarde zal u voorgaan, de Jordaan in.
Referenties naar alinea Jozua 3 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Zoekt twaalf mannen uit, een uit elke stam van Israël.
Referenties naar alinea Jozua 3 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zodra de priesters die de ark van Jahwe, de Heer van heel de aarde, dragen hun voetzool in het water van de Jordaan hebben gezet, zal het water hogerop in de Jordaan afgesneden worden en als een muur blijven staan.'
Referenties naar alinea Jozua 3 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen het volk opbrak om over de Jordaan te trekken, gingen de priesters, die de ark van het verbond droegen, voor het volk uit.
Referenties naar alinea Jozua 3 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
En zodra de priesters die de ark droegen bij de Jordaan kwamen en een voet in het water zetten - de Jordaan treedt in de oogsttijd overal buiten zijn oevers
Referenties naar alinea Jozua 3 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
bleef stroomopwaarts het water staan; in de verte, bij de stad Adam, in de omgeving van Saretan, rees het op als een muur; en het water dat wegstroomde naar de zee van Araba, de Zoutzee, werd er volkomen van afgesneden. Zo trok het volk bij Jericho de rivier over.
Referenties naar alinea Jozua 3 16: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Terwijl de Israëlieten over de droge bedding trokken, stonden de priesters, die de ark van het verbond van Jahwe droegen, midden in de Jordaan en zij bleven op de droge bedding staan tot heel het volk de Jordaan was overgetrokken.
Referenties naar alinea Jozua 3 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen het volk de Jordaan was overgetrokken, sprak Jahwe tot Jozua:
Referenties naar alinea Jozua 4 1: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
`Zoek twaalf mannen uit, van iedere stam een,
Referenties naar alinea Jozua 4 2: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
en geef hun deze opdracht: Haalt twaalf stenen uit de Jordaan, van de plek waar de voeten van de priesters staan. Brengt ze naar deze kant en legt ze op de plaats waar vannacht uw kamp staat.'
Referenties naar alinea Jozua 4 3: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Daarop riep Jozua de twaalf mannen die hij uit de Isralieten had laten aanwijzen bijeen, een uit iedere stam,
Referenties naar alinea Jozua 4 4: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
en zei tot hen: `Gaat de Jordaan in tot bij de ark van Jahwe uw God en neemt ieder een steen op uw schouder, naar het aantal van de stammen van Israël,
Referenties naar alinea Jozua 4 5: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
om daarmee een gedenkteken op te richten. Als uw kinderen later vragen: Wat betekenen die stenen?,
Referenties naar alinea Jozua 4 6: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
dan moet u zegen: Die betekenen, dat de Jordaan voor de ark van het verbond van Jahwe is afgesneden. Bij de overtocht is de Jordaan afgesneden; daarom zijn deze stenen voor de Israëlieten een blijvend gedenkteken.'
Referenties naar alinea Jozua 4 7: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De Israëlieten deden wat Jozua hun opdroeg. Zoals Jahwe aan Jozua had opgedragen, haalden zij, naar het aantal van de stammen van Israël, twaalf stenen uit het midden van de Jordaan, brachten die naar het kamp en legden ze daar neer.
Referenties naar alinea Jozua 4 8: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Twaalf stenen heeft Jozua midden in de Jordaan laten leggen, op de plek waar de voeten van de priesters gestaan hadden, die de ark van het verbond droegen. Ze liggen daar tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea Jozua 4 9: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De priesters, die de ark van het verbond droegen, bleven midden in de Jordaan staan, tot alles ten uitvoer was gebracht wat Jozua, in opdracht van Jahwe en krachtens zijn aanstelling door Mozes, aan het volk had bevolen. Het volk trok haastig naar de overkant.
Referenties naar alinea Jozua 4 10: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen het volk aan de overkant was, trokken ook de priesters met de ark van Jahwe onder de ogen van het volk naar de andere oever.
Referenties naar alinea Jozua 4 11: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De strijdbare mannen van Ruben, Gad en de halve stam Manasse waren aan de spits van de Israëlieten de rivier overgetrokken, zoals Mozes bevolen had.
Referenties naar alinea Jozua 4 12: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Met ongeveer veertigduizend gewapende mannen waren ze langs de ark van Jahwe de rivier overgetrokken om in de vlakte van Jericho de strijd te beginnen.
Referenties naar alinea Jozua 4 13: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Die dag heeft Jahwe Jozua bij alle Israëlieten zozeer in aanzien doen stijgen, dat ze voor hem evenveel ontzag kregen als voor Mozes, toen die nog leefde.
Referenties naar alinea Jozua 4 14: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
En Jahwe sprak tot Jozua:
Referenties naar alinea Jozua 4 15: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
`Gelast de priesters, die de ark met de verbondsakte dragen, uit de Jordaan te komen.'
Referenties naar alinea Jozua 4 16: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Jozua gelastte dus de priesters: `Komt uit de Jordaan.'
Referenties naar alinea Jozua 4 17: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen trokken de priesters, die de ark van het verbond van Jahwe droegen, uit het midden van de Jordaan weg. En nauwelijks hadden de voetzolen van de priesters het droge bereikt, of het water van de Jordaan hernam zijn loop en trad weer buiten zijn oevers.
Referenties naar alinea Jozua 4 18: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Op de tiende dag van de eerste maand is het volk van de Jordaan weggetrokken. Zij sloegen hun kamp op bij Gilgal, aan de oostgrens van Jericho.
Referenties naar alinea Jozua 4 19: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De twaalf stenen, die zij uit de Jordaan hadden meegenomen, stelde Jozua op bij Gilgal
Referenties naar alinea Jozua 4 20: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
en hij zei tot de Israëlieten: `Als uw kinderen later aan hun vader vragen: Wat betekenen die stenen?,
Referenties naar alinea Jozua 4 21: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
dan moet u uw kinderen deze uitleg geven: Hier is Israël over de droge bedding van de Jordaan getrokken.
Referenties naar alinea Jozua 4 22: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Jahwe, uw God heeft de Jordaan voor jullie drooggelegd, tot jullie de andere oever bereikt had, zoals Hij ook de Rietzee voor ons heeft drooggelegd, tot wij er doorheen waren.
Referenties naar alinea Jozua 4 23: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Daardoor zullen alle volken van de aarde weten, hoe machtig de hand van Jahwe jullie God is en zullen jullie altijd ontzag voor Hem hebben.'
Referenties naar alinea Jozua 4 24: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen de koningen van de Amorieten ten westen van de Jordaan en de koningen van de Kanaänieten in de kuststreek hoorden, dat Jahwe de Jordaan voor de Israëlieten had drooggelegd totdat zij naar de overkant getrokken waren, sloeg hun de schrik om het hart; zij hadden geen moed meer om nog tegen de Israëlieten te strijden.
Referenties naar alinea Jozua 5 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In die tijd sprak Jahwe tot Jozua: `Ge moet stenen messen maken om de Israëlieten opnieuw, voor de tweede keer, te besnijden.'
Referenties naar alinea Jozua 5 2: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Jozua liet dus stenen messen maken en besneed de Israëlieten bij de Voorhuidenheuvel.
Referenties naar alinea Jozua 5 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De reden waarom Jozua hen besneed was deze: Alle strijdbare mannen, die uit Egypte waren getrokken, waren tijdens de tocht uit Egypte onderweg in de woestijn gestorven.
Referenties naar alinea Jozua 5 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Bij het vertrek uit Egypte was heel het volk wel besneden, maar allen die onderweg in de woestijn waren geboren, waren niet besneden.
Referenties naar alinea Jozua 5 5: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Veertig jaar lang immers hadden de Israëlieten in de woestijn gezworven, totdat niemand meer in leven was van al de strijdbare mannen, die uit Egypte waren getrokken en die niet naar de stem van Jahwe hadden geluisterd. Jahwe had gezworen, dat deze mannen niet het land van melk en honing zouden zien, dat Hij aan hun vaderen onder ede beloofd had.
Referenties naar alinea Jozua 5 6: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Jahwe had hun zonen in hun plaats gesteld en deze zonen liet Jozua nu besnijden; zij waren nog onbesneden, omdat men ze onderweg niet besneden had.
Referenties naar alinea Jozua 5 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Nadat alle mannen besneden waren, bleven zij in het kamp tot zij waren genezen.
Referenties naar alinea Jozua 5 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
En Jahwe sprak tot Jozua: `Vandaag heb Ik de smaad van Egypte van u afgewenteld.' Daarom heet die plaats Gilgal, tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea Jozua 5 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Terwijl de Israëlieten in Gilgal gelegerd waren, vierden zij het paasfeest op de veertiende dag van de maand, in de avond, in de vlakte van Jericho.
Referenties naar alinea Jozua 5 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
En daags na pasen, juist op die dag, aten zij ongezuurd brood en geroosterd graan dat uit het land zelf afkomstig was.
Referenties naar alinea Jozua 5 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De volgende dag hield het manna op; ze konden nu eten wat het land opbracht. Voortaan kregen de Israëlieten geen manna meer: gedurende dat jaar aten zij datgene wat Kanaän opbracht.
Referenties naar alinea Jozua 5 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen Jozua zich in de omgeving van Jericho bevond, zag hij plotseling een man voor zich staan, met een getrokken zwaard in zijn hand. Hij ging op hem af en vroeg: `Bent u een van ons of en van de vijand?'
Referenties naar alinea Jozua 5 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De man antwoordde: `Geen van beide; ik ben de aanvoerder van het leger van Jahwe. Daarom ben ik gekomen.' Toen wierp Jozua zich vol eerbied ter aarde en vroeg: `Wat komt mijn heer zijn dienaar zeggen?'
Referenties naar alinea Jozua 5 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De aanvoerder van het leger van Jahwe antwoordde: Doe uw sandalen uit, want de plaats waar gij staat is heilig.' En Jozua deed het.
Referenties naar alinea Jozua 5 15: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Intussen had Jericho zijn poorten gesloten en zij bleven gesloten uit vrees voor de Israëlieten. Niemand kon de stad in of uit.
Referenties naar alinea Jozua 6 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen sprak Jahwe tot Jozua: `Ik lever Jericho, zijn koning en zijn soldaten aan u over.
Referenties naar alinea Jozua 6 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Gij moet met alle weerbare mannen een keer om de stad trekken, zes dagen achtereen.
Referenties naar alinea Jozua 6 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Daarbij moeten zeven priesters met zeven ramshoorns voor de ark uit gaan. Op de zevende dag moet gij zeven keer om de stad trekken, terwijl de priesters op de hoorns blazen.
Referenties naar alinea Jozua 6 4: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Als dan de ramshoorns geblazen worden en gij het signaal hoort, moet het hele volk uit alle macht beginnen te schreeuwen. Dan stort de stadsmuur in en moet het volk naar boven klimmen ieder recht voor zich uit.'
Referenties naar alinea Jozua 6 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen riep Jozua, de zoon van Nun, de priesters en zei hun: `Neemt de ark van het verbond op en laten zeven priesters met zeven ramshoorns voor de ark uitgaan.'
Referenties naar alinea Jozua 6 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Tot het volk zei hij: `Trekt rond de stad en laten de gewapende mannen voor de ark van Jahwe uittrekken.'
Referenties naar alinea Jozua 6 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Zodra Jozua dit gezegd had, trokken zeven priesters voor Jahwe uit en bliezen op zeven ramshoorns; de ark van het verbond van Jahwe kwam achter hen aan.
Referenties naar alinea Jozua 6 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De gewapende mannen liepen voor de priesters die de hoorns bliezen, de overigen liepen achter de ark. Tijdens de hele tocht werd er op de hoorns geblazen.
Referenties naar alinea Jozua 6 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Jozua had het volk opgedragen: `U moogt niet roepen en u niet laten horen; er mag geen geluid van uw lippen komen tot de dag waarop ik beveel te schreeuwen. Dan moet u schreeuwen.'
Referenties naar alinea Jozua 6 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Hij liet de ark van Jahwe een keer rond de stad dragen. Daarna keerde men terug naar het kamp om er de nacht door te brengen.
Referenties naar alinea Jozua 6 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
In alle vroegte stond Jozua op. De priesters namen de ark van Jahwe;
Referenties naar alinea Jozua 6 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
de zeven priesters met de zeven ramshoorns gingen voor de ark van Jahwe uit, terwijl zij voortdurend op de hoorns bliezen. De gewapende mannen liepen voor hen uit, de overigen liepen achter de ark. En tijdens de hele tocht werd er op de hoorns geblazen.
Referenties naar alinea Jozua 6 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Ook de tweede dag trokken zij een keer om de stad: daarna keerden zij terug in het kamp. Zo deden zij zes dagen achtereen.
Referenties naar alinea Jozua 6 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
In de morgen van de zevende dag, bij het aanbreken van de dag, trokken zij op de voorgeschreven wijze zeven maal om de stad.
Referenties naar alinea Jozua 6 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
En toen de priesters de zevende keer op de ramshoorns bliezen, zei Jozua tot het volk: `Nu schreeuwen! Jahwe levert de stad aan u over.
Referenties naar alinea Jozua 6 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De stad met al wat erin is moet door de ban aan Jahwe gewijd worden; alleen de hoer Rachab en allen die bij haar in huis zijn mogen in leven blijven, omdat zij de spionnen die wij gestuurd hadden heeft verborgen.
Referenties naar alinea Jozua 6 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Blijft dus af van wat onder de ban ligt, anders komt u zelf ook onder de ban. Als u er iets van wegneemt, brengt u het kamp van Israël onder de ban en stort u het in het ongeluk.
Referenties naar alinea Jozua 6 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Het goud en het zilver en alle voorwerpen van brons of ijzer zijn Jahwe toegeheiligd; ze moeten bij de schat van Jahwe gevoegd worden.'
Referenties naar alinea Jozua 6 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen begon het volk te schreeuwen en werden de hoorns geblazen. Bij het schallen van de hoorns begon het volk uit alle macht te schreeuwen. De muur stortte in, het volk klom naar boven, ieder recht voor zich uit, en zij veroverden de stad.
Referenties naar alinea Jozua 6 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Alles in de stad sloegen zij met de ban, mannen en vrouwen, kinderen en grijsaards, runderen, schapen en ezels, een prooi voor het zwaard.
Referenties naar alinea Jozua 6 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Tot de twee mannen die het land hadden verkend, had Jozua gezegd: `Gaat nu naar het huis van de hoer en haalt de vrouw met al haar familieleden eruit, zoals u haar onder ede beloofd hebt.'
Referenties naar alinea Jozua 6 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De spionnen gingen er dus heen en brachten Rachab, haar vader en moeder, haar broers en overige familieleden met al hun verwanten de stad uit; zij wezen hun een verblijfplaats aan buiten het kamp van Israël.
Referenties naar alinea Jozua 6 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De stad met al wat erin was staken zij in brand; al het goud en zilver en de voorwerpen van brons en ijzer voegden zij bij de schat van het huis van Jahwe.
Referenties naar alinea Jozua 6 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De hoer Rachab met heel haar familie, allen die bij haar hoorden, liet Jozua in leven. Zij wonen in Israël, tot op de huidige dag, omdat Rachab de mannen had verborgen die Jozua had uitgezonden om Jericho te verkennen.
Referenties naar alinea Jozua 6 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Bij die gelegenheid heeft Jozua gezworen: `Vervloekt bij Jahwe de man, die het waagt deze stad - Jericho - te herbouwen. De fundamenten die hij legt kosten hem zijn oudste zoon, de poorten die hij opricht zijn jongste.'
Referenties naar alinea Jozua 6 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
En Jahwe was met Jozua, en zijn roem ging door het hele land.
Referenties naar alinea Jozua 6 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Maar de Israëlieten vergrepen zich aan de ban. Achan, de zoon van Karmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerach, uit de stam Juda, nam iets van het verboden goed en daarom ontbrandde de toorn van Jahwe tegen de Israëlieten.
Referenties naar alinea Jozua 7 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Nu zond Jozua vanuit Jericho enkele mannen naar Ai bij het Bet-awen, ten oosten van Betel, met de opdracht: `Gaat de streek verkennen.' De mannen trokken uit om Ai te verkennen.
Referenties naar alinea Jozua 7 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
En bij hun terugkeer berichtten zij aan Jozua: `U hoeft niet met het hele leger uit te trekken; twee - of drieduizend man is genoeg om Ai te veroveren. Het is niet nodig daar het hele volk voor te vermoeien: zo talrijk zijn ze niet.'
Referenties naar alinea Jozua 7 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zij trokken er dus met drieduizend mannen heen, maar die gingen voor de mannen van Ai op de vlucht.
Referenties naar alinea Jozua 7 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De mannen van Ai doodden er ongeveer zesendertig; zij achtervolgden de Israëlieten van de stadspoort af tot bij de steengroeven en zij versloegen hen op de helling. Het volk was met moedeloosheid geslagen.
Referenties naar alinea Jozua 7 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Jozua scheurde zijn kleren en wierp zich voor de ark van Jahwe met zijn aangezicht op de grond, hij en de oudsten van Israël. Zij strooiden stof op hun hoofd en bleven tot de avond op de grond liggen.
Referenties naar alinea Jozua 7 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
En Jozua bad: `Ach, Jahwe mijn Heer, Gij hebt ons toch niet over de Jordaan laten trekken om uw volk over te leveren aan de Amorieten en ons te vernietigen? Hadden wij maar besloten om aan de overkant van de Jordaan te blijven!
Referenties naar alinea Jozua 7 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ik bid U, Heer, wat moet ik zeggen, nu Israël voor zijn vijanden op de vlucht is geslagen?
Referenties naar alinea Jozua 7 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Als de Kanaänieten en de andere bewoners van het land dit horen, zullen zij van alle kanten op ons afkomen en onze naam wegvagen uit dit land. Wat doet Gij nu om uw naam hoog te houden?'
Referenties naar alinea Jozua 7 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen sprak Jahwe tot Jozua: `Sta op! Waarom ligt gij daar op uw aangezicht?
Referenties naar alinea Jozua 7 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Israël heeft gezondigd. Het verbond dat Ik hun heb opgelegd, hebben zij geschonden. Zij hebben iets weggenomen van het verboden goed; zij hebben ervan gestolen en dat bedrieglijk bij hun eigen bezit gelegd.
Referenties naar alinea Jozua 7 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Nu kunnen ze voor hun vijanden geen stand houden en slaan ze voor hen op de vlucht omdat ze onder de ban gekomen zijn. Ik zal niet meer met u zijn als gij niet vernietigt wat onder de ban ligt.
Referenties naar alinea Jozua 7 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Sta op, heilig het volk en zeg hun: Heiligt u voor morgen, want zo spreekt Jahwe, de God van Israël: Er zijn verboden goederen bij u, Israël! Gij kunt niet standhouden tegen uw vijanden, voordat gij die hebt verwijderd.
Referenties naar alinea Jozua 7 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Morgen moet gij aantreden, stam na stam; en de stam die Jahwe aanwijst moet naar voren treden, geslacht na geslacht; en het geslacht dat Jahwe aanwijst moet naar voren treden, familie na familie; en de familie die Jahwe aanwijst moet naar voren treden, man na man.
Referenties naar alinea Jozua 7 14: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
En de man die als schuldige wordt aangewezen zal met al zijn bezit worden verbrand, want hij heeft het verbond van Jahwe geschonden en een schanddaad in Israël begaan.'
Referenties naar alinea Jozua 7 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De volgende morgen liet Jozua Israël stam na stam aantreden. En de stam Juda werd aangewezen.
Referenties naar alinea Jozua 7 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen liet hij de geslachten van Juda naar voren treden. En het geslacht Zerach werd aangewezen. Daarop liet hij het geslacht van Zerach man na man naar voren treden. En Zabdi werd aangewezen.
Referenties naar alinea Jozua 7 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Daarop liet hij de familie van Zabdi man na man naar voren treden. En Achan werd aangewezen, de zoon van Karmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerach, uit de stam Juda.
Referenties naar alinea Jozua 7 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Jozua zei tot Achan: `Mijn zoon, geef eer aan Jahwe, de God van Israël, en breng Hem hulde: vertel mij wat u gedaan hebt zonder iets te verbergen.'
Referenties naar alinea Jozua 7 19: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
En Achan antwoordde: `Het is waar, ik heb gezondigd tegen Jahwe, de God van Israël. Zo is het gegaan:
Referenties naar alinea Jozua 7 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
ik zag bij de buit een mantel uit Sinear, een mooi stuk, tweehonderd sikkel zilver en een gouden staaf van vijftig sikkel. Ik wilde ze graag hebben en ik nam ze mee. Ze zijn verstopt in de grond onder mijn tent, het zilver ligt onderop.'
Referenties naar alinea Jozua 7 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Op bevel van Jozua gingen enkele mannen onmiddellijk naar de tent; en inderdaad, het was daar verstopt en het zilver lag onderop.
Referenties naar alinea Jozua 7 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Zij haalden alles uit de tent, brachten het bij Jozua en bij alle Israëlieten en legden het voor Jahwe neer.
Referenties naar alinea Jozua 7 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Toen liet Jozua Achan, de zoon van Zerach, grijpen, met het zilver, de mantel en de staaf goud, met zijn zonen en dochters, met zijn runderen, ezels en kleinvee, met zijn tent en al zijn bezittingen. Heel Israël was er bij. Zij voerden hen naar het Achordal.
Referenties naar alinea Jozua 7 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
En Jozua sprak: `Omdat u ons in het ongeluk hebt gestort, stort Jahwe u vandaag in het ongeluk!' En heel Israël stenigde hen; zij verbrandden hen en wierpen stenen op hen.
Referenties naar alinea Jozua 7 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Daarna richtten zij boven hen een grote steenhoop op, die er op de huidige dag nog ligt. Toen bedaarde de hevige toorn van Jahwe. Daarom heet die plaats nu nog het Achordal.
Referenties naar alinea Jozua 7 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Jahwe sprak tot Jozua: `Wees niet bang, aarzel niet, trek nu met alle gewapende mannen op tegen Ai: Ik lever de koning van Ai met zijn volk; zijn stad en zijn gebied aan u over.
Referenties naar alinea Jozua 8 1: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Gij moet Ai en zijn koning op dezelfde wijze behandelen als Jericho en zijn koning, maar de buit en het vee kunt gij zelf houden. Leg aan de andere kant van de stad een hinderlaag.'
Referenties naar alinea Jozua 8 2: 2
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Daarop maakte Jozua zich met het leger gereed om tegen Ai op te rukken. Hij zocht dertigduizend soldaten uit en stuurde die in de nacht op weg
Referenties naar alinea Jozua 8 3: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
met de opdracht: `Jullie moeten aan de andere kant van de stad in hinderlaag gaan liggen, maar niet te ver van de stad, zodat je steeds ter beschikking bent.
Referenties naar alinea Jozua 8 4: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Ik ruk zelf met de hoofdmacht tegen de stad op. En wanneer zij dan een uitval doen, evenals de vorige keer, gaan wij op de vlucht.
Referenties naar alinea Jozua 8 5: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zij zullen denken: De Israëlieten vluchten weer, evenals de vorige keer. Dan zullen zij ons achtervolgen en zo lokken wij hen van de stad weg. Terwijl wij voor hen vluchten,
Referenties naar alinea Jozua 8 6: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
komen jullie uit de hinderlaag te voorschijn en bezetten de stad. Jahwe, uw God, zal haar aan jullie overleveren.
Referenties naar alinea Jozua 8 7: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Zodra jullie de stad bezet hebt, moet je ze in brand steken, zoals Jahwe bevolen heeft. Dat is de opdracht die ik jullie geef.'
Referenties naar alinea Jozua 8 8: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zo stuurde Jozua hen op weg. Zij gingen naar de plaats van de hinderlaag en bleven daar, tussen Betel en Ai, ten westen van Ai. Maar Jozua bleef die nacht met de hoofdmacht in het kamp.
Referenties naar alinea Jozua 8 9: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De volgende morgen inspecteerde Jozua het volk en hij trok naar Ai; hijzelf en de oudsten van Israël gingen aan de spits.
Referenties naar alinea Jozua 8 10: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Met heel de hoofdmacht trok hij op tot dicht bij de stad en nam stelling ten noorden van Ai, zodat het dal tussen hen en de stad lag.
Referenties naar alinea Jozua 8 11: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Ongeveer vijfduizend man had hij in hinderlaag gelegd tussen Betel en Ai, ten weten van Ai.
Referenties naar alinea Jozua 8 12: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zo had hij het volk opgesteld: de hoofdmacht ten noorden van Ai en de troepen in hinderlaag ten westen ervan. Jozua trok in de nacht door de vallei.
Referenties naar alinea Jozua 8 13: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen de koning van Ai dat de volgende morgen zag, haastte hij zich om met heel zijn leger, de mannen van de stad, tegen Israël een uitval te doen op het terrein voor de vallei. Hij wist niet dat er aan de andere kant van de stad een hinderlaag was gelegd.
Referenties naar alinea Jozua 8 14: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Jozua en de Israëlieten lieten zich door hen terugdrijven en vluchtten in de richting van de woestijn.
Referenties naar alinea Jozua 8 15: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen moedigden ook degenen die og in de stad waren elkaar luid schreeuwend aan om Jozua te achtervolgen. Zo lieten zij zich van de stad weglokken.
Referenties naar alinea Jozua 8 16: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Er was in Ai en Betel geen man meer over; iedereen deed mee aan de achtervolging van Israël. Zo lieten zij, door Israël te achtervolgen, de stad onverdedigd achter.
Referenties naar alinea Jozua 8 17: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen sprak Jahwe tot Jozua: `Steek uw kromzwaard uit naar Ai; Ik lever de stad aan u over.' En Jozua stak zijn kromzwaard uit naar Ai.
Referenties naar alinea Jozua 8 18: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zodra hij zijn hand uitstak, kwamen de troepen uit de hinderlaag te voorschijn, stormden op de stad af, namen haar in en staken haar onmiddellijk in brand.
Referenties naar alinea Jozua 8 19: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen de mannen van Ai omkeken, zagen zij de rook van de stad naar de hemel opstijgen. Op dat moment konden zij geen enkele kant meer uit het leger dat in de richting van de woestijn was gevlucht, had zich tegen zijn achtervolgers gekeerd,
Referenties naar alinea Jozua 8 20: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
want toen Jozua en heel Israël gezien hadden, dat de troepen uit de hinderlaag de stad hadden ingenomen en dat de rook van de stad opsteeg, hadden zij zich omgekeerd en waren tegen de mannen van Ai in de aanval gegaan;
Referenties naar alinea Jozua 8 21: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
de anderen waren uit de stad tegen hen opgerukt, zodat zij van twee kanten door de Israëlieten werden aangevallen. Deze sloegen zo verschrikkelijk op hen in, dat er geen mens ontkwam of ontsnapte.
Referenties naar alinea Jozua 8 22: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De koning van Ai kregen zij levend in handen en zij brachten hem bij Jozua.
Referenties naar alinea Jozua 8 23: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Nadat de Israëlieten alle inwoners van Ai buiten in de woestijn hadden gedood, waar dezen hen hadden achtervolgd en nadat allen tot de laatste man toe waren gesneuveld, keerden zij terug naar Ai en doodden ook daar iedereen.
Referenties naar alinea Jozua 8 24: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
In totaal kwamen er op die dag twaalfduizend mensen om, mannen en vrouwen, heel de bevolking van Ai.
Referenties naar alinea Jozua 8 25: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Jozua trok zijn kromzwaard niet terug, voordat hij alle inwoners van Ai met de ban had geslagen.
Referenties naar alinea Jozua 8 26: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Wel maakten de Israëlieten zich meester van het vee en de overige buit van de stad, zoals Jahwe aan Jozua had bevolen.
Referenties naar alinea Jozua 8 27: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Tenslotte liet Jozua Ai platbranden en maakte het tot een blijvende puinhoop, een ruïne, die tot op de huidige dag is blijven bestaan.
Referenties naar alinea Jozua 8 28: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De koning van Ai liet hij aan een paal ophangen. 's Avonds, bij zonsondergang, gaf Jozua bevel het lijk van de paal af te nemen. Men wierp het voor de ingang van de stadspoort en stapelde er een grote hoop stenen op; die ligt er tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea Jozua 8 29: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Toen bouwde Jozua op de Ebal een altaar voor Jahwe, de God van Israël,
Referenties naar alinea Jozua 8 30: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
een altaar van onbehouwen stenen, zoals Mozes, de dienaar van Jahwe, aan de Israëlieten had voorgeschreven, gelijk geschreven staat in het wetboek van Mozes. Zij droegen er brand en slachtoffers aan Jahwe op.
Referenties naar alinea Jozua 8 31: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Toen liet Jozua daar op stenen een afschrift maken van de wet, die Mozes voor de Israëlieten had opgeschreven.
Referenties naar alinea Jozua 8 32: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Heel Israël, vreemdelingen zowel als geboren Israëlieten, met de oudsten, schrijvers en rechters, stond aan weerskanten van de ark, tegenover de levitische priesters die de ark van het verbond van Jahwe droegen, de ene helft aan de kant van de Gerizzim, de andere helft aan de kant van Ebal. Mozes, de dienaar van Jahwe, had bepaald, dat eerst de zegen over Israël moest worden uitgesproken.
Referenties naar alinea Jozua 8 33: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Toen las dus Jozua met luide stem de wet voor, woord voor woord, de zegeningen en de vervloekingen, alles wat in het boek van de wet geschreven staat.
Referenties naar alinea Jozua 8 34: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Geen woord dat Mozes had geschreven werd door Jozua niet voorgelezen, ten aanhoren van de gemeente van Israël, alsook van de vrouwen, de kinderen en de vreemdelingen die met hen meetrokken.
Referenties naar alinea Jozua 8 35: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen de berichten hierover bekend werden bij de overige koningen aan de overkant van de Jordaan in het bergland, in het laagland en langs heel de kust van de Grote Zee tot aan de Libanon, bij de Hethieten, de Amorieten, de Chiwwieten en de Jebusieten,
Referenties naar alinea Jozua 9 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
de Kanaänieten, de Perizzieten, sloten zich aaneen om gezamenlijk oorlog te voeren tegen Jozua en de Israëlieten.
Referenties naar alinea Jozua 9 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Ook de inwoners van Gibeon hadden gehoord, hoe Jozua tegen Jericho en Ai was opgetreden.
Referenties naar alinea Jozua 9 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zij namen hun toevlucht tot een list. Afgezanten van hen begaven zich op weg, met versleten voederzakken op hun ezels, met versleten, gebarsten en gelapte wijnzakken;
Referenties naar alinea Jozua 9 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
aan hun voeten hadden ze versleten en gelapte sandalen; ze droegen versleten kleren en hun proviand was uitgedroogd en verkruimeld.
Referenties naar alinea Jozua 9 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zo kwamen ze naar Jozua in het kamp bij Gilgal en zeiden tot hem en de Israëlieten: `Wij komen uit een ver land; wilt u een verbond met ons sluiten?'
Referenties naar alinea Jozua 9 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Maar de Israëlieten antwoordden aan de chiwwieten: `Misschien woont u vlak bij ons en dan kunnen wij onmogelijk een verbond met u sluiten.'
Referenties naar alinea Jozua 9 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen zeiden zij tegen Jozua: `Wij willen uw dienaren zijn.' Jozua vroeg daarop: `Wie bent u en waar komt u vandaan?'
Referenties naar alinea Jozua 9 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zij antwoordden: `Uit een ver land zijn uw dienaren gekomen, omwille van de naam van Jahwe uw God. Wij hebben alles gehoord wat Hij gedaan heeft in Egypte,
Referenties naar alinea Jozua 9 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
en hoe Hij de twee Amoritische koningen in het Overjordaanse behandeld heeft, Sichon, de koning van Chesbon, en Og, de koning van Basan uit Astarot,
Referenties naar alinea Jozua 9 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarom hebben onze leiders en onze overige landgenoten tot ons gezegd: Neemt proviand mee voor onderweg. Gaat naar hen toe en zegt hun: Wij willen uw dienaren zijn: wilt u een verbond met ons sluiten?
Referenties naar alinea Jozua 9 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Hier is ons brood. Het was warm toen we het als proviand van huis meenamen en naar u op weg gingen; en kijk eens hoe uitgedroogd en verkruimeld het is.
Referenties naar alinea Jozua 9 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Hier zijn onze wijnzakken. Ze waren nieuw toen wij ze vulden; nu zitten ze vol barsten. En kijk eens naar onze kleren en onze sandalen: ze zijn volkomen versleten door de verre tocht.'
Referenties naar alinea Jozua 9 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen namen de Israëlieten iets van hun proviand aan, zonder daarbij Jahwe te raadplegen.
Referenties naar alinea Jozua 9 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zo sloot Jozua vriendschap met hen en hij beloofde bij verdrag hen in leven te laten. De leiders van de gemeente bekrachtigden dat met een eed.
Referenties naar alinea Jozua 9 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Drie dagen na het sluiten van het verbond merkten de Israëlieten, dat de Chiwwieten vlakbij woonden, in hun eigen gebied.
Referenties naar alinea Jozua 9 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen de Israëlieten namelijk verder trokken, bereikten ze al na drie dagen hun steden, Gibeon, Kefira, Beerot en Kirjat-jearim.
Referenties naar alinea Jozua 9 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toch doodden de Israëlieten hen niet, vanwege de eed waarmee de leiders van de gemeente zich tegenover Jahwe, de God van Israël, gebonden hadden. Toen de gemeente tegen de leiders morde,
Referenties naar alinea Jozua 9 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
antwoordden dezen: `Wij hebben ons tegenover Jahwe, de God van Israël, door een eed gebonden; wij mogen hen niet aanvallen.
Referenties naar alinea Jozua 9 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Laat ons zo met hen doen, dat wij hun leven sparen; dan halen wij ons geen toorn op de hals vanwege de eed die wij gezworen hebben.'
Referenties naar alinea Jozua 9 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De leiders zeiden hun: `Zij zullen in leven blijven.' En het gebeurde zoals de leiders over hen hadden gezegd: zij werden houthakkers en waterdragers voor heel de gemeente.
Referenties naar alinea Jozua 9 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Jozua liet de Chiwwieten bij zich roepen en zei: `Waarom hebt u ons bedrogen door te zeggen: Wij wonen heel ver weg, terwijl u vlak bij ons woont?
Referenties naar alinea Jozua 9 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Weest daarom vervloekt: u zult nooit iets anders zijn dan slaven, houthakkers en waterdragers voor het huis van mijn God.'
Referenties naar alinea Jozua 9 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zij antwoordden: `Uw dienaren hadden vernomen, dat Jahwe uw God aan zijn dienaar Mozes beloofd had, u heel het land te geven en al de bewoners uit te roeien. Wij werden toen doodsbang voor u en daarom hebben wij dat gedaan.
Referenties naar alinea Jozua 9 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Nu zijn wij in uw macht; doe met ons wat u goed en recht lijkt.'
Referenties naar alinea Jozua 9 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Jozua was hun ter wille: hij redde hen uit de hand van de Israëlieten, zodat dezen hen niet doodden.
Referenties naar alinea Jozua 9 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Bij die gelegenheid stelde hij hen aan als houthakkers en waterdragers voor de gemeente en voor het altaar van Jahwe, voor de plaats die Hij zou uitkiezen. Dat zijn ze tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea Jozua 9 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Adonisedek, de koning van Jeruzalem, hoorde dat Jozua Ai had ingenomen en met de ban had geslagen, en het dus op dezelfde manier had behandeld als Jericho en zijn koning, en dat de inwoners van Gibeon vriendschap met de Israëlieten hadden gesloten, zodat ze in hun gebied konden blijven.
Referenties naar alinea Jozua 10 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De schrik sloeg hem om het hart, want Gibeon was een grote stad, even groot als een koningsstad, groter dan Ai, en het beschikte over dappere soldaten.
Referenties naar alinea Jozua 10 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Daarom zond Adonisedek, de koning van Jeruzalem, aan Hoham, de koning van Hebron, aan Piram, de koning van Jarmut, aan Jafia, de koning van Lakis, en aan Debir, de koning van Eglon, deze boodschap:
Referenties naar alinea Jozua 10 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
`Komt mij helpen om Gibeon te verslaan, want het heeft vriendschap gesloten met Jozua en de Israëlieten.'
Referenties naar alinea Jozua 10 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Daarop trokken de vijf Amoritische koningen gezamenlijk op: de koning van Jeruzalem, de koning van Hebron, de koning van Jarmut, de koning van Lakis en de koning van Eglon, ieder met zijn leger. Zij sloegen het beleg voor Gibeon en deden aanvallen op de stad.
Referenties naar alinea Jozua 10 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen zonden de inwoners van Gibeon een boodschap naar Jozua, in het kamp bij Gilgal: `Laat uw dienaren niet in de steek! Kom met spoed naar ons toe en bevrijd ons. Help ons, want de Amoritische koningen van het bergland zijn gezamenlijk tegen ons opgerukt.'
Referenties naar alinea Jozua 10 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Daarop trok Jozua vanuit Gilgal op met heel het leger en alle keurtroepen.
Referenties naar alinea Jozua 10 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
En Jahwe sprak tot Jozua: `Wees niet bang voor hen: Ik lever hen aan u over. Niemand van hen zal u kunnen weerstaan.'
Referenties naar alinea Jozua 10 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Na een nachtelijke mars vanuit Gilgal deed Jozua een onverwachte aanval op de vijanden
Referenties naar alinea Jozua 10 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
en Jahwe bracht hen voor Israël in verwarring. Zo brachten de Israëlieten hun bij Gibeon een zware nederlaag toe, achtervolgden hen de berghelling op naar Bet-choron en bleven hen bestoken tot bij Azeka en Makkeda.
Referenties naar alinea Jozua 10 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen zij, vluchtend voor Israël, op de steile afdaling van Bet-choron gekomen waren, liet Jahwe uit de hemel grote stenen op hen neerhagelen, die hen doodden. Dat duurde tot Azeka toe. Er stierven er meer door de hagelstenen dan de Israëlieten met het zwaard konden doden.
Referenties naar alinea Jozua 10 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Op die dag, toen Jahwe de Amorieten aan de Israëlieten overleverde, heeft Jozua tot Jahwe gesproken en hij heeft in tegenwoordigheid van de Israëlieten gezegd: `Zon, sta stil bij Gibeon, en gij, maan, bij Ajjalons dal.'
Referenties naar alinea Jozua 10 12: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
En de zon was stil en de maan bleef staan, terwijl het volk zijn vijand afstrafte. Staat het zo niet geschreven in het Boek van de Rechtvaardige? De zon bleef midden aan de hemel staan en haastte zich niet onder te gaan, ongeveer een hele dag.
Referenties naar alinea Jozua 10 13: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Nooit, noch vroeger noch later, is er een dag geweest, waarop Jahwe zo naar de stem van een mens heeft geluisterd. Waarlijk, het was Jahwe die voor Israël streed.
Referenties naar alinea Jozua 10 14: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen keerde Jozua met alle Israëlieten terug naar het kamp bij Gilgal.
Referenties naar alinea Jozua 10 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De vijf koningen, die op de vlucht waren geslagen, verborgen zich in een grot bij Makkeda.
Referenties naar alinea Jozua 10 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Men berichtte Jozua: `De vijf koningen zijn gevonden: ze zitten in een grot bij Makkeda.'
Referenties naar alinea Jozua 10 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen zei Jozua: `Rol dan grote stenen voor de ingang van de grot en zet er wachtposten bij.
Referenties naar alinea Jozua 10 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Blijft echter de vijand achtervolgen; vernietigt hun achterhoede en geeft hun geen kans om hun steden te bereiken. Jahwe heeft hen aan u overgeleverd.'
Referenties naar alinea Jozua 10 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Nadat Jozua met de Israëlieten de Amorieten een verpletterende nederlaag had toegebracht en de vluchtelingen die waren ontkomen hun versterkte steden bereikt hadden,
Referenties naar alinea Jozua 10 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
keerde heel het volk behouden naar Jozua terug, in het kamp bij Makkeda. Niemand roerde zijn tong meer tegen de Israëlieten, tegen wie dan ook.
Referenties naar alinea Jozua 10 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Toen beval Jozua: `Maakt de ingang van de grot vrij en brengt de vijf koningen uit de grot bij mij.'
Referenties naar alinea Jozua 10 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Zij brachten dus de vijf koningen uit de grot bij hem: de koning van Jeruzalem, de koning van Hebron, de koning van Jarmut, de koning van Lakis en de koning van Eglon.
Referenties naar alinea Jozua 10 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Toen men die koningen bij Jozua gebracht had, liet hij alle Israëlieten bijeenroepen en sprak tot de aanvoerders van de soldaten, die met hem meegetrokken waren: `Komt hier en zet uw voet op de nek van deze koningen.' Zij kwamen en zetten hun voet op hun nek.
Referenties naar alinea Jozua 10 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Toen zei Jozua: `Weest niet bang of ontsteld; weest moedig en sterk: zo zal Jahwe doen met alle vijanden tegen wie u oorlog moet voeren.'
Referenties naar alinea Jozua 10 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Daarop liet Jozua de koningen doodslaan en aan vijf palen ophangen. Daar bleven ze hangen tot de avond.
Referenties naar alinea Jozua 10 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Tegen zonsondergang nam men hen op bevel van Jozua van de palen af, wierp hen in de grot waar ze zich verborgen hadden en stapelde grote stenen voor de opening van de grot. Ze liggen er tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea Jozua 10 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ook Makkeda heeft Jozua op die dag ingenomen. Hij joeg stad en koning over de kling, sloeg hen en alle levende wezens in de stad met de ban en liet niemand ontkomen. De koning van Makkeda behandelde hij op dezelfde wijze als de koning van Jericho.
Referenties naar alinea Jozua 10 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Van Makkeda trok Jozua met heel Israël naar Libna en viel de stad aan.
Referenties naar alinea Jozua 10 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
En Jahwe leverde ook haar met haar koning aan Israël over. Jozua joeg de stad met al haar levende wezens over de kling en liet niemand ontkomen en behandelde zijn koning op dezelfde wijze als de koning van Jericho.
Referenties naar alinea Jozua 10 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Van Libna trok Jozua met heel Israël naar Lakis; hij belegerde en bestormde de stad.
Referenties naar alinea Jozua 10 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
En Jahwe leverde Lakis aan Israël over. Jozua nam het op de tweede dag in en joeg de stad met al haar levende wezens over de kling, juist zoals hij met Libna gedaan had.
Referenties naar alinea Jozua 10 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Horam, de koning van Gezer, was uitgerukt om Lakis te ontzetten, maar Jozua versloeg ook hem en zijn leger zo, dat er niemand ontkwam.
Referenties naar alinea Jozua 10 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Van Lakis trok Jozua met heel Israël naar Eglon; hij belegerde en bestormde de stad.
Referenties naar alinea Jozua 10 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Zij namen haar nog dezelfde dag in, joegen haar over de kling en Jozua sloeg op diezelfde dag al haar levende wezens met de ban, zoals hij het ook bij Lakis gedaan had.
Referenties naar alinea Jozua 10 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Van Eglon trok Jozua met heel Israël naar Hebron. Zij bestormden de stad,
Referenties naar alinea Jozua 10 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
namen haar in en joegen haar, haar koning, haar onderhorige steden en alle levende wezens in de stad over de kling. Jozua liet niemand ontkomen, evenals bij Eglon; hij sloeg de stad en al haar levende wezens met de ban.
Referenties naar alinea Jozua 10 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Toen keerde Jozua zich met heel Israël tegen Debir. Hij bestormde de stad
Referenties naar alinea Jozua 10 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
en veroverde haar, evenals de onderhorige steden, en nam de koning gevangen. Zij joegen hen over de kling en sloegen al haar levende wezens met de ban; Jozua liet niemand ontkomen. Zoals hij Hebron en Libna en hun koningen behandeld had, zo behandelde hij ook Debir en zijn koning.
Referenties naar alinea Jozua 10 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Zo veroverde Jozua het hele land: het bergland, de Negeb, het laagland en de duinstreek en hij doodde alle koningen. Hij liet niemand ontkomen en alles wat leefde sloeg hij met de ban, zoals Jahwe de God van Israël had bevolen.
Referenties naar alinea Jozua 10 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Jozua versloeg hen van Kadesbarnea tot Gaza, heel Gosen, tot Gibeon toe.
Referenties naar alinea Jozua 10 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Van al die koningen en hun gebieden heeft Jozua zich met een slag meester gemaakt, want Jahwe, de God van Israël, streed voor Israël.
Referenties naar alinea Jozua 10 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Tenslotte keerde Jozua met heel Israël naar het kamp bij Gilgal terug.
Referenties naar alinea Jozua 10 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen Jabin, de koning van Hasor, dit alles hoorde, zond hij gezanten naar Jobab, de koning van Madon, naar de koning van Simron, naar de koning van Aksaf
Referenties naar alinea Jozua 11 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
en naar de koningen in het noorden - in het gebergte in de Araba ten zuiden van Kinarot, in het laagland en in het heuvelland van Dor bij de zee -,
Referenties naar alinea Jozua 11 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
naar de Kanaänieten in het oosten en het westen, naar de Amorieten, Hethieten, Perizzieten en Jebusieten in het gebergte en naar de Chiwwieten aan de voet van de Hermon, in het gebied van Mispa.
Referenties naar alinea Jozua 11 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Daarom rukten zij met al hun legers uit, een menigte zo talrijk als de zandkorrels aan het strand van de zee, met een groot aantal paarden en strijdwagens.
Referenties naar alinea Jozua 11 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Al deze koningen verzamelden zich en sloegen samen hun kamp op bij de wateren van Merom, om oorlog te voeren tegen Israël.
Referenties naar alinea Jozua 11 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Jahwe sprak tot Jozua: `Wees niet bang voor hen: morgen om deze tijd lever Ik hen allen verslagen aan Israël over. Gij moet de pezen van hun paarden doorsnijden en hun strijdwagens in het vuur verbranden.'
Referenties naar alinea Jozua 11 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Onverwacht rukte Jozua met heel zijn leger tegen hen op bij de wateren van Merom. Hij overviel hen
Referenties naar alinea Jozua 11 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
en Jahwe leverde hen aan Israël over; zij versloegen hen en achtervolgden hen tot Groot Sidon, tot Misrefot aan de zee en tot de vlakte van Mispa in het oosten. Ze ver sloegen hen en lieten niemand ontsnappen.
Referenties naar alinea Jozua 11 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Jozua behandelde hen, zoals Jahwe had bevolen: hij sneed hun paarden de pezen door en hij verbrandde hun strijdwagens in het vuur.
Referenties naar alinea Jozua 11 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Op de terugweg veroverde Jozua Hasor en joeg de koning over de kling. Vroeger heerste Hasor over al die koninkrijken.
Referenties naar alinea Jozua 11 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De Israëlieten joegen alle levende wezens van de stad over de kling en sloegen hen met de ban; er werd geen sterveling in leven gelaten en Jozua verbrandde Hasor zelf in het vuur.
Referenties naar alinea Jozua 11 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Alle steden van die koningen en hun koninkrijken heeft Jozua veroverd; hij heeft er allen over de kling gejaagd en hen met de ban geslagen, overeenkomstig het bevel van Mozes, de dienaar van Jahwe.
Referenties naar alinea Jozua 11 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Geen van die steden echter die nog overeind staan op hun heuvels, is door Israël in brand gestoken; Jozua heeft alleen Hasor in het vuur verbrand.
Referenties naar alinea Jozua 11 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De hele buit van die steden en het vee hebben de Isralieten voor hun eigen gebruik gehouden, maar alle mensen hebben zij over de kling gejaagd en vernietigd, zodat er geen sterveling overbleef.
Referenties naar alinea Jozua 11 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Mozes had Jahwe's opdracht doorgegeven aan Jozua, en deze heeft alles uitgevoerd. Niets heeft hij achterwege gelaten van wat Jahwe aan Mozes had opgedragen.
Referenties naar alinea Jozua 11 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Zo veroverde Jozua heel het land: het bergland, de hele Negeb met heel Gosen, het laagland, de Araba, en de bergen van Israël met hun uitlopers,
Referenties naar alinea Jozua 11 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
vanaf het Kale Gebergte, dat oploopt naar Seir, tot Baälgad in de Libanonvlakte aan de voet van de Hermon. Al hun koningen nam hij gevangen en hij liet hen ter dood brengen.
Referenties naar alinea Jozua 11 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Lange tijd heeft Jozua tegen al die koningen oorlog moeten voeren.
Referenties naar alinea Jozua 11 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Behalve de Chiwwieten van Gibeon sloot niemand vriendschap met de Israëlieten. Alles hebben zij met geweld moeten veroveren.
Referenties naar alinea Jozua 11 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Jahwe had het zo beschikt, dat de koningen hardnekkig oorlog bleven voeren tegen Israël; daarom moesten zij hen genadeloos met de ban slaan en uitroeien, zoals Jahwe aan Mozes had bevolen.
Referenties naar alinea Jozua 11 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
In die tijd trok Jozua er ook op uit om de Enakieten in het gebergte, in Hebron, Debir en Anab en in heel het bergland van Juda en Israël uit te roeien. Hij sloeg hen en hun steden met de ban,
Referenties naar alinea Jozua 11 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
zodat er in het gebied van de Israëlieten geen Enakieten meer over waren. Alleen in Gaza, in Gat en in Asdod zijn er overgebleven.
Referenties naar alinea Jozua 11 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Zo veroverde Jozua heel het land overeenkomstig Jahwe's belofte aan Mozes, en hij gaf het als bezit aan Israël, verdeeld over de stammen. Toen was het rustig in het land, omdat er geen oorlog meer was.
Referenties naar alinea Jozua 11 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Dit zijn de koningen van het land, die de Israëlieten hebben verslagen en wier gebied zij aan de overkant van de Jordaan in bezit hebben genomen, van de Arnon tot aan de Hermon, en het hele oostelijke deel van de Araba;
Referenties naar alinea Jozua 12 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Sichon, de koning van de Amorieten die in Chesbon woonde en heerste over een gebied dat begint bij Aroer, aan de oever van de beek Arnon, in haar middenloop, over de helft van Gilead tot aan de Jabbok, de grens van de Amorieten,
Referenties naar alinea Jozua 12 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
en over de Araba van de oostelijke oever van het meer van Kinneret tot de oostkust van het meer van de Araba, de Zoutzee, in de richting van Bet-hajjesimot, en in het zuiden tot de voet van de Pisga;
Referenties naar alinea Jozua 12 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
verder het gebied van Og, de koning van Basan, een van de laatste Rafaieten, die in Astarot en Edrei woonde
Referenties naar alinea Jozua 12 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
en heerste over het Hermongebergte, over Salka en heel Basan tot aan het gebied van de Gesurieten en Maakatieten en over de helft van Gilead tot aan het gebied van Sichon, de koning van Chesbon.
Referenties naar alinea Jozua 12 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen Mozes, de dienaar van Jahwe, en de Israëlieten hen hadden verslagen, heeft Mozes dit gebied in bezit gegeven aan de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse.
Referenties naar alinea Jozua 12 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Dit zijn de koningen van het land, die door Jozua en de Israëlieten ten westen van de Jordaan verslagen zijn, van Baäl-gad in de Libanonvlakte tot aan het Kale Gebergte, dat oploopt naar Seir. Jozua verdeelde dat land als eigendom onder de stammen van Israël,
Referenties naar alinea Jozua 12 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
in het bergland, in het laagland, in de Araba, in de duinstreek, de woestijn en de Negeb, met de Hethieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Perizzieten, de Chiwwieten en de Jebusieten:
Referenties naar alinea Jozua 12 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
de koning van Jericho de koning van Ai bij Betel
Referenties naar alinea Jozua 12 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
de koning van Jeruzalem de koning van Hebron
Referenties naar alinea Jozua 12 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
de koning van Jarmut de koning van Lakis
Referenties naar alinea Jozua 12 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
de koning van Eglon de koning van Gezer
Referenties naar alinea Jozua 12 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
de koning van Debir de koning van Geder
Referenties naar alinea Jozua 12 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
de koning van Chorma de koning van Arad
Referenties naar alinea Jozua 12 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
de koning van Libna de koning van Adullam
Referenties naar alinea Jozua 12 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
de koning van Makkeda de koning van Betel
Referenties naar alinea Jozua 12 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
de koning van Tappuach de koning van Chefer
Referenties naar alinea Jozua 12 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
de koning van Afek de koning van Saron
Referenties naar alinea Jozua 12 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
de koning van Madon de koning van Hasor
Referenties naar alinea Jozua 12 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
de koning van Simron-meroon de koning van Aksaf
Referenties naar alinea Jozua 12 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
de koning van Taanak de koning van Megiddo
Referenties naar alinea Jozua 12 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
de koning van Kedes de koning van Jokneam bij de Karmel
Referenties naar alinea Jozua 12 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
de koning van Dor in het laagland van Dor en de koning van Goim bij Gilgal
Referenties naar alinea Jozua 12 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
de koning van Tirsa Totaal aantal koningen eenendertig
Referenties naar alinea Jozua 12 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen Jozua oud en hoogbejaard geworden was, sprak Jahwe tot hem: `Gij zijt nu oud en hoogbejaard en toch is er nog een groot deel van het land, dat veroverd moet worden.
Referenties naar alinea Jozua 13 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het zijn de volgende gebieden: het gebied van de Filistijnen en dat van de Gesurieten,
Referenties naar alinea Jozua 13 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
de streek vanaf de rivier aan de oostzijde van Egypte tot het gebied van Ekron in het noorden, dat bij Kanaän gerekend wordt, de vijf Filistijnse vorstendommen, die van Gaza, Asdod, Askelon, Gat en Ekron, en het gebied van de Awwieten
Referenties naar alinea Jozua 13 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
in het zuiden. Verder het gebied van de Kanaänieten, vanaf Ara dat bij Sidon hoort tot aan Afek en tot aan de grens met de Amorieten.
Referenties naar alinea Jozua 13 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Dan het gebied van de Giblieten, de oostelijke Libanon vanaf Baäl-gad aan de voet van de Hermon tot aan de weg naar Hamat,
Referenties naar alinea Jozua 13 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
het bergland met zijn bewoners, van de Libanon tot Misrefot aan de zee, die alle Sidoniërs zijn. Ik zal hen voor de Israëlieten verdrijven. Wijs dit land maar door het lot als erfdeel aan Israël toe, zoals Ik heb bevolen.
Referenties naar alinea Jozua 13 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Verdeel het dus en geef het in bezit aan de negen stammen en aan de halve stam Manasse.'
Referenties naar alinea Jozua 13 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De Manassieten, de Rubenieten en de Gadieten hadden ten oosten van de Jordaan reeds een gebied in bezit, dat Mozes, de dienaar van Jahwe, hun had gegeven:
Referenties naar alinea Jozua 13 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
vanaf Aroer aan de oever van de Arnon, de stad aan de middenloop van de rivier, heel de hoogvlakte tussen Medeba en Dibon
Referenties naar alinea Jozua 13 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
met de steden van Sichon, de koning van de Amorieten die in Chesbon regeerde, tot aan het gebied van de Ammonieten;
Referenties naar alinea Jozua 13 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Gilead en het gebied van de Gesurieten en Maakatieten, verder heel de Hermon en heel Basan tot Salka,
Referenties naar alinea Jozua 13 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
heel het koninkrijk van Og van Basan, die in Astarot en Edrei regeerde en die een van de laatste Refaieten was. Deze koningen had Mozes verslagen en verdreven.
Referenties naar alinea Jozua 13 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Maar de Israëlieten hebben de Gesurieten en de Maakatieten niet verdreven, zodat die tot op de huidige dag in het gebied van Israël wonen.
Referenties naar alinea Jozua 13 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Alleen aan de stam Levi had Mozes geen bezit toegewezen; wat men aan Jahwe, de God van Israël, als offer brengt, is hun bezit, zoals Hij beloofd heeft.
Referenties naar alinea Jozua 13 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Aan de geslachten van de stam Ruben had Mozes
Referenties naar alinea Jozua 13 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
het volgende gebied gegeven: vanaf Aroer aan de oever van de Arnon, de stad aan de middenloop van de rivier, de hoogvlakte rond Medeba,
Referenties naar alinea Jozua 13 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Chesbon met al de onderhorige steden op de hoogvlakte, Dibon, Bamot-baal, Bet-baalmeon,
Referenties naar alinea Jozua 13 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Jahas, Kedemot, Mefaat,
Referenties naar alinea Jozua 13 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Kirjataim, Sibma en Seret-hassachar op de berg in de vlakte,
Referenties naar alinea Jozua 13 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Bet-peor, de hellingen van de Pisga en Bethajjesimot,
Referenties naar alinea Jozua 13 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
al de steden op de hoogvlakte, heel het rijk van Sichon, de koning van de Amorieten, die in Chesbon regeerde en die door Mozes verslagen was, evenals zijn vazallen, de Midjanitische stamhoofden Ewi, Rekem, Sur, Chur en Reba, die daar woonden.
Referenties naar alinea Jozua 13 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Tot de slachtoffers behoorde ook de waarzegger Bileam, de zoon van Beor, die de Israëlieten met het zwaard hadden gedood.
Referenties naar alinea Jozua 13 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De grens van het gebied van de Rubenieten werd gevormd door de Jordaan. Dit was het grondgebied van de geslachten van Ruben, met steden en bijbehorende dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 13 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Aan de geslachten van de stam Gad had Mozes
Referenties naar alinea Jozua 13 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
het volgende gebied gegeven: Jazer en al de steden van Gilead en de helft van het gebied van de Ammonieten tot Aroer bij Rabba,
Referenties naar alinea Jozua 13 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
van Chesbon tot Ramathammispe en Betonim, en van Machanaim tot het gebied van Lidbir;
Referenties naar alinea Jozua 13 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
in de vlakte Bet-haram, Bet-nimra, Sukkot en Safon, het andere deel van het rijk van Sichon, de koning van Chesbon. De grens werd gevormd door de oostelijke oever van de Jordaan tot aan het meer van Kinneret.
Referenties naar alinea Jozua 13 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Dit was het bezit van de geslachten van de Gadieten, met steden en bijbehorende dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 13 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Aan de geslachten van de halve stam Manasse had Mozes
Referenties naar alinea Jozua 13 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
het volgende gebied gegeven: heel Basan vanaf Machanaim, heel het koninkrijk van Og, de koning van Basan, met alle dorpen van Jair die daar liggen, zestig steden;
Referenties naar alinea Jozua 13 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
de helft van Gilead met Astarot en Edrei, de koningssteden van Og van Basan. Dit behoorde aan de zonen van Makir, de zoon van Manasse, aan de helft van de geslachten van Makir.
Referenties naar alinea Jozua 13 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
In de vlakte van Moab, in het Overjordaanse, ten oosten van Jericho, had Mozes hun deze gebieden toegewezen.
Referenties naar alinea Jozua 13 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Het grote lied over de "Wet" - Over Psalm 119 ->=geentekst=
Aan de stam van Levi had Mozes geen bezit gegeven. Jahwe, de God van Israël, is hun bezit, zoals Hij beloofd heeft.
Referenties naar alinea Jozua 13 33: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Het grote lied over de "Wet" - Over Psalm 119 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Dit zijn de gebieden die de Israëlieten in Kanaän hebben ontvangen en die de priester Eleazar en Jozua, de zoon van Nun, met de familiehoofden van de Israëlitische stammen hun hebben toegewezen.
Referenties naar alinea Jozua 14 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Door het lot werd met hun eigendom, zoals Jahwe door Mozes voor de negen en een halve stam had bepaald.
Referenties naar alinea Jozua 14 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Aan twee en een halve stam had Mozes reeds een grondgebied gegeven in het Overjordaanse. Aan de levieten had hij geen grondbezit gegeven;
Referenties naar alinea Jozua 14 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
maar Efraim en Manasse, de zonen van Jozef, golden als twee stammen. De levieten kregen geen erfdeel, maar alleen steden om in te wonen en weidegronden voor hun vee.
Referenties naar alinea Jozua 14 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Bij het verdelen van het land hebben de Israëlieten de voorschriften van Jahwe aan Mozes in acht genomen.
Referenties naar alinea Jozua 14 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen kwamen de Judeeërs bij Jozua in Gilgal. En Kaleb, de zoon van Jefunne, de Kenizziet, zei tot hem: `U weet nog wel, wat Jahwe in Kades-barnea tot Mozes, de man Gods, over mij en u gezegd heeft.
Referenties naar alinea Jozua 14 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen ik veertig jaar was, heeft Mozes, de dienaar van Jahwe, mij vanuit Kades-barnea uitgezonden om dit land te verkennen en ik heb hem nauwkeurig verslag uitgebracht.
Referenties naar alinea Jozua 14 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Mijn broeders, die mij op die tocht vergezelden, hebben toen het volk de moed ontnomen, maar ik ben trouw gebleven aan Jahwe, mijn God.
Referenties naar alinea Jozua 14 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Op die dag heeft Mozes gezworen: Het land dat uw voet heeft betreden zal voor altijd het bezit zijn van u en uw zonen, want u bent trouw gebleven aan Jahwe, mijn God.
Referenties naar alinea Jozua 14 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Welnu, Jahwe heeft mij in leven gelaten, zoals Hij beloofd heeft. Het is nu vijfenveertig jaar geleden dat Jahwe deze belofte aan Mozes heeft gedaan, toen Israël nog rondtrok in de woestijn. Welnu, ik ben vandaag een man van vijfentachtig jaar,
Referenties naar alinea Jozua 14 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
nog altijd even sterk als op de dag dat Mozes mij uitstuurde; mijn kracht is nog even groot als toen, in de strijd of waar dan ook.
Referenties naar alinea Jozua 14 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Geef mij daarom het bergland dat Jahwe toen beloofd heeft. U hebt toen zelf gehoord dat daar Enakieten wonen en dat er grote, versterkte steden zijn. Maar Jahwe zal mij wel bijstaan, zodat ik hen kan verdrijven, zoals Hij beloofd heeft.'
Referenties naar alinea Jozua 14 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen zegende Jozua Kaleb, de zoon van Jefunne, en gaf hem Hebron in bezit.
Referenties naar alinea Jozua 14 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Zo is Hebron tot heden toe het bezit gebleven van Kaleb, de zoon van Jefunne, de Kenizziet, omdat hij trouw is geweest aan Jahwe, de God van Israël.
Referenties naar alinea Jozua 14 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Hebron heette vroeger Kirjat-arba, naar de grootste man van de Enakieten. Het was rustig in het land, omdat er geen oorlog meer was.
Referenties naar alinea Jozua 14 15: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Voor de geslachten van de stam Juda viel het lot op het gebied, dat grenst aan Edom, de Sinwoestijn tot de Negeb in het uiterste zuiden.
Referenties naar alinea Jozua 15 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hun zuidgrens loopt als volgt: ze begint bij de landtong aan de zuidkant van de Zoutzee,
Referenties naar alinea Jozua 15 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
loopt vandaar ten zuiden van de Schorpioenenpas, dan over Sin zuidelijk langs Kades-barnea, over Chesron naar Adar, buigt dan naar Karka,
Referenties naar alinea Jozua 15 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
loopt vervolgens naar Asmon om uit te komen bij de beek van Egypte, waar de grens aan de zee eindigt. Dat is voor u de zuidgrens.
Referenties naar alinea Jozua 15 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De oostgrens wordt gevormd door de Zoutzee tot aan de monding van de Jordaan. Aan de noordzijde begint de grens bij de landtong die in de zee uitsteekt bij de monding van de Jordaan;
Referenties naar alinea Jozua 15 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
ze loopt dan omhoog naar Bet-chogla, dan noordelijk om Bethaaraba, naar de rots van Bohan, die zoon van Ruben;
Referenties naar alinea Jozua 15 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
vervolgens loopt de grens vanuit het Achordal naar Debir, buigt naar het noorden, naar Gilgal bij de pas van Adummim ten zuiden van de beek, loopt dan verder naar het water van En-semes en mondt uit bij En-rogel;
Referenties naar alinea Jozua 15 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
vervolgens loopt de grens door het Hinnomdal langs de zuidzijde van de heuvelrug van de Jebusieten, waar Jeruzalem ligt, dan naar de top van de berg die ten westen van het Hinnomdal ligt en het dal van de Refaieten aan de noordkant afsluit;
Referenties naar alinea Jozua 15 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
van de top van de berg buigt ze naar de bron van het Water van Neftoach en komt uit bij de steden in het gebergte van Efron; vervolgens buigt de grens naar Baäla of Kirjat-jearim,
Referenties naar alinea Jozua 15 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
draait van Baäla naar het Seirgebergte, loopt noordelijk langs de bergrug van Jearim of Kesalon, daalt dan naar Bet-semes en loopt verder naar Timna;
Referenties naar alinea Jozua 15 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
dan komt de grens uit aan de noordkant van de bergrug van Ekron, buigt naar Sikkaron, loopt door naar de berg van Baäla, komt uit bij Jabneel en eindigt aan de zee.
Referenties naar alinea Jozua 15 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De westgrens is de Grote Zee. Dat is het gebied van de geslachten van Juda.
Referenties naar alinea Jozua 15 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Kaleb, de zoon van Jefunne, kreeg een erfdeel toegewezen in Juda, zoals Jahwe aan Jozua had bevolen: Kirjat-arba of Hebron; deze Arba was de vader van Anak.
Referenties naar alinea Jozua 15 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Kaleb verdreef er de drie Enakieten Sesai, Achiman en Talmai, afstammelingen van Anak.
Referenties naar alinea Jozua 15 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Vandaar trok hij op tegen de bewoners van Debir, vroeger Kirjat-sefer geheten.
Referenties naar alinea Jozua 15 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
En Kaleb kondigde aan: `Wie Kirjat-sefer bestormt en verovert, die geef ik mijn dochter Aksa tot vrouw.'
Referenties naar alinea Jozua 15 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Het was Otniel, de Kenizziet, de broer van Kaleb, die de stad innam; daarom gaf Kaleb hem zijn dochter Aksa tot vrouw.
Referenties naar alinea Jozua 15 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Bij haar aankomst bewoog zij Otniel om van haar vader een stuk bouwland te vragen. Toen zij zich van de ezel liet glijden, vroeg Kaleb: `Wat is er?'
Referenties naar alinea Jozua 15 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zij antwoordde: `Geef mij toch een geschenk! Als u mij een dor land hebt gegeven, geef mij dan ook waterbronnen.' En Kaleb gaf haar hoog - en laaggelegen bronnen.
Referenties naar alinea Jozua 15 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Dat is het gebied van de geslachten van de stam Juda.
Referenties naar alinea Jozua 15 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De steden van de stam Juda waren: in het uiterste zuiden tegen de grens van Edom: Kabseel, Eder, Jagur,
Referenties naar alinea Jozua 15 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Kina, Dimona, Adada,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Kedes, Hasor en Jitnan,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zif, Telem, Bealot,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Chasor-Chadatta en Kirjot-Chesron of Hasor,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Amam, Sema, Molada,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Chasar-Gadda, Chesmon, Bet-Pelet,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Chasar-Sual, Berseba en Bizjoteja,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Baäla, Ijjim, Esem,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Eltolad, Kesil, Chorma,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Siklag, Madmanna, Sansanna,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Lebaot, Silchem en En-Rimmon: in totaal negenentwintig steden met hun dorpen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
In het laagland: Estaol, Sora, Asna,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Zanoach, En-Gannim, Tappuach, Enam,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Jarmut, Adullam, Soko, Azeka,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Saäraïm, Aditaïm, Gedera en Gederotaïm: veertien steden met hun dorpen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Verder Senan, Chadasa, Migdal-Gad,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Dilan, Mispe, Jokteël,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Lakis, Boskat, Eglon,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Kabbon, Lachmas, Kitlis,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Gederot, Bet-dagon, Naama, Makkeda: zestien steden met hun dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 15 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Bovendien Libna, Eter, Asan,
Referenties naar alinea Jozua 15 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Jiftach, Asna, Nesib,
Referenties naar alinea Jozua 15 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Keila, Akzib, Maresa: negen steden met hun dorpen;
Referenties naar alinea Jozua 15 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Ekron met de onderhorige steden en dorpen;
Referenties naar alinea Jozua 15 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
het hele gebied van Ekron tot aan de zee, grenzend aan Asdod, met bijbehorende dorpen;
Referenties naar alinea Jozua 15 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Asdod met de onderhorige steden en dorpen; Gaza met de onderhorige steden en dorpen tot aan de beek van Egypte, het gebied aan de Grote Zee.
Referenties naar alinea Jozua 15 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
In het bergland: Samir, Jattir, Soko,
Referenties naar alinea Jozua 15 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Danna, Kirjat-sanna ofwel Debir,
Referenties naar alinea Jozua 15 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Anab, Estemo, Anim,
Referenties naar alinea Jozua 15 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Gosen, Cholon, Gil; elf steden met hun dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 15 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Arab, Duma, Esan,
Referenties naar alinea Jozua 15 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Janim, Bet-tappuach, Afeka,
Referenties naar alinea Jozua 15 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Chumta, Kirjat-arba ofwel Hebron, en Sior: negen steden met hun dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 15 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
Maon, Karmel, Zif, Jutta,
Referenties naar alinea Jozua 15 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Jizreel, Jokdeam, Zanoach,
Referenties naar alinea Jozua 15 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
Kain, Gibea, Timna: tien steden met hun dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 15 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Chalchul, Bet-sur, Gedor,
Referenties naar alinea Jozua 15 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
Maarat, Bet-anot en Eltekon: zes steden met hun dorpen;
Referenties naar alinea Jozua 15 59: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
Kirjat-baal ofwel Kirjat-jearim en Rabba: twee steden met hun dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 15 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
In de woestijn: Bet-haaraba, Middin, Sekaka,
Referenties naar alinea Jozua 15 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
Nibsan, Ir-hammelach en Engedi: zes steden met hun dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 15 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
Maar de Judeeërs zijn er niet in geslaagd de Jebusieten, die in Jeruzalem woonden, te verdrijven, zodat daar de Jebusieten nog met de Judeeërs wonen, tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea Jozua 15 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Voor de zonen van Jozef viel het lot als volgt: De grens loopt vanaf de Jordaan bij Jericho naar de bron ten oosten van de stad, vandaar door de woestijn het gebergte in tot Betel,
Referenties naar alinea Jozua 16 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
van Betel naar Luz, buigt dan langs het gebied van de Arkieten naar Atarot,
Referenties naar alinea Jozua 16 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
loopt vervolgens in westelijke richting naar het gebied van de Jaflieten tot de streek van Laag-bet-choron en tot Gezer en komt uit bij de zee.
Referenties naar alinea Jozua 16 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Dat gebied kregen Efraim en Manasse, de zonen van Jozef.
Referenties naar alinea Jozua 16 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Dit is het gebied van de geslachten van Efraim: in het oosten loopt de grens van Atrot-addar naar Hoog-bet-choron,
Referenties naar alinea Jozua 16 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
gaat dan westwaarts ten noorden van Mikmetat, dan weer oostwaarts naar Taanat-silo, oostelijk langs Janocha,
Referenties naar alinea Jozua 16 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
daalt van Janocha naar Atarot en Naara en loopt vlak langs Jericho naar de Jordaan.
Referenties naar alinea Jozua 16 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Van Tappuach loopt de grens in westelijke richting naar de beek van Kana en komt uit bij de zee. Dat is het gebied van de geslachten van de stam Efraim.
Referenties naar alinea Jozua 16 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Daarbij komen nog de steden met de bijbehorende dorpen die in het gebied van de Manassieten aan de Efraimieten waren toegewezen.
Referenties naar alinea Jozua 16 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Maar de Efraimieten hebben de Kanaänieten in Gezer niet verdreven, zodat er in Efraim tot op de huidige dag Kanaänieten wonen, die evenwel tot herendienst verplicht zijn.
Referenties naar alinea Jozua 16 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen werd aan de stam Manasse door het lot een gebied toe gewezen, want Manasse was de eerstgeboren zoon van Jozef; Makir, de eerstgeboren zoon van Manasse, de vader van Gilead, een dapper man, had reeds Gilead en Basan gekregen.
Referenties naar alinea Jozua 17 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De geslachten van de overige zonen van Manasse kregen nu een gebied toegewezen: de zonen van Abiezer, de zonen van Chelek, de zonen van Asriel, de zonen van Sekem, de zonen van Chefer en de zonen van Semida. Dat waren de geslachten van de mannelijke nakomelingen van Manasse, de zoon van Jozef,
Referenties naar alinea Jozua 17 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Selofchad, de zoon van Chefer, de zoon van Gilead, de zoon van Makir, de zoon van Manasse had geen zonen meer, maar alleen dochters, en dit zijn de namen van die dochters: Machla, Noa, Chogla, Milka en Tirsa.
Referenties naar alinea Jozua 17 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Deze meisjes verschenen voor de priester Eleazar, voor Jozua, de zoon van Nun, en voor de stamhoofden; zij zeiden: `Jahwe heeft aan Mozes opgedragen ons een gebied te geven evenals aan onze broeders.' Daarom kregen zij overeenkomstig Jahwe's bevel grond toegewezen in het gebied van de broers van hun vader.
Referenties naar alinea Jozua 17 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zo kreeg Manasse tien stukken, Gilead en Basan in het Overjordaanse niet meegerekend,
Referenties naar alinea Jozua 17 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
omdat ook de dochters van Manasse grond kregen toegewezen in het gebied van zijn zonen. Gilead was voor de overige zonen van Manasse.
Referenties naar alinea Jozua 17 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Dit is het gebied van Manasse: de grens loopt van Aser naar Mikmetat ten oosten van Sichem, vandaar zuidwaarts naar Jasib bij En-tappuach.
Referenties naar alinea Jozua 17 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De strek van Tappuach behoort aan Manasse, maar de stad zelf, op de grens van Manasse, behoort aan de Efraimieten.
Referenties naar alinea Jozua 17 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Verder loopt de grens langs de zuidelijke oever van de beek van Kana. De steden daar behoren aan Efraim, al liggen zij midden tussen de steden van Manasse. De grens van Manasse loopt ten noorden van de beek en komt uit bij de zee.
Referenties naar alinea Jozua 17 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ten zuiden daarvan ligt dus Efraim, ten noorden daarvan Manasse; verder vormt de zee de grens. In het noorden grenst Manasse aan Aser en in het oosten aan Issakar.
Referenties naar alinea Jozua 17 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Bovendien behoren en Issakar en Aser tot Manasse: Bet-san met de onderhorige steden, Jibleam met de onderhorige steen, de bewoners van Dor met de onderhorige steden, de bewoners van Endor met de onderhorige steden, de bewoners van Taanak met de onderhorige steden en de bewoners van Megiddo met de onderhorige steden: drie duinstreken.
Referenties naar alinea Jozua 17 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Maar de Manassieten slaagden er niet in deze steden in bezit te nemen, zodat de Kanaänieten daar bleven wonen.
Referenties naar alinea Jozua 17 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen de Israëlieten machtiger werden, hebben zij de Kanaänieten wel tot herendienst verplicht, maar verdreven hebben zij hen nooit.
Referenties naar alinea Jozua 17 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De zonen van Jozef zeiden tot Jozua: `Waarom hebt u ons bij de verdeling door het lot maar een gebied toegewezen, terwijl wij door Jahwe's rijke zegen zo talrijk zijn geworden?'
Referenties naar alinea Jozua 17 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Jozua antwoordde: `Indien u werkelijk zo talrijk bent dat het bergland van Efraim te klein voor u is, trekt dan de bossen in en ontgint land in het gebied van de Perizzieten en Refaieten.'
Referenties naar alinea Jozua 17 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Maar de zonen van Jozef antwoordden: `Het bergland biedt ons niet voldoende ruimte en in de vlakte wonen de Kanaänieten met hun ijzeren strijdwagens, zowel in Bet-san en de onderhorige steden als in de vlakte van Jizreel.'
Referenties naar alinea Jozua 17 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Daarop zei Jozua tot het huis van Jozef, tot Efraim en Manasse: `U bent inderdaad talrijk en zeer machtig. Uw gebied blijft niet beperkt tot een deel.
Referenties naar alinea Jozua 17 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Het bergland dat in uw bezit komt is wel bosgebied, maar u kunt dat ontginnen en ook de uitlopers ervan behoren u toe. En de Kanaänieten zult u wel verdrijven, al zijn ze nog zo sterk met hun ijzeren wagens.'
Referenties naar alinea Jozua 17 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Heel de gemeenschap van de Israëlieten kwam in Silo bijeen en zette daar de tent van de samenkomst neer. Ofschoon het land aan hen onderworpen was,
Referenties naar alinea Jozua 18 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
waren er bij de Israëlieten nog zeven stammen die hun bezit nog niet hadden gekregen.
Referenties naar alinea Jozua 18 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Daarom zei Jozua tot de Israëlieten `Aarzelt niet langer en neemt het land in bezit, dat Jahwe de God van uw vaderen u heeft gegeven!
Referenties naar alinea Jozua 18 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Wijst uit iedere stam drie mannen aan, die ik kan uitzenden om door het land te gaan. Met het oog op de verdeling moeten zij er een beschrijving van maken en dan bij mij terugkomen.
Referenties naar alinea Jozua 18 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zij moeten het land in zeven stukken verdelen. Juda blijft in het zuiden gevestigd en het huis van Jozef in het noorden.
Referenties naar alinea Jozua 18 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
U moet beschrijven hoe het land in zeven stukken verdeeld kan worden en dat aan mij voorleggen. Voor het aanschijn van Jahwe, onze God, zal ik dan voor u het lot erover werpen.
Referenties naar alinea Jozua 18 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De levieten krijgen geen erfdeel toegewezen, want het priesterschap van Jahwe is hun bezit. Gad, Ruben en de halve stam Manasse hebben van Mozes, de dienaar van Jahwe, al een gebied toegewezen gekregen in het Overjordaanse.'
Referenties naar alinea Jozua 18 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen de mannen op weg gingen, drukte Jozua hun op het hart `Gaat door het land, maakt er een beschrijving van en komt dan bij mij terug; dan zal ik voor het aanschijn van Jahwe te Silo het lot voor u werpen.'
Referenties naar alinea Jozua 18 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zo gingen die mannen op weg, trokken het land door, maakten er een beschrijving van en verdeelden de steden in zeven groepen. Toen zij in het kamp te Silo bij Jozua terugkwamen,
Referenties naar alinea Jozua 18 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
wierp deze voor het aanschijn van Jahwe het lot en verdeelde het land onder de Israëlieten, zodat iedere stam zijn deel kreeg.
Referenties naar alinea Jozua 18 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De geslachten van de stam Benjamin kregen door het lot een gebied aangewezen tussen dat van Juda en Jozef.
Referenties naar alinea Jozua 18 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Dit was hun gebied de noordgrens begint bij de Jordaan, loopt naar de bergrug ten noorden van Jericho, dan westwaarts het bergland in en komt uit bij de woestijn van Bet-awen.
Referenties naar alinea Jozua 18 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Vandaar loopt de grens naar Luz, ten zuiden van de bergrug van Luz ofwel Betel, en vervolgens naar Atrot-addar in het bergland ten zuiden van Laag Bet-choron.
Referenties naar alinea Jozua 18 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Dan buigt de grens vanaf het gebergte ten zuiden van Bet-choron naar het zuidwesten naar Kirjat-baal ofwel Kirjat-jearim, een stad van Juda. Dat is de westelijke grens.
Referenties naar alinea Jozua 18 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De zuidgrens begint bij Kirjat-jearim, loopt westwaarts naar de bron van het water van Neftoach,
Referenties naar alinea Jozua 18 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
dan naar de top van de berg bij het Benhinnom-dal, ten noorden van het dal van de Refaieten. Vervolgens loopt zij door het Hinnomdal langs de zuidkant van de bergrug van de Jebusieten naar de En-rogel.
Referenties naar alinea Jozua 18 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Dan buigt de grens noordwaarts in de richting van En-semes naar Gelilot bij de pas van Adummim en daalt af naar de rots van Bohan, de zoon van Ruben.
Referenties naar alinea Jozua 18 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Vandaar loopt de grens noordelijk om de bergrug van Haaraba de Araba in,
Referenties naar alinea Jozua 18 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
dan noordelijk van de bergrug van Bet-chogla en komt uit bij de landtong die de Zoutzee insteekt bij de monding van de Jordaan. Dat is de zuid grens.
Referenties naar alinea Jozua 18 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De Jordaan vormt de oostgrens. Dat zijn de grenzen van het gebied van de geslachten van Benjamin.
Referenties naar alinea Jozua 18 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Dit zijn de steden van de geslachten van Benjamin Jericho, Betchogla, Emek-kesis,
Referenties naar alinea Jozua 18 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Bet-haaraba, Semaraim, Betel,
Referenties naar alinea Jozua 18 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Awwim, Para, Ofra,
Referenties naar alinea Jozua 18 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Kefar-haammoni, Ofni en Geba twaalf steden met hun dorpen;
Referenties naar alinea Jozua 18 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Gibeon, Rama, Beerot,
Referenties naar alinea Jozua 18 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Mispa, Kefira, Mosa,
Referenties naar alinea Jozua 18 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Rekem, Jirpeel, Tarala,
Referenties naar alinea Jozua 18 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Sela-haëlef, Jebus ofwel Jeruzalem en Giba-kirjat veertien steden met hun dorpen. Dit is het gebied van de geslachten van Benjamin.
Referenties naar alinea Jozua 18 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Voor de geslachten van de stam Simeon viel bij de tweede loting het lot als volgt: hun bezit kwam midden in Juda te liggen
Referenties naar alinea Jozua 19 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
en het omvatte Berseba, Seba en Molada,
Referenties naar alinea Jozua 19 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Chasar-sual, Bala, Asem,
Referenties naar alinea Jozua 19 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Eltolad, Betuël, Chorma,
Referenties naar alinea Jozua 19 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Siklag, Bet-hammarkabot, Chasar-susa,
Referenties naar alinea Jozua 19 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Bet-lebaot en Saruchen: dertien steden met hun dorpen;
Referenties naar alinea Jozua 19 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
En-rimmon, Eter en Asan: vier steden met hun dorpen;
Referenties naar alinea Jozua 19 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
dus alle dorpen die rondom deze steden gelegen zijn tot aan Baälat-beeër en Ramat-negeb. Dat is het gebied van de geslachten van de stam Simeon.
Referenties naar alinea Jozua 19 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Omdat het erfdeel van Juda te groot voor hen was, had men er een deel van afgenomen voor Simeon. Zo kreeg Simeon een gebied toegewezen binnen dat van Juda.
Referenties naar alinea Jozua 19 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Voor de geslachten van Zebulon viel bij de derde loting het lot als volgt: zij kregen een gebied dat tot aan Sarid liep.
Referenties naar alinea Jozua 19 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De grens loopt in westelijke richting naar Marala tot vlak bij Dabbeset en de beek bij Jokneam.
Referenties naar alinea Jozua 19 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Aan de andere kant van Sarid loopt de grens in oostelijke richting naar het gebied van Kislot-tabor, dan naar Daberat en Jafia,
Referenties naar alinea Jozua 19 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
van daar oostwaarts naar Gat-hachefer en Et-kasin en komt uit bij Rimmon, waar ze afbuigt naar Nea.
Referenties naar alinea Jozua 19 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Dan loopt hij noordelijk om Channaton heen en komt uit bij het dal van Jiftach-el.
Referenties naar alinea Jozua 19 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Kattat, Nahalal, Simron, Jidala en Betlechem; twaalf steden met hun dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 19 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Dat is het gebied van de geslachten van Zebulon met zijn steden en dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 19 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Voor de geslachten van Issakar viel bij de vierde loting het lot als volgt:
Referenties naar alinea Jozua 19 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
hun gebied omvatte Jizreel, Hakkesulot, Sunem,
Referenties naar alinea Jozua 19 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Chafaraim, Sion, Anacharat,
Referenties naar alinea Jozua 19 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Harabbit Kisjon, Ebes,
Referenties naar alinea Jozua 19 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Remet, Engannim, En-chadda en Bet-passes.
Referenties naar alinea Jozua 19 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De grens loopt langs de Tabor, Sachasima en Bet-semes naar de Jordaan; zestien steden met hun dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 19 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Dat is het gebied van de geslachten van de stam Issakar met zijn steden en dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 19 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Voor de geslachten van de stam Aser viel bij de vijfde loting het lot als volgt:
Referenties naar alinea Jozua 19 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
hun gebied omvatte Chelkat, Chali, Beten, Aksaf,
Referenties naar alinea Jozua 19 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Alammelek, Amad en Misal. De grens loopt vlak langs de Karmel en de rivier de Libnat in de richting van de zee.
Referenties naar alinea Jozua 19 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Zij wendt zich oostwaarts naar Bet-dagon en langs Zebulon en het dal van Jiftach-el naar het noorden bij Bet-haëmek en Neiel en komt dan uit ten noorden van Kabul.
Referenties naar alinea Jozua 19 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ook Ebron, Rechob, Chammon en Kana tot Groot-sidon horen ertoe.
Referenties naar alinea Jozua 19 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Dan wendt de grens zich in de richting van Rama, tot aan de vestingstad Tyrus, en naar Chosa, waar zij weer uitkomt bij de zee. Ook Mechebel, Akzib,
Referenties naar alinea Jozua 19 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Umma, Afek en Rechob, tweeëntwintig steden met hun dorpen, horen ertoe.
Referenties naar alinea Jozua 19 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Dat is het gebied van de geslachten van de stam Aser met steden en dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 19 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Voor de geslachten van Naftali viel bij de zesde loting het lot als volgt:
Referenties naar alinea Jozua 19 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
hun gebied loopt van Chelef, van de eik van Saanannim, over Adami-hannekeb en Jabneel naar Lakkum en komt uit bij de Jordaan.
Referenties naar alinea Jozua 19 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Naar het westen toe loopt de grens over Asnot-tabor naar Chukok. In het zuiden valt de grens samen met die van Zebulon, in het westen met die van Aser, in het oosten met die van Juda en met de Jordaan.
Referenties naar alinea Jozua 19 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Versterkte steden waren: Siddim, Ser, Chammat, Rakkat en Kinneret,
Referenties naar alinea Jozua 19 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Adama, Rama en Hasor,
Referenties naar alinea Jozua 19 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Kedes, Edrei en En-chasor,
Referenties naar alinea Jozua 19 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Juron, Migdalel, Chorem, Bet-anat en Bet-semes; negentien steden met hun dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 19 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Dat is het gebied van de geslachten van de stam Naftali met zijn steden en dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 19 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Voor de geslachten van de stam Dan viel bij de zevende loting het lot als volgt:
Referenties naar alinea Jozua 19 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
hun gebied omvatte Sora. Estaol en Ir-semes,
Referenties naar alinea Jozua 19 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Saalabbin, Ajjalon, en Jitla,
Referenties naar alinea Jozua 19 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Elon, Timna en Ekron,
Referenties naar alinea Jozua 19 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Elteke, Gibbeton en Baälat,
Referenties naar alinea Jozua 19 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Jehud, Bene-berak en Gat-rimmon,
Referenties naar alinea Jozua 19 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Me-hajjarkon en Harakkon met het gebied tegenover Jafo.
Referenties naar alinea Jozua 19 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Het gebied der Danieten was hun te klein geworden en daarom trokken zij ten strijde tegen Lesem; zij veroverden de stad, doodden de inwoners, namen de stad in bezit en vestigden zich daar. Zij gaven Lesem de naam Dan, naar de naam van hun vader.
Referenties naar alinea Jozua 19 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Dat is het gebied van de geslachten van de stam Dan met zijn steden en dorpen.
Referenties naar alinea Jozua 19 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Toen alle delen van het land waren toegewezen, gaven de Israëlieten aan Jozua, de zoon van Nun, een eigen gebied,
Referenties naar alinea Jozua 19 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
zoals Jahwe had bevolen: het was de stad die hij gevraagd had, Timnat-serach in het bergland van Efraim. Hij versterkte die stad en ging er wonen.
Referenties naar alinea Jozua 19 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Dat zijn de gebieden die de priester Eleazar, Jozua, de zoon van Nun, en de familiehoofden voor het aanschijn van Jahwe te Silo, bij de ingang van de tent van de samenkomst, door het lot onder de Israëlieten verdeelden. Daarmee was de verdeling van het land voltooid.
Referenties naar alinea Jozua 19 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Jahwe sprak tot Jozua:
Referenties naar alinea Jozua 20 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
`Zeg aan de Israëlieten: Wijs de vrijsteden aan, waarover Ik door Mozes gesproken heb.
Referenties naar alinea Jozua 20 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Dan kan degene die zonder opzet of per ongeluk iemand van het leven berooft, daarheen de wijk nemen en er veilig zijn voor de bloedwreker.
Referenties naar alinea Jozua 20 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Wanneer iemand naar een van deze steden vlucht, moet hij zich melden bij de stadspoort en aan de oudsten van de stad zijn zaak uiteenzetten. Zij zullen hem dan in hun stad toelaten en hem een verblijfplaats aanwijzen.
Referenties naar alinea Jozua 20 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Als de bloedwreker hem toch achterna komt, mogen zij degene die doodslag gepleegd heeft niet aan hem uitleveren: hij heeft immers zonder opzet zijn medemens gedood en hem tevoren geen haat toegedragen.
Referenties naar alinea Jozua 20 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij moet in die stad blijven, tot hij voor de gemeenschap terecht heeft gestaan of tot de dood van de hogepriester die er dan is. Dan mag hij naar huis teruggaan, naar de stad waaruit hij gevlucht was.'
Referenties naar alinea Jozua 20 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De Israëlieten wezen aan: Kades in Galilea in het bergland van Naftali, Sichem in het bergland van Efraim en Kirjat-arba of Hebron in het bergland van Juda.
Referenties naar alinea Jozua 20 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
In het Overjordaanse ten oosten van Jericho wezen zij aan: in het gebied van de stam Ruben Beser, dat in de woestijn op de hoogvlakte ligt, in het gebied van de stam Dan Ramot in Gilead en in het gebied van de stam Manasse Golan in Basan.
Referenties naar alinea Jozua 20 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Dat zijn de steden die werden aangewezen voor alle Israëlieten en voor de vreemdelingen die bij hen wonen. Ieder die zonder opzet een mens heeft gedood kan daarheen de wijk nemen, zodat hij niet hoeft te sterven door de hand van de bloedwreker, alvorens hij voor de gemeenschap terecht heeft gestaan.
Referenties naar alinea Jozua 20 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De familiehoofden van de levieten kwamen bij de priester Eleazar, bij Jozua, de zoon van Nun, en bij de familiehoofden van de stammen van Israël
Referenties naar alinea Jozua 21 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
te Silo in Kanaän. Zij zeiden tot hen: `Jahwe heeft bij monde van Mozes bevolen ons steden te geven om in te wonen en bijbehorende weidegronden voor het vee.'
Referenties naar alinea Jozua 21 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen stelden de Israëlieten in opdracht van Jahwe de volgende steden met weidegronden in hun gebied ter beschikking van de levieten.
Referenties naar alinea Jozua 21 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Het eerste lot viel op de geslachten van Kehat: de levieten die zonen van de priester aäron waren kregen dertien steden in het gebied van de stammen Juda, Simeon en Benjamin
Referenties naar alinea Jozua 21 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
de overige Kehatieten kregen tien steden bij de geslachten van de stam Efraim, in het gebied van de stam Dan en in het gebied van de halve stam Manasse;
Referenties naar alinea Jozua 21 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
de Gersonieten kregen door loting dertien steden bij de geslachten van de stam Issakar, in het gebied van de stam Aser en van de stam Naftali en van de halve stam Manasse in Basan;
Referenties naar alinea Jozua 21 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
de geslachten van Merari kregen twaalf steden in het gebied van de stammen Ruben, Gad en Zebulon.
Referenties naar alinea Jozua 21 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Die steden met de bijbehorende weidegronden wezen de Israëlieten door loting aan de levieten toe, zoals Jahwe bij monde van Mozes had geboden.
Referenties naar alinea Jozua 21 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
In het gebied van de stammen van Juda en Simeon werden de volgende met name genoemde steden toegewezen
Referenties naar alinea Jozua 21 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
aan de levieten, de zonen van aäron uit de geslachten van Kehat, op wie het eerste lot was gevallen:
Referenties naar alinea Jozua 21 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
zij kregen Kirjat-arba, - Arba was de vader van Anak ook Hebron geheten, in het gebergte van Juda met de weidegronden in de omgeving.
Referenties naar alinea Jozua 21 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Het akkerland van die stad en de onderhorige dorpen waren reeds in eigendom gegeven aan Kaleb, de zoon van Jefunne.
Referenties naar alinea Jozua 21 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Aan de zonen van de priester aäron gaf men de vrijstad Hebron zelf met de bijbehorende weidegronden. Verder Libna met weidegronden,
Referenties naar alinea Jozua 21 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Jattir met weidegronden, Estemoa met weidegronden,
Referenties naar alinea Jozua 21 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Cholon met weidegronden, Debir met weidegronden,
Referenties naar alinea Jozua 21 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Ain met weidegronden, Jutta met weidegronden en Bet-semes met weidegronden, negen steden in het gebied van deze twee stammen.
Referenties naar alinea Jozua 21 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
In het gebied van de stam Benjamin: Gibeon met zijn weidegronden. Geba met zijn weidegronden,
Referenties naar alinea Jozua 21 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Anatot met zijn weidegronden en Almon met zijn weidegronden: vier steden.
Referenties naar alinea Jozua 21 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
In het geheel kregen de zonen van de priester aäron dertien steden met bijbehorende weidegronden.
Referenties naar alinea Jozua 21 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De overige geslachten van Kehat, die levieten waren, kregen door het lot steden toegewezen in het gebied van de stam Efraim.
Referenties naar alinea Jozua 21 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Zij kregen de vrijstad Sichem met weidegronden in het gebergte van Efraim, Gezer met weidegronden,
Referenties naar alinea Jozua 21 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Kibsaim met weidegronden en Bet-choron met weidegronden: vier steden.
Referenties naar alinea Jozua 21 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Verder in het gebied van de stam Dan: Elteke met weidegronden, Gibbeton met weidegronden,
Referenties naar alinea Jozua 21 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Ajjalon met weidegronden en Gat-rimmon met weidegronden: vier steden.
Referenties naar alinea Jozua 21 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
In het gebied van de stam Manasse: Taanak Taanak met weidegronden en Gat-rimmon met weidegronden: twee steden.
Referenties naar alinea Jozua 21 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
In het geheel kregen de overige geslachten van Kehat tien steden met bijbehorende weidegronden.
Referenties naar alinea Jozua 21 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
De Gersonieten van de geslachten van Levi kregen in het gebied van de halve stam Manasse de vrijstad Golan in Basan met weidegronden en Beestera met weidegronden: twee steden met weidegronden.
Referenties naar alinea Jozua 21 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
In het gebied van de stam Issakar: Kison met weidegronden, Daberat met weidegronden,
Referenties naar alinea Jozua 21 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Jarmut met weidegronden en En-gannim met weidegronden: vier steden.
Referenties naar alinea Jozua 21 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
In het gebied van de stam Aser: Misal met weidegronden, Abdon met weidegronden,
Referenties naar alinea Jozua 21 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Chelkat met weidegronden en rechob met weidegronden: vier steden.
Referenties naar alinea Jozua 21 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
In het gebied van de stam Naftali: de vrijstad Kedes in Galilea met weidegronden, Chammot-dor met weidegronden en Kartan met weidegronden: drie steden.
Referenties naar alinea Jozua 21 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
In het geheel kregen de geslachten van Gerson dertien steden met bijbehorende weidegronden.
Referenties naar alinea Jozua 21 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
De overige levitische geslachten, die van Merari, kregen; in het gebied van de stam Zebulon Jokneam met weidegronden, Karta met weidegronden,
Referenties naar alinea Jozua 21 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Dimna met weidegronden en Nahalal met weidegronden: vier steden.
Referenties naar alinea Jozua 21 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
In het gebied van de stam Ruben: Beser met weidegronden, Jasa.
Referenties naar alinea Jozua 21 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Kedemot met weidegronden, en Mefaat met weidegronden: vier steden.
Referenties naar alinea Jozua 21 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
In het gebied van de stam Gad: de vrijstad Ramot in Gilead met weidegronden. Machanaim met weidegronden,
Referenties naar alinea Jozua 21 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Chesbon met weidegronden; tezamen vier steden.
Referenties naar alinea Jozua 21 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Die twaalf steden vielen toe aan de overige levitische geslachten, die van Merari.
Referenties naar alinea Jozua 21 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
In het geheel kregen de levieten binnen het gebied van de Israëlieten achtenveertig steden met bijbehorende weidegronden.
Referenties naar alinea Jozua 21 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Bij elk van deze steden behoorden de weidegronden, die eromheen lagen. Zo was het bij alle steden.
Referenties naar alinea Jozua 21 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Jahwe gaf aan Israël heel het land dat Hij aan hun vaderen onder ede beloofd had. Zij namen het in bezit en gingen er wonen.
Referenties naar alinea Jozua 21 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
En Jahwe gaf hun overal rust, zoals Hij hun vaderen had gezworen. Geen van hun vijanden heeft tegen hen standgehouden: Jahwe heeft allen aan hen overgeleverd.
Referenties naar alinea Jozua 21 44: 1
Dies Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Van al de heerlijke beloften die Jahwe aan het huis van Israël gedaan had is er niet een onvervuld gebleven: zij zijn alle werkelijkheid geworden.
Referenties naar alinea Jozua 21 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen riep Jozua de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse bij zich
Referenties naar alinea Jozua 22 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
en zei tot hen: `U hebt u gehouden aan de opdracht van Mozes, de dienaar van Jahwe, en ook mijn bevelen hebt u opgevolgd.
Referenties naar alinea Jozua 22 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
U hebt jarenlang, tot op de huidige dag, uw broeders niet in de steek gelaten en trouw volbracht wat Jahwe uw God u had opgedragen.
Referenties naar alinea Jozua 22 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Nu Jahwe uw God aan uw broeders rust gegeven heeft, zoals Hij beloofd had, kunt u teruggaan naar uw tenten, naar het gebied dat Mozes, de dienaar van Jahwe, u in het Overjordaanse heeft toegewezen.
Referenties naar alinea Jozua 22 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
U moet echter trouw blijven aan de geboden en aan de wet die Mozes, de dienaar van Jahwe, u gegeven heeft. Gij moet dat doen door Jahwe, uw God, lief te hebben, altijd zijn wegen te volgen, zijn geboden te onderhouden, Hem aan te hangen en Hem met heel uw hart en heel uw ziel te dienen.'
Referenties naar alinea Jozua 22 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Daarna gaf Jozua hun zijn zegen en liet hen naar hun tenten teruggaan hetgeen zij ook deden.
Referenties naar alinea Jozua 22 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Aan de ene helft van de stam Manasse had Mozes gebied in Basan toegewezen; aan de andere helft had Jozua tegelijk met hun broeders gebied toegewezen ten westen van de Jordaan. Toen Jozua hen naar hun tenten terug liet gaan en hun zijn zegen had gegeven,
Referenties naar alinea Jozua 22 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
zei hij: `Met veel bezit kunt u nu terug gaan naar uw tenten, met een overvloed aan vee, met zilver, goud, brons en ijzer en vele kleren. U zult met uw broeders delen in de buit, die op uw vijanden behaald is.'
Referenties naar alinea Jozua 22 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Daarop namen de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse te Silo in Kanaän afscheid van de andere Israëlieten en gingen terug naar Gilead, het gebied dat hun op bevel van Jahwe door Mozes was toegewezen.
Referenties naar alinea Jozua 22 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen zij bij de steenkringen aan de Jordaan kwamen, bouwden de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse aan de oever van de Jordaan, nog aan de Kanaänitische kant, een altaar, een opvallend groot altaar.
Referenties naar alinea Jozua 22 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zodra de Israëlieten vernamen, dat de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse aan de grens van Kanaän bij de steenkringen aan de Jordaan, nog aan de kant van de Israëlieten, een altaar gebouwd hadden,
Referenties naar alinea Jozua 22 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
kwam de hele gemeenschap van de Israëlieten te Silo bijeen met de bedoeling tegen hen op te trekken.
Referenties naar alinea Jozua 22 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De Israëlieten zonden de priester Pinechas, de zoon van Eleazar,
Referenties naar alinea Jozua 22 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
met tien leiders naar de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse in Gilead, een per familie uit elke stam van Israël; ieder stond aan het hoofd van een familie in een stam van Israël.
Referenties naar alinea Jozua 22 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen zij bij de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse waren aangekomen, zeiden zij:
Referenties naar alinea Jozua 22 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Zo spreekt heel de gemeenschap van Jahwe: Waarom bent u de God van Israël toch ontrouw geworden en hebt u zich heden van Jahwe afgekeerd? Waarom bent u vandaag door het bouwen van een altaar tegen Jahwe in opstand gekomen?
Referenties naar alinea Jozua 22 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Hebben wij nog niet genoeg aan de zonde van Peor, die een plaag gebracht heeft over het volk, waarvan wij ons nog steeds niet gezuiverd hebben?
Referenties naar alinea Jozua 22 17: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
U keert zich vandaag van Jahwe af en komt tegen Hem in opstand, maar morgen breekt zijn toorn los over de gemeenschap van Israël.
Referenties naar alinea Jozua 22 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Als uw eigen gebied onrein is, steekt dan over naar het gebied van Jahwe, waar zijn woning staat, en vestigt u bij ons. Maar komt niet tegen Jahwe in opstand en verzet u ook niet tegen ons door een altaar te bouwen naast dat van Jahwe onze God.
Referenties naar alinea Jozua 22 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Ook toen Achan, de zoon van Zerach, zich aan de ban vergreep, is de toorn losgebarsten over de gehele gemeenschap van Israël; en hij was niet de enige die door zijn zonde is omgekomen.'
Referenties naar alinea Jozua 22 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Daarop antwoordde de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse aan de stamhoofden van Israël:
Referenties naar alinea Jozua 22 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
`Jahwe, de God der goden, Hij weet het en ook Israël moet het weten: Als het onze bedoeling was, tegen Jahwe op te staan of van Hem af te vallen, dan helpe Hij ons niet in deze nood.
Referenties naar alinea Jozua 22 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Als wij dit altaar gebouwd hebben om met Jahwe te breken of om hier brand - en meeloffers of slachtoffers op te dragen, dan moge Jahwe zelf het ons vergelden!
Referenties naar alinea Jozua 22 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Maar in werkelijkheid hebben wij dit gedaan, omdat wij bezorgd waren, dat uw zonen later tegen onze zonen zouden kunnen zeggen: Wat hebt u met Jahwe, de God van Israël, te maken?
Referenties naar alinea Jozua 22 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Jahwe heeft tussen ons beiden de Jordaan als grens gesteld; u, de Rubenieten en de Gadieten, hebt dus geen erfdeel bij Jahwe. Zo zouden onze zonen door toedoen van uw zonen ophouden Jahwe te vereren.
Referenties naar alinea Jozua 22 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Daarom dachten wij: Laat ons dit doen: een altaar bouwen, niet voor brand - en slachtoffers,
Referenties naar alinea Jozua 22 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
maar om voor ons beiden en voor onze nakomelingen te getuigen, dat wij met onze brand - en slachtoffers Jahwe vereren. Dan kunnen uw kinderen later nooit tegen de onze zeggen: U hebt geen erfdeel bij Jahwe.
Referenties naar alinea Jozua 22 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Wanneer zij dat later tegen ons of onze nakomelingen zeggen, dachten wij, dan kunnen wij wijzen op het altaar dat onze voorouders naar het voorbeeld van het altaar van Jahwe gebouwd hebben, niet om brand - en slachtoffers op te dragen, maar als getuig voor ons beiden.
Referenties naar alinea Jozua 22 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Wij willen dus in de verste verte niet tegen Jahwe opstaan of ons van Hem afkeren door naast het altaar van Jahwe onze God, dat voor zijn woning staat, een ander altaar te bouwen voor brandoffers, meeloffers en slachtoffers.'
Referenties naar alinea Jozua 22 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Toen de priester Pinechas, de leiders van de gemeenschap en de hoofden van de stammen van Israël de verklaring van de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse gehoord hadden, waren zij tevredengesteld.
Referenties naar alinea Jozua 22 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
De priester Pinechas, de zoon van Eleazar, zei tot de Rubenieten, de Gadieten en de Manassieten: `Nu weten wij zeker dat Jahwe in ons midden is, want in deze zaak bent u Jahwe niet ontrouw geweest. Op deze wijze hebt u de Israëlieten voor het ingrijpen van Jahwe behoed.'
Referenties naar alinea Jozua 22 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Daarop verlieten de priester Pinechas, de zoon van Eleazar, en de leiders de Rubenieten en de Gadieten in Gilead en keerden terug naar de Israëlieten in Kanaän. Toen zij aan de Israëlieten verslag hadden uitgebracht,
Referenties naar alinea Jozua 22 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
waren deze tevredengesteld. Zij prezen God en zagen af van hun plan om tegen de Rubenieten en de Gadieten op te trekken en hun gebied te verwoesten.
Referenties naar alinea Jozua 22 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
En de Rubenieten en de Gadieten gaven het altaar een naam, `want,' zeiden zij, `het getuigt voor ons beiden, dat Jahwe de ware God is.'
Referenties naar alinea Jozua 22 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Vele jaren waren voorbijgegaan, sinds Jahwe gezorgd had, dat aan alle zijden de vijanden Israël met rust lieten, en Jozua was oud geworden en hoogbejaard.
Referenties naar alinea Jozua 23 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen riep hij heel Israël bijeen, met de oudsten en de familiehoofden, met de rechters en de schrijvers. Hij sprak hun toe: `Ik ben oud en hoogbejaard.
Referenties naar alinea Jozua 23 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
U hebt gezien wat Jahwe, uw God, ten gunste van u met al deze volken gedaan heeft. Jahwe, uw God, heeft zelf voor u gestreden.
Referenties naar alinea Jozua 23 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Het bezit van de volken die nog over zijn heb ik bij de loting aan uw stammen toegewezen, evenals dat van de volken die ik heb uitgeroeid, van de Jordaan af tot de Grote Zee in het westen.
Referenties naar alinea Jozua 23 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Jahwe, uw God, zal hen voor u verdrijven en verjagen, zodat u hun land in bezit kunt nemen, gelijk Jahwe, uw God, u beloofd heeft.
Referenties naar alinea Jozua 23 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar dan moet u er zich op toeleggen volhardend en nauwgezet alles te volbrengen wat in het wetboek van Mozes geschreven staat, zonder daarvan af te wijken, naar rechts of naar links.
Referenties naar alinea Jozua 23 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
U moogt geen omgang hebben met de volken die nog zijn overgebleven; u moogt de naam van uw goden niet aanroepen en bij hen niet zweren; u moogt hen niet vereren of u voor hen neerbuigen.
Referenties naar alinea Jozua 23 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Jahwe, uw God, is de enige die u moet aanhangen, zoals u tot op de huidige dag gedaan hebt.
Referenties naar alinea Jozua 23 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij heeft immers grote en sterke volken voor u verdreven, zodat tot op de huidige dag niemand u heeft kunnen weerstaan.
Referenties naar alinea Jozua 23 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Een enkele man van u dreef duizend vijanden op de vlucht, omdat Jahwe, uw God, voor u streed, zoals Hij beloofd had.
Referenties naar alinea Jozua 23 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Uw enige zorg moet dus zijn Jahwe, uw God, te beminnen.
Referenties naar alinea Jozua 23 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Want als u zich van Hem afkeert en u aansluit bij de overige volken, als u familiebanden met hen aanknoopt en omgang met hen hebt,
Referenties naar alinea Jozua 23 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
dan zult u ondervinden dat Jahwe, uw God, hen niet meer voor u verdrijft. U zult verstrikt raken in hun vallen en netten; een zweepslag in uw zijde, een doorn in uw oog zullen zij zijn, totdat u verdwenen bent uit het heerlijke land, dat Jahwe, uw God, u heeft gegeven.
Referenties naar alinea Jozua 23 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Ik ga nu de weg van al het aardse. U weet heel goed, dat van alle heerlijke beloften die Jahwe, uw God, u gedaan heeft, er niet een onvervuld is gebleven. Alles is voor u verwerkelijkt en niet een woord ervan is onvervuld gebleven.
Referenties naar alinea Jozua 23 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Maar zoals de heerlijke beloften, die Jahwe, uw God, u gedaan had, in vervulling zijn gegaan, zo zal Hij ook al zijn bedreigingen uitvoeren, totdat Hij u heeft weggevaagd uit het heerlijke land dat Hij u heeft gegeven.
Referenties naar alinea Jozua 23 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Als u het verbond overtreedt, dat Jahwe, uw God, u heeft opgelegd, als u andere goden vereert en u voor hen neerbuigt, dan zal zijn toorn tegen u ontbranden en zult u spoedig verdwenen zijn uit het heerlijke land dat Hij u heeft gegeven.'
Referenties naar alinea Jozua 23 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Jozua riep alle stammen van Israël in Sichem bijeen, met de oudsten van Israël, de familiehoofden, de rechters en de schrijvers. Toen zij voor God stonden,
Referenties naar alinea Jozua 24 1: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
richtte Jozua zich tot het volk en sprak: `Zo spreekt Jahwe de God van Israël: Uw voorouders, Terach, de vader van Abraham en de vader van Nachor, hebben vroeger aan de overkant van de Rivier gewoond. Daar vereerden zij andere goden.
Referenties naar alinea Jozua 24 2: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Ik heb uw vader Abraham daar weggehaald van de overkant van de Rivier, en hem heel Kanaän doen doorkruisen. Ik gaf hem een talrijk nageslacht en schonk hem Isaak.
Referenties naar alinea Jozua 24 3: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Aan Isaak schonk Ik Jakob en Esau. Aan Esau gaf Ik het bergland van Seir in bezit; Jakob en zijn zonen trokken naar Egypte.
Referenties naar alinea Jozua 24 4: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen zond Ik Mozes en aäron en sloeg Ik Egypte met de plagen, waarmee Ik hen teisterde, en leidde u daarna het land uit.
Referenties naar alinea Jozua 24 5: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen Ik uw vaderen uit Egypte leidde en gij bij de zee gekomen waart, achtervolgden de Egyptenaren uw vaderen met wagens en paarden tot aan de Rietzee.
Referenties naar alinea Jozua 24 6: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
toen uw vaderen tot Jahwe riepen, legde Hij een donkere nevel tussen u en de Egyptenaren en joeg Hij de zee over hen heen, die hen overspoelde. Met eigen ogen hebt gij gezien wat Ik in Egypte gedaan heb. Nadat gij lange tijd in de woestijn had doorgebracht,
Referenties naar alinea Jozua 24 7: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
leidde Ik u naar het land van de Amorieten in het Overjordaanse. En toen zij u aanvielen, gaf Ik hen in uw macht, zodat gij hun land in bezit kon nemen; Ik heb hen voor u uitgeroeid.
Referenties naar alinea Jozua 24 8: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen begon Balak, de zoon van Sippor, de koning van Moab, de oorlog tegen Israël. Hij ontbood Bileam, de zoon van Beor, om u te vervloeken.
Referenties naar alinea Jozua 24 9: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Maar Ik heb niet naar Bileam willen luisteren, zodat hij u gezegend heeft. Zo heb Ik u uit zijn macht gered.
Referenties naar alinea Jozua 24 10: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen zijt gij de Jordaan overgestoken en bij Jericho gekomen. De burgers van die stad, de Amorieten, de Perizzieten, de Kanaänieten, de Hethieten, de Girgasieten, de Chiwwieten en de Jebusieten voerden oorlog tegen u, maar Ik leverde hen aan u over.
Referenties naar alinea Jozua 24 11: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Verslagenheid zond Ik voor u uit, die hen - de beiden koningen van de Amorieten - voor u verdreef, zonder dat uw zwaard of boog eraan te pas kwam.
Referenties naar alinea Jozua 24 12: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zo gaf Ik u een land waarvoor gij niet hebt gezwoegd, steden die gij niet hebt gebouwd maar waarin gij toch woont, en zo eet gij van wijngaarden en olijfbomen die gij niet hebt geplant'.
Referenties naar alinea Jozua 24 13: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
`Vreest dan Jahwe en dient Hem oprecht en trouw. Doet de goden weg, die uw voorouders aan de overkant van de Rivier en in Egypte hebben vereerd, en weest dienaren van Jahwe.
Referenties naar alinea Jozua 24 14: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Als u Jahwe niet verkiest te dienen, kiest dan nu wie u wel wilt dienen: de goden die uw voorouders aan de overkant van de Rivier hebben vereerd, of de goden van de Amorieten, in wier land u woont. Ik en mijn familie, wij dienen Jahwe.'
Referenties naar alinea Jozua 24 15: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Het volk antwoordde: `Wij denken er niet aan, Jahwe te verlaten en andere goden te dienen.
Referenties naar alinea Jozua 24 16: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Jahwe, onze God, heeft ons en onze vaderen uit Egypte geleid, uit het slavenhuis. Hij heeft voor onze ogen grote tekenen verricht en ons beschermd op al onze tochten en tegen alle volken, waarmee wij in aanraking kwamen.
Referenties naar alinea Jozua 24 17: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Jahwe heeft al die volken voor ons verdreven, evenals de Amorieten die dit land bewonen. Ook wij willen Jahwe dienen. Hij is onze God.'
Referenties naar alinea Jozua 24 18: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Toen ze Jozua tot het volk: `U zult wel niet bij machte zijn Jahwe te dienen, want Hij is een heilige God, een jaloerse God, die uw overtredingen en zonden niet vergeeft,
Referenties naar alinea Jozua 24 19: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
maar als u Jahwe verlaat en vreemde goden dient, zal Hij zich van u afkeren en u met rampen treffen en u vernietigen, ondanks de weldaden die Hij u vroeger heeft bewezen.'
Referenties naar alinea Jozua 24 20: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Maar het volk herhaalde: `Toch willen wij Jahwe dienen.'
Referenties naar alinea Jozua 24 21: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Toen zei Jozua tot het volk: `Dan bent u zelf getuigen, dat u voor de dienst van Jahwe gekozen hebt.' En zij antwoordden: `Ja, dat zijn wij.'
Referenties naar alinea Jozua 24 22: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
`Doet dan die vreemde goden bij u weg en neigt uw harten naar Jahwe, de God van Israël.'
Referenties naar alinea Jozua 24 23: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Marialis Cultus ->=geentekst=
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
En het volk antwoordde: `Jahwe, onze God, willen wij dienen en naar zijn stem willen wij luisteren.'
Referenties naar alinea Jozua 24 24: 3
Veritatis Splendor ->=geentekst=Marialis Cultus ->=geentekst=
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Zo sloot Jozua op die dag te Sichem een verbond voor het volk. Hij bepaalde voor hen wat wet is en recht,
Referenties naar alinea Jozua 24 25: 2
Veritatis Splendor ->=geentekst=De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
en hij schreef alles op in het wetboek van God. Daarop liet hij onder de eik in het heiligdom van Jahwe een grote steen oprichten
Referenties naar alinea Jozua 24 26: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
en sprak tot het hele volk: `Deze steen zal tegen ons getuigen, want hij heeft alles gehoord wat Jahwe tot ons gesproken heeft. Hij zal tegen u blijven getuigen, zodat u uw God niet verloochent.'
Referenties naar alinea Jozua 24 27: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Daarop ontbond Jozua de vergadering en ieder keerde terug naar zijn eigen gebied.
Referenties naar alinea Jozua 24 28: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Na deze gebeurtenissen stierf Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van Jahwe, op de leeftijd van honderdtien jaar.
Referenties naar alinea Jozua 24 29: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Hij werd begraven in zijn eigen gebied, te Timnat-serach in het bergland van Efraim, ten noorden van de berg Gaas.
Referenties naar alinea Jozua 24 30: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Israël bleef Jahwe vereren, zolang Jozua leefde en zolang hem nog oudsten overleefden, die getuigen waren geweest van alles wat Jahwe gedaan had.
Referenties naar alinea Jozua 24 31: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Het gebeente van Jozef, dat de Israëlieten uit Egypte hadden meegenomen, werd begraven te Sichem, op het stuk grond dat Jakob voor honderd sikkel goud van de zonen van Hemor had gekocht en dat eigendom was van de zonen van Jozef.
Referenties naar alinea Jozua 24 32: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Ook Eleazar, de zoon van Aäron, stierf en werd begraven op de heuvel, die zijn zoon Pinechas in het bergland van Efraim had gekregen.
Referenties naar alinea Jozua 24 33: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Na de dood van Jozua wendden de Israëlieten zich tot Jahwe met de vraag `Wie van ons moet het eerst tegen de Kanaänieten ten strijde trekken?'
Referenties naar alinea Rechters 1 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Jahwe antwoordde: `Juda! Aan hem heb Ik het land overgeleverd.'
Referenties naar alinea Rechters 1 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen zei Juda tot zijn broer Simeon: `Trek mee naar het gebied dat mij is toegewezen om met mij tegen de Kanaänieten te vechten. Dan ga ik later met u mee naar het gebied dat u is toegewezen.' Simeon ging met hem mee.
Referenties naar alinea Rechters 1 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen de Judeeërs optrokken tegen de Kanaänieten en Perizzieten, leverde Jahwe die aan hen over; in Bezek doodden zij tienduizend man.
Referenties naar alinea Rechters 1 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
In Bezek vonden zij Adonibezek; zij vielen hem aan en brachten de Kanaänieten en Perizzieten een nederlaag toe.
Referenties naar alinea Rechters 1 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Adonibezek ging op de vlucht, maar zij achtervolgden hem, namen hem gevangen en hakten hem zijn duimen en zijn grote tenen af.
Referenties naar alinea Rechters 1 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen zei Adonibezek: `Zeventig koningen, wier duimen en grote tenen ik had afgehakt, raapten op wat er van mijn tafel viel; zoals ik met anderen gedaan heb zo doet God met mij.' Zij brachten hem naar Jeruzalem en daar stierf hij.
Referenties naar alinea Rechters 1 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De Judeeërs vielen Jeruzalem aan; toen zij de stad ingenomen hadden, joegen zij haar over de kling en staken de stad in brand.
Referenties naar alinea Rechters 1 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Daarna trokken de Judeeërs verder en bonden de strijd aan met de Kanaänieten in het bergland, in de Negeb en in het laagland.
Referenties naar alinea Rechters 1 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Zo rukte Juda op tegen de Kanaänieten in Hebron, dat vroeger Kirjat-arba heette. en versloeg Sesai, Achiman en Talmai.
Referenties naar alinea Rechters 1 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Vandaar trok hij op tegen de inwoners van Debir, dat vroeger Kirjat-sefer heette.
Referenties naar alinea Rechters 1 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Kaleb beloofde: `Wie Kirjat-sefer verslaat en verovert, hem geef ik mijn dochter Aksa tot vrouw.'
Referenties naar alinea Rechters 1 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Otniël, een Kenizziet, een jongere broer van Kaleb, veroverde de stad en Kaleb gaf hem zijn dochter Aksa tot vrouw.
Referenties naar alinea Rechters 1 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen zij bij hem aankwam, wist Otniël haar te bewegen van haar vader een stuk grond te vragen. Zij liet zich van de ezel glijden en Kaleb vroeg: `Wat is er?'
Referenties naar alinea Rechters 1 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zij antwoordde: `Geef mij een geschenk! Als u mij een dor land geeft, geef mij dan ook waterbronnen!' Toen gaf Kaleb haar hoog - en laaggelegen bronnen.
Referenties naar alinea Rechters 1 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Samen met de Judeeërs trokken de zonen van Mozes' schoonvader, een Keniet, vanuit de Palmenstad naar de woestijn van Juda, in de Negeb bij Arad; daar vestigden zij zich bij de Amalekieten.
Referenties naar alinea Rechters 1 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Juda trok met zijn broeder Simeon tegen Sefat op en zij doodden de Kanaänieten die daar woonden en sloegen de stad met de ban; daarom kreeg die stad de naam Chorma.
Referenties naar alinea Rechters 1 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Maar Gaza, Askelon en Ekron met bijbehorende gebieden, heeft Juda niet kunnen innemen.
Referenties naar alinea Rechters 1 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Juda heeft de bewoners van het bergland verdreven omdat Jahwe met hem was, maar de bewoners van de vlakte heeft hij niet kunnen verdrijven: die hadden ijzeren wagens.
Referenties naar alinea Rechters 1 19: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Overeenkomstig de beschikking van Mozes werd Hebron aan Kaleb gegeven; deze zette de drie zonen van Enak de stad uit.
Referenties naar alinea Rechters 1 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De Benjaminieten hebben de Jebusieten niet uit Jeruzalem kunnen verdrijven, zodat de Jebusieten nog in Jeruzalem met de Benjaminieten wonen, tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea Rechters 1 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Op zijn beurt rukte het huis van Jozef uit; zij trokken op tegen Betel en Jahwe wat met hen.
Referenties naar alinea Rechters 1 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Het huis van Jozef ondernam een verkenningstocht naar Betel, dat vroeger Luz heette.
Referenties naar alinea Rechters 1 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De verkenners zagen een man uit de stad komen en zeiden tegen hem: `Als u ons wijst hoe wij in de stad kunnen komen, dan zullen wij u sparen.'
Referenties naar alinea Rechters 1 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Hij wees hun hoe ze de stad binnen konden komen. Daarop namen zij de stad in en joegen haar over de kling, maar die man met heel zijn familie lieten zij gaan.
Referenties naar alinea Rechters 1 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Hij trok naar het gebied van de Hethieten, bouwde daar een stad en noemde die Luz; zo heet ze tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea Rechters 1 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Manasse heeft de volgende steden niet kunnen onderwerpen: Bet-san met de onderhorige steden, Taanak met de onderhorige steden, de inwoners van Dor met de onderhorige steden, de inwoners van Jibleam met de onderhorige steden en die van Megiddo met de onderhorige steden. De Kanaänieten hebben zich dus in dat gebied gehandhaafd.
Referenties naar alinea Rechters 1 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Toen Israël later machtiger werd, werden de Kanaänieten wel tot herendienst verplicht, maar niet verdreven.
Referenties naar alinea Rechters 1 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Efraim heeft de Kanaänieten niet uit Gezer kunnen verdrijven, zodat dezen tussen de Efraimieten in het gebied van Gezer bleven wonen.
Referenties naar alinea Rechters 1 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Zebulon heeft de inwoners van Kitron en van Nahalol niet kunnen verdrijven; de Kanaänieten bleven er wonen, maar werden tot herendienst verplicht.
Referenties naar alinea Rechters 1 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Aser heeft de inwoners van Akko, Sidon, Achlab, Akzib, Chelba, Afek en Rechob niet kunnen verdrijven,
Referenties naar alinea Rechters 1 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
zodat de Aserieten zich gevestigd hebben bij de Kanaänieten die daar woonden want zij hebben hen niet verdreven.
Referenties naar alinea Rechters 1 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Naftali heeft de inwoners van Bet-semes en Bet-anat niet kunnen verdrijven, zodat zij zich gevestigd hebben tussen de Kanaänieten die daar woonden; de bewoners van het land, de inwoners van Bet-semes en Bet-anat, werden wel tot herendienst verplicht.
Referenties naar alinea Rechters 1 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
De Amorieten drongen de Danieten het gebergte in en gaven hun geen kans naar de vlakte af te dalen.
Referenties naar alinea Rechters 1 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
De Amorieten hebben zich ook kunnen handhaven in Har-cheres. Ajjalon en Saalbim, maar toen het huis van Jozef de overhand kreeg, werden zij tot herendienst verplicht.
Referenties naar alinea Rechters 1 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Het gebied van Edom strekte zich uit van de Schorpioenenpas tot Sela en verderop.
Referenties naar alinea Rechters 1 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De engel van Jahwe begaf zich van Gilgal naar Bokim en sprak `Ik heb u uit Egypte geleid en u gebracht naar het land dat Ik aan uw vaderen onder ede beloofd had, met de woorden: Nooit zal Ik mijn verbond met u verbreken.
Referenties naar alinea Rechters 2 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Maar dan moogt gij mij ook geen verbond sluiten met de bewoners van dat land en moet gij hun altaren omver halen. Gij hebt echter niet naar mijn stem geluisterd. Hoe hebt gij dat kunnen doen?
Referenties naar alinea Rechters 2 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Daarom verzeker Ik u: Ik zal de bewoners van het land niet voor u verdrijven; zij zullen u verdrukken, en hun goden zullen een valstrik voor u worden.'
Referenties naar alinea Rechters 2 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen de engel dit tot de Israëlieten gezegd had, begonnen zij luid te weeklagen.
Referenties naar alinea Rechters 2 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Daarom heet die plaats Bokim. Zij brachten daar offers aan Jahwe.
Referenties naar alinea Rechters 2 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Nadat Jozua de vergadering had ontbonden, gingen de Israëlieten naar het gebied dat hun was toegewezen en namen het land in bezit.
Referenties naar alinea Rechters 2 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zolang Jozua leefde en zolang er na zijn dood nog oudsten waren, die getuigen waren geweest van de grote dingen die Jahwe voor Israël gedaan had, bleef het volk Jahwe dienen..
Referenties naar alinea Rechters 2 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar Jozua, de zoon Van Nun, de dienaar van Jahwe, kwam te sterven, op de leeftijd van honderdtien jaar.
Referenties naar alinea Rechters 2 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij werd begraven in zijn eigen gebied te Timnat-cheres, in het bergland van Efraim, ten noorden van de berg Gaas.
Referenties naar alinea Rechters 2 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ook zijn tijdgenoten werden met hun voorvaderen verenigd. Toen kwam er een nieuwe generatie, die niets meer wist van Jahwe, en die niet had meegemaakt dat Hij voor Israël gedaan had.
Referenties naar alinea Rechters 2 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen begonnen de Israëlieten te doen wat Jahwe mishaagt. Zij vereerden de Baäls
Referenties naar alinea Rechters 2 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
en verlieten Jahwe, de God van hun vaderen, die hen uit Egypte geleid had. Zij liepen achter andere goden aan, goden van de volken uit hun omgeving; zij bogen zich voor hen neder en krenkten Jahwe.
Referenties naar alinea Rechters 2 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zij verlieten Jahwe en vereerden Baäl en de Astarten.
Referenties naar alinea Rechters 2 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen ontbrandde de toorn van Jahwe tegen Israël. Hij leverde hen over aan plunderaars die hen beroofden en gaf hen prijs aan hun tegenstanders rondom, zodat zij niet langer tegen hun vijanden waren opgewassen.
Referenties naar alinea Rechters 2 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Alles wat zij ondernamen mislukte, omdat Jahwe tegen hen was, zoals Hij gezegd en gezworen had. Maar telkens als de nood het hoogst was
Referenties naar alinea Rechters 2 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
liet Jahwe rechters optreden, die hen uit de greep van de plunderaars bevrijdden.
Referenties naar alinea Rechters 2 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Maar ook aan hun rechters bleven zij niet luisteren. Ontuchtig liepen zij achter andere goden aan en bogen zich voor hen neer. Al heel gauw weken zij weer af van de weg die hun voorvaderen gevolgd hadden: die hadden gehoorzaamd aan de geboden van Jahwe; zij deden dat niet.
Referenties naar alinea Rechters 2 17: 1
Quadragesimo Anno ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Als Jahwe een rechter liet optreden, stond hij de rechter bij, zolang die leefde. Jahwe bevrijdde hen uit de macht van hun vijanden, want als zij zuchtten onder het juk van hun vervolgers en verdrukkers, kreeg Hij weer medelijden met hen.
Referenties naar alinea Rechters 2 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Maar nauwelijks was de rechter gestorven, of zij vervielen opnieuw tot zonden, erger nog dan hun vaderen. Zij liepen achter andere goden aan, vereerden die en bogen zich voor hen neer. Zij weigerden hardnekkig met die vroegere praktijken en gewoonten te breken.
Referenties naar alinea Rechters 2 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
In zijn toorn zei Jahwe tot Israël: `Omdat dit volk het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb niet nakomt en niet naar mijn stem luistert,
Referenties naar alinea Rechters 2 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
zal Ik geen van de volken meer verdrijven die bij de dood van Jozua nog over waren.
Referenties naar alinea Rechters 2 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Zo zal Ik Israël op de proef stellen om te zien of zij de weg van Jahwe blijven gaan, zoals hun voorvaderen.'
Referenties naar alinea Rechters 2 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Jahwe heeft die volken met rust gelaten; Hij verdreef hen niet onmiddellijk en leverde hen niet aan Jozua over.
Referenties naar alinea Rechters 2 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Dit zijn de volken die Jahwe met rust heeft gelaten, om door hen de Israëlieten, die de oorlog in Kanaän niet hadden meegemaakt, op de proef te stellen,
Referenties naar alinea Rechters 3 1: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
om aan die generaties van Israëlieten die geen oorlog hadden meegemaakt, de strijd te leren:
Referenties naar alinea Rechters 3 2: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
de vijf vorsten van de Filistijnen, al de Kanaänieten, de Sidoniers en de Hethieten, in het Libanongebergte van Baäl-hermon tot aan de weg naar Hamat.
Referenties naar alinea Rechters 3 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Dezen dienden om de Israëlieten op de proef te stellen. Zo zou duidelijk worden of zij de geboden wilden onderhouden, die Jahwe bij monde van Mozes aan hun voorvaderen had opgelegd.
Referenties naar alinea Rechters 3 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
En de Israëlieten die midden tussen de Kanaänieten, Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten woonden,
Referenties naar alinea Rechters 3 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
huwden met meisjes uit die volken, lieten hun eigen dochters trouwen met mannen uit die volken en vereerden hun goden.
Referenties naar alinea Rechters 3 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De Israëlieten deden wat Jahwe mishaagt: zij vergaten Jahwe hun God en vereerden de Baäls en de Astarten.
Referenties naar alinea Rechters 3 7: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen ontbrandde de toorn van Jahwe tegen Israël. Hij gaf het prijs aan Kusan-risataim, de koning van Edom, en acht jaar bleven de Israëlieten aan Kusan-risataim onderworpen.
Referenties naar alinea Rechters 3 8: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Toen riepen de Israëlieten tot Jahwe, en Jahwe liet een redder optreden om Israël te bevrijden; het was Otniël, de Kenizziet, een jongere broer van Kaleb.
Referenties naar alinea Rechters 3 9: 2
Dives in Misericordia ->=geentekst=Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Gedreven door de geest van Jahwe trad hij op als rechter in Israël en trok hij ten oorlog tegen Kusan-risataim Jahwe leverde de koning van Edom aan Otniël over en zo kreeg deze hem in zijn macht.
Referenties naar alinea Rechters 3 10: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Veertig jaar werd het land met rust gelaten. Toen stierf Otniël, de Kenizziet.
Referenties naar alinea Rechters 3 11: 1
Aswoensdag ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Weer deden de Israëlieten wat Jahwe mishaagt. Toen gaf Jahwe aan Eglon, de koning van Moab macht over Israël, omdat zij deden wat Jahwe mishaagt.
Referenties naar alinea Rechters 3 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Eglon wist de Ammonieten en Amalekieten op zijn hand te krijgen; samen trokken zij tegen Israël op, versloegen het en namen de Palmenstad in.
Referenties naar alinea Rechters 3 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Achttien jaar bleven de Israëlieten onderworpen aan Eglon, de koning van Moab.
Referenties naar alinea Rechters 3 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Toen riepen de Israëlieten tot Jahwe, en Jahwe liet voor hen een redder optreden. Het was Ehud, de zoon van Gera uit Benjamin, een man die linkshandig was. Eens zonder de Israëlieten Ehud met de schatting naar Eglon, de koning van Moab.
Referenties naar alinea Rechters 3 15: 2
Evangelii Gaudium ->=geentekst=Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Ehud liet een tweesnijdend zwaard maken, een gomed lang, en hing het op de rechterheup aan zijn gordel, onder zijn kleren.
Referenties naar alinea Rechters 3 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Zo ging hij de schatting afdragen aan Eglon, de koning van Moab; deze was een zeer zwaarlijvig man.
Referenties naar alinea Rechters 3 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Zodra Ehud hem de schatting overhandigd had, liet hij de mannen die de schatting vervoerd hadden naar huis gaan.
Referenties naar alinea Rechters 3 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Maar hij zelf ging terug, van bij de Gebeeldhouwde Stenen in de buurt van Gilgal. Bij Eglon gekomen, liet hij hem zeggen: `Koning, ik heb u nog iets te zeggen dat strikt geheim is.' De koning zei: `Sst!' en al zijn hovelingen verwijderden zich.
Referenties naar alinea Rechters 3 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Ehud begaf zich naar de koning, die heel alleen in de koele bovenzaal zat, en zei: `Ik heb een woord van God voor u.' Eglon stond van zijn troon op.
Referenties naar alinea Rechters 3 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen greep Ehud met zijn linkerhand het zwaard van zijn rechterheup en stak de koning in de buik.
Referenties naar alinea Rechters 3 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Het zwaard drong met lemmet en al in zijn lichaam; het vet sloot zich om het lemmet, omdat Ehud het zwaard er niet uittrok. Daarop verdween hij langs een achteruitgang.
Referenties naar alinea Rechters 3 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Hij ging langs de zuilengang naar buiten. De deur van de bovenzaal had hij afgesloten en gegrendeld.
Referenties naar alinea Rechters 3 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Toen hij weg was, kwamen de dienaren van Eglon bij de bovenzaal en merkten zij dat de deur op slot zat. Zij zeiden: `Misschien doet hij zijn behoefte in het koele vertrek.'
Referenties naar alinea Rechters 3 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Zij bleven wachten, maar tenslotte werden ze er verlegen mee, want hij deed de deur van de bovenzaal maar niet open. Toen gingen zij de sleutel halen om de deur open te maken, en daar lag hun meester dood op de grond.
Referenties naar alinea Rechters 3 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Omdat zij zo lang gewacht hadden, was Ehud ontkomen; hij was de Gebeeldhouwde Stenen al voorbij en was behouden in Seira aangekomen.
Referenties naar alinea Rechters 3 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Zodra hij weer op Israëlitisch gebied was, liet hij in het bergland van Efraim de bazuin steken. Toen de Israëlieten de bergen afkwamen, stelde hij zich aan het hoofd en zei:
Referenties naar alinea Rechters 3 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
`Volg mij; Jahwe levert de Moabieten, uw vijanden, aan u over.' Zij trokken met hem naar beneden en bezetten de doorwaadbare plaatsen van de Jordaan, zodat geen Moabiet er meer over kon.
Referenties naar alinea Rechters 3 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Zij hebben toen tienduizend Moabieten gedood, allemaal krachtige, strijdbare mannen; niemand ontkwam.
Referenties naar alinea Rechters 3 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Op die dag moest Moab Israël als zijn meerdere erkennen en tachtig jaar werd het land met rust gelaten.
Referenties naar alinea Rechters 3 30: 1
Aswoensdag ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Na Ehud trad Samgar, de zoon van Anat op. Hij doodde zeshonderd Filistijnen met een osseprikkel; zo bevrijdde ook hij Israël.
Referenties naar alinea Rechters 3 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Na de dood van Ehud deden de Israëlieten opnieuw wat Jahwe mishaagt.
Referenties naar alinea Rechters 4 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
En Jahwe leverde hen over aan Jabin, de koning van Kanaän, die over Hasor regeerde. Zijn legeraanvoerder heette Sisera en woonde te Charoset-haggojim.
Referenties naar alinea Rechters 4 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De Israëlieten riepen tot Jahwe, want Jabin had negenhonderd ijzeren wagens en onderdrukte de Israëlieten met harde hand, reeds twintig jaar lang.
Referenties naar alinea Rechters 4 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In die tijd trad de profetes Debora, de vrouw van Lappidot, als rechter in Israël op.
Referenties naar alinea Rechters 4 4: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zij hield zitting onder de palm van Debora tussen Rama en Betel, in het bergland van Efraim, waar de Israëlieten met hun rechtszaken bij haar kwamen.
Referenties naar alinea Rechters 4 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zij ontbood Barak, de zoon van Abinoam, uit Kedes van Naftali en zei hem: `Jahwe, de God van Israël, geeft u dit bevel: Trek met tienduizend man uit Naftali en Zebulon naar de berg Tabor.
Referenties naar alinea Rechters 4 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Dan zal Ik Sisera, de legeraanvoerder van Jabin, met zijn strijdwagens en zijn troepen naar u toelokken bij de beek Kison en hem aan u overleveren.'
Referenties naar alinea Rechters 4 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Barak antwoordde: `Als u met mij meegaat, doe ik het, maar als u niet meegaat, doe ik het niet.'
Referenties naar alinea Rechters 4 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zij zei: `Dan ga ik mee; maar de tocht die u onderneemt zal u geen roem brengen, want aan een vrouw levert Jahwe Sisera over.' Toen ging Debora met Barak naar Kedes.
Referenties naar alinea Rechters 4 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Nu riep Barak, Zebulon en Naftali in Kedes onder de wapenen: tienduizend man volgden hem en ook Debora ging mee.
Referenties naar alinea Rechters 4 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
In de buurt van Kedes, bij de eik van Saannaim, had de Keniet Cheber, een zoon van Mozes' schoonvader Chobab, die zich van de overige Kenieten had afgescheiden, zijn tent opgeslagen.
Referenties naar alinea Rechters 4 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen Sisera bericht kreeg dat Barak, de zoon van Abinoam, de Tabor was opgetrokken,
Referenties naar alinea Rechters 4 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
liet hij al zijn ijzeren strijdwagens, negenhonderd in getal, en alle manschappen waarover hij beschikken kon, van Charoset-haggojim naar de beek Kison oprukken.
Referenties naar alinea Rechters 4 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen zei Debora tot Barak: `Trek op, want vandaag levert Jahwe Sisera aan u over. Hijzelf gaat voor u uit.' En toen Barak met zijn tienduizend mannen van de Tabor naar beneden kwam,
Referenties naar alinea Rechters 4 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
bracht Jahwe Sisera met al zijn wagens en heel zijn leger door het zwaard van Barak in verwarring. Sisera sprong van zijn wagen en trachtte te voet te ontkomen,
Referenties naar alinea Rechters 4 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
terwijl Barak de wagens en het leger nazette tot in Charoset-haggojim. Heel het leger van Sisera viel door het zwaard; geen man werd gespaard.
Referenties naar alinea Rechters 4 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Sisera was intussen te voet naar de tent van Jaël, de vrouw van de Keniet Cheber, gevlucht, want diens familie was bevriend met Jabin, de koning van Hasor.
Referenties naar alinea Rechters 4 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Jaël kwam naar buiten, Sisera tegemoet, en zei tegen hem: `Kom binnen, heer, kom gerust binnen: u hoeft niet bang te zijn.' Hij ging haar tent binnen en zij dekte hem toe met een deken.
Referenties naar alinea Rechters 4 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hij vroeg haar: `Geef mij alstublieft wat water: ik heb dorst.' Zij maakte de melkzak open en liet hem drinken. Toen zij hem weer toedekte,
Referenties naar alinea Rechters 4 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
zei hij tegen haar: `Blijf voor de ingang van de tent staan, en als de een of ander komt vragen of er iemand binnen is, moet u antwoorden van niet.'
Referenties naar alinea Rechters 4 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen Sisera van uitputting in slaap was gevallen, pakte Jaël, de vrouw van Cheber, een tentpin en een hamer, ging zachtjes naar hem toe en dreef de pin dwars door zijn slapen de grond in; hij was op slag dood.
Referenties naar alinea Rechters 4 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Toen zag Jaël Barak aankomen, op zoek naar Sisera. Zij ging hem tegemoet en zei: `Kom binnen, dan zal ik u de man laten zien die u zoekt.' Barak ging naar binnen, en daar lag Sisera door op de grond, met de pin door zijn slapen.
Referenties naar alinea Rechters 4 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Zo onderwierp God op die dag Jabin, de koning van Kanaän, aan de Israëlieten.
Referenties naar alinea Rechters 4 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Hun macht over Jabin, de koning van Kanaän, werd op den duur zo groot dat zij hem tenslotte hebben vernietigd.
Referenties naar alinea Rechters 4 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen zong Debora en Barak, de zoon van Abinoam, dit lied:
Referenties naar alinea Rechters 5 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Als het volk van Israël de haren losmaakt en zich meldt om te strijden, prijst dan Jahwe!
Referenties naar alinea Rechters 5 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Koningen, luistert nu; vorsten, hoort: Voor Jahwe wil ik zingen, ik, en slaan op de snaren voor Israëls God.
Referenties naar alinea Rechters 5 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Jahwe, toen gij weg zijt getrokken uit Seir, heen zijt gegaan uit de vlakte van Edom, dreunde de aarde, stroomde uit de hemelen, stroomde uit de wolken het water.
Referenties naar alinea Rechters 5 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen beefden de bergen voor Jahwe die komt van de Sinaï, voor Jahwe, de God van Israël.
Referenties naar alinea Rechters 5 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
In de dagen van Samgar, de zoon van Anat, in de dagen van Jaël lagen de wegen verlaten: wie vroeger de brede straten namen, gingen nu kronkelende binnenpaden.
Referenties naar alinea Rechters 5 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Uitgestorven lagen de dorpen, uitgestorven in Israël, tot ik, Debora, opstond, opstond als moeder in Israël.
Referenties naar alinea Rechters 5 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Zij hadden nieuwe goden gekozen: geen brood was er toen in de steden, geen schild of geen lans meer te vinden bij de veertigduizend van Israël.
Referenties naar alinea Rechters 5 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Mijn hart gaat uit naar hen die Israël leiden. Gij uit het volk die u meldt voor de strijd, prijst Jahwe!
Referenties naar alinea Rechters 5 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Gij berijders van witte ezelinnen, op rijke sjabrakken gezeten, gij die over de wegen gaat, blijft er van spreken,
Referenties naar alinea Rechters 5 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
luider dan die bij de drinkplaatsen zingen, wanneer zij Jahwe's weldaden loven, de werken van Hem die in Israël heerst. Toen is het volk van Jahwe naar de poorten gekomen:
Referenties naar alinea Rechters 5 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Sta op, sta op, Debora, sta op, sta op, zing een lied! Vooruit, Barak, kom met uw gevangenen, zoon van Abinoam!
Referenties naar alinea Rechters 5 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Daar kwamen de andere dapperen aan, het volk van Jahwe met zijn helden.
Referenties naar alinea Rechters 5 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De leiders uit Efraim daalden af naar de vlakte, uw broeder Benjamin voegde zich bij u. Ook de leiders van Makir kwamen en zij die de scepter dragen in Zebulon.
Referenties naar alinea Rechters 5 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De leiders van Issakar waren bij Debora. Issakar, trouw aan Barak, ging achter hem aan, de vlakte in. Onder de gelederen van Ruben was de verdeeldheid groot:
Referenties naar alinea Rechters 5 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
waarom bleef je achter de heining zitten, bij de kudde, luisterend naar de fluiten? Onder de gelederen van Ruben was de verdeeldheid groot.
Referenties naar alinea Rechters 5 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Gilead kwam de Jordaan niet over, en Dan had het druk met zijn schepen. Aser bleef aan de kust van de zee en ging niet weg van zijn havens.
Referenties naar alinea Rechters 5 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Zebulon echter waagde zijn leven, en ook Naftali, die op de hoogvlakte woont.
Referenties naar alinea Rechters 5 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De koningen kwamen en streden, de koningen van Kanaän streden. Bij Taanak, bij het water van Megiddo, maar geen stukje zilver maakten zij buit.
Referenties naar alinea Rechters 5 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Hoog uit de hemel streden de sterren, streden zij tegen Sisera, uit hun banen.
Referenties naar alinea Rechters 5 20: 1
Summa Theologiae, Prima Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De Kison sleurde hen mee, het geweld van de Kison spoelde hen weg. Verder moet ik, onversaagd.
Referenties naar alinea Rechters 5 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De hoeven van de paarden hameren, in galop, in galop gaan de hengsten.
Referenties naar alinea Rechters 5 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Vloek Meroz, zegt de engel van Jahwe, sla met uw vloek zijn bewoners: zij hebben geen hulp geboden aan Jahwe, aan Jahwe en aan zijn krijgers.
Referenties naar alinea Rechters 5 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Gezegend boven alle vrouwen zij Jaël, de vrouw van Cheber de Keniet; boven alle vrouwen in de tenten zij Jaël gezegend.
Referenties naar alinea Rechters 5 24: 1
De schoonheid van de verwelkoming ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Hij vroeg haar water, zij gaf hem melk; zij bracht hem room in een feestschaal.
Referenties naar alinea Rechters 5 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Haar linkerhand greep een tentpin, haar rechter een timmermanshamer. Zo sloeg zij Sisera, verbrijzelde zijn hoofd. zijn verpletterde slapen doorborend.
Referenties naar alinea Rechters 5 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Aan haar voeten kromp hij ineen, viel hij neer en bleef hij liggen. Aan haar voeten kromp hij ineen en viel hij neer. Waar hij ineen was gekrompen, daar viel hij neer, overweldigd.
Referenties naar alinea Rechters 5 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Uit het venster tuurt Sisera's moeder klagend zit zij voor de tralies: `Waarom komt zijn strijdwagen niet, waar blijft het gedreun van zijn wagens?'
Referenties naar alinea Rechters 5 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De wijste onder haar edelvrouwen geeft haar steeds weer ten antwoord:
Referenties naar alinea Rechters 5 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
`Zij hebben toch immers een buit bemachtigd en delen die nu: een, twee vrouwen voor elke soldaat; kleurige stoffen zijn Sisera's buit, bonte stoffen zijn deel; een, twee geborduurde doeken voor de hals van zijn vrouw.'
Referenties naar alinea Rechters 5 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Zo mogen te gronde gaan, Jahwe, al uw vijanden; maar die U beminnen, mogen zij zijn als de kracht van de rijzende zon. Toen had het land veertig jaren rust.
Referenties naar alinea Rechters 5 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De Israëlieten deden opnieuw wat Jahwe mishaagt en Hij leverde hen zeven jaar lang aan de Midjanieten over,
Referenties naar alinea Rechters 6 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
zodat die Israël in hun macht kregen. Uit vrees voor de Midjanieten richtten de Israëlieten in het gebergte schuilplaatsen in, holen en vestigingen.
Referenties naar alinea Rechters 6 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Telkens als de Israëlieten gezaaid hadden, rukten de Midjanieten met de Amalekieten en andere zonen van het oosten tegen hen op.
Referenties naar alinea Rechters 6 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zij sloegen hun tenten op en vernielden de oogst in heel het land, tot Gaza toe. Zij lieten in Israël geen voedsel meer over, en ook geen schapen, geen ossen en geen ezels.
Referenties naar alinea Rechters 6 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zij trokken binnen met hun kudden en hun tenten, zo talrijk als sprinkhanen, een ontelbare massa mannen en kamelen; zij vielen het land binnen en verwoestten het.
Referenties naar alinea Rechters 6 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen de Israëlieten door de Midjanieten tot grote armoede waren gebracht, begonnen zij tot Jahwe te roepen.
Referenties naar alinea Rechters 6 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
En toen de Israëlieten onder de druk van de Midjanieten tot Jahwe riepen,
Referenties naar alinea Rechters 6 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
zond Hij hun een profeet, die hun zei: `Zo spreekt Jahwe, de God van Israël: Ik heb u uit Egypte geleid en u weggehaald uit dat slavenhuis.
Referenties naar alinea Rechters 6 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ik heb u bevrijd uit de macht van de Egyptenaren en van al uw verdrukkers. Ik heb hen voor u verdreven en u hun land gegeven.
Referenties naar alinea Rechters 6 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ik heb u gezegd: Ik ben Jahwe, uw God; ook al woont gij in het land van de Amorieten, gij moogt hun goden niet vereren. Maar gij hebt niet naar mijn stem geluisterd.'
Referenties naar alinea Rechters 6 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen kwam de engel van Jahwe en zette zich neer onder de terebint van Ofra, die het eigendom was van Joas, uit het geslacht Abiezer. Zijn zoon Gideon was juist bezig tarwe uit te kloppen in een perskuip, om niet door de Midjanieten gezien te worden.
Referenties naar alinea Rechters 6 11: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De engel van Jahwe verscheen hem daar en zei: `Jahwe is met u, dappere held.'
Referenties naar alinea Rechters 6 12: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Christus Vivit ->=geentekst=
Gideon antwoordde: `Als ik het zeggen mag, heer: Indien Jahwe met ons is, waarom is ons dit alles dan overkomen? Waar zijn de wonderen waarover deze voorvaderen ons verhaald hebben; zij zeiden toch: Jahwe heeft ons uit Egypte geleid! Maar nu heeft Jahwe ons verstoten en ons aan de Midjanieten overgeleverd.'
Referenties naar alinea Rechters 6 13: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Christus Vivit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Christus Vivit ->=geentekst=
Toen richtte Jahwe zich tot hem en zei: `Trek op tegen de Midjanieten! Gij zijt sterk genoeg om Israël uit hun macht te bevrijden. Ik ben het toch die u zend.'
Referenties naar alinea Rechters 6 14: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Christus Vivit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Gideon hernam: `Als ik het zeggen mag, Heer: Hoe zou ik Israël kunnen bevrijden? Mijn geslacht is het armste van heel Manasse en ik ben de jongste van de familie.'
Referenties naar alinea Rechters 6 15: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Maar Jahwe zei: `Ik zal met u zijn; gij zult de Midjanieten verslaan alsof het maar een enkele man was.'
Referenties naar alinea Rechters 6 16: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Maar Gideon hield aan: `Als ik genade heb gevonden in uw ogen, geef mij dan een teken dat Gij het zijt die met mij spreekt.
Referenties naar alinea Rechters 6 17: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
En ga niet weg voor ik terug ben en U een geschenk heb aangeboden.' Jahwe antwoordde: `Ik blijf hier tot gij terug zijt.'
Referenties naar alinea Rechters 6 18: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Gideon ging naar huis, maakte een geitebokje klaar en een efa ongezuurde broden. Hij deed het vlees in een mand en de saus in een kom; die bracht hij naar Hem toe bij de terebint en bood ze Hem aan.
Referenties naar alinea Rechters 6 19: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De engel van God sprak: `Leg het vlees en de ongezuurde broden daar op dat rotsblok en giet de saus erover uit.' Gideon deed dat.
Referenties naar alinea Rechters 6 20: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De engel van Jahwe bewoog de stok die hij in zijn hand had naar het vlees en de ongezuurde broden en raakte die met de punt van de stok aan; toen laaide er uit het rotsblok een vuur op dat het vlees en de ongezuurde broden verteerde. Daarop verdween de engel van Jahwe uit zijn ogen.
Referenties naar alinea Rechters 6 21: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Nu begreep Gideon dat het de engel van Jahwe was geweest. Hij zei: `Wee mij, Jahwe, mijn Heer, ik heb oog in oog gestaan met de engel van Jahwe.'
Referenties naar alinea Rechters 6 22: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Maar Jahwe verzekerde hem: `Vrede is uw deel; wees niet bevreesd; gij zult niet sterven.'
Referenties naar alinea Rechters 6 23: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Toen bouwde Gideon daar een altaar voor Jahwe en noemde het Jahwe-is-vrede. Dat altaar staat nog in Ofra, de stad van Abiezer, tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea Rechters 6 24: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
In die nacht zei Jahwe tot Gideon: `Neem een stier van uw vader, een vette stier van zeven jaar, verniel het altaar van Baäl dat aan uw vader behoort en hak de heilige paal om die er bij staat.
Referenties naar alinea Rechters 6 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Richt dan hier op de top van de versterkte plaats een goed gebouwd altaar op voor Jahwe uw God en draag de vette stier op als een brandoffer, op het hout van de omgehakte paal.'
Referenties naar alinea Rechters 6 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Geholpen door tien van zijn knechten voerde Gideon de opdracht van Jahwe uit. Omdat hij het niet overdag durfde doen uit vrees voor zijn familie en voor de mensen uit de stad, deed hij het 's nachts.
Referenties naar alinea Rechters 6 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
De volgende morgen ontdekten de mensen uit de stad dat het altaar van Baäl vernield was, dat de heilige paal die er bij stond was omgehakt en dat op een nieuw gebouwd altaar een vette stier was geofferd.
Referenties naar alinea Rechters 6 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Zij zeiden tot elkaar: `Wie zou dat gedaan hebben?' Zij deden navraag en stelden een onderzoek in en er werd gezegd: `Gideon, de zoon van Joas, heeft het gedaan.'
Referenties naar alinea Rechters 6 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Daarop zeiden de mensen uit de stad tot Joas: `Lever uw zoon uit. Hij moet sterven, want hij heeft het altaar van Baäl vernield en de heilige paal die er bij stond omgehakt.'
Referenties naar alinea Rechters 6 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Maar Joas zei tot de omstanders: `Wilt u het soms voor Baäl opnemen? Wilt u Baäl redden? Wie het voor hem opneemt, wordt voor morgenochtend gedood. Als hij god is, laat hij dan zelf voor zijn zaak opkomen: het is zijn altaar dat vernield is.'
Referenties naar alinea Rechters 6 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Die dag kreeg Gideon de naam Jerubbaal, want men zei: `Laat Baäl het tegen hem opnemen, omdat hij diens altaar vernield heeft.'
Referenties naar alinea Rechters 6 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
De Midjanieten, de Amalekieten en de andere stammen uit het oosten hadden zich aangesloten, waren de Jordaan overgetrokken en hadden hun kamp opgeslagen in de vlakte van Jizreel.
Referenties naar alinea Rechters 6 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Toen kwam de geest van Jahwe over Gideon; hij stak de bazuin en de mannen van Abiezer sloten zich bij hem aan.
Referenties naar alinea Rechters 6 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Hij zond boden door heel het gebied van Manasse en ook deze stam sloot zich bij hem aan. Ook naar Aser, Zebulon en Naftali stuurde hij boden, en ook deze stammen sloten zich bij hem aan.
Referenties naar alinea Rechters 6 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Nu sprak Gideon tot God: `Als Gij Israël werkelijk door mijn hand wilt bevrijden, zoals Gij beloofd hebt,
Referenties naar alinea Rechters 6 36: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
laat dan de dauw alleen op de wollen vacht komen die ik hier op de dorsvloer leg en laat de grond eromheen droog blijven; dan weet ik dat Gij Israël door mijn hand zult bevrijden, zoals Gij beloofd hebt.'
Referenties naar alinea Rechters 6 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
En zo gebeurde het inderdaad: Toen hij de volgende morgen opstond wrong hij de dauw uit de vacht; de schaal stond vol water.
Referenties naar alinea Rechters 6 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Weer sprak Gideon tot God: `Laat uw toorn niet tegen mij ontbranden, als ik U nog een keer iets vraag. Ik zou nog een proef willen nemen met de vacht; laat nu alleen de vacht droog blijven, terwijl op de grond rondom de dauw valt.'
Referenties naar alinea Rechters 6 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
En God deed dat, de volgende nacht: Alleen de vacht bleef droog, op de grond lag overal dauw.
Referenties naar alinea Rechters 6 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Jerubbaal, ook Gideon geheten, en zijn mannen sloegen in alle vroegte hun kamp op bij En-charod. Ten noorden daarvan lag het kamp van de Midjanieten, in de buurt van de Waarzeggersheuvel, in de vlakte.
Referenties naar alinea Rechters 7 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen zei Jahwe tot Gideon: `Uw leger is zo groot dat Ik daaraan de Midjanieten niet wil overleveren. Israël zou zich tegenover Mij kunnen beroemen en zeggen: Mijn eigen kracht heeft mij gered.
Referenties naar alinea Rechters 7 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Deel dus aan uw mannen het volgende mee: Ieder die bang of angstig is mag naar huis gaan en de bergen van Gilboa verlaten.' Tweeëntwintig duizend mannen trokken zich terug; toen bleven er nog tienduizend over.
Referenties naar alinea Rechters 7 3: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Daarop zei Jahwe tot Gideon: `Nog is het leger te talrijk. Laat de mannen naar het water gaan; daar zal Ik ze voor u schiften. Degene van wie Ik u zeg: Die gaat met u mee, hij gaat met u mee, degene van wie Ik zeg: Die gaat niet met u mee, hij gaat niet mee.'
Referenties naar alinea Rechters 7 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen Gideon de mannen naar het water had laten gaan, zei Jahwe tot hem: `Ge moet de mannen die het water als honden opslurpen, scheiden van degenen die bij het drinken op hun knieën gaan zitten.'
Referenties naar alinea Rechters 7 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Er waren er driehonderd die met de hand aan de mond het water opslurpten; alle anderen waren bij het drinken op hun knieën gaan zitten.
Referenties naar alinea Rechters 7 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen zei Jahwe tot Gideon: `Met de driehonderd man die het water hebben opgeslurpt zal Ik u bevrijden en de Midjanieten aan u overleveren; alle anderen moeten naar hun huizen gaan.'
Referenties naar alinea Rechters 7 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De driehonderd namen de proviand en de trompetten van de anderen. Gideon stuurde de Israëlieten naar hun tenten terug en hield alleen de driehonderd bij zich. Het kamp van de Midjanieten lag in de vlakte.
Referenties naar alinea Rechters 7 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Die nacht zei Jahwe tot Gideon: `Ga naar hun kamp; ik heb hen aan u overgeleverd.
Referenties naar alinea Rechters 7 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Als gij er niet alleen heen durft, neem dan uw dienaar Pura mee.
Referenties naar alinea Rechters 7 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Als gij gehoord hebt waarover zij praten, zult ge de moed hebben op dat kamp af te gaan.' Toen ging Gideon met zijn dienaar Pura op weg en drong door tot de buitenste wachtpost van het kamp.
Referenties naar alinea Rechters 7 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De Midjanieten, Amalekieten en de andere zonen van het oosten waren op de vlakte neergestreken als een menigte sprinkhanen. Hun kamelen waren niet te tellen: ze waren even talrijk als de zandkorrels aan het strand van de zee.
Referenties naar alinea Rechters 7 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen Gideon bij het kamp kwam, hoorde hij een soldaat aan een ander vertellen wat hij gedroomd had: `Hoor eens wat ik gedroomd heb! Ik zag een gerstekoek het kamp van de Midjanieten binnenrollen; hij sloeg tegen een tent aan, stootte die omver en keerde ze ondersteboven; en daar lag de tent.'
Referenties naar alinea Rechters 7 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De ander zei toen: `Dat kan niets anders betekenen dan het zwaard van Gideon, de zoon van de Israëliet Joas. God heeft de Midjanieten met heel hun kamp aan hem overgeleverd.'
Referenties naar alinea Rechters 7 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen Gideon het verhaal van de droom en de verklaring had gehoord, boog hij diep neer. Terug in het kamp van Israël zei hij: `Vlug! Jahwe heeft het kamp van de Midjanieten aan u overgeleverd.'
Referenties naar alinea Rechters 7 15: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hij verdeelde de driehonderd man in drie groepen en gaf iedere soldaat een bazuin en een lege kruik met een toorts er in.
Referenties naar alinea Rechters 7 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
En hij beval: `Let goed op mij en doe precies wat ik doe. Als ik vlak bij het kamp ben moeten jullie precies hetzelfde doen als ik.
Referenties naar alinea Rechters 7 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Wanneer ik en de mannen die bij mij zijn de bazuin steken, dan moeten ook jullie rond heel het kamp de bazuin steken en roepen: Voor Jahwe en voor Gideon!'
Referenties naar alinea Rechters 7 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Bij het begin van de middelste nachtwake kwamen Gideon en de honderd mannen die bij hem waren bij de buitenste wachtpost van het kamp. Nauwelijks was de wacht afgelost of zij bliezen op de bazuinen en sloegen de kruiken stuk.
Referenties naar alinea Rechters 7 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen bliezen alle drie de groepen op hun bazuinen en sloegen hun kruiken stuk; de toortsen hielden ze in hun linkerhand, de bazuinen waarop zij bliezen in hun rechter. En zij riepen: `Te wapen! Voor Jahwe en voor Gideon!'
Referenties naar alinea Rechters 7 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Terwijl ze allemaal rondom het kamp op hun plaats bleven staan, begon heel het kamp door elkaar te rennen. Onder luid geschreeuw sloegen zij op de vlucht.
Referenties naar alinea Rechters 7 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Terwijl de driehonderd de bazuinen bleven blazen, liet Jahwe de mannen in het kamp met het zwaard op elkaar inslaan. Het leger vluchtte tot Bet-hassitta, in de richting van Saretan, tot aan de rand van het plateau bij Abel-mechola tegenover Tabbat.
Referenties naar alinea Rechters 7 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Toen verzamelde zich de Israëlieten uit Naftali, Aser en heel Manasse en achtervolgden de Midjanieten.
Referenties naar alinea Rechters 7 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Gideon had boden gestuurd door heel het bergland van Efraim met de boodschap: `Komt naar beneden om de Midjanieten tegen te houden; bezet de oever van de rivier tot Bet-bara toe, om hun het oversteken te beletten.' Alle Efraimieten verzamelden zich en bezetten de oevers van de Jordaan tot aan Bet-bara.
Referenties naar alinea Rechters 7 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Oreb en Zeeb, de twee aanvoerders van Midjan, namen zij gevangen. Oreb en Zeeb bij de perskuip van Zeeb. Daarna achtervolgden zij de Midjanieten. De hoofden van Oreb en Zeeb brachten ze naar Gideon, aan de overkant van de Jordaan.
Referenties naar alinea Rechters 7 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen vroegen de Efraimieten aan Gideon: `Waarom hebt u ons dit aangedaan, dat u ons niet hebt opgeroepen, toen u tegen de Midjanieten ten strijde trok?' Zij deden hem daarover heftige verwijten.
Referenties naar alinea Rechters 8 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij antwoordde: `Wat betekenen mijn daden, vergeleken bij de uwe? De nalezing van Efraim is beter dan de oogst van Abiezer!
Referenties naar alinea Rechters 8 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
God heeft Oreb en Zeeb, de aanvoerders van Midjan, aan u overgeleverd. Wat ik kon doen is toch niet te vergelijken met wat u deed!' Toen hij zo gesproken had, bedaarde hun woede.
Referenties naar alinea Rechters 8 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Gideon kwam met zijn driehonderd mannen bij de Jordaan en stak de rivier over; ze waren uitgeput van de achtervolging.
Referenties naar alinea Rechters 8 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Daarom zei hij tot de burgers van Sukkot: `Geeft de soldaten die mij volgen enkele broden, want ze zijn uitgeput en ik zit Zebach en Salmunna, de koningin van Midjan achterna.'
Referenties naar alinea Rechters 8 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar de magistraten van Sukkot antwoorden: `U vraagt ons brood voor uw leger, alsof u de handpalmen van Zebach en Salmunna al in uw macht hebt.'
Referenties naar alinea Rechters 8 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen zei Gideon: `Op mijn woord, zodra Jahwe Zebach en Salmunna aan mij heeft overgeleverd, kom ik jullie lijf tuchtigen met distels en doornen uit de woestijn.'
Referenties naar alinea Rechters 8 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Van Sukkot trok hij verder naar Penuël en hij vroeg de burgers van die stad hetzelfde. Zij gaven hem hetzelfde antwoord als de burgers van Sukkot.
Referenties naar alinea Rechters 8 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen zei hij ook tot de burges van Penuël: `Zodra ik behouden terugkom, haal ik deze toren omver.'
Referenties naar alinea Rechters 8 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Zebach en Salmunna lagen met een leger van vijftienduizend man in Karkar. Dat was alles wat er van het hele leger van de zonen van het oosten nog was overgebleven; hondertwintig duizend weerbare mannen waren gesneuveld.
Referenties naar alinea Rechters 8 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Gideon volgde de weg van de nomaden, oostelijk van Nobach en Jogbeha, en sloeg toen op het leger in dat zich al veilig waande.
Referenties naar alinea Rechters 8 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Zebach en Salmunna gingen op de vlucht; Gideon zette de achtervolging in, bracht heel hun leger in paniek en nam de koningen van Midjan, Zebach en Salmunna, gevangen.
Referenties naar alinea Rechters 8 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen Gideon, de zoon van Joas, de strijd langs de hoogvlakte van Cheres terugkeerde,
Referenties naar alinea Rechters 8 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
greep hij daar een jongeman die afkomstig was uit Sukkot. Hij ondervroeg hem en liet hem de namen van de magistraten en oudsten van Sukkot opschrijven; het waren er zevenzeventig.
Referenties naar alinea Rechters 8 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen ging hij naar de burgers van Sukkot en zei: `U hebt mij toen gehoond door te zeggen: U vraagt ons brood voor uw vermoeide soldaten, alsof u de handpalmen van Zebach en Salmunna al in uw macht hebt. Welnu, hier heb ik Zebach en Salmunna!'
Referenties naar alinea Rechters 8 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen greep hij de oudsten van de stad en gaf de mannen van Sukkot met doornen en distels uit de woestijn een gevoelige les.
Referenties naar alinea Rechters 8 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Ook haalde hij de toren van Penuël omver en doodde de burgers van die stad.
Referenties naar alinea Rechters 8 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Daarna vroeg hij aan Zebach en Salmunna: `Hoe zagen de mannen er uit die u op de Tabor vermoord hebt?' Zij antwoordden: `Ze leken op u; ieder van hen had het voorkomen van een koningszoon.'
Referenties naar alinea Rechters 8 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Gideon zei: `Dan waren het mijn broers, de zonen van mijn moeder. Zowaar Jahwe leeft, als u hen in leven had gelaten, zou ik u niet doden.'
Referenties naar alinea Rechters 8 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen zei hij tegen zijn oudste zoon Jeter: `Vooruit, sla hen dood.' Maar de jongen durfde zijn zwaard niet te trekken; hij was bang, hij was nog maar een jongen.
Referenties naar alinea Rechters 8 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen zeiden Zebach en Salmunna: `Slaat u ons zelf maar neer; een flinke man als u heeft daar de kracht voor.' Zo doodde Gideon en Zebach en Salmunna: de maantjes van de nekken van hun kamelen nam hij mee..
Referenties naar alinea Rechters 8 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Nu zeiden de Israëlieten tot Gideon: `U moet de heerschappij over ons aanvaarden, ook voor uw zoon en kleinzoon, want u hebt ons bevrijd uit de macht van de Midjanieten.'
Referenties naar alinea Rechters 8 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Maar Gideon antwoordde: `Ik zal niet over u heersen en mijn zoon evenmin; Jahwe zal over u heersen!'
Referenties naar alinea Rechters 8 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
En hij vervolgde: `Ik wil u wel een verzoek doen. Laat ieder van u mij uit de buit die hij behaald heeft een ring geven.' Het waren Ismaëlieten geweest en die dragen gouden ringen.
Referenties naar alinea Rechters 8 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Zij antwoordden: `Dat zullen wij graag doen.' Daarop spreidde men een kleed uit en ieder wierp daarop een ring uit de buit die hij behaald had.
Referenties naar alinea Rechters 8 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De gouden ringen die hij gevraagd had wogen samen zeventienduizend sikkel; dan waren er ook nog de maantjes, de oorringen, de purperen gewaden van de koningen van Midjan en de ketens om de nekken van hun kamelen.
Referenties naar alinea Rechters 8 26: 1
Het Woord is een gave. De ander is een gave ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Van dat goud liet Gideon een efod maken, die hij plaatste in zijn stad Ofra. Met die efod pleegde heel Israël ontucht en hij werd een valstrik voor Gideon en zijn familie.
Referenties naar alinea Rechters 8 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Zo moesten de Midjanieten de Israëlieten als hun meerderen erkennen, en zij staken het hoofd niet meer op. Zolang Gideon leefde werd het land met rust gelaten, veertig jaar lang.
Referenties naar alinea Rechters 8 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Jerubbaal, de zoon van Joas, keerde naar zijn huis terug en bleef daar.
Referenties naar alinea Rechters 8 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Gideon had zeventig zonen verwekt, want hij had vele vrouwen.
Referenties naar alinea Rechters 8 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Ook zijn bijvrouw, die in Sichem woonde, had hem een zoon gebaard, die hij Abimelek genoemd had.
Referenties naar alinea Rechters 8 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Gideon, de zoon van Joas, stierf in gezegende ouderdom en werd begraven in Ofra, de stad van Abiezer, in het graf van zijn vader Joas.
Referenties naar alinea Rechters 8 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Zodra Gideon gestorven was, liepen de Israëlieten opnieuw ontuchtig achter de Baäls aan en erkenden Baäl-berit als hun god.
Referenties naar alinea Rechters 8 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
De Israëlieten dachten niet meer aan Jahwe hun God, die hen bevrijd had uit de macht van al hun vijanden rondom.
Referenties naar alinea Rechters 8 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Ook bleven zij het huis van Jerubbaal-gideon niet dankbaar voor al het goede dat hij voor Israël gedaan had.
Referenties naar alinea Rechters 8 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Abimelek, de zoon van Jerubbaal, ging naar de broers van zijn moeder in Sichem en zei tegen hen en de overige familie van zijn moeder:
Referenties naar alinea Rechters 9 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
`Jullie moeten de burgers van Sichem deze vraag voorleggen: Wat is beter voor u: dat de zonen van Jerubbaal met zeventig man over u heersen, of dat een man over u regeert? Denkt er aan, dat ik jullie eigen vlees en gebeente ben!'
Referenties naar alinea Rechters 9 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
In die geest spraken de broers van zijn moeder met al de burgers van Sichem, zodat dezen de zijde van Abimelek kozen; ze zeiden: `Hij is onze broeder.'
Referenties naar alinea Rechters 9 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zij gaven Abimelek zeventig sikkel zilver uit de tempel van Baäl-berit; hij huurde een bende leeglopers en avonturiers,
Referenties naar alinea Rechters 9 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
ging daarmee naar het ouderlijk huis in Ofra en vermoordde zijn zeventig broers, de zonen van Jerubbaal, op een en dezelfde steen. Alleen Jotam, de jongste zoon van Jerubbaal, die zich verborgen had, bleef in leven.
Referenties naar alinea Rechters 9 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen kwamen alle burgers van Sichem en Bet-millo bijeen bij de terebint van de steen, die in Sichem staat en zij riepen daar Abimelek tot koning uit.
Referenties naar alinea Rechters 9 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen dit aan Jotam bericht werd, ging hij op de top van de Gerizzim staan en schreeuwde luid: `Burgers van Sichem, luistert naar mij, dan luistert God naar u.
Referenties naar alinea Rechters 9 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Eens gingen de bomen er op uit om iemand tot koning te zalven. Ze zeiden tegen de olijfboom: Wilt u koning over ons worden?
Referenties naar alinea Rechters 9 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar de olijfboom antwoordde: Moet ik dan ophouden die olie te geven, waarom de goden en de mensen mij eren en moet ik boven de andere bomen gaan zweven?
Referenties naar alinea Rechters 9 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen zeiden de bomen tegen de vijgeboom: Wilt u koning over ons worden?
Referenties naar alinea Rechters 9 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Maar de vijgeboom antwoordde: Moet ik dan ophouden mijn zoete en heerlijke vruchten te geven en boven de andere bomen gaan zweven?
Referenties naar alinea Rechters 9 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen zeiden de bomen tegen de wijnstok: Wilt u koning over ons worden?
Referenties naar alinea Rechters 9 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Maar de wijnstok antwoordde: Moet ik dan ophouden mijn most te geven, die de goden en de mensen verblijdt, en boven de andere bomen gaan zweven?
Referenties naar alinea Rechters 9 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Daarop zeiden alle bomen tegen de doornstruik: Wilt u koning over ons worden?
Referenties naar alinea Rechters 9 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
En de doornstruik gaf de bomen ten antwoord: Als u mij werkelijk tot koning wilt zalven, kom dan maar schuilen onder mijn schaduw. Wilt u dat niet, dan zal er van de doornstruik een vuur uitgaan, dat zelfs de ceders van de Libanon verteert.
Referenties naar alinea Rechters 9 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Het is wel duidelijk, dat het niet oprecht en trouw van u was. Abimelek tot koning uit te roepen: daarmee bent u uw verplichtingen tegenover Jerubbaal en zijn familie immers nagekomen! Heeft hij dat aan u verdiend?
Referenties naar alinea Rechters 9 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Mijn vader was het die voor u heeft gestreden, die zijn leven voor u op het spel heeft gezet en die u uit de macht van de Midjanieten heeft bevrijd.
Referenties naar alinea Rechters 9 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toch hebt u zich vandaag tegen mijn familie gekeerd. De zeventig zonen van mijn vader hebt u op een en dezelfde steen vermoord, en Abimelek, een zoon van zijn slavin, hebt u tot koning over de burgers van Sichem uitgeroepen, en dat alleen omdat hij uw broeder is.
Referenties naar alinea Rechters 9 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Als u meent dat u vandaag oprecht en trouw geweest bent tegenover Jerubbaal en zijn familie, dan wens ik u veel geluk met Abimelek, en hem met u!
Referenties naar alinea Rechters 9 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Maar als dat niet zo is, dan moge er van Abimelek een vuur uitgaan dat de burgers van Sichem en Bet-millo verteert, en van de burgers van Sichem en Bet-millo een vuur dat Abimelek verteert.'
Referenties naar alinea Rechters 9 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Daarop nam Jotam de vlucht, hij week uit naar Beer en bleef daar, buiten het bereik van zijn broer Abimelek.
Referenties naar alinea Rechters 9 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Toen Abimelek drie jaar over Israël geregeerd had,
Referenties naar alinea Rechters 9 22: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
bracht God onenigheid tussen Abimelek en de burgers van Sichem zodat zij hem ontrouw werden.
Referenties naar alinea Rechters 9 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
God wilde de gewelddaad tegen de zeventig zonen van Jerubbaal wreken en hun bloed doen neerkomen op hun broer Abimelek, die hen vermoord had, en op de burgers van Sichem, die hem bij de moord op zijn broers hadden geholpen.
Referenties naar alinea Rechters 9 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De burgers van Sichem begonnen het hem lastig te maken door zich in de bergen te verschuilen en iedereen die daar langs kwam te beroven. Dit werd aan Abimelek gemeld.
Referenties naar alinea Rechters 9 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen kwam Gaal, de zoon van Ebed, met zijn medestanders in Sichem aan en trok door de stad; hij wist het vertrouwen van de burgers van Sichem te winnen.
Referenties naar alinea Rechters 9 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Het was juist de tijd dat men naar het land ging om de vruchten van de wijngaarden te oogsten en de druiven te persen. Toen zij daarna tijdens de feestelijkheden, de tempel van hun god binnengingen en daar aten en dronken, begonnen zij Abimelek te vervloeken.
Referenties naar alinea Rechters 9 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Daarna nam Gaal, de zoon van Ebed, het woord: `Moet een stad als Sichem nu onderworpen zijn aan een man als Abimelek? De zoon van Jerubbaal en zijn commandant Zebul moesten eerder onderworpen zijn aan de mannen van Hemor, de vader van Sichem, dan wij onderworpen aan hem.
Referenties naar alinea Rechters 9 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Had ik hier de macht in handen, dan zou ik Abimelek wegjagen; ik zou hem zeggen: Kom maar op, hoe sterk je leger ook is.'
Referenties naar alinea Rechters 9 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Toen Zebul, de commandant van de stad, hoorde wat Gaal, de zoon van Ebed, gezegd had, werd hij woedend.
Referenties naar alinea Rechters 9 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
In het geheim zond hij de boden naar Abimelek met de boodschap: `Gaal, de zoon van Ebed, is met zijn medestanders in Sichem gekomen en zij ruien de stad tegen u op.
Referenties naar alinea Rechters 9 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Kom dus en ga vannacht nog met uw soldaten buiten de stad in hinderlaag liggen;
Referenties naar alinea Rechters 9 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
dan kunt u morgenvroeg bij zonsopgang de aanval op de stad beginnen. Als Gaal dan met zijn soldaten tegen u uittrekt, moet u de kans maar benutten.'
Referenties naar alinea Rechters 9 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Die nacht ging Abimelek met al zijn soldaten op weg en dicht bij Sichem legden zij zich in vier groepen in hinderlaag.
Referenties naar alinea Rechters 9 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Toen Gaal, de zoon van Ebed, de stad was uitgekomen en bij de poort stond, kwamen Abimelek en zijn mannen uit de hinderlaag tevoorschijn.
Referenties naar alinea Rechters 9 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Zodra Gaal hen in het oog kreeg, zei hij tegen Zebul: `Kijk eens, daar komen mensen de berg af.' Zebul antwoordde: `U ziet de schaduwen van de bergen voor mensen aan.'
Referenties naar alinea Rechters 9 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Maar Gaal hield vol: `Kijk dan, daar bij de navel van het land komen mensen naar beneden en op de weg van de Waarzeggerseik loopt ook al een groep.'
Referenties naar alinea Rechters 9 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Toen zei Zebul: `Waar blijft u nu met uw grote mond? U hebt toch gezegd: Moeten wij aan iemand als Abimelek onderworpen zijn? Daar hebt u nu de mensen over wie u zo minachtend hebt gesproken. Vooruit, val ze dan aan!'
Referenties naar alinea Rechters 9 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Daarop rukte Gaal uit, aan het hoofd van de burges van Sichem, en begon de aanval op Abimelek.
Referenties naar alinea Rechters 9 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Maar toen Abimelek op hem afkwam, week hij terug. Er vielen veel doden, tot vlak bij de stadspoort.
Referenties naar alinea Rechters 9 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Abimelek keerde vervolgens naar Aruma terug en Zebul verdreef Gaal en zijn medestanders uit Sichem, omdat hij niet wilde dat zij daar bleven.
Referenties naar alinea Rechters 9 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Toen Abimelek de volgende dag hoorde dat de mensen naar het land wilden gaan,
Referenties naar alinea Rechters 9 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
verdeelde hij zijn manschappen in drie groepen en ging buiten de stad in hinderlaag liggen. Zodra hij de mensen uit de stad zag komen, overviel hij hen en dreef hen uiteen.
Referenties naar alinea Rechters 9 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Met zijn eigen groep wist Abimelek de stadspoort te bereiken en die bezet te houden. De twee andere groepen stortten zich op degenen die buiten de stad waren en sloegen die neer.
Referenties naar alinea Rechters 9 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Na een hele dag van strijd nam Abimelek de stad in; hij vermoordde de hele bevolking, maakte de stad met de grond gelijk en strooide er zout over.
Referenties naar alinea Rechters 9 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Toen de burgers van Migdal-sichem dit vernamen, gingen zij naar de kelder onder de tempel van El-berit.
Referenties naar alinea Rechters 9 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Zodra Abimelek bericht kreeg, dat de burgers van Migdal-sichem bijeen waren,
Referenties naar alinea Rechters 9 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
ging hij met zijn mannen de berg Salmon op. Hij nam een bijl, hakte een tak van een boom en legde die op zijn schouder. Tegen zijn mannen zei hij: `Jullie zien wat ik doe; doe vlug hetzelfde.'
Referenties naar alinea Rechters 9 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
De mannen hakten allen een tak af en gingen Abimelek achterna. Ze legden de takken boven op de kelder en staken daarmee de kelder in brand. Zo vonden ook alle mensen uit Migdal-sichem de dood; het waren er ongeveer duizend, mannen en vrouwen.
Referenties naar alinea Rechters 9 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Daarna trok Abimelek naar Tebes; hij belegerde de stad en nam ze in.
Referenties naar alinea Rechters 9 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Midden in de stad stond een toren en daarheen waren alle burgers van de stad gevlucht, mannen en vrouwen. Zij hadden de poort achter zich gesloten en waren op het dak van de toren geklommen.
Referenties naar alinea Rechters 9 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Abimelek drong tot vlak bij de toren door en begon de aanval. Maar toen hij bij de toegang was en die in brand wilde steken,
Referenties naar alinea Rechters 9 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
wierp een vrouw een molensteen op zijn hoofd en verbrijzelde hem de schedel.
Referenties naar alinea Rechters 9 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Onmiddellijk riep hij zijn wapendrager en beval hem: `Trek je zwaard en steek me dood; anders zeggen ze nog, dat een vrouw mij gedood heeft.' Daarop stak de wapendrager hem dood.
Referenties naar alinea Rechters 9 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
Toen de Israëlieten zagen, dat Abimelek dood was, gingen zij naar huis terug.
Referenties naar alinea Rechters 9 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Zo vergold God aan Abimelek het kwaad dat hij zijn vader had aangedaan en liet Hij de boosheid van de mannen van Sichem op hun eigen hoofd neerkomen. Aldus werd de vervloeking van Jotam, de zoon van Jerubbaal, aan hen vervuld.
Referenties naar alinea Rechters 9 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Na Abimelek trad Tola, de zoon van Pua, de zoon van Dodo, uit Issakar op om Israël te bevrijden. Hij woonde in Samir in het gebergte van Efraim.
Referenties naar alinea Rechters 10 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Drieëntwintig jaar was hij rechter over Israël. Toen stierf hij en werd begraven in Samir.
Referenties naar alinea Rechters 10 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Na hem trad Jair op, een Gileadiet; tweeëntwintig jaar was hij rechter over Israël.
Referenties naar alinea Rechters 10 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hij had dertig zonen die dertig steden bestuurden; de dertig steden die zij bezaten heten tot op de huidige dag de Dorpen van Jair; ze liggen in Gilead.
Referenties naar alinea Rechters 10 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Jair stierf, en werd in Kamon begraven.
Referenties naar alinea Rechters 10 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De Israëlieten deden opnieuw wat Jahwe mishaagt; zij dienden de Baäls en de Astarten, de goden van Aram en de goden van Sidon, de goden van Moab en de goden van de Ammonieten, en de goden van de Filistijnen; zij verlieten Jahwe en vereerden Hem niet meer.
Referenties naar alinea Rechters 10 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De toorn van Jahwe ontbrandde tegen de Israëlieten en Hij leverde hen over aan de Filistijnen en de Ammonieten.
Referenties naar alinea Rechters 10 7: 1
1e Preek over de veertigdaagse Vasten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Van toen af begonnen die de Israëlieten te onderdrukken en te terroriseren, achttien jaar aan een stuk, vooral de Israëlieten in Gilead aan de overkant van de Jordaan, in het gebied van de Amorieten.
Referenties naar alinea Rechters 10 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De Ammonieten kwamen zelfs de Jordaan over en vielen ook Juda en Benjamin en het huis van Efraim lastig, zodat Israël in grote moeilijkheden kwam.
Referenties naar alinea Rechters 10 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen riepen de Israëlieten tot Jahwe: `Wij hebben gezondigd tegen U; wij hebben onze God verlaten en hebben de Baäls vereerd.'
Referenties naar alinea Rechters 10 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Jahwe antwoordde: `Ik heb u uit de macht van de Egyptenaren, de Amorieten, de Ammonieten en de Filistijnen bevrijd.
Referenties naar alinea Rechters 10 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
En ook toen de Sidoniers, Amalek en Maon u verdrukten en gij tot Mij hebt geroepen, heb Ik u uit hun macht bevrijd.
Referenties naar alinea Rechters 10 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toch hebt gij Mij verlaten en zijt gij andere goden gaan vereren; daarom zal Ik u voortaan niet meer bevrijden.
Referenties naar alinea Rechters 10 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Roep de goden maar aan die gij hebt gekozen; laten die u maar bevrijden nu gij in nood verkeert.'
Referenties naar alinea Rechters 10 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Daarop zeiden de Israëlieten tot Jahwe: `Wij hebben gezondigd, doe met ons wat Gij wilt, als Gij ons nu maar bevrijd.'
Referenties naar alinea Rechters 10 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Daarop deden zij de vreemde goden weg en vereerden Jahwe. Toen kon Jahwe de ellende van Israël niet langer aanzien.
Referenties naar alinea Rechters 10 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De Ammonieten verzamelden zich en sloegen in Gilead hun kamp op. Ook de Israëlieten verzamelden zich en sloegen in Mispa hun kamp op.
Referenties naar alinea Rechters 10 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
mensen - de leiders van Gilead - zeiden tegen elkaar: `Wie de strijd met de Ammonieten aandurft, wordt de leider van alle Gileadieten.'
Referenties naar alinea Rechters 10 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De Gileadiet Jefta was een dapper man. Zijn vader, Gilead, had hem verwekt bij een publieke vrouw.
Referenties naar alinea Rechters 11 1: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Maar Gilead had ook zonen van zijn eigen vrouw, en toen deze zonen groot geworden waren, hadden zij Jefta weggejaagd en gezegd: `Jij krijgt geen erfdeel in onze familie, want jij bent de zoon van een andere vrouw.'
Referenties naar alinea Rechters 11 2: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Jefta was toen voor zijn broers gevlucht en was in Tob gaan wonen. Een groep leeglopers had zich bij hem aangesloten en trok er met hem op uit.
Referenties naar alinea Rechters 11 3: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Enige tijd later begonnen de Ammonieten een oorlog tegen Israël.
Referenties naar alinea Rechters 11 4: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Bij het begin van die oorlog van de Ammonieten tegen Israël gingen de oudsten van Gilead naar Tob om Jefta te halen.
Referenties naar alinea Rechters 11 5: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zij zeiden: `Wilt u meegaan en onze aanvoerder zijn in de strijd tegen de Ammonieten?'
Referenties naar alinea Rechters 11 6: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Maar Jefta antwoordde de oudsten van Gilead: `Uit afgunst hebt u mij uit het ouderlijk huis gezet. En nu u in moeilijkheden zit, komt u bij mij!'
Referenties naar alinea Rechters 11 7: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Daarop zeiden de oudsten van Gilead tot Jefta: `Op ons woord, wij komen bij u om u te vragen met ons mee te gaan en oorlog te voeren tegen de Ammonieten; dan zult u de leider worden van alle bewoners van Gilead.'
Referenties naar alinea Rechters 11 8: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen zei Jefta tot de oudsten van Gilead: `Als u mij terughaalt om oorlog te voeren tegen de Ammonieten en als Jahwe hen in mijn macht geeft, dan wil ik ook uw leider blijven!'
Referenties naar alinea Rechters 11 9: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
En de oudsten van Gilead verzekerden Jefta: `Jahwe is onze getuige: Hij moge ons vonnissen als wij niet doen wat u zegt.'
Referenties naar alinea Rechters 11 10: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarop ging Jefta met de oudsten van Gilead mee. Voor Jahwe in Mispa stelde het volk hem aan als leider en aanvoerder, en hij herhaalde er zijn eisen.
Referenties naar alinea Rechters 11 11: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen zond Jefta boden naar de koning van de Ammonieten om te vragen: `Wat is er toch tussen ons, dat u mij op mijn eigen gebied komt bestrijden?'
Referenties naar alinea Rechters 11 12: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De koning van de Ammonieten antwoordde de boden: `U weet dat Israël, toen het uit Egypte trok, mijn land tussen de Arnon, de Jabbok en de Jordaan in bezit heeft genomen. Geef het mij vrijwillig terug.'
Referenties naar alinea Rechters 11 13: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Opnieuw zond Jefta boden naar de koning van de Ammonieten,
Referenties naar alinea Rechters 11 14: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
met de boodschap: `Zo spreekt Jefta: Israël heeft het gebied van Moab en van de Ammonieten niet in bezit genomen.
Referenties naar alinea Rechters 11 15: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Bij zijn uittocht uit Egypte is Israël door de woestijn naar de Rietzee getrokken en in Kades gekomen.
Referenties naar alinea Rechters 11 16: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Vandaaruit heeft Israël boden naar de koning van Edom gezonden met het verzoek: Sta mij toe door uw land te trekken. Maar de koning van Edom wilde daar niet van horen. Ook naar de koning van Moab heeft Israël boden gestuurd, maar ook die liet het niet toe. Zo bleef Israël in Kades.
Referenties naar alinea Rechters 11 17: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen zijn de Israëlieten door de woestijn om Edom en Moab heen getrokken en hebben ten oosten van Moab aan de overzijde van de Arnon hun kamp opgeslagen. En aangezien de Arnon de grens van Moab vormt, zijn zij dus niet in Moab geweest.
Referenties naar alinea Rechters 11 18: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Vandaar hebben de Israëlieten boden gezonden naar Sichon, de koning van de Amorieten in Chesbon en hem verzocht: Sta ons toe door uw land naar onze plaats van bestemming te trekken.
Referenties naar alinea Rechters 11 19: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Maar Sichon geloofde niet dat Israël alleen maar door zijn gebied wilde trekken. Hij riep zijn volk onder de wapenen, sloeg zijn kamp op in Jahas en viel Israël aan.
Referenties naar alinea Rechters 11 20: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Maar Jahwe, de God van Israël, leverde Sichon en heel zijn leger aan Israël over, zodat zij werden verslagen. Zo hebben de Israëlieten het hele land van de Amorieten veroverd die daar woonden.
Referenties naar alinea Rechters 11 21: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Zij veroverden heel het gebied van de Amorieten, van de Arnon tot de Jabbok, van de woestijn tot de Jordaan.
Referenties naar alinea Rechters 11 22: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Jahwe, de God van Israël, heeft de Amorieten voor zijn volk Israël verjaagd, en nu zoudt u Israël willen verjagen?
Referenties naar alinea Rechters 11 23: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
U bezit het land dat uw god Kemos u in bezit heeft gegeven. Zo bezitten wij het land dat Jahwe, onze God, ons gegeven heeft.
Referenties naar alinea Rechters 11 24: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Bent u soms meer dan Balak, de zoon van Sippor, de koning van Moab? Die heeft geen twist met Israël gezocht, die heeft niet tegen Israël gestreden.
Referenties naar alinea Rechters 11 25: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Het is nu al driehonderd jaar geleden dat Israël zich vestigde in Chesbon en de onderhorige steden, in Aroer en de onderhorige steden en in de steden aan de oever van de Arnon; waarom hebt u die steden toen niet bevrijd?
Referenties naar alinea Rechters 11 26: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Ik heb u niets misdaan; u doet mij onrecht door mij te bestrijden. Laat Jahwe de Rechter heden uitspraak doen wie gelijk heeft, de Israëlieten of de Ammonieten.'
Referenties naar alinea Rechters 11 27: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Maar de koning van de Ammonieten wilde niet van Jefta's voorstel horen.
Referenties naar alinea Rechters 11 28: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Toen kwam de geest van Jahwe over Jefta; hij trok door Gilead en Manasse, door Mispa in Gilead, en vandaar naar de Ammonieten.
Referenties naar alinea Rechters 11 29: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Toen deed Jefta aan Jahwe deze gelofte: `Als Gij de Ammonieten aan mij overlevert
Referenties naar alinea Rechters 11 30: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
en ik behouden van de Ammonieten terugkeer, zal de eerste die uit de deur van mijn huis naar mij toekomt aan Jahwe behoren; ik zal hem als brandoffer opdragen.'
Referenties naar alinea Rechters 11 31: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Toen trok Jefta ten strijde tegen de Ammonieten. En Jahwe leverde hen aan hem over.
Referenties naar alinea Rechters 11 32: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Hij sloeg op hen in van Aroer tot aan de weg van Minnit - twintig steden - en tot Abel-keramim; hij bracht hun een zeer zware nederlaag toe. Zo werden de Ammonieten door de Israëlieten vernederd.
Referenties naar alinea Rechters 11 33: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Toen Jefta naar zijn huis in Mispa terugkeerde, kwam zijn dochter de deur uit om hem met tamboerijnen en reidansen tegemoet te gaan. Zij was zijn enig kind; buiten haar had hij geen zonen of dochters.
Referenties naar alinea Rechters 11 34: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Zodra hij haar zag, scheurde hij zijn kleren en riep uit: `Ach mijn dochter, wat tref je me zwaar: je maakt me diep ongelukkig! Ik heb Jahwe mijn woord gegeven, ik kan niet meer terug.'
Referenties naar alinea Rechters 11 35: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Zij antwoordde: `Vader, u hebt Jahwe uw woord gegeven. Doe dus met mij wat u beloofd hebt, want Jahwe heeft u wraak laten nemen op de Ammonieten, uw vijanden.'
Referenties naar alinea Rechters 11 36: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
En zij zei tot haar vader: `Ik vraag u alleen nog deze gunst: geef mij twee maanden om met mijn vriendinnen de bergen in te gaan en daar te rouwen omdat ik als maagd moet sterven.'
Referenties naar alinea Rechters 11 37: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Hij antwoordde: `Doe dat,' en hij liet haar voor twee maanden gaan. En zij ging met haar vriendinnen de bergen in en rouwde daar, omdat zij als maagd moest sterven.
Referenties naar alinea Rechters 11 38: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Toen zij na twee maanden weer bij haar vader kwam, voltrok hij aan haar de gelofte die hij gedaan had. Zij had nooit gemeenschap gehad met een man. Zo ontstond in Israël de gewoonte
Referenties naar alinea Rechters 11 39: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
dat de meisjes ieder jaar vier dagen lang de dochter van Jefta, de Gileadiet, gaan herdenken.
Referenties naar alinea Rechters 11 40: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De Efraimieten kwamen bijeen en staken over naar Safon. Zij vroegen aan Jefta: `Waarom hebt u de Ammonieten aangevallen zonder ons te roepen om mee te gaan? Wij steken uw huis boven uw hoofd in brand.'
Referenties naar alinea Rechters 12 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Jefta antwoordde: `Ik en mijn volk hadden een hooglopend verschil met de Ammonieten. Ik heb uw hulp ingeroepen, maar u hebt niets gedaan om mij uit hun handen te bevrijden.
Referenties naar alinea Rechters 12 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen ik merkte dat u mij niet te hulp kwam, ben ik met gevaar voor mijn leven tegen de Ammonieten opgerukt, en Jahwe heeft hen aan mij overgeleverd. Wat hebt u dus voor reden om nu aan te vallen?'
Referenties naar alinea Rechters 12 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Jefta riep alle mannen van Gilead bijeen en viel Efraim aan. De mannen van Gilead versloegen de Efraimieten, omdat die gezegd hadden: `Jullie zijn weggelopen Efraimieten.' Gilead ligt midden tussen Efraim en Manasse.
Referenties naar alinea Rechters 12 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen bezetten de Gileadieten de oversteekplaatsen van de Jordaan waarlangs de Efraimieten terug moesten. En telkens als Efraimitische vluchtelingen vroegen om de rivier over te mogen, zeiden de mannen van Gilead: `Ben je Efraimiet?' Als hij dan antwoordde van neen,
Referenties naar alinea Rechters 12 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
zeiden ze: `Zeg eens, `sjibbolet'. Sprak hij het woord verkeerd uit en zei hij `sibbolet', dan grepen ze hem vast en doodden hem bij de oversteekplaatsen van de Jordaan. Zo vonden toen tweeënveertigduizend mannen van Efraim de dood.
Referenties naar alinea Rechters 12 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zes jaar was Jefta rechter over Israël. Toen stierf Jefta, de Gileadiet, en hij werd begraven in Gilead, in zijn eigen stad.
Referenties naar alinea Rechters 12 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Na hem werd Ibsan uit Betlechem rechter over Israël.
Referenties naar alinea Rechters 12 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij had dertig zonen; zijn dertig dochters huwelijkte hij buiten zijn familie uit en voor zijn dertig zonen nam hij dertig meisjes van buiten zijn familie. Zeven jaar was Ibsan rechter over Israël.
Referenties naar alinea Rechters 12 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen stierf hij en werd begraven in Betlechem.
Referenties naar alinea Rechters 12 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Na hem werd de Zebuloniet Elon rechter over Israël. Tien jaar was Elon de Zebuloniet rechter.
Referenties naar alinea Rechters 12 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen stierf hij en werd begraven in Ajjalon, in Zebulon.
Referenties naar alinea Rechters 12 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Na hem werd Abdon, de zoon van Hillel, uit Piraton rechter over Israël.
Referenties naar alinea Rechters 12 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Hij had veertig zonen en dertig kleinzonen, die zeventig ezelshengsten bereden. Acht jaar was hij rechter over Israël.
Referenties naar alinea Rechters 12 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
en Abdon, de zoon van Hillel, uit Piraton, stierf en werd begraven te Piraton, in het land Efraim, in het gebergte der Amalekieten.
Referenties naar alinea Rechters 12 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De Israëlieten deden opnieuw wat Jahwe mishaagt. En Jahwe leverde hen veertig jaar achtereen over aan de Filistijnen.
Referenties naar alinea Rechters 13 1: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Nu woonde er in Sora een Daniet die Manoach heette. Zijn vrouw was onvruchtbaar en had nooit kinderen gekregen.
Referenties naar alinea Rechters 13 2: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
De engel van Jahwe verscheen aan die vrouw en zei: `Gij zijt altijd onvruchtbaar geweest en hebt nooit een kind gekregen, maar nu zult gij zwanger worden en een zoon ter wereld brengen.
Referenties naar alinea Rechters 13 3: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Zorgt dat gij geen wijn of sterke drank drinkt en niets eet dat onrein is.
Referenties naar alinea Rechters 13 4: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen. Over het hoofd van de jongen mag geen scheermes gaan, omdat hij vanaf de schoot van zijn moeder aan God is gewijd. De bevrijding van Israël uit de macht van de Filistijnen zal met hem beginnen.'
Referenties naar alinea Rechters 13 5: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
De vrouw ging dit aan haar man vertellen en zei: `Er is een man Gods bij mij geweest; hij zag er buitengewoon indrukwekkend uit, als een engel van God. Ik heb hem niet durven vragen waar hij vandaan kwam, en hij heeft mij zijn naam niet genoemd.
Referenties naar alinea Rechters 13 6: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Hij zei tegen mij: Gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen. Van nu af moogt gij geen wijn of sterke drank drinken en niets eten dat onrein maakt; want de jongen zal aan God gewijd zijn vanaf de schoot van zijn moeder tot aan zijn dood.'
Referenties naar alinea Rechters 13 7: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen bad Manoach tot Jahwe en zei: `Heer, laat toch de man Gods die Gij hebt gezonden nog eens bij ons komen en ons zeggen wat wij moeten doen als de jongen eenmaal geboren is.'
Referenties naar alinea Rechters 13 8: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
En God verhoorde het gebed van Manoach, en de engel van God kwam opnieuw bij de vrouw. Zij was op het veld en haar man was niet bij haar.
Referenties naar alinea Rechters 13 9: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Haastig liep zij naar haar man en zei: `De man die onlangs bij mij geweest is verschijnt mij nu opnieuw.'
Referenties naar alinea Rechters 13 10: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Manoach ging met zijn vrouw mee en toen hij bij de man gekomen was vroeg hij: `Bent u degene die dat gesprek met deze vrouw heeft gehad?' Hij antwoordde: `Ja, dat ben ik.'
Referenties naar alinea Rechters 13 11: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen zei Manoach: `Wanneer uw belofte vervuld wordt, welke regels moeten dan met die jongen gevolgd worden en welke gedragswijze?'
Referenties naar alinea Rechters 13 12: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De engel van Jahwe antwoordde: `Uw vrouw moet zich onthouden van alles wat ik genoemd heb:
Referenties naar alinea Rechters 13 13: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
wat van de wijnstokken komt mag zij niet eten, geen wijn of sterke drank mag zij drinken en zij mag niets eten dat haar onrein maakt. Zij moet zich onthouden van alles wat ik haar verboden heb.'
Referenties naar alinea Rechters 13 14: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen zei Manoach tot de engel van Jahwe: `Wij zouden graag zien dat u nog bleef; dan kunnen wij een geitebokje voor u klaar maken.'
Referenties naar alinea Rechters 13 15: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De engel van Jahwe antwoord de: `Al zoudt u mij hier houden, van uw spijzen eten doe ik niet. Wilt u er een brandoffer van maken, draag het dan aan Jahwe op.' Manoach had geen vermoeden dat het de engel van Jahwe was.
Referenties naar alinea Rechters 13 16: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Hij vroeg hem: `Hoe is uw naam? Dan kunnen wij u eren als uw belofte in vervulling gaat.'
Referenties naar alinea Rechters 13 17: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Maar de engel van Jahwe antwoordde: `Wat vraagt u naar mijn naam? Die is te wonderbaarlijk.'
Referenties naar alinea Rechters 13 18: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen droeg Manoach op een rotsblok het geitebokje met een meeloffer aan Jahwe op. En deze deed voor de ogen van Manoach en zijn vrouw iets wonderbaarlijks:
Referenties naar alinea Rechters 13 19: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
in de vlam die van het altaar oplaaide steeg de engel hemelwaarts. Manoach en zijn vrouw zagen het en wierpen zich plat ter aarde.
Referenties naar alinea Rechters 13 20: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
En de engel van Jahwe liet zich aan Manoach en zijn vrouw niet meer zien. Toen begreep Manoach dat het de engel van Jahwe geweest was.
Referenties naar alinea Rechters 13 21: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Hij zei tot zijn vrouw: `Wij zullen sterven, want wij hebben God gezien.'
Referenties naar alinea Rechters 13 22: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Maar de vrouw antwoordde: `Als Jahwe ons wilde doden, dan had Hij geen brand - of meeloffer van ons aangenomen: dan had Hij dit alles niet laten zien en ons nu niet deze beloften laten horen.'
Referenties naar alinea Rechters 13 23: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De vrouw bracht een zoon ter wereld en noemde hem Simson. De jongen groeide op en Jahwe zegende hem.
Referenties naar alinea Rechters 13 24: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Voor het eerst bewoog de geest van Jahwe hem in Machane-dan, tussen Sora en Estaol.
Referenties naar alinea Rechters 13 25: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Eens ging Simson naar Timna en hij zag daar een Filistijns meisje.
Referenties naar alinea Rechters 14 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Bij zijn thuiskomst vertelde hij aan zijn ouders: `Ik heb in Timna een Filistijns meisje gezien; neem haar voor mij als vrouw.'
Referenties naar alinea Rechters 14 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar zijn vader en zijn moeder zeiden: `Is er dan bij de dochters van je verwanten, bij heel ons eigen volk geen vrouw te vinden, dat je er een zoekt bij de Filistijnen, die onbesnedenen?' Simson antwoordde zijn vader: `Toch wil ik dat u haar neemt; zij bevalt me.'
Referenties naar alinea Rechters 14 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zijn vader en moeder wisten niet dat Jahwe er de hand in had en dat Hij een gelegenheid zocht om iets tegen de Filistijnen te doen. In die tijd heersten de Filistijnen over Israël.
Referenties naar alinea Rechters 14 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zo ging Simson met zijn ouders naar Timna. Toen hij bij de wijngaarden van Timna was, kwam er een jonge leeuw brullend op hem af.
Referenties naar alinea Rechters 14 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De geest van Jahwe greep Simson aan en met zijn blote handen verscheurde hij de leeuw, alsof het een geitebokje was. Aan zijn vader en moeder vertelde hij niet wat hij gedaan had.
Referenties naar alinea Rechters 14 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Simson ging verder, sprak met de vrouw, en zij beviel hem.
Referenties naar alinea Rechters 14 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Enige tijd later keerde hij terug om de vrouw te gaan trouwen. Toen hij even van de weg afging om naar de dode leeuw te kijken, vond hij in het kadaver van de leeuw een bijenzwerm en ook honing.
Referenties naar alinea Rechters 14 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij liet de honing in zijn handen lopen en zijn weg vervolgend at hij ervan. Toen hij bij zijn ouders kwam, gaf hij hun ook wat honing, zonder te vertellen dat die uit het kadaver van de leeuw gekomen was.
Referenties naar alinea Rechters 14 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Zijn vader ging naar de vrouw, en Simson gaf daar een feest, zoals jonge mannen doen.
Referenties naar alinea Rechters 14 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen er na de kennismaking dertig metgezellen waren aangewezen om hem te begeleiden,
Referenties naar alinea Rechters 14 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
zei Simson tot hen: `Ik zal u eens een raadsel opgeven. Als u mij binnen de zeven dagen van het feest de oplossing kunt vertellen, krijgt u van mij dertig stel onder - en dertig stel bovenkleren.
Referenties naar alinea Rechters 14 12: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Kunt u mij de oplossing niet geven, dan krijg ik van u dertig stel onder - en dertig stel bovenkleren.' Zij antwoordden hem: `Laat uw raadsel maar eens horen.'
Referenties naar alinea Rechters 14 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen zei Simson: `Uit de verslinder komt voedsel en uit de sterke komt zoetheid. Na drie dagen hadden zij het raadsel nog niet kunnen oplossen.
Referenties naar alinea Rechters 14 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De zevende dag zeiden ze tot de vrouw van Simson: `Jij moet je man zo ver brengen dat hij ons de oplossing van het raadsel vertelt' anders verbranden wij jou en je hele familie. Of heb je ons soms uitgenodigd om ons arm te maken?'
Referenties naar alinea Rechters 14 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen kwam de vrouw schreiend bij Simson en zei: `Eigenlijk heb je een hekel aan mij; je houdt niet van me. Je hebt mijn landgenoten een raadsel opgegeven en mij de oplossing niet verteld.' Hij antwoordde haar: `Die heb ik niet eens aan mijn vader en moeder verteld!' Waarom dan aan jou?'
Referenties naar alinea Rechters 14 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Maar zij bleef tot de zeven dagen van het feest onder tranen bij hem aandringen. En omdat ze zo bleef aanhouden vertelde hij haar op de zevende dag de oplossing. Zij bracht die aan haar landgenoten over,
Referenties naar alinea Rechters 14 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
en op die zevende dag, nog voor de zon was ondergegaan, zeiden de mannen van Timna tot Simson: `Wat is zoeter dan honing en wat is sterker dan een leeuw?' Hij antwoordde: `Als jullie niet met mijn vaars geploegd hadden, hadden jullie mijn raadsel nooit opgelost.'
Referenties naar alinea Rechters 14 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen greep de geest van Jahwe hem aan: hij ging naar Askelon, sloeg dertig mannen dood, nam hun kleren en gaf die aan degenen die hem de oplossing van het raadsel gegeven hadden. En woedend ging hij terug naar het huis van zijn vader.
Referenties naar alinea Rechters 14 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Simsons vrouw werd gegeven aan een van de metgezellen die hem begeleid hadden.
Referenties naar alinea Rechters 14 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Enige tijd daarna, tijdens de tarweoogst, ging Simson zijn vrouw bezoeken; hij had een geitebokje voor haar meegebracht. Toen hij zei: `Laat mij in de kamer van mijn vrouw,' liet haar vader hem niet binnen;
Referenties naar alinea Rechters 15 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
hij zei: `Ik was overtuigd dat je een hekel aan haar gekregen had en toen heb ik haar aan een van je metgezellen gegeven. Maar haar jongere zuster is nog mooier dan zij. Laat die in haar plaats je vrouw worden!'
Referenties naar alinea Rechters 15 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Simson zei daarop tot de Filistijnen: `Nu ga ik vrijuit, als ik jullie kwaad doe.'
Referenties naar alinea Rechters 15 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hij ging weg, ving driehonderd vossen, bond die twee aan twee met de staarten aan elkaar en stak toortsen in de staarten.
Referenties naar alinea Rechters 15 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen maakte hij de toortsen aan en liet de vossen los op de rijpe korenvelden van de Filistijnen; zo stak hij de schoven en het ongemaaide koren in brand, en zelfs wijngaarden en olijftuinen.
Referenties naar alinea Rechters 15 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De Filistijnen vroegen: `Wie zou dat gedaan hebben?' `Simson,' zei men, `de schoonzoon van die man uit Timna; die heeft hem zijn vrouw afgenomen en haar aan een van zijn bruidsjonkers gegeven.' De Filistijnen gingen er op af en verbrandden de vrouw en haar vader.
Referenties naar alinea Rechters 15 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen zei Simson: `Als jullie zo optreden, dan rust ik niet voor ik mij heb gewroken.'
Referenties naar alinea Rechters 15 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hij sloeg er ongenadig op los, en richtte een grote slachting aan. Toen ging hij heen en vond een onderkomen in een rotskloof bij Etam.
Referenties naar alinea Rechters 15 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De Filistijnen rukten uit, sloegen hun kamp op in Juda en drongen door tot in Lechi.
Referenties naar alinea Rechters 15 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De Judeeërs vroegen hen: `Waarom bent u tegen ons uitgerukt?' Zij antwoordden: `Om Simson in boeien te slaan en hem betaald te zetten wat hij ons heeft aangedaan.'
Referenties naar alinea Rechters 15 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarop trokken de drieduizend Judeeërs naar de rotskloof bij Etam en zeiden tot Simson: `U weet toch dat de Filistijnen hier de macht in handen hebben. Hoe hebt u dit kunnen doen?' Hij antwoordde: `Ik heb hun alleen betaald gezet wat zij mij gedaan hebben.'
Referenties naar alinea Rechters 15 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen ze zeiden: `Wij zijn hier gekomen om u in boeien te slaan en aan de Filistijnen uit te leveren,' antwoordde Simson: `Zweer dan dat jullie mij niet zelf zult doden.'
Referenties naar alinea Rechters 15 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zij antwoordden: `Welneen, wij zullen u alleen maar in boeien slaan en uitleveren aan de Filistijnen. Wij zullen u niet doden.' Toen boeiden ze hem met twee nieuwe touwen en voerden hem weg uit de rotskloof.
Referenties naar alinea Rechters 15 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen hij in Lechi aankwam en de Filistijnen luid schreeuwend op hem toeliepen, greep de geest van Jahwe hem aan: opeens werden de touwen om zijn armen als vlasdraad dat door het vuur wordt verteerd, en de boeien smolten van zijn handen.
Referenties naar alinea Rechters 15 14: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toevallig lag daar een nog verse kinnebak van een ezel; hij pakte die en sloeg er duizend man mee dood.
Referenties naar alinea Rechters 15 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen zei Simson: `Met een kinnebak van een ezel, zo maar een ezel, met een ezelskinnebak sloeg ik duizend man dood.'
Referenties naar alinea Rechters 15 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen hij dat gezegd had, wierp hij de kinnebak weg, en hij noemde die plaats Ramat-lechi.
Referenties naar alinea Rechters 15 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Simson had hevige dorst gekregen; hij riep tot Jahwe: `Gij hebt uw dienaar deze grote overwinning laten behalen. Moet ik nu van dorst omkomen en in de handen vallen van die onbesnedenen?'
Referenties naar alinea Rechters 15 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen deed God de rots bij Lechi splijten en er kwam water uit. Nadat Simson gedronken had, keerden zijn krachten terug en leefde hij weer op. Daarom heet die bron bij Lechi `Bron van de roeper' tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea Rechters 15 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Simson was twintig jaar rechter over Israël, in de tijd van de Filistijnen.
Referenties naar alinea Rechters 15 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Op zekere dag ging Simson naar Gaza; daar zag hij een hoer en ging bij haar binnen.
Referenties naar alinea Rechters 16 1: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen het de inwoners van Gaza ter ore kwam dat Simson in de stad was, zetten zij overal posten uit en bleven de hele nacht bij de stadspoort op hem loeren. Zolang het nacht was, deden zij verder niets; zij dachten: `Als het morgenlicht komt vermoorden wij hem.'
Referenties naar alinea Rechters 16 2: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Tot middernacht bleef Simson slapen, maar toen stond hij op, pakte de beide deuren van de stadspoort vast, met de twee deurposten, rukte ze los, met grendel en al, en droeg ze op zijn schouders naar de top van de berg tegenover Hebron.
Referenties naar alinea Rechters 16 3: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Enige tijd later werd hij verliefd op een vrouw uit het Sorekdal die Delila heette.
Referenties naar alinea Rechters 16 4: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De vorsten van de Filistijnen gingen naar die vrouw toe en zeiden: `Probeert u er eens achter te komen wat het geheim is van zijn grote kracht, en hoe wij hem kunnen overmeesteren om hem in de boeien te slaan en machteloos te maken; dan krijgt u elfhonderd sikkel zilver van ieder van ons.'
Referenties naar alinea Rechters 16 5: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Delila zei dus tegen Simson: `Toe, vertel me toch wat het geheim is van je grote kracht. Waarmee zou men je moeten boeien om je machteloos te maken?'
Referenties naar alinea Rechters 16 6: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Simson antwoordde: `Als men mij bindt met zeven verse pezen die nog niet zijn gedroogd, dan ben ik even zwak al ieder ander.'
Referenties naar alinea Rechters 16 7: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De vorsten van de Filistijnen bezorgden haar zeven verse pezen die nog niet gedroogd waren. Daarmee bond zij hem vast,
Referenties naar alinea Rechters 16 8: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
terwijl enkele mannen zich in het vertrek verborgen hielden. Toen riep zij tot Simson: `Daar zijn de Filistijnen!' Maar hij rukte de touwen stuk; ze knapten af als een vlasstreng die vuur ruikt. En het geheim van zijn kracht bleef verborgen.
Referenties naar alinea Rechters 16 9: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen zei Delila tot Simson: `Je hebt me voor de gek gehouden. Je hebt me belogen! Zeg me nu toch waarmee je geboeid zou moeten worden.'
Referenties naar alinea Rechters 16 10: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Hij antwoordde: `Als men mij stevig bindt met nieuwe koorden, die nog niet zijn gebruikt, dan ben ik even zwak als ieder ander.'
Referenties naar alinea Rechters 16 11: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Delila nam dus nieuwe koorden en bond hem daarmee, terwijl enkele mannen zich in het vertrek verborgen hielden. Toen riep zij: Simson! Daar zijn de Filistijnen!' Maar hij rukte de koorden van zijn armen, alsof het draadjes waren.
Referenties naar alinea Rechters 16 12: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen zei Delila tot Simson: `Je hebt me weer voor de gek gehouden! Je hebt me weer belogen! Zeg toch waarmee je geboeid zou moeten worden.' Hij antwoordde: `Je moet de zeven vlechten van het weefgetouw halen.'
Referenties naar alinea Rechters 16 13: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Zij zette dus zijn vlechten vast aan een pin van de weefstoel en riep: `Simson! De Filistijnen!' Hij werd wakker en rukte de pin los, met schering en al.
Referenties naar alinea Rechters 16 14: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen zei Delila: `Je zegt wel dat je van mij houdt, maar in je hart geef je niets om mij. Dit is nu al de derde keer dat je me voor de gek houdt en me niet vertelt wat het geheim van je grote kracht is.'
Referenties naar alinea Rechters 16 15: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen zij hem bleef lastig vallen en dag in dag uit maar aanhield, kon hij het niet meer harden
Referenties naar alinea Rechters 16 16: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
en vertelde hij haar eerlijk: `Mijn hoofdhaar is nog nooit afgeschoren, omdat ik aan God gewijd ben, van de moederschoot af. Als mijn haren worden afgeschoren verlies ik mijn kracht en ben ik even zwak als ieder ander. `
Referenties naar alinea Rechters 16 17: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Delila begreep dat hij het haar eerlijk verteld had. Zij liet de vorsten van de Filistijnen roepen en zei hun: `Nu moet u komen, want nu heeft hij het eerlijk verteld.' Zij kwamen naar haar toe en hadden het geld bij zich.
Referenties naar alinea Rechters 16 18: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Nadat zij Simson op haar knieën had laten inslapen, riep zij iemand binnen om de zeven vlechten van zijn hoofdhaar af te scheren. Zo slaagde zij er in, hem machteloos te maken en was hij zijn kracht kwijt.
Referenties naar alinea Rechters 16 19: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Zij riep: `Simson! Daar zijn de Filistijnen!' Hij werd wakker en dacht: `Ik kom er wel uit, net als de vorige keren; ik schud ze wel van mij af.' Hij wist niet dat Jahwe van hem geweken was.
Referenties naar alinea Rechters 16 20: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De Filistijnen grepen hem, staken hem de ogen uit, brachten hem naar Gaza en legden hem met twee bronzen kettingen vast. In de gevangenis moest hij de molen draaien.
Referenties naar alinea Rechters 16 21: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Zijn hoofdhaar begon weer te groeien, zodra het was afgeschoren.
Referenties naar alinea Rechters 16 22: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De vorsten van de Filistijnen kwamen bijeen om een plechtig offer te brengen aan hun god Dagon en om feest te vieren; ze zeiden: `Onze god heeft Simson, onze vijand, aan ons overgeleverd!'
Referenties naar alinea Rechters 16 23: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De mensen gingen naar Simson kijken; zij loofden hun god en zeiden: `De grote vijand die ons land verwoestte en velen van ons gedood heeft, is door onze god aan ons overgeleverd.'
Referenties naar alinea Rechters 16 24: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Toen zij in vrolijke stemming waren gekomen zeiden ze: `Ga Simson halen om voor ons op te treden.' Zij haalden Simson uit de gevangenis en hij trad voor hen op. Toen zij hem daarna tussen de zuilen zetten,
Referenties naar alinea Rechters 16 25: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
zei hij tegen de knecht die hem bij de hand hield: `Laat mij los; ik houd mij wel vast aan de zuilen waarop de tempel rust.'
Referenties naar alinea Rechters 16 26: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
De tempel was vol mannen en vrouwen, en ook alle vorsten van de Filistijnen waren er; en op het dak bevonden zich ongeveer drieduizend mannen en vrouwen die naar het optreden van Simson keken.
Referenties naar alinea Rechters 16 27: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Toen riep Simson Jahwe aan: `Jahwe, mijn Heer, gedenk mij! O God, geef mij nog een keer mijn kracht terug en laat mij met een slag mij beide ogen op de Filistijnen wreken.'
Referenties naar alinea Rechters 16 28: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Daarop tastte Simson naar de twee middelste zuilen waar de tempel op rustte en steunde met zijn rechterhand tegen de ene zuil en met zijn linkerhand tegen de andere.
Referenties naar alinea Rechters 16 29: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Terwijl hij dacht: `Laat mij maar met de Filistijnen sterven,' duwde hij uit alle macht, en de tempel stortte in, op de vorsten en op al het volk dat zich daar bevond. Zo deed hij bij zijn dood meer mensen sterven dan tijdens heel zijn leven.
Referenties naar alinea Rechters 16 30: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Zijn verwanten, zijn hele familie, kwamen het lijk halen en begroeven het in het graf van zijn vader Manoach tussen Sora en Estaol. Twintig jaar was Simson rechter geweest over Israël.
Referenties naar alinea Rechters 16 31: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Er was eens een man uit het gebergte van Efraim die Michajehu heette.
Referenties naar alinea Rechters 17 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Deze man zei tot zijn moeder: `Die elfhonderd sikkel zilver die bij u gestolen zijn en waarover u een vloek hebt uitgesproken, die ik ook heb gehoord, dat geld heb ik; ik heb ze gestolen.' Toen zei zijn moeder: `Gezegend zij mijn zoon door Jahwe!'
Referenties naar alinea Rechters 17 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij gaf daarop de elfhonderd sikkel aan zijn moeder terug. Deze zei: `Ik wijd dit zilver aan Jahwe en geef het aan mijn zoon om er een metalen beeld van te maken. Ik stel het je dus weer ter hand.'
Referenties naar alinea Rechters 17 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen hij echter het geld aan zijn moeder teruggaf, nam zij tweehonderd sikkel en gaf die aan een zilversmid. Die maakte er een metalen beeld van, en dat werd opgesteld in het huis van Michajehu.
Referenties naar alinea Rechters 17 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Deze Micha had een godshuis en maakte daarvoor een efod en huisgoden; een van zijn zoons wijdde hij tot priester.
Referenties naar alinea Rechters 17 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
In die tijd was er nog geen koning in Israël; iedereen deed wat hem goed dunkte.
Referenties naar alinea Rechters 17 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Nu was er een jongeman uit Betlehem in Juda, uit een Judeese familie stammend; hij was een leviet en woonde daar als vreemdeling.
Referenties naar alinea Rechters 17 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Op zekere dag ging hij weg om elders een verblijf te zoeken. Op zijn tocht kwam hij bij het huis van Micha in het bergland van Efraim.
Referenties naar alinea Rechters 17 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Micha vroeg hem: `Waar komt u vandaan?' Hij antwoordde: `Ik ben een leviet uit Betlehem in Juda en ik ben op zoek naar een andere verblijfplaats.'
Referenties naar alinea Rechters 17 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen zei Micha: `Kom dan bij mij wonen; u kunt een vader en een priester voor mij zijn. Ik geef u tien sikkel per jaar, met kleding en voeding.'
Referenties naar alinea Rechters 17 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zo besloot die leviet zijn intrek bij die man te nemen, die de jongeman als zijn eigen zoon behandelde.
Referenties naar alinea Rechters 17 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Micha stelde de leviet aan, en de jongeman trad op als zijn priester en woonde bij hem in huis.
Referenties naar alinea Rechters 17 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen zei Micha: `Nu ben ik er zeker van, dat Jahwe goed voor mij zal zijn, want ik heb een leviet als priester.'
Referenties naar alinea Rechters 17 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In die tijd, toen er nog geen koning was in Israël, was de stam Dan op zoek naar een eigen gebied om zich daar te vestigen; zij hadden nog steeds geen grondgebied gekregen zoals de andere stammen van Israël.
Referenties naar alinea Rechters 18 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Daarom stuurden de Danieten vijf van hun stamgenoten uit, dappere mannen uit Sora en Estaol, om het land grondig te verkennen, kwamen zij in het bergland van Efraim bij het huis van Micha en brachten daar de nacht door.
Referenties naar alinea Rechters 18 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Terwijl ze zich bij het huis van Micha ophielden, herkenden ze de stem van de jonge leviet. Ze gingen naar hem toe en vroegen: `Wie heeft u hierheen gehaal? Wat doet u hier? Wat zoekt u hier?'
Referenties naar alinea Rechters 18 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hij vertelde alles wat Micha voor hem gedaan had en besloot: `Hij heeft mij in dienst genomen en ik ben zijn priester.'
Referenties naar alinea Rechters 18 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen zeiden ze tot hem: `Wilt u dan God voor ons raadplegen? Wij zouden graag weten of de tocht die wij nu ondernemen zal slagen.'
Referenties naar alinea Rechters 18 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De priester antwoordde: `Gaat u gerust verder: uw tocht staat onder de bescherming van Jahwe.'
Referenties naar alinea Rechters 18 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen trokken de vijf mannen verder en kwamen in Lais. Ze zagen dat de mensen van die stad veilig leefden, op de wijze van de Sidoniers, rustig en onbekommerd, en dat er in dat rijke land aan niets gebrek was. Ze woonden ver genoeg van de Sidoniers af en onderhielden met niemand betrekkingen.
Referenties naar alinea Rechters 18 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen ze terugkwamen in Sora en Estaol vroegen hun stamgenoten: `Wat hebt u te melden?'
Referenties naar alinea Rechters 18 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zij antwoordden: `Wij moeten meteen naar Lais trekken. De streek die wij daar gezien hebben is voortreffelijk. Waar wacht u nog op? Aarzelt niet en trekt uit om dat gebied in bezit te nemen.
Referenties naar alinea Rechters 18 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Als u daar komt vindt u er mensen die zich veilig voelen en een uitgestrekt gebied. God levert dat land aan u over, een land waar werkelijk aan niets gebrek is.'
Referenties naar alinea Rechters 18 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zo gingen uit Sora en Estaol zeshonderd gewapende Danieten op weg.
Referenties naar alinea Rechters 18 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Op hun tocht sloegen zij hun kamp op bij Kirjat-jearim in Juda; daarom heet die plaats nog Kamp van Dan, tot op de huidige dag; ze ligt ten westen van Kirjat-jearim.
Referenties naar alinea Rechters 18 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Vandaar trokken ze het bergland van Efraim in en kwamen bij het huis van Micha.
Referenties naar alinea Rechters 18 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De vijf mannen die het gebied verkend hadden zeiden tegen hun stamgenoten: `Weet u dat er in een van de huizen een efod is, en huisgoden en een metalen godenbeeld? Het is duidelijk wat u te doen staat.'
Referenties naar alinea Rechters 18 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Ze trokken er op af, en bij het huis van de jonge leviet gekomen, het huis van Micha, begroetten zij hem.
Referenties naar alinea Rechters 18 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De zeshonderd gewapende Danieten bleven bij de deur staan.
Referenties naar alinea Rechters 18 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De vijf mannen die het land verkend hadden, gingen naar binnen en namen het godenbeeld weg, de efod en de huisgoden, en het metalen beeld. De priester stond aan de deur, bij de zeshonderd gewapende mannen.
Referenties naar alinea Rechters 18 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen zij het heiligdom van Micha binnengedrongen waren en het godenbeeld, de efod, de huisgoden en het metalen beeld wegnamen, riep de priester hun toe: `Wat doet u daar?'
Referenties naar alinea Rechters 18 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zij antwoordden: `Zwijg, houd uw mond en kom met ons mee; u kunt voor ons een vader en een priester zijn. Het is toch beter, priester te zijn bij een geslacht, een stam van Israël, dan voor het heiligdom van een man?'
Referenties naar alinea Rechters 18 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De priester ging er graag op in; hij nam de efod, de huisgoden en het godenbeeld, en sloot zich bij het leger aan.
Referenties naar alinea Rechters 18 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Zij hervatten hun tocht, maar lieten hun kinderen, hun vee en hun bezittingen voorop gaan.
Referenties naar alinea Rechters 18 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De Danieten waren al een heel eind van Micha's huis verwijderd, toen de buren van Micha te hoop liepen en achter de Danieten aan gingen.
Referenties naar alinea Rechters 18 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Toen zij tegen de Danieten begonnen te schreeuwen, keerden dezen zich om en vroegen aan Micha: `Waarom hebt u al die mensen op de been gebracht?'
Referenties naar alinea Rechters 18 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Hij antwoordde: `U bent er vandoor gegaan met het godenbeeld dat ik heb laten maken en ook nog met mijn priester. Ik heb niets meer over. En dan vraagt u nog: Wat wilt u?'
Referenties naar alinea Rechters 18 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Maar de Danieten zeiden: `Zet niet zo'n grote mond op tegen mensen die vechten voor hun bestaan. Anders slaan wij er op, en dan zou u en uw huisgenoten het leven kosten.'
Referenties naar alinea Rechters 18 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Daarop zetten de Danieten hun tocht voort. En Micha, die zag dat hij niet tegen hen was opgewassen, ging naar huis terug.
Referenties naar alinea Rechters 18 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Zo namen de Danieten het beeld dat Micha had laten maken en diens priester met zich mee. Zij kwamen bij Lais; de bevolking die er rustig en onbekommerd leefde, doodden zij met het zwaard en de stad staken zij in brand.
Referenties naar alinea Rechters 18 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Niemand kwam de stad te hulp, want ze lag te ver van Sidon en ze onderhield geen betrekkingen met de Arameeërs; ze lag in het dal van Bet-rechob. De Danieten bouwden de stad weer op, gingen er wonen,
Referenties naar alinea Rechters 18 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
en noemden de stad Dan, naar de naam van hun vader die een zoon van Israël was; voordien heette de stad Lais.
Referenties naar alinea Rechters 18 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
De Danieten stelden daar het godenbeeld op. Jonatan, de zoon van Gersom, de zoon van Mozes, was de priester van de stam Dan, en zijn zonen bleven priesters van de stam Dan tot het volk in ballingschap ging.
Referenties naar alinea Rechters 18 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Het godenbeeld dat Micha had laten maken bleef bij hen opgesteld zolang het heiligdom in Silo was.
Referenties naar alinea Rechters 18 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In die tijd, toen er nog geen koning in Israël was, woonde er diep in het bergland van Efraim, als vreemdeling, een leviet die een bijvrouw had uit Betlehem in Juda.
Referenties naar alinea Rechters 19 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Die bijvrouw werd hem ontrouw en ging terug naar haar ouderlijk huis in Betlehem in Juda. Zij was daar vier maanden,
Referenties naar alinea Rechters 19 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
toen haar man met een knecht en een span ezels naar haar toe ging om haar hart te vermurwen en haar weer mee te nemen. Zij liet hem binnen in het huis van haar vader en toen de vader van de jonge vrouw hem zag, trad hij hem verheugd tegemoet.
Referenties naar alinea Rechters 19 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Op aandringen van zijn schoonvader, de vader van de jonge vrouw, bleef hij drie dagen bij hem. Zij aten en dronken en overnachtten er.
Referenties naar alinea Rechters 19 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Op de ochtend van de vierde dag maakte de leviet aanstalten om te vertrekken, maar de vader zei tot zijn schoonzoon: `Verkwik je met een stuk brood voor je weggaat.'
Referenties naar alinea Rechters 19 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zij gingen weer zitten, en aten en dronken samen. Toen zei de vader van de jonge vrouw tot de man: `Blijf nog een nacht hier; gun je dat genoegen toch.'
Referenties naar alinea Rechters 19 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
En ofschoon de leviet al klaar stond om te vertrekken, drong zijn schoonvader zo aan dat hij toch weer bleef overnachten.
Referenties naar alinea Rechters 19 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De vijfde dag wilde hij weer in alle vroegte vertrekken, maar opnieuw zei de vader van de jonge vrouw: `Verkwik je nog wat en wacht tot de namiddag.'
Referenties naar alinea Rechters 19 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen zij dan samen hadden gegeten en de man aanstalten maakte om met zijn bijvrouw en zijn knecht te vertrekken, zei zijn schoonvader, de vader van de jonge vrouw: `De dag is nu bijna om: blijf toch nog een nacht. De dag is bijna voorbij; blijf toch hier; gun je dat genoegen; morgen kun je dan vroeg op weg naar huis.'
Referenties naar alinea Rechters 19 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Maar de man wilde niet langer blijven. Hij ging op weg en kwam met zijn span gezadelde ezels en zijn bijvrouw ter hoogte van Jebus, dat wil zeggen Jeruzalem.
Referenties naar alinea Rechters 19 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen zij dicht bij Jebus waren, was de dag al ver gevorderd, en de knecht zei tegen zijn heer: `Laat ons toch afslaan naar die stad daar, de stad van de Jebusieten, en laat ons daar overnachten.'
Referenties naar alinea Rechters 19 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Maar zijn heer antwoordde: `Neen, we slaan niet af naar een vreemde stad waar geen Israëlieten wonen; we gaan door naar Gibea.'
Referenties naar alinea Rechters 19 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Hij zei tegen zijn knecht: `We moeten tot Gibea of Rama zien te komen en in een van die plaatsen overnachten.'
Referenties naar alinea Rechters 19 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Zij trokken dus verder en zetten hun reis voort. Toen zij in de buurt van Gibea kwamen, ging de zon onder.
Referenties naar alinea Rechters 19 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zij sloegen af om in Gibea te overnachten. Zij kwamen in de stad en bleven op het plein zitten. Niemand nam hen voor de nacht in zijn huis.
Referenties naar alinea Rechters 19 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Tenslotte kwam er een oude man in de avond terug van zijn werk op het land. Hij was afkomstig uit het bergland van Efraim en woonde als vreemdeling in Gibea; de inwoners zelf waren Benjaminieten.
Referenties naar alinea Rechters 19 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen de oude man de reiziger op het plein bemerkte, vroeg hij: `Waar gaat u heen en waar komt u vandaan?'
Referenties naar alinea Rechters 19 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De leviet antwoordde: `We zijn op doorreis van Betlehem in Juda naar een plaats diep in het bergland van Efraim; daar kom ik vandaan. Ik ben naar Betlehem in Juda geweest en ben op weg naar huis; er is wel niemand die mij onderdak geeft,
Referenties naar alinea Rechters 19 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
maar wij hebben stro en voer voor onze ezels; ook heb ik brood en wijn voor mijzelf, voor uw dienares en voor de knecht die uw dienaar bij zich heeft. Wij komen dus niets te kort.'
Referenties naar alinea Rechters 19 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen zei de oude man: `Wees welkom! Wat u ook nodig hebt, ik zorg ervoor; in geen geval moogt u vannacht op het plein blijven.'
Referenties naar alinea Rechters 19 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Hij nam hem mee naar zijn huis; hij gaf voer aan de ezels; zij wasten hun voeten en aten en dronken.
Referenties naar alinea Rechters 19 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Terwijl zij zich te goed deden werd het huis omsingeld door een troep onverlaten uit de stad; zij bonsden op de deur en riepen tegen de oude man, de eigenaar van het huis: `Breng die gast van u naar buiten; wij willen omgang met hem hebben.'
Referenties naar alinea Rechters 19 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Maar de eigenaar van het huis ging naar buiten en zei: `Neen, broeders! Nu die man in mijn huis te gast is mogen jullie hem geen kwaad doen, en zo iets schandelijks mag je zeker niet doen.
Referenties naar alinea Rechters 19 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Ik zal mijn dochter, die nog maagd is, en de bijvrouw van die man naar buiten brengen; verkracht die maar en doe ermee wat je wilt. Met deze man kunnen jullie zo iets schandelijks niet doen.'
Referenties naar alinea Rechters 19 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De mannen wilden daar niet van horen. Maar toen de leviet zijn bijvrouw vastgreep en naar buiten bracht, hadden zij gemeenschap met haar en misbruikten haar de hele nacht door; pas tegen de ochtend lieten zij haar met rust.
Referenties naar alinea Rechters 19 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Bij het aanbreken van de dag bereikte de vrouw het huis waar haar meester te gast was, maar voor de deur viel zij neer en lag daar tot het dag was.
Referenties naar alinea Rechters 19 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen 's morgens haar meester de deur van het huis opendeed om naar buiten te gaan en zijn reis voort te zetten, zag hij daar voor de deur zijn bijvrouw liggen, met haar handen op de drempel.
Referenties naar alinea Rechters 19 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Hij zei tegen haar: `Sta op, wij gaan verder. De man legde haar op zijn ezel en ging naar zijn woonplaats.
Referenties naar alinea Rechters 19 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Zodra hij thuis was, nam hij een mes, sneed het lijk van zijn bijvrouw in twaalf stukken en stuurde die naar alle gebieden van Israël.
Referenties naar alinea Rechters 19 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Iedereen die het zag zei: `Zo iets is nog nooit gebeurd; zo iets hebben wij in Israël nog niet meegemaakt, sinds de dag dat de Israëlieten uit Egypte wegtrokken, tot de huidige dag toe. Denkt er over na, beraadt u en neem een beslissing.'
Referenties naar alinea Rechters 19 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen gingen alle Israëlieten van Dan tot Berseba en Gilead op weg en als een man kwam de hele gemeenschap samen bij Jahwe in Mispa.
Referenties naar alinea Rechters 20 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De leiders van heel het volk, van alle stammen van Israël namen deel aan de vergadering van het volk van God: vierhonderdduizend man voetvolk die het zwaard konden hanteren.
Referenties naar alinea Rechters 20 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De Benjaminieten hoorden dat de Israëlieten naar Mispa waren getrokken. De Israëlieten zeiden: `Vertel ons hoe het misdrijf zich heeft toegedragen.'
Referenties naar alinea Rechters 20 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De leviet, de man wiens vrouw vermoord was, nam het woord en zei: `Ik was met mijn bijvrouw naar Gibea in Benjamin gegaan om daar de nacht door te brengen.
Referenties naar alinea Rechters 20 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Maar de burgers van Gibea kwamen op mij af en omsingelden 's nacht het huis. Mij hebben ze willen vermoorden en mijn bijvrouw hebben ze zo mishandeld dat zij eraan gestorven is.
Referenties naar alinea Rechters 20 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen heb ik haar lijk in stukken gesneden en die gestuurd naar alle delen van het gebied van Israël, omat er een misdaad begaan was, een schanddaad in Israël,
Referenties naar alinea Rechters 20 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Israëlieten, gij zijt nu allen hier, beraadt u en neemt een beslissing.'
Referenties naar alinea Rechters 20 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Heel het volk stond als een man op en verklaarde: `Niemand van ons gaat terug naar zijn tent, niemand gaat naar huis!
Referenties naar alinea Rechters 20 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
En dit doen wij met Gibea: Wij trekken tegen de stad op in de volgorde die het lot aanwijst.
Referenties naar alinea Rechters 20 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Uit alle stammen van Israël wijzen wij mannen aan, tien op de honderd, honderd op de duizend, duizend op de tienduizend, om proviand te halen voor het leger. Dan zal het leger aan Gibea en Benjamin de schanddaad vergelden die het in Israël begaan heeft.'
Referenties naar alinea Rechters 20 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zo sloten alle Israëlieten zich aaneen om gezamenlijk tegen de stad op te trekken.
Referenties naar alinea Rechters 20 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De stammen van Israël stuurden boden door heel de stam Benjamin en lieten zeggen: `Hoe kon zo iets ergs bij u gebeuren!
Referenties naar alinea Rechters 20 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Lever die onverlaten uit Gibea aan ons over: dan brengen wij hen ter dood en roeien het kwaad in Israël uit.' Maar de Benjaminieten wilden niet luisteren naar de Israëlieten, hun broeders.
Referenties naar alinea Rechters 20 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Uit al hun steden kwamen zij naar Gibea om te gaan vechten tegen de Israëlieten.
Referenties naar alinea Rechters 20 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Bij de telling van de Benjaminieten die toen werd gehouden, bleken er uit de andere steden zesentwintigduizend mannen te zijn die het zwaard konden hanteren, niet meegerekend de weerbare mannen van Gibea zelf, zevenhonderd in getal.
Referenties naar alinea Rechters 20 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
In dat leger waren zevenhonderd linkshandige soldaten, slingeraars, die met hun steen op een haar konden mikken zonder het te missen.
Referenties naar alinea Rechters 20 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Ook de andere Israëlieten, zonder Benjamin, werden geteld: het waren vierhonderdduizend mannen die het zwaard konden hanteren, allen weerbare mannen.
Referenties naar alinea Rechters 20 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De Israëlieten trokken naar Betel en wendden zich tot God met de vraag: `Wie van ons moet voorop gaan als wij tegen Benjamin optrekken?' Jahwe antwoordde: `Juda gaat voorop.'
Referenties naar alinea Rechters 20 18: 1
Incarnationis mysterium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De volgende morgen sloegen de Israëlieten hun kamp op voor Gibea.
Referenties naar alinea Rechters 20 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De Israëlieten trokken uit tegen Benjamin en stelden zich op voor de aanval,
Referenties naar alinea Rechters 20 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
maar de Benjaminieten kwamen de stad uit en sloegen die dag tweeëntwintigduizend Israëlieten neer.
Referenties naar alinea Rechters 20 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De Israëlieten hielden vol en stelden zich weer op voor de strijd, op dezelfde plaats als de vorige dag.
Referenties naar alinea Rechters 20 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Zij gingen naar Jahwe en weeklaagden voor het aanschijn van Jahwe tot de avond. Tenslotte raadpleegden zij Jahwe en vroegen: `Moet ik opnieuw de zonen van mijn broeder Benjamin aanvallen?' En Jahwe zei: `Ja, val hen aan.'
Referenties naar alinea Rechters 20 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De volgende dag gingen de Israëlieten weer tot de aanval over,
Referenties naar alinea Rechters 20 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
maar ook die tweede dag kwam Benjamin de stad uit en opnieuw sloeg hij achttienduizend Israëlieten neer die het zwaard konden hanteren.
Referenties naar alinea Rechters 20 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen gingen alle Israëlieten, het hele leger, naar Betel. Zij zetten zich neer voor Jahwe en weeklaagden daar. Zij vasten die dag tot de avond en droegen aan Jahwe brand - en slachtoffers op.
Referenties naar alinea Rechters 20 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Tenslotte raadpleegden zij Jahwe. In die tijd stond de ark van het verbond van God in Betel; Pinechas, zoon van Eleazar, de zoon van Aäron, deed er dienst.
Referenties naar alinea Rechters 20 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Zij vroegen: `Moet ik nu nog eens optrekken tegen de zonen van mijn broeder Benjamin of moet ik het opgeven?' Jahwe antwoordde: `Trek op: morgen lever Ik hen aan u over.'
Referenties naar alinea Rechters 20 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Toen legden de Israëlieten rondom Gibea troepen in hinderlaag.
Referenties naar alinea Rechters 20 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
De derde dag rukten de Israëlieten uit tegen de Benjaminieten en stelden zich weer op voor de strijd tegen Gibea, evenals de vorige keren.
Referenties naar alinea Rechters 20 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Ook nu kwamen de Benjaminieten uit de stad, het leger tegemoet; zij lieten zich daarbij ver van de stad weglokken. Eerst ging het net als de vorige keren: zij sloegen enige Israëlieten neer op de weg die door het open veld van Gibea naar Betel voert, een dertig man.
Referenties naar alinea Rechters 20 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Toen dachten de Benjaminieten: `Wij hebben hen al weer verslagen, net als de vorige keren.' Maar de Israëlieten hadden afgesproken: `Wij gaan op de vlucht en lokken hen van de stad af, de wegen op.'
Referenties naar alinea Rechters 20 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Zo maakten de Israëlieten een terugtrekkende beweging en zij stelden zich in Baäl-tamar weer op. Intussen kwamen de verdekt opgestelde Israëlieten uit hun schuilplaatsen bij Gibea te voorschijn.
Referenties naar alinea Rechters 20 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Zij drongen door tot vlak voor Gibea, tienduizend weerbare mannen uit heel Israël. De strijd was hevig en de Benjaminieten zagen niet dat hun ondergang nabij was.
Referenties naar alinea Rechters 20 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Onder de ogen van Israël sloeg Jahwe Benjamin en de Israëlieten doodden die dag vijfentwintigduizendeenhonderd Benjaminieten die het zwaard konden hanteren.
Referenties naar alinea Rechters 20 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
De Benjaminieten zagen dat zij verslagen waren. De Israëlieten trokken zich terug, omdat zij rekenden op de troepen die zij bij Gibea in hinderlaag hadden gelegd.
Referenties naar alinea Rechters 20 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Deze troepen rukten snel op Gibea af, overrompelden de stad en doodden alle inwoners met het zwaard.
Referenties naar alinea Rechters 20 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Zij hadden met de Israëlieten afgesproken dat ze uit de stad een rooksignaal zouden geven.
Referenties naar alinea Rechters 20 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Nadat het gevecht begonnen was, weken de Israëlieten terug. De Benjaminieten, die al een dertigtal van hen gedood hadden, dachten: `Wij hebben hen opnieuw verslagen, net als in het eerste gevecht.'
Referenties naar alinea Rechters 20 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Toen begon uit de stand een rookkolom op te stijgen, het afgesproken signaal. De Benjaminieten keken op en zagen de hele stad in vlammen opgaan.
Referenties naar alinea Rechters 20 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
De Israëlieten gingen opnieuw tot de aanval over; de Benjaminieten raakten in paniek, want ze zagen dat hun ondergang nabij was.
Referenties naar alinea Rechters 20 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Zij sloegen voor de Israëlieten op de vlucht, de kant van de woestijn uit. Ze konden echter de strijd niet ontlopen. De Israëlieten uit de stad sneden hun de pas af en sloegen hen neer.
Referenties naar alinea Rechters 20 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Zij sloten de Benjaminieten in, achtervolgden hen en joegen hen voort tot aan de oostzijde van Geba, zonder hun rust te laten.
Referenties naar alinea Rechters 20 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Achttienduizend Benjaminieten sneuvelden, allen strijdbare mannen.
Referenties naar alinea Rechters 20 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
De Benjaminieten sloegen op de vlucht, de woestijn in, naar de rots van Rimmon, maar op de weg daarheen wisten de Israëlieten nog vijfduizend man van hen te doden. Bij de achtervolging tot Gibeon sloegen zij tweeduizend Benjaminieten neer.
Referenties naar alinea Rechters 20 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Van Benjamin sneuvelden op die dag in totaal vijfentwintigduizend mannen die het zwaard konden hanteren, allen strijdbare mannen.
Referenties naar alinea Rechters 20 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Zeshonderd man sloegen op de vlucht, de woestijn in, naar de rots van Rimmon, en op die rots hielden zij vier maanden lang stand.
Referenties naar alinea Rechters 20 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
De Israëlieten keerden terug naar de Benjaminieten in de stad en joegen die over de klingen, mensen en dieren, alles wat er te vinden was. Ook alle overige steden gaven zij prijs aan het vuur.
Referenties naar alinea Rechters 20 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In Mispa hadden de Israëlieten gezworen dat niemand van hen zijn dochter aan een Benjaminiet ten huwelijk zou geven.
Referenties naar alinea Rechters 21 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen ging het volk naar Betel, zette zich daar voor het aanschijn van Jahwe neer en weeklaagde met groot misbaar, tot de avond toe.
Referenties naar alinea Rechters 21 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Ze zeiden: `Jahwe, God van Israël, hoe heeft het zover kunnen komen in Israël, dat er nu een stam van Israël ontbreekt?'
Referenties naar alinea Rechters 21 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De volgende morgen bouwde het volk een altaar en ze droegen brand - en slachtoffers op.
Referenties naar alinea Rechters 21 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen vroegen de Israëlieten: `Welke stam van Israël is niet naar de vergadering bij Jahwe gekomen?' Er was namelijk plechtig gezworen dat ieder die niet naar Jahwe in Mispa zou komen, ter dood zou gebracht worden.
Referenties naar alinea Rechters 21 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De Israëlieten hadden medelijden met hun broeder Benjamin: `Nu is er een stam uit Israël weggesneden.
Referenties naar alinea Rechters 21 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Kunnen wij nog iets doen om voor de overlevenden vrouwen te vinden, ook al hebben wij bij Jahwe gezworen dat wij onze dochters niet aan hen ten huwelijk geven?'
Referenties naar alinea Rechters 21 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Daarom vroegen zij: `Welke stam van Israël is niet naar Jahwe in Mispa gekomen?' Het bleek dat van Jabes in Gilead niemand naar het kamp was gekomen, ter vergadering.
Referenties naar alinea Rechters 21 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Het volk werd geteld: uit Jabes in Gilead was niemand aanwezig.
Referenties naar alinea Rechters 21 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Daarop stuurde de vergadering er twaalfduizend strijdbare mannen heen, met het bevel: `Doodt de inwoners van Jabes in Gilead met het zwaard, ook de vrouwen en kinderen.
Referenties naar alinea Rechters 21 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zo moet u het doen: Alle mannen moet u met de ban slaan en ook de vrouwen die gemeenschap gehad hebben met een man.'
Referenties naar alinea Rechters 21 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Onder de inwoners van Jabes in Gilead vonden zij vierhonderd huwbare meisjes die nog geen gemeenschap met een man gehad hadden. Die namen ze mee naar het kamp in Silo, in Kanaän.
Referenties naar alinea Rechters 21 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen zond de hele vergadering mannen naar de Benjaminieten op de rots van Rimmon om met hen te onderhandelen en vrede te sluiten.
Referenties naar alinea Rechters 21 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De Benjaminieten keerden daarop terug en zij kregen de vrouwen van Jabes in Gilead die in leven waren gelaten. Maar er waren niet genoeg vrouwen voor al de Benjaminieten.
Referenties naar alinea Rechters 21 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Het volk had medelijden met Benjamin, omdat Jahwe een bres had geslagen in de stammen van Israël.
Referenties naar alinea Rechters 21 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Daarom vroegen de oudsten in de vergadering: `Hoe kunnen wij de overlevenden aan vrouwen helpen, nu in Benjamin de vrouwen gedood zijn?'
Referenties naar alinea Rechters 21 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Zij zeiden: `Het bezit van de overlevenden behoort aan Benjamin. Er mag geen stam uit Israël verdwijnen.
Referenties naar alinea Rechters 21 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Maar wij mogen hun onze dochters niet ten huwelijk geven, nu Israël gezworen heeft: Vervloekt degene die aan een Benjaminiet een vrouw ten huwelijk geeft.'
Referenties naar alinea Rechters 21 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen dachten ze aan het jaarlijkse feest ter ere van Jahwe in Silo. Silo ligt ten noorden van Betel, ten oosten van de weg Betel-sichem en ten zuiden van Lebona.
Referenties naar alinea Rechters 21 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
En zij droegen de Benjaminieten op: `Jullie gaan in de wijngaarden op de loer liggen
Referenties naar alinea Rechters 21 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
en als jullie de meisjes van Silo uit de stad zien komen om een rondedans uit te voeren, komen jullie te voorschijn. Dan grijpt ieder een meisje uit Silo en neemt haar als vrouw maar naar Benjamin.
Referenties naar alinea Rechters 21 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
En als hun vaders of broers zich bij ons komen beklagen, dan zeggen wij: Wees hun ter wille, want niet iedereen heeft in de oorlog een vrouw kunnen bemachtigen. En tenslotte hebt u ze niet zelf aan hen ten huwelijk gegeven en bezondigt u zich dus niet.'
Referenties naar alinea Rechters 21 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De Benjaminieten deden dat. Ieder greep een van de dansende meisjes en zij namen die als hun vrouwen mee naar hun eigen gebied. Zij bouwden hun steden op en gingen er weer wonen.
Referenties naar alinea Rechters 21 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Toen gingen de Israëlieten daar vandaan, ieder naar zijn eigen stam en familie. Zij gingen daar vandaan, ieder naar zijn eigen gebied.
Referenties naar alinea Rechters 21 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
In die tijd was er in Israël nog geen koning; iedereen deed wat hem goed leek.
Referenties naar alinea Rechters 21 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In de tijd van de rechters brak er in het land een hongersnood uit. Een man trok weg uit Betlehem in Juda en hij vestigde zich, met zijn vrouw en zijn twee zonen, als vreemdeling in de vlakte van Moab.
Referenties naar alinea Ruth 1 1: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De naam van die man was Elimelek; zijn vrouw heette Noomi; de twee zonen heetten Machlon en Kiljon. Het waren Efratieten uit Betlehem in Juda. Zij kwamen in de vlakte van Moab en bleven daar wonen.
Referenties naar alinea Ruth 1 2: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Elimelek, de man van Noomi, stierf en zij bleef achter met haar zonen.
Referenties naar alinea Ruth 1 3: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Dezen trouwden beiden met een Moabitische vrouw; de ene vrouw heette Orpa, de andere Ruth. Ongeveer tien jaar woonden zij daar.
Referenties naar alinea Ruth 1 4: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen stierven ook Machlon en Kiljon en bleef de vrouw alleen achter, beroofd van haar beide zonen en haar man.
Referenties naar alinea Ruth 1 5: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Samen met haar schoondochters vertrok zij uit de vlakte van Moab, want zij had daar gehoord dat Jahwe zich het lot van zijn volk had aangetrokken en het weer brood gaf.
Referenties naar alinea Ruth 1 6: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zij verliet dus, samen met haar beide schoondochters, de plaats waar zij gewoond had,
Referenties naar alinea Ruth 1 7: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
"Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=
Maar op de terugweg naar Juda zei Noomi tot haar beide schoondochters ` Ga liever terug naar het huis van je moeder. Moge Jahwe tegenover jullie trouw blijven, zoals jullie het zijn gebleven tegenover de doden en mij.
Referenties naar alinea Ruth 1 8: 2
Christus Vivit ->=geentekst="Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Jahwe geve ieder van jullie een man, in wiens huis je rust zult vinden. ' Daarop kuste zij hen.
Referenties naar alinea Ruth 1 9: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Maar zij begonnen luid te schreien en zeiden ` Neen, wij willen met u terugkeren naar uw volk. '
Referenties naar alinea Ruth 1 10: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
"Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=
Maar Noomi drong aan ` Gaat toch terug, mijn dochters! Waarom zouden jullie met mij meegaan? Heb ik dan nog zonen in mijn schoot, die jullie mannen kunnen worden?
Referenties naar alinea Ruth 1 11: 2
Christus Vivit ->=geentekst="Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
"Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=
Gaat toch terug, mijn dochters. Ik ben immers te oud om nog een man te krijgen. En al zou ik zeggen Er is nog hoop voor mij, en al zou ik nog vannacht een man hebben en zonen krijgen,
Referenties naar alinea Ruth 1 12: 2
Christus Vivit ->=geentekst="Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
"Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=
wachten jullie dan tot ze groot zijn? Zouden jullie er zo lang in berusten, aan geen man toe te behoren? Neen, mijn dochters, mijn lot is te bitter voor jullie, want Jahwe's hand heeft zich tegen mij gekeerd. '
Referenties naar alinea Ruth 1 13: 2
Christus Vivit ->=geentekst="Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Maar zij bleven luid schreien. Tenslotte kuste Orpa haar schoonmoeder vaarwel, maar Ruth klemde zich aan haar vast.
Referenties naar alinea Ruth 1 14: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Christus Vivit ->=geentekst=
Noomi zei ` Je schoonzuster keert terug naar haar volk en haar goden. Ga toch met haar mee! '
Referenties naar alinea Ruth 1 15: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Christus Vivit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Vrouwen en migratie ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
"Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=
Maar Ruth antwoordde ` Dring er niet langer op aan dat ik u verlaat en terugkeer, zo ver van u weg. Waar u gaat, ga ik; waar u blijft, blijf ik. Uw volk is mijn volk, uw God mijn God.
Referenties naar alinea Ruth 1 16: 6
Caput 2. De errore Abbatis Ioachim ->=geentekst=Vrouwen en migratie ->=geentekst=
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
"Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Waar u sterft zal ik sterven en daar ook begraven worden. Jahwe moge mij dit aandoen en nog erger, wanneer iets anders dan de dood ons zou scheiden. '
Referenties naar alinea Ruth 1 17: 3
Vrouwen en migratie ->=geentekst=Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Christus Vivit ->=geentekst=
Noomi zag dat Ruth vastbesloten was, met haar mee te gaan en zij drong niet langer aan.
Referenties naar alinea Ruth 1 18: 2
Enkele vraagstukken over God als Verlosser ->=geentekst=Christus Vivit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Samen trokken zij verder tot zij in Bethlehem waren. Hun komst bracht de hele stad in beroering; de vrouwen zeiden
Referenties naar alinea Ruth 1 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
` Maar dat is Noomi! ' Zij antwoordde ` Noem mij niet langer Noomi; noem mij liever Mara, want de Almachtige heeft mij een bitter lot gegeven.
Referenties naar alinea Ruth 1 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Rijk ben ik hier weggegaan, met lege handen laat Jahwe mij terugkomen. Waarom mij nog Noomi noemen, nu Jahwe tegen mij heeft getuigd en de Almachtige mij zo slecht heeft behandeld? '
Referenties naar alinea Ruth 1 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Zo keerde Noomi, samen met haar schoondochter Ruth, de Moabitische, uit de vlakte van Moab terug. Zij kwamen in Betlehem aan bij het begin van de gersteoogst.
Referenties naar alinea Ruth 1 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Nu was Noomi van de kant van haar man verwant aan een zekere Boaz, een vermogend man uit de familie van Elimelek.
Referenties naar alinea Ruth 2 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ruth, de Moabitische, zei tot Noomi: ` Ik zou wel naar het land willen gaan om ergens achter een maaier, die mij dat toestaat, aren te lezen. ' Noomi antwoordde: ` Doe dat, mijn dochter. '
Referenties naar alinea Ruth 2 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Zij ging dus naar het land om aren te lezen achter de maaiers. Het toeval wilde dat ze terecht kwam op de akker van Boaz, die man uit de familie van Elimelek.
Referenties naar alinea Ruth 2 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In de loop van de dag kwam ook Boaz zelf uit Betlehem. Hij zei tegen de maaiers: ` Jahwe zij met u ', en de maaiers antwoordden: ` Wees gezegend door Jahwe. '
Referenties naar alinea Ruth 2 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Boaz richtte zich tot de knecht die de leiding had over de maaiers en vroeg: ` Van wie is die jonge vrouw? '
Referenties naar alinea Ruth 2 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De knecht die de leiding over de maaiers had antwoordde: ` Het is die jonge Moabitische, die met Noomi is meegekomen uit de vlakte van Moab.
Referenties naar alinea Ruth 2 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zij vroeg of zij aren mocht lezen achter de maaiers. Sinds zij vanmorgen hier is gekomen, is zij onafgebroken bezig geweest en heeft zij zich amper rust gegund. '
Referenties naar alinea Ruth 2 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen richtte Boaz zich tot Ruth en zei: ` Hoor eens, mijn dochter, je moet niet op een andere akker gaan lezen. Ga hier niet vandaan en sluit je aan bij mijn meiden.
Referenties naar alinea Ruth 2 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Volg ze op de voet en houd je ogen gevestigd op de akker die gemaaid wordt. Ik heb mijn knechten opdracht gegeven, je te laten begaan. En als je dorst krijgt, ga dan naar de waterkruiken en drink van het water dat de knechten geput hebben. '
Referenties naar alinea Ruth 2 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ruth wierp zich diep gebogen ter aarde en zei: ` Waaraan heb ik het verdiend dat u zo goed voor mij bent? Ik ben toch maar een vreemdeling. '
Referenties naar alinea Ruth 2 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Boaz gaf haar ten antwoord: ` Er is mij uitvoerig verteld wat je na de dood van je man allemaal voor je schoonmoeder gedaan hebt; vader, moeder en geboorteland heb je verlaten om naar een volk te gaan dat je tevoren onbekend was.
Referenties naar alinea Ruth 2 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Jahwe, de God van Israel, onder wiens vleugels je een toevlucht gezocht hebt, moge je dat vergelden en niets laten ontbreken aan je loon. '
Referenties naar alinea Ruth 2 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Ruth antwoordde: ` U bent goed voor mij geweest, mijnheer, door mij gerust te stellen en zo vriendelijk tot uw dienares te spreken, terwijl ik niet eens een van uw dienaressen ben. '
Referenties naar alinea Ruth 2 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen het etenstijd was, zei Boaz tot haar: ` Kom erbij, dan kun je met ons eten en je brood dopen in de azijn. ' Zij ging bij de maaiers zitten en Boaz gaf haar gepoft graan. Zij at tot ze verzadigd was en hield nog over.
Referenties naar alinea Ruth 2 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen zij opstond om weer aren te gaan lezen, gaf Boaz zijn knechten bevel: ` Ook rondom de schoven mag zij lezen en jullie mogen het haar niet lastig maken;
Referenties naar alinea Ruth 2 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
integendeel, trek opzettelijk wat aren uit de schoven en laat die vallen; en als zij die opraapt maak er dan geen aanmerking op. '
Referenties naar alinea Ruth 2 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Zo bleef zij tot de avond aren lezen op het land. Toen klopte zij de aren leeg die ze had bijeengelezen; zij had bijna een hele efa gerst
Referenties naar alinea Ruth 2 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
en ging daarmee naar de stad. Toen haar schoonmoeder zag, hoeveel zij verzameld had, en toen Ruth ook nog het overschot van de overvloedige maaltijd voor den dag haalde en haar dit gaf,
Referenties naar alinea Ruth 2 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
zei haar schoonmoeder: ` Waar heb jij vandaag aren gelezen? Waar heb je gewerkt? Gezegend de man die zo vriendelijk voor je geweest is. ' Ruth vertelde haar schoonmoeder, bij wie ze gewerkt had. ` De man bij wie ik vandaag gewerkt heb, ' zei ze, ` heet Boaz. '
Referenties naar alinea Ruth 2 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Noomi zei tot haar schoondochter: ` Moge die man gezegend worden door Jahwe die tegenover de levenden en de doden zijn trouw handhaaft. ' Zij vervolgde: ` Die man is met ons verwant; hij is een van degenen die familieverplichtingen tegenover ons hebben. '
Referenties naar alinea Ruth 2 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Ruth, de Moabitische, zei: ` Hij heeft mij zelfs gezegd dat ik mij bij zijn knechten kon aansluiten totdat zij al zijn koren gemaaid hebben. '
Referenties naar alinea Ruth 2 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Noomi antwoordde: ` Het is goed, mijn dochter, dat je met zijn meiden meegaat. Op een andere akker zouden ze wel eens moeilijkheden kunnen maken. '
Referenties naar alinea Ruth 2 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Ruth bleef dus bij de meiden van Boaz om tot het einde van de gerste - en tarweoogst aren te lezen. Zij bleef bij haar schoonmoeder wonen.
Referenties naar alinea Ruth 2 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Op een zekere dag zei Noomi, de schoonmoeder van Ruth: ` Mijn dochter, ik zou voor jou toch een onderdak moeten zoeken, waar je gelukkig kunt zijn.
Referenties naar alinea Ruth 3 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Je weet dat Boaz, bij wiens dienstmeiden jij geweest ben, een familielid is. Nu gaat hij vannacht op de dorsvloer de gerst wannen.
Referenties naar alinea Ruth 3 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Was je en parfumeer je, doe je mantel om en ga naar de dorsvloer, maar zorg ervoor dat de man je niet opmerkt, voor hij klaar is met eten en drinken.
Referenties naar alinea Ruth 3 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Wanneer hij zich te slapen legt, let dan goed op, waar hij gaat liggen. Dan ga jij erheen, je slaat de deken van zijn voeten op en je legt je daar neer. Hij zal je wel duidelijk maken wat je moet doen. '
Referenties naar alinea Ruth 3 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Ruth antwoordde: ` Ik zal doen wat u mij zegt. '
Referenties naar alinea Ruth 3 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zij ging naar de dorsvloer en deed wat haar schoonmoeder had gezegd.
Referenties naar alinea Ruth 3 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Boaz at en dronk, en welgemoed ging hij daarna slapen, tegen de schelf aan. Zachtjes liep Ruth naar hem toe, sloeg de deken van zijn voeten op en legde zich neer.
Referenties naar alinea Ruth 3 7: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Midden in de nacht schrok Boaz wakker: hij ging overeind zitten en zag aan zijn voeten een vrouw liggen. Hij vroeg:
Referenties naar alinea Ruth 3 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
` Wie bent u? ' Zij antwoordde: ` Ik ben Ruth, uw dienares. Spreid uw mantel uit over uw dienares, want u hebt familieverplichtingen tegenover mij. '
Referenties naar alinea Ruth 3 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Hij zei: ` Mijn dochter, wees gezegend door Jahwe! Dit bewijs van trouw is nog mooier dan het vorige; je hebt geen jonge mannen nagelopen, geen arme en geen rijke.
Referenties naar alinea Ruth 3 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Maak je niet ongerust, mijn dochter; ik zal doen wat je van mij vraagt; iedereen in de poort weet immers dat je een voortreffelijke vrouw bent.
Referenties naar alinea Ruth 3 11: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Maar al is het waar dat ik familieverplichtingen tegenover je heb, er is nog iemand anders die deze verplichtingen heeft en die nader aan je verwant is dan ik.
Referenties naar alinea Ruth 3 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
BLIJF vannacht maar hier. Blijkt morgen dat die man zijn verplichtingen tegenover jou wil nakomen, goed, laat hij ze nakomen. Is hij er niet toe bereid, dan zal ik, zo waar Jahwe leeft, mijn verplichtingen tegenover jou nakomen. Slaap nu maar rustig tot het ochtend is. '
Referenties naar alinea Ruth 3 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Zij bleef tot de ochtend aan zijn voeten liggen en nog voor het zo licht werd dat men iemand kon herkennen stond zij op, want Boaz had gezegd: ` Niemand mag weten dat de vrouw op de dorsvloer geweest is. '
Referenties naar alinea Ruth 3 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Hij zei tot Ruth: ` Kom hier met je omslagdoek en houd hem open. ' Zij hield hem open en hij mat zes maten eerst af en deed die erin. Daarna ging zij naar de stad.
Referenties naar alinea Ruth 3 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen zij bij haar schoonmoeder aankwam, vroeg deze: ` Hoe is het je vergaan, mijn dochter? ' Zij vertelde wat de man voor haar gedaan had en zei:
Referenties naar alinea Ruth 3 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
` Hij heeft me zes maten gerst meegegeven en erbij gezegd: Jij mag bij je schoonmoeder niet met lege handen aankomen! '
Referenties naar alinea Ruth 3 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Noomi antwoordde: ` Blijf nu maar hier, mijn dochter, tot je weet hoe de zaak haar beslag heeft gekregen. Die man zal niet rusten; hij brengt de zaak vandaag nog in orde.
Referenties naar alinea Ruth 3 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Intussen was Boaz naar de stadspoort gegaan en had daar plaatsgenomen. Toen hij de man voorbij zag komen die familieverplichtingen tegenover Ruth had en over wie hij had gesproken, riep hij: ` Zeg Dinges, kom eens hier en ga zitten! ' De man kwam en ging zitten.
Referenties naar alinea Ruth 4 1: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Daarop haalde Boaz er tien oudsten van de stad bij en verzocht hun plaats te nemen. Toen zij waren gaan zitten
Referenties naar alinea Ruth 4 2: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
zei hij tot de man die tegenover Ruth familieverplichtingen had: ` Het stuk land dat eigendom was van onze broeder Elimelek wordt te koop aangeboden door Noomi, die teruggekeerd is uit de vlakte van Moab.
Referenties naar alinea Ruth 4 3: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ik heb gemeend u dit te moeten mededelen en u te moeten zeggen: Koop dat stuk land, ten overstaan van hen die hier zitten, ten overstaan van de oudsten van het volk. Wilt u van uw recht gebruik maken, doe het dan. Wilt u het niet, zeg het mij dan, want na u heeft niemand hier rechten dan ik. ' De man antwoordde: ` Ik laat mijn recht gelden. '
Referenties naar alinea Ruth 4 4: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Maar Boaz zei: ` Op het ogenblik dat u van Noomi de akker koopt, koopt u meteen Ruth, de Moabitische, de vrouw van de overledene, om de naam van de overledene op zijn erfdeel te laten voortbestaan. '
Referenties naar alinea Ruth 4 5: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen verklaarde de man die familieverplichtingen had tegenover Ruth: ` Dan kan ik mijn recht niet laten gelden. Het zou de ondergang van mijn familiebezit worden. Neemt u mijn rechten maar over; ik kan mijn verplichtingen niet nakomen. '
Referenties naar alinea Ruth 4 6: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
- Bij terugkoop of ruil bestond vroeger in Israel het volgende gebruik: om de zaak rechtsgeldig te maken deed de ene partij een sandaal uit en gaf die aan de andere. Zo werd in Israel een overeenkomst bekrachtigd.
Referenties naar alinea Ruth 4 7: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De man dus die aanspraak kon maken op de koop zei tegen Boaz: ` Koopt u die grond maar! ' En hij deed zijn sandaal uit.
Referenties naar alinea Ruth 4 8: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Boaz van zijn kant zei tot de oudsten en tot heel het volk: ` Bij dezen bent u getuigen dat ik van Noomi het hele bezit van Elimelek koop, met alles wat heeft toebehoord aan Kiljon en Machlon.
Referenties naar alinea Ruth 4 9: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Bij deze koop is Ruth ingesloten, de Moabitische, de weduwe van Machlon: ik neem haar als vrouw, om de naam van de overledene op zijn erfdeel te laten voortbestaan, zodat die naam niet verdwijnt uit zijn familie en uit de poort van zijn stad. Bij dezen bent u getuigen. '
Referenties naar alinea Ruth 4 10: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Het volk dat in de poort bijeen was en de oudsten riepen uit: ` Wij zijn er getuigen van! Jahwe make van de vrouw die uw huis binnentreedt, een Rachel en een Lea, die samen het huis van Israel hebben gebouwd. Werd machtig in Efrata en vestig uw naam in Betlehem.
Referenties naar alinea Ruth 4 11: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Uw huis worde als dat van Peres, de zoon van Tamar en Juda, door de kinderen die Jahwe u uit deze jonge vrouw zal geven. '
Referenties naar alinea Ruth 4 12: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zo nam Boaz Ruth tot vrouw. Hij had gemeenschap met haar; door Jahwe's gunst werd zij zwanger en baarde een zoon.
Referenties naar alinea Ruth 4 13: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen zeiden de vrouwen tot Noomi: ` Gezegend zij Jahwe, die u nu toch nog een erfgenaam heeft geschonken, wiens naam in Israel zal gevestigd zijn.
Referenties naar alinea Ruth 4 14: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Hij zal u doen herleven en u een steun zijn op uw oude dag, want uw schoondochter, die zoveel van u houdt, heeft hem gebaard: zij betekent meer voor u dan zeven zonen. '
Referenties naar alinea Ruth 4 15: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Noomi nam het kind op haar schoot en verzorgde het.
Referenties naar alinea Ruth 4 16: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De buurvrouwen gaven het kind een naam en zeiden: ` Noomi is een zoon geboren. ' Zij noemden het kind Obed. Hij is de vader van Isai, de vader van David.
Referenties naar alinea Ruth 4 17: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Dit zijn de nakomelingen van Peres. Peres verwekte Chesron,
Referenties naar alinea Ruth 4 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Chesron verwekte Ram, Ram verwekte Amminadab,
Referenties naar alinea Ruth 4 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salma,
Referenties naar alinea Ruth 4 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Salmon verwekte Boaz, Boaz verwekte Obed,
Referenties naar alinea Ruth 4 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Obed verwekte Isai en Isai verwekte David.
Referenties naar alinea Ruth 4 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Er was eens een man uit het bergland van Efraïm, een Sufiet uit Ramataïm, die Elkana heette. Hij was een zoon van Jerocham, de zoon van Elihu, de zoon van Tochu, de zoon van Suf, de Efratiet.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 1: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Elkana had twee vrouwen; de ene heette Hanna, de andere Peninna. Peninna had kinderen, Hanna niet.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 2: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Elkana ging elk jaar uit zijn stam naar Silo om zich neer te buigen voor Jahwe van de machten en Hem offers te brengen. De priesters van Jahwe in Silo waren toen Chofni en Pinechas, twee zonen van Eli.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 3: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Wanneer Elkana dan zijn offer opdroeg, gaf hij zijn vrouw Peninna en haar zonen en dochters ieder een deel,
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 4: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
maar aan Hanna gaf hij nog een extra-deel, want Hanna was zijn lievelingsvrouw, hoewel Jahwe haar schoot gesloten hield.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 5: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Salvifici doloris ->=geentekst=
Haar mededingster echter krenkte haar telkens weer en hoonde haar, omdat Jahwe haar schoot gesloten hield.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 6: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Salvifici doloris ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Salvifici doloris ->=geentekst=
Ieder jaar opnieuw, als Hanna naar de tempel van Jahwe opging, deed Peninna dat en krenkte zij Hanna; dan schreide Hanna en wilde zij niet meer eten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 7: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Salvifici doloris ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
"Draagt elkanders lasten" ->=geentekst=
Salvifici doloris ->=geentekst=
En Elkana vroeg haar dan: `Hanna, waarom schrei je? Waarom eet je niet en ben je zo bedroefd? Ben ik voor jou niet meer waard dan tien zonen?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 8: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst="Draagt elkanders lasten" ->=geentekst=
Salvifici doloris ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Salvifici doloris ->=geentekst=
Op een keer ging Hanna, nadat ze in Silo gegeten en gedronken hadden, naar het heiligdom van Jahwe. De priester Eli zat daar op een zetel tegen de deurpost.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 9: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Salvifici doloris ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Salvifici doloris ->=geentekst=
Bitter bedroefd bad zij onder een stroom van tranen tot Jahwe
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 10: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Salvifici doloris ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
en zij legde deze gelofte af: `Jahwe van de machten, als Gij omziet naar de ellende van uw dienares en mij indachtig wilt zijn, als Gij uw dienares niet vergeet en haar een zoon schenkt, dan zal ik hem voor zijn gehele leven aan Jahwe afstaan: geen scheermes zal over zijn hoofd gaan.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 11: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Toen Hanna zo lang tot Jahwe bleef bidden, begon Eli op haar mond te letten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 12: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Oratione Domini ->=geentekst=
Voorcatechese of voorwoord op de catechesen van onze heilige vader Cyrillus, Aartbisschop van Jeruzalem ->=geentekst=
en omdat Hanna in haar binnenste sprak en haar lippen wel bewogen, maar haar stem niet hoorbaar werd, dacht Eli dat zij dronken was.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 13: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Oratione Domini ->=geentekst=
Voorcatechese of voorwoord op de catechesen van onze heilige vader Cyrillus, Aartbisschop van Jeruzalem ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Hij zei tot haar: `Gedraag u toch niet langer als een beschonkene! Zorg liever dat u weer nuchter wordt.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 14: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Maar Hanna antwoordde: `U vergist u, mijn heer, ik ben een vrouw die diep bedroefd is. Ik heb geen wijn of sterke drank gedronken, maar ik stort mijn hart uit voor Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 15: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
U moet uw dienares niet als een minderwaardige vrouw beschouwen; alleen uit overgrote zorg en droefheid heb ik zo lang gebeden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 16: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Toen antwoordde Eli: `Ga dan in vrede, en de God van Israël moge u geven wat u van Hem hebt afgesmeekt.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 17: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Zij antwoordde: `Moge uw dienares genade in uw ogen vinden.' Toen ging de vrouw weg; zij at en haar gezicht klaarde op.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 18: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De volgende morgen bogen zij zich voor Jahwe neer en gingen terug naar Rama. Toen Elkana gemeenschap had met Hanna, was Jahwe haar indachtig;
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 19: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Vertrouw op God zoals het kind op zijn moeder - Psalm 131 ->=geentekst=
Voorcatechese of voorwoord op de catechesen van onze heilige vader Cyrillus, Aartbisschop van Jeruzalem ->=geentekst=
in de loop van het jaar werd Hanna zwanger en bracht zij een zoon ter wereld. Zij noemde hem Samuël, `want,' zei ze, ik heb hem van Jahwe afgesmeekt.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 20: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Vertrouw op God zoals het kind op zijn moeder - Psalm 131 ->=geentekst=
Voorcatechese of voorwoord op de catechesen van onze heilige vader Cyrillus, Aartbisschop van Jeruzalem ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Vertrouw op God zoals het kind op zijn moeder - Psalm 131 ->=geentekst=
Toen Elkana weer met zijn hele gezin op reis ging om het jaarlijks offer op te dragen en zijn gelofte in te lossen,
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 21: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Vertrouw op God zoals het kind op zijn moeder - Psalm 131 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Vertrouw op God zoals het kind op zijn moeder - Psalm 131 ->=geentekst=
ging Hanna niet mee, want - zei ze tot haar man - `ik ga de jongen pas brengen als hij aan je borst ontwend is; dan zal hij voor Jahwe treden en altijd bij Hem blijven.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 22: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Vertrouw op God zoals het kind op zijn moeder - Psalm 131 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Vertrouw op God zoals het kind op zijn moeder - Psalm 131 ->=geentekst=
Haar man Elkana antwoordde: `Doe wat je het beste lijkt; blijf hier tot je hem de borst ontwend hebt. En moge Jahwe zijn woord gestand doen.' De vrouw bleef dus thuis en voedde haar zoon, tot zij hem de borst ontwende.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 23: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vertrouw op God zoals het kind op zijn moeder - Psalm 131 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Zodra hij van de borst was, nam zij de jongen mee, met een driejarige stier, een efa meel en een zak wijn. Zij bracht de jongen, zo klein als hij was, naar de tempel van Jahwe in Silo.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 24: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Zij slacht ten de stier en brachten de jongen naar Eli.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 25: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Daarbij zei Hanna: `Met uw verlof, mijn heer, zo waar u leeft, mijn heer, ik ben de vrouw die hier gestaan heeft om tot Jahwe te bidden, in uw tegenwoordigheid.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 26: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Om deze jongen heb ik gebeden en Jahwe heeft mij gegeven wat ik van Hem heb afgesmeekt.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 27: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Daarom sta ik hem aan Jahwe af. Zolang hij leeft, blijft hij aan Jahwe afgestaan.' En zij bogen zich daar voor Jahwe neer.
Referenties naar alinea 1 Samuel 1 28: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Het gezin is de bevoorrechte plaats van de vergeving ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen bad Hanna: `Om Jahwe juicht mijn hart; om Jahwe wordt mijn hoorn verheven, Ik doe mijn mond open tegen mijn vijanden, want ik verheug mij in Uw hulp.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 1: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Er is geen heilige als Jahwe; buiten U is er niemand, geen rots is er als onze God.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 2: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Aeterni Patris ->=geentekst=
Orationis formas ->=geentekst=
Praat toch niet steeds zo verwaand; laat uit uw mond geen vermetelheid komen. want Jahwe is een alwetende God: Hij weegt onze daden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 3: 3
Dei Filius ->=geentekst=Aeterni Patris ->=geentekst=
Orationis formas ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De boog van de sterken is stukgebroken; zij die wankelden zijn met kracht omgord.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 4: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Die overvloed hadden verhuren zich voor brood; die honger leden eten zich dik. De onvruchtbare baart, tot zevenmaal toe, de kinderrijke verwelkt.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 5: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Evangelium Vitae ->=geentekst=
Orationis formas ->=geentekst=
Iucunda Sane ->=geentekst=
Over Gods alleenheerschappij in: Ik geloof in één God. En over de ketterijen. ->=geentekst=
Jahwe doodt en doet leven, Hij voert naar de onderwereld en Hij haalt er weer uit.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 6: 5
Evangelium Vitae ->=geentekst=Evangelium Vitae ->=geentekst=
Orationis formas ->=geentekst=
Iucunda Sane ->=geentekst=
Over Gods alleenheerschappij in: Ik geloof in één God. En over de ketterijen. ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Orationis formas ->=geentekst=
Iucunda Sane ->=geentekst=
Jahwe maakt arm en maakt rijk, Hij vernedert en Hij verheft.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 7: 3
Ad Corinthios ->=geentekst=Orationis formas ->=geentekst=
Iucunda Sane ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hij beurt de zwakke op uit het stof; Hij haalt de arme weg van de asbelt en geeft hem een plaats bij de groten; een erezetel wijst Hij hem toe. Van Jahwe zijn de zuilen der aarde: daarop heeft Hij de wereld gezet.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 8: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij behoedt de voeten van zijn vromen, maar de bozen komen in duisternis om, want niet door zijn eigen kracht is de mens sterk.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 9: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Die zich met Jahwe meten worden gebroken; uit de hemel laat Hij zijn donder over hen rollen. Jahwe oordeelt de aarde, tot aan haar grenzen. Hij geeft kracht aan zijn koning en verheft de hoorn van zijn gezalfde.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 10: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarop keerde Elkana terug naar zijn huis in Rama, terwijl de jongen, onder het toezicht van de priester Eli, in dienst bleef van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 11: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Nu waren de zonen van Eli echte booswichten; zij hadden geen eerbied voor Jahwe en hielden zich niet aan wat de priesters rechtens van het volk konden vragen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 12: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Liet namelijk iemand een offerdier slachten, dan kwam, als het vlees kookte, een knecht van de priester
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 13: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
en prikte met een drietand in de pot, de pan, de ketel of de kookpot, en alles wat dan aan de vork bleef zitten eigende de priester zich toe. Dat deden ze bij alle Israëlieten die daar, te Silo, kwamen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 14: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zelfs nog voor men het vet in rook had doen opgaan, kwam er al een knecht van de priester en zei tot degene die het offer opdroeg: `Geef de priester vlees om te braden! Maar hij wil alleen rauw vlees, geen gekookt.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 15: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
En als de man dan zei: `Eerst behoort men toch het vet in rook te doen opgaan! Daarna kunt u zoveel nemen als u begeert' - dan zei de knecht: `Neen, u moet het nu geven; anders neem ik het met geweld.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 16: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Deze handelwijze van de knechten was in de ogen van Jahwe een zeer ernstige zonde: de mensen verloren hun eerbied voor het offer van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 17: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Intussen deed Samuël dienst in het heiligdom van Jahwe; de jongen droeg om zijn middel een linnen efod.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 18: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zijn moeder maakte elk jaar een manteltje voor hem en bracht dat voor hem mee, als zij met haar man het jaarlijkse offer kwam opdragen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 19: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Dan zegende Eli Elkana en zijn vrouw en zei hij: `Moge Jahwe u uit deze vrouw nog nakomelingen geven in plaats van de afgesmeekte die u aan Jahwe hebt afgestaan.' Daarna gingen zij terug naar hun woonplaats.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 20: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Jahwe zag inderdaad naar Hanna om; zij werd zwanger en zij bracht nog drie zonen en twee dochters ter wereld. Intussen groeide de jonge Samuël op bij Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 21: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Toen Eli, die reeds hoogbejaard was, hoorde wat zijn zonen de Israëlieten allemaal aandeden, en dat zij sliepen met de vrouwen die dienst deden bij de ingang van de tent van de samenkomst,
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 22: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
zei hij tot hen: `Waarom doen jullie dergelijke dingen, die wandaden waarover het hele volk bij mij komt klagen?
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 23: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Neen, mijn zonen, de verhalen die ik hoor zijn niet fraai! Jullie maken dat het volk van Jahwe zondigt.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 24: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Op de Heilige en Grote Donderdag ->=geentekst=
Als een mens tegen een ander mens misdoet komt God tussenbeide, maar als een mens tegen Jahwe misdoet, wie komt er dan tussenbeide?' Maar zij luisterden niet naar hun vader, want Jahwe wilde hen doden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 25: 2
Orationis formas ->=geentekst=Op de Heilige en Grote Donderdag ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De jonge Samuël groeide echter op en werd steeds meer geliefd, zowel bij Jahwe als bij de mensen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 26: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Op een dag kwam een man Gods bij Eli en zei tot hem: `Zo spreekt Jahwe: Ik heb Mij duidelijk geopenbaard aan het huis van uw vader, toen het in Egypte tot het hof van Farao behoorde.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 27: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ik heb het boven alle stammen van Israël uitverkoren om mijn priesters te zijn, om mijn altaar te bestijgen, wierook te branden en in mijn dienst de efod te dragen. Aan het huis van uw vader heb Ik alle offergaven van de Israëlieten toevertrouwd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 28: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Waarom aast u dan op de slacht - en meeloffers die Ik heb voorgeschreven, en waarom ontziet u uw zonen meer dan Mij, dat jullie je vetmest met het beste deel van de meeloffers van mijn volk Israël?
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 29: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Orationis formas ->=geentekst=
Paashomilie VIII ->=geentekst=
Daarom zegt Jahwe, de God van Israël: Ik heb uw wel plechtig beloofd dat uw huis en het huis van uw vader voor altijd in mijn dienst zou staan, maar nu zegt Jahwe: Dat nooit! Ik eer wie Mij eren, maar wie Mij verachten worden vervloekt.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 30: 3
De Oratione Domini ->=geentekst=Orationis formas ->=geentekst=
Paashomilie VIII ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Voorwaar, de dagen komen dat Ik uw kracht en de kracht van uw familie zal breken, zodat er in uw huis nooit meer iemand oud zal worden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 31: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
In uw nood zult gij met lede ogen naar alle weldaden zien die Jahwe de Israëlieten bewijst; in uw huis zal niemand oud worden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 32: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Een van u zal Ik niet van mijn altaar verwijderen, om uw ogen te laten verkwijnen en uw ziel te laten versmachten, maar de anderen, heel de aanwas van uw huis, zullen sterven in de kracht van hun leven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 33: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
En datgene wat uw twee zonen, Chofni en Pinechas, zal overkomen, zal voor u een teken zijn: op dezelfde dag zullen beiden sterven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 34: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Orationis formas ->=geentekst=
Dan zal Ik een betrouwbaar priester aanstellen, die naar mijn hart en in mijn geest zal handelen. Ik zal een duurzaam huis voor hem bouwen, zodat hij heel zijn leven in dienst kan staan van mijn gezalfde.
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 35: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Orationis formas ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Wie er dan in uw huis nog over is gebleven, zal zich voor hem komen neerbuigen om een stukje zilver of een snee brood, en hij zal zeggen: Neem mij toch in de een of andere priesterklasse op; dan heb ik tenminste een stuk brood om te eten.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 2 36: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
De jonge Samuël deed dienst in het heiligdom van Jahwe, onder het toezicht van Eli. In die dagen was een woord van Jahwe een zeldzaamheid en kwam een visioen niet dikwijls voor.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 1: 2
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Op zekere dag had Eli zich te slapen gelegd op zijn gewone plaats; zijn ogen begonnen zwak te worden en hij kon niet meer zien.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 2: 2
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
De lamp van God was nog niet gedoofd en Samuël lag te slapen in het heiligdom van Jahwe, waar de ark van God stond.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 3: 4
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Toen riep Jahwe: `Samuël!' Samuël antwoordde: `Hier ben ik.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 4: 4
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Hij liep haastig naar Eli en zei: `Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?' Maar Eli antwoordde: `Ik heb niet geroepen; ga maar weer slapen.' En hij ging en legde zich te slapen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 5: 4
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Toen riep Jahwe opnieuw: `Samuël!' Samuël stond op, ging naar Eli en zei: `Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?' Eli antwoordde: `Ik heb niet geroepen, mijn jongen; ga maar weer slapen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 6: 4
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Samuël kende Jahwe nog niet: een woord van Jahwe was hem nog nooit geopenbaard.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 7: 4
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
En weer riep Jahwe Samuël; nu voor de derde maal. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: `Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?' Toen begreep Eli dat het Jahwe was die de jongen riep.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 8: 4
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De roeping ten dienste van de Kerk als communio ->=geentekst=
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
De rol van ouders en anderen die vorming geven in het onderscheiden van roepingen ->=geentekst=
Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God (Lc. 1, 30) ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
En hij zei tot Samuël: `Ga slapen, en mocht Hij je roepen dan moet je zeggen: Spreek, Jahwe, uw dienaar luistert.' Samuël ging dus weer op zijn gewone plaats slapen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 9: 10
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=De roeping ten dienste van de Kerk als communio ->=geentekst=
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
De rol van ouders en anderen die vorming geven in het onderscheiden van roepingen ->=geentekst=
Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God (Lc. 1, 30) ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
XXXVI Giornata Mondiale della Gioventù, 2021: “Alzati! Ti costituisco testimone di quel che hai visto!” (cfr. At 26,16) ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Toen kwam Jahwe bij hem staan en riep, evenals de vorige malen: `Samuël, Samuël!' En Samuël antwoordde: `Spreek, uw dienaar luistert.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 10: 7
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
XXXVI Giornata Mondiale della Gioventù, 2021: “Alzati! Ti costituisco testimone di quel che hai visto!” (cfr. At 26,16) ->=geentekst=
Catechesi su San Giuseppe: 9. San Giuseppe, uomo che “sogna” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Toen zei Jahwe tot Samuël: `Let op! Wat Ik in Israël ga verrichten zal allebei de oren doen tuiten van ieder die het hoort.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 11: 2
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Die dag zal Ik aan het huis van Eli alles voltrekken wat Ik over dat huis gezegd heb, van het begin tot het einde.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 12: 2
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Ik heb hem reeds medegedeeld dat Ik een onherroepelijk vonnis ga voltrekken over zijn huis, vanwege de wandaden die hem bekend waren: zijn zonen hebben God geminacht en hij is niet tegen hen opgetreden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 13: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Daarom heb Ik het huis van Eli gezworen: Nooit in der eeuwigheid zal de schuld van het huis van Eli door slacht - of meeloffers verzoend worden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 14: 2
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Samuël sliep nu door tot de ochtend en deed toen de deuren van de tempel van Jahwe open. Hij zag er tegen op, het visioen aan Eli mee te delen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 15: 2
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Maar Eli riep hem en zei: `Samuël, mijn zoon!' Hij antwoordde: `Hier ben ik.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 16: 2
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
En Eli vroeg: `Wat is het voor een woord dat Hij tot jou heeft gesproken? Verberg het niet voor mij. God mag je dit aandoen en nog erger, als je iets verzwijgt van alles wat Hij je gezegd heeft.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 17: 2
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Toen vertelde Samuël hem alles, zonder hem iets te verzwijgen. En Eli antwoordde: `Het is Jahwe. Hij moge doen wat Hem goeddunkt.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 18: 2
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Samuël groeide op; Jahwe was met hem en liet niet een van zijn woorden onvervuld.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 19: 2
Ecclesia in Medio Oriente ->=geentekst=Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
En heel Israël, van Dan tot Berseba, kwam te weten dat Samuël inderdaad als profeet van Jahwe was aangesteld.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 20: 1
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Ook daarna bleef Jahwe in Silo verschijnen, want daar openbaarde Hij zich aan Samuël door tot hem te spreken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 3 21: 1
Een Ignatiaanse stijl: vriendschap van Jezus, onderscheiding en het “méér” ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Het woord van Samuël drong door tot heel Israël. De Israëlieten trokken ten strijde tegen de Filistijnen; zij sloegen hun kamp op bij Eben-haëzer, terwijl de Filistijnen bij Afek gelegerd waren.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De Filistijnen stelden zich in slagorde tegenover de Israëlieten. Het kwam tot een gevecht over de gehele linie. De Israëlieten werden verslagen en de Filistijnen doodden langs het front in het open veld ongeveer vierduizend man.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen het volk in het kamp terugkeerde, zeiden de oudsten van Israël: `Waarom heeft Jahwe ons vandaag door de Filistijnen geslagen? Wij gaan uit Silo de ark van het verbond van Jahwe halen. Zij moet in ons midden komen om ons uit de handen van onze vijanden te verlossen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Het volk liet de ark uit Silo halen, de ark van het verbond van Jahwe van de machten, die op de kerubs troont. De twee zonen van Eli, Chofni en Pinechas, begeleidden de ark van het verbond van God.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zodra de ark van het verbond van Jahwe in het kamp was aangekomen, hieven de Israëlieten zo'n gejuich aan dat de grond ervan dreunde.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De Filistijnen hoorden dat gejuich en vroegen: `Wat moet toch dat luide gejuich in het kamp van de Hebreeën?' Toen zij vernamen dat de ark van Jahwe in het kamp was gekomen, werden ze bang.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ze zeiden: `God is in het kamp gekomen! Wee ons, dat is nog nooit gebeurd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Wee ons, wie redt ons uit de handen van die geweldige God? Dit is immers dezelfde God die de Egyptenaren in de woestijn met allerlei plagen geslagen heeft?
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Weest moedig, Filistijnen, en gedraagt u als mannen. Anders worden jullie de slaven van de Hebreeën, zoals zij het van jullie zijn geweest. Weest mannen en weert u.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De Filistijnen gingen tot de aanval over. De Israëlieten werden verslagen en vluchtten, ieder naar zijn eigen tent. Het was een zware nederlaag: dertigduizend man voetvolk van Israël sneuvelden;
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
de ark van God werd buitgemaakt en de twee zonen van Eli, Chofni en Pinechas, kwamen om.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Een Benjaminiet snelde weg van het front en kwam nog diezelfde dag in Silo aan; zijn kleren waren gescheurd en zijn hoofd was met aarde bedekt.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Bij zijn aankomst zat Eli op een zetel aan de kant van de weg, wachtend op bericht, want hij was ongerust over de ark van God. Toen de Benjaminiet, in de stad aangekomen, het nieuws verteld had, ging er een gejammer door de hele stad.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Eli hoorde het en vroeg: `Wat is dat voor een gejammer?' De man ging haastig naar Eli en vertelde hem het nieuws.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Eli was achtennegentig jaar; zijn ogen stonden star en hij kon niet meer zien.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De man zei tot Eli: `Ik kom van het front; ik ben vandaag van het front weggevlucht.' Toen vroeg Eli: `Wat is er dan gebeurd, mijn zoon?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De boodschapper antwoordde: `De Israëlieten zijn voor de Filistijnen op de vlucht geslagen; het volk heeft een zware nederlaag geleden; ook uw twee zonen, Chofni en Pinechas, zijn gesneuveld, en de ark van God is buitgemaakt.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Nauwelijks had hij de ark van God genoemd, of Eli viel achterover van zijn zetel bij de poort; oud en zwaar als hij was, brak hij zijn nek en stierf. Veertig jaar was hij rechter over Israël geweest.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zijn schoondochter, de vrouw van Pinechas, was zwanger en kon elk ogenblik bevallen. Toen zij hoorde dat de ark van God was buitgemaakt en dat haar schoonvader en haar man waren gestorven, zetten de weeën in; zij kromp ineen en bracht haar kind ter wereld.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen zij stervende was, zeiden de vrouwen die om haar heen stonden: `Wees gerust, want je hebt het leven geschonken aan een zoon.' Maar zij antwoordde niet en sloeg er zelfs geen acht op.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Zij noemde het kind Ikabod, want zei ze: `Weggehaald is de Heerlijkheid uit Israël.' Daarbij doelde zij op de ark van God die buitgemaakt was en op haar schoonvader en haar man.
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Ze zei: `Weggehaald is de Heerlijkheid uit Israël, want de ark van God is buitgemaakt.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 4 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De Filistijnen hadden de ark van God buitgemaakt en van Eben-haëzer overgebracht naar Asdod.
Referenties naar alinea 1 Samuel 5 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Zij voerden de ark van God de tempel van Dagon binnen en zetten haar naast Dagon neer.
Referenties naar alinea 1 Samuel 5 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De volgende ochtend zagen de Asdodieten Dagon voorovergevallen op de vloer liggen, voor de ark van Jahwe. Zij tilden Dagon op en zetten hem weer op zijn plaats.
Referenties naar alinea 1 Samuel 5 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar de ochtend daarna lag Dagon weer voorovergevallen op de vloer, voor de ark van Jahwe. Zijn hoofd en zijn beide handen waren afgebroken en lagen op de drempel; Dagon was alleen nog een romp.
Referenties naar alinea 1 Samuel 5 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Daarom zetten in Asdod de priesters van Dagon en allen die de tempel van Dagon binnengaan hun voet niet op de drempel tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea 1 Samuel 5 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De hand van Jahwe drukte zwaar op de Asdodieten; Hij bracht hen in paniek en teisterde hen met gezwellen, in Asdod en omgeving.
Referenties naar alinea 1 Samuel 5 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen de mannen van Asdod zagen dat het zo ging, zeiden ze: `De ark van de God van Israël mag hier niet blijven, want zijn hand drukt zwaar op ons en op onze god Dagon.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 5 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Zij riepen dus alle stadsvorsten van de Filistijnen bijeen en vroegen: `Wat moeten wij doen met de ark van de God van Israël?' Ze antwoordden: `De ark van de God van Israël moet overgebracht worden naar Gat.' Zij brachten dus de ark van de God van Israël daarheen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 5 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Nadat zij haar naar Gat hadden overgebracht, veroorzaakte Jahwe een paniek in die stad en teisterde Hij de inwoners met een plaag: van groot tot klein kregen zij gezwellen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 5 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Dus stuurden zij de ark van God naar Ekron. Maar toen de ark van God daar aankwam, jammerden de Ekronieten: `Nu hebben ze de ark van de God van Israël bij ons gebracht! Dat wordt de dood van ons en van ons volk!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 5 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zij riepen dus alle stadsvorsten van de Filistijnen bijeen en zeiden: `Laat de ark van de God van Israël wegbrengen. Ze moet terug naar de plaats waar ze thuishoort; anders wordt ze de dood van ons en van ons volk.' In de hele stad heerste inderdaad een dodelijke ontzetting; zwaar drukte de hand van God op de stad.
Referenties naar alinea 1 Samuel 5 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De inwoners die niet stierven kregen gezwellen en uit de stad stegen de noodkreten ten hemel.
Referenties naar alinea 1 Samuel 5 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Zeven maanden was de ark van Jahwe op Filistijns gebied.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen wendden de Filistijnen zich tot de priesters en waarzeggers en zeiden: `Wij weten geen raad met de ark van Jahwe; zeg ons, hoe wij haar terug kunnen sturen naar de plaats waar ze thuishoort.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Zij antwoordden: `Als u de ark van de God van Israël wilt terugsturen, kunt u dat maar niet zonder meer doen: u moet Hem beslist ook een genoegdoening geven. Pas dan zult u met rust gelaten worden en begrijpen, waarom zijn hand niet van u wijkt.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De Filistijnen vroegen: `Wat voor genoegdoening moeten wij Hem geven?' Zij antwoordden: `De Filistijn en hebben vijf stadsvorsten; geeft dus vijf gouden gezwellen en vijf gouden muizen, want allen, zowel u als uw stadsvorsten, lijden onder dezelfde plaag.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
U moet dus afbeeldingen maken van uw gezwellen en van de muizen die uw land teisteren. Zo moet u hulde brengen aan de God van Israël. Misschien laat zijn hand dan u, uw goden en uw land met rust.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Waarom zoudt u ook halsstarrig zijn, zoals de Egyptenaren en Farao? Zodra Jahwe zijn spel met hen begon te spelen, moesten zij de Israëlieten toch laten gaan, niet waar?
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Welnu, zorgt voor een nieuwe wagen en voor twee zogende koeien, die nog geen juk gedragen hebben. Spant die voor de wagen, maar zet haar kalveren op stal.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Plaatst de ark van Jahwe op de wagen en legt de gouden voorwerpen, die u Hem als genoegdoening geeft, in een kistje ernaast. Laat dan de ark maar gaan.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
En let goed op: Als ze de weg inslaat naar haar eigen grondgebied, naar Bet-semes, dan is het Jahwe die ons dit grote onheil berokkend heeft; gebeurt dat niet, dan weten wij dat het niet zijn hand was die ons heeft getroffen, maar dat het ons bij toeval is overkomen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De mannen deden dat. Zij haalden twee zogende koeien, spanden die voor de wagen en zetten de kalveren op stal.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zij plaatsten de ark van Jahwe op de wagen en ook het kistje met de gouden muizen en de afbeeldingen van hun gezwellen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De koeien gingen regelrecht de weg naar Bet-semes op en hielden hetzelfde spoor; loeiend liepen zij door, zonder naar rechts of links af te wijken; de stadsvorsten van de Filistijn en gingen erachter aan, tot aan het gebied van Bet-semes.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De mannen van Bet-semes waren in de vallei bezig met het oogsten van de tarwe. Toen zij opkeken, zagen zij de ark en waren verheugd haar te zien.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Op het veld van Jehosua uit Bet-semes gekomen, bleef de wagen staan. Daar lag een grote steen. De mannen hakten het hout van de wagen in stukken en droegen de koeien als brandoffer aan Jahwe op.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Levieten hadden de ark van Jahwe en het bijbehorend kistje met de gouden voorwerpen afgeladen en op de grote steen geplaatst, en de mannen van Bet-semes offerden die dag brandoffers en slachtoffers ter ere van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen de vijf stadsvorsten van de Filistijnen dit gezien hadden, keerden zij nog dezelfde dag naar Ekron terug.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Dit zijn de gouden gezwellen die de Filistijnen als genoegdoening aan Jahwe gegeven hebben: een voor Asdod, een voor Gaza, een voor Askelon, een voor Gat en een voor Ekron.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Het aantal gouden muizen beantwoordde aan dat van de Filistijnse steden, de gebieden van de vijf stadsvorsten met vestingen en open dorpen. Tot op de huidige dag getuigt hiervan de grote steen, waarop ze de ark van Jahwe neergezet hebben, in het veld van Jehosua uit Bet-semes.
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Maar Jahwe richtte een slachting aan onder de mannen van Bet-semes, omdat zij naar de ark van Jahwe gekeken hadden; Hij doodde zeventig man, vijftig op de duizend. Het volk rouwde, nu Jahwe zo'n grote slachting aanrichtte,
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
en de mannen van Bet-semes zeiden: `Wie kan staande blijven in tegenwoordigheid van Jahwe, die heilige God? De ark moet bij ons vandaan, maar naar wie?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Zij zonden boden naar de inwoners van Kirjat-jearim en lieten zeggen: `De Filistijnen hebben de ark van Jahwe teruggebracht; Komt hierheen en neemt haar mee.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 6 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen kwamen de mannen van Kirjat-jearim; zij haalden de ark en plaatsten haar in het huis van Abinadab, op de heuvel. Zijn zoon Elazar stelden ze aan om zorg te dragen voor de ark van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 1: 1
De beloften van God aan David - Psalm 132 - I ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Sinds de ark in Kirjat-jearim een standplaats had gekregen, was er geruime tijd verlopen, wel twintig jaar. Toen heel het huis van Israël klagend om Jahwe riep,
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
sprak Samuël: `Als u met heel uw hart tot Jahwe terugkeert, als u de vreemde goden en de Astarten wegdoet, als u op Jahwe uw hart richt en Hem alleen dient, dan zal Hij u bevrijden uit de macht van de Filistijnen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 3: 1
Sessio VI - Decretum de iustificatione ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De Israëlieten deden daarop de Ba„ls en Astarten weg en dienden uitsluitend Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen zei Samuël: `Laat heel Israël te Mispa bijeenkomen; dan zal ik voor u bidden tot Jahwe.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Paenitemini ->=geentekst=
Zij kwamen te Mispa bijeen, putten water, goten het uit voor Jahwe en hielden een vastendag; ze zeiden: `Wij hebben tegen Jahwe gezondigd.' Zo trad Samuël te Mispa als rechter over Israël op.
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 6: 2
1e Preek over de veertigdaagse Vasten ->=geentekst=Paenitemini ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De stadsvorsten van de Filistijnen hoorden dat de Israëlieten dit vernamen, werden ze bang voor de Filistijnen
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
en zeiden tot Samuël: `Laat ons niet in de steek en roep tot Jahwe onze God: dan zal Hij ons uit de macht van de Filistijnen verlossen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Samuël nam toen een zooglammetje en offerde het in zijn geheel als brandoffer aan Jahwe. Samuël riep tot Jahwe ten gunste van Israël. En Jahwe verhoorde hem.
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Terwijl Samuël het brandoffer opdroeg, naderden de Filistijnen om de Israëlieten aan te vallen. Maar Jahwe liet die dag met machtig geluid de donder rollen over de Filistijnen en Hij bracht hen in paniek, zodat zij tegen de Israëlieten de nederlaag leden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De Israëlieten gingen uit Mispa de Filistijnen achterna en dreven hen onder zware verliezen tot beneden Bet-kar terug.
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen richtte Samuël tussen Mispa en Sen een steen op, gaf die de naam Eben-haëzer en verklaarde: `De hulp van Jahwe heeft ons tot hier gebracht.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De macht van de Filistijnen was gebroken; zij vielen het grondgebied van Israël niet meer aan. En zolang Samuël leefde, bleef de hand van Jahwe op de Filistijnen drukken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Van Ekron tot Gat kwamen alle steden die de Filistijnen aan Israël ontnomen hadden, aan Israël terug, en de Israëlieten bevrijdden het gebied van die steden uit de macht van de Filistijnen. Er was ook vrede tussen de Israëlieten en de Amorieten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Samuël bleef rechter over Israël zolang hij leefde.
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Elk jaar maakte hij een rondreis langs Betel, Gilgal en Mispa en trad in al deze plaatsen op als rechter over Israël.
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Dan keerde hij terug naar Rama, waar zijn huis stond en waar hij optrad als rechter over Israël. Hij bouwde er een altaar voor Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 7 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen Samuël oud geworden was, stelde hij zijn zonen als rechters over Israël aan.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Zijn eerstgeboren zoon heette Joel, de tweede heette Abia; beiden waren rechter te Berseba.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar de zonen bewandelden niet de wegen van hun vader; zij waren op eigen voordeel uit, namen geschenken aan en verkrachtten het recht.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Daarom kwamen de oudsten van Israël bijeen, begaven zich naar Samuël in Rama
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 4: 1
Paashomilie XVIII ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Paashomilie XVIII ->=geentekst=
en zeiden tot hem: `U bent oud geworden en uw zonen bewandelden uw wegen niet. Stel daarom een koning aan om rechter over ons te zijn, een koning zoals alle andere volken die hebben.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 5: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Paashomilie XVIII ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar Samuël vond het ongepast dat ze voorstelden: `Geef ons een koning om rechter over ons te zijn.' Daarom bad hij tot Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 6: 1
Paashomilie XVIII ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Maar Jahwe zei tot Samuël: `Geef gehoor aan het volk, wat zij u ook vragen, want ze verwerpen niet u, maar Mij; Mij willen ze niet langer als koning.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 7: 1
Paashomilie XVIII ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Wat ze u aandoen hebben ze altijd gedaan: vanaf de dag dat Ik hen uit Egypte geleid heb tot heden toe hebben ze Mij verlaten en andere goden gediend.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ga in op hun verzoek, maar waarschuw hen terdege en houd hun voor, welke rechten de koning, die over hen heerst, zal doen gelden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Samuël bracht het volk dat hem om een koning gevraagd had, op de hoogte van wat Jahwe had gezegd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Hij zei: `De koning die over u heerst zal de volgende rechten doen gelden: Uw zonen zal hij opeisen voor zijn wagens, voor zijn paarden en om zijn wagen te escorteren, om ze aan te stellen als leider van duizend en leider van vijftig,
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 11: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
om zijn akkers te ploegen, zijn oogst binnen te halen, wapens te maken voor de oorlog en zijn wagens uit te rusten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 12: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Uw dochters zal hij opeisen om zalf te bereiden, te koken en te bakken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 13: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Uw beste akkers, wijngaarden en olijftuinen zal hij van u afnemen en ze aan zijn dienaren geven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 14: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Van uw oogsten en de opbrengst van uw wijngaarden zal hij tienden heffen en die aan zijn hovelingen en dienaren geven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 15: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Uw slaven en slavinnen, uw sterkste jongemannen en uw ezels zal hij voor zichzelf laten werken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 16: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Van uw schapen en geiten zal hij tienden heffen en die aan zijn hovelingen en dienaren geven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 17: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Als het zover is, zult u bij Jahwe uw nood klagen over de koning die u zelf gewild hebt, maar dan zal Jahwe niet antwoorden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 18: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Maar het volk wilde niet naar Samuël luisteren en zei: `Toch moeten wij een koning hebben!
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Dan zijn wij gelijk aan alle andere volken. Onze koning zal rechter over ons zijn en voor ons uittrekken om onze oorlogen te voeren.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Samuël hoorde de verlangens van het volk aan en bracht ze over aan Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Jahwe zei tot Samuël: `Ga in op hun verzoek en stel een koning over hen aan.' Toen zei Samuël tot de mannen van Israël: `Laat ieder naar zijn eigen stad terugkeren.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 8 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In Benjamin leefde een man: zijn naam was Kis, de zoon van Abiël, de zoon van Seror, de zoon van Bekorat, de zoon van Afiach, een Benjaminiet; hij was een vermogend man.
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Die man had een zoon, Saul geheten, jeugdig en mooi; geen Israëliet kon met hem vergeleken worden: met kop en schouders stak hij boven allen uit.
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 2: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Eens, toen de ezelinnen van Kis, de vader van Saul, waren weggelopen, zei Kis tot zijn zoon Saul: `Ga niet met een knecht de ezelinnen zoeken.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Saul trok door het bergland van Efraïm en door het land van Salisa zonder de ezelinnen te vinden. Vervolgens trokken zij door het land van Saalim, waar ze ook niet waren, en door dat van Benjamin, maar ook daar vonden zij de dieren niet.
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen zij tenslotte in het land van Suf gekomen waren, zei Saul tegen de knecht die hem vergezelde: `Laten we maar teruggaan' anders maakt mijn vader zich meer zorgen over ons dan over de ezelinnen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar de knecht zei tegen Saul: `Ginds in die stad is een man Gods: hij staat hoog in aanzien; alles wat hij zegt komt precies uit. Laten we er meteen naar toe gaan; misschien kan hij ons inlichtingen geven over datgene waarvoor wij op weg zijn gegaan.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Saul zei tegen de knecht: `Wat kunnen wij die man aanbieden als wij erheen gaan? Het brood in onze reiszakken is op en wij hebben niets anders bij ons dat wij de man Gods kunnen aanbieden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar de knecht drong nog eens bij Saul aan en zei: `Ik heb nog een kwart sikkel zilver bij me; als ik die de man Gods aanbied, zal hij ons wel inlichtingen geven over de weg die we moeten gaan.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
- Vroeger zei men in Israël, als men God ging raadplegen: Kom, laten wij naar de ziener gaan; de profeet van tegenwoordig werd vroeger namelijk ziener genoemd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen zei Saul tegen de knecht: `Dat is een goed voorstel! Kom, laten we naar de ziener gaan.' Zij gingen dus naar de stad waar de man Gods was.
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen zij de oplopende weg naar de stad insloegen, kwamen zij meisjes tegen die water gingen putten en vroegen hen: `Is de ziener hier?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De meisjes antwoordden: `Ja, hij was net voor u hier; als u zich haast, treft u hem nog; hij is zojuist in de stad gekomen, omdat het volk vandaag op de hoogte een offermaal houdt.
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Als u de stad binnengaat, treft u hem nog voordat hij de hoogte opgaat om te eten, want het volk eet niet, voor hij gekomen is. Hij moet het offer zegenen, en daarna eten de genodigden. Gaat dus maar verder; dan zult u hem spoedig vinden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Zij gingen dus naar de stad en toen zij de stad binnengingen kwam Samuël juist naar buiten, hun tegemoet, om zich naar de hoogte te begeven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Nu had Jahwe Samuël daags voor de komst van Saul meegedeeld:
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
`Morgen om deze tijd stuur Ik een man uit Benjamin naar u toe, die gij moet zalven tot vorst van mijn volk Israël. Hij zal mijn volk verlossen uit de macht van de Filistijnen, want Ik heb op mijn volk neergezien, omdat zijn hulpgeroep tot Mij is doorgedrongen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 16: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen Samuël Saul zag, gaf Jahwe hem te kennen: `Dit is de man, over wie Ik u gesproken heb. Hij zal heersen over mijn volk.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
In de poort trad Saul op Samuël toe en zei: `Wilt u zo vriendelijk zijn, mij het huis van de ziener te wijzen?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Samuël gaf Saul ten antwoord: `Ik ben de ziener. Ga voor mij uit naar de hoogte; vandaag gaat u met mij eten en morgenvroeg zal ik u uitgeleide doen. Ik zal u vertellen wat u op het hart ligt:
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
wat de ezelinnen betreft die al drie dagen zoek zijn, maak u daarover niet bezorgd; ze zijn terecht. Maar wat Israël zich wenst, aan wie valt dat ten deel? Aan niemand anders dan aan u en uw gehele familie.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Saul antwoordde: `Ik ben maar een Benjaminiet en kom dus uit een van de kleinste stammen van Israël; mijn geslacht is het onbeduidendste van alle geslachten van de stam Benjamin. Hoe kunt u dan zoiets tegen mij zeggen?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Toen nam Samuël Saul en diens knecht met zich mee. Hij leidde hen de zaal binnen, gaf hun een plaats aan het hoofd van de genodigden, ongeveer dertig man,
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
en zei tegen de kok: `Dien het stuk op dat ik u gegeven heb met de opdracht het apart te houden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Toen diende de kok het schenkelstuk op en zette dat voor aan Saul. Samuël zei: `Wat men u heeft voorgezet is het uitgelezen stuk; eet ervan, want voor u werd het bewaard en dat was mijn bedoeling reeds, toen ik het volk uitnodigde voor dit feest.' Zo at Saul die dag met Samuël.
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Daarna daalden zij van de hoogte af naar de stad, en Samuël onderhield zich met Saul op het dakterras. `
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Zij stonden vroeg op, en zodra de dag aangebroken was riep Samuël tot Saul op het dakterras: `Kom, dan zal ik u uitgeleide doen.' Saul kwam en samen gingen zij naar buiten, hij en Samuël.
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen ze aan het eind van de stad waren gekomen, zei Samuël tot Saul: `Zeg tegen de knecht dat hij vooruit moet gaan de knecht deed dat - en blijf zelf een ogenblik staan: dan zal ik u mededelen wat God gezegd heeft.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 9 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Toen nam Samuël een kruikje olie en goot dat uit over het hoofd van Saul. Hij kuste hem en zei: `U heeft Jahwe gezalfd tot vorst over zijn eigen volk. U zult heersen over het volk van Jahwe; u moet het verlossen uit de handen van zijn vijanden rondom. En dit is het teken, dat Jahwe u tot vorst over zijn erfdeel gezalfd heeft:
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 1: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
als u zo aanstonds van mij bent weggegaan, zult u dicht bij het graf van Rachel, in het gebied van Benjamin, te Selsach, twee mannen ontmoeten. Zij zullen u zeggen: De ezelinnen die u bent gaan zoeken zijn terecht. Uw vader heeft nu geen zorg meer over de ezelinnen, maar over u, en hij vraagt zich af, wat hij voor zijn zoon moet doen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 2: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Als u daarna verder trekt en bij de eik van Tabor komt, zult u er drie mannen ontmoeten die opgaan naar God te Betel; de een heeft drie bokjes bij zich, de andere drie ronde broden en de derde een zak wijn.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zij zullen u groeten en u twee broden aanbieden, die u van hen moet aannemen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Daarna komt u in Gibea van God waar de Filistijnen een post hebben. Zodra u de stad ingaat, ziet u een groep profeten van de offerhoogte komen, in vervoering, met harpen, tamboerijnen, fluiten en citers voorop.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Dan zal de geest van Jahwe u aangrijpen: ook u zult in vervoering geraken en een ander mens worden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Als deze tekenen geschieden, doe dan verder wat voor de hand ligt, want God is met u.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
U moet mij voorgaan naar Gilgal; ik kom daar bij u om brand - en slachtoffers op te dragen. Zeven dagen moet u wachten: dan kom ik bij u en laat ik u weten wat u moet doen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
En inderdaad, nadat Saul zich had omgekeerd en van Samuël was heengegaan, gaf God hem een ander hart; al die tekenen geschiedden nog diezelfde dag.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen zij in Gibea kwamen, kwam hem een groep profeten tegemoet. De geest van God greep Saul aan; hij raakte in vervoering en voegde zich bij hen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
En allen die hem sinds jaar en dag kenden, zagen hem daar met de profeten in vervoering. En de mensen zeiden tot elkaar: `Wat is er met de zoon van Kis gebeurd? Is Saul ook al bij de profeten?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Iemand antwoordde: `Wie is hun vader?' Zo is het spotwoord ontstaan: Is Saul ook al bij de profeten?
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen zijn vervoering voorbij was, begaf Saul zich naar de offerhoogte.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
En de oom van Saul zei tot hem en zijn knecht: `Waar zijn jullie geweest?' Hij antwoordde: `Wij waren op zoek naar de ezelinnen, en toen wij ze nergens konden vinden, zijn we naar Samuël gegaan.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Daarop zei de oom van Saul: `Vertel me eens: Wat heeft Samuël je gezegd?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Saul antwoordde: `Hij heeft ons verteld dat de ezelinnen terecht waren.' Dat Samuël over het koningschap gesproken had vertelde hij hem niet.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Daarna riep Samuël het volk op naar Jahwe in Mispa
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
en hij zei tot de Israëlieten: `Zo spreekt Jahwe, de God van Israël: Ik ben het die de Israëlieten heb weggevoerd uit Egypte en die u bevrijd heb uit de macht van Egypte en uit de macht van alle koninkrijken die u verdrukten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 18: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Maar nu verwerpt gij uw God. Degene die u uit al uw rampen en noden verlost heeft; nu zegt gij: Neen, stel een koning over ons aan! Welnu, stel u op voor het aanschijn van Jahwe, volgens stam en geslacht.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 19: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Samuël liet vervolgens alle stammen van Israël aantreden, en de stam Benjamin werd aangewezen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen liet hij de geslachten van de stam Benjamin aantreden, en het geslacht Matri werd aangewezen. Tenslotte werd Saul, de zoon van Kis, aangewezen. Maar toen men hem zocht, was hij niet te vinden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Daarop stelde men Jahwe nogmaals een vraag: `Is hij hier wel gekomen?' En Jahwe antwoordde: `Ja, maar hij houdt zich schuil tussen de bagage.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Zij renden erheen en haalden hem te voorschijn. Toen hij tussen het volk stond, stak hij er met kop en schouders bovenuit.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Daarop zei Samuël tot het volk: `Het zal u wel duidelijk zijn, wie Jahwe uitverkoren heeft. Onder het hele volk is er geen tweede zoals hij.' En heel het volk juichte en riep: `Leve de koning!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Daarna kondigde Samuël ten overstaan van het volk het koninklijke recht af; hij tekende dit in een oorkonde op en legde die voor het aanschijn van Jahwe neer. Toen liet Samuël het volk vertrekken en ieder ging naar huis.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Ook Saul ging huiswaarts, naar Gibea, en met hem gingen de dapperen die God daartoe aandreef.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Maar er was ook gespuis dat zei: `Zou die ons bevrijden?' Zo toonden zij hun minachting voor hem en ze brachten hem ook geen geschenk. Maar hij deed alsof hij het niet merkte.
Referenties naar alinea 1 Samuel 10 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen Nachas, de Ammoniet, oprukte en het beleg sloeg voor Jabes in Gilead, deden de burgers van Jabes hem eensgezind het volgend voorstel: `Als u een verbond met ons sluit, zullen wij ons aan u onderwerpen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Maar Nachas, de Ammoniet, antwoordde hun: `Ik wil wel een verbond met u sluiten, maar op voorwaarde dat u allen het rechteroog wordt uitgestoken. Dat is de smaad die ik heel Israël wil aandoen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen zeiden de oudsten van Jabes tot hem: `Geef ons zeven dagen respijt, dat wij boden kunnen zenden door heel het gebied van Israël. Als niemand ons te hulp komt, zullen wij ons aan u overgeven.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen de boden te Gibea van Saul kwamen en het volk hiervan in kennis stelden, begon heel het volk luidkeels te weeklagen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Maar op dat ogenblik kwam Saul van het veld, achter zijn runderen aan, en hij vroeg: `Wat is er aan de hand dat het volk zo weeklaagt?' Ze vertelden hem het verhaal van de mannen van Jabes.
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen Saul dat verhaal hoorde, werd hij aangegrepen door de geest van God en hij ontstak in hevige toorn.
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Hij nam een koppel runderen, hakte ze in stukken en liet die door boden in heel Israël rondbrengen met de boodschap: `Wie niet uittrekt achter Saul en achter Samuël, met diens runderen zal het net zo gaan!' Toen werd het volk met schrik voor Jahwe geslagen: als een man kwamen zij op.
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Saul inspecteerde hen in Bezek: er waren driehonderdduizend Israëlieten en dertigduizend Judeeërs.
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ze zeiden tot de boden die gekomen waren: `Dit moet u de mannen van Jabes in Gilead zeggen: Morgen, tegen de tijd dat de zon heet wordt, zal er redding voor u zijn!' Toen de boden thuis kwamen en dit aan de mannen van Jabes berichtten, waren zij verheugd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
En de mannen van Jabes zeiden tot Nachas: `Morgen zullen wij ons aan u overgeven; dan doet u met ons maar alles wat u goeddunkt.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De volgende dag verdeelde Saul het volk in drie groepen. Tijdens de laatste nachtwake drongen die het kamp van de Ammonieten binnen en sloegen op hen in, tot op het heetst van de dag. De overlevenden werden zo uiteengejaagd dat er geen twee bij elkaar bleven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Nu zei het volk tot Samuël: `Wie durfde er ook weer vragen of die Saul onze koning moest zijn? Lever ons die mannen uit; dan doden wij ze.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Maar Saul zei: `Op deze dag zal niemand ter dood gebracht worden, want vandaag heeft Jahwe de overwinning gegeven aan Israël.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
En Samuël sprak tot het volk: `Kom, laten wij naar Gilgal gaan en daar het koningschap hernieuwen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen ging het volk naar Gilgal en voor het aanschijn van Jahwe riepen zij Saul tot koning uit. Ze brachten dankoffers aan Jahwe, en Saul en alle mannen van Israël vierden daar een groot feest.
Referenties naar alinea 1 Samuel 11 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Samuël sprak tot de Israëlieten: `U ziet dat ik naar u geluisterd heb, naar alles wat u mij hebt gezegd, en dat ik een koning over u heb aangesteld.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Daar staat nu de koning die u voorgaat. Ik ben nu oud en grijs geworden en mijn zonen hebben hun plaats onder u. Vanaf mijn jonge jaren tot de dag van heden ben ik u voorgegaan.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hier sta ik: leg nu over mij uw verklaring af ten overstaan van Jahwe en van zijn gezalfde. Heb ik ooit van iemand een rund afgenomen? Heb ik ooit van iemand een ezel afgenomen? Heb ik ooit iemand benadeeld of iemand verdrukt? Heb ik ooit van iemand een geschenk aangenomen om van hem iets door de vingers te zien? Dan zal ik het teruggeven.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 3: 1
Lumen Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar de Israëlieten zeiden: `Neen, u hebt ons niet benadeeld, u hebt ons niet verdrukt en van niemand hebt u wat dan ook aangenomen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 4: 1
Lumen Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen sprak Samuël tot hen: `Jahwe is dus getuige en heden is ook zijn gezalfde getuige dat u niets van mij te vorderen hebt!' En zij antwoordden: `Zo is het!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 5: 1
Lumen Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Nu zei Samuël tot het volk: `Jahwe is het die Mozes en A„ron heeft doen optreden en uw vaderen uit Egypte heeft geleid.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Welnu, stelt u op, dan zal ik, ten overstaan van Jahwe, u als uw rechter alle weldaden voorhouden die Jahwe u en uw vaderen heeft bewezen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen Jakob in Egypte gekomen was en uw vaderen tot Jahwe riepen, zond Jahwe Mozes en A„ron, die uw vaderen uit Egypte leidden en hun hier een woonplaats gaven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar uw vaderen vergaten Jahwe, hun God; daarom leverde Hij hen over aan Sisera, de legeraanvoerder van Hasor, aan de Filistijnen en aan de koning van Moab, die de strijd met hen aanbonden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen riepen zij weer tot Jahwe en zeiden: Wij hebben gezondigd, want wij hebben Jahwe verlaten en de Ba„ls en Astarten gediend; bevrijd ons toch uit de macht van onze vijanden, en wij zullen U dienen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarop zond Jahwe Jerubbaal, Bedan, Jefta en Samuël, en bevrijdde u uit de macht van uw vijanden rondom, zodat u veilig kon wonen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Maar toen u Nachas, de koning van de Ammonieten, op u af zag komen, hebt u, terwijl Jahwe uw God toch uw koning is, tot mij gezegd: Een koning moet over ons heersen!
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Welnu, daar staat dan de koning, die u gewild hebt, om wie u gevraagd hebt. Jahwe heeft hem u gegeven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Als u, zowel uzelf als de koning die over u heerst, Jahwe nu maar vreest, Hem dient, naar Hem luistert, zijn gebod niet veracht en Hem volgt!
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Maar als u niet naar Jahwe luistert en als u zijn gebod veracht, dan zal zijn hand op u neerkomen, net als op uw vaderen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Gaat nu staan en let op, want Jahwe zal voor uw ogen iets groots gaan doen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Het is nu de tijd van de tarweoogst. Welnu, ik zal Jahwe aanroepen en Hij zal het laten donderen en regenen. Dan zult u zien en begrijpen, hoe verkeerd u tegenover Jahwe hebt gehandeld door een koning te vragen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen riep Samuël Jahwe aan en Jahwe liet het donderen en regenen, die dag,
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
zodat het volk diep ontzag kreeg voor Jahwe en ook voor Samuël. En het volk zei tot Samuël: `Bid voor uw dienaren tot Jahwe uw God dat het niet onze dood wordt, nu wij bij al onze zonden ook nog misdaan hebben door een koning te vragen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Maar Samuël zei tot het volk: `Ook al hebt u dit kwaad gedaan, u hoeft niet bevreesd te zijn, zolang u Jahwe niet verlaat en Hem dient met heel uw hart.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Verlaat Hem niet om achter nietswaardigheden aan te lopen: zij kunnen niet helpen en niet bevrijden, want ze zijn niets waard.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Jahwe zal zijn volk niet verwerpen, omwille van zijn grote naam, want Hij heeft besloten van u zijn volk te maken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Er is ook geen sprake van dat ik tegen Jahwe zal zondigen door niet langer voor u te bidden. Ik zal u de goede en rechte weg blijven wijzen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 23: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Maar u moet Jahwe vrezen en Hem trouw en met heel uw hart dienen; u ziet toch de grote dingen die Hij voor u gedaan heeft!
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Volhardt u echter in uw boosheid, dan wordt u weggevaagd, u en uw koning!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 12 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Saul was zoveel jaar oud toen hij koning werd en hij heeft twee jaar over Israël geregeerd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 1: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Saul koos uit Israël drieduizend mannen uit, waarvan er tweeduizend onder bevel van Saul zelf te Mikmas en op de berg bij Betel kwamen te liggen, en duizend onder Jonatan te Gibea in Benjamin. De rest van het volk liet hij naar huis gaan, een ieder naar zijn eigen tent.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 2: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Jonatan vernietigde de Filistijnse post in Geba en de Filistijnen vernamen dat. Intussen had Saul overal in het land de bazuin laten steken, want hij dacht: `De Hebreeën moeten het horen!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 3: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zo vernam heel Israël de boodschap: `Saul heeft de Filistijnse post vernietigd en daardoor hebben de Israëlieten het bij de Filistijnen verbruid.' Het volk werd opgeroepen om Saul te volgen naar Gilgal.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 4: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De Filistijnen verzamelden zich voor de strijd tegen de Israëlieten. Zij hadden drieduizend strijdwagens en zesduizend wagenstrijders; hun voetvolk was zo talrijk als de zandkorrels op het strand van de zee. Zij rukten op en legerden zich bij Mikmas, ten oosten van het Betawen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 5: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De Israëlieten zagen dat ze in het nauw raakten, de bevolking liep gevaar en verborg zich in spelonken en spleten, in grotten, graven en putten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 6: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ook waren er Hebreeën die de Jordaan overstaken naar het land van Gad en Gilead. Saul daarentegen bevond zich nog in Gilgal en er was grote angst onder de mannen die hem volgden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 7: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
Hij wachtte zeven dagen, tot het ogenblik dat Samuël had vastgelegd, maar Samuël kwam niet naar Gilgal. Toen begon het volk Saul in de steek te laten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 8: 2
Kerkelijke bewegingen en hun theologische plaats ->=geentekst=Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
Daarom zei Saul: `Breng mij het brandoffer en de drankoffers.' Toen droeg hij zelf het brandoffer op.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 9: 2
Kerkelijke bewegingen en hun theologische plaats ->=geentekst=Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
Nauwelijks had hij het brandoffer opgedragen, of Samuël kwam aan. Saul trad hem tegemoet om hem te begroeten,
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 10: 2
Kerkelijke bewegingen en hun theologische plaats ->=geentekst=Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
maar Samuël vroeg: `Wat hebt u gedaan?' Saul antwoordde: `Ik merkte dat het volk mij in de steek liet, en omdat u niet op de vastgestelde tijd hier was en de Filistijnen zich in Mikmas verzameld hadden,
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 11: 2
Kerkelijke bewegingen en hun theologische plaats ->=geentekst=Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
dacht ik: Nu zullen de Filistijnen op mij afkomen, maar Gilgal, nog voor ik Jahwe gunstig gestemd heb. Dus heb ik mij veroorloofd zelf het brandoffer op te dragen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 12: 2
Kerkelijke bewegingen en hun theologische plaats ->=geentekst=Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
Toen sprak Samuël tot Saul: `U hebt dwaas gehandeld! U hebt het bevel niet opgevolgd dat Jahwe uw God u had gegeven! Anders zou Hij thans uw koningschap over Israël voor altijd bevestigen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 13: 2
Kerkelijke bewegingen en hun theologische plaats ->=geentekst=Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Kerkelijke bewegingen en hun theologische plaats ->=geentekst=
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
De Psalmen om door Christus tot God te bidden ->=geentekst=
Nu echter zal uw koningschap niet bestendig zijn. Jahwe heeft al iemand anders uitgezocht, een man naar zijn hart, en hem aangesteld tot vorst over zijn volk, omdat u niet hebt onderhouden wat Jahwe u had bevolen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 14: 4
Ad Corinthios ->=geentekst=Kerkelijke bewegingen en hun theologische plaats ->=geentekst=
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=
De Psalmen om door Christus tot God te bidden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Samuël vertrok en ging van Gilgal naar Gibea in Benjamin. Saul telde de mannen die nog bij hem waren; het waren er ongeveer zeshonderd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 15: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Saul lag met zijn zoon Jonatan met het volk dat bij hem was te Geba in Benjamin, terwijl de Filistijnen bij Mikmas gelegerd waren.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 16: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Uit het kamp van de Filistijnen trokken drie groepen uit om het land plat te branden: de eerste groep nam de weg naar Ofra, naar het land Sual,
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 17: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
de tweede nam de weg naar Bet-choron, de derde nam de weg langs de grens, die boven langs het Hyenadal de woestijn in loopt.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 18: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Nu was er in heel Israël geen smid te vinden, want de Filistijnen hadden verordend dat de Hebreeën geen zwaarden of lansen mochten smeden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 19: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De Israëlieten moesten zich ook tot de Filistijnen wenden om hun ploegschaar, hun zeis, hun bijl of hun sikkel te laten slijpen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 20: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Dit kostte twee derde sikkel voor een ploegschaar of zes en een derde sikkel voor een hak, een bijl of voor het herstellen van een osseprikkel.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 21: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Zo kwam het dat er op de dag van de veldslag in heel het leger van Saul en Jonatan geen zwaard of lans te vinden was, behalve die van Saul en Jonatan, zijn zoon.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 22: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De Filistijnen hadden een post uitgezet in de bergpas van Mikmas.
Referenties naar alinea 1 Samuel 13 23: 1
Gesprek van de Paus met de priesters ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Op een dag zei Jonatan, de zoon van Saul, tot zijn wapendrager: `Kom, we gaan op de post van de Filistijnen af, daar aan de overkant.' Hij zei er niets van tegen zijn vader.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Saul bevond zich toen in het grensgebied van Gibea, onder de granaatappelboom in Migron. Een groep van ongeveer zeshonderd man was bij hem
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
en Achia, de zoon van Achitub, de broer van Ikabod, de zoon van Pinechas, de zoon van Eli, die priester van Jahwe was geweest in Silo, droeg de efod. Niemand wist dat Jonatan was weggegaan.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De bergpas waarlangs Jonatan de pas van de Filistijnen wilde bereiken, wordt beheerst door twee rotspieken; de ene heet Boses, de andere Senne;
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
de ene staat aan de noordkant tegenover Mikmas, de andere aan de zuidkant tegenover Geba.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Jonatan zei nu tot zijn wapendrager: `Kom, we gaan op de post van die onbesnedenen af. Misschien treedt Jahwe voor ons op; voor Jahwe maakt het geen verschil hoe Hij overwint, met velen of met weinigen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De wapendrager antwoordde: `Doe maar wat u van plan bent en ga uw gang; ik sta tot uw beschikking.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen zei Jonatan: `Wij gaan in de richting van die mannen en we zorgen dat ze ons zien.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Als ze tegen ons zeggen: Blijft staan tot we bij jullie zijn, dan blijven we waar we zijn en klimmen niet naar hen toe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Maar als ze zeggen: Komt maar naar boven, dan klimmen we naar boven want dat is het teken dat Jahwe hen aan ons heeft overgeleverd.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen de twee binnen het gezichtsveld van de wachtpost van de Filistijnen waren gekomen, zeiden de Filistijnen: `Kijk eens, de Hebreeën komen uit de holen waar ze zich verborgen hadden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De mannen van de wachtpost riepen Jonatan en zijn wapendrager toe: `Komt maar naar boven, dan zullen we jullie eens wat vertellen!' Daarop zei Jonatan tegen zijn wapendrager: `Klim achter mij aan, want Jahwe heeft ze aan Israël overgeleverd.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Jonatan klom op handen en voeten naar boven en zijn wapendrager kwam achter hem aan. Bij het zien van Jonatan vielen de Filistijnen neer en zijn wapendrager die achter hem aankwam maakte hen af.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Deze eerste slag die Jonatan hun toebracht, samen met zijn wapendrager, kostte hun ongeveer twintig man, binnen het bestek van een halve vore van een morgen land.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen ontstond er paniek in het kamp, op het veld en onder heel het volk; ook de posten en de troepen die het land platbrandden raakten in paniek. De aarde beefde en er ontstond een vreselijke verwarring.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen de uitkijkposten van Saul in Gibea in Benjamin bemerkten dat het rumoer in het kamp hoe langer hoe erger werd,
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
zei Saul tot de mannen die bij hem waren: `Zoekt eens uit, wie er bij ons weg is.' Zij stelden een onderzoek in, en het bleek dat Jonatan en zijn wapendrager ontbraken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen zei Saul tot Achia: `Breng de ark van God hier!' De ark van God was toen namelijk bij de Israëlieten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Maar terwijl Saul tot de priester sprak, werd het rumoer in het kamp van de Filistijnen steeds erger. Daarom zei Saul tot de priester: `Laat maar.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Saul en de mannen die bij hem waren verzamelden zich en begaven zich naar de plaats waar gevochten werd; bij hun aankomst zagen zij dat de Filistijnen op elkaar insloegen; er was een geweldige verwarring ontstaan.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Ook die Hebreeën die het sinds lang met de Filistijnen gehouden hadden en met hen te velde waren getrokken, kozen nu de partij van de Israëlieten die Saul en Jonatan volgden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Toen de Israëlieten die zich in het bergland van Efraïm schuilhielden vernamen, dat de Filistijnen op de vlucht waren, liepen ook zij te wapen om hen te achtervolgen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Zo verloste Jahwe toen de Israëlieten. De strijd werd tot voorbij Bet-awen voortgezet.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Van de Israëlieten werd die dag het uiterste gevergd, doordat Saul het volk tot deze eed verplicht had: `Vervloekt de man die voor vanavond, voordat ik mij op mijn vijanden heb gewroken, het waagt om iets te eten.' Daarom gebruikte niemand enig voedsel.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Ze kwamen in een bos, waar de honing zo maar op de grond lag,
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
maar ook in dat bos, waar zo'n vloed van honing was, stak niemand er een hand naar uit; zoveel ontzag had het volk voor de eed.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Jonatan echter had niet gehoord van de eed die zijn vader het volk had laten afleggen. Hij doopte de punt van zijn stok in een honingraat en bracht die aan zijn mond. Er kwam weer glans in zijn ogen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Maar een van de mannen zei tot hem: `Uw vader heeft het volk vandaag deze eed laten afleggen: Vervloekt de man die het waagt om vandaag iets te eten. Daarom is het volk ook zo uitgeput.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Jonatan antwoordde: `Dan heeft mijn vader het land een slechte dienst bewezen. Zie maar eens hoe mijn ogen weer glanzen nu ik een beetje honing geproefd heb.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Als het volk vandaag maar had kunnen eten van de buit die het op zijn vijanden behaald heeft, was de nederlaag van de Filistijnen heel wat groter geweest.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Die dag sloeg het volk de Filistijnen terug van Mikmas tot Ajjalon. De mannen waren zeer vermoeid;
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
zij stortten zich op de buit en slachtten schapen, runderen en kalveren, zo maar op de grond, en aten ze met het bloed erin.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Aan Saul werd gemeld: `Het volk zondigt tegen Jahwe door vlees met het bloed er nog in te eten!' Hij sprak: `Daarmee doet u verkeerd. Rolt ogenblikkelijk een grote steen aan.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Saul zei: `Verspreidt u onder het volk en zegt hun: Iedereen moet zijn rund of schaap hier komen slachten; dan kunt u eten en zondigt u niet tegen Jahwe door vlees met bloed erin te eten.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Toen kwamen alle mensen nog diezelfde nacht met het rund dat ze bemachtigd hadden en slachtten het daar. Saul bouwde een altaar voor Jahwe; dit was het eerste altaar dat hij voor Jahwe bouwde.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Toen zei Saul: `We gaan vannacht de Filistijnen achterna en plunderen ze uit tot de ochtend aanbreekt, zonder een man in leven te laten.' Zij antwoordden: `Doe maar wat u goeddunkt.' Maar de priester zei: `We moeten ons toch eerst tot God wenden!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Saul vroeg dus aan God: `Zal ik de Filistijnen achtervolgen? Zult Gij ze aan de Israëlieten overleveren?' Maar God gaf hem die dag geen antwoord.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Daarom zei Saul: `Aanvoerders van het volk, komt allen hierheen en brengt aan het licht, welke zonde er vandaag bedreven is.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Zowaar Jahwe leeft die Israël verlost, de schuldige zal sterven, al was het mijn eigen zoon Jonathan!' Maar niemand van het volk zei iets.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Daarop zei Saul tot de Israëlieten: `U gaat aan de ene kant staan, ik ga met mijn zoon Jonathan aan de andere kant staan.' Het volk gaf Saul ten antwoord: `Doe wat u goed lijkt.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Nu zei Saul tot Jahwe: `God van Israël, breng de waarheid aan het licht.' Toen werden Saul en Jonathan aangewezen en het volk ging vrijuit.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Toen zei Saul: `Werp nu het lot tussen mij en mijn zoon Jonatan.' Jonatan werd aangewezen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Nu zei Saul tot Jonatan: `Vertel me wat je gedaan hebt.' Jonatan vertelde het hem en zei: `Ja, ik heb met de punt van mijn stok een beetje honing genomen en ervan geproefd. Ik ben bereid te sterven.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Daarop zei Saul: `God moge dit en dat met mij doen en nog erger: je zult inderdaad sterven!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Maar het volk zei tot Saul: `Moet Jonatan sterven? Hij die zo'n grote overwinning voor Israël bewerkt heeft? Geen denken aan! Zowaar Jahwe leeft, geen haar op zijn hoofd zal worden gekrenkt, want met Gods hulp heeft hij vandaag de overwinning behaald.' Zo werd Jonatan door het volk gered en stierf hij niet.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Toen staakte Saul de achtervolging van de Filistijnen en dezen trokken zich terug op hun eigen gebied.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Nadat Saul het koningschap over Israël aanvaard had, streed hij tegen al zijn vijanden rondom: tegen de Moabieten, tegen de Ammonieten, tegen de Edomieten, tegen de koningen van Soba en tegen de Filistijnen, en hij behaalde de overwinning op ieder volk waartegen hij zich keerde.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Hij verrichtte dappere daden, versloeg de Amalekieten en bevrijdde de Israëlieten van plunderende benden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
De zonen van Saul waren Jonatan, Jiswi en Malkisua; van zijn twee dochters heette de oudste Merab, de jongste Mikal.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
De vrouw van Saul heette Achinoam; zij was een dochter van Achimaas. Zijn legeroverste heette Abner, de zoon van Ner, de oom van Saul.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Kis, de vader van Saul, en Ner, de vader van Abner, waren namelijk zonen van Abiël.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Tijdens heel de regering van Saul moest er hevig gevochten worden tegen de Filistijnen; daarom keek hij steeds uit naar flinke en dappere mannen, om die in zijn dienst te nemen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 14 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Samuël sprak tot Saul: `Mij heeft Jahwe gezonden om u te zalven tot koning over zijn volk, over Israël; luister dus naar het woord van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Dit zegt Jahwe van de machten: Ik ga de Amalekieten straffen, want zij hebben Israël de weg versperd, toen het optrok uit Egypte.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Rukt dus uit en slaat de Amalekieten neer en voltrekt de ban aan alles wat hun toebehoort; spaart hen niet, maar brengt allen ter dood, mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Saul riep het volk op naar Telam en telde het: tweehonderdduizend man voetvolk en tienduizend Judeeërs.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen Saul de stad van de Amalekieten bereikt had, legde hij troepen in hinderlaag in de bedding van een beek.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij zei tot de Kenieten: `Verwijdert u en trekt weg van de Amalekieten; anders zou ik u tegelijk met hen vernietigen, terwijl u Israël toch trouw hebt bewezen, toen het optrok uit Egypte.' Daarop trokken de Kenieten zich uit Amalek terug.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
En Saul versloeg de Amalekieten in het gebied tussen Chawila en Sur, dat ten oosten van Egypte ligt.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Agag, de koning van de Amalekieten, kreeg hij levend in handen. Aan het volk voltrok Saul de ban met het zwaard,
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
maar hij en zijn mannen spaarden Agag en de beste en vetste schapen, runderen en lammeren, alles wat waardevol was. Daaraan wilden zij de ban niet voltrekken, maar aan het ondeugdelijke of waardeloze voltrokken zij de ban wel.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen werd het woord van Jahwe gericht tot Samuël:
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
`Ik heb spijt dat Ik Saul tot koning heb aangesteld, want hij heeft zich van Mij afgekeerd en mijn bevelen niet uitgevoerd.' Samuël was daar diep bedroefd om en riep heel de nacht tot Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
's Morgens vroeg trachtte Samuël Saul te ontmoeten, maar men vertelde hem: `Saul is naar Karmel gegaan en heeft daar een gedenkteken opgericht; toen is hij verder getrokken en afgedaald naar Gilgal.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Samuël ging naar Saul toe en Saul zei tot hem: `Wees gezegend door Jahwe; ik heb het bevel van Jahwe uitgevoerd.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Maar Samuël vroeg: `Wat betekent dan dat geblaat van schapen en dat geloei van koeien dat ik hoor?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Saul antwoordde: `Die heeft men van Amalek meegebracht. Het volk heeft de beste schapen en runderen gespaard om offers te brengen ter ere van Jahwe uw God. Aan de rest hebben wij de ban voltrokken.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Nu zei Samuël tot Saul: `Houd maar op; ik zal u verkondigen wat Jahwe mij deze nacht gezegd heeft.' Saul antwoordde: `Spreek.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Samuël zei: `U kunt u zelf wel onbelangrijk achten, maar toch bent u het hoofd van de stammen van Israël, want Jahwe heeft u tot koning over Israël gezalfd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Jahwe heeft u uitgezonden met de opdracht: Trek op tegen de Amalekieten, voltrek de ban aan die zondaars en strijd tegen hen tot gij ze hebt uitgeroeid.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Waarom heb u dan niet naar Jahwe geluisterd, maar u op de buit geworpen en gedaan wat Jahwe mishaagt?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen zei Saul tot Samuël: `Maar ik heb toch naar Jahwe geluisterd en ik ben toch gegaan waar Jahwe mij zond; ik heb Agag, de koning van Amalek, meegebracht aan de Amalekieten de ban voltrokken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Het volk heeft uit de buit schapen en runderen genomen, het beste van wat onder de banvloek lag, om in Gilgal offers te brengen aan Jahwe uw God.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Maar Samuël sprak: `Zouden brand - en slachtoffers Jahwe even lief zijn als gehoorzaamheid aan zijn woord?' Neen, gehoorzamen is beter dan offeren, volgzaamheid meer waard dan het vet van bokken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 22: 2
Kerkelijke bewegingen en hun theologische plaats ->=geentekst=Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Weerspannigheid staat gelijk met de zonde van toverij, ongezeglijkheid met afgodendienst. Omdat u het woord van Jahwe verworpen hebt, heeft Jahwe u verworpen en zult u geen koning meer zijn.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Toen zei Saul tot Samuël: `Ik heb gezondigd, want ik heb het woord van Jahwe, uw opdracht, overtreden; ik was bang voor het volk en heb naar hen geluisterd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Vergeef mij mijn zonde en ga met mij mee; dan zal ik mij voor Jahwe neerbuigen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Maar Samuël zei tot Saul: `Ik ga niet met u mee, want u hebt het woord van Jahwe verworpen en nu heeft Hij u verworpen; u zult geen koning meer zijn over Israël.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen Samuël zich omdraaide om heen te gaan, greep Saul hem vast aan een slip van zijn mantel, maar die scheurde af.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Nu zei Samuël tot hem: `Heden heeft Jahwe het koningschap van u losgescheurd en Hij geeft het aan een ander, die beter is dan u.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
En bedenk wel: de Heerlijkheid van Israël liegt niet en kent geen berouw; Hij is immers geen mens dat hij terug zou komen op een besluit!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Toen zei Saul: `Ik heb gezondigd, maar bewijs mij niettemin de eer, met mij mee te komen ten aanschouwen van de oudsten van mijn volk en ten aanschouwen van Israël, wanneer ik mij ga neerbuigen voor Jahwe uw God.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Daarom begeleidde Samuël Saul, toen deze zich voor Jahwe ging neerbuigen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Vervolgens zei Samuël: `Breng Agag, de koning van Amalek, bij me.' Welgemoed kwam Agag op hem toe en zei: `De bittere dood is dus geweken!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Maar Samuël zei: `Uw zwaard heeft vrouwen hun kinderen ontnomen. Nu wordt ook uw moeder een vrouw zonder zoon.' En Samuël hakte Agag in stukken, voor het aanschijn van Jahwe te Gilgal.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Daarna ging Samuël naar Rama en Saul keerde terug naar zijn huis te Gibea van Saul.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Daarna zag Samuël Saul niet meer terug, tot de dag van zijn dood toe. Samuël bleef om Saul treuren, omdat het Jahwe berouwd had dat Hij Saul tot koning over Israël had aangesteld.
Referenties naar alinea 1 Samuel 15 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Daarom sprak Jahwe tot Samuël: `Hoe lang zult gij nog treuren over Saul, terwijl Ik hem heb verworpen en hij geen koning meer zal zijn over Israël? Vul een hoorn met olie: Ik zend u naar Isaï de Betlehemiet, want een van diens zonen heb Ik voor het koningschap bestemd.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 1: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Maar Samuël zei: `Hoe kan ik dat doen? Als Saul het hoort, vermoordt hij mij.' Jahwe antwoordde: `Gij neemt een kalf mee en gij zegt dat ge komt om aan Jahwe te offeren.
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 2: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Gij moet Isaï bij het offer uitnodigen en Ik zal u dan wel te kennen geven wat ge moet doen: degene die Ik aanwijs moet gij zalven.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 3: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Samuël deed wat Jahwe bevolen had. Toen hij in Betlehem kwam, liepen de oudsten van de stad hem ontsteld tegemoet en vroegen: `Uw komst betekent toch niets kwaads?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 4: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Hij antwoordde: `Niets dan goeds. Ik ben gekomen om aan Jahwe te offeren: zorgt dat u heilig bent en komt dan met mij ten offer.' Hij droeg er zorg voor dat Isaï en zijn zonen zich heiligden en riep hen bijeen voor het offer.
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 5: 2
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Summi Dei Verbum ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Toen zij aankwamen, viel zijn blik op Eliab en hij dacht: `Die daar voor Jahwe staat is ongetwijfeld zijn gezalfde!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 6: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Summi Dei Verbum ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Gods roep ->=geentekst=
"Zalig die zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien" (Mt. 5, 8) ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
God roept tot een leven in de heerlijkheid ->=geentekst=
De reis naar Mongolië ->=geentekst=
"Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=
Maar Jahwe zei tot Samuël: `Ga niet af op zijn voorkomen of zijn rijzige gestalte; hem wil ik niet. Want God ziet niet zoals een mens ziet; een mens kijkt naar het uiterlijk, maar Jahwe naar het hart.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 7: 10
Persona humana ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Gods roep ->=geentekst=
"Zalig die zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien" (Mt. 5, 8) ->=geentekst=
Gaudete et Exsultate ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
God roept tot een leven in de heerlijkheid ->=geentekst=
De reis naar Mongolië ->=geentekst=
"Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Toen riep Isaï Abinadab en stelde hem aan Samuël voor, maar Samuël zei: `Ook hem heeft Jahwe niet uitverkoren.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 8: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Toen stelde Isaï Samma voor, maar Samuël zei: `Ook hem heeft Jahwe niet uitverkoren.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 9: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Zo stelde Isaï zeven van zijn zonen aan Samuël voor, maar Samuël zei tot Isaï: `Geen van hen heeft Jahwe uitverkoren.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 10: 3
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De bisschop is op de eerste plaats een martelaar voor de Verrezene ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Daarop vroeg hij aan Isaï: `Zijn dat al uw jongens?' Hij antwoordde: `Alleen de jongste ontbreekt; die hoedt de schapen.' Toen zei Samuël tot Isaï: `Laat die dan halen, want we gaan niet aan tafel voordat hij hier is.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 11: 5
Laborem Exercens ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De bisschop is op de eerste plaats een martelaar voor de Verrezene ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Ad Corinthios ->=geentekst=
De bisschop is op de eerste plaats een martelaar voor de Verrezene ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Isaï liet hem dus halen. De jongen was rossig, had mooie ogen en een prettig voorkomen. Nu zei Jahwe: `Hem moet gij zalven: hij is het.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 12: 7
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Ad Corinthios ->=geentekst=
De bisschop is op de eerste plaats een martelaar voor de Verrezene ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Ad Corinthios ->=geentekst=
De bisschop is op de eerste plaats een martelaar voor de Verrezene ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Samuël nam dus de hoorn met olie en zalfde hem te midden van zijn broers. Sedert die dag was de geest van Jahwe vaardig over David. Daarna vertrok Samuël en ging naar Rama.
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 13: 8
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Ad Corinthios ->=geentekst=
De bisschop is op de eerste plaats een martelaar voor de Verrezene ->=geentekst=
Christus Vivit ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Van Saul was de geest van Jahwe geweken en een boze geest, door Jahwe gezonden, kwelde hem.
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zijn hovelingen zeiden tot hem: `Een demon kwelt u,
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
maar uw dienaren staan voor u gereed om op het woord van onze heer iemand te zoeken die citer speelt. Die moet dan spelen, als de demon u overvalt, en dan zult u zich beter voelen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Daarop zei Saul tot zijn hovelingen: `Ja, zie maar uit naar iemand die goed kan spelen en breng hem bij me.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Een van de knechten nam het woord en zei: `Ik ken iemand die kan spelen, een zoon van Isaï uit Betlehem. Het is een dappere held, een krijgsman, welbespraakt en goed van voorkomen; Jahwe is met hem.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen zond Saul boden naar Isaï met het verzoek: `Stuur mij uw zoon David, die bij de schapen is.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Daarop nam Isaï zoveel brood als een ezel kan dragen, een zak wijn en een bokje, en liet dat alles door zijn zoon David meenemen voor Saul.
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Zo kwam David bij Saul en werd hij zijn dienaar. Saul ging veel van hem houden en David werd zijn wapendrager.
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Saul liet aan Isaï zeggen: `Laat David bij mij in dienst blijven: hij heeft mijn genegenheid gewonnen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
En telkens als de demon Saul lastig viel, nam David de citer en speelde hij erop: dan kalmeer de Saul en voelde hij zich beter en de boze geest week van hem.
Referenties naar alinea 1 Samuel 16 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De Filistijnen verzamelden hun troepen voor de strijd; zij verzamelden zich te Soko dat bij Juda hoort en sloegen hun kamp op tussen Soko en Azeka, te Efes-dammim.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ook Saul en de Israëlieten verzamelden zich; zij sloegen hun kamp op in het Dal van de terebint en stelden zich in slagorde tegenover de Filistijnen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De Filistijnen stonden op de berghelling aan de ene kant, de Israëlieten op de berghelling aan de andere kant; tussen hen in lag het dal.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen trad er uit de gelederen van de Filistijnen een kampvechter, Goliat geheten, afkomstig uit Gat. Hij was zes el en een span lang;
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
hij had een bronzen helm op het hoofd en droeg een schubbenpantser, gemaakt van vijfduizend sikkel brons.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Aan zijn benen had hij bronzen scheenplaten en tussen zijn schouders droeg hij een bronzen kromzwaard.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De schacht van zijn lans leek wel een weversboom en de ijzeren spits woog zeshonderd sikkel. Zijn schilddrager ging voor hem uit.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hij stelde zich in postuur en riep de gelederen van de Israëlieten toe: `Waarom zijn jullie eigenlijk uitgetrokken? Om oorlog te voeren? Welnu dan, ik ben een Filistijn en jullie zijn de dienaren van Saul. Wijst maar iemand aan en laat die komen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Als hij de strijd met mij aankan en mij verslaat, dan zullen wij jullie dienaren zijn, maar als ik sterker ben en hem versla, dan zullen jullie onze slaven zijn en ons dienen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ik tart vandaag de gelederen van Israël,' zei de Filistijn, `iemand te sturen die met mij kan strijden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Saul en de Israëlieten hoorden die woorden van de Filistijn met verbijstering aan en waren zeer bevreesd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
David was de zoon van een Efratiet uit Betlehem in Juda, die Isaï heette en acht zonen had. In de tijd van Saul was Isaï reeds oud en hoogbejaard.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De drie oudste zonen van Isaï waren met Saul ten strijde getrokken. Het waren Eliab, de eerstgeborene, Abinadab, de tweede, en Samma, de derde zoon.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
David was de jongste; de drie oudsten waren meegetrokken met Saul.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
David ging van Saul telkens naar Betlehem om de schapen van zijn vader te hoeden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Veertig dagen achtereen trad de Filistijn iedere morgen en avond naar voren en stelde hij zich in postuur.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Isaï zei tot zijn zoon David: `Breng eens met spoed een efa geroosterd graan en deze tien broden naar je broers in het legerkamp;
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
deze tien kazen moet je bij de hoofdman van duizend bezorgen. Kijk eens hoe je broers het maken en vraag hun om een ontvangstbewijs.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Ze zijn met Saul en alle manschappen van Israël in het Dal van de terebint en strijden daar met de Filistijnen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De volgende ochtend vertrouwde David de schapen aan een veehoeder toe en begaf zich met de proviand op weg, zoals Isaï hem had bevolen. Hij kwam bij het wagenkamp op het ogenblik dat de legermacht naar het front trok en de strijdkreet werd aangeheven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De Israëlieten en de Filistijnen stelden zich tegenover elkaar in slagorde op.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
David vertrouwde zijn vracht toe aan de bewaker van de legertros en spoedde zich naar het front; daar aangekomen, vroeg hij zijn broers hoe zij het maakten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Hij stond nog met hen te praten, toen de kampvechter van de Filistijnen uit hun gelederen naar voren trad. Hij heette Goliat en was een Filistijn uit Gat. Hij sprak weer dezelfde woorden en David hoorde die.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Bij het zien van de man gingen alle Israëlieten op de vlucht en waren zeer bevreesd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Een Israëliet zei: `Zien jullie die man daar? Hij komt naar voren om de Israëlieten te tarten. Degene die hem verslaat zal door de koning begiftigd worden; de koning zal hem zijn eigen dochter geven en zijn familie vrijstellen van lasten in Israël.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen vroeg David de mannen die bij hem stonden: `Wat zal er gebeuren met de man die deze Filistijn wegneemt? Wie is die onbesneden Filistijn wel dat hij de gelederen van de levende God durft tarten?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
En de soldaten gaven hem hetzelfde antwoord: `Dat en dat zal er gebeuren met de man die hem verslaat.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Toen Eliab, de oudste broer van David, hem zo met de mannen hoorde spreken, werd hij kwaad en zei: `Waarom ben je eigenlijk hier gekomen en bij wie heb je die paar schapen in de woestijn achtergelaten? Ik weet hoe aanmatigend en onbetrouwbaar je bent: je bent hier gekomen om naar het vechten te kijken!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
David antwoordde: `Ik doe toch niets verkeerds! Het is toch iets belangrijks!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Daarop wendde David zich van hem af en stelde aan een ander dezelfde vraag, en de soldaten gaven hem hetzelfde antwoord als de eerste keer.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Men hoorde wat David zei en het werd aan Saul verteld; deze liet hem halen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
David zei tot Saul: `Laat vanwege die Filistijn niemand de moed verliezen; uw dienaar zal met hem gaan vechten.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Saul zei tot David: `Jij kunt toch niet met die Filistijn gaan vechten! Je bent nog maar een knaap en hij is een vechtersbaas, vanaf zijn jonge jaren.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Maar David zei tot Saul: `Toen uw dienaar de schapen van zijn vader hoedde, kwam er soms een leeuw of een beer, die een schaap uit de kudde roofde;
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
dan ging ik achter dat dier aan, sloeg het neer en redde het schaap uit zijn muil. En viel het dier mij aan, dan greep ik het bij zijn baard en sloeg ik het dood.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Leeuwen en beren heeft uw dienaar neergeslagen. Die onbesneden Filistijn zal hetzelfde lot ondergaan, omdat hij de gelederen van de levende God durft tarten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Jahwe, die mij gered heeft uit de klauwen van leeuwen en beren,' zei David, `Hij zal mij ook redden uit de handen van die Filistijn.' Daarop zei Saul tot David: `Ga dan, en moge Jahwe met je zijn.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Saul bekleedde David met zijn eigen gewaad, zette hem een bronzen helm op het hoofd, deed hem een pantser aan
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
en omgordde hem met zijn zwaard, over zijn gewaad heen. David was echter niet in staat, zich in die ongewone uitrusting te bewegen. David zei daarom tot Saul: `In die ongewone uitrusting kan ik me niet bewegen.' Hij werd er dus weer uitgeholpen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Hij nam zijn stok in de hand, zocht in de beek vijf gladde stenen uit, deed ze in zijn herderstas, de tas voor de slingerstenen, en ging met zijn slinger in de hand op de Filistijn af.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
De Filistijn kwam er al aan, voorafgegaan door zijn schildknaap, steeds dichter bij David.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Maar toen hij David in het oog had gekregen en hem goed had bekeken, begon hij hem te honen, omdat hij nog maar een jongen was, rossig en prettig van voorkomen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Hij riep David toe: `Ben ik soms een hond, dat je met een stok op me afkomt?' En hij begon David bij zijn goden te vervloeken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
`Kom maar eens hier,' riep hij hem toe, `Dan zal ik je vlees te vreten geven aan de vogels in de lucht en de dieren op het veld.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Maar David zei tot de Filistijn: `U komt op mij af met zwaard, werpspies en sabel, maar ik kom op u af met de naam van Jahwe van de machten, de God van Israëls gelederen, die u getart heb.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 45: 1
Ingruentium malorum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Vandaag zal Jahwe u aan mij overleveren; ik zal u neervellen, uw hoofd van uw romp scheiden en ik zal vandaag nog de lijken van de Filistijnen te vreten geven aan de vogels in de lucht en de dieren op het veld. Heel de aarde zal weten dat Israël een God heeft.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Heel deze menigte zal weten dat Jahwe geen redding brengt door het zwaard of de lans. Want Jahwe beslist over de strijd en Hij zal u aan ons overleveren.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 47: 1
Ingruentium malorum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Toen de Filistijn tot de aanval overging en David al naderde, rende David op de gelederen af, de Filistijn tegemoet.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Hij deed een greep in zijn tas, nam er een steen uit, slingerde die naar de Filistijn en trof hem tegen het voorhoofd. De steen drong in het hoofd en de man viel voorover op de grond.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Zo was David met zijn slinger en steen sterker dan de Filistijn; hij trof hem dodelijk zonder een zwaard te gebruiken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Nu rende David op de Filistijn toe; hij ging bij hem staan, trok het zwaard van de Filistijn uit de schede, hieuw hem met hoofd van de rompen doodde hem. Toen de Filistijnen zagen dat hun held dood was, sloegen ze op de vlucht.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Maar nu sprongen de mannen van Israël en Juda op, hieven de strijdkreet aan en achtervolgden de Filistijnen in de richting van Gat en tot de poorten van Ekron' van Saaraim af tot Gat en tot Ekron lagen de gesneuvelde Filistijnen langs de weg.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Toen keerden de Israëlieten van de heftige vervolging der Filistijnen terug en plunderden hun legerplaats.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
David nam het hoofd van de Filistijn mee en hij bracht het naar Jeruzalem, maar de wapens legde hij in zijn tent.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
Toen Saul David tegen de Filistijn had zien uittrekken, had hij aan Abner, de legeroverste, gevraagd: `Van wie is die jongen een zoon, Abner?' Abner had geantwoord: `Zowaar u leeft, koning, ik weet het niet.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Daarop had de koning gezegd: `Doe dan eens navraag, van wie die jongen een zoon is.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
Toen David dus van zijn overwinning op de Filistijn terugkeerde, nam Abner hem mee, en bracht hem, met het hoofd van de Filistijn in de hand, bij Saul.
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Saul vroeg hem: `Van wie ben jij de zoon, mijn jongen?' David antwoordde: `Ik ben een zoon van uw dienaar Isaï uit Betlehem.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 17 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Onmiddellijk na het gesprek van David met Saul vatte Jonatan genegenheid op voor David en ging Jonatan van hem houden als van zichzelf.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Saul nam David die dag in zijn dienst en liet hem niet meer naar het ouderlijk huis teruggaan.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Jonatan sloot met David een verbond, omdat hij evenveel van hem hield als van zichzelf.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hij trok de mantel uit die hij zelf droeg en gaf hem aan David; ook gaf hij hem zijn kleed, zijn zwaard, zijn boog en zijn gordel.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Al de tochten waarop Saul David uitstuurde, werden door David tot een goed einde gebracht. Saul plaatste hem dan ook aan het hoofd van het leger. Dit vond bijval bij heel het volk, ook bij de hovelingen van Saul.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
En het gebeurde bij hun thuiskomst, toen David terugkeerde van zijn overwinning op de Filistijn, dat de vrouwen uit alle steden van Israël koning Saul zingend en dansend tegemoet trokken, met tamboerijnen, vreugdeliederen en triangels.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De dansende vrouwen hieven een beurtzang aan en zongen: `Bij duizenden sloeg Saul ze neer, maar David bij tienduizenden!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Saul was zeer ontstemd en ergerde zich hevig aan die woorden; hij zei: `Aan David geven zij tienduizenden, aan mij duizenden; alleen het koningschap ontbreekt hem nog maar!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Vanaf dat ogenblik bekeek Saul David met afgunst.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De volgende dag maakte een boze demon zich van Saul meester in zijn huis, en hij raakte buiten zichzelf. Terwijl David, zoals gewoonlijk, op de citer speelde,
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
wierp Saul de lans die hij in zijn hand had naar David om hem aan de muur te steken. Maar David wist hem te ontwijken, tot tweemaal toe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Nu begon Saul David te vrezen, want Jahwe was met hem, terwijl Hij van Saul was geweken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Daarom verwijderde Saul David uit zijn omgeving en stelde hem aan als hoofdman van duizend. Aan het hoofd van krijgsvolk rukte hij uit en keerde hij terug.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Alles wat David ondernam bracht hij tot een goed einde, want Jahwe was met hem.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen Saul de successen van David zag, werd hij bang voor hem,
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
maar heel Israël en Juda hadden David lief, omdat hij aan het hoofd van het krijgsvolk uittrok en terugkeerde.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Eens zei Saul tot David: `Hier is Merab, mijn oudste dochter; haar zal ik u tot vrouw geven, op voorwaarde dat u in mijn dienst een dapper man bent en de oorlogen van Jahwe voert.' Saul dacht: `Niet mijn hand moet zich tegen hem keren, maar de hand van de Filistijnen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Maar David zei tot Saul: `Wie ben ik, en wat betekenen in Israël mijn verwanten, het geslacht van mijn vader, dat ik de schoonzoon van de koning zou worden?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen dan ook de tijd gekomen was dat Merab, de dochter van Saul, aan David gegeven kon worden, werd zij als vrouw gegeven aan Adriël, de Mecholatiet.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Maar Mikal, een andere dochter van Saul, werd verliefd op David. Toen dit aan Saul verteld werd, was hij niet ontevreden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Hij dacht namelijk: `Ik zal hem Mikal beloven; dan wordt zij een valstrik voor hem, zodat de Filistijnen de hand aan hem kunnen slaan.' Saul zei opnieuw tot David: `U kunt vandaag nog mijn schoonzoon worden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Hij gaf zijn hovelingen de opdracht: `Praat eens vertrouwelijk met David en zegt hem: De koning is op u gesteld en al zijn hovelingen mogen u graag; u moet de schoonzoon van de koning worden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De hovelingen gaven hem dit te verstaan. Maar David zei: `Denkt u dat het zo gemakkelijk is de schoonzoon van de koning te worden? Ik ben maar een arme man van onaanzienlijke afkomst!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
En de hovelingen vertelden Saul wat David gezegd had.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Toen zei Saul: `Dit moet u tegen David zeggen: `De koning verlangt van u geen andere bruidsprijs dan honderd voorhuiden van Filistijnen, als bewijs dat wraak genomen is op de vijanden van de koning.' Saul rekende er namelijk op dat David zo in de handen van de Filistijnen zou vallen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen Sauls hovelingen dit voorstel aan David mededeelden, leek het hem mogelijk, zo de schoonzoon van de koning te worden. Voor de tijd verstreken was,
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
trok David met zijn mannen uit, doodde tweehonderd Filistijnen en bracht hun voorhuiden mee; daarmee voldeden zij aan de eis van de koning, zodat David de schoonzoon van de koning kon worden. En Saul gaf hem zijn dochter Mikal als vrouw.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Saul zag steeds meer dat Jahwe met David was. Mikal, de dochter van Saul, had David lief.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Saul werd nog bevreesder voor David en hij bleef David vijandig gezind altijddoor.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Telkens als de vorsten van de Filistijnen uitrukten en de dienaren van Saul met hen streden, had David meer succes dan de anderen. Zo werd zijn naam zeer beroemd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 18 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Saul deelde zijn zoon Jonatan en al zijn hovelingen mee dat hij David wilde doden. Jonatan, de zoon van Saul, die David bijzonder genegen was,
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
liet David weten: `Mijn vader Saul wil je doden. Wees morgenochtend op je hoede; zoek een schuilplaats en houd je verborgen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Ik ga dan de stad uit en kom met mijn vader in jouw nabijheid staan. Dan spreek ik met mijn vader over jou en wat ik te horen krijg laat ik je weten.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Jonatan pleitte dus voor David bij zijn vader Saul en zei tot hem: `Laat de koning zich niet vergrijpen aan zijn dienaar David. Hij heeft niets tegen u misdaan. Integendeel, wat hij gedaan heeft is u zeer voordelig geweest.
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Hij heeft zijn leven op het spel gezet; hij heeft de Filistijnen verslagen en Jahwe heeft heel Israël op grootse wijze bevrijd. U hebt het gezien en u hebt u erover verheugd. Waarom zoudt u zich dan vergrijpen aan onschuldig bloed en David zonder enige reden doden?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Saul luisterde naar Jonatan en zwoer: `Zowaar Jahwe leeft, David wordt niet gedood!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen riep Jonatan David en vertelde hem alles wat er gezegd was. Hij bracht David bij Saul en David diende hem weer zoals voorheen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar opnieuw brak de oorlog uit en David trok op om tegen de Filistijnen te strijden. Hij bracht hun een zware nederlaag toe en zij namen de vlucht.
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen maakte er een boze geest, door Jahwe gezonden, zich van Saul meester, terwijl die in zijn huis zat. Toen David op de citer speelde,
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
probeerde Saul hem met de lans die hij in zijn hand had aan de wand te steken, maar David ontweek hem, zodat de lans in de wand drong. Daarop nam David de vlucht en stelde zich die nacht in veiligheid.
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Maar Saul zond boden om het huis van David te bewaken en hem 's morgens te doden. Mikal, de vrouw van David, waarschuwde hem echter en zei: `Als je vannacht niet weet te ontkomen, word je morgen gedood.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Mikal liet David dus door het venster naar beneden; hij vluchtte weg en stelde zich in veiligheid.
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Daarop pakte Mikal de huisgoden en legde die op het bed; zij legde een vlechtsel van geitehaar op de plaats van het hoofd en spreidde er een deken over uit.
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen Saul dan boden zond om David gevangen te nemen, verklaarde zij: `Hij is ziek.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Maar Saul gaf de boden de opdracht David te zoeken en zei: `Breng hem met bed en al bij me; dan dood ik hem.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De boden gingen naar binnen, maar vonden de huisgoden in het bed en het vlechtsel van geitehaar op de plaats van het hoofd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen zei Saul tot Mikal: `Waarom heb je me zo bedrogen en mijn vijand laten ontsnappen?' Mikal gaf Saul ten antwoord: `Hij heeft tegen mij gezegd; Laat me gaan, of ik sla je dood.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
David was intussen gevlucht en had zich in veiligheid gesteld. Hij kwam bij Samuël in Rama en vertelde hem alles wat Saul hem aangedaan had. Daarop ging hij met Samuël heen en zij verbleven in Najot.
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen men Saul meldde dat David in Najot bij Rama was,
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
zond Saul boden om David gevangen te nemen. Dezen zagen daar de groep profeten in vervoering, met Samuël aan het hoofd, en de geest van God werd vaardig over de boden van Saul, zodat ook zij in vervoering raakten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen men dit aan Saul meldde, zond hij andere boden, maar ook dezen raakten in vervoering. En toen hij weer andere boden zond, een derde groep, raakten ook dezen in vervoering.
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Daarom ging hij zelf naar Rama. Toen hij bij de grote put in Seku gekomen was, vroeg hij: `Waar zijn Samuël en David?' Men antwoordde hem: `In Najot bij Rama.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Hij ging dus naar Najot bij Rama. Maar toen werd ook over hem de geest van God vaardig; in vervoering vervolgde hij zijn weg, tot hij in Najot bij Rama aankwam.
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Ook hij rukte zich de kleren van het lijf; ook hij was in vervoering, in het bijzijn van Samuël. Tenslotte zakte hij in elkaar en bleef heel die dag en heel die nacht naakt liggen. Daarom zegt men: `Is Saul ook al bij de profeten?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 19 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
David vluchtte weg uit Najot bij Rama. Hij kwam bij Jonatan en vroeg: `Wat heb ik toch gedaan?' Wat is mijn misdaad? Wat heb ik tegenover je vader misdreven dat hij mij naar het leven staat?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij antwoordde hem: `Geen sprake van dat jij zou moeten sterven! Je weet dat mijn vader hoegenaamd niets doet of hij vertrouwt het mij toe. Waarom zou mijn vader dan dit voornemen voor mij verborgen houden? Geen sprake van!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar David hield vol en zei: `Je vader weet heel goed dat ik je genegenheid gewonnen heb en heeft dus gedacht: Jonatan mag dit niet weten; het zou hem pijn doen. Neen, zowaar Jahwe leeft en zowaar jij leeft: ik ben maar een stap van de dood verwijderd.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Jonatan vroeg david: `Wat wil je dat ik voor je doen zal?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen zei David tot Jonatan: `Morgen is het nieuwe maan en zou ik beslist met de koning moeten eten. Maar als je me verlof geeft, kan ik me tot overmorgen buiten de stad schuilhouden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Als je vader mij mist, moet je hem zeggen: David heeft mij dringend verlof gevraagd om naar Betlehem, zijn woonplaats, te gaan, omdat heel zijn familie daar het jaarlijks offer viert.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zegt hij dan dat het goed is, dan is je dienaar veilig, maar wordt hij kwaad, dan kun je er zeker van zijn dat mijn ondergang voor hem een uitgemaakte zaak is.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Blijf je dienaar trouw, want met een verbond in de naam van Jahwe heb je mij aan jezelf verbonden. Heb ik echter schuld, dan moet jij me doden. Maar lever mij niet uit aan je vader!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Jonatan antwoordde: `Geen denken aan! Als ik er zeker van was dat mijn vader je ondergang besloten had, dan zou ik het je beslist laten weten.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen vroeg David aan Jonatan: `Maar door wie en hoe laat je me weten of je vader harde woorden tegen je gesproken heeft?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarop zei Jonatan tot David: `Kom, laten we de stad uitgaan.' En samen gingen zij de stad uit.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Nu zei Jonatan tot David: `Jahwe, de God van Israël, is getuige dat ik morgen of overmorgen mijn vader zal uithoren. Staat het goed voor David en stuur ik je geen boodschap om jou ervan in kennis te stellen,
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
dan mogen Jahwe dit me Jonatan doen en nog erger. Is mijn vader van plan je kwaad te doen, dan stel ik je daarvan in kennis en geef ik je verlof, een veilig heenkomen te zoeken. Moge Jahwe met je zijn, zoals Hij met mijn vader is geweest.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Ben ik dan nog in leven, wees dan even trouw aan mij als Jahwe en laat mij niet sterven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Blijf ook aan mijn huis altijd je trouw tonen, ook wanneer Jahwe de vijanden van David van de aardbodem verdelgt.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen sloot Jonatan een verbond met het huis van david, ook voor het geval dat Jahwe Davids vijanden zou straffen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
En in zijn liefde voor David verklaarde Jonatan nogmaals onder ede dat hij David liefhad als zichzelf.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Nu zei Jonatan tot hem: `Morgen is het nieuwe maan en als jouw stoel leeg blijft zal dat opvallen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Kom dan overmorgen naar de plek waar je op die bewuste dag een schuilplaats hebt gevonden. Blijf in de buurt van de steen van het vertrek.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Dan zal ik doen alsof ik op een doel mik en er drie pijlen langs schieten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Vervolgens stuur ik de jongen om ze op te rapen. Zeg ik tegen hem: De pijlen liggen vlak bij je, raap ze maar op, dan kun je voor de dag komen, want dan ben je veilig en is er, zowaar Jahwe leeft, geen gevaar.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Maar zeg ik tegen de jongen: De pijlen liggen verder op, dan moet je vertrekken, want dan heeft Jahwe je weggezonden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
En wat onze overeenkomst betreft: Jahwe is voor altijd getuige tussen jou en mij.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
David hield zich dus buiten de stad schuil. Het werd nieuwe maan en de koning ging aan tafel voor de maaltijd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Hij zat op zijn gewone plaats, de plaats tegen de wand. Jonatan zat tegenover Saul en Abner naast hem, maar de plaats van David bleef leeg.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Die dag zei Saul er niets van; hij dacht: `Er zal hem iets overkomen zijn waardoor hij niet rein is; hij zal wel onrein zijn.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Maar toen de volgende dag, daags na de nieuwe maan, de plaats van David weer leeg bleef, vroeg Saul aan zijn zoon Jonatan: `Waarom is de zoon van Isaï gisteren en vandaag niet aan tafel gekomen?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Jonatan antwoordde: `David heeft mij dringend verlof gevraagd om naar Betlehem te gaan.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Hij zei: Wees zo goed mij te laten vertrekken, want wij vieren een familieoffer in de stad en mijn broer heeft mij ontboden. Bewijs mij een gunst en laat mij gaan; dan kan ik mijn broers bezoeken. Daarom is hij niet aan de tafel van de koning verschenen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Toen werd Saul woedend op Jonatan en hij zei tot hem: `Jij hoerenkind! Ik weet best dat jij het met de zoon van Isaï houdt, tot je eigen schande en tot schande van de schaamte van je moeder,
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
want zolang de zoon van Isaï levend op de aarde rondloopt, ben jij niet veilig en je koningschap evenmin. Vooruit, stuur hem bij me. Hij is ten dode opgeschreven.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Jonatan antwoordde zijn vader: `Waarom moet hij sterven? Wat heeft hij gedaan?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Maar Saul wierp zijn lans naar Jonatan om hem te doden. Toen wist Jonatan dat zijn vader vastbesloten was David te doden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Verontwaardigd stond hij van tafel op, en die tweede dag na de nieuwe maan at hij niet, omdat hij bedroefd was over David die door zijn vader beledigd was.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
De volgende morgen ging Jonatan de stad uit om David te ontmoeten; een kleine jongen ging met hem mee.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Hij zei tegen de jongen: `Vlug, raap de pijlen op die ik afschiet.' Terwijl de jongen vooruitliep, schoot Jonatan een pijl af, over hem heen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Toen de jongen bij de plek kwam waar de afgeschoten pijl moest liggen, riep Jonatan hem achterna.' De pijl ligt verderop.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Jonatan riep ook: `Vlug, schiet op, niet blijven staan!' Het knechtje van Jonatan raapte de pijl op en kwam ermee naar zijn meester.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
De jongen wist van niets; alleen Jonatan en David wisten waarom het ging.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Nu gaf Jonatan zijn wapens aan zijn knechtje en zei hem: `Vooruit, breng die naar de stad!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Toen de jongen weg was, kwam David voor de dag uit zijn schuilplaats bij de steen, wierp zich voorover op de grond en boog zich driemaal neer. Zij kusten elkaar en schreiden om elkaar, totdat David zich vermande.
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
En Jonatan zei tot David: `Ga in vrede, want bij de naam van Jahwe hebben wij elkaar gezworen: Jahwe zal voor altijd getuige zijn van het verbond tussen jou en mij, tussen mijn nageslacht en het jouwe.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 20 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen vertrok David en Jonatan keerde naar de stad terug.
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
David ging naar Nob, naar de priester Achimelek. Ontsteld kwam Achimelek David tegemoet en vroeg: `Waarom bent u alleen en is er niemand bij u?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
David antwoordde: `Ik heb een opdracht van de koning en hij heeft mij gezegd dat niemand ook maar iets mag weten van de zending waarmee hij mij belast heeft. Mijn knechten heb ik overigens daar en daar besteld.
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar zeg eens: Hebt u hier iets bij de hand? Geef mij dan vijf broden mee of wat er is.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De priester antwoordde: `Gewoon brood heb ik niet bij de hand, wel heilig brood. Als uw knechten maar niet bij vrouwen geweest zijn!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 5: 1
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
David antwoordde de priester: `Al is dit een profane tocht, op dit punt is hij toch heilig, want de omgang met vrouwen is ons onmogelijk geweest, zowel gisteren als eergisteren, toen ik uittrok, zodat de knechten heilig zijn in hun leden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen gaf de priester hem het heilige brood, want er was geen ander brood dan het toonbrood, dat op bepaalde dagen uit Jahwe's tegenwoordigheid wordt weggenomen en door vers brood wordt vervangen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Op diezelfde dag was daar ook een van Sauls hovelingen, die zich in Jahwe's tegenwoordigheid had afgezonderd. Het was de Edomiet Doeg en hij was opzichter over de herders van Saul.
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
David zei tot Achimelek: `Hebt u hier niet een lans of zwaard bij de hand? Ik heb niet eens mijn zwaard en mijn andere wapens mee kunnen nemen; zo dringend was de opdracht van de koning.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De priester antwoordde: `Ja, het zwaard van Goliat de Filistijn, die u in het Dal van de terebint verslagen hebt. Het staat daar achter de efod, in een doek gewikkeld. Dat kunt u meenemen als u wilt; een ander is er niet.' En David zei: `Er is ook geen beter; geef het maar.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
David ging toen voor Saul op de vlucht en hij kwam bij Akis, de koning van Gat.
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De hovelingen zeiden tot Akis: `Maar dat is David, de koning van het land! Dat is de man van wie ze in reidansen gezongen hebben: Bij duizenden sloeg Saul ze neer, maar David bij tienduizenden!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Deze woorden ontgingen David niet en hij werd zeer bevreesd voor Akis, de koning van Gat.
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Daarom veinsde hij krankzinnigheid en stelde zich, toen ze hem grepen, als een gek aan. Hij maakte krassen op de stadspoort en kwijlde in zijn baard.
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen zei Akis tot zijn hovelingen: `Jullie zien toch wel dat dit een waanzinnige is? Waarom brengen jullie hem bij me? Kom ik soms gekken te kort, dat jullie me die kerel gebracht hebben om bij mij te keer te gaan? Moet die in mijn huis?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 21 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
David ging daar weg en vond een veilig onderkomen in de grot van Adullam. Toen zijn broers en andere familieleden dit hoorden, kwamen zij naar hem toe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ook sloten zich allerlei lieden bij hem aan die in het nauw zaten of schulden hadden of verbitterd waren. David werd hun aanvoerder. Zo kwamen er ongeveer vierhonderd man bij hem.
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Vandaag ging David naar Mispe in Moab en hij vroeg de koning van Moab: `Kunnen mijn vader en moeder een onderkomen bij u krijgen, totdat ik weet wat God met mij voorheeft?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zo bracht hij ze onder bij de koning van Moab en zij bleven bij hem, zolang David zich in zijn schuilplaats verschanst hield.
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Maar de profeet Gad zei tot David: `Blijf niet in die schuilplaats, maar ga naar Juda.' Toen vertrok David naar het bos van Cheret.
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Het kwam Saul ter ore dat David en zijn mannen gezien waren. Saul zat toen onder de tamarisk op de heuvel in Rama, met zijn speer in de hand, en al zijn hovelingen stonden bij hem.
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Saul sprak tot hen: `Luistert eens, Benjaminieten! Gaat de zoon van Isaï soms ook aan jullie landerijen en wijngaarden geven, en gaat hij ook jullie aanstellen tot bevelhebbers over duizend en over honderd,
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
dat jullie met zijn allen tegen mij samenzweren? Niemand heeft mij gewaarschuwd dat mijn zoon een verbond sloot met de zoon van Isaï; niemand van jullie heeft zich om mij bekommerd en mij gewaarschuwd dat mijn zoon mijn knecht opstookte om mij te belagen, zoals nu wel duidelijk is.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen nam Doeg de Edomiet die bij de hovelingen van Saul stond, het woord en zei: `Ik heb gezien dat de zoon van Isaï in Nob kwam, bij Achimelek, de zoon van Achitub.
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Die heeft Jahwe voor hem geraadpleegd; die heeft hem proviand gegeven en die heeft hem ook het zwaard van Goliat de Filistijn gegeven.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De koning ontbood toen de priester Achimelek, de zoon van Achitub, met al zijn familieleden die priester waren in Nob; gezamenlijk kwamen zij bij de koning.
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Saul zei: `Zoon van Achitub, luister!' Deze antwoordde: `Spreek, heer!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen zei Saul: `Waarom hebt u met de zoon van Isaï tegen mij samengespannen? U hebt hem brood gegeven en een zwaard en u hebt God voor hem geraadpleegd. Daardoor kon hij tegen mij in opstand komen, zoals nu wel duidelijk is.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Achimelek antwoordde: 'Als iemand van uw hovelingen betrouwbaar is, dan is het toch David, de schoonzoon van de koning, het hoofd van uw lijfwacht, hoog geëerd in uw huis!
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
En het was toch niet de eerste keer dat ik God voor hem raadpleegde. Integendeel! Daar om moet de koning zijn dienaar niets ten laste leggen, en mijn familie evenmin, want uw dienaar wist niet het minste of geringste van dat alles af.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Maar de koning zei: `U zult sterven, Achimelek, u en uw hele familie!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
En de koning beval de soldaten van de lijfwacht die bij hem stonden: `Vooruit, doodt de priesters van Jahwe, want ook zij heulen met David; zij wisten dat hij op de vlucht was en ze hebben mij niet gewaarschuwd.' Maar de dienaren van de koning weigerden een hand uit te steken om de priesters van Jahwe neer te slaan.
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Daarom zei de koning tot Doeg de Edomiet: `Vooruit, dan jij; sla de priesters neer.' En Doeg de Edomiet trad naar voren en sloeg de priesters neer; hij doodde die dag vijfentachtig man, dragers van de linnen efod.
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Ook keerde hij zijn zwaard tegen Nob, de stad van de priesters; mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen, ezels en schapen joeg hij over de kling.
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Een zoon van Achimelek, de zoon van Achitub, wist echter te ontkomen en vluchtte naar David. Hij heette Abjatar.
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen Abjatar David vertelde dat Saul de priesters van Nob vermoord had,
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
zei David tot hem: `Toen ik merkte dat Doeg de Edomiet daar in Nob was, wist ik al dat hij het bij Saul zou aanbrengen. Ik ben dus aansprakelijk voor de dood van uw hele familie.
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Blijf bij mij en wees niet bevreesd, want dezelfde die u naar het leven staat, staat ook mij naar het leven. U staat onder mijn bescherming.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 22 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Er werd aan David bericht dat de Filistijnen Keila aanvielen en er de dorsvloeren leegroofden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen raadpleegde David Jahwe en vroeg: `Zal ik oprukken en die Filistijnen verslaan?' En Jahwe sprak tot David: `Ja, ruk op, versla de Filistijnen en ontzet Keila.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar de mannen van David zeiden tot hem: `Hier in Juda zitten we al in angst! Wat moet het dan worden als we naar Keila oprukken, waar de Filistijnen in slagorde staan?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Daarop raadpleegde David Jahwe opnieuw en Jahwe antwoordde hem: `Trek naar Keila: Ik lever de Filistijnen aan u over.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Nu rukte David met zijn mannen op naar Keila; hij bond de strijd aan met de Filistijnen, voerde hun vee weg en richtte een grote slachting onder hen aan. Zo bevrijdde David de inwoners van Keila.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Abjatar, de zoon van Achimelek, die naar David gevlucht was, kwam naar Keila met de efod bij zich.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen men Saul mededeelde dat David Keila binnengetrokken was, dacht hij: `God heeft hem aan mij overgeleverd, want door een stad met poorten en grendels binnen te trekken heeft hij zichzelf opgesloten.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Saul riep dus heel het volk ten strijde om naar Keila te trekken en david met zijn mannen te belegeren.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zodra David te weten kwam, welke boze plannen Saul tegen hem smeedde, zei hij tot de priester Abjatar: `Breng de efod hier.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
En David zei: `Jahwe, God van Israël, uw dienaar heeft vernomen dat Saul naar Keila wil komen en om mij te treffen de stad wil verwoesten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zal Saul oprukken, zoals uw dienaar vernomen heeft? Jahwe, God van Israël, geef uw dienaar toch antwoord!' En Jahwe antwoordde: `Ja, hij zal oprukken.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Daarna vroeg David: `Zullen de burgers van Keila mij en mijn mannen aan Saul uitleveren?' En Jahwe antwoordde: `Ja, dat zullen ze doen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
David en zijn mannen, ongeveer zeshonderd, verlieten toen Keila en trokken van de ene plaats naar de andere. Toen aan Saul gemeld werd dat David uit Keila ontsnapt was, zag hij van de veldtocht af.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
David verbleef in de woestijn, op moeilijk toegankelijke plaatsen. Hij hield zich op in het bergland in de woestijn van Zif. Saul zocht hem voortdurend, maar God liet David niet in zijn handen vallen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
David vernam dat Saul was uitgetrokken en het op zijn leven gemunt had; David was toen in de woestijn van Zif in de Choresa.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Jonatan, de zoon van Saul, begaf zich toen naar David in de Choresa en met een beroep op God sprak hij hem moed in.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Hij zei tot hem: `Wees niet bang; je zult mijn vader Saul niet in handen vallen. Jij zult koning worden over Israël en ik word de tweede man; ook mijn vader Saul weet dat maar al te goed.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Zij sloten samen een verbond ten overstaan van Jahwe. David bleef in de Choresa en Jonatan ging naar huis.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen gingen de Zifieten naar Saul in Gibea en zeiden: `Weet u dat David zich bij ons schuilhoudt op ontoegankelijke plaatsen in de Choresa, op de heuvel Chakila ten zuiden van de steppe?
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Welnu, als het de koning behaagt erheen te gaan, zullen wij zorgen dat David aan u wordt uitgeleverd.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Saul zei: `Weest gezegend door Jahwe, omdat u zo met mij meevoelt.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Doet nog eens navraag en probeert precies te achterhalen waar hij zich ophoudt en wie hem gezien heeft, want ze zeggen mij dat hij zeer listig te werk gaat.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Probeert vast te stellen, op welke schuilplaatsen hij zich verbergt en komt met betrouwbare gegevens bij mij terug. Dan ga ik met u mee. Als hij in het land is zal ik hem, onder alle geslachten van Israël proberen te vinden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zij vertrokken dus en gingen Saul voor naar Zif. David bevond zich toen met zijn mannen in de woestijn van Maon, in de Araba ten zuiden van de steppe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Toen aan David verteld werd dat Saul en zijn mannen hem zochten, trok hij weg naar de Rots en hield zich op in de woestijn van Maon. Saul vernam dit en hij ging op David af, in de woestijn van Maon.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Saul trok voort aan de ene kant van de berg, terwijl David zich met zijn mannen aan de andere kant bevond. David trachtte in allerijl aan Saul te ontkomen, maar reeds stonden Saul en zijn mannen op het punt, David en de zijnen te omsingelen en te grijpen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Op dat ogenblik kwam er bij Saul een bode die hem zei: `Kom onmiddellijk! De Filistijnen zijn het land binnengevallen!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Saul staakte toen de achtervolging van David en trok op de Filistijnen af. Daarom heet deze plaats de Rots van de scheiding.
Referenties naar alinea 1 Samuel 23 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
David trok vandaar weg en verbleef op moeilijk toegankelijke plaatsen bij Engedi.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen Saul van zijn veldtocht tegen de Filistijnen terugkeerde, werd hem verteld: `David zit in de woestijn van Engedi.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Nu koos Saul drieduizend uitgelezen manschappen uit heel Israël en hij ging op zoek naar David en zijn mannen, ten oosten van de Steenbokrotsen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Op zijn weg kwam hij bij de schaapskooien. Daar is een spelonk en Saul ging die binnen om zijn behoefte te doen. Maar achter in die spelonk zat David met zijn mannen!
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De mannen zeiden tot David: `Dit is het ogenblik dat Jahwe bedoelde toen hij u zei: `Ik lever uw vijand aan u over. Doe met hem wat u wilt.' Toen stond David op en zonder dat Saul iets merkte sneed hij een slip van diens mantel af.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Daarna zei David, wiens hart al bonsde omdat hij de slip van Sauls mantel had afgesneden,
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
tot zijn mannen: `Jahwe beware mij ervoor dat ik mij zou vergrijpen aan mijn heer, de gezalfde van Jahwe, dat ik de hand zou slaan aan hem die de gezalfde van Jahwe is.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 7: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Met deze woorden hield David zijn mannen in bedwang en liet niet toe dat zij zich op Saul wierpen. Intussen was Saul opgestaan; hij verliet de spelonk om zijn weg te vervolgen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen ging ook David de spelonk uit en riep Saul na: `Mijn heer en koning!' Saul keek om en David boog zich neer tot op de grond om hem zijn hulde te betuigen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Hij zei tot Saul: `Waarom luistert u toch naar de praatjes van de mensen als zou David uw ongeluk willen? U ziet nu met uw eigen ogen dat Jahwe u in de spelonk aan mij had overgeleverd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Ze wilden u doden, maar ik heb u gespaard en gezegd: Ik vergrijp mij niet aan mijn heer, want hij is de gezalfde van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 11: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Kijk, mijn vader, kijk naar de slip van uw mantel die ik in mijn hand heb. Dat ik de slip van uw mantel heb kunnen afsnijden en u niet heb gedood moet voor u toch een duidelijk bewijs zijn dat ik geen boze of opstandige bedoelingen heb. Ik heb niets tegen u misdaan en toch hebt u het op mijn leven gemunt.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Jahwe moge oordelen, wie van ons beiden in zijn recht staat, en Jahwe moge mij wreken op u; ik zal de hand niet aan u slaan.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Het oude spreekwoord zegt: Van boosheid gaat boosheid uit. Ik zal niet de hand aan u slaan.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Tegen wie trekt de koning van Israël eigenlijk uit? Achter wie zit u eigenlijk aan? Het gaat toch maar om een dode hond, om een vlo! Jahwe zal rechter zijn en oordelen, wie van ons beiden in zijn recht staat;
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hij moge toezien, mijn zaak verdedigen en mij recht verschaffen tegen u.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen David dit gezegd had, riep Saul: `Is dat jouw stem, mijn zoon David?' En Saul begon luid te schreien.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
En hij zei tot David: `Jij bent rechtschapen, ik niet, want terwijl ik jou kwaad doe, behandel jij mij goed.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Vandaag heb je getoond dat je het goed met me voorhebt. Jahwe had mij aan jou overgeleverd en toch heb je me niet gedood.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Wie laat ooit zijn vijand ongedeerd heengaan, als hij hem in handen krijgt? Jahwe zal je belonen om hetgeen je vandaag voor mij gedaan hebt.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Nu weet ik dat jij koning wordt en dat de koninklijke macht over Israël in jouw handen zal blijven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Welnu, zweer mij dan bij Jahwe dat je mijn nageslacht niet zult uitroeien en mijn naam niet zult doen verdwijnen uit het huis van mijn vader.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
David zwoer de eed die Saul van hem vroeg. Toen ging Saul naar huis; David en zijn mannen trokken naar hun schuilplaats.
Referenties naar alinea 1 Samuel 24 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Samuël stierf. Alle Israëlieten kwamen bijeen voor de rouwklacht en begroeven hem in zijn huis in Rama. David daalde af naar de woestijn van Paran.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In Maon woonde iemand die in Karmel zijn bedrijf had. Hij was een zeer vermogend man: hij bezat drieduizend schapen en duizend geiten. Bij gelegenheid van het scheren van de schapen bevond hij zich in Karmel.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De man heette Nabal; zijn vrouw Abigail. De vrouw was schrander en mooi, maar de man, een Kalebiet, was een hardvochtige schurk.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
David vernam in de woestijn dat Nabal zijn schapen aan het scheren was.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Hij gaf zijn mannen de opdracht: `Ga naar Karmel, naar Nabal, groet hem namens mij
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
en zeg: Zo spreekt David tot zijn broeder: Hoe gaat het met u, met uw gezin en met alles wat u toebehoort?
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ik hoorde dat ze bij u aan het scheren zijn. U weet dat uw herders bij ons in de buurt zijn geweest; wij hebben hen niet gehinderd en nooit hebben zij ook maar iets vermist, zolang ze in Karmel waren;
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
vraag het uw knechten en zij zullen het u bevestigen. Laat daarom mijn mannen een goed onthaal bij u vinden, nu wij op zo'n gunstig ogenblik komen, en geef uw dienaren en uw zoon David wat u bij de hand hebt.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen de mannen bij Nabal gekomen waren, spraken zij hem namens David toe zoals hun gezegd was, en wachtten af.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Maar Nabal antwoordde de dienaren van David: `Wie is die David? Wie is die zoon van Isaï? Het wemelt tegenwoordig van knechten die bij hun meester weggelopen zijn.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Moet ik soms mijn brood en mijn water en de beesten die ik voor mijn scheerders geslacht heb, weggeven aan lieden, van wie ik niet eens weet waar ze vandaan komen?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De mannen van david maakten dus rechtsomkeert; zij kwamen bij David terug en vertelden hoe ze ontvangen waren.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen zei David tot zijn mannen: `Laat iedereen zijn zwaard aangorden.' En iedereen gordde zijn zwaard aan. Ook David gordde zijn zwaard aan. Vierhonderd man trokken met David op, tweehonderd bleven er bij de legertros.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Intussen had een van de knechten aan Abigail, de vrouw van Nabal, verteld: `David heeft uit de woestijn boden gezonden om onze heer te begroeten, maar die is tegen hem uitgevaren.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toch zijn die mannen bijzonder goed voor ons geweest. Zolang wij daarbuiten in hun buurt waren en op en neer trokken, hebben wij geen hinder van hen ondervonden en nooit iets vermist.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Zij waren als een muur om ons heen, dag en nacht, al de tijd dat wij in hun nabijheid de schapen hoedden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Denk eens na en zie wat u doen kunt: een zekere ondergang wacht onze heer en heel zijn huis! Hij zelf is een onverlaat en met hem valt niet te praten.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen liet Abigail in aller ijl tweehonderd broden, twee zakken wijn, vijf toebereide schapen, vijf schepel geroosterde graankorrels, honderd rozijnkoeken en tweehonderd klompen vijgen
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
op ezels laden en zei tot haar knechten: `Gaat voor mij uit: ik kom zelf achter u aan.' Aan haar man Nabal vertelde zij niets.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen zij, gezeten op haar ezel, door een bergkloof reed, zag zij David en zijn mannen in haar richting naar beneden komen; zo ontmoetten zij elkaar.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
David had gezegd: `Heb ik daarvoor op het bezit van die kerel in de woestijn gepast? Van al wat hem toebehoort is er nooit iets vermist, en nu vergeldt hij mij goed met kwaad.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
God mag dit en dat doen met de vijanden van David, en nog erger, als ik morgenvroeg van al de zijnen ook maar een manspersoon in leven heb gelaten.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Toen Abigail David zag, liet zij zich haastig van haar ezel glijden, boog zich voor David tot op de grond en bracht hem haar hulde.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zij viel hem te voet en zei: `Het is mijn schuld, heer. Vergun uw dienares tot u te spreken en luister naar wat zij u te zeggen heeft.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Laat mijn heer zich toch niet storen aan die onverlaat van een Nabal, want hij is zoals hij heet: Nabal is zijn naam en een dwaas is hij. Maar ik, uw dienares, ik heb de knechten die mijn heer gestuurd heeft niet gezien.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Welnu, mijn heer, zowaar u leeft en zowaar Jahwe leeft, Hij die verhoed heeft dat u bloedschuld op u laadt door het recht in eigen hand te nemen: moge het lot van Nabal uw vijanden treffen en allen die mijn heer kwaad willen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Laat deze goede gaven, die uw dienaren voor mijn heer heeft meegebracht, overhandigen aan de mannen die mijn heer op zijn tochten vergezellen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Vergeef toch de nalatigheid van uw dienares. Jahwe zal voor mijn heer een duurzaam huis bouwen en in stand houden, want mijn heer voert de oorlogen van Jahwe, en er zal bij u geen spoor van kwaad te vinden zijn, zolang u leeft.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Mocht er ooit iemand zijn die u vervolgt en naar het leven staat, dan zal mijn heer geborgen zijn in de beurs van het leven, en Jahwe uw God zal uw vijanden wegslingeren als een steen uit de holte van de slinger.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
En als Jahwe al het goede dat Hij aan mijn heer beloofd heeft gaat voltrekken, en u aanstelt als vorst van Israël,
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
dan mag mijn heer nooit reden hebben tot zelfverwijt of wroeging, omdat hij nodeloos bloed heeft vergoten en het recht in eigen hand heeft genomen. En wanneer jahwe mijn heer eenmaal voorgoed heeft geschonken, wees dan uw dienares indachtig.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Toen zei David tot Abigail: `Gezegend zij Jahwe, de God van Israël, die u vandaag op mijn weg heeft gezonden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Gezegend uw schranderheid en gezegend uzelf, omdat u mij belet hebt, bloedschuld op mij te laden door het recht in eigen hand te nemen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Maar weet wel: zowaar Jahwe leeft, de God van Israël, die mij ervoor behoed heeft u kwaad te doen: was u niet zo vlug naar mij toegekomen, dan was er morgenochtend bij Nabal geen manspersoon meer in leven geweest.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Toen nam David haar gaven in ontvangst en zei tot haar: `Ga in vrede naar huis; ik voldoe aan uw verzoek en ik ben u terwille.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Bij haar thuiskomst zag Abigail dat Nabal een vorstelijk feestmaal had aangericht. Daar Nabal vrolijk en zwaar beschonken was, repte zij met geen woord over het gebeurde en wachtte tot de volgende morgen aanbrak.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
De volgende morgen, toen Nabal zijn roes had uitgeslapen, vertelde zijn vrouw hem wat zij gedaan had. Zijn hart stokte en hij werd als een steen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Een dag of tien later sloeg Jahwe Nabal en hij stierf.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Toen David vernam dat Nabal dood was, zei hij: `Gezegend zij Jahwe, die het voor mij heeft opgenomen en de smaad mij door Nabal aangedaan, op hem gewroken heeft! Jahwe heeft zijn dienaar van een misstap weerhouden en Hij heeft Nabals wandaad op zijn eigen hoofd doen neerkomen.' David zond boden naar Abigail om haar mee te delen dat hij haar tot vrouw wilde nemen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
De dienaren van David gingen dus naar Abigail in Karmel en zeiden haar: `David heeft ons naar u toe gezonden, want hij wil u tot vrouw nemen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Zij stond op, boog zich neer tot op de grond en antwoordde: `Zie, uw dienares wil de slavin zijn die de dienaren van mijn meester de voeten wast.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Abigail maakte zich aanstonds gereed, ging op haar ezel zitten en volgde, vergezeld voor haar vijf dienaressen, de boden van David. Zo werd Abigail zijn vrouw.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
David was al gehuwd met Achinoam uit Jizreël; zij waren beiden Davids vrouw.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Saul had zijn dochter Mikal, de vrouw van David, aan Palti gegeven, de zoon van Lais uit Gallim.
Referenties naar alinea 1 Samuel 25 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De Zifieten begaven zich naar Saul in Gibea en zeiden: `Weet u dat David zich schuilhoudt op de heuvel Chakila ten oosten van de wildernis?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen begaf Saul zich met drieduizend uitgelezen Isralieten op weg naar de woestijn van Zif om David daar te zoeken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Boven op de heuvel Chakila die oostelijk van de wildernis ligt, aan de weg, sloeg Saul zijn kamp op. David, die zich daar in de woestijn ophield, bemerkte dat Saul hem tot in de woestijn gevolgd was.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen zond David verspieders uit en kwam precies te weten, waar Saul was aangekomen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
David begaf zich op weg en kwam bij de plaats waar Saul gelegerd was. David wist te achterhalen, waar Saul met Abner, de zoon van Ner, de legeroverste van Saul, gelegerd was: hij lag in het wagenkamp, terwijl het volk er in een kring omheen was gelegerd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
David zei tot Achimelek, de Hethiet, en Abisai, de zoon van Seruja en broer van Joab: `Wie gaat er met mij mee naar Saul in de legerplaats?' Abisai antwoordde: `Ik ga mee.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
David en Abisai kwamen in de nacht bij het leger aan en daar lag Saul in het wagenkamp te slapen. Zijn lans stond bij zijn hoofdeinde in de grond gestoken; Abner en zijn mannen lagen in een kring om hem heen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen zei Abisai tot David: `Nu levert God uw vijand aan u over. Laat mij hem met zijn eigen lans aan de grond priemen! Een stoot! Meer is niet nodig!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar David zei tot Abisai: `Neen, dood hem niet! Wie slaat ongestraft de hand aan de gezalfde van Jahwe?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 9: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
David zei: `Zowaar Jahwe leeft: Jahwe zal hem slaan, hetzij dat zijn dag komt en hij sterft, hetzij dat hij ten strijde trekt en weggerukt wordt.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Jahwe behoede mij ervoor, dat ik de hand zou slaan aan de gezalfde van Jahwe! Maar pak de lans die aan zijn hoofdeinde staat en de waterkruik, en laten we ons dan terugtrekken.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
David nam de lans en de waterkruik van het hoofdeinde van Saul weg en zij trokken zich terug. Niemand zag het, niemand merkte iets, niemand werd wakker; iedereen sliep door, want Jahwe had hen in een diepe slaap gedompeld.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen David aan de overkant gekomen was, ging hij ver weg op de top van een berg staan, zodat er een grote afstand tussen hen was.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Vandaar riep David tot het leger en tot Abner, de zoon van Ner: `Geef eens antwoord, Abner!' Abner riep terug: `Wie ben jij daar die de koning roept?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Daarop riep David tot Abner: `Jij bent toch een kerel die in Israël zijns gelijke niet heeft? Waarom heb jij dan je heer en koning niet bewaakt? Er is iemand geweest om je heer en koning te doden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Je hebt je niet gedragen zoals het behoort. Zowaar Jahwe leeft: jullie verdienen de dood, omdat jullie je heer, de gezalfde van Jahwe niet bewaakt hebt. Kijk maar eens waar de lans van de koning is, en de waterkruik, die aan zijn hoofdeind stonden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 16: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Saul herkende de stem van David en zei: `Ben jij dat, mijn zoon?' David antwoordde: `Ja, heer koning.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
David zei: `Waarom vervolgt mijn heer zijn dienaar? Wat heb ik toch gedaan en wat voor kwaad heb ik bedreven?
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Laat mijn heer en koning toch luisteren naar zijn dienaar. Als het Jahwe is die u tegen mij opzet: Hij laat zich verzoenen door de geur van een offer. Maar als het mensen zijn, dan moge Jahwe hen vervloeken, omdat ze mij verjaagd hebben, mij nu buiten Jahwe's land houden en zeggen: Ga meer andere goden dienen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Neen, laat mijn bloed niet ongestraft vergoten worden, ver van het aanschijn van Jahwe, nu de koning van Israël is uitgetrokken om een vlo te zoeken, nu hij op een patrijs jaagt in de bergen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen zei Saul: `Ik heb verkeerd gedaan. Kom terug, mijn zoon David: ik zal je geen kwaad meer doen, omdat je vandaag zoveel eerbied voor mijn leven hebt getoond. Ja, ik heb als een dwaas gehandeld en mij zwaar misdragen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
David antwoordde: `Hier is uw lans, koning, laat een van uw mannen hem maar komen halen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Jahwe zal ieders rechtschapenheid en trouw vergelden. Jahwe had u vandaag aan mij overgeleverd, maar ik heb de hand niet willen slaan aan zijn gezalfde.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zoals ik vandaag uw leven kostbaar geacht heb, zo moge Jahwe mijn leven kostbaar achten en moge Hij mij bevrijde n uit alle gevaar.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
En Saul zei tot David: `Gezegend ben je, mijn zoon David; veel zul je doen en tot veel in staat zijn.' Toen ging David weg en Saul keerde terug naar zijn woonplaats.
Referenties naar alinea 1 Samuel 26 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
David echter dacht bij zichzelf: `Vandaag of morgen val ik toch nog in de handen van Saul. Er zit voor mij niets anders op dan mijn toevlucht te zoeken in het land van de Filistijnen. Dan geeft Saul het wel op, nog langer heel het gebied van Israël naar mij af te zoeken; dan ben ik aan zijn greep ontkomen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 27 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
David trok dus met zijn zeshonderd mannen naar Akis, de zoon van Maok en koning van Gat.
Referenties naar alinea 1 Samuel 27 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Zo vestigde David zich met zijn mannen bij Akis in Gat, ieder met zijn gezin, en David met zijn twee vrouwen: Achinoam uit Jizreël en Abigail, de vrouw van Nabal uit Karmel.
Referenties naar alinea 1 Samuel 27 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen men Saul vertelde dat David naar Gat gevlucht was, zocht hij niet langer naar hem.
Referenties naar alinea 1 Samuel 27 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Nu zei David tot Akis: `Wees zo goed ervoor te zorgen dat men mij een woonplaats aanwijst in een van de steden in de provincie. Waarom zou uw dienaar bij u in de koningsstad wonen?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 27 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Akis gaf hem toen Siklag; daarom is Siklag tot op de huidige dag in het bezit van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 1 Samuel 27 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
David verbleef op Filistijnse bodem gedurende een jaar en vier maanden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 27 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hij trok er met zijn mannen op uit en zij deden overvallen op de Gesurieten, de Gizrieten en de Amalekieten; het waren immers deze stammen die van oudsher het gebied bewoonden dat zich uitstrekt in de richting van Sur tot aan Egypte toe.
Referenties naar alinea 1 Samuel 27 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Als David in die streek ergens toesloeg, liet hij geen man of vrouw in leven, maar de schapen, runderen, ezels, kamelen en kledingstukken maakte hij buit, keerde daarmee terug en meldde zich bij Akis.
Referenties naar alinea 1 Samuel 27 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Als Akis dan vroeg, waar ze dit maal een overval gedaan hadden, zei David: `In de Negeb van Juda,' of: `In de Negeb van de Jerachmeelieten,' of: `In de Negeb van de Kenieten'.
Referenties naar alinea 1 Samuel 27 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
David liet geen man of vrouw in leven, want hij wilde ze niet naar Gat brengen omdat hij vreesde dat ze hem zouden verraden en zouden vertellen wat hij gedaan had. Zo ging David te werk, zolang hij op Filistijnse bodem verbleef.
Referenties naar alinea 1 Samuel 27 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Daarom kreeg Akis vertrouwen in David; hij dacht namelijk: `Bij zijn eigen volk in Israël heeft hij het nu verbruid; hij blijft voortaan mijn dienaar.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 27 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen de Filistijnen in die dagen hun troepen op de been brachten om oorlog te voeren tegen de Israëlieten, zei Akis tot David: `Weet wel dat u en uw mannen met mij te velde moeten trekken.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
David antwoordde: `Goed, u zult eens zien wat uw dienaar gaat doen.' En Akis zei tot David: `Uitstekend! Dan stel ik u voor altijd als mijn lijfwacht aan.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Samuël was gestorven en de Israëlieten hadden over hem de rouwklacht gehouden en hem begraven in zijn vaderstad Rama. Saul had de dodenbezweerders en waarzeggers uit het land verdreven.
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De Filistijnen brachten dus hun troepen op de been, trokken het land binnen en sloegen hun kamp op bij Sunem. Saul bracht de Israëlieten op de been en zij legerden zich op de Gilboa.
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen Saul het leger van de Filistijnen zag, sloeg de schrik hem om het hart.
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij raadpleegde Jahwe, maar Jahwe gaf hem geen antwoord, noch door dromen, noch door de oerim, noch door de profeten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen zei Saul tot zijn hovelingen: `Zoekt mij een vrouw die macht heeft over de schimmen van de doden; dan ga ik haar raadplegen.' De hovelingen antwoordden: `In Endor woont een vrouw die macht heeft over de schimmen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Saul maakte zich onherkenbaar door andere kleren aan de trekken en ging zo met twee mannen op weg. In de nacht kwamen zij bij de vrouw aan en hij zei: `U moet voor mij een schim raadplegen; roep de geest op van degene die ik u zal noemen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De vrouw antwoordde: `U weet toch wel wat Saul gedaan heeft? Hij heeft immers het land van dodenbezweerders en waarzeggers gezuiverd. Waarom probeert u mij in de val te lokken en mij zo de dood in te jagen?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen zwoer Saul haar bij Jahwe en zei: `Zowaar Jahwe leeft: u zult hier niet voor gestraft worden.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarop vroeg de vrouw: `Wie moet ik voor u oproepen?' Saul antwoordde: `Roep Samuël voor mij op.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen de vrouw Samuël zag, begon ze luid te gillen en zei tot Saul: `Waarom hebt u mij bedrogen? U bent Saul zelf!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De koning antwoordde: `Wees maar niet bang; wat ziet u?' Ze antwoordde: `Ik zie een goddelijk wezen uit de aarde oprijzen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Saul vroeg haar: `Hoe ziet het er uit?' Zij antwoordde: `Het is een oude man, in een mantel gehuld.' Toen wist Saul zeker dat het Samuël was; hij maakte een diepe buiging tot op de grond.
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Samuël sprak tot Saul: `Waarom stoort u mij door mij op te roepen?' Saul antwoordde: `Ik ben ten einde raad; de Filistijnen voeren oorlog tegen mij en God heeft zich van mij afgewend; Hij antwoordt mij niet meer, noch door profeten, noch door dromen. Daarom heb ik u opgeroepen om mij kenbaar te maken wat ik doen moet.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen zei Samuël: `Maar waarom ondervraagt u mij, als Jahwe zich van u heeft afgewend en uw vijand is geworden?
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Jahwe brengt nu ten uitvoer wat Hij door mij voorzegd heeft: Hij ontrukt u het koningschap en geeft het aan die ander, aan David.
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
U hebt niet geluisterd naar het bevel van Jahwe, en zijn gloeiende toorn niet op Amalek doen neerkomen; daarom laat Jahwe nu dit alles op u neerkomen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Jahwe zal met u ook Israël aan de Filistijnen overleveren. Morgen zult u samen met uw zonen bij mij zijn en Jahwe zal ook het legerkamp van Israël aan de Filistijnen overleveren.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 19: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Saul schrok zo van de woorden van Samuël dat hij languit tegen de grond sloeg. Hij was ook aan het einde van zijn krachten, want de hele dag en de hele nacht had hij niets gegeten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De vrouw kwam naar Saul toe en zag dat hij volkomen overstuur was. Ze zei tot hem: `Kom, uw dienares heeft naar u geluisterd; ik heb mijn leven op het spel gezet en geluisterd naar wat u mij zei:
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Luister nu zelf ook naar uw dienares. Laat mij u een stuk brood voorzetten. Eet dat op; dan bent u weer in staat, uw weg te vervolgen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Maar hij weigerde en zei: `Neen, ik eet niet.' Pas toen de hovelingen en ook de vrouw bij hem aandrongen, gaf hij toe; hij kwam overeind en ging op de rustbank zitten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De vrouw had een mestkalf op stal staan en haastte zich dat te slachten. Zij haalde meel, maakte deeg en bakte er ongezuurde broden van.
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Dat alles zette zij Saul en zijn hovelingen voor. Toen ze gegeten hadden, stonden ze op en gingen nog dezelfde nacht heen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 28 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De Filistijnen brachten al hun troepen op de been te Afek, terwijl de Israëlieten gelegerd waren bij de bron te Jizreël.
Referenties naar alinea 1 Samuel 29 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Tijdens het defil‚ van de stadsvorsten van de Filistijnen, aan het hoofd van hun afdelingen van honderd en duizend, liepen David en zijn mannen met Akis achteraan.
Referenties naar alinea 1 Samuel 29 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De aanvoerders van de Filistijnen vroegen: `Wat doen die Hebreeërs hier?' Akis antwoordde hun: `Dat is toch David, de hoveling van koning Saul van Israël, die al sinds jaar en dag bij mij is! Vanaf de dag dat hij overgelopen is tot op heden heb ik niets op hem aan te merken gehad.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 29 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar de aanvoerders van de Filistijnen beten hem woedend toe: `Stuur die man terug naar de woonplaats die u hem aangewezen hebt. Geen sprake van dat hij met ons ten strijde trekt! Hij zou zich in het gevecht tegen ons kunnen keren. Waarmee zou die kerel bij zijn meester beter in de gunst kunnen komen dan met onze hoofden?
Referenties naar alinea 1 Samuel 29 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Het is toch diezelfde David, over wie ze in reidansen gezongen hebben: Bij duizenden sloeg Saul ze neer, maar David bij tienduizenden?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 29 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen riep Akis David bij zich en zei tot hem: `Zowaar Jahwe leeft, u bent een eerlijk man en ik stel er prijs op dat u in alles met mijn leger meedoet, want vanaf de dag dat u bij me gekomen bent tot op heden heb ik niets op u aan te merken gehad. Maar de stadsvorsten mogen u niet.
Referenties naar alinea 1 Samuel 29 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ga dus in vrede naar huis terug; dan geeft u de stadsvorsten van de Filistijnen geen aanstoot.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 29 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar David zei tot Akis: `Wat heb ik misdaan? Wat hebt u, sinds ik in uw dienst kwam, tot op heden toe aan te merken gehad op uw dienaar, dat ik niet mee ten strijde mag trekken tegen de vijanden van mijn heer en koning?'
Referenties naar alinea 1 Samuel 29 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Akis antwoordde: `Ik weet wel dat ik u zeer waardeer, als wat u een engel van God. Maar de aanvoerders van de Filistijnen hebben nu eenmaal gezegd dat u niet met ons ten strijde mag trekken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 29 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Maak u morgen vroeg gereed, met de dienaren van uw heer die met u gekomen zijn; morgenvroeg moet u zich klaarmaken en met het daglicht vertrekken.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 29 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
David maakte zich dus vroeg in de ochtend met zijn manschappen gereed om naar het land van de Filistijnen terug te keren. De Filistijnen rukten op naar Jizreël.
Referenties naar alinea 1 Samuel 29 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Drie dagen later kwamen David en zijn manschappen in Siklag aan. Inmiddels hadden de Amalekieten een tocht ondernomen tegen de Negeb en tegen Siklag. Ze hadden Siklag overvallen en in brand gestoken;
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ze hadden er alle vrouwen, jong en oud, gevangen genomen. Ze hadden niemand gedood, maar toen ze wegtrokken alles meegevoerd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen David en zijn mannen bij Siklag kwamen, lag de stad platgebrand en waren hun vrouwen met hun zonen en dochters als gevangenen weggevoerd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
David en zijn mannen barstten in tranen uit en schreiden tot ze geen kracht om te schreien meer over hadden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Ook de twee vrouwen van David waren gevangen genomen: Achinoam uit Jizreël, en Abigail, de vrouw van Nabal uit Karmel.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
David was ten einde raad; de mannen waren zo verbitterd om het verlies van hun zonen en dochters dat ze hem wilden stenigen. Maar David vermande zich in vertrouwen op Jahwe zijn God
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
en zei tot de priester Abjatar, de zoon van Achimelek; `Breng mij de efod.' En Abjatar bracht de efod bij David.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Daarop vroeg David aan Jahwe: `Zal ik achter die bende aangaan? Haal ik ze nog in?' Jahwe antwoordde: `Ga hen achterna; ge zult ze inhalen en alles weer terugkrijgen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Dus ging David op weg, met zijn zeshonderd man. De rest bleef achter. Toen ze bij de beek Besor gekomen waren,
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
zette David met vierhonderd man de achtervolging voort; tweehonderd man waren te vermoeid om de beek Besor over te steken en zij bleven achter.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Onderweg troffen ze ergens een Egyptenaar aan en brachten hem bij David. Ze gaven hem brood te eten en lieten hem water drinken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Ook geven ze hem een plak samengeperste vijgen en twee rozijnenkoeken. Toen hij gegeten had, keerden zijn krachten terug; hij had drie dagen en drie nachten niets gegeten of gedronken.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Daarop vroeg David hem: `Van wie bent u en waar komt u vandaan?' Hij antwoordde: `Ik ben een Egyptenaar, slaaf van een Amalekiet; mijn meester heeft mij drie dagen geleden aan mijn lot overgelaten, omdat ik ziek werd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Wij hadden een inval gedaan in de Negeb van de Keretieten, in het gebied van Juda en in de Negeb van Kaleb en daarbij Siklag in brand gestoken.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
David vroeg hem: `Wil je ons de weg wijzen naar die bende?' De slaaf antwoordde: `Als u mij bij God zweert dat u mij niet zult doden of uitleveren aan mijn meester, dan zal ik u de weg wijzen naar die bende.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hij bracht hem bij de Amalekieten. Die lagen her en der verspreid te eten en te drinken en deden zich te goed aan de geweldige buit die ze uit het land van de Filistijnen en uit Juda hadden meegenomen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Van de schemering tot de avond van de volgende dag bleef David op hen inslaan. Geen Amalekiet ontkwam, behalve vierhonderd jonge mannen die op hun kamelen sprongen en ontsnapten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Alles wat de Amalekieten meegenomen hadden kreeg David weer in handen; ook zijn beide vrouwen bevrijdde hij:
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
geen mens, jong of oud, geen zoon of dochter werd hun gelaten; de hele buit, alles wat ze geroofd hadden, bracht David terug.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Hij legde beslag op al de schapen en runderen; ze dreven die voor de tros uit en zeiden: `Dit is de buit van David!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen David weer terugkwam bij de tweehonderd mannen die te vermoeid waren geweest om mee te gaan en die hij bij de beek Besor had achtergelaten, liepen die hem en zijn mannen tegemoet. David trad op hen toe en vroeg hoe zij het maakten.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Maar de boeven en booswichten onder de mannen die met David waren meegegaan begonnen te mopperen: `Die zijn toch niet met ons mee geweest! Ze krijgen niets van de buit die wij bemachtigd hebben! Alleen hun vrouwen en kinderen!'
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Maar David zei: `Neen broeders, dat kan niet. Het gaat hier om een gave van Jahwe. Hij heeft ons beschermd en Hij heeft de bende die ons had aangevallen aan ons overgeleverd.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Dacht u dat iemand het met zo iets eens kon zijn? Het deel van wie bij de tros blijft. Ze moeten samen delen.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Zo is het sindsdien gebleven; David maakte het toen tot wet en recht in Israël en het geldt tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen David in Siklag teruggekomen was, zond hij aan de oudsten van Juda, die zijn vrienden waren, een gedeelte van de buit, met de boodschap: `Hier is voor u een geschenk; het is buitgemaakt op de vijanden van Jahwe.'
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Het waren de oudsten van Betuël, van Ramot in de Negeb, van Jattir,
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
van Aroer, van Sifmot, van Estemoa,
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
van Rakal, van de steden der Jerachmeelieten, van de steden der Kenieten,
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
van Chorma, van Bor-asan, van Atak,
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
van Hebron en van alle plaatsen waar David en zijn mannen rondgezworven hadden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 30 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De Filistijnen streden tegen Israël. De Israëlieten sloegen voor de Filistijnen op de vlucht en velen sneuvelden op het gebergte van Gilboa.
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De Filistijnen drongen door tot bij Saul en zijn zonen en doodden Jonatan, Abinadab en Malkisua, zonen van Saul.
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Nu kreeg Saul het zwaar te verduren. De boogschutters kregen hem onder schot en Saul was zo bevreesd voor hen
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
dat hij tot zijn wapendrager zei: `Trek je zwaard en doorsteek mij; anders gaan die onbesnedenen mij doorboren en de spot met mij drijven!' Maar zijn wapendrager wilde dat niet doen. Daarop nam Saul zelf het zwaard en stortte zich erin.
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen de wapendrager zag dat Saul dood was, stortte ook hij zich in zijn zwaard en stierf met hem.
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zo stierven op een en dezelfde dag Saul, zijn drie zonen, zijn wapendrager en ook al zijn mannen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen de Israëlieten aan de overzijde van de vlakte en aan de overzijde van de Jordaan zagen dat het leger van Israël op de vlucht was geslagen en dat Saul en zijn zonen gestorven waren, verlieten ze de steden en namen de vlucht. Daarop kwamen de Filistijnen en gingen in die steden wonen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen de Filistijnen de volgende dag de lijken kwamen plunderen; ze lagen in het bergland van Gilboa.
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ze sloegen hem het hoofd af, trokken hem zijn wapenrusting uit en zonden in het land van de Filistijnen boden rond om in de tempels van hun afgoden en onder het volk het blijde nieuws te melden.
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Zijn wapenrusting legden ze neer in de tempel van Astarte en zijn lijk hingen ze aan de muur van Bet-san.
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen de inwoners van Jabes in Gilead vernamen wat de Filistijnen met Saul gedaan hadden,
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
trokken alle weerbare mannen uit; ze liepen de hele nacht door en haalden de lijken van Saul en zijn zonen van de muur van Bet-san weg. In Jabes teruggekomen,
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
verbrandden ze daar de lijken. Ze verzamelden de beenderen en begroeven die onder de tamarisk in Jabes. Daarna vastten ze gedurende zeven dagen.
Referenties naar alinea 1 Samuel 31 13: 1
Paenitemini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Na de dood van Saul gebeurde het volgende: David, die teruggekeerd was van zijn overwinning op de Amalekieten, was reeds twee dagen in Siklag,
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
toen daar op de derde dag een man aankwam, uit het legerkamp van Saul. Hij had zijn kleren gescheurd en aarde op zijn hoofd gestrooid. Bij David gekomen, boog hij zich neer tot op de grond en bracht hem zijn hulde.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
David vroeg hem: `Waar komt u vandaan?' Hij antwoordde: `Ik ben ontkomen uit het legerkamp van Israël.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Daarop vroeg David hem: `Wat is er dan gebeurd? Vertel het me.' Hij antwoordde: `Het leger heeft de strijd opgegeven en is op de vlucht geslagen. Velen van het volk zijn gesneuveld; ook Saul en zijn zoon Jonatan zijn dood.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen vroeg David de jongeman die hem dit verteld had: `Hoe weet je dat Saul en zijn zoon Jonatan dood zijn?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De jongeman die hem dit verteld had antwoordde: `Ik kwam toevallig in het Gilboagebergte, toen ik daar ineens Saul zag, steunend op zijn lans; wagens en ruiters stormden op hem af.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Hij keek om en toen hij mij zag, riep hij me. Ik antwoordde: Wat kan ik voor u doen?
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hij vroeg: Wie bent u? Ik antwoordde: Een Amalekiet.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen zei hij: Kom voor mij staan en dood mij, want ofschoon het leven nog in mij is, grijpt de doodskramp mij aan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ik trad op hem toe en doodde hem, omdat ik wist dat hij zijn val niet zou overleven. Toen heb ik de diadeem van zijn hoofd genomen en de armband van zijn arm; ik heb ze meegebracht voor mijn heer.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen greep David zijn kleed en scheurde het middendoor; dat deden ook al de mannen die bij hem waren.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Ze hielden de rouwklacht en weenden en vastten tot de avond over Saul en zijn zoon Jonatan, en over het volk van Jahwe, over Israël, omdat zij door het zwaard waren omgekomen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 12: 1
Paenitemini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
David vroeg de jongeman die hem dit verteld had: `Waar bent u vandaan?' Hij antwoordde: `Ik ben de zoon van een Amalekiet die hier als vreemdeling verbleef.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
David zei tot hem: `Hoe hebt u het gewaagd u te vergrijpen aan de gezalfde van Jahwe en hem te vermoorden?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen riep David een van zijn knechten en zei: `Kom hier, stoot die man neer!' De knecht stak hem neer en hij stierf.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
En David zei: `Uw bloed komt neer op uw eigen hoofd; u hebt uw eigen oordeel geveld door te zeggen: Ik ben degene die de gezalfde van Jahwe gedood heeft.' Saul en Jonatan
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen zong David dit klaaglied op Saul en zijn zoon Jonatan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Hij beval de Judeeërs dit lied te leren, het lied van de boog: het staat opgetekend in het Boek van de Rechtvaardige;
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Uw glorie, Israël, ging op uw hoogten te gronde. Hoe konden zij vallen, die helden?
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Gaat het niet melden in Gat, roept het niet om door de straten van Askelon, dat de dochters der Filistijnen zich niet verheugen, de dochters der onbesnedenen niet juichen!
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Bergen van Gilboa, geen dauw meer, geen regen op u, op die hooggelegen velden; daar werd het schild van de helden besmeurd, het schild van Saul, niet langer met olie gezalfd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Zonder het bloed van verslagenen, zonder het vet van helden keerde Jonatans boog nooit terug en het zwaard van Saul kwam nooit onverzadigd weerom.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Saul en Jonatan, zo geliefd, zo schoon, in leven en dood niet gescheiden, sneller dan arenden waren zij, sterker dan leeuwen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Dochters van Israël, treurt over Saul die in heerlijk purper u kleedde en die uw gewaden tooide met goud!
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Hoe konden zij vallen, die helden? Jonatan ligt op uw hoogten, geveld in het heetst van de strijd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Zwaar drukt mij jouw dood, mijn broeder Jonatan: jij was mij zo lief; jouw liefde verrukte mij meer dan de liefde van vrouwen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Hoe konden zij vallen, die helden: hoe konden die wapens vergaan?
Referenties naar alinea 2 Samuel 1 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Na dit alles vroeg David aan Jahwe: `Zal ik naar een van de steden van Juda gaan?' Jahwe antwoordde: `Ga.' En toen David vroeg: `Waarheen zal ik gaan?' antwoordde Jahwe: `Naar Hebron.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Daar ging David dus heen met zijn beide vrouwen, Achinoam uit Jizreël en Abigail, de vrouw van Nazabal, uit Karmel.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij liet de mannen die bij hem waren met hem meegaan, ieder met zijn gezin, en ze vestigden zich in de steden van Hebron.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen kwamen de Judeeërs daar samen en zij zalfden er David tot koning over Juda. Toen men David mededeelde: `Saul is begraven door de mannen van Jabes in Gilead.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
zond hij boden naar de mannen van Jabes in Gilead en liet hun zeggen: Weest gezegend door Jahwe, omdat u aan Saul, uw heer, deze liefdedienst hebt bewezen en hem begraven hebt.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Moge Jahwe u daarom zijn liefde en trouw bewijzen. Ook ik zal u mijn goedgunstigheid tonen, omdat u dit gedaan hebt.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Houdt goede moed en weest dappere mannen. Uw heer Saul is wel gestorven, maar de Judeeërs hebben mij nu tot hun koning gezalfd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Abner, de zoon van Ner en legeroverste van Saul, haalde Isboset, de zoon van Saul, maar Machanaim
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
en verhief hem tot koning over Gilead, over de Asurieten en over Jizreël, over Efraïm en over Benjamin, dus over geheel Israël.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Isboset, de zoon van Saul, was veertig jaar toen hij koning werd over Israël en hij regeerde twee jaar. Achter David stond alleen de stam Juda.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Gedurende zeven jaar en zes maanden was David te Hebron koning over de stam Juda.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Abner, de zoon van Ner, trok met de dienaren van Isboset, de zoon van Saul, van Machanaim naar Gibeon.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Joab, de zoon van Seruja, was op weg gegaan met de dienaren van David. Ze ontmoetten elkaar bij de vijver van Gibeon en bleven aan weerskanten van de vijver staan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 13: 1
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen zei Abner tot Joab: `Laat de jonge mannen aantreden en in onze tegenwoordigheid een gevecht ten beste geven.' Joab antwoordde: `Dat is goed.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Ze traden aan en werden geteld: twaalf mannen van Benjamin en van Isboset, de zoon van Saul, en twaalf van de dienaren van David.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Ieder van hen greep zijn tegenstander bij de haren en stootte zijn zwaard in de zijde van zijn tegenstander, zodat ze samen neerstortten. Daarom heet die plaats het Veld van de messen; ze ligt bij Gibeon.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Daarop ontstond een hevig gevecht; Abner en de mannen van Israël werden door de dienaren van David verslagen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Drie zonen van Seruja waren bij dat gevecht: Joab, Abisai en Asaël. Deze Asaël kon lopen als een wilde gazel.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hij zette Abner na en week geen ogenblik van hem.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Abner keek om en vroeg: `Ben jij dat, Asaël?' Hij antwoordde: `Jazeker.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Daarop riep Abner hem toe: `Ga liever naar rechts of naar links, grijp een van de jonge mannen en maak je meester van diens wapenrusting.' Maar Asaël wilde niet van Abner wijken.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Daarom zei Abner nog eens tot Asaël: `Ga toch van me weg! Of moet ik je neerslaan? Maar hoe zou ik dan je broer Joab onder ogen kunnen komen?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Toen Asaël hem nog niet met rust wilde laten, stak Abner hem het eind van zijn lans in de buik, zodat het er aan de andere kant weer uitkwam. Asaël stortte neer en stierf ter plaatse. En allen die bij de plek kwamen waar Asaël was neergestort en gestorven bleven daar stilstaan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Maar Joab en Abisai gingen Abner achterna. Tegen zonsondergang waren ze bij de heuvel van Amma gekomen, ten oosten van Giach, op de weg naar de woestijn van Gibeon.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De Benjaminieten sloten zich bij Abner aan, zodat ze een strijdmacht vormden; ze vatten post op de post van de heuvel.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen riep Abner naar Joab: `Moet het zwaard dan maar blijven verslinden? Begrijpt u niet dat dit op een ramp uitloopt? Wanneer zult u het leger eindelijk bevel geven de achtervolging van zijn broeders te staken?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Joab antwoordde: `Zowaar God leeft, had u dit maar eerder gezegd! Dan had het volk zich vanmorgen al teruggetrokken en de achtervolging van zijn broeders gestaakt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Toen liet Joab de bazuin blazen en heel het leger maakte halt; het achtervolgde de Israëlieten niet langer en staakte de strijd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Abner en zijn mannen trokken heel die nacht lang door de Araba, staken de Jordaan over, volgden het gehele ravijn en bereikten Machanaim.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Toen Joab de achtervolging van Abner gestaakt had, verzamelde heel het leger zich; van de dienaren van David ontbraken er negentien. Asaël niet meegerekend.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Maar de dienaren van David hadden onder de Benjaminieten een slachting aangericht, zodat er bij de mannen van Abner driehonderdzestig doden waren.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Ze namen Asaël mee en begroeven hem in het graf van zijn vader te Betlehem. Daarna trokken Joab met zijn manschappen heel de nacht door, en toen het licht werd, waren ze in Hebron.
Referenties naar alinea 2 Samuel 2 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De strijd tussen het huis van Saul en het huis van David duurde lang. Maar terwijl David gaandeweg sterker werd, werd het huis van Saul steeds zwakker.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Zonen van David
In Hebron kreeg David de volgende zonen; zijn eerstgeborene was Amnon, een kind van Achinoam uit Jizreël;
In Hebron kreeg David de volgende zonen; zijn eerstgeborene was Amnon, een kind van Achinoam uit Jizreël;
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
de tweede was Kileab, een kind van Abigail, de vrouw van Nabal uit Karmel; de derde was Absalom, een kind van Ma„ka, dochter van Talmai, de koning van Gesur;
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
de vierde was Adonia, een kind van Chaggit; de vijfde was Sefatja, een kind van Abital,
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
en de zesde was Jitream, een kind van Egla, de vrouw van David. Dit zijn de zonen die David in Hebron kreeg.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Abner onderhandelt met David
Terwijl de strijd tussen het huis van Saul en het huis van David voortduurde, nam in het huis van Saul de macht van Abner steeds toe.
Terwijl de strijd tussen het huis van Saul en het huis van David voortduurde, nam in het huis van Saul de macht van Abner steeds toe.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Nu had Saul een bijvrouw gehad, die Rispa heette; ze was een dochter van Ajja. En Isboset vroeg aan Abner: `Waarom hebt u gemeenschap gehad met de bijvrouw van mijn vader?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Abner werd woedend over deze vraag van Isboset en zei: `Ben ik soms een hondsvot die het met Juda houdt?' Terwijl ik mijn trouwe toon aan het huis van uw vader Saul, aan zijn broers en zijn vrienden, terwijl ik zorg dat u niet in de handen van David valt, komt u mij nu een misstap met die vrouw verwijten?
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
God mag Abner dit doen en nog erger, als ik David nu niet bezorg wat Jahwe hem onder ede heeft toegezegd:
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Dat Hij het koningschap aan het huis van Saul zal ontnemen en dat Hij de troon van David zal vestigen in Israël en Juda, van Dan tot Berseba.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Isboset kon geen antwoord meer uitbrengen; zo bang was hij voor Abner.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen stuurde Abner boden naar David om namens hem te spreken over de vraag, aan wie het land zou toebehoren. Zijn boodschap luidde: `Neem mij als uw bondgenoot; dan zal ik mijn macht in uw dienst stellen om heel Israël op uw hand te brengen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
David antwoordde: `Goed, ik zal een verbond met u sluiten. Maar ik stel een voorwaarde: wanneer u uw opwachting bij mij komt maken, moogt u mij niet onder de ogen komen zonder Mikal mee te brengen, de dochter van Saul.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
David zond ook de boden naar Isboset, de zoon van Saul, en liet hem zeggen: `Geef Mikal terug, mijn vrouw die ik mij als bruid verworven heb met honderd voorhuiden van Filistijnen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen liet Isboset haar weghalen van haar man, Paltiël, de zoon van Lais.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Haar man ging met haar mee en volgde haar onder tranen tot Bachurim. Toen zei Abner tot hem: `Vooruit, ga naar huis!' En de man ging naar huis.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Abner had een gesprek met de oudsten van Israël en zei tot hen: `U hebt van oudsher David als koning over u gewenst.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Nu moet er ook gehandeld worden. Weet wel dat Jahwe tot David gezegd heeft: Door David, mijn dienaar, zal Ik mijn volk verlossen uit de macht van de Filistijnen en van al zijn vijanden.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Ook met de Benjaminieten had Abner nog een onderhoud. Daarna ging Abner naar David te Hebron om hem alles mee te delen wat de Israëlieten en de hele stam Benjamin besloten hadden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen Abner, vergezeld van twintig mannen, bij David te Hebron gekomen was, richtte deze een feestmaal voor hen aan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Daarbij zei Abner tot David: `Nu ga ik alle Israëlieten verzamelen en bij mijn heer en koning brengen; dan sluiten zij een verbond met u en wordt u koning over alles wat u hart verlangt.' Toen liet David Abner gaan en deze vertrok ongehinderd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Daarop kwam Joab met de dienaren van David terug van een strooptocht en zij brachten een rijke buit mee. Abner was op dat ogenblik niet meer bij David in Hebron, want deze had hem laten gaan en hij was ongehinderd vertrokken.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Toen Joab met heel zijn strijdmacht aankwam, vertelde men hem: `Abner, de zoon van Ner, is bij de koning geweest; de koning heeft hem laten gaan en hij is ongehinderd vertrokken.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Nu ging Joab naar de koning en zei: `Wat hebt u gedaan? Nu komt daar Abner bij u. Hoe kon u hem laten gaan? Hoe kon hij zo maar vertrekken?
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
U begrijpt toch dat Abner, de zoon van Ner, gekomen is om u te misleiden, om uw doen en laten te achterhalen en om te weten te komen wat u allemaal onderneemt!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Daarop ging Joab bij David weg en hij zond Abner boden achterna, die hem bij de put van Sira inhaalden en terug lieten komen. David wist daar niets van.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen Abner in Hebron terugkeerde, nam Joab hem binnen de poort terzijde, alsof hij ongestoord met hem wilde spreken, en stak hem daar in de buik; hij stierf om het bloed van Joabs broer Asaël.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Toen David dit vernam, zei hij: `Ik en mijn koningshuis zijn tegenover jahwe onschuldig aan het bloed van Abner, de zoon van Ner, nu en altijd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Laat het zich keren tegen het hoofd van Joab en tegen heel zijn familie. Moge er in het huis van Joab altijd iemand zijn die druiper of melaatsheid heeft, op krukken steunt, door het zwaard omkomt of honger lijdt!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Zo is Abner door Joab en zijn broer Abisai vermoord, omdat hij te Gibeon in het gevecht hun broer Asaël gedood had.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
En David zei tot Joab en alle mensen die bij hem waren: `Scheurt uw kleren, slaat een zak om uw middel en gaat weeklagend voor Abner uit!' Koning David zelf liep achter de baar.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Zij begroeven Abner te Hebron en de koning weeklaagde luid aan Abners graf: ook alle aanwezigen weeklaagden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
De koning hief een klaaglied aan op Abner; hij zong: `Moest Abner doodgaan zoals een onbenul doodgaat?
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Nooit waren uw handen geboeid, nooit uw voeten in ketens geslagen; als door boeven geveld, zo zijt gij gevallen.' Heel het volk bleef weeklagen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Allen kwamen David troostbrood aanbieden, die dag, maar hij zwoer: `God moge dit met mij doen en nog erger: voor zonsondergang raak ik geen brood of wat dan ook aan.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Allen waren daar getuigen van en ze bewonderden het, zoals ze alles bewonderden wat de koning deed.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Heel het volk en alle Israëlieten begrepen die dag dat de moord op Abner, de zoon van Ner, niet van de koning was uitgegaan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
De koning zei tot zijn dienaren: `Weet wel dat heden een groot en vooraanstaand man in Israël gevallen is.
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Maar al ben ik ook tot koning gezalfd, ik sta nu nog te zwak, en tegen die leden, de zonen van Seruja, ben ik niet opgewassen. Moge Jahwe de boosdoener naar zijn boosheid vergelden.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 3 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen Isboset, de zoon van Saul, vernam dat Abner in Hebron vermoord was, ontzonk hem de moed en de schrik sloeg heel Israël om het hart
Referenties naar alinea 2 Samuel 4 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De zoon van Saul had twee bendeleiders in zijn dienst; de een heette Baana, de ander Rekab. Het waren zonen van Rimmon de Beerotiet, die behoorde bij de Benjaminieten. Beerot wordt namelijk ook bij Benjamin gerekend,
Referenties naar alinea 2 Samuel 4 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
omdat de Beerotieten naar Gittaim gevlucht zijn en daar tot op heden als vreemdelingen verblijven.
Referenties naar alinea 2 Samuel 4 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Sauls zoon Jonatan had een zoon met ongelukkige voeten. Toen uit Jizreël de tijding kwam over Saul en Jonathan - de jongen was toen vijf jaar - had zijn verzorgster hem opgenomen om te vluchten; in haar haast had ze hem laten vallen en zo was hij kreupel geworden. Hij heette Mefiboset.
Referenties naar alinea 2 Samuel 4 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De zonen van Rimmon de Beerotiet, Rekab en Baana, begaven zich op weg en bereikten op het heetst van de dag het huis van Isboset, terwijl deze zijn middagslaap deed.
Referenties naar alinea 2 Samuel 4 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zij wisten als graandragers het huis binnen te dringen, staken hem in de buik en maakten zich uit de voeten, Rekab en zijn broer Baana.
Referenties naar alinea 2 Samuel 4 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ze drongen het huis binnen, terwijl Isboset in zijn slaapkamer op bed lag, en staken hem dood. Ze sloegen zijn hoofd af, namen het mee en liepen over de weg door de Araba, heel de nacht door.
Referenties naar alinea 2 Samuel 4 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ze brachten het hoofd van Isboset bij David in Hebron en zeiden tot de koning: `Hier is het hoofd van Isboset, de zoon van Saul, uw vijand die u naar het leven stond. Heden heeft Jahwe u, mijn heer en koning, op Saul en zijn nageslacht gewroken.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 4 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar David gaf Rekab en zijn broer Baana, de zonen van Rimmon de Beerotiet, ten antwoord: `Zowaar Jahwe leeft, die mij bevrijd heeft uit alle nood:
Referenties naar alinea 2 Samuel 4 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
de man die mij in Siklag kwam melden dat Saul dood was en meende een goede tijding te brengen heb ik, in plaats van hem bodeloon te geven, gegrepen en gedood.
Referenties naar alinea 2 Samuel 4 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
En nu hebben jullie, booswichten, een onschuldig man in zijn eigen huis op zijn bed vermoord! Hoeveel te meer moet ik nu zijn bloed aan jullie opeisen en jullie van de aarde wegvagen?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 4 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Op een bevel van David werden ze toen door de dienaren gedood. Ze hakten hun de handen en voeten af en hingen ze op bij de rivier in Hebron. Het hoofd van Isboset legden ze in het graf van Abner te Hebron.
Referenties naar alinea 2 Samuel 4 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Christus staat centraal ->=geentekst=
God wilde het universum "verzoenen" door middel van het kruis van Christus ->=geentekst=
Toen begaven alle stammen van Israël zich naar David in Hebron en zeiden: `Hier zijn wij, uw eigen vlees en bloed.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 1: 3
"Mijn Herder is de Heer! het ontbreekt mij aan niets" - Over Psalm 23 ->=geentekst=Christus staat centraal ->=geentekst=
God wilde het universum "verzoenen" door middel van het kruis van Christus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Christus staat centraal ->=geentekst=
God wilde het universum "verzoenen" door middel van het kruis van Christus ->=geentekst=
Vroeger al, toen Saul nog over ons regeerde, was u degene die de troepen van Israël aanvoerde. Daarenboven heeft Jahwe u verzekerd: Gij zult mijn volk Israël weiden; gij zijt het die over Israël zult heersen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 2: 3
"Mijn Herder is de Heer! het ontbreekt mij aan niets" - Over Psalm 23 ->=geentekst=Christus staat centraal ->=geentekst=
God wilde het universum "verzoenen" door middel van het kruis van Christus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Alle oudsten van Israël kwamen naar de koning in Hebron en koning David sloot met hen in Hebron een verbond ten overstaan van Jahwe en zij zalfden David tot koning over Israël.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 3: 1
Christus staat centraal ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
David was dertig jaar toen hij koning werd en hij regeerde veertig jaar lang.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 4: 1
Aswoensdag ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
In Hebron regeerde hij zeven jaar en zes maanden over Juda en in Jeruzalem drieëndertig jaar over geheel Israël en Juda.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 5: 1
Aswoensdag ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De koning en zijn mannen trokken op naar Jeruzalem, tegen de Jebusieten, de bewoners van de streek. Die riepen David toe: `Hier komt u niet binnen! Voorwaar, blinden en kreupelen houden u tegen.' Ze bedoelden: David komt hier nooit binnen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toch veroverde David de vesting Sion, de Davidstad.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
David zei toen: `Wie de Jebusieten wil verslaan moet door de tunnel zien te komen.' Van blinden en kreupelen heeft David een afkeer gekregen. Daarom zegt men: Blinden en kreupelen komen het huis niet binnen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
David nam zijn intrek in de vesting en noemde haar Davidstad. Naast de vesting liet David overal bouwen, van het Millo tot zijn eigen paleis.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
En de macht van David nam steeds meer toe: Jahwe, de God van de machten, stond hem bij.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Chiram, de koning van Tyrus, zond gezanten naar David, met cederhout en met timmerlieden en steenhouwers, die voor hem een paleis bouwden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen zag David duidelijk dat Jahwe hem tot koning van Israël had aangesteld en dat Hij aan zijn koningschap grote luister verleende, omwille van Israël, zijn volk.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Na zijn vertrek uit Hebron nam David nog andere vrouwen en bijvrouwen uit Jeruzalem en hij kreeg nog meer zonen en dochters.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Dit zijn de namen van de kinderen die hij in Jeruzalem kreeg: Sammua, Sobab, Natan, Salomo,
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Jibchar, Elisua, Nefeg, Jafia,
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Elisama, Eljada en Elifelet.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen de Filistijnen hoorden dat David tot koning van Israël gezalfd was, rukten ze op om zich van hem meester te maken. Zodra David dit vernam, trok hij zich terug in de vesting.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Intussen waren de Filistijnen in de Refaimvlakte aangekomen en hadden zij zich daar verspreid.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
David vroeg aan Jahwe: `Zal ik de Filistijnen aanvallen? Levert Gij hen aan mij over?' Jahwe antwoordde: `Doe dat. Ik lever de Filistijnen aan u over.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
David kwam bij Baäl-perasim aan en versloeg daar de Filistijn en. Hij zei: `Jahwe heeft in het front van mijn vijanden een bres geslagen, zoals water een bres slaat.' Daarom heet die plaats Baäl-perasim.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Filistijnen lieten daar zelfs hun afgodsbeelden achter, en David en zijn mannen namen die mee.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De Filistijnen rukten andermaal op naar de Refaimvlakte en verspreidden zich daar.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
David raadpleegde Jahwe en deze antwoordde: `Ga niet recht op hen af, maar trek om hen heen tot gij achter hen bent, in de buurt van de balsemstruiken; van daaruit moet gij aanvallen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zodra gij in de toppen van de balsemstruiken het geruis van schreden hoort, moet gij aanvallen, want dan gaat Jahwe voor u uit om het leger van de Filistijnen te verslaan'.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
David handelde naar Jahwe's bevel; hij versloeg de Filistijnen en achtervolgde hen van Gibeon af tot aan Gezer toe.
Referenties naar alinea 2 Samuel 5 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Opnieuw riep David alle weerbare mannen van Israël op, dertigduizend in getal,
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
en vergezeld van alle burgers van Juda ging hij op weg om de ark van God te halen, de ark die de naam draagt, de naam van Jahwe van de machten, die op de kerubs troont.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 2: 1
De beloften van God aan David - Psalm 132 - I ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Ze laadden de ark van God op een nieuwe wagen; zo brachten ze haar weg uit het huis van Abinadab, dat op een heuvel lag. Uzza en Achio, de zonen van Abinadab, begeleidden de wagen
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
met de ark van God; Achio liep voor de ark.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
David en alle Israëlieten dansen voor Jahwe uit en speelden op allerlei instrumenten, op citers, harpen, tamboerijnen, ratels en cimbalen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 5: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar toen ze bij de dorsvloer van Nakon kwamen en de runderen daar op hol dreigden te slaan, stak Uzza zijn hand uit naar de ark van God en greep haar vast.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen ontbrandde Jahwe's toorn tegen Uzza; op de plaats zelf strafte God hem voor zijn vergrijp en hij bleef daar dood, naast de ark van God.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
David was diep geschokt door de slag waarmee Jahwe Uzza had getroffen. Daarom heet de plaats tot op heden Peres-Uzza.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
David werd daardoor zo bevreesd voor Jahwe dat hij dacht: 'Op die manier komt de ark van Jahwe nooit bij mij binnen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Daarom zag David ervan af, de ark van Jahwe bij zich in de Davidstad te halen; hij liet haar onderbrengen in het huis van Obed-Edom de Gittiet.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Drie maanden lang stond de ark van Jahwe in het huis van Obed-Edom de Gittiet en Jahwe bracht zegen over Obed-Edom en heel zijn familie.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 11: 1
De beloften van God aan David - Psalm 132 - I ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Maar toen David hoorde dat Jahwe zegen bracht over de familie van Obed-Edom en over heel zijn bezit, omdat de ark van God daar stond, ging hij erheen en bracht de ark van God uit het huis van Obed-Edom vol vreugde naar de Davidstad over.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 12: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Nadat de dragers van de ark zes stappen gezet hadden, offerde David een gemeste stier.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 13: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De beloften van God aan David - Psalm 132 - I ->=geentekst=
Onderweg danste hij geestdriftig voor Jahwe uit, alleen gekleed in een linnen efod.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 14: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=De beloften van God aan David - Psalm 132 - I ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De beloften van God aan David - Psalm 132 - I ->=geentekst=
Zo brachten David en alle Israëlieten onder gejuich en bazuingeschal de ark van Jahwe over.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 15: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=De beloften van God aan David - Psalm 132 - I ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Bij de aankomst van de ark van Jahwe in De Davidstad keek Mikal, de dochter van Saul, door het venster toe. Zij zag koning David dansen en springen voor Jahwe en zij minachtte hem.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 16: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De ark van Jahwe werd de stad binnengedragen en op haar plaats gebracht, midden in de tent die David voor haar had opgezet. Daarna droeg David brand - en slachtoffers op aan Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 17: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Na het opdragen van de brand - en slachtoffers zegende hij het volk met de naam van Jahwe van de legerscharen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 18: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Aan alle aanwezigen, naar alle Israëlieten die daar bijeenwaren, mannen en vrouwen, liet hij een plat brood, een klomp dadels en een rozijnenkoek uitdelen. Daarop ging iedereen naar huis.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 19: 1
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen David naar huis kwam om zijn familie te begroeten, liep Mikal, de dochter van Saul, op hem toe en zei: `De koning van Israël heeft zich vandaag bepaald onderscheiden: als de eerste de beste landloper heeft hij zich onder de ogen van zijn slavinnen uitgekleed!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Maar David antwoordde: `Ik heb gedanst ter ere van Jahwe! Hij heeft mij uitverkoren boven jouw vader en heel zijn huis; Hij heeft mij aangesteld tot vorst over Israël, het volk van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Ik ben bereid mij nog dieper voor Hem te vernederen en in mijn eigen achting te dalen. Maar bij de slavinnen, waar je het over had, zal ik in aanzien stijgen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
En Mikal, de dochter van Saul, kreeg geen kinderen; tot haar dood bleef ze kinderloos.
Referenties naar alinea 2 Samuel 6 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Toen Koning David zijn intrek had genomen in zijn paleis en Jahwe gezorgd had dat al zijn vijanden, in heel de omtrek, hem met rust lieten,
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 1: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
zei hij tot de profeet Natan: `Nu moet u eens zien! Zelf woon ik in een paleis van cederhout en de ark van God staat onder tentdoek!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 2: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Natan zei tot de koning: `Doe gerust wat u van plan bent; Jahwe staat u bij.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 3: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ware macht is dienstbaar zijn ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Maar diezelfde nacht nog werd het woord van Jahwe gericht tot Natan:
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 4: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Ware macht is dienstbaar zijn ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Ware macht is dienstbaar zijn ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
`Zeg aan mijn dienaar David: Zo spreekt Jahwe: Gij wilt voor Mij een huis bouwen en Mij daarin laten wonen?
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 5: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Ware macht is dienstbaar zijn ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Ik heb nooit in een huis gewoond, sinds de tijd dat Ik de Israëlieten uit Egypte geleid heb tot vandaag toe; steeds ben Ik meegetrokken in een tent, waar Ik in verbleef.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 6: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Zolang Ik met de Israëlieten meetrok heb ik nooit aan iemand gevraagd: Waarom bouwt gij Mij niet een huis van cederhout? Aan geen van de rechters van Israël, die Ik aangesteld had om mijn volk te hoeden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 7: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
"Mijn Herder is de Heer! het ontbreekt mij aan niets" - Over Psalm 23 ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Zeg daarom aan mijn dienaar David: Zo spreekt Jahwe van de legerscharen: Ik heb u uit de steppe gehaald, achter de schapen vandaan, om vorst te zijn over mij volk Israël.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 8: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
"Mijn Herder is de Heer! het ontbreekt mij aan niets" - Over Psalm 23 ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Op al uw tochten heb Ik u bijgestaan, al uw vijanden heb Ik vernietigd, uw naam heb Ik groot gemaakt als die van de groten der aarde.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 9: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Ik heb mijn volk Israël een gebied gegeven en het daar geplant om er te wonen, zonder nog opgeschrikt of verdrukt te worden door booswichten, zoals vroeger,
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 10: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
in de tijd dat Ik over Israël, mijn volk, rechters had aangesteld. Ik heb gezorgd dat al uw vijanden u met rust laten. Jahwe kondigt u aan dat Jahwe een huis voor u zal oprichten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 11: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Ware macht is dienstbaar zijn ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Als uw dagen voleind zijn en gij bij uw vaderen rust, zal Ik de nazaat die gij verwekt hoog verheffen en zijn koninklijke macht in stand houden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 12: 9
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Ware macht is dienstbaar zijn ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Ware macht is dienstbaar zijn ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Hij zal een huis bouwen ter ere van mijn naam en Ik zal zijn koninklijke troon voor altijd in stand houden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 13: 10
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Ware macht is dienstbaar zijn ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Ware macht is dienstbaar zijn ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Ik zal hem tot vader zijn en Hij zal mijn zoon zijn. Als hij de verkeerde weg opgaat, zal Ik hem kastijden met slagen en striemen, even goed als andere mensen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 14: 11
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Ware macht is dienstbaar zijn ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Maar nooit zal Ik hem uit mijn gunst verstoten, zoals Ik gedaan heb met Saul, die Ik verstoten hem om plaats te maken voor u.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 15: 8
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Ware macht is dienstbaar zijn ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Zo zullen uw huis en uw koninklijke macht bestendig zijn voor altijd; uw troon staat vast voor eeuwig.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 16: 9
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Ware macht is dienstbaar zijn ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Geen berouw over genade en roeping - Opmerkingen bij het traktaat "De Iudaeis" ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
De uitverkiezing van David en Sion - Psalm 132 - II ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Al deze woorden, heel dit visioen, bracht Natan over aan David.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 17: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Toen ging koning David het heiligdom binnen; hij zette zich neer voor Jahwe en zei: `Wie ben ik, Heer Jahwe, en wat is mijn huis, dat Gij mij zover gebracht hebt?
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 18: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
En nu is U dit alles nog niet genoeg, Heer Jahwe: ook over de toekomst van het huis van uw dienaar spreekt Gij. Is dit voor een mens wel weggelegd, Heer Jahwe?
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 19: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Wat kan David nu verder nog tot U zeggen? Gij weet wat er in uw dienaar omgaat, Heer Jahwe!
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 20: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Krachtens uw woord en uw goedheid bewijst Gij uw dienaar de grote gunst, hem dit alles te laten weten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 21: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Gij zijt dan ook groot, Heer Jahwe. Niemand is als Gij. Er is geen God buiten U. Zo hebben wij het altijd gehoord.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 22: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
En welk volk is als uw volk Israël, het enige op aarde dat God ging vrijkopen om het tot zijn volk te maken en aldus zijn naam te vestigen? Grote, geduchte daden hebt Gij verricht door volken en hun goden uit te drijven voor uw volk, dat Gij u uit Egypte hebt vrijgekocht.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 23: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Gij hebt uw volk Israël voorgoed bevestigd als uw volk en Gij, Jahwe, zijt hun God.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 24: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Doe daarom, Jahwe God, altijd het woord gestand dat Gij gesproken hebt tot uw dienaar en tot zijn huis, en handel volgens uw woord.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 25: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Dan zal uw naam voor altijd groot zijn; dan zal gezegd worden: Jahwe van de legerscharen is God over Israël en voor U blijft het huis van uw dienaar David in stand.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 26: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Gij, Jahwe van de legerscharen, God van Israël, Gij hebt uw dienaar geopenbaard: Ik zal u een huis bouwen. Daardoor heeft uw dienaar de moed gevonden, dit gebed tot U te richten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 27: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Welnu dan, Heer Jahwe, Gij zijt God en uw woorden zijn betrouwbaar; Gij hebt deze weldaad aan uw dienaar beloofd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 28: 7
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Youcat ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Zegen dan nu het huis van uw dienaar dat het altijd voor U mag blijven bestaan. Gij zelf, Heer Jahwe, hebt gesproken; uw rijke zegen zal voor altijd rusten op het huis van uw dienaar.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 7 29: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
De Kerk: tempel van de Heilige Geest ->=geentekst=
Patris Corde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Enige tijd later versloeg David de Filistijnen. Hij onderwierp hen en hij nam hun de teugels uit handen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ook versloeg hij de Moabieten. Hij beval hun, plat op de grond te gaan liggen en ging er toen langs met een meetsnoer, dat hij uitlegde, twee lengten voor wie moesten sterven, een lengte voor wie in leven mocht blijven. Zo onderwierp David de Moabieten en maakte hen schatplichtig.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
David versloeg ook Hadadezer, de zoon van Rechob en koning van Soba, toen deze uitgerukt was om aan de Rivier zijn gezag te herstellen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
David nam zeventienhonderd wagenmenners van Hadadezer gevangen en twintigduizend man voetvolk. Hij maakte alle wagens onbruikbaar, op honderd na.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De Arameeërs van Damascus kwamen Hadadezer, de koning van Soba, te hulp, maar David sloeg tweeëntwintigduizend Arameeërs neer.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij legerde een garnizoen bij de Arameeërs van Damascus; zo onderwierp David de Arameeërs en maakte hen schatplichtig. Aldus gaf Jahwe aan David de overwinning bij al zijn veldtochten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
David maakte zich meester van de gouden schilden die aan de dienaren van Hadadezer hadden toebehoord en liet ze naar Jeruzalem brengen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
In Betach en Berotai, twee steden van Hadadezer, maakte koning David zich meester van een grote hoeveelheid brons.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen Toi, de koning van Hamat, hoorde dat David de gehele legermacht van Hadadezer verslagen had,
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
zond hij zijn zoon Joram naar koning David om zijn opwachting bij hem te maken en hem geluk te wensen dat hij Hadadezer in de strijd had weten te verslaan. Hadadezer had namelijk met Toi altijd op voet van oorlog geleegd. Joram bracht geschenken mee van zilver, goud en brons.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Ook deze geschenken wijdde koning David toe aan Jahwe, zoals hij ook gedaan had met het zilver en het goud dat buitgemaakt was op alle volken die hij onderworpen had,
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Arameeërs, Moabieten, Ammonieten, Filistijnen en Amalekieten, en op Hadadezer, de zoon van Rechob en koning van Soba.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
David heeft op zijn terugweg nog roem verworven door in het Zoutdal achttienduizend Edomieten neer te slaan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
In Edom legerde hij garnizoenen, overal in Edom, zodat alle Edomieten aan David onderworpen waren. Aldus gaf Jahwe aan David de overwinning bij al zijn veldtochten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
David was koning over heel Israël en hij was degene die voor heel zijn volk recht en gerechtigheid behartigde.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 15: 1
Lumen Fidei ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Joab, de zoon van Seruja, was opperbevelhebber van het leger, Josafat, de zoon van Achilud, was raadsheer,
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Sadok, de zoon van Achitub, en Achimelek, de zoon van Abjatar, waren priester, Seraja was schrijver,
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Benaja, de zoon van Jojada, was bevelhebber over de Keretieten en Peletieten, en de zonen van David waren priester.
Referenties naar alinea 2 Samuel 8 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
David vroeg: `Is er nog iemand van de familie van Saul in leven? Om wille van Jonatan zou ik hem een gunst willen bewijzen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Nu had de familie van Saul een dienaar die Siba heette. Hij werd bij David ontboden en de koning vroeg hem: `Bent u Siba?' Hij antwoordde: `Om u te dienen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Daarop vroeg de koning: `Is er nog iemand van de familie van Saul in leven? Ik zou hem een uitzonderlijke gunst willen bewijzen.' Siba antwoordde de koning: `Ja, er is nog een zoon van Jonatan in leven; hij heeft ongelukkige voeten.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De koning vroeg: `Waar woont hij?' Siba antwoordde: `In het huis van Makir, de zoon van Ammiël, in Lo-debar.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Daarop liet de koning hem halen uit het huis van Makir, de zoon van Ammiël, in Lo-debar.
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen Mefiboset, de zoon van Jonatan, de zoon van Saul, bij David kwam, wierp hij zich voor hem neer en bracht hem hulde. David vroeg: `Bent u Mefiboset?' Hij antwoordde: `Om u te dienen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen zei David tot hem: `U hoeft niet bang te zijn: om wille van uw vader Jonatan ga ik u een gunst bewijzen. Ik zal u alle landerijen van uw vader Saul teruggeven en u zult voortaan aan mijn tafel eten.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Mefiboset boog zich neer en zei: `Wat bekommert u zich om uw knecht, die niet meer waard is dan een dode hond?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Daarna riep de koning Siba, de dienaar van Saul, en zei hem: `Alles wat Saul en zijn familie heeft toebehoord schenk ik aan de zoon van uw heer.
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
U moet dat land bewerken, met uw zonen en knechten, en de opbrengst afdragen aan de zoon van uw heer, zodat hij ervan kan leven. En Mefiboset, de zoon van uw heer, zal voortaan aan mijn tafel eten.' Siba had vijftien zonen en twintig knechten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen zei Siba tot de koning: `Uw dienaar zal nauwgezet doen wat zijn heer de koning hem beveelt.' En Mefiboset at aan Davids tafel alsof hij een zoon van de koning was.
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Mefiboset had een zoontje dat Micha heette. Allen die in het huis van Siba woonden stonden onder het gezag van Mefiboset.
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Mefiboset kwam in Jeruzalem wonen, omdat hij nu altijd aan de tafel van de koning at. Zijn beide voeten waren misvormd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 9 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Enige tijd later stierf de koning van de Ammonieten; hij werd opgevolgd door zijn zoon Chanun.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen dacht David: `Tegenover Chanun, de zoon van Nachas, wil ik even vriendelijk zijn als zijn vader voor mij is geweest.' Daarom zond David hovelingen naar Chanun om hem zijn deelneming te betuigen met de dood van zijn vader. Maar toen die hovelingen in het land van de Ammonieten kwamen,
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
zeiden de aanzienlijken van de Ammonieten tot Chanun, hun heer: `Dacht u dat David u zijn deelneming betuigt omdat hij uw vader wil eren? Hij heeft zijn hovelingen natuurlijk gestuurd om de stad te laten verkennen en bespioneren en haar dan te verwoesten!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Chanun nam de hovelingen van David gevangen en hij liet hun de baard voor de helft wegscheren en hun kleren halverwege afknippen, op de hoogte van de stuit, en stuurde hen zo weg.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen dit aan David gemeld werd, zond hij boden naar de mannen die zo diep vernederd waren en liet hun zeggen: `Blijft in Jericho tot uw baard weer is aangegroeid en komt dan terug.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De Ammonieten begrepen wel dat ze het nu bij David verbruid hadden: zij zonden mannen uit om troepen te werven van de Arameeërs van Bet-rechob, en van die van Soba huurden zij twintigduizend man voetvolk, van de koning van Maaka duizend man, en verder de mannen van Tob, twaalfduizend in getal.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen David dit vernam, zond hij er Joab met al zijn keurtroepen op af.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De Ammonieten kwamen naar buiten en stelde zich voor de poort in slagorde op; de Arameeërs van Soba en Rechob en de mannen van Tob en Maaka vormden met elkaar een andere slagorde, op enige afstand van de stad.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Joab, die zag dat hij van voren en van achteren bedreigd werd, deed een keuze uit de keurtroepen van Israël en stelde deze mannen op tegen de Arameeërs.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De rest van het leger vertrouwde hij toe aan zijn broer Abisai om die tegen de Ammonieten op te stellen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Hij zei: `Als de Arameeërs mij te machtig worden moet jij mij te hulp komen; worden de Ammonieten jou te machtig dan help ik jou.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Wees sterk! Laat ons samen sterk zijn, voor ons volk en voor de steden van onze God. Jahwe zal wel doen wat Hij goed acht.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Daarop viel Joab met zijn leger de Arameeërs aan en dezen sloegen voor hem op de vlucht.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen de Ammonieten bemerkten dat de Arameeërs op de vlucht gingen, namen zij de wijk voor Abisai en trokken zij zich terug in de stad. Daarop staakte Joab de strijd tegen de Ammonieten en ging naar Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen de Arameeërs begrepen dat zij door de Israëlieten waren verslagen, verzamelden zij hun troepen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hadadezer zond boden naar de Arameeërs aan de overzijde van de Rivier en beval hun uit te rukken. Aangevoerd door Sobak, de bevelhebber van de troepen van Hadadezer, trokken zij naar Chelam.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen dit aan David gemeld werd verzamelde hij alle Israëlieten, stak de Jordaan over en rukte op naar Chelam. De Arameeërs stelden zich tegenover David op en bonden de strijd met hem aan;
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
zij moesten echter voor de Israëlieten wijken en David doodde van de Arameeërs zevenhonderd paarden en veertigduizend strijders. Sobak, hun bevelhebber, sloeg hij ter plaatse dood.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Nu begrepen alle vazallen van Hadadezer dat zij niet tegen de Israëlieten opgewassen waren; zij sloten dus vrede met de Israëlieten en onderwierpen zich. De Arameeërs wachtten zich verder wel, de Ammonieten nog te helpen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 10 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Omstreeks de jaarwisseling, wanneer de koningen te velde trekken. liet David Joab met zijn eigen lijfwacht en alle Israëlieten uitrukken; zij vernietigden de Ammonieten en sloegen het beleg voor Rabba. David zelf bleef in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 1: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Op een avond stond David van zijn rustbed op en ging wat wandelen op het dakterras van het paleis. Vanaf het terras zag hij een vrouw die aan het baden was; zij was heel mooi.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 2: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
David liet naar de vrouw informeren en er werd hem gezegd: `Het is Batseba, de dochter van Eliam, de vrouw van Uria de Hethiet.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 3: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen zond David boden om de vrouw te halen; zij kwam bij hem en hij sliep met haar, terwijl zij na haar menstruatie nog in de tijd van de reiniging was. Daarna ging zij weer naar huis.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 4: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De vrouw was zwanger geworden en zij liet aan David berichten: `Ik ben zwanger.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 5: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen zond David een boodschap aan Joab: `Stuur Uria de Hethiet naar mij toe.' Joab stuurde Uria naar David.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 6: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen Uria bij hem kwam, informeerde David, hoe het met Joab ging en met het leger en met de oorlog.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 7: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Daarna zei hij tot Uria: `Ga naar huis en neem een bad.' Uria verliet het paleis, waarbij een schotel van de koninklijke tafel achter hem werd aangedragen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 8: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar Uria overnachtte in het portaal van het paleis, bij de dienaren van zijn heer, en hij ging niet naar huis.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 9: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen aan David gemeld werd dat Uria niet naar huis was gegaan, zei hij tot Uria: `U hebt toch een hele reis achter de rug. Waarom bent u dan niet naar huis gegaan?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 10: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Uria antwoordde: `De ark en Israël en Juda zijn ondergebracht in loofhutten en mijn heer Joab en de dienaren van mijn heer liggen in de open lucht. Kan ik dan naar mijn huis gaan om daar te eten en te drinken en bij mijn vrouw te slapen? Zowaar u leeft, dat doe ik niet.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 11: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Toen zei David tot Uria: `Blijf ook vandaag nog hier' morgen laat ik u vertrekken.' Zo bleef uria in Jeruzalem, die dag en de dag erna.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 12: 2
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
David nodigde hem uit om aan zijn tafel te eten en te drinken hij voerde hem dronken. Toch ging Uria 's avonds weer slapen op zijn brits bij de dienaren van zijn heer en hij ging niet naar huis.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 13: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De volgende morgen schreef David een brief aan Joab, die hij door Uria liet overbrengen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 14: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
In die brief schreef hij het volgende: `Zet Uria vooraan in de strijd, waar het hevigst gevochten wordt, en trek u dan achter hem terug, zodat hij wordt getroffen en sneuvelt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 15: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen zette Joab bij de belegering van de stad Uria op een bepaalde plaats, waarvan hij wist dat er sterke troepen stonden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 16: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De bewoners van de stad deden een uitval tegen Joab; het leger leed verliezen, de dienaren van David; ook Uria de Hethiet vond de dood.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 17: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Joab stuurde een bode naar David om verslag uit te brengen over de strijd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 18: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hij beval de bode: `Als u de koning verslag hebt uitgebracht over de strijd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 19: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
zal hij wel kwaad worden en tegen u zeggen: Wat moesten jullie zo dicht bij de stad gaan vechten? Je weet toch wat ze zo van de muur naar beneden gooien?
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 20: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Is Abimelek, de zoon van Jerubbaal, niet getroffen door een molensteen die een vrouw van de muur af op hem neersmeet, waardoor hij de dood vond, in Tebes? Waarom kwamen jullie dan zo dicht bij de muur? Daarop moet u zeggen: Ook uw dienaar Uria de Hethiet is gesneuveld.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 21: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De bode vertrok en bij David gekomen meldde hij hem alles wat Joab hem had opgedragen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 22: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Hij zei tot David: `Die mannen waren zo sterk dat ze een uitval tegen ons konden doen; toen hebben wij ze teruggedreven tot voor de poort,
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 23: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
maar daar begonnen de boogschieters van de muur af op uw dienaren te schieten; daarbij zijn enige mannen van de koning gesneuveld; ook uw dienaar Uria de Hethiet is omgekomen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 24: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Toen zei David tot de bode: `Zeg tegen Joab: Trek u deze geschiedenis maar niet al te zeer aan; het zwaard verslindt nu deze, dan gene. Zet de strijd tegen de stad krachtig voort en maak haar met de grond gelijk. Zo moet u hem moed inspreken.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 25: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen de vrouw van Uria vernam dat haar man dood was, hield zij de rouwklacht over haar echtgenoot.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 26: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Maar toen de rouw voorbij was, liet David haar halen en nam haar op in zijn huis. Zij werd zijn vrouw en schonk hem een zoon. Maar wat David gedaan had mishaagde aan Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Samuel 11 27: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Jahwe zond Natan naar David. De profeet trad bij de koning binnen en sprak tot hem: `Twee mannen, een rijke en een arme, woonden in dezelfde stad.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 1: 4
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
De rijke bezat heel veel schapen en runderen,
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 2: 4
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
de arme maar een enkel lammetje, dat hij gekocht had. Hij had het in leven kunnen houden en het was bij hem opgegroeid, tussen zijn kinderen; het dier at van zijn bord, het dronk uit zijn beker en het sliep op zijn schoot; het was net zijn dochter.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 3: 4
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Eens kreeg de rijke man bezoek. Hij kon het niet over zich te verkrijgen, een schaap of rund uit zijn eigen kudde te nemen en dat klaar te maken voor de reiziger die bij hem was gekomen. Hij pakte het lam van de arme en maakte dat klaar voor zijn gast.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 4: 4
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
David was diep verontwaardigd over die man en hij zei tot Natan: `Zowaar Jahwe leeft: de man die dat gedaan heeft verdient de dood.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 5: 4
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
En het lam moet hij vierdubbel vergoeden, omdat hij er niet voor is teruggeschrokken zo iets ergs te doen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 6: 4
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Toen sprak Natan tot David: 'Die man, dat bent u! Zo spreekt Jahwe, de God van Israël: Ik heb u gezalfd tot koning over Israël, Ik heb u bevrijd uit de macht van Saul,
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 7: 5
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Ik heb u het huis van uw heer geschonken en u de beschikking gegeven over de vrouwen van uw heer; Ik heb u het huis van Israël en Juda gegeven, en als dat te weinig was geweest, had Ik er nog evenveel aan toe willen voegen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 8: 5
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
God is de bron van het leven ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Waarom hebt gij dan het gebod van Jahwe geminacht en gedaan wat Hem mishaagt? Uria de Hethiet hebt gij met het zwaard geslagen, zijn vrouw hebt gij u tot vrouw genomen en hemzelf hebt ge vermoord door het zwaard van de Ammonieten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 9: 6
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
God is de bron van het leven ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Welnu, het zwaard zal nooit meer wijken van uw huis, omdat ge Mij hebt geminacht en de vrouw van Uria de Hethiet tot vrouw hebt genomen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 10: 5
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Betekenis van de aflaat ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Zo spreekt Jahwe: Voorwaar, uit uw eigen huis ga Ik rampspoed over u brengen; Ik zal uw vrouwen onder uw ogen van u afnemen en ze geven aan iemand die u nastaat; op klaarlichte dag zal die met uw vrouwen gaan slapen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 11: 6
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Betekenis van de aflaat ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Gij hebt in het verborgene gehandeld, maar Ik zal handelen ten aanschouwen van heel Israël en op klaarlichte dag.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 12: 5
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Indulgentiarum Doctrina ->=geentekst=
Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Betekenis van de aflaat ->=geentekst=
God is de bron van het leven ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Toen zei David tot Natan: `Ik heb tegen Jahwe gezondigd.' Natan antwoordde: `Dan heeft Jahwe u deze zonde vergeven: u zult niet sterven.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 13: 10
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Indulgentiarum Doctrina ->=geentekst=
Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Betekenis van de aflaat ->=geentekst=
God is de bron van het leven ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Indulgentiarum Doctrina ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Maar omdat u door deze daad de vijanden van Jahwe reden tot lasteren heeft gegeven, zal wel het kind dat u geboren is moeten sterven.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 14: 7
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Indulgentiarum Doctrina ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Daarop ging Natan naar huis en Jahwe sloeg het kind dat de vrouw van Uria aan David geschonken had, met een zware ziekte.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 15: 5
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Gebed 8. - Het gebed van David ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
En David bad tot God voor de jongen; hij vastte streng en als hij zich terugtrok voor de nacht legde hij zich op de grond te slapen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 16: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
De oudsten van het hof drongen er bij hem op aan dat hij niet langer op de grond zou slapen, maar hij wilde niet luisteren; hij weigerde ook met hen te eten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 17: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Op de zevende dag stierf het kind. De hovelingen durfden David niet te vertellen dat het kind dood was; ze dachten: `Hij wilde al niet naar ons luisteren, toen het kind nog leefde. Hoe kunnen we hem nu dan zeggen dat het kind dood is? Hij begaat een ongeluk!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 18: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Maar toen David zijn hovelingen met elkaar zag fluisteren, begreep hij dat het kind gestorven was en hij vroeg: `Is het kind dood?' Zij antwoordden: `Ja, het is dood.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 19: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Toen stond David op van de grond, hij waste zich, zalfde zich en trok andere kleren aan; hij trad het heiligdom van Jahwe binnen en hij boog zich neer. Daarna ging hij naar huis, vroeg om eten en at wat hem werd voorgezet.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 20: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Zijn hovelingen zeiden tot hem: 'Hoe kunt u zo iets doen? Toen het kind nog leefde, hebt u gevast en geweend, maar nu het dood is staat u op en eet!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 21: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
David antwoordde: `Zolang het kind nog leefde heb ik gevast en geweend, want ik dacht: Wie weet, misschien is Jahwe mij genadig en blijft de jongen in leven.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 22: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Maar nu is hij dood; waarom zal ik dan nog vasten? Kan ik hem terughalen? Ik ga wel naar hem, maar hij keert niet terug naar mij.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 23: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Daarna troostte David zijn vrouw Batseba; hij kwam bij haar en sliep met haar; zij baarde een zoon en hij noemde hem Salomo. Jahwe had het kind lief
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 24: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
en Jahwe zond een boodschap door bemiddeling van de profeet Natan; hij noemde het kind Jedidja, omwille van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 25: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Joab deed een aanval op Rabba in het land van de Ammonieten en stond op het punt de koningsstad in te nemen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 26: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Toen zond hij boden naar David met het bericht: `Ik heb een aanval gedaan op Rabba en ik heb de benedenstad aan het water al ingenomen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 27: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Breng nu de rest van het leger op de been, sla zelf het beleg voor de stad en neem haar in: anders moet ik de stad veroveren en komt ze op mijn naam te staan.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 28: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
David bracht dus het gehele leger op de been; hij trok naar Rabba, deed een aanval op de stad en veroverde haar.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 29: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Hij nam de koning zijn kroon van het hoofd; ze woog een talent aan goud en er was een kostbare steen in gevat. Sindsdien werd ze door David gedragen. Hij haalde ook een zeer grote buit uit de stad.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 30: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
De inwoners voerde hij weg; hij liet hen werken met steenzagen, ijzeren houwelen en ijzeren bijlen en bracht hen naar de steenbakkerijen. Zo deed hij met alle steden van de Ammonieten. Toen keerde David met zijn leger naar Jeruzalem terug.
Referenties naar alinea 2 Samuel 12 31: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Na verloop van tijd gebeurde het volgende: Absalom, een zoon van David, had een zuster, een bijzonder mooi meisje, dat Tamar heette. Amnon, een andere zoon van David, werd verliefd op haar.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De verliefdheid op zijn zuster Tamar greep hem hevig aan, tot ziek wordens toe, want zij was maagd en hij zag geen enkele kans haar te benaderen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Nu had Amnon een vriend die Jonadab heette, de zoon van Davids broer Sima; deze Jonadab was een man die overal raad op wist.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hij vroeg aan Amnon: `Koningszoon, waarom zie je er altijd zo ellendig uit, iedere morgen opnieuw? Vertel het me eens.' Amnon antwoordde: `Ik ben verliefd op Tamar, de zuster van mijn broer Absalom.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Jonadab zei: 'Je moet op bed gaan liggen en je ziek houden, en als je vader je dan komt bezoeken, moet je tegen hem zeggen: Kon mijn zuster Tamar maar eens komen om mij versterkend voedsel voor te zetten. Als zij dat hier bij mij komt bereiden, zodat ik het zelf kan zien, dan eet ik wel wat zij mij aanreikt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Amnon ging dus op bed liggen en hield zich ziek. Toen de koning hem kwam bezoeken, zei Amnon tot hem: `Kon mijn zuster Tamar maar eens komen om hier bij mij een paar koeken klaar te maken; als zij ze mij aanreikt, eet ik ze wel op.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
David stuurde toen naar Tamar in het paleis de boodschap: `Ga vlug naar het huis van je broer Amnon en maak versterkend voedsel voor hem klaar.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Tamar ging dus naar het huis van haar broer Amnon, terwijl deze te bed lag. Zij nam het deeg, kneedde het, maakte er in zijn aanwezigheid koeken van en bakte die.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Vervolgens kwam zij met de bakpan bij hem en schoof de koeken op de schotel. Maar Amnon weigerde te eten en zei: `Stuur iedereen hier vandaan.' Toen allen vertrokken waren, zei Amnon tot Tamar: `Breng mij nu het eten, hier in de slaapkamer; reik jij het mij maar aan, dan eet ik het op.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Tamar kwam dus met de koeken die ze gebakken had bij haar broer in de slaapkamer.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen zij hem het eten aanreikte, greep hij haar vast en zei: `Toe, zusterlief, kom bij me liggen!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Maar zij antwoordde: `Neen, broerlief, je moet mij niet onteren. Zo iets doet men niet in Israël. Laat die dwaasheid toch!
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Waar zou ik met die schande heen moeten? En jijzelf zou in Israël als een eerloze dwaas gelden. Spreek er dan liever de koning over aan; hij zal je mijn hand niet weigeren.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Maar Amnon wilde niet luisteren naar wat ze zei; hij maakte zich met geweld van haar meester en sliep met haar.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Daarna echter kreeg hij een hevige afkeer van haar, een afkeer nog heviger dan de liefde, waarmee hij haar eerst had bemind, en hij zei tot haar: `Vooruit, maak dat je wegkomt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Tamar zei: `Eerst doe je me zo iets afschuwelijks aan en nu stuur je me nog weg ook?' Maar hij wilde niet naar haar luisteren.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Hij riep zijn kamerdienaar en zei: `Zet die vrouw mijn huis uit, de straat op, en doe de deur achter haar op de grendel.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Tamar werd in haar lange kleed - dat droegen de koningsdochters vroeger, zolang ze ongehuwd waren - door Amnons kamerdienaar op straat gezet en de deur ging achter haar op de grendel.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen strooide Tamar as op haar hoofd, scheurde het lange kleed dat ze droeg doormidden, legde haar hand op haar hoofd en ging jammerend heen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Haar broer Absalom vroeg haar: `Heeft je broer Amnon zich aan je vergrepen? Als het zo is, moet je er maar over zwijgen; hij is nu eenmaal je broer. Trek het je maar niet al te zeer aan.' En Tamar ging in het huis van haar broer Absalom wonen, als een verlaten vrouw.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Koning David was woedend, toen hij vernam wat er gebeurd was.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Absalom wisselde geen woord meer met Amnon; Absalom haatte hem, omdat hij zijn zuster Tamar had onteerd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Twee jaar later wilde Absalom bij gelegenheid van het scheren van de schapen alle zonen van de koning uitnodigen om naar Ba„l-chasor, nabij Efraïm, te komen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Hij begaf zich dus naar de koning en zei: `De scheerders zijn bij uw dienaar aan het werk. Uw dienaar zou graag willen dat de koning en zijn hovelingen met hem meegingen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Maar de koning antwoordde: `Neen, mijn zoon, wij moeten niet allemaal meegaan; we zouden je overlast bezorgen.' En hoe Absalom ook bij hem aandrong, de koning weigerde hem te vergezellen en gaf hem zijn beste wensen mee.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Maar Absalom zei: `Als u niet wilt, laat dan tenminste mijn broer Amnon met ons meegaan.' De koning antwoordde: `Waarom zou hij?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen Absalom bleef aandringen, liet hij echter Amnon en de andere zonen van de koning met hem meegaan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Absalom gaf zijn dienaren de volgende opdracht: `Luistert eens hier! Als Amnon vrolijk wordt van de wijn en ik jullie beveel: Slaat Amnon neer! dan moeten jullie hem doden. Weest niet bang, je doet het op mijn bevel. Houdt goede moed en gedraagt je als mannen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De dienaren van Absalom deden met Amnon wat Absalom bevolen had. Alle zonen van de koning renden weg; ze sprongen op hun muildieren en namen de vlucht.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Terwijl ze nog onderweg waren, drong tot David het gerucht door: `Absalom heeft alle koningszonen laten doden; niet een is er in leven gebleven.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
De koning stond op, scheurde zijn kleren doormidden en wierp zich op de grond; al zijn hovelingen stonden met gescheurde kleren om hem heen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Maar Jonadab, de zoon van Davids broer Sima, nam het woord en zei: `Laat mijn heer niet denken dat ze al die jongemannen, al de zonen van de koning gedood hebben. Alleen Amnon is dood. Sinds de dag dat zijn zuster Tamar werd onteerd, stond al op Absaloms gezicht te lezen dat dit zou komen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Mijn heer en koning moet zich geen zorgen maken, alsof de koningszonen allen gedood zijn. Ik verzeker u: alleen Amnon is dood.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Absalom nam de vlucht. Een dienaar die op de uitkijk stond, zag opeens achter zich een grote menigte de weg afkomen, langs de flank van de berg.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Toen zei Jonadab tot de koning: `Daar komen de zonen van de koning aan; het is zoals uw dienaar gezegd heeft.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Nauwelijks was hij uitgesproken of daar waren de zonen van de koning; ze begonnen luidkeels te wenen en ook de koning en zijn hovelingen barstten in tranen uit.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Absalom had de vlucht genomen en was naar Talmai gegaan, de zoon van Ammichur, de koning van Gesur. David bleef rouwen over zijn zoon, dag in dag uit.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Absalom had de vlucht genomen en was naar Gesur gegaan; daar vertoefde hij drie jaar.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Tenslotte zag koning David ervan af, tegen Absalom te velde te trekken; hij had zich met de dood van Amnon verzoend.
Referenties naar alinea 2 Samuel 13 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Het ontging Joab, de zoon van Seruja, niet dat de koning naar Absalom verlangde; hij zond daarom een boodschap naar een wijze vrouw in Tekoa en liet haar bij zich komen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij zei tot haar: `Doe alsof u in de rouw bent; trek rouwkleren aan, gebruik geen zalfolie en gedraag u als een vrouw die al jaren over een dode rouwt.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Begeef u dan naar de koning en zeg hem dit.' En Joab legde haar de woorden in de mond.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen de vrouw uit Tekoa bij de koning gekomen was, boog zij zich voor hem neer tot op de grond, bracht hem haar hulde en zei: `Red mij, koning!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De koning vroeg haar: `Wat is er met u?' Zij antwoordde: `Ach, ik ben een weduwvrouw, mijn man is gestorven.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Uw dienares had twee zonen. Die kregen ruzie, terwijl ze buiten de stad waren, waar niemand tussenbeide kon komen, en toen heeft een van hen de ander doodgeslagen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Het gevolg is, dat de hele familie zich nu tegen uw dienares gekeerd heeft en dat ze tegen mij zeggen: Lever de broedermoordenaar aan ons uit; omdat hij zijn broer vermoord heeft willen wij hem doden; daarmee ruimen we ook de erfgenaam uit de weg. Zo willen ze het kolenvuurtje doven dat mij nog gebleven was en willen ze verhinderen dat mijn man een naam en nazaat heeft op aarde.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De koning zei tot de vrouw: `Ga maar naar huis; ik zal uw zaak persoonlijk behartigen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar de vrouw uit Tekoa zei: `Jawel, mijn heer en koning, maar ze zullen mij en mijn familie toch de schuld geven, terwijl de koning en zijn troon vrijuit gaan.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Daarop zei de koning: `Als iemand iets tegen u wil inbrengen, verwijst u hem maar naar mij: dan laat hij u verder wel met rust.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen zei de vrouw: `Laat de koning er Jahwe bij noemen, uw God, dan vergroot de bloedwreker het onheil niet en ruimen ze mijn zoon niet uit de weg.' De koning beloofde: `Zowaar Jahwe leeft, geen haar op het hoofd van uw zoon zal worden gekrenkt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De vrouw vroeg toen: `Mag uw dienares nog iets zeggen tegen mijn heer de koning?' `Ga uw gang,' antwoordde hij.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Daarop zei de vrouw: `Waarom bent u iets dergelijks dan wel van plan met het volk van God? Door zijn woorden heeft de koning zichzelf in staat van beschuldiging gesteld: hij laat namelijk zelf degene die hij verstoten heeft niet terugkeren.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Wij sterven allen en zijn dan als water dat op de grond is uitgegoten en niet meer kan worden opgevangen, maar zolang God het leven niet wegneemt, is Hij erop bedacht dat een verstotene niet van Hem verwijderd blijft.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
En nu ben ik deze zaak aan de koning, mijn heer, komen voorleggen, omdat de mensen mij vrees aanjoegen. Uw dienares dacht toen: Laat ik mij tot de koning wenden; misschien komt de koning op voor zijn slavin;
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
de koning zal wel luisteren en zijn dienares bevrijden uit de hand van de man die mij en mijn zoon wil uitroeien uit Jahwe's eigen land.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Uw dienares dacht; Het woord van mijn heer de koning brengt wel rust, want mijn heer de koning weet goed en kwaad te onderkennen, als een engel van God. Moge Jahwe, uw God, u bijstaan.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen nam de koning het woord en zei: `Ik zou graag een duidelijk antwoord hebben op de vraag die ik nu ga stellen.' De vrouw zei: `Mijn heer de koning hoeft maar te spreken.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Daarop vroeg de koning: `Heeft Joab hier de hand in?' De vrouw antwoordde: `Zowaar u leeft, mijn heer de koning, als mijn heer de koning iets zegt, valt er niet onder uit te komen, naar geen kant.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Ja, uw dienaar Joab heeft mij opdracht gegeven; hij heeft uw dienares dit verhaal in de mond gelegd; uw dienaar Joab heeft dit gedaan om onder dat mom de eigenlijke zaak ter sprake te brengen; maar mijn heer is zo wijs als een engel van God: hij weet alles wat er op aarde gebeurt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen richtte de koning zich tot Joab en zei: `Goed, ik doe wat u mij voorstelt; ga de jonge Absalom maar terughalen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Joab boog zich tot op de grond om de koning te huldigen en hem zijn eer te betuigen, en hij zei: `Nu mijn heer de koning doet wat zijn dienaar hem vraagt, weet ik dat u mij nog steeds goed gezind bent.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Joab begaf zich naar Gesur en bracht Absalom naar Jeruzalem terug.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De koning zei evenwel: `Hij mag naar zijn huis gaan, maar hij moet mij niet onder de ogen komen.' Absalom ging dus naar zijn huis en kwam de koning niet onder de ogen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Nu was er in heel Israël geen man die zo om zijn schoonheid geprezen werd als Absalom. Van de voetzool tot de kruin was er niets dat hem ontsierde.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Als zijn haren werden geknipt - op gezette tijden moest dit wel, omdat ze hem te zwaar werden - liet hij ze wegen, en dan was het tweehonderd sikkel, naar de koninklijke ijkmaat.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Absalom kreeg drie zonen en een dochter, die Tamar heette; deze Tamar werd een mooie vrouw.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Twee volle jaren woonde Absalom in Jeruzalem zonder dat hij de koning te zien kreeg.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Toen ontbood hij Joab, met de bedoeling die naar de koning te sturen. Maar Joab wilde niet bij hem komen. Absalom ontbood hem nog eens, een tweede keer, en ook toen wilde Joab niet komen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Daarop zei Absalom tot zijn dienaren: `U weet dat Joab een stuk land heeft, grenzend aan het mijne, met gerst erop. Vooruit, steek daar de brand in!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Toen kwam Joab naar Absaloms huis en vroeg hem: `Waarom steken uw dienaren die akker, die van mij is, in brand?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Absalom antwoordde Joab: `Hoor eens, ik had u laten vragen bij mij te komen. Ik wilde u namelijk naar de koning sturen om hem te vragen, waarom ik eigenlijk uit Gesur teruggekomen ben. Ik had er beter kunnen blijven. En nu wil ik de koning zien, en als ik schuldig ben, moet hij me maar doden.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Joab ging dus naar de koning en bracht de boodschap over. Toen liet de koning Absalom roepen. Absalom begaf zich naar de koning, boog zich voor hem neer tot op de grond en bracht hem zijn hulde. En de koning kuste hem.
Referenties naar alinea 2 Samuel 14 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Enige tijd later schafte Absalom zich een staatsiewagen en paarden aan en hij nam een escorte van vijftig man in zijn dienst.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ook ging hij 's morgens vroeg aan de kant van de weg staan die naar de stadspoort leidt; als er dan iemand langs kwam die een klacht had en zijn zaak aan de koning wilde voorleggen sprak Absalom hem aan en vroeg: `Uit welke stad komt u?' Wanneer de man dan antwoordde dat hij uit een van de stammen van Israël kwam,
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
zei Absalom tot hem: `Uw klacht is zeker wel redelijk en gerechtvaardigd, maar bij de koning zult u geen gehoor vinden.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
En Absalom voegde er dan aan toe: `Was er maar iemand die mij als rechter in dit land aanstelde! Bij mij zou iedereen met zijn klacht of rechtszaak kunnen komen: ik verschafte hem wel recht!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
En telkens als iemand naar hem toekwam om hem zijn hulde te brengen, stak Absalom zijn hand uit, hield de man vast en kuste hem.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zo handelde Absalom tegenover alle Israëlieten die naar de koning gingen om recht te krijgen en hij wist waarmee het hart van de mannen van Israël te stelen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Na verloop van vier jaren zei Absalom tot de koning: `Ik wil graag naar Hebron gaan om een gelofte te volbrengen die ik aan Jahwe daar gedaan heb.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Want toen uw dienaar te Gesur in Aram verbleef, heb ik de gelofte afgelegd: Als Jahwe geeft dat ik werkelijk naar Jeruzalem terugkeer, zal ik Hem mijn eerbetoon gaan brengen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De koning antwoordde: `Ga maar; goede reis!' Absalom begaf zich dus naar Hebron.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Tegelijkertijd zond hij onder alle stammen van Israël in het geheim boden rond, tot wie hij zei: 'Zodra u bazuingeschal hoort, moet u roepen: Absalom is koning geworden in Hebron!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Tweehonderd mannen uit Jeruzalem gingen met Absalom mee, genodigden, die hem te goeder trouw en niets vermoedend vergezelden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Ook liet Absalom, toen hij ging offeren, Davids raadsheer, de Giloniet Achitofel komen, uit zijn woonplaats Gilo. Zo won de samenzwering aan kracht en sloten steeds meer mensen zich bij Absalom aan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen kwam bij David een bode met het bericht dat de Israëlieten de zijde van Absalom gekozen hadden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Daarop zei David tot al zijn dienaren die bij hem in Jeruzalem waren: `Vooruit, wij moeten vluchten; anders ontkomen wij niet aan Absalom. Als u niet haastig vertrekt, zal hij ons voor zijn, ons in het onheil storten en zijn zwaard tegen de stad keren.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De dienaren van de koning antwoordden: `Zoals onze heer de koning beslist. Uw dienaren zijn bereid.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Zo vertrok de koning, gevolgd door heel zijn hofhouding: tien bijvrouwen liet hij achter om toezicht te houden op het paleis.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De koning vertrok, gevolgd door heel het leger. Zij hielden halt bij het Verre Huis
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
en al zijn dienaren bleven aan zijn zijde staan, terwijl de Keretieten en Peletieten en ook alle Gittieten, zeshonderd man uit Gat die zich bij hem aangesloten hadden, aan de koning voorbijtrokken.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De koning sprak Ittai de Gittiet aan en vroeg hem: `Waarom gaat ook u met ons mee? Keer terug en blijf bij de koning, want u bent buitenlander en bovendien uit uw woonplaats verbannen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
U bent nog maar nauwelijks aangekomen: moet ik u nu al weer opjagen om met ons te gaan, terwijl ik zelf niet eens weet waar ik terecht kom? Ga terug en laat ook uw broeders teruggaan. Moge Jahwe zijn liefde en trouw aan u bewijzen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Maar Ittai antwoordde: `Zowaar Jahwe leeft en zowaar mijn heer de koning leeft, nooit zal uw dienaar mijn heer de koning verlaten, wat hem ook wacht, de dood of het leven.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Toen zei David tot Ittai: `Dan moet u doorgaan.' En Ittai de Gittiet trok voorbij met al zijn mannen en zijn verdere aanhang.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Alle mensen stonden luid te wenen, terwijl heel dat leger voorbijmarcheerde en de koning vervolgens de beek Kidron overstak en het leger de richting van de woestijn insloeg.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zelfs Sadok en alle levieten waren meegekomen; de ark van het verbond van God, die zij meegedragen hadden, zetten zij daar neer en Abjatar droeg er offers op, totdat het gehele leger uit de stad voorbijgetrokken was.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Toen zei de koning tot Sadok: `Breng de ark van God weer terug naar de stad. Als Jahwe mij goed gezind is, laat Hij mij terugkeren en laat Hij mij de ark en haar woonplaats weerzien.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Maar als Hij laat blijken dat Hij geen behagen in mij heeft, laat Hem dan met mij doen wat Hem goeddunkt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
De koning zei tot Sadok de priester: `Let goed op! Keer rustig naar de stad terug met uw zoon Achimaas en met Jonatan, de zoon van Abjatar, uw twee zonen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Let op! Ik blijf wachten bij de passen naar de woestijn, tot er van u nader bericht komt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Daarop brachten Sadok en Abjatar de ark van God naar Jeruzalem terug en bleven daar.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
David ging de helling van de Olijfberg op. Wenend ging hij naar boven, het hoofd omhuld en barrevoets; ook al degenen die hem vergezelden hadden hun hoofd omhuld en gingen wenend de berg op.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Toen aan David gemeld werd dat ook Achitofel in Absaloms komplot betrokken was, zei hij: `Moge Jahwe de plannen van Achitofel verijdelen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Toen David op de top was aangekomen, waar men zich voor God pleegt neer te buigen, kwam hem Chusai de Arkiet tegemoet; hij had zijn mantel doormidden gescheurd en aarde op zijn hoofd gestrooid.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
David zei tegen hem: `Als u met mij meegaat, bent u mij alleen maar tot last,
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
maar als u naar de stad terugkeert en tegen Absalom zegt: Koning, ik ben uw dienaar; tot nu toe was ik de dienaar van uw vader; voortaan wil ik uw dienaar zijn, - dan kunt u voor mij de plannen van Achitofel verijdelen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Samen met u zijn daar ook de priesters Sadok en Abjatar. Alles wat u in het koninklijk paleis te weten komt kunt u aan die priesters, Sadok en Abjatar, overbrengen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Zij hebben hun twee zonen bij zich, Achimaas van Sadok en Jonatan van Abjatar, en door hen kunt u mij alles berichten wat u te weten komt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Juist toen Absalom Jeruzalem binnentrok, kwam ook Chusai, de vriend van David, in de stad aan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 15 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen David even voorbij de top van de berg was, kwam Siba, de dienaar van Mefiboset, hem tegemoet met een koppel gezadelde ezels die beladen waren met tweehonderd broden, honderd rozijnenkoeken, honderd verse vruchten en een zak wijn.
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De koning vroeg Siba: `Wat wilt u daarmee?' Siba antwoordde: `Op de ezels kan de koninklijke familie rijden, het brood en de verse vruchten zijn voedsel voor de dienaren en de wijn kan gedronken worden door hen die uitgeput raken in de woestijn.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Daarop vroeg de koning: `Maar waar is de zoon van uw heer?' Siba antwoordde: `Die is in Jeruzalem gebleven: hij denkt dat de stammen van Israël hem nu het koningschap van zijn vader gaan teruggeven.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen zei de koning tot Siba: `Zo, dan is alles wat Mefiboset bezit uw eigendom.' Siba antwoordde: `Ik breng u mijn hulde; moge mijn heer de koning mij goed gezind blijven.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen de koning Bachurim bereikt had, kwam daar een man op hem toegelopen; hij was uit hetzelfde geslacht als de familie van Saul en heette Simi, de zoon van Gera. Vloekend en tierend kwam hij de stad uit
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
en hoewel de soldaten en de keurtroepen links en rechts van David liepen, bekogelde hij koning David en zijn gevolg met stenen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Vloekend schreeuwde Simi: `Eruit, bloedhond! Eruit, onverlaat!
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Jahwe wreekt al het bloed van het huis van Saul op jou, omdat jij hem het koningschap afhandig hebt gemaakt; nu geeft Jahwe het aan je zoon Absalom. Zo krijg je de ellende die je toekomt, omdat je een bloedhond bent.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Abisai, de zoon van Seruja, zei tot de koning: `Wat voor recht heeft die dode hond om mijn heer de koning te vervloeken? Zal ik hem zijn hoofd afslaan?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Maar de koning zei: `Is dat soms uw zaak, zoon van Seruja? Als hij David vervloekt, omdat Jahwe hem dat ingegeven heeft, wie mag dan vragen, met welk recht hij het doet?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 10: 1
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
En David zei tot Abisai en tot zijn hovelingen: `Kijk eens, mijn bloedeigen zoon staat mij naar het leven. Wat hebben we dan van een Benjaminiet te verwachten? Laat hem vloeken, want Jahwe heeft het hem ingegeven.
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 11: 1
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Misschien ziet Jahwe neer op mijn ellende en geeft Hij mij het geluk weer terug, in plaats van zijn vervloeking van vandaag.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Daarop trokken David en zijn mannen verder, terwijl Simi langs de flank van de berg mee opliep en maar vloekte, met stenen gooide en stof opjoeg.
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Uitgeput bereikten de koning en zijn gevolg tenslotte een plaats waar zij op adem konden komen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Intussen was Absalom met al het volk, de mannen van Israël, te Jeruzalem aangekomen; Achitofel was bij hem.
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen Davids vriend Chusai, de Arkiet, bij Absalom kwam, riep hij hem toe: `Leve de koning! Leve de koning!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Absalom zei tegen Chusai: `Is dat nu vriendentrouw? Waarom bent u niet meegegaan met uw vriend?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Chusai antwoordde: `Neen, mijn plaats is bij hem die door Jahwe en dit volk en alle mannen van Israël is uitverkoren, en bij hem wil ik blijven.
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
En bovendien: Wie kan ik beter dienen dan Davids zoon? Zoals ik uw vader heb gediend, wil ik ook u dienen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Absalom zei tegen Achitofel: `Overleg nu eens wat ons te doen staat.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Achitofel zei tot Absalom: `U moet naar de bijvrouwen van uw vader gaan, die hij heeft achtergelaten om toezicht te houden op het paleis. Als de Israëlieten horen dat u zich bij uw vader onmogelijk hebt gemaakt, zullen al uw aanhangers daardoor aangemoedigd worden.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 21: 1
Betekenis van de aflaat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Er werd dus voor Absalom een tent gespannen, boven op het dak, en voor de ogen van heel Israël nam Absalom bezit van de bijvrouwen van zijn vader.
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
In die dagen had een raad van Achitofel evenveel gezag als een woord van God zelf; zo was het met elke raad van Achitofel, zowel bij David als bij Absalom.
Referenties naar alinea 2 Samuel 16 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Nu zei Achitofel tot Absalom: `Laat mij twaalfduizend manschappen uitkiezen. Ik wil me gereedmaken om vannacht nog achter David aan te gaan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ik zal hem overvallen, terwijl hij uitgeput en ontmoedigd is, en hem de schrik op het lijf jagen; dan gaat zijn hele aanhang op de vlucht en kan ik de koning alleen neerslaan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Zo zorg ik ervoor dat het leger in zijn geheel naar u terugkeert en in zijn geheel behouden blijft. Het leger is u toch even veel waard als die ene man die u zoekt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Dit voorstel vond instemming bij Absalom en bij al de oudsten van Israël.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen zei Absalom: `Laat ook Chusai de Arkiet komen; wij willen ook horen wat hij te zeggen heeft.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Chusai kwam dus bij Absalom en deze zei tot hem: `Achitofel heeft ons dit voorstel gedaan. Zullen wij daarop ingaan? Zo niet, doet u dan een ander voorstel.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Chusai zei tot Absalom: `Deze keer heeft Achitofel toch geen goede raad gegeven.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
En Chusai vervolgde: `U weet zelf dat het dappere soldaten zijn, uw vader en zijn mannen, en bovendien zijn ze zo verbitterd als een wilde berin die beroofd is van haar jongen. Ervaren krijgsman als uw vader is, zal hij het leger ook geen nachtrust toestaan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij heeft zich natuurlijk verdekt opgesteld, in een grot of ergens anders. En als er dan bij het eerste treffen enkele mensen sneuvelen en dit bekend wordt, gaat al gauw het gerucht rond dat het leger van Absalom een nederlaag heeft geleden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ook een dapper man, met het hart van een leeuw, zou daardoor de moed verliezen. Heel Israël weet toch dat uw vader een dapper man is en dat hij over moedige soldaten beschikt.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarom geef ik u deze raad: Alle Israëlieten, van Dan tot Berseba, moeten zich zo snel mogelijk om u verzamelen, zo talrijk als de zandkorrels aan de zee, en u moet zelf mee ten strijde trekken.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Dan vallen wij hem aan, waar hij zich ook bevindt, en komen we op hem neer zoals de dauw over het land valt: niemand ontkomt er, noch hij noch een van zijn mannen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Heeft hij zich in een stad teruggetrokken, dan laten we daar door alle Israëlieten kabels heenbrengen en trekken wij die stad het dal in, tot er geen stukje steen meer te zien is.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen zeiden Absalom en alle mannen van Israël: `De raad van Chusai de Arkiet is beter dan die van Achitofel.' Jahwe wilde namelijk het goede plan van Achitofel verijdelen, omdat Jahwe Absalom in het verderf wilde storten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Nu zei Chusai aan de priesters Sadok en Abjatar: `Achitofel heeft Absalom en de oudsten van Israël die raad gegeven; ik deze.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Stuur dus vlug een boodschap aan David, dat hij vannacht niet in de passen naar de woestijn dient te blijven, maar aanstonds verder moet trekken; anders wordt de koning omgebracht, met heel zijn aanhang.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Jonatan en Achimaas stonden bij En-rogel en een dienstmeisje ging op en neer om hun berichten te brengen, die zij weer naar David moesten doorgeven; zij konden niet in de stad komen, want dan zouden zij zich verraden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Maar een jongen zag hen daar en bracht hen aan bij Absalom. De twee maakten daarom gauw dat ze wegkwamen. Ze gingen naar het huis van een man in Bachurim die op zijn erf een put had en daar kropen ze in.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De vrouw legde over de opening van de put een dekkleed en strooide daar graankorrels over uit; niemand merkte iets.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen de dienaren van Absalom bij de vrouw aan huis kwamen en vroegen waar Achimaas en Jonatan waren, zei de vrouw: `Die zijn het water overgestoken.' De dienaren van Absalom gingen op zoek en toen ze niets vonden keerden ze naar Jeruzalem terug.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Zodra ze vertrokken waren, klommen de twee uit de put om koning David de boodschap over te brengen. Ze zeiden tot David: `Maak u gereed en steek vlug het water over, want dat en dat plan heeft Achitofel tegen u beraamd.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
David maakte zich dus met heel zijn aanhang gereed; zij staken de Jordaan over en bij het aanbreken van de ochtend was iedereen aan de overkant.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Toen Achitofel bemerkte dat zijn raad niet werd opgevolgd, zadelde hij zijn ezel en ging naar huis, naar zijn woonplaats. Daar stelde hij orde op zijn zaken en verhing zich. Zo stierf Achitofel; hij werd begraven in het graf van zijn vader.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Toen Absalom en alle Israëlieten die hem volgden, de Jordaan overstaken, kwam David reeds te Machanaim aan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
In de plaats van Joab was Amasa door Absalom als bevelhebber van het leger aangesteld. Amasa was de zoon van een man die Jitra heette, een Israëliet, die omgang had gehad met Abigal, een dochter van Nachas en zuster van Seruja, de moeder van Joab.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De Israëlieten en Absalom sloegen hun kamp op in Gilead.
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen David te Machanaim aangekomen was, kwamen daar Sobi, de zoon van Nachas., uit Rabba in het land van de Ammonieten, Makir, de zoon van Ammiël, uit Lo-debar, en Barzillai, de Gileadiet uit Rogelim,
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
met rustbedden, schalen en aardewerk, tarwe en graan, meel en geroosterd koren, bonen en linzen, geroosterd graan,
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
honing en boter, schapen en runderen. Zij boden dat David en zijn leger aan, want zij dachten: `Het leger zal in de woestijn wel hongerig zijn geworden en uitgeput en dorstig.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 17 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
David inspecteerde zijn leger en plaatste het onder bevelhebbers van duizend en bevelhebbers van honderd man.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Een derde deel plaatste David onder het bevel van Joab, een derde deel onder het bevel van Abisai, de zoon van Seruja en broer van Joab, en een derde deel onder het bevel van Ittai, de Gittiet. En de koning zei tot het krijgsvolk: `Ik wil beslist zelf met u ten strijde trekken.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar het volk antwoordde: `Dat moet u niet doen. Als wij soms moeten vluchten, deert het niemand; zelfs als de helft van ons sneuvelde, zou het nog niemand deren. U echter weegt op tegen tienduizend van ons. Neen, het is beter dat u ons vanuit de stad te hulp kunt komen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De koning antwoordde daarop: `Ik zal doen wat u het beste lijkt.' Toen ging de koning aan de zijkant van de poort staan, en heel het leger trok uit, in afdelingen van honderd en van duizend.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Aan Joab, Abisai en Ittai gaf de koning de opdracht: `Zorgt dat de jongen, mijn Absalom, gespaard blijft!' Heel het leger hoorde wat de koning zijn bevelhebbers over Absalom zei.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen trok het leger de vlakte in, de Israëlieten tegemoet, en in de bossen van Efraïm kwam het tot een treffen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Het leger van de Israëlieten werd door de dienaren van David verslagen en het leed zware verliezen: die dag sneuvelden er twintigduizend man.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De strijd greep zo om zich heen dat er in de hele omtrek gevochten werd, en er kwamen die dag nog meer soldaten om door de bossen dan door het zwaard.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Absalom werd door de dienaren van David gevonden. Toen namelijk het muildier waarop Absalom reed, onder een grote eik doorging, raakte Absaloms hoofd tussen de takken beklemd, en omdat zijn muildier verder liep kwam hij tussen hemel en aarde te hangen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Een soldaat zag dat en meldde het aan Joab: `Ik heb Absalom gevonden! Hij hangt in een eik.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Joab zei tot de man die hem dit kwam melden: `Als je dat gezien hebt, waarom heb je hem dan niet meteen neergeslagen?' Ik had je tien zilverstukken en een gordel gegeven.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Maar de man antwoordde Joab: `Al voelde ik het gewicht van duizend zilverstukken in mijn handen, aan de zoon van de koning zou ik me niet vergrijpen. Wij hebben zelf gehoord dat de koning u en Abisai en Ittai opdracht gaf, Absalom, zijn jongen, te ontzien.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Had ik hem tegen het bevel in vermoord, dan was alles de koning bekend geworden en dan had u er zich buiten gehouden.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Maar Joab zei: `Welneen, ik ga je zelfs voor!' Hij nam drie pieken en stootte daarmee Absalom, die nog levend midden in de eik hing, in het hart.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Tien dienaren, wapendragers van Joab, gingen om Absalom heenstaan en sloegen hem dood.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen liet Joab de bazuin blazen en het leger staakte de achtervolging van de Israëlieten, want Joab wilde het leger sparen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Zij haalden Absalom weg, wierpen hem in een diepe kuil, ergens in het bos, en stapelden er een geweldige hoop stenen bovenop. Intussen vluchtten alle Israëlieten naar hun tenten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Tijdens zijn leven had Absalom voor zichzelf het monument laten oprichten dat in het Koningsdal staat. Hij dacht: `Ik heb geen zoon die mijn naam in herinnering kan houden.' Daarom had hij het monument naar zichzelf genoemd en het heet: het gedenkteken van Absalom, tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Achimaas, de zoon van Sadok, zei: `Laat mij naar de koning rennen om hem de goede tijding te brengen, dat Jahwe hem recht heeft verschaft en hem bevrijd heeft uit de hand van zijn vijanden.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Maar Joab antwoordde: `Vandaag hebt u niets goeds te berichten; dat moet u een andere keer maar doen; vandaag bericht u niets goeds, want de zoon van de koning is dood.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
En Joab gaf bevel aan een Kusiet, die de koning moest berichten wat hij gezien had. De Kusiet maakte een diepe buiging voor Joab en rende weg.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Maar Achimaas, de zoon van Sadok, richtte zich opnieuw tot Joab en zei: `Hoe dan ook, ik ga toch, achter de Kusiet aan.' Joab antwoordde: `Waarom zoudt u gaan, mijn zoon? U hebt immers geen bericht waarvoor u beloond wordt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Maar toen hij antwoordde: `Hoe dan ook, ik ga erheen,' zei Joab: `Ga dan maar.' Achimaas nam de weg door de Jordaanstreek en kreeg een voorsprong op de Kusiet.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
David zat tussen de beide poortdeuren. Een wachter klom op het dak van het poortgebouw, boven op de muur, en toen hij rondkeek, zag hij iemand die heel alleen kwam aanrennen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De wachter liet het de koning melden en deze zei: `Als hij alleen is, brengt hij goed nieuws.' Terwijl de man steeds dichterbij kwam,
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
zag de wachter dat er nog een ander aan kwam rennen. Hij riep de poortwachter toe: `Daar komt nog iemand aan, helemaal alleen.' De koning zei: `Ook die brengt goed nieuws.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Daarop zei de wachter: `Naar zijn gang te oordelen is de eerste Achimaas, de zoon van Sadok.' De koning antwoordde: `Een goed man, die zeker met goed nieuws komt!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Achimaas riep de koning toe: `Alles is goed!' Diep gebogen bracht hij de koning zijn hulde en zei: `Geprezen zij Jahwe uw God, die afgerekend heeft met degenen die zich tegen mijn heer de koning gekeerd hadden.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Maar de koning vroeg: `Is met de jongen, met Absalom ook alles goed?' Achimaas antwoordde: `Toen Joab, de dienaar van de koning, mij wegstuurde zag ik wel een grote oploop, maar wat er aan de hand was weet ik niet.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
De koning zei: `Wacht hier even terzijde.' Achimaas deed dat.
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Nu kwam ook de Kusiet aan. Hij zei: `Ik heb goed nieuws voor mijn heer de koning. Jahwe heeft u recht verschaft tegenover allen die tegen u in opstand waren gekomen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Maar de koning vroeg de Kusiet: `Is alles goed met de jongen, met Absalom? Toen zei de Kusiet: `Het was te wensen dat het alle vijanden van mijn heer de koning, allen die kwaad tegen u beramen, op dezelfde wijze verging als het die jongeman vergaan is.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 18 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Diep geschokt trok de koning zich terug in de bovenkamer van het poortgebouw; wenend liep hij op en neer, terwijl hij bleef roepen: `Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! Ach was ik maar in jouw plaats gestorven, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 1: 1
Salvifici doloris ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Aan Joab werd bericht: `De koning weent en treurt over Absalom.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
En bij iedereen die hoorde dat de koning verdriet had om zijn zoon, verkeerde de overwinningsroes op slag in rouw.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De soldaten slopen als dieven de stad in, die dag, en het leek wel een leger dat smadelijk uit de strijd gevlucht was.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De koning had zijn gezicht bedekt en riep luidkeels: `Mijn zoon Absalom, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Joab trad bij de koning binnen en zei: `U valt vandaag uw dienaren wel af! Zij hebben vandaag uw leven gered, het leven van uw zonen en dochters, het leven van uw bijvrouwen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Was dat alleen maar om nu te zien dat u liefhebt die u haten en haat die u liefhebben? U laat vandaag wel blijken dat uw officieren en manschappen bij u niet meetellen. Als Absalom nog leefde en wij allemaal dood waren, zoudt u tevreden zijn: dat zie ik vandaag wel!
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Vooruit, ga nu naar buiten en stel uw dienaren tevreden. Want ik zweer u bij Jahwe: Als u niet naar buiten komt, blijft er vannacht niet een man bij u. En dat zou een groter onheil voor u zijn dan al het onheil dat u ooit heeft getroffen, van uw jonge jaren af tot vandaag toe.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Daarop nam de koning plaats in de poort. En toen het leger hoorde dat de koning in de poort zat, kwamen alle soldaten voor hem staan. De Israëlieten waren naar hun tenten gevlucht.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Er ontstond onenigheid onder het volk, bij alle stammen van Israël. Er werd gezegd: `De koning heeft ons bevrijd uit de macht van onze vijanden; hij is het die ons verlost heeft uit de macht van de Filistijnen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zeker, hij is voor Absalom het land uit gevlucht, maar nu is Absalom, die wij tot koning over ons gezalfd hadden in de strijd omgekomen. Wat aarzelt u dan nog om de koning terug te halen?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Daarom zond David aan de priesters Sadok en Abjatar de volgende boodschap: `U moet de oudsten van Juda toespreken en hun zeggen: Waarom zoudt u de laatsten zijn om de koning terug te halen naar zijn paleis? - Wat de Israëlieten van plan waren was namelijk tot bij de koning doorgedrongen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
U bent mijn broeders, mijn eigen gebeente en vlees: waarom zoudt u dan de laatsten zijn om de koning terug te halen?
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
En tot Amasa moet u zeggen: U bent toch mijn eigen gebeente en vlees. God moge dit en dat met mij doen en nog erger: u zult voortaan als bevelhebber in mijn dienst staan, in plaats van Joab.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zo wist David alle Judeeërs zonder uitzondering over te halen en zij stuurden aan de koning deze boodschap: `Keer terug met al uw dienaren.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen begaf de koning zich op de terugweg en hij bereikte de Jordaan. De Judeeërs waren naar Gilgal getrokken, de koning tegemoet; zij wilden de koning behulpzaam zijn bij het oversteken van de Jordaan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Simi, de zoon van Gera, de Benjaminiet uit Bachurim, had zich gehaast met de Judeeërs mee te komen, koning David tegemoet.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Hij had duizend Benjaminieten bij zich, onder wie Siba, de beheerder van het huis van Saul, met zijn vijftien zonen en twintig knechten. Zij spoedden zich naar de Jordaan en nog voor de koning er was staken zij over om de koninklijke familie bij de overtocht te helpen en hem van dienst te zijn.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Simi, de zoon van Gera, wierp zich voor de koning neer, toen deze de Jordaan zou oversteken
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
en zei tot hem: `Moge mijn heer mij niet als schuldig beschouwen en moge hij niet meer denken aan de schuld die uw dienaar op zich geladen heeft, toen mijn heer de koning uit Jeruzalem vertrok. Ik hoop dat de koning daar geen aandacht meer aan zal schenken.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Ik, uw dienaar, weet dat ik misdaan heb, maar nu ben ik toch gekomen: als eerste van de hele stam Jozef ben ik mijn heer de koning tegemoetgegaan.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Abisai, de zoon van Seruja, kwam toen tussenbeide en zei: `Moet die Simi nu ineens niet meer sterven? Hij heeft toch zeker de gezalfde van Jahwe vervloekt!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Maar David zei: `Wat heb ik met u te maken, zonen van Seruja, en waarom probeert u mij tegen te werken, juist vandaag? Vandaag mag er in Israël niemand gedood worden. Ik weet te goed dat ik vandaag weer koning over Israël ben.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
En tot Simi zei de koning toen: `U wordt niet gedood.' En dat bevestigde de koning hem met een eed.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Ook Mefiboset, de zoon van Saul, was de koning tegemoet gekomen. Vanaf het ogenblik dat de koning uit Jeruzalem was vertrokken tot op de dag dat hij behouden terugkwam, had Mefiboset zijn voeten niet verzorgd, zijn baard niet gekamd en zijn kleren niet gewassen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen hij ter Jeruzalem de koning tegemoet kwam, vroeg de koning hem: `Waarom bent u niet met mij meegegaan, Mefiboset?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Hij antwoordde: `Mijn heer de koning, Siba, mijn dienaar, heeft mij bedrogen. Ik was van plan, mijn ezelin te zadelen en zo met de koning mee te rijden, omdat ik niet lopen kan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Mijn dienaar heeft mij bij mijn heer de koning belasterd. Maar mijn heer de koning is als de engel van God. Doe wat u goeddunkt.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Ofschoon mijn hele familie niets anders van mijn heer de koning te verwachten had dan de dood, hebt u uw dienaar opgenomen onder degenen die aan uw tafel eten. Welk recht heb ik dan nog, mij nu bij de koning te beklagen?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Maar de koning zei tot hem: `U hoeft er geen verdere woorden aan te besteden. Bij dezen beslis ik dat u en Siba de landerijen delen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Maar Mefiboset zei tot de koning: `Nu de koning behouden thuisgekomen is, mag Siba wel alles nemen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Barzillai, de Gileadiet, was uit Rogelim gekomen om de koning bij de overtocht over de Jordaan behulpzaam te zijn en daar bij de Jordaan afscheid van hem te nemen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Barzillai was hoogbejaard, tachtig jaar oud. Hij was het die voor de koning gezorgd had tijdens diens verblijf in Machanaim, want hij was een zeer vermogend man.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
De koning zei tot Barzillai: `Trek toch met mij mee naar de overkant; dan zal ik voor u zorgen, bij mij in Jeruzalem.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Maar Barzillai antwoordde de koning: `Hoe lang heb ik nog te leven, dat ik met de koning mee naar Jeruzalem zou gaan?
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Ik ben nu tachtig en ik merk tussen prettig en onprettig geen verschil meer; ik proef niet meer wat ik eet of drink en de stemmen van zangers en zangeressen doen mij niets meer. Waarom zou dan uw dienaar u, mijn heer de koning, nog tot last zijn?
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Het betekent ook niet veel dat uw dienaar de koning over de Jordaan geleidt: waarom zou de koning mij zo belonen?
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Ik ga liever naar huis om in mijn eigen stad te sterven, bij het graf van mijn vader en moeder. Maar u hebt hier uw dienaar Kimham: laat die mijn heer de koning vergezellen; hem kunt u dan weldoen zoveel als u wilt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Toen sprak de koning: `Goed, laat Kimham dan met mij meegaan; ik zal hem weldoen zoals u verlangt; al uw wensen zal ik vervullen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Heel het leger stak de Jordaan over en ook de koning stak over. De koning kuste Barzillai en nam afscheid van hem, waarop Barzillai naar zijn woonplaats terugkeerde.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Toen trok de koning verder naar Gilgal en Kimham ging met hem mee; heel het leger van Juda en ook de helft van het leger van Israël hadden de koning bij zijn overtocht geholpen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Nu kwamen echter de Israëlieten in groten getale bij de koning en zeiden tot hem: `Met welk recht hebben onze broeders, de mannen van Juda, beslag op u gelegd en hebben zij de koning met zijn familie en alle mannen van David met hem over de Jordaan gebracht?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
De Judeeërs gaven de Israëlieten ten antwoord: `Omdat de koning ons na staat. Waarom bent u daar kwaad om? Hebben wij soms op kosten van de koning gegeten? Zijn wij er beter op geworden?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Maar de Israëlieten antwoordden de Judeeërs: `Wij hebben een tienvoudig recht op de koning en ook David is meer van ons dan van u. Waarom kleineert u ons dan? Zijn wij niet het eerst op de gedachte gekomen, onze koning terug te halen?' Maar het antwoord van de Judeeërs was nog scherper dan de woorden van de Israëlieten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 19 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Nu was er een onverlaat, Seba geheten, de zoon van Bikri, een Benjaminiet; hij stak de bazuin en riep: `Met David hebben wij niets te maken, en met de zoon van Isaï hebben wij niets gemeen! Ieder naar zijn tenten, Israël!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen lieten de Israëlieten David in de steek en volgden Seba, de zoon van Bikri; maar de Judeeërs bleven hun koning volgen, van de Jordaan tot Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
In zijn paleis te Jeruzalem teruggekeerd, liet David de tien bijvrouwen, die hij had achtergelaten om toezicht te houden op het paleis, in een goed bewaakt huis onderbrengen. Hij zorgde wel voor die vrouwen, maar had met haar geen omgang meer; tot de dag van haar dood bleven zij opgesloten, onbestorven weduwen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De koning gaf Amasa het bevel: `Ga de Judeeër s bijeenroepen! Drie dagen en dan moet u weer hier zijn!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Amasa vertrok dus om de Judeeërs bijeen te roepen, maar hij bleef langer weg dan hem was toegestaan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen zei David tot Abisai: `Zo wordt Seba, de zoon van Bikri, voor ons nog gevaarlijker dan Absalom! Neem de dienaren van David, uw heer, zet Seba na en geef hem geen kans een versterkte stad te bereiken en zich aan ons te onttrekken.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Met Abisai vertrokken de mannen van Joab, de Keretieten en de Peletieten; alle keurtroepen verlieten Jeruzalem om Seba, de zoon van Bikri, te achtervolgen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ze waren bij de grote steen in Gibeon, toen hun Amasa tegenkwam. Joab droeg over zijn gewaad een wapenrok, gegord aan zijn heup, een zwaard in de schede. Terwijl hij op Amasa toeging, kwam dat zwaard te voorschijn.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Met zijn rechterhand vatte hij Amasa bij de baard om hem te kussen en vroeg: `Gaat het u goed, mijn broeder?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Amasa lette niet op het zwaard in Joabs hand; deze stak het hem in de buik, zodat zijn ingewanden naar buiten kwamen en Amasa zonder een tweede stoot bezweek. Daarop zetten Joab en zijn broer Abisai de achtervolging van Seba, de zoon van Bikri, weer voort.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Een van de jonge mannen uit Joabs gevolg ging bij Amasa staan en riep: `Wie aan de kant van Joab staat en voor David is, hij volge Joab!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Badend in zijn bloed lag Amasa midden op de weg; omdat de man merkte dat het leger niet in beweging kwam, sleepte hij Amasa van de weg af, de berm in; maar toen hij zag dat alle voorbijgangers bij het lijk bleven staan, wierp hij er een kleed overheen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zodra Amasa van de weg was verwijderd, gingen alle soldaten met Joab mee om Seba, de zoon van Bikri, te achtervolgen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Dwars door het gebied van de stammen van Israël was die naar Abelbet-maaka getrokken, aan het hoofd van de verzamelde Bikrieten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Het leger van Joab rukte op naar Abel-bet-maaka en sloot Seba daar in: ze wierpen een wal op tegen de buitenmuur van de stad en trachtten de stadsmuur te ondermijnen om hem te doen instorten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Vanuit de stad riep een vrouw, die begreep wat er gebeurde: `Luistert, luistert! Zegt aan Joab dat hij niet moet komen; ik wil met hem spreken.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen Joab naderbij was gekomen, vroeg de vrouw: `Bent u Joab?' Hij antwoordde: `Ja.' Daarop zei de vrouw tot hem: `Luister naar uw dienares.' Joab antwoordde: `Ik luister.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen zei de vrouw: `In de oude tijd placht men te zeggen: Als je raad nodig hebt, ga dan naar Abel: zo worden moeilijkheden opgelost.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Wij zijn vredelievende en getrouwe Israëlieten, en u bent van plan, deze stad uit te moorden, terwijl het nog wel een moederstad is in Israël. Met welk recht wilt u Jahwe's eigendom verslinden?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Joab antwoordde: `Geen sprake van, dat ik de stad wil verslinden of verwoesten!
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Daar gaat het niet om. Maar een man uit het gebergte van Efraïm, een zekere Seba, de zoon van Bikri, is in opstand gekomen tegen koning David. Wanneer u wilt dat ik het beleg van de stad opbreek, hoeft u alleen die man maar uit te leveren.' Toen zei de vrouw: `Goed, u krijgt zijn hoofd over de muur geworpen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
En de vrouw gebruikte al haar wijsheid om de inwoners van de stad te overreden; zij sloegen Seba het hoofd af en wierpen het Joab toe. Toen liet hij de bazuin steken; ze braken het beleg van de stad op en verspreidden zich naar hun tenten; Joab keerde terug naar de koning in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Joab voerde het bevel over het gehele leger van Israël, en Benaja, de zoon van Jojada, commandeerde de Keretieten en Peletieten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Adoram was met de leiding van de herendienst belast; Josafat, de zoon van Achilud was raadsheer;
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Sewa was schrijver, en Sadok en Abjatar waren priester.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Ook Ira, de Jaïriet, stond als priester in de dienst van David.
Referenties naar alinea 2 Samuel 20 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In de dagen van David was er hongersnood, drie jaar achtereen, en David raadpleegde Jahwe. Jahwe zei: `Op Saul en zijn huis rust een bloedschuld, vanwege de Gibeonieten die hij gedood heeft.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen ontbood de koning de Gibeonieten en had een gesprek met hen. De Gibeonieten behoorden niet tot het volk van Israël; het waren overgebleven Amorieten. Hoewel de Israëlieten met hen een verdrag hadden gesloten, had Saul, in zijn hartstochtelijke ijver voor het volk van Israël en Juda, hen proberen uit te roeien.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
David vroeg de Gibeonieten: `Wat moet ik voor u doen? Hoe kan ik de schuld delgen, zodat u weer zegen doet komen over Jahwe's eigen land?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De Gibeonieten antwoordden: `Zilver en goud willen wij niet en iemand in Israël ter dood brengen kunnen wij niet.' David zei: `Wat u ook zegt, ik zal het voor u doen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen zeiden de Gibeonieten tot de koning: `De man die ons uitmoordde, die ons zo volkomen wilde vernietigen dat er op het grondgebied van Israël niemand van ons meer over zou blijven,
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
uit het nageslacht van die man moeten ons zeven mannen worden uitgeleverd. Wij willen hen ophangen voor Jahwe te Gibea van Saul, Jahwe's uitverkorene.' De koning zei: `Ik zal ze uitleveren.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Maar de koning wilde Mefiboset sparen, de zoon van Jonatan, de zoon van Saul, omwille van de bij Jahwe gezworen eed, die David verbond met Jonatan, de zoon van Saul.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Daarom nam de koning de twee zonen die Rispa, de dochter van Aija, aan Saul geschonken had, en ook de vijf zonen die Mikal, de dochter van Saul, geschonken had aan Adriël, de zoon van Barzillai, de Mecholatiet,
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
en hij leverde die aan de Gibeonieten uit. De Gibeonieten brachten hen naar de berg en hingen hen daar voor Jahwe op; zo vonden zij alle zeven de dood. Het was in de eerste dagen van de oogst, bij het begin van de gersteoogst, toen zij ter dood gebracht werden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Rispa, de dochter van Aija, spreidde haar rouwkleed op de rots uit en zij bleef daar vanaf het begin van de gersteoogst totdat het water uit de hemel over hen neerstroomde. Zij gaf noch roofvogels overdag, noch de wilde dieren 's nachts de kans zich op de lijken te werpen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen men David mededeelde wat Rispa, de dochter van Aija, de bijvrouw van Saul, gedaan had,
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
liet hij het gebeente van Saul en diens zoon Jonatan weghalen bij de burgers van Jabes in Gilead; die hadden het namelijk heimelijk weggevoerd van het plein te Bet-san, waar de Filistijnen de lijken hadden opgehangen, na hun overwinning op Saul in Gilboa.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Nadat David het gebeente van Saul en diens zoon Jonatan had laten overbrengen, verzamelde men ook het gebeente van de gehangenen
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
en begroef dat met het gebeente van Saul en diens zoon Jonatan in het land van Benjamin, te Sela, in het graf van zijn vader Kis. Toen de opdracht van de koning was uitgevoerd, liet God zich ten gunste van het land verbidden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen de Filistijnen weer eens in oorlog waren met de Israëlieten trok David met zijn getrouwen uit. Tijdens het gevecht tegen de Filistijnen raakte David uitgeput.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Nu was er een zekere Jisbibenob, een afstammeling van Rafa; het gewicht van zijn lans bedroeg driehonderd sikkel aan brons en er hing een nieuw zwaard aan zijn gordel. Hij dreigde David neer te slaan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Maar Abisai, de zoon van Seruja, kwam David te hulp en sloeg de Filistijn dood. De manschappen van David bezwoeren bij die gelegenheid hun koning: `U moet nooit meer met ons te strijd trekken! U moogt de lamp van Israël niet uitdoven!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
En toen het enige tijd later weer tot een gevecht kwam met de Filistijnen, in Gob, versloeg Sibbekai de Chusatiet een andere afstammeling van Rafa, Saf genaamd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
En toen het enige tijd later nogmaals tot een gevecht kwam met de Filistijnen, in Gob, versloeg Elchanan, de zoon van Jaare-oregim, uit Betlehem, de Gittiet Goliat, wiens lansschacht als een weversboom was.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen het enige tijd later opnieuw tot een gevecht kwam, in Gat, trad daar een reus van een man op, die aan iedere hand zes vingers en aan ieder voet zes tenen had, vierentwintig tenen en vingers. Ook hij was een afstammeling van Rafa.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Hij daagde Israëlieten honend uit en Jonatan, de zoon van Sima, de broer van David, sloeg hem neer.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Deze vier waren afstammelingen van Rafa in Gat; zij sneuvelden door de hand van David en van zijn getrouwen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 21 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Nadat Jahwe hem gered had uit de hand van al zijn vijanden en uit de hand van Saul, richtte David tot Jahwe het volgende lied:
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 1: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Jahwe, mijn rots, mijn vesting, mijn verlosser,
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 2: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
mijn God, mijn rots - ik schuil bij Hem; mijn schild, de horen die mij redt, mijn citadel, mijn toevlucht, mijn bevrijder: uit het geweld bevrijdt Gij mij.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 3: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Jahwe - Hij zij geprezen; roep ik aan en ik ben van mijn vijanden verlost.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 4: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De wilde golven van de dood omgaven mij en stromen onheil sloegen op mij neer;
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 5: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
ik zat gebonden in de koorden van de onderwereld; de strikken van de dood bedreigden mij.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 6: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen, in mijn nood, riep ik tot Jahwe, riep ik mijn God om hulp. Hij heeft mijn stem gehoord, daar in zijn tempel; mijn hulpgeroep klonk in zijn oren.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 7: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De aarde beefde en schokte; de hemel schudde op zijn fundamenten: zij sidderde omdat Hij toornig was.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 8: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Er kwam rook uit zijn neus en verterend vuur uit zijn mond, die gloeiende kolen spuwde.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 9: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Hij boog het zwerk naar omlaag en daalde neer: duistere wolken onder zijn voeten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 10: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Hij reed op een kerub, in vliegende vaart; op de vleugels van de storm kwam Hij aan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 11: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Duisternis had Hij gezet als een tent om zich heen, dichte wateren, samengepakte wolken.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 12: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De gloed voor Hem uit deed kolen ontvlammen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 13: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Uit de hemel liet Jahwe zijn donder weergalmen; de Allerhoogste verhief zijn stem.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 14: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Hij schoot zijn pijlen - Hij dreef hen uiteen, bliksemflitsen - Hij stichtte paniek.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 15: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De diepten der zee werden zichtbaar; de fundamenten der aarde kwamen bloot door Jahwe's dreigende stem, de woedende storm uit zijn neus.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 16: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Uit den hoge reikte Hij, greep Hij mij vast en trok mij op uit de watervloed;
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 17: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
aan mijn machtige vijand ontrukte Hij mij, aan hen die mij haatten en die ik niet aankon.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 18: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hij kwam tot mij op de dag van mijn rampspoed; Hij werd mijn houvast, Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 19: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Hij nam mij mee en gaf mij weer ruimte; Hij heeft mij ontzet omdat Hij mij liefheeft.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 20: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Jahwe heeft mij mijn vroomheid vergolden, mijn zuivere handen beloond,
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 21: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
want Jahwe's wegen heb ik gehouden. Ik heb met mijn God niet gebroken:
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 22: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
al zijn wetten hield ik voor ogen en van zijn geboden week ik niet af.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 23: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Smetteloos ben ik voor Hem gebleven en ik hield mij ver van de zonde.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 24: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Jahwe heeft mijn vroomheid beloond. de onschuld die Hij in mij vond,
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 25: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
want trouw zijt Gij voor de trouwe en voor de volmaakte volmaakt;
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 26: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
de reine ervaart dat Gij rein zijt, maar de dwarse zit gij dwars.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 27: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
De kleine man komt Gij bevrijden; de grote ziet Gij niet aan.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 28: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Jahwe, Gij zijt mijn lamp; Jahwe maakt mijn duister licht.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 29: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Zijt Gij met mij: op een hele schare storm ik los; met mijn God is geen muur mij te hoog.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 30: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Wat hij doet, deze God, is volmaakt; Jahwe's woord is bestand tegen vuur; een schild is Hij voor wie bij Hem schuilen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 31: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Want wie is er God behalve Jahwe; wie een rots dan Hij, onze God?
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 32: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Deze God, mijn bolwerk, mijn kracht, die steeds het volmaakte doet;
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 33: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
mijn voeten heeft Hij gemaakt als de voeten van hinden; op de hoogten heeft Hij mij staande gehouden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 34: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Mijn handen heeft Hij geleerd de wapens te voeren; mijn armen spannen de koperen boog.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 35: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Gij hebt mij het reddende schild gegeven en sterk mij gemaakt door uw zorg.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 36: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Voor mijn voeten hebt Gij ruimte gemaakt; mijn enkels beefden niet.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 37: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Mijn vijanden zette ik na; ik heb hen verdelgd; ik kwam niet weerom, aleer zij waren verslagen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 38: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Ik sloeg hen aan stukken; zij stonden niet meer op; aan mijn voeten bleven ze liggen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 39: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Gij hebt mij met kracht omgord tot de strijd en mijn vijand voor mij doen bukken.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 40: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Hij hebt mij de nek laten zien van de vijand; mijn tegenstanders heb ik vernietigd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 41: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Zij riepen om hulp; er was geen redder; zij riepen tot Jahwe - Hij gaf hun geen antwoord.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 42: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Ik heb hen verpulverd als stof op de grond, vertrapt en vertreden als modder op straat.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 43: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Gij hebt mij gered van mijn volk in oproer; Gij hebt mij behoed voor het gif van de volken.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 44: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Volken die ik niet kende werden mij dienstbaar; vreemden zoeken mijn gunst;
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 45: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
zij horen van mij en gehoorzamen al; vreemden verliezen de moed en komen hun schuilhoeken uit.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 46: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Leve Jahwe, gezegend mijn rots, geprezen mijn God, de rots die mij redde,
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 47: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
de God die mij wraak heeft vergund en de volken onder mijn macht gebracht,
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 48: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
die mij heeft verlost van de vijand. Gij hebt mij verheven boven mijn haters, mijn ontrukt aan de daders van onrecht.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 49: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Daarom prijs ik U onder de volken, Jahwe, maak ik muziek tot eer van uw naam.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 50: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Hij redt zijn koning uit vele gevaren en aan zijn gezalfde bewijst Hij zijn trouw, aan David en Davids geslacht, altijd.
Referenties naar alinea 2 Samuel 22 51: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Dit zijn de laatste woorden van David: Hier spreekt David, de zoon van Isaï; hier spreekt de held, de hoog verhevene, de gezalfde van Jakobs God, de lieveling van Israëls liederen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De geest van Jahwe spreekt door mij; zijn woord is op mijn tong.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 2: 1
Youcat ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De God van Israël heeft gesproken; de rots van Israël heeft mij gezegd: Wie de mensen rechtvaardig regeert, wie heerst in ontzag voor God,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
hij is als het licht van de morgen, de zon - de morgen is helder, de regen voorbij - de rijzende zon die het groen op de aarde doet glanzen,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Waarlijk, mijn huis staat onder Gods hoede, want Hij heeft mij een altijddurend verbond geschonken, een goed opgesteld verbond, trouw nagekomen. Laat Hij het niet groeien, al mijn geluk en alles wat ik verlang? Laat Hij het niet groeien, al mijn geluk en alles wat ik verlang?
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 5: 1
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De bozen zijn als doornstruiken, allen verwerpelijk; niemand pakt ze met de blote hand;
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
wie ze te lijf wil, hij wapent zich met ijzer en hout van de lans; waar ze liggen gaan ze in vlammen op.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hier volgen de namen van Davids helden: Isba„l, de zoon van de Chakmoniet, aanvoerder van de Drie. hij ging met zijn bijl achthonderd man te lijf en versloeg ze in een keer.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Vervolgens Elazar, de zoon van Dodo, de zoon van een Achochiet. Hij was een van de drie helden in Davids gezelschap. Toen zij de Filistijnen uitdaagden, verzamelden die zich tot de strijd, waarop de Israëlieten terugtrokken.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Elazar viel toen aan en sloeg op de Filistijnen in totdat zijn hand zo stijf was geworden dat hij zijn zwaard niet meer los kon laten. Die dag schonk Jahwe een grote overwinning. Het leger keerde terug en ging achter Elazar aan, alleen nog om te plunderen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Tenslotte Samma, de zoon van Age, de Harariet. Toen de Filistijnen zich te Lechi voor de strijd verzameld hadden - er was daar een land dat vol linzen stond - en het leger voor de Filistijnen op de vlucht sloeg,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
ging hij midden op dat land staan en wist het te behouden door de Filistijnen te verslaan. Zo schonk Jahwe een grote overwinning.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Drie van de dertig aanvoerders begaven zich eens, tegen de oogsttijd, naar David in de grot van Adullam, terwijl een bende Filistijnen in het dal van de Refaieten gelegerd was.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
David had zich daar toen verschanst terwijl er een post van de Filistijnen in Betlehem lag.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Op een gegeven ogenblik kwam er bij David een verlangen op en zei hij: `Als iemand mij nu eens water te drinken gaf uit de put bij de poort van Betlehem!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De drie helden baanden zich daarop een weg door het legerkamp van de Filistijnen en schepten water uit de put bij de poort van Betlehem. Ze slaagden erin, het water naar David te brengen, maar deze wilde er niet van drinken; hij goot het uit voor Jahwe
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
en zei: `Jahwe beware mij ervoor, zo iets te doen. Het is het bloed van de mannen die hun leven gewaagd hebben om het te halen.' Daarom wilde hij het niet drinken. Zulke dingen deden de drie helden.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Abisai, de broer van Joab en zoon van Seruja, was het hoofd van de dertig. Hij ging met zijn lans driehonderd man te lijf, die allen getroffen werden; zo maakte hij naam als een van de drie.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hij was de beroemdste van de dertig, zodat hij hun aanvoerder werd, maar met de eerste drie kon hij zich niet meten.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Benaja, de zoon van Jojada, de zoon van een dapper krijgsman uit Kabseel, die al veel grote daden verricht had, versloeg de twee zonen van Ariël uit Moab. Eens, op een dag dat er sneeuw lag, liet hij zich in een put zakken en doodde de leeuw die er in zat.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Verder versloeg hij de Egyptenaar, een geweldig grote man. Deze was gewapend met een lans, maar Benaja ging met een stok op hem af, wrong hem de lans uit de vuist en doodde de Egyptenaar met zijn eigen lans.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Zulke dingen deed Benaja, de zoon van Jojada.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Hij was befaamd als een van de drie helden en onder de dertig was hij geëerd, maar met de eerste drie kon hij zich niet meten. David stelde hem aan als bevelhebber over zijn lijfwacht.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Tot de dertig behoorden: Asaël, de broer van Joab, Elchanan, de zoon van Dodo uit Betlehem,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Samma uit Charod, Elika uit Charod,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Cheles uit Pelet, Ira, de zoon van Ikkes, uit Tekoa,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Abiezer uit Anatot, Mebunnai uit Chusa,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Selomot uit Achoach, Maharai uit Netofa,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Cheleb, de zoon van Baanai uit Netofa, Ittai, de zoon van Ribai, uit Gibea van de Benjaminieten,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Benaja, uit Piraton, Hiddai, uit het stroomgebied bij Gaas,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Abialbon, uit Arba, Azmawet uit Bachurim,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Eljachba, uit Saalbon, de zoon van Jasen,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Jonatan, van Samma, uit Harar, Achiam, de zoon van Sarar, uit Harar,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Elifelet, de zoon van Achasbai, de zoon van een Maakatiet, Eliam, de zoon van Achitofel, uit Gilo,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Chesrai, uit Karmel, Paarai, uit Arba,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Jigal, de zoon van Natan, uit Soba. Bani, de Gadiet,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Selek, de Ammoniet, Nachrai, de wapendrager van Joab, de zoon van Seruja, uit Beerot.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Ira, uit Jeter, Gareb, uit Jeter,
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Uria de Hethiet. Samen zevenendertig.
Referenties naar alinea 2 Samuel 23 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Opnieuw ontbrandde de toorn van Jahwe tegen de Israëlieten. Hij zette David tegen hen op door te zeggen: `Ga een volkstelling houden in Israël en Juda.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Daarom zei de koning tot Joab, zijn legeraanvoerder: `Ga rond bij alle stammen van Israël, van Dan tot Berseba, om het volk te tellen: ik wil weten hoe talrijk het volk is.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Joab antwoordde de koning: `Jahwe moge het volk nog honderdmaal zo talrijk maken en mijn heer de koning moge daar getuige van zijn, maar waarom wenst de koning eigenlijk een telling?'
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Joab en de andere aanvoerders van de legermacht konden zich echter niet aan het bevel van de koning onttrekken. Daarom gingen zij rond om volgens het bevel van de koning het volk, de Israëlieten, te tellen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Ze staken de Jordaan over, legerden zich te Aroer, bezuiden de stad die halverwege de waterbedding ligt, en trokken naar de Gadieten en naar Jazer.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Vervolgens begaven zij zich naar Gilead en naar het land van de Hethieten. Verder gingen zij naar Dan-jaan en de omgeving van Sidon.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Daarna kwamen zij aan de vesting Tyrus en alle steden van de Chiwwieten en Kana„nieten. Tenslotte trokken zij naar Berseba in de Negeb van Juda.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Nadat zij het gehele land doorkruist hadden, kwamen zij na verloop van negen maanden en twintig dagen weer in Jeruzalem terug.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Joab deelde de uitslag van de telling aan de koning mee: Israël telde achthonderdduizend weerbare mannen die het zwaard konden hanteren en Juda vijfhonderdduizend.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Maar toen David de volkstelling had laten houden, begon zijn hart te bonzen van angst en zei hij tot Jahwe: `Ik heb zwaar gezondigd door dat te doen. Ach Jahwe, vergeef toch de zonde van uw dienaar; ik heb zeer dwaas gehandeld.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 10: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen David de volgende ochtend opstond, was het woord van Jahwe al gekomen tot de profeet Gad, de ziener van David:
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
`Gij moet tot David gaan zeggen: `Zo spreekt Jahwe: Drie dingen leg Ik u voor, waarvan gij er een moet kiezen; daarmee zal Ik u treffen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Gad begaf zich naar David, legde hem dit voor en vroeg: `Moet er zeven jaar hongersnood over uw land komen, wilt u drie maanden lang achtervolgd door uw vijanden op de vlucht zijn, of moet drie dagen lang de pest door uw land gaan? Denk goed na en beslis dan wat ik moet antwoorden aan Hem die mij zendt.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen zei David tot Gad: `Ik weet me geen raad, maar wij kunnen beter in de hand van Jahwe vallen - want zijn barmhartigheid is groot - dan in de handen van mensen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Dus liet Jahwe de pest op Israël los, van die ochtend af tot op de vastgestelde tijd, en er stierven van Dan tot Berseba zeventigduizend mensen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen de engel van Jahwe zijn hand uitstak om ook Jeruzalem te teisteren, kreeg Jahwe spijt over het onheil en zei Hij tot de engel die onder het volk verderf stichtte: `Het is genoeg; laat uw hand zakken.' De engel van Jahwe stond toen bij de dorsvloer van Arauna, de Jebusiet.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen David de engel zag die het volk teisterde, zei hij tot Jahwe: `Ach Heer, alleen ik heb gezondigd, alleen ik heb verkeerd gedaan, maar deze schapen, wat hebben zij gedaan? Laat uw hand liever op mij en op het huis van mijn vader drukken!'
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Die dag begaf Gad zich naar David en zei tot hem: Ga daarboven, op de dorsvloer van Arauna de Jebusiet, een altaar oprichten voor Jahwe.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
En David ging op weg, zoals Jahwe hem door het woord van de profeet had opgedragen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen Arauna de koning en zijn hovelingen naar boven zag komen, liep hij hun tegemoet en bracht hij de koning diep gebogen zijn hulde.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Arauna vroeg: `Wat brengt mijn heer de koning ertoe, zijn dienaar te komen bezoeken?' David antwoordde: `Ik wil uw dorsvloer kopen om er voor Jahwe een altaar te bouwen; dan zal deze plaag van het volk worden weggenomen.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Daarop zei Arauna tot David: `Mijn heer de koning mag alles nemen wat hij voor zijn offer nodig heeft. Hier zijn de runderen voor het brandoffer; de dorssleden en het tuig van de runderen kunnen dienen als brandhout.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Dit alles, koning, biedt Arauna u aan. En moge Jahwe uw God - zo voegde Arauna eraan toe - behagen in u vinden.'
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Maar de koning zei tot Arauna: `Neen, ik sta erop, het voor de volle prijs van u te kopen, want ik wil aan Jahwe mijn God geen offers opdragen die mij niets gekost hebben.' David kocht toen de dorsvloer en de runderen, voor vijftig sikkel zilver.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Hij bouwde daar een altaar voor Jahwe en droeg er brand - en slachtoffers op. Jahwe liet zich verbidden; Hij was het land weer goedgunstig en de plaag werd van Israël weggenomen.
Referenties naar alinea 2 Samuel 24 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Intussen was koning David oud geworden. Hij was hoogbejaard en kon het maar niet warm krijgen, ofschoon men hem goed toedekte.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Daarom zeiden zijn hovelingen tot hem: `Er moest voor onze heer de koning maar een jonge maagd gezocht worden; zij zou de koning ten dienste kunnen staan en hem verzorgen; zij zou in uw schoot kunnen slapen, en dan zal onze heer de koning het toch wel warm krijgen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Dus werd er in het gehele Israëlitische gebied naar een mooi meisje gezocht. De keus viel op Abisag de Sunammitische, en men bracht haar bij de koning.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Het meisje was zeer mooi en zij verpleegde de koning en bediende hem, maar de koning had geen gemeenschap met haar.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Nu wierp Adonia, de zoon van Chaggit, zich op als troonopvolger. Hij schafte zich een wagen met paarden aan en zorgde voor vijftig man die voor hem uit moesten lopen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zijn vader viel hem geen ogenblik lastig met de vraag, waarom hij zo iets deed. Hij was zeer knap van uiterlijk en volgde in leeftijd op Absalom.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Hij hield besprekingen met Joab, de zoon van Seruja, en met de priester Abjatar, en deze zegden Adonia hun steun toe.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar de priester Sadok en Benaja, de zoon van Jojada, en de profeet Natan en Simi en Rei en ook de helden in Davids dienst waren niet op de hand van Adonia.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen Adonia dan ook bij de Slangesteen, bij En-rogel, schapen, runderen en mestvee ging slachten, nodigde hij wel al zijn broers, de zonen van de koning, en alle Judeeërs in dienst van de koning uit,
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
maar de profeet Natan, Benaja, de leden van de lijfwacht en zijn broer Salomo nodige hij niet uit.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen ging Natan praten met Batseba, de moeder van Salomo. Hij zei: `Hebt u gehoord dat Adonia, de zoon van Chaggit, koning geworden is, zonder dat onze heer David er iets van weet?
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Laat ik u een goede raad geven, opdat u uw eigen leven en dat van uw zoon Salomo kunt redden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Ga naar koning David en zeg hem: `Mijn heer de koning, hebt u uw dienares niet onder ede verzekerd dat mijn zoon Salomo u als koning op zou volgen en dat hij zou zetelen op uw troon? Waarom is Adonia dan koning geworden?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 13: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Terwijl u dan nog met de koning in gesprek bent ga ook ik naar binnen, om uw woorden kracht bij te zetten.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Batseba ging dus de kamer van de koning binnen. De koning was zeer oud geworden en Abisag de Sunamitische bediende hem.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Batseba boog zich voor de koning neer en bracht hem haar hulde. De koning vroeg haar: `Wat wenst u?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Zij antwoordde: `Mijn heer, u hebt toch uw dienares bij Jahwe uw God gezworen dat mijn zoon Salomo u als koning zou opvolgen en dat hij zou zetelen op uw troon?
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
En zie, nu is Adonia koning geworden, zonder dat u er iets van weet.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hij heeft een groot aantal stieren, mestvee en schapen geslacht en al de zonen van de koning uitgenodigd, en ook de priester Abjatar en de legeroverste Joab, maar uw dienaar Salomo heeft hij niet uitgenodigd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Op u echter, mijn heer de koning houdt heel Israël zijn ogen gericht, want het wil van u weten wie er na u op de troon van mijn heer de koning zal zetelen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Wanneer mijn heer de koning bij zijn vaderen te ruste gaat, vallen ik en mijn zoon Salomo in ongenade!'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Nog was zij met de koning in gesprek, toen Natan, de profeet, aankwam.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Men deelde de koning mee dat de profeet Natan er was. Deze verscheen voor de koning en boog zich diep ter aarde voor hem neer.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
En Natan zei: `Mijn heer de koning, u hebt dus besloten dat Adonia u als koning zal opvolgen en dat hij zal zetelen op uw troon.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Hij is namelijk vandaag een groot aantal stieren, mestvee en schapen gaan slachten en heeft daarbij al de zonen van de koning, de legeroversten en de priester Abjatar uitgenodigd. Nu zijn ze met hem aan het eten en drinken en nu roepen zij: Leve koning Adonia!
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Maar mij, uw dienaar, de priester Sadok, Benaja, de zoon van Jojada, en uw dienaar Salomo heeft hij niet uitgenodigd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Als dit alles van mijn heer de koning is uitgegaan, waarom hebt u dan uw dienaar niet laten weten wie er na u op de troon van mijn heer de koning zal zetelen?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Koning David antwoordde: `Laat Batseba bij me komen.' Toen zij binnengekomen was en voor de koning stond,
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
legde de koning deze eed af: `Zowaar Jahwe leeft, die mij bevrijd heeft uit alle nood:
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Vandaag nog zal ik ten uitvoer brengen wat ik u bij Jahwe gezworen heb: uw zoon Salomo zal mij als koning opvolgen en na mij zetelen op mijn troon.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Toen boog Batseba zich voor de koning neer, bracht hem haar hulde en zei: `Mijn heer, koning David, leve in eeuwigheid!'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Nu beval koning David: `Laat de priester Sadok, de profeet Natan en Benaja, de zoon van Jojada, bij me komen.' Toen die voor de koning verschenen waren
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
sprak David tot hen: `Verzamel de hofbeambten, zet mijn zoon Salomo op mijn eigen muildier en leid hem naar de Gichon.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 33: 1
Moge de Heer ons helpen de deur van het hart te openen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Daar zullen de priester Sadok en de profeet Natan hem zalven tot koning van Israël. U steekt de bazuin en roept: Leve koning Salomo!
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 34: 1
Moge de Heer ons helpen de deur van het hart te openen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Schaart u dan achter hem en laat hem de stad binnentrekken om plaats te nemen op mijn troon, want hij zal mij als koning opvolgen; hem heb ik bestemd tot vorst over Israël en Juda.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 35: 1
Moge de Heer ons helpen de deur van het hart te openen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Toen nam Benaja, de zoon van Jojada, het woord en zei tot de koning: `Zo zij het! Moge Jahwe, de God van mijn heer de koning, het bekrachtigen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Zoals Jahwe met mijn heer de koning geweest is, zo moge Hij ook zijn met Salomo, en diens troon nog verhevener maken dan die van mijn heer, koning David.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Toen gingen de priester Sadok, de profeet Natan en Benaja, de zoon van Jojada, met de Keretieten en de Peletieten op weg. Zij zetten Salomo op het muildier van koning David en leidden hem naar de Gichon.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
De priester Sadok liet de horen met olie uit de tent halen en zalfde Salomo. Toen stak men de bazuin en al het volk riep: `Leve koning Salomo!'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 39: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Daarna trok heel het volk achter hem aan. Ze speelden op fluiten en gaven uitbundig uiting aan hun vreugde, zodat de grond dreunde van het rumoer.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Dit hoorde Adonia, met al de genodigden die bij hem waren. Zij hadden juist hun maaltijd beëindigd. En toen Joab het geschal van de bazuin hoorde zei hij: `Waarom zou er in de stad zoveel rumoer zijn?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Hij was nog niet uitgesproken, of daar diende Jonatan, de zoon van de priester Abjatar, zich aan. Adonia zei: `Kom erbij, u bent een voortreffelijk man en zult zeker goed nieuws brengen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Maar Jonatan antwoordde: `Integendeel! Onze heer, koning David, heeft Salomo tot koning verheven.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
De koning heeft hem de priester Sadok, de profeet Natan, Benaja, de zoon van Jojada, en de Keretieten en Peletieten meegegeven. Die hebben hem op het muildier van de koning gezet
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
en de priester Sadok en de profeet Natan hebben hem tot koning gezalfd bij de Gichon. Juichend zijn ze vandaar naar de stad getrokken en die is nu in rep en roer; dat is het rumoer dat u hoort.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Vervolgens heeft Salomo plaats genomen op de koninklijke troon.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Toen zijn de hovelingen van de koning gekomen om onze heer, koning David, hun gelukwensen aan te bieden. Ze zeiden: Uw God moge de naam van koning Salomo nog beroemder maken dan uw naam, en zijn troon nog verhevener dan de uwe. Toen bracht de koning op zijn rustbed hem zijn hulde.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
En de koning sprak als volgt: Gezegend zij Jahwe, de God van Israël, die mij heden vergund heeft mijn troonopvolger met eigen ogen te zien.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Toen kregen alle genodigden van Adonia de schrik te pakken; zij stonden op en maakten dat ze wegkwamen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Ook Adonia werd bevreesd voor Salomo; hij begaf zich naar het altaar en greep zich aan de horens vast.
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Aan Salomo werd medegedeeld: `Adonia is bevreesd voor de koning; hij heeft de horens van het altaar vastgegrepen en zegt: Laat koning Salomo eerst zweren dat hij zijn dienaar niet zal terechtstellen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Toen verklaarde Salomo: `Als hij zich behoorlijk gedraagt, zal er geen haar van zijn hoofd gekrenkt worden. Maar als blijkt dat hij zich misdraagt, zal hij sterven.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Daarop liet Salomo hem van het altaar weghalen. Adonia kwam binnen en boog zich neer voor koning Salomo. En Salomo zei tot hem: `Je kunt naar huis gaan.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 1 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen Davids einde naderde, bond hij zijn zoon Salomo het volgende op het hart:
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
`Ik ga de weg van al het aardse. Wees sterk en toon dat je een man bent.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Blijf trouw aan de dienst van Jahwe onze God: bewandel zijn wegen en onderhoud zijn wetten, geboden, voorschriften en verordeningen, zoals geschreven staat in de wet van Mozes. Dan zul je slagen in alles wat je doet en onderneemt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 3: 2
Richiamo di gioia ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Dan zal Jahwe het woord gestand doen dat Hij tot mij gesproken heeft: Als uw zonen trouw, met heel hun hart en heel hun ziel, mijn wegen bewandelen, dan zal het u nooit ontbreken aan afstammelingen op de troon van Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 4: 1
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Je weet wat Joab, de zoon van Seruja, mij heeft aangedaan: de beide legeroversten van Israël, Abner, de zoon van Ner, en Amasa, de zoon van Jeter, heeft hij vermoord, in vredestijd bloed vergoten alsof het oorlog was en met dit bloed de gordel om zijn middel en de sandalen aan zijn voeten besmeurd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Doe dus met hem zoals je wijsheid je ingeeft en laat zijn grijze haren niet in vrede naar het dodenrijk afdalen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 6: 2
Summa Theologiae, Prima Pars ->=geentekst=Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Wees welwillend voor de zonen van Barzillai de Gileadiet en laat ze tot je disgenoten behoren, want zij zijn mij ook behulpzaam geweest toen ik voor je broer Absalom moest vluchten,
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Dan is er nog de Benjaminiet Simi, de zoon van Gera, uit Bachurim, die mij vreselijk vervloekt heeft toen ik op weg was naar Machanaim. Toen hij mij bij de Jordaan tegemoet kwam, heb ik hem bij Jahwe gezworen dat ik niet het zwaard zou trekken om hem te doden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar jij mag hem nu niet onbestraft laten. Je bent een wijs man en weet dus wat je met hem doen moet om zijn grijze haren bebloed in het dodenrijk te laten afdalen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen ging David ter ruste bij zijn voorvader en werd begraven in de Davidstad.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Veertig jaar had David over Israël geregeerd; te Hebron had hij zeven jaar geregeerd en te Jeruzalem drieëndertig jaar.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Salomo zetelde op de troon van zijn vader en zijn koningschap werd steeds meer bevestigd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen begaf Adonia, de zoon van Chaggit, zich naar Batseba, de moeder van Salomo. Zij vroeg: `Betekent uw komst vrede?' En hij antwoordde: `Ja.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Hij vervolgde: `Ik heb iets met u te bespreken,' en zij antwoordde: `Ga uw gang.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen zei hij: `U weet dat het koningschap eigenlijk aan mij toekwam. Het volk had verwacht dat ik koning zou worden, maar de zaken hebben een andere wending genomen en het koningschap is mijn broer ten deel gevallen, omdat God het zo beschikt had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Nu zou ik u een verzoek willen doen; stelt u me niet teleur.' Zij antwoordde: `Ga uw gang.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
En hij zei: `Zou u koning Salomo willen vragen - u zal hij niets weigeren - mij Abisag de Sunammitische tot vrouw te geven?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Batseba zei: `Goed, ik zal er met de koning over spreken.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen nu Batseba bij koning Salomo binnenkwam om over Adonia's verzoek te spreken, stond de koning op, ging haar tegemoet en boog zich voor haar neer. Daarna ging hij op zijn troon zitten en liet aan zijn rechterhand een zetel plaatsen. De moeder van de koning ging zitten
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
en zei: `Ik heb u een klein verzoek te doen; u moet me niet teleurstellen.' De koning antwoordde: `Vraag maar moeder, ik zal u niet teleurstellen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Ze zei: `Sta toe dat Abisag de Sunammitische aan uw broer Adonia tot vrouw gegeven wordt.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Salomo antwoordde zijn moeder: `Waarom vraagt u Abisag de Sunammitische voor Adonia? Vraag het koningschap maar voor hem! Hij is tenslotte mijn oudere broer en zowel de priester Abjatar als Joab, de zoon van Seruja, zijn op zijn hand.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
En koning Salomo zwoer deze eed: `God mag me dit en dat doen en nog erger, als Adonia dit verzoek niet met de dood bekoopt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zowaar Jahwe leeft, die mij op de troon van mijn vader David geplaatst heeft en mijn gezag bevestigd, die mij een huis gebouwd heeft zoals Hij beloofd had: vandaag nog wordt Adonia ter dood gebracht.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
En koning Salomo liet hem door Benaja, de zoon van Jojada, ter dood brengen. Zo kwam hij aan zijn einde.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Tot de priester Abjatar zei de koning: `Ga naar uw akkers bij Anatot. Eigenlijk verdient u de dood. Vandaag nog zou ik u ter dood laten brengen, als u niet in dienst van mijn vader David de ark van Jahwe de Heer had gedragen en niet het lijden van mijn vader gedeeld had.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Zo verbande Salomo Abjatar en zette hij hem af als priester van Jahwe. Daarmee liet hij het woord in vervulling gaan dat Jahwe gesproken had over het huis van Eli te Silo.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Zodra het nieuws tot Joab doordrong, vluchtte hij naar de tent van Jahwe en greep zich aan de horens van het altaar vast. Joab had immers partij gekozen voor Adonia, hoewel niet voor Absalom.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Toen dan aan koning Salomo werd meegedeeld, dat Joab zijn toevlucht had genomen tot de tent van Jahwe en bij het altaar stond, gaf Salomo aan Benaja, de zoon van Jojada, de opdracht: `Ga, en breng hem ter dood.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Benaja ging dus de tent van Jahwe binnen en zei tot Joab: `De koning beveelt u naar buiten te komen.' Maar Joab antwoordde: `Neen, als ik sterven moet, dan hier.' Benaja bracht dit over aan de koning met de woorden: `Dit heeft Joab gezegd, zo was zijn antwoord.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
En de koning zei tot hem: `Doe zoals hij gezegd heeft: dood hem en laat hem begraven. Daarmee zult u mij en het huis van mijn vader zuiveren van het bloed dat Joab nodeloos vergoten heeft
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
en Jahwe zal op Joabs eigen hoofd doen neerkomen het bloed van de twee mannen, rechtschapener en beter dan hijzelf, die hij met het zwaard heeft omgebracht, terwijl mijn vader David er niets van wist: Abner, de zoon van Ner, legeroverste van Israël, en Amasa, de zoon van Jeter, legeroverste van Juda.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Hun bloed zal voor altijd neerkomen op het hoofd van Joab en op het hoofd van zijn nakomelingen. Maar op David en zijn nageslacht, zijn huis en zijn troon zal voor eeuwig de zegen van Jahwe rusten.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Benaja, de zoon van Jojada, ging heen en stak Joab dood. En Joab werd in zijn graf in de woestijn bijgezet.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
In zijn plaats stelde de koning Benaja, de zoon van Jojada, over het leger aan en in de plaats van Abjatar benoemde de koning Sadok.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Nu liet de koning Simi roepen en zei tot hem: 'Bouw een huis in Jeruzalem en ga daar wonen. U moogt de stad onder geen voorwaarde verlaten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Weet dat er de dood op staat, als u het toch doet en de beek Kidron oversteekt; dan hebt u uw dood aan uzelf te wijten.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Simi antwoordde de koning: 'Goed; uw dienaar zal zich houden aan wat mijn heer de koning voorschrijft.' En Simi kwam geruime tijd niet buiten Jeruzalem.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Maar na verloop van drie jaren liepen twee slaven van Simi weg naar Akis, de zoon van Maaka, de koning van Gat. Toen Simi bericht kreeg dat zijn slaven zich te Gat bevonden,
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
zadelde hij zijn ezel en begaf zich naar Akis in Gat om zijn slaven terug te halen. Daarna keerde Simi terug en bracht zijn slaven uit Gat met zich mee.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Toen aan Salomo werd meegedeeld dat Simi uit Jeruzalem naar Gat gegaan was en teruggekeerd,
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
liet de koning hem roepen en zei: 'Heb ik u niet bij Jahwe laten zweren en heb ik u niet uitdrukkelijk gewaarschuwd: Besef goed dat er de dood op staat als u weggaat, waarheen dan ook. Toen hebt u gezegd: Goed, ik houd me eraan.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Waarom hebt u zich dan niet gehouden aan de eed bij Jahwe en aan het verbod dat ik u heb opgelegd?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
En de koning vervolgde: 'U weet zelf goed genoeg hoeveel kwaad u mijn vader David hebt aangedaan. Jahwe laat het kwaad dat u gedaan hebt op uw eigen hoofd neerkomen,
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
maar koning Salomo zal gezegend zijn en de troon van David zal voor altijd vaststaan voor het aanschijn van jahwe,'
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Op last van de koning voerde Benaja, de zoon van Jojada, Simi naar buiten en stak hem dood. Toen had Salomo de koninklijke macht vast in handen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 2 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Salomo werd de schoonzoon van Farao, de koning van Egypte. Hij huwde een dochter van Farao en bracht haar onder in de Davidstad, totdat hij de bouw van zijn paleis en van de tempel van Jahwe en van de stadsmuren had voltooid.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 1: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Omdat er in die tijd nog geen tempel gebouwd was voor de naam van Jahwe, offerde het volk in de heiligdommen op de hoogten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 2: 1
God beschermt Zijn volk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
En ofschoon Salomo zijn liefde voor Jahwe toonde door te leven naar de wetten van zijn vader David, bleef hij toch offeren en wierook branden in de heiligdommen op de hoogten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zo ging de koning naar Gibeon om daar te offeren, want dat was de voornaamste offerhoogte. Duizend brandoffers droeg Salomo op dit altaar op.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
In Gibeon verscheen Jahwe 's nachts in een droom aan Salomo en zei: `Wat wilt ge dat Ik u geef?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 5: 1
Dat zij jullie leert het Woord van God te ontvangen ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Salomo antwoordde: `Ge hebt uw dienaar, mijn vader David, een grote gunst bewezen. Daar hij zijn schreden naar U richtte, getrouw, rechtschapen en eerlijk jegens U, hebt Gij hem een zoon gegeven, die nu zetelt op zijn troon.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 6: 1
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Welnu, Jahwe mijn God, Gij hebt uw dienaar tot koning verheven als opvolger van mijn vader David, hoewel ik maar een jonge man ben en nog niet weet wat ik doen of laten moet.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 7: 1
Christus Vivit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Zo staat uw dienaar temidden van het volk dat Gij uitverkoren hebt, een groot volk, zo groot dat het niet te tellen of te schatten is.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Youcat ->=geentekst=
Het luisterend hart - Reflecties op de onderbouwing van het recht ->=geentekst=
Welkomstwoord bij aankomst op het vliegveld Rafic Hariri (Beiroet) ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
De gaven van de Heilige Geest: 1. Wijsheid ->=geentekst=
In de beproevingen van de ouderdom vergezeld u Christus op de kruisweg ->=geentekst=
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Jongeren, geloof en de onderscheiding van de roeping (Slotdocument) ->=geentekst=
Het voorbeeld van de wijze Salomo ->=geentekst=
Luister met het oor van het hart ->=geentekst=
Artificiële intelligentie en wijsheid van hart: naar een volledig mensgerichte communicatie ->=geentekst=
Geef dus uw dienaar een opmerkzame geest, om recht te kunnen spreken voor uw volk en onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad. Want wie is in staat recht te spreken voor dit grote volk van U?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 9: 12
Dat zij jullie leert het Woord van God te ontvangen ->=geentekst=Youcat ->=geentekst=
Het luisterend hart - Reflecties op de onderbouwing van het recht ->=geentekst=
Welkomstwoord bij aankomst op het vliegveld Rafic Hariri (Beiroet) ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
De gaven van de Heilige Geest: 1. Wijsheid ->=geentekst=
In de beproevingen van de ouderdom vergezeld u Christus op de kruisweg ->=geentekst=
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Jongeren, geloof en de onderscheiding van de roeping (Slotdocument) ->=geentekst=
Het voorbeeld van de wijze Salomo ->=geentekst=
Luister met het oor van het hart ->=geentekst=
Artificiële intelligentie en wijsheid van hart: naar een volledig mensgerichte communicatie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Dit verzoek van Salomo behaagde de Heer.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 10: 1
Welkomstwoord bij aankomst op het vliegveld Rafic Hariri (Beiroet) ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
In de beproevingen van de ouderdom vergezeld u Christus op de kruisweg ->=geentekst=
En God zei tot hem: `Omdat ge juist dit gevraagd hebt en geen lang leven hebt gevraagd en ook geen rijkdom of de dood van uw vijanden, maar alleen inzicht, om recht te kunnen spreken,
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 11: 2
Welkomstwoord bij aankomst op het vliegveld Rafic Hariri (Beiroet) ->=geentekst=In de beproevingen van de ouderdom vergezeld u Christus op de kruisweg ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
daarom voldoe Ik aan uw verzoek en geef Ik u een geest vol wijsheid en inzicht: zoals gij zal er voor u niemand geweest zijn, en na u zal er niemand opstaan zoals gij.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 12: 2
Welkomstwoord bij aankomst op het vliegveld Rafic Hariri (Beiroet) ->=geentekst=Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
En ook wat ge niet gevraagd heb geef Ik u: rijkdom en aanzien, zoveel dat geen koning aan u gelijk zal zijn, zolang ge leeft.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
En als ge mijn wegen bewandelt, mijn wetten en geboden onderhoudt, zoals uw vader David gedaan heeft, dan zal Ik u ook nog een lang leven schenken.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen werd Salomo wakker en hij begreep dat hij een droom had gehad. En toen hij in Jeruzalem terug was, ging hij staan voor de ark van het verbond met de Heer; hij bracht brandoffers, droeg slachtoffers op en richtte een feestmaal aan voor al zijn hovelingen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toentertijd begaven twee publieke vrouwen zich naar de koning en dienden zich bij hem aan.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De ene vrouw zei: `Met uw welnemen, mijn heer, deze vrouw en ik wonen in hetzelfde huis. In dat huis kreeg ik in haar bijzijn een kind.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Drie dagen na mijn bevalling kreeg ook deze vrouw een kind. Wij waren samen, buiten ons tweeën was er niemand anders in huis.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen is 's nachts het kind van deze vrouw doodgegaan, omdat ze erop was gaan liggen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Maar midden in de nacht, terwijl uw dienares sliep, stond zij op, haalde mijn kind bij mij weg en legde het in haar eigen schoot en haar dode kind legde zij mij in de schoot.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen ik 's morgens opstond om mijn kind te voeden bleek het dood te zijn, maar toen ik het wat beter bekeek, zag ik dat het niet het kind was dat ik had gebaard.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De andere vrouw zei: `Niet waar! Het levende kind is van mij en het dode van jou.' Maar de eerste hield vol: `Nee, het dode kind is van jou en het levende van mij.' Zo bleven ze maar kijven in tegenwoordigheid van de koning.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Toen zei de koning: `De ene zegt: Het levende kind is van mij en het dode van jou, en de andere zegt: Nee, het dode kind is van jou en het levende is van mij.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Daarop zei de koning: `Breng me een zwaard.' Toen men de koning een zwaard gebracht had
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
zei hij: `Hak het levende kind in tweeën: geef de ene helft aan de ene vrouw en de andere helft aan de andere vrouw.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Maar de vrouw wier kind nog leefde en wier hart ineenkromp om haar kind zei: `Met uw welnemen, mijn heer, geef het levende kindje maar aan haar en maak het niet dood.' Maar de andere zei: `Krijg ik het niet, dan jij evenmin; hak het door.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen nam de koning het woord en zei: `Geef het levende kind aan de eerste vrouw en maak het niet dood: zij is de moeder.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Alle Israëlieten hoorden van het vonnis dat de koning geveld had en kregen ontzag voor de koning, want ze merkten dat hij goddelijke wijsheid bezat, zodat hij in staat was recht te spreken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 3 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Koning Salomo was koning over geheel Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 1: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
En dit waren zijn hoge ambtenaren: Azarja, de zoon van Sadok, was hogepriester;
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 2: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Elichoref en Achia, de zonen van Sisa, waren schrijvers: Josafat, de zoon van Achilud, was raadsheer.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 3: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Benaja, de zoon van Jojada, was legeroverste; Sadok en Abjatar waren priesters.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 4: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Azarja, de zoon van Natan, was opperlandvoogd; de priester Zabud, de zoon van Natan, was persoonlijk raadsman van de koning.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 5: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Achisachar was hofmaarschalk; Adoniram, de zoon van Abda, was hoofd van de herendiensten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 6: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ook had Salomo twaalf landvoogden over geheel Israël. Zij moesten de koning en zijn hof van levensmiddelen voorzien; ieder moest een maand per jaar daarvoor zorgen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 7: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Het waren de volgende personen: Ben-chur, in het bergland van Efraïm,
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 8: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ben-deker, in Makas, Saalbim, Bet-semes, Elon en Bet-chanan,
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 9: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ben-chesed, in Arubbot; onder hem viel Soko en het hele land Chefer;
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 10: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
de zoon van Abinadab: het hele heuvelland van Dor; Tafat, een dochter van Salomo, was zijn vrouw.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 11: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Baana, de zoon van Achilud; onder hem vielen Taabak, Megiddo en heel het gebied van Bet-san tot bij Saretan, onder Jizreel; dus van Bet-san tot Abelmechola en tot voorbij Jokmeam.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 12: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Ben-geber, in Ramot in Gilead; onder hem vielen de dorpen van Jair, de zoon van Manasse, in Gilead; onder hem viel ook de landstreek Argob in Basan: zestig grote vestigingen met muren en bronzen sluitbomen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 13: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Achinadab, de zoon van Iddo, in Machanaim.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 14: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Achimaas, in Naftali; ook hij had een dochter van Salomo gehuwd, Basemat geheten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 15: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Baana, de zoon van Chusai, in Aser en Alot.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 16: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Josafat, de zoon van Paruach, in Issakar.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 17: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Simi, de zoon van Ela, in Benjamin.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 18: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Geber, de zoon van Uri, in Gilead, het land van Sichon, de koning van de Amorieten, en dat van Og, de koning van Basan. En er was een landvoogd in het land.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 19: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De bevolking van Juda en Israël was talrijk, zo talrijk als de zandkorrels aan het strand van de zee; zij aten en dronken en waren gelukkig.
Referenties naar alinea 1 Koningen 4 20: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Salomo was heerser over alle koninkrijken vanaf de Rivier tot aan het land van de Filistijnen en de grens van Egypte; zij brachten schatting op en waren aan Salomo onderworpen zolang hij leefde.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De mondbehoeften van Salomo bedroegen per dag dertig kor bloem en zestig kor meel,
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
tien gemeste en twintig gewone runderen en honderd schapen, nog afgezien van de herten, gazellen, reebokken en het gemeste pluimvee.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hij heerste over heel het gebied aan deze zijde van de Rivier van Tifsach tot Gaza toe, over alle koningen aan deze zijde van de Rivier, en had vrede met alle gebieden rondom.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 4: 1
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De Judeeërs en de Israëlieten zaten onbekommerd onder hun wijnstok en hun vijgeboom, vanaf Dan tot Berseba, zolang Salomo leefde.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Salomo bezat veertigduizend kribben voor zijn trekpaarden en nog twaalfduizend rijpaarden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De bovengenoemde landvoogden moesten ieder gedurende een maand koning Salomo en zijn disgenoten van voedsel voorzien en ze lieten het aan niets ontbreken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Gerst en stro voor de paarden en de trekdieren brachten ze naar de aangegeven plaats, ieder op zijn beurt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
En God schonk aan Salomo in rijke mate wijsheid, zeer veel inzicht en een verstand zo veelomvattend als het zand aan de oever van de zee,
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
zodat de wijsheid van Salomo groter was dan die van alle Oosterlingen en groter dan alle wijsheid van Egypte.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Hij was wijzer dan alle andere mensen, wijzer dan Etan de Ezrachiet en Heman, Kalkol en Darda, de zonen van Machol, zodat hij beroemd was bij alle volken rondom.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Hij dichtte drieduizend spreuken, en liederen waren er van hem duizendvijf.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Hij sprak met kennis van zaken over allerlei soorten bomen, vanaf de ceder op de Libanon tot de hysop die opschiet uit de muur; ook sprak hij over viervoeters, vogels, kruipende dieren en vissen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Alle volken en koningen der aarde die van Salomo's wijsheid gehoord hadden, kwamen naar hem luisteren.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen Chiram, de koning van Tyrus, hoorde dat men Salomo als opvolger van zijn vader tot koning had gezalfd, zond hij gezanten naar hem toe; Chiram was namelijk altijd met David bevriend geweest.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
En Salomo zond aan Chiram deze boodschap:
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
`U weet dat mijn vader David geen tempel heeft kunnen bouwen voor de naam van Jahwe zijn God. Dat kwam door de oorlogen die men van alle kanten tegen David voerde, totdat Jahwe hem zijn vijanden onder de voeten neerlegde.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Nu echter heeft Jahwe mijn God gezorgd dat het aan al mijn grenzen rustig is; er is geen tegenstander meer en er dreigt geen gevaar.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Daarom heb ik besloten een tempel te bouwen voor de naam van Jahwe mijn God, in overeenstemming met wat Jahwe mijn vader heeft beloofd: Uw zoon, die ik als uw opvolger op uw troon zal zetten, zal voor mijn naam een tempel bouwen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Welnu, geef bevel dat men voor mij ceders van de Libanon kapt en laat mijn werklieden de uwe helpen. Als loon voor uw werklieden zal ik u geven zoveel als u vraagt, want u weet dat er bij ons geen mensen zijn die zo goed bomen kunnen kappen als de Sidoniers.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen Chiram de woorden van Salomo vernam, was hij zeer verheugd en zei hij: `Gezegend zij Jahwe, die aan David zo'n wijze zoon geschonken heeft om dit talrijke volk te regeren.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
En Chiram liet Salomo weten: `Ik heb uw boodschap ontvangen en zal, wat de ceders en cypressen betreft, geheel aan uw wens voldoen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 22: 1
Bij het afscheid op het internationale vliegveld "Rafiq Hariri" van Beiroet ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Mijn werklieden zullen ze van de Libanon naar zee brengen en ik zal ze over zee in vlotten vervoeren naar de plaats die u mij zult opgeven; daar haal ik ze weer uit elkaar en kunt u de bomen in ontvangst nemen. Maar dan moet u ook aan mijn wens voldoen en mijn hof van levensmiddelen voorzien.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Chiram leverde dus aan Salomo zoveel ceders en cypressen als deze wenste
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
en Salomo leverde aan Chiram twintigduizend kor tarwe tot onderhoud van zijn hof en twintigduizend vaten fijne olie. Dit leverde Salomo aan Chiram ieder jaar.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Jahwe nu had aan Salomo wijsheid geschonken, zoals Hij hem beloofd had; er heerste vrede tussen Chiram en Salomo en zij sloten een verbond.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Koning Salomo riep arbeiders uit heel Israël op voor het verrichten van herendiensten; de lichting bedroeg dertigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Hij stuurde maandelijks een ploeg van tienduizend man naar de Libanon, zodat ze een maand op de Libanon waren en twee maanden thuis. Die arbeiders stonden onder leiding van Adoniram.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Verder had Salomo zeventigduizend lastdragers en tachtigduizend steenhouwers in het gebergte,
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
afgezien van Salomo's hoofdopzichters, die de leiding van het werk hadden, drieendertighonderd man, die toezicht hielden op het werkvolk.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
De koning gelastte grote blokken kostbare steen te houwen en op maat te kappen voor de fundamenten van de tempel.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
De bouwlieden van Salomo en van Chiram en de Giblieten hieuwen de blokken en bewerkten het hout en de stenen voor de bouw van de tempel.
Referenties naar alinea 1 Koningen 5 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In het vierhonderdtachtigste jaar na de uittocht van de Israëlieten uit Egypte, in het vierde jaar van zijn regering over Israël, in de maand Ziw - dat is de tweede maand - begon Salomo met de bouw van de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De tempel die koning Salomo voor Jahwe liet bouwen was zestig el lang, twintig el breed en dertig el hoog.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De hal, gelegen voor het schip van de tempel, was twintig el lang, even lang als de tempel breed was, en stak tien el voor de tempel uit.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In de tempel liet hij vensters aanbrengen met raamwerk en tralies.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Tegen de muur van de tempel liet hij over de gehele omtrek rond het schip en de achterwand een uitbouw met verdiepingen optrekken waarin hij ruimten liet afschieten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De onderste verdieping van de uitbouw was vijf el breed, de middelste zes el en de bovenste zeven el; men had de tempel aan de buitenkant laten inspringen zodat er geen steunpunten hoefden te zijn in de muren van de tempel.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Bij het bouwen van de tempel werd gebruik gemaakt van stenen, die aan de groeve afgewerkt waren: geen hamer of houweel, geen enkel ijzeren werktuig werd bij de bouw van de tempel gehoord.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De toegang tot de onderste verdieping bevond zich in de rechtervleugel van de tempel; een wenteltrap leidde naar de middelste verdieping en van de middelste verdieping naar de bovenste.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zo voltooide hij de bouw van de tempel. Hij liet een plafond maken van balken en binten van cederhout.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Hij liet de uitbouw rond de gehele tempel optrekken, elke verdieping vijf el hoog; door cederbalken was deze met de tempel verbonden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen werd het woord van Jahwe gericht tot Salomo.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
`Wat deze tempel betreft die gij laat bouwen: als gij u richt naar mijn wetten, mijn voorschriften ten uitvoer brengt, al mijn geboden onderhoudt en ernaar leeft, dan zal Ik voor u het woord gestand doen dat Ik tot uw vader David gesproken heb;
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
dan zal Ik temidden van de Israëlieten wonen en mijn volk Israël niet verlaten.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen Salomo de bouw van de tempel voltooid had,
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
liet hij de muren van de tempel betimmeren met planken van cederhout, vanaf de vloer van de tempel tot aan de balken van het plafond. Hij liet ze aan de binnenkant met hout betimmeren; de vloer van de tempel liet hij bedekken met planken van cypressenhout.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Het achterste gedeelte van de tempel, twintig el diep, liet hij afschieten met een wand van cederhout, van de vloer tot aan de balken, en liet dit van binnen inrichten als achterzaal, als het heilige der heiligen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Daarvoor was er in de tempel een ruimte van veertig el; dat was het schip.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Het cederhout binnen in de tempel was versierd met snijwerk van kolokwinten en bloemreliefs; alles was van cederhout; geen steen was er te zien.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 18: 1
Bij het afscheid op het internationale vliegveld "Rafiq Hariri" van Beiroet ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Binnen in de tempel richtte hij de achterzaal in om er de ark van het verbond met Jahwe in te plaatsen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Deze achterzaal was twintig el lang, twintig el breed en twintig el hoog, en hij liet haar bekleden met zuiver goud; ook het altaar van cederhout bekleedde hij.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De binnenzijde van de tempel liet Salomo met zuiver goud bekleden en met gouden kettingen scheidde hij de achterzaal af, die bekleed was met goud.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Heel de tempel liet hij over de gehele oppervlakte met goud bekleden. Ook heel het altaar, dat tot de achterzaal behoorde, liet hij met goud bekleden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Voor de achterzaal liet hij van olijfhout twee kerubs maken van tien el hoogte.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 23: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Elk van de beide vleugels van een kerub was vijf el lang: gerekend van de ene vleugeltip tot de andere was de spanwijdte tien el.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 24: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Elke kerub was tien el hoog; beiden hadden dezelfde afmetingen en dezelfde vorm.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 25: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De hoogte van de ene kerub was tien el en die van de andere eveneens.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 26: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
De kerubs liet hij plaatsen achter in de tempel. De vleugels van de kerubs stonden uitgespreid; een vleugel van de ene kerub raakte de ene muur en een vleugel van de andere kerub raakte de andere muur; hun andere vleugels raakten elkaar in het midden van de tempel.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 27: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ook de kerubs liet hij met goud bekleden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 28: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
In al de muren van de tempel, zowel in de achterste als in de voorste ruimte, liet hij rondom kerubs, palmbomen en bloemreliefs snijden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Ook de vloer van de tempel, zowel van de achterste als van de voorste ruimte, liet hij met goud bedekken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Aan de ingang van de achterzaal liet hij deuren maken van olijfhout; het kozijn was vijfvoudig.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
De twee deurvleugels waren van olijfhout; hij liet ze versieren met snijwerk van kerubs, palmbomen en bloemreliefs en met goud bekleden; ook de kerubs en de palmbomen bedekte hij met goud.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Voorts liet hij aan de ingang van het schip een rechthoekig deurkozijn van olijfhout maken
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
met twee deurvleugels van cypressenhout. Elke deurvleugel bestond uit twee draaibare delen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Hij liet er kerubs, palmbomen en bloemreliefs in snijden en dit snijwerk met bladgoud bedekken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
De binnenhof liet hij ommuren met drie lagen steenblokken en een laag balken van cederhout.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
In het vierde jaar, in de maand Ziw, werd van de tempel van Jahwe de eerste steen gelegd
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
en in het elfde jaar, in de maand Bul - dat is de achtste maand - was de tempel in al zijn onderdelen en geheel volgens de plannen voltooid. Salomo had er dus zeven jaar aan gebouwd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 6 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Aan zijn paleis heeft Salomo dertien jaar gebouwd voordat het helemaal voltooid was.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Zo liet hij het huis `Woud van de Libanon' bouwen. Dit was honderd el lang, vijftig el breed en dertig el hoog, met vier rijen zuilen van cederhout, waarop cederhouten balken rusten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het had een plafond van cederhout, dat rustte op vijfenveertig dwarsbalken, die op zuilen lagen, vijftien op een rij.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 3: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In het gebouw waren drie rijen vensters aangebracht en deze vensters lagen recht boven elkaar.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Alle ingangen hadden rechthoekige kozijnen; er lagen telkens drie vensters recht boven elkaar.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Ook bouwde hij een zuilenhal; deze was vijftig el lang en dertig el breed, met daarvoor een portiek, bestaande uit zuilen en een dak.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Verder bouwde hij een troonzaal waar hij recht sprak, de rechtszaal; deze was van de vloer tot het plafond met cederhout betimmerd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Het paleis waar hij zelf woonde had een eigen binnenhof en lag achter de rechtszaal; het vertoonde dezelfde bouwtrant. Tenslotte liet Salomo een paleis bouwen voor de dochter van Farao, met wie hij gehuwd was; het had dezelfde bouwtrant als de rechtszaal.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Al deze gebouwen, van het fundament tot de kroonlijst en van de straat tot de grote binnenhof, waren opgetrokken uit kostbare, op maat gehouwen stenen, die zowel aan de voor - als aan de achterzijde gezaagd waren.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De gebouwen stonden op een fundering van kostbare, grote stenen, van tien el en van acht el.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarop stonden muren van kostbare, op maat gehouwen stenen en cederhout.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De muur rondom de grote binnenhof bestond uit drie lagen gehouwen steen en een laag balken van cederhout, juist zoals die van de binnenhof van de tempel van Jahwe en die van de zaal van het paleis.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Nu ontbood koning Salomo een zekere Chiram, uit Tyrus.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Deze was de zoon van een weduwe uit de stam Naftali; zijn vader kwam uit Tyrus. Hij was bronswerker, rijk begiftigd met vaardigheid, kennis en bekwaamheid in het maken van allerlei bronzen voorwerpen. Hij kwam bij koning Salomo en voerde alle opdrachten uit die deze hem gaf.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Hij goot twee bronzen zuilen; elke zuil was achttien el hoog en men kon ze met een draad van twaalf el omspannen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Ook maakte hij twee kapitelen, uit brons gegoten, die bovenop de zuilen moesten rusten; beide kapitelen waren vijf el hoog.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Verder maakte hij vlechtwerk voor beide kapitelen boven op de zuilen; dit vlechtwerk was gemaakt van snoeren in kettingvorm, zeven voor elk kapiteel.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
En hij bracht twee rijen granaatappels aan rond het vlechtwerk om beide kapitelen boven op de zuilen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De kapitelen boven op de zuilen bij de voorhal hadden de vorm van een lelie, vier el hoog.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De twee kapitelen kwamen uit boven het vlechtwerk rond de verdikking. Tweehonderd granaatappels hingen in rijen om de kapitelen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Hij plaatste de zuilen bij de voorhal van het schip; de zuil aan de rechterkant gaf hij de naam Jakin en de zuil aan de linkerkant de naam Boaz.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Op de zuilen stonden dus kapitelen in de vorm van een lelie. Daarmee was het werk aan de zuilen voltooid.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Verder goot hij de Zee, tien el in doorsnee, helemaal rond, en vijf el hoog; men kon haar met een koord van dertig el omspannen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 23: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Onder de rand waren kolokwinten, tien op een el; ze omkransten de Zee in twee rijen en waren tegelijk met haar gegoten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 24: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De Zee stond op twaalf bronzen runderen, waarvan er drie gekeerd stonden naar het noorden, drie naar het westen, drie naar het zuiden en drie naar het oosten; hun achtersten waren naar de binnenkant gekeerd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 25: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De wand van de Zee was een handbreed dik; de rand was als die van een beker en had de vorm van een leliekelk; de inhoud van de Zee bedroeg tweeduizend bat.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 26: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Ook maakte hij tien bronzen onderstellen. Elk onderstel was vier el lang, vier el breed en drie el hoog.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Die onderstellen waren als volgt gemaakt. Ze hadden panelen, bevestigd tussen stijlen;
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
op die panelen tussen de stijlen stonden leeuwen, runderen en kerubs afgebeeld, en op de stijlen zelf, en boven en onder de leeuwen en runderen, waren ingedreven guirlandes.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Verder had elk onderstel vier bronzen wielen met bronzen assen. Aan de vier hoeken bevonden zich steunen voor het bekken. De steunen waren gegoten en aan de zijden voorzien van guirlandes.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Binnen de kroonlijst bevond zich de stoel voor het bekken; deze stak er een el boven uit. De stoel was rond en anderhalve el diep. Op de stoel waren bloemreliefs aangebracht. De panelen waren vierkant, niet rond.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
De vier wielen bevonden zich onder de panelen en zaten met klemmen vast aan het onderstel. Ze waren anderhalve el hoog
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
en hadden de vorm van wagenwielen; klemmen, velgen, spaken en naven waren allemaal gegoten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
De vier steunen aan de vier hoeken van elk onderstel maakten een geheel uit met het onderstel.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Aan de bovenkant van het onderstel was een rand, geheel rond, van een halve el hoogte, alsmede handvatten en da„ronder de panelen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Op de vlakken van de handvatten, evenals op de panelen, graveerde hij kerubs, leeuwen en palmen, met guirlandes omgeven.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Aldus maakte hij de tien onderstellen; ze waren alle op dezelfde wijze gegoten en hadden dezelfde afmetingen en dezelfde vorm.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Voorts maakte hij tien bronzen bekkens. Elk bekken kon veertig bat bevatten en had een doorsnee van vier el; ze kwamen op de tien onderstellen te staan.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Hij zette vijf onderstellen aan de zuidzijde van de tempel en vijf aan de noordzijde. De Zee zette hij bij de zuidoosthoek van de tempel.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Daarna vervaardigde Chiram de potten, schoppen en offerschalen. Daarmee voltooide Chiram al het werk dat hij in opdracht van Salomo voor de tempel van Jahwe had moeten uitvoeren:
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
de twee zuilen, de twee bolvormige kapitelen boven op de zuilen, het vlechtwerk ter bekleding van de twee bolvormige kapitelen,
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
de vierhonderd granaatappels voor het vlechtwerk, twee rijen granaatappels om het vlechtwerk van elk der twee bolvormige kapitelen,
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
de tien onderstellen met de tien bekkens,
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
de Zee met de twaalf runderen,
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
de potten, schoppen en offerschalen. Al deze voorwerpen van zuiver brons heeft Chiram in opdracht van Salomo gemaakt voor de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
In de Jordaanvallei, tussen Sukkot en Saretan, had de koning ze in lemen vormen laten gieten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Vanwege de zeer grote massa zag koning Salomo ervan af, alles te wegen. Het gewicht van het brons werd niet meegerekend.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Salomo liet ook de verdere benodigdheden voor de tempel van Jahwe maken; het gouden altaar, de gouden tafel voor de toonbroden,
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
de luchters van zuiver goud, vijf rechts en vijf links voor de achterzaal, de gouden bloemen, lampen en snuiters,
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
de schotels, messen, offerschalen, pannen en bekkens van zuiver goud, de gouden scharnieren aan de deuren van het achterste gedeelte van de tempel, het heilige der heiligen, en aan de deuren van het schip van de tempel.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Toen al het werk dat koning Salomo voor de tempel van Jahwe had laten verrichten gereed was, liet hij de wijgeschenken van zijn vader David overbrengen, het zilver, het goud en het vaatwerk, en plaatste het in de schatkamers van de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Koningen 7 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen riep Salomo de oudsten van Israël, alle stamhoofden en leiders van de families der Israëlieten, naar Jeruzalem om de ark van het verbond met Jahwe af te halen uit de Davidstad, ook Sion geheten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 1: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Zo kwamen alle mannen van Israël samen bij koning Salomo op het feest in de maand Etanim, dat is de zevende maand.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 2: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De oudsten van Israël traden naar voren, de priesters tilden de ark op
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 3: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
en brachten haar met de tent van de samenkomst en de bijbehorende gewijde voorwerpen over. Dit deden de priesters, samen met de levieten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 4: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Koning Salomo en heel de gemeenschap van Israël, die zich rond hem verzameld had, gingen voor de ark uit en ze offerden zoveel schapen en runderen dat ze niet te tellen of te schatten waren.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 5: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De priesters brachten de ark van het verbond met Jahwe op haar plaats in de achterzaal van de tempel, het heilige der heiligen, onder de vleugels van de kerubs.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 6: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
De kerubs spreidden hun beide vleugels uit over de plaats van de ark en overschaduwden de ark en de draagstokken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 7: 2
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Deze draagstokken waren zo lang, dat hun uiteinden wel zichtbaar waren vanuit het heilige vlak voor de achterzaal, maar meer naar buiten niet meer. Ze zijn daar gebleven tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 8: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Er lag in de ark niets anders dan de twee stenen platen die Mozes erin gelegd had op de Horeb, de platen van het verbond dat Jahwe gesloten had met de Israëlieten toen ze uit Egypte trokken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 9: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Redemptoris Mater ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Terwijl de priesters het heilige der heiligen verlieten, vulde de wolk de tempel van Jahwe,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 10: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Redemptoris Mater ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Redemptoris Mater ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
zodat ze vanwege die wolk niet ter plaatse konden vertoeven voor het verrichten van hun dienstwerk, want de heerlijkheid van Jahwe vervulde de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 11: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Redemptoris Mater ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Redemptoris Mater ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Toen sprak Salomo: `Jahwe heeft besloten in het duister te wonen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 12: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Redemptoris Mater ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Ik heb een machtig huis voor u gebouwd, uw woonplaats voor eeuwig.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 13: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Daarop keerde de koning zich om en zegende de gehele gemeenschap van Israël. Terwijl heel de gemeente rechtop stond,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 14: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
sprak Salomo: `Gezegend zij Jahwe, de God van Israël, wiens hand volbracht heeft wat zijn mond beloofd had aan mijn vader David:
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 15: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Sinds Ik mijn volk Israël uit Egypte heb geleid, heb Ik in geen enkele stam van Israël een stad uitverkoren om er een tempel te laten bouwen waar mijn naam zou wonen. Maar David heb Ik uitverkoren en aangesteld over mijn volk Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 16: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Mijn vader David wilde een tempel bouwen voor de naam van Jahwe, de God van Israël,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 17: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
maar Jahwe sprak tot hem: Uw voornemen om een tempel te bouwen voor mijn naam strekt u tot eer.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 18: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Toch zult niet gij een tempel bouwen, maar de zoon die gij zult verwekken; hij zal een tempel bouwen ter ere van mijn naam.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 19: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
En Jahwe heeft zijn woord gestand gedaan. Want ik ben mijn vader David opgevolgd en zetel op de troon van Israël, zoals Jahwe toegezegd had. En nu heb ik voor de naam van Jahwe, de God van Israël, een tempel gebouwd
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 20: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
en er een plaats bereid voor de ark, waarin de akte berust van het verbond dat Jahwe gesloten heeft met onze vaderen, toen Hij ze uit Egypte leidde.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 21: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Toen ging Salomo voor het altaar van Jahwe staan, ten aanschouwen van heel de gemeenschap van Israël. Hij strekte zijn handen uit naar de hemel
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 22: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
en zei: `Jahwe, God van Israël, buiten U is er geen God in de hemel daarboven en op de aarde hierbeneden, die zo goedertieren is en zo getrouw aan het verbond met uw dienaren die met heel hun hart hun schreden naar U richten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 23: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Gij hebt U jegens uw dienaar David, mijn vader, gehouden aan wat Gij hem beloofd had. Wat uw mond had beloofd, heeft uw hand vandaag volbracht.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 24: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Welnu, Jahwe, God van Israël, laat dan ook voor uw dienaar David, mijn vader, in vervulling gaan wat Gij hem beloofd hebt: Als uw zonen rechtschapen leven en voor mijn aanschijn wandelen zoals Gij dat gedaan hebt, zal Ik het u nooit aan opvolgers op de troon van Israël laten ontbreken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 25: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Nu dan, God van Israël, laat toch deze belofte aan uw dienaar David, mijn vader, in vervulling gaan.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 26: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Maar zou God werkelijk op aarde wonen? Zelfs de hemel en de hemel der hemelen kunnen U niet bevatten! Hoe dan deze tempel die ik gebouwd heb?
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 27: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Geef dan acht op het gebed van uw dienaar en op zijn smeekbede, Jahwe mijn God, en luister naar zijn roepen en naar het gebed dat uw dienaar vandaag tot U richt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 28: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Laat uw ogen geopend blijven, dag en nacht, naar dit huis, naar de plaats waarvan Gij gezegd hebt: Mijn naam zal daar wonen, en blijf zo luisteren naar de smeekbede die uw dienaar op deze plaats tot U richt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 29: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Luister dan naar de smeekbede van uw dienaar en van uw volk Israël, die zij op deze plaats tot U zullen richten. Ja, Gij zult het horen vanuit de hemel, uw woonstede. Luister dan en schenk vergiffenis.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 30: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Als iemand tegen zijn naaste een overtreding heeft begaan en deze eist een eed van hem, zodat hij in deze tempel voor uw altaar verschijnt om zijn eed af te leggen,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 31: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
luister dan vanuit de hemel, grijp in en spreek recht over uw dienaren. Veroordeel de schuldige en vergeld hem wat hij gedaan heeft; spreek de onschuldige vrij en geef hem wat hem toekomt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 32: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Als uw volk Israël verslagen is door de vijand omdat het tegen U gezondigd heeft, maar zich dan tot U bekeert, uw naam belijdt en in deze tempel tot U biedt en smeekt,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 33: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
luister dan vanuit de hemel, vergeef de zonden van uw volk Israël en voer het terug naar de grond die Gij zijn vaderen geschonken hebt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 34: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Als de hemel gesloten blijft en er geen regen valt, omdat ze tegen U gezondigd hebben, maar als ze dan komen bidden op deze plaats, uw naam belijden en zich van hun zonde bekeren, omdat Gij hen vernedert,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 35: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
luister dan vanuit de hemel, vergeef de zonden van uw dienaren en van uw volk Israël, wijs hun de goede weg die ze moeten gaan en laat het weer regenen over uw land dat Gij aan uw volk in eigendom gegeven hebt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 36: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Als er hongersnood komt in het land, of pest, of korenbrand en honingdauw, of een plaag van sprinkhanen die alles kaalvreten, als het volk in zijn steden door de vijand belegerd wordt of bezocht wordt door welke plaag of welke ziekte ook,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 37: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
als iemand, of heel uw volk Israël, onder de druk van zijn leed zijn handen uitstrekt naar deze tempel,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 38: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
luister dan vanuit de hemel, uw woonstede, en schenk vergiffenis; grijp in en vergeld eenieder naar zijn gedrag; want Gij kent ieders hart, Gij zijt de enige die het hart van alle mensenkinderen kent.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 39: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Dan zullen ze U vrezen zolang ze leven op de grond die Gij aan onze vaderen geschonken hebt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 40: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Ook als een vreemdeling, die niet tot uw volk Israël behoort, omwille van uw naam uit een ver land komt,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 41: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
omdat hij gehoord heeft van uw grote naam, uw krachtige hand en uw uitgestrekte arm, en hij komt binnen in deze tempel,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 42: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
luister dan vanuit de hemel, uw woonstede, en doe alles waarom de vreemdeling U smeekt. Dan zullen alle volken der aarde uw naam leren kennen en U, evenals uw volk Israël, vrezen; dan zullen zij weten dat uw naam uitgeroepen is over deze tempel die ik gebouwd heb.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 43: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Als uw volk op uw bevel ten strijde trekt tegen zijn vijand, en ze bidden tot Jahwe in de richting van de stad die Gij hebt uitverkoren, en van de tempel die ik voor uw naam gebouwd heb,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 44: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
luister dan vanuit de hemel naar hun gebed en hun smeekbede en verschaf hun recht.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 45: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Incarnationis mysterium ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Als ze tegen U zondigen - er is immers geen mens die niet zondigt - en Gij levert hen in uw toorn over aan de vijand die hen gevangen wegvoert naar zijn land, veraf of dichtbij,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 46: 4
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Incarnationis mysterium ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
als ze dan tot nadenken komen in het land waarheen ze weggevoerd zijn en ze bekeren zich en bidden tot U in hun ballingschap: Wij hebben gezondigd, wij hebben verkeerd gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 47: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
en ze keren zich tot U, met heel hun hart en heel hun ziel, in het land van de vijanden door wie ze weggevoerd zijn, en ze bidden tot U in de richting van het land dat Gij aan hun voorvaderen geschonken hebt en van de stad die Gij uitverkoren hebt en van de tempel die ik voor uw naam heb gebouwd,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 48: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
luister dan vanuit de hemel, uw woonstede, naar hun gebed en hun smeekbede en verschaf hun recht.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 49: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Schenk vergiffenis aan uw volk dat tegen U gezondigd heeft, vergeef hun alle overtredingen die ze tegen U begaan hebben, maak dat ze dan erbarming vinden bij hun vijanden die hen hebben weggevoerd en laten dezen zich over hen ontfermen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 50: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Want het is uw volk en uw eigendom, dat Gij uit Egypte, die smeltoven, hebt gevoerd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 51: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Laat uw ogen geopend blijven naar de smeekbede van uw dienaar en naar de smeekbede van uw volk Israël, en blijf zo naar hen luisteren, alle keren dat zij U aanroepen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 52: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Want Gij, Jahwe onze Heer, hebt hen afgezonderd van de andere volken der aarde om uw eigendom te worden, zoals Gij gezegd hebt door uw dienaar Mozes, toen Gij onze vaderen uit Egypte voerde.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 53: 3
Dives in Misericordia ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Heel dit smeekgebed tot Jahwe verrichtte Salomo geknield voor het altaar van Jahwe, zijn handen uitgestrekt naar de hemel. Toen stond hij op
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 54: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
en staande zegende hij met luider stem heel de gemeenschap van Israël met deze woorden:
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 55: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
`Gezegend zij Jahwe, die zijn volk Israël rust verleend heeft, zoals Hij had beloofd. Niet een woord is onvervuld gebleven van alle beloften die Hij door zijn dienaar Mozes gedaan heeft.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 56: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Moge Jahwe onze God met ons zijn, evenals Hij met onze voorvaderen geweest is; moge Hij ons niet verlaten en ons niet verstoten,
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 57: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
maar onze harten tot zich neigen. Dan zullen wij zijn wegen bewandelen en de geboden, wetten en voorschriften die Hij onze voorvaderen opgelegd heeft onderhouden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 58: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Mogen de gebeden die ik tot Jahwe onze God gericht heb, dag en nacht bij Hem aanwezig zijn en van Hem verkrijgen, dat Hij zijn dienaar en zijn volk Israël dagelijks geeft wat zij behoeven.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 59: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Dan zullen alle volken der aarde weten dat Jahwe God is, en Jahwe alleen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 60: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Mogen uw harten steeds onverdeeld aan Jahwe onze God toebehoren, zodat gij evenals nu, naar zijn wetten leeft en zijn geboden onderhoudt.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 61: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
Nu droeg de koning met heel Israël een slachtoffer op aan Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 62: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
Het offer dat Salomo aan Jahwe opdroeg bestond uit tweeëntwintigduizend runderen en honderdtwintigduizend schapen. Zo wijdden de koning en de Israëlieten de tempel van Jahwe in.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 63: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
64
Die dag liet de koning het middengedeelte van de voorhof voor de tempel van Jahwe afzetten, om daar het brandoffer, het meeloffer en de vette delen van het slachtoffer op te dragen. Het bronzen altaar in de tempel was namelijk te klein voor het brandoffer, het meeloffer en de vette delen van het slachtoffer.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 64: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
65
Bij die gelegenheid vierde Salomo, en met hem een grote menigte uit heel Israël, vanaf de weg naar Hamat tot aan de beek van Egypte, het feest in de tempel van Jahwe onze God, zeven dagen lang; met de andere zeven dagen veertien dagen lang.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 65: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
Op de achtste dag liet hij het volk heengaan. Ze spraken over de koning een zegenwens uit en gingen naar huis, verheugd en welgemoed om al het goede dat Jahwe gedaan had voor David, zijn dienaar, en voor Israël, zijn volk.
Referenties naar alinea 1 Koningen 8 66: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen Salomo gereed was met de bouw van de tempel van Jahwe, van het koninklijk paleis en van alles waar hij zijn zinnen op gezet had,
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
verscheen Jahwe hem voor de tweede maal, zoals Hij hem verschenen was te Gibeon.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Jahwe zei tot hem: 'Ik heb het smeekgebed dat Gij tot Mij gericht hebt gehoord; Ik heb deze tempel die gij gebouwd hebt geheiligd, opdat mijn naam er voor altijd zal wonen; mijn ogen en mijn hart zullen er steeds verblijven.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 3: 1
Elk gezin is licht in het duister van de wereld ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Wat u betreft: als gij met heel uw hart en oprecht uw schreden naar Mij richt, zoals uw vader David dat deed, en handelt overeenkomstig alles wat Ik u geboden heb, als gij mijn wetten en voorschriften onderhoudt,
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 4: 1
Ad Corinthios ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
zal Ik de troon van uw heerschappij over Israël voor altijd bestendigen, zoals Ik uw vader David beloofd heb toen Ik hem zei: Gij zult altijd een nakomeling hebben die zetelt op de troon van Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar als gij en uw zonen het wagen zich van Mij af te keren, als gij de geboden en wetten die Ik u voorgehouden heb niet onderhoudt, en andere goden gaat dienen en u voor hen neerbuigt,
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
dan zal Ik de Israëlieten verjagen van de grond die Ik hun geschonken heb. Dan zal ik de tempel die Ik aan mijn naam heb toegewijd verwerpen; dan zal Israël een mikpunt van schimp en van spot worden bij alle volken,
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 7: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
en zal deze tempel een puinhoop worden; elke voorbijganger zal huiveren en sissen. En als men dan vraagt waarom Jahwe zo gehandeld heeft met dit land en deze tempel,
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 8: 2
Elk gezin is licht in het duister van de wereld ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
dan zal het antwoord zijn: Omdat ze Jahwe, hun God, die hun voorvaderen uit Egypte heeft geleid, de rug hebben toegekeerd, omdat ze hun vertrouwen hebben gesteld in andere goden, zich voor hen hebben neergebogen en hen gediend hebben. Daarom heeft Jahwe hun al dit onheil berokkend.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 9: 2
Elk gezin is licht in het duister van de wereld ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Salomo's overige ondernemingen
Na verloop van de twintig jaren waarin Salomo de twee gebouwen, de tempel van Jahwe en het koninklijk paleis, had opgetrokken,
Na verloop van de twintig jaren waarin Salomo de twee gebouwen, de tempel van Jahwe en het koninklijk paleis, had opgetrokken,
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
schonk hij twintig steden in de Galil aan Chiram, de koning van Tyrus; deze had hem geholpen aan cederhout, cypressenhout en goud, zoveel hij maar wenste.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Maar toen Chiram uit Tyrus kwam om de steden die Salomo hem geschonken had te bezichtigen, bevielen ze hem niet
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
en zei hij: 'Mijn broeder, wat zijn dat voor steden die u mij hebt geschonken?' Daarom noemt men ze Kabul-land, tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toch zond Chiram de koning honderdtwintig talenten goud.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Dit was de taak van de arbeiders die koning Salomo voor het verrichten van de herendiensten opgeroepen had: Het bouwen van de tempel van Jahwe, van zijn eigen paleis, van het Millo, van de muur van Jeruzalem en van Hasor, Megiddo en Gezer.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Farao, de koning van Egypte, was destijds uitgerukt tegen Gezer; hij had de stad ingenomen en in brand gestoken en de Kana„nieten die er woonden gedood; daarna had hij de stad als bruidsschat geschonken aan zijn dochter, de vrouw van Salomo.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Salomo bouwde Gezer weer op; verder bouwde hij Bet-choron-laag,
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Ba„lat en Tamar in de woestijn,
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
zijn proviandsteden, zijn wagenparken, de steden voor zijn ruiterij en alles wat hij in Jeruzalem, in de Libanon en in heel zijn koninkrijk had willen bouwen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Alle afstammelingen van de Amorieten, Hethieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten, mensen die niet tot de Israëlieten behoorden
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 20: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
en overgebleven waren in het land, omdat de Israëlieten niet in staat geweest waren hen met de ban te slaan, hen liet Salomo als slaven voor de arbeidsdienst opkomen, en zo is het gebleven tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Maar Israëlieten maakte Salomo niet tot slaven; zij dienden hem als krijgslieden, hovelingen, hoge ambtenaren, officieren, wagenmenners en ruiters.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De hoofdopzichters, belast met het toezicht op de werken van Salomo, waren vijfhonderdvijftig in getal. Zij hadden de leiding van het volk dat die werken uitvoerde.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Nadat de dochter van Farao uit de Davidstad verhuisd was naar het paleis dat Salomo voor haar had laten bouwen, begon hij aan de bouw van het Millo.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Salomo bracht driemaal per jaar een brand - en slachtoffer op het altaar dat hij voor Jahwe gebouwd had en brandde ook reukwerk voor het aanschijn van Jahwe, nadat hij de tempel voltooid had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Ook bouwde Salomo een vloot, te Esjon-geber, nabij Elot, aan de oever van de Rietzee, in Edom.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Chiram plaatste op die vloot onderdanen van hem, ervaren zeelieden, samen met de onderdanen van Salomo.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ze voeren naar Ofir, laadden daar vierhonderdtwintig talenten goud in en brachten die naar koning Salomo.
Referenties naar alinea 1 Koningen 9 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De faam die Jahwe Salomo verleend had was ook doorgedrongen tot de koningin van Seba en zij wilde hem persoonlijk op de proef stellen met raadsels.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 1: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Zij begaf zich naar Jeruzalem met een zeer grote stoet kamelen, beladen met reukwerken, zeer veel goud en kostbare stenen. Toen zij bij Salomo gekomen was, legde zij hem alles voor wat zij in gedachte had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 2: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar Salomo wist het antwoord op al haar vragen; niets was voor de koning zo duister dat hij het antwoord schuldig moest blijven.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 3: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen de koningin van Seba zag hoe wijs Salomo was en toen zij het paleis zag dat hij had laten bouwen,
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 4: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
de spijzen op zijn tafel, de hovelingen die mee aanzaten, de lakeien in hun uniform, de schenkers, de brandoffers die hij geregeld opdroeg in de tempel van Jahwe, was zij buiten zichzelf van verbazing
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 5: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
en zei ze tot de koning: 'Het is dus waar wat ik in mijn land gehoord heb over uw wijsheid en uw ondernemingen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 6: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ik heb het niet kunnen geloven, totdat ik hier kwam en het met eigen ogen zag. Heus, men heeft mij nog niet de helft verteld; u bezit meer wijsheid en rijkdom dan ik gehoord had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 7: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Wat een voorrecht voor uw mannen, wat een voorrecht voor uw dienaren, dat zij voortdurend voor u staan en uw woorden van wijsheid mogen horen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 8: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Gezegend zij Jahwe uw God, die in u zoveel welgevallen heeft gehad dat Hij u geplaatst heeft op de troon van Israël, en u in zijn aanhoudende liefde voor Israël tot koning aangesteld heeft om recht en gerechtigheid te handhaven.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 9: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Zij gaf de koning honderdtwintig talenten goud, zeer veel reukwerk en ook kostbare stenen. Nooit meer is er zoveel reukwerk aangevoerd als de koningin van Seba toen aan koning Salomo heeft geschonken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 10: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Chiram, die met zijn vloot uit Ofir goud aanvoerde, bracht vandaar ook zeer veel sandelhout en kostbare stenen mee.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 11: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Ontmoeting met bisschoppen, priesters, diakens, religieuze vrouwen en mannen, seminaristen en catechisten ->=geentekst=
Dit sandelhout liet Salomo verwerken tot meubilair voor de tempel van Jahwe en het koninklijk paleis, en verder nog tot citers en harpen voor de zangers. Nog nooit was er zulk sandelhout aangevoerd en men heeft het, tot vandaag toe, ook nooit meer gezien.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 12: 2
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Ontmoeting met bisschoppen, priesters, diakens, religieuze vrouwen en mannen, seminaristen en catechisten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Van zijn kant gaf Salomo aan de koningin van Seba al wat zij maar wenste, naast wat hij haar uit eigen beweging aanbood. Hierop aanvaardde zij de terugreis en keerde met haar dienaren naar haar land terug.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 13: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Het inkomen van Salomo bedroeg per jaar zeshonderdzestig talenten aan goud,
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
niet meegerekend de tolgelden der handelaren, de handelsrechten der kooplieden en wat al de koningen van Arabie en de stadhouders van het land opbrachten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Koning Salomo liet tweehonderd grote schilden van geslagen goud maken; zeshonderd sikkels goud waren nodig voor een zo'n schild.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Verder driehonderd kleine schilden van geslagen goud; drie minen goud waren nodig voor een klein schild. De koning liet ze ophangen in het huis' Woud van de Libanon'.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De koning liet ook een grote troon van ivoor maken en die met fijn goud overtrekken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zes treden had die troon; op de rugleuning was een stierekop aangebracht. Aan weerskanten van de zitting bevonden zich armleuningen; ernaast stonden twee leeuwen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Op de treden stonden twaalf leeuwen, aan weerskanten zes. Voor geen koning was ooit zo iets gemaakt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Al het drinkgerei van Koning Salomo was van goud. Ook al het vaatwerk van het huis' Woud van de Libanon' was van zuiver goud. Zilver was er niet; het had in de tijd van Salomo niet zoveel waarde.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Want naast de vloot van Chiram had de koning een Tarsisvloot in de vaart en eens in de drie jaar liep deze binnen met een lading goud en zilver, ivoor, apen en pauwen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Zo overtrof koning Salomo alle koningen der aarde in rijkdom en wijsheid,
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 23: 1
Catechese: Kerstmis met Franciscus van Sales ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
en heel de wereld verlangde Salomo te bezoeken en te luisteren naar de wijsheid waarmee God zijn verstand begiftigd had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Zij brachten allen geschenken mee, zilveren en gouden voorwerpen, jaar in, jaar uit.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Ook schafte Salomo wagens aan en richtte hij een ruiterij op; hij bezat veertienhonderd wagens en een ruiterij van twaalfduizend man, die hij bijeenbracht in de wagenparken en bij zijn paleis in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Dank zij het beleid van de koning was het zilver in Jeruzalem zo gewoon als stenen, en cederhout zag men er als moerbeivijgen in de Sefela.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Salomo's paarden werden ingevoerd uit Misraim en Kewe. De handelsagenten van de koning kochten ze tegen een bepaalde prijs in Kewe.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Een wagen kon uit Misraim ingevoerd worden voor zeshonderd sikkel, en een paard voor hondervijftig, en door hun bemiddeling werden ze ook uitgevoerd naar al de koningen van de Hethieten en de koningen van Aram.
Referenties naar alinea 1 Koningen 10 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Koning Salomo had behalve de dochter van Farao nog veel buitenlandse vrouwen; Moabitische, Ammonitische, Edomitische, Sidonische en Hethitische,
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
uit de volken waarvan Jahwe tot de Israëlieten gezegd had: 'Gij moogt u niet inlaten met hen, en zij mogen zich niet inlaten met u; anders zullen ze u verleiden tot het dienen van hun goden.' Salomo hechtte zich aan deze vrouwen en had ze lief.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij had ook zevenhonderd prinsessen tot vrouw genomen en daarbij nog driehonderd bijvrouwen, en deze vrouwen maakten hem ontrouw:
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
op zijn oude dag verleidden zij Salomo tot het dienen van andere goden; hij was Jahwe zijn God niet meer zo met hart en ziel toegedaan als zijn vader David.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Salomo vereerde Astoret, de godin van de Sidoniers, en Milkom, de gruwel van de Ammonieten;
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
hij deed wat Jahwe mishaagde en diende Hem niet zo trouw als zijn vader David.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zo liet Salomo op de berg ten oosten van Jeruzalem een offerhoogte bouwen voor Kemos, de gruwel van Moab, en voor Moloch, de gruwel van de Ammonieten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hetzelfde deed hij voor al zijn buitenlandse vrouwen die voor haar goden wierook wilden branden en offers brengen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen werd Jahwe, de God van Israël, vertoornd op Salomo, omdat hij zich van Hem had afgekeerd, nadat Hij hem tweemaal verschenen was.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Jahwe had hem uitdrukkelijk verboden andere goden te vereren, maar Salomo had zich niet gehouden aan Jahwe's verbod.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarom zei Jahwe tot hem: 'Omdat het met u zo gesteld is en gij u niet houdt aan mijn verbond of aan de wetten die Ik u heb opgelegd, zal Ik het koninkrijk van u afscheuren en het geven aan een van uw knechten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Maar terwille van uw vader David zal Ik dit niet tijdens uw leven doen; Ik zal het losscheuren uit de hand van uw zoon.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toch zal Ik niet het hele koninkrijk losscheuren: een stam zal Ik aan uw zoon laten, terwille van David, mijn dienaar, en van Jeruzalem, de stad die Ik uitverkoren heb.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Daarom gaf Jahwe Salomo een tegenstander in de persoon van Hadad de Edomiet. Deze behoorde tot het koninklijk huis van Edom.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Tijdens Davids verblijf in Edom namelijk, toen Joab, de legeroverste, uitgetrokken was om de gesneuvelden te begraven, sloeg deze al wat mannelijk was in Edom neer.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Zes maanden hield Joab zich daar op, met heel Israël, tot hij al wat mannelijk was in Edom uitgeroeid had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Maar deze Hadad had met enige Edomieten, hovelingen van zijn vader, de wijk genomen naar Egypte; Hadad was toen nog heel jong.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Ze waren vertrokken uit Midjan en naar Paran gegaan; uit Paran hadden ze enige mannen meegenomen en waren aangekomen in Egypte, bij Farao, de koning van Egypte. Deze gaf hem een huis, beloofde in zijn levensonderhoud te voorzien en gaf hem ook land.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hadad kwam bij Farao zozeer in de gunst te staan dat deze hem een vrouw gaf, de zuster van zijn eigen vrouw, de zuster van Tachpenes, de gebiedster.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De zuster van Tachpenes baarde hem een zoon, Genubat geheten, die door Tachpenes in het paleis van Farao opgevoed werd. Genubat woonde in het paleis van Farao, tezamen met de eigen zonen van Farao.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen Hadad nu in Egypte vernam dat David bij zijn vaderen te ruste was gegaan en dat ook Joab, de legeroverste, gestorven was, zei hij tot Farao: 'Sta mij toe dat ik naar mijn land terugkeer.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Maar Farao vroeg hem: 'Wat komt u bij mij te kort, dat u zo opeens naar uw land terug wilt?' Hij andwoordde: 'Niets, maar laat mij toch maar gaan.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Nog een andere tegenstander gaf God aan Salomo in de persoon van Rezon, de zoon van Eljada. Deze was zijn heer Hadadezer, de koning van Soba ontvlucht,
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 23: 1
De Oratione Domini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
verzamelde mannen om zich heen en werd leider van een bende. Toen David hem zocht te doden, trok hij naar Damascus, waar hij zich vestigde en waar hij koning werd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Hij was een tegenstander van Israël zolang Salomo leefde, en richtte onheil aan, evenals Hadad, want hij haatte Israël. Hij regeerde over Aram.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Ook een dienaar van Salomo, Jerobeam, de zoon van Nebat, een Efraimiet uit Sereda, wiens moeder Serua heette en een weduwe was, stond tegen de koning op.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
De aanleiding daartoe was deze: Toen Salomo het Millo bouwde, dat een toegangsweg tot de stad van David, zijn vader, afsloot,
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
toonde Jerobeam zich daarbij een flinke kracht, en toen Salomo zag dat de jonge man zijn werk goed deed, stelde hij hem aan als opzichter over de hele lichting opperlieden van de stam Jozef.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
In die tijd gebeurde het dat Jerobeam vanuit Jeruzalem op reis was en onderweg de profeet Achia uit Silo ontmoette. Zij waren alleen in het open veld. Achia droeg een nieuwe mantel.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Hij pakte die, scheurde hem in twaalf stukken
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
en zei tot Jerobeam: 'Neem tien stukken, wat zo zegt Jahwe, de God van Israël: Tien stammen van Salomo's koninkrijk scheur Ik los uit zijn hand en die geef Ik aan u.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Een stam mag hij behouden, omwille van mijn dienaar David en omwille van Jeruzalem, de stad die Ik uit alle stammen van Israël uitverkoren heb.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Want hij heeft Mij de rug toegekeerd en zich neergebogen voor Astoret, de godin van de Sidoniers, en voor Kemos, de god van Moab, en voor Milkom, de god van de Ammonieten; hij heeft mijn wegen niet bewandeld en niet gedaan wat Mij behaagt en mijn wetten en voorschriften niet onderhouden, zoals zijn vader David.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Hemzelf zal Ik evenwel het koninkrijk niet ontnemen, maar hem heel zijn leven aan de macht laten, terwille van mijn dienaar David, die mijn wetten en geboden onderhield.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Ik zal het koninkrijk ontnemen aan zijn zoon; u zal Ik tien stammen geven.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Een stam laat Ik echter aan zijn zoon, opdat mijn dienaar David altijd een lamp voor mijn aangezicht zal hebben in Jeruzalem, de stad die Ik Mij uitverkoren heb om er mijn naam te doen wonen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
U zal Ik tot koning maken en u zult naar eigen goeddunken heersen als koning over Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
En als gij luistert naar alles wat Ik u gebied, als ge mijn wegen bewandelt en doet wat Mij behaagt, mijn geboden en wetten onderhoudt, zoals mijn dienaar David gedaan heeft, dan zal Ik u bijstaan, u een duurzaam huis bouwen, zoals Ik gedaan heb voor David, en u Israël geven.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Ik zal daartoe het nageslacht van David moeten vernederen, maar niet voor altijd.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Salomo trachtte Jerobeam te doden. Maar deze vluchtte naar Egypte, naar Sisak, de koning van Egypte, en bleef daar tot aan de dood van Salomo.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Verdere bijzonderheden over Salomo, over alles wat hij gedaan heeft en over zijn wijsheid, zijn te vinden in de annalen van Salomo.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 41: 1
Aswoensdag ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Veertig jaar regeerde Salomo over geheel Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Toen ging hij bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de stad van David, zijn vader. Zijn zoon Rechabeam volgde hem op.
Referenties naar alinea 1 Koningen 11 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Rechabeam begaf zich naar Sichem, waar heel Israël samengekomen was om hem tot koning te verheffen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 1: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Jerobeam, de zoon van Nebat, was nog in Egypte, waarheen hij gevlucht was voor koning Salomo en hij woonde daar, toen hij dit vernam.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 2: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Men liet hem komen. Jerobeam en heel de gemeenschap van Israël kwamen bijeen om te onderhandelen met Rechabeam.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 3: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ze zeiden: 'Uw vader heeft ons een zwaar juk opgelegd; verlicht derhalve de zware arbeid waartoe uw vader ons verplicht heeft en het harde juk dat hij ons heeft opgelegd; dan zullen wij u onderdanig zijn.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 4: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Rechabeam zei tot hen: 'Gaat heen en komt over drie dagen terug.' Toen ging het volk heen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 5: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Daarop raadpleegde koning Rechabeam de oudsten die in dienst gestaan hadden van zijn vader Salomo, toen deze nog leefde, en vroeg: 'Wat raadt u mij aan, dit volk te antwoorden?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 6: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zij antwoordden hem: 'Als u nu de dienaar van het volk bent en het wilt dienen door een vriendelijk antwoord te geven, dan zullen zij voor altijd uw dienaren zijn.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 7: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar hij sloeg de raad die de oudsten hem gegeven hadden in de wind en raadpleegde de jongelieden die met hem opgegroeid waren en in zijn dienst stonden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 8: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij vroeg hun: 'Wat raadt u mij aan? Wat voor antwoord moet ik geven op het verzoek van dat volk: Verlicht het juk dat uw vader ons opgelegd heeft?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 9: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De jongelieden die met hem opgegroeid waren antwoordden: 'Dit moet u zeggen op het verzoek van dat volk: Mijn pink is dikker dan het middel van mijn vader:
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 10: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
heeft mijn vader u een zwaar juk opgelegd, ik zal het nog zwaarder maken: heeft mijn vader u gekastijd met zwepen, ik zal het doen met schorpioenen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 11: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen Jerobeam met het volk drie dagen later bij Rechabeam terugkwam, overeenkomstig het verzoek van de koning: 'Komt overmorgen terug',
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 12: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
gaf Rechabeam een hard antwoord en sloeg hij de raad die de oudsten hem gegeven hadden in de wind.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 13: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Hij hield zich aan de raad van de jongelieden en zei: 'Heeft mijn vader u een zwaar juk opgelegd, ik zal het nog zwaarder maken; heeft mijn vader u gekastijd met zwepen, ik zal het doen met schorpioenen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 14: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De koning luisterde dus niet naar het volk; Jahwe had het zo beschikt om zijn woord gestand te doen dat Hij door Achia uit Silo gesproken had tot Jerobeam, de zoon van Nebat.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 15: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Daarmee was het voor de Israëlieten duidelijk dat de koning niet bereid was, aan hun verzoek te voldoen. Zij gaven de koning ten antwoord: 'Wat hebben wij te maken met David? Wat hebben wij uit te staan met de zoon van Isai? Israël, terug naar uw tenten; David, zorg maar voor uw eigen huis'. De Israëlieten gingen dus naar huis.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 16: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Alleen over de Israëlieten die in de steden van Juda woonden werd Rechabeam koning.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 17: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Koning Rechabeam poogde nog iets te bereiken door Adoram, het hoofd van de herendiensten, maar het volk van Israël stenigde hem dood, en koning Rechabeam kon ternauwernood in zijn wagen stappen en naar Jeruzalem vluchten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 18: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zo braken de Israëlieten met het huis van David; dit is zo gebleven tot de huidige dag.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 19: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Zodra het volk van Israël vernomen had dat Jerobeam teruggekeerd was, ontboden zij hem naar de volksvergadering en verhieven zij hem tot koning over geheel Israël. Niemand bleef het huis van David trouw dan alleen de stam Juda.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 20: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen Rechabeam in Jeruzalem gekomen was, riep hij het hele huis van Juda en de stam Benjamin bijeen; honderdtachtigduizend strijdbare mannen om de strijd aan te binden met het volk van Israël en het koninkrijk te herwinnen voor de Rechabeam, de zoon van Salomo.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 21: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Maar het woord van God werd gericht tot Semaja, een man Gods:
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 22: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
`Zeg tot Rechabeam, de zoon van Salomo, de koning van Juda, tot het volk van Juda en Benjamin en het overige volk:
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 23: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zo spreekt Jahwe: Trekt niet op en voer geen oorlog met uw broeders, de Israëlieten, want dit alles is door Mij beschikt. Gaat terug naar huis!' Zij luisterden naar het woord van Jahwe en gingen naar huis, zoals Jahwe had bevolen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 24: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Jerobeam versterkte Sichem in het bergland van Efraim en vestigde zich daar; later trok hij daar weg en versterkte Penuël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 25: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Intussen dacht hij bij zichzelf: `Tenslotte zal mijn koninkrijk toch weer aan het huis van David komen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 26: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Als dit volk naar Jeruzalem blijft trekken om offers op te dragen in de tempel van Jahwe, zullen ze zich weer gaan hechten aan Rechabeam, de koning van Juda, hun heer.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 27: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Na rijp beraad liet de koning twee gouden stierebeelden maken en zei hij tot het volk: `U bent nu lang genoeg opgegaan naar Jeruzalem: dit, Israëlieten, zijn de goden die u uit Egypte hebben geleid.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 28: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Het ene beeld stelde hij op te Betel en het andere plaatste hij in Dan.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 29: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Dit bracht de Israëlieten tot zonde. Het volk geleidde het beeld naar Dan.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 30: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Ook bouwde hij offerhoogten en stelde hij priesters aan uit het gewone volk, die niet tot de stam Levi behoorden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 31: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Verder voerde Jerobeam op de vijftiende dag van de achtste maand een feest in dat geleek op het feest dat in Juda bestond. Bij die gelegenheid besteeg hij het altaar dat hij in Betel had laten maken om te offeren aan de stierebeelden die hij vervaardigd had. En in Betel installeerde hij de priesters van de offerhoogten die hij gebouwd had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 32: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Op de vijftiende dag van de achtste maand, een dag die hij op eigen gezag bepaald had, besteeg Jerobeam het altaar dat hij had laten maken. Hij liet de Israëlieten feest vieren en besteeg het altaar om wierook te branden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 12 33: 1
Menselijke ontwikkeling en christelijk heil ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
En juist toen Jerobeam op het altaar stond om de wierook te branden, kwam er in Betel een man Gods uit Juda, door Jahwe gezonden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Op Jahwe's bevel riep hij tegen het altaar: `Altaar, altaar, zo spreekt Jahwe: In het huis van David zal een zoon geboren worden, Josia geheten; hij zal de priesters der offerhoogten die wierook op u branden op u ten offer brengen en mensenbeenderen op u verbranden.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Tevens kondigde hij een wonder aan met de woorden: `Dit is het wonder, ten teken dat Jahwe gesproken heeft: het altaar zal scheuren en de as die erop ligt zal eraf storten.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen de koning hoorde wat de man Gods tegen het altaar van Betel riep, stak hij, staande op het altaar, zijn hand uit en beval: Grijpt die man!' Maar de hand die hij tegen de man Gods had uitgestoken verstijfde en hij kon haar niet meer terugtrekken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
En het altaar scheurde en de as stortte ervan af; het was het wonder dat de man Gods op Jahwe's bevel had aangekondigd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Nu sprak de koning tot de man Gods: `Wees zo goed en tracht Jahwe uw God gunstig te stemmen; bid voor mij dat ik mijn hand weer kan terugtrekken.' De man Gods wist Jahwe gunstig te stemmen; de koning kon zijn hand terugtrekken en deze werd weer als voorheen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 6: 1
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen sprak de koning tot de man Gods: `Kom met mij naar huis; dan kunt u zich verkwikken en zal ik u een geschenk geven.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar de man Gods antwoordde: `Al zoudt u mij de helft van uw bezit geven, ik ga niet met u mee; hier zal ik geen brood eten of water drinken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Want aldus heeft Jahwe mij bevolen: Gij moogt er geen brood eten of water drinken en gij moogt niet langs dezelfde weg terugkeren als gij gekomen zijt.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
En hij vertrok langs een andere weg en keerde niet terug over de weg waarlangs hij naar Betel gekomen was.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Nu woonde er in Betel een bejaarde profeet. Zijn zonen kwamen hem vertellen wat de man Gods die dag te Betel allemaal gedaan had en wat hij tot de koning had gezegd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen zij uitverteld waren vroeg hun vader: `In welke richting is hij vertrokken?' En zijn zonen wezen hem, in welke richting de man Gods uit Juda vertrokken was.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Nu zei hij tot zijn zonen: `Zadelt mijn ezel.' Toen zij de ezel gezadeld hadden, zette hij zich erop,
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
ging de man Gods achterna en trof hem zittende onder een terebint. Hij vroeg hem: `Bent u de man Gods uit Juda?' En hij antwoordde: `Ja.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 14: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Daarop zei hij tot hem: `Ga met mij mee naar huis; dan kunt u iets eten.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Maar hij antwoordde: `Ik kan niet met u teruggaan naar uw woonplaats: ik kan daar met u geen brood eten of water drinken,
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
want Jahwe heeft mij bevolen: Gij moogt daar geen brood eten of water drinken en ge moogt ook niet terugkeren langs dezelfde weg als ge gekomen zijt.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Maar de ander hield aan: `Ook ik ben een profeet, net als u, en een engel heeft tot mij gesproken op Jahwe's bevel: Haal hem terug naar uw huis; dan kan hij brood en water drinken.' Dit loog hij hem voor.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen keerde de man Gods met de profeet terug en hij at brood en dronk water in diens huis.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Terwijl zij aan tafel zaten, werd het woord van Jahwe gericht tot de profeet die hem naar Betel teruggehaald had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Deze riep tot de man Gods uit Juda: `Zo spreekt Jahwe: Omdat gij u verzet hebt tegen het bevel van Jahwe en u niet gehouden hebt aan het verbod dat Jahwe uw God u gaf,
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
maar naar Betel teruggekeerd zijt om brood te eten en water te drinken, daar waar Hij u dit verboden had, daarom zal uw lijk niet bijgezet worden in het graf van uw vaderen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Nadat de man Gods gegeten en gedronken had, liet de profeet die hem teruggehaald had zijn ezel zadelen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De man Gods vertrok, maar hij werd onderweg aangevallen door een leeuw. Deze doodde hem en zijn lijk kwam op de weg te liggen. De ezel bleef naast het lijk staan en ook de leeuw.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Mensen die voorbijkwamen zagen het lijk op de weg liggen en de leeuw ernaast staan, en bij hun aankomst in de stad waar de bejaarde profeet woonde, vertelden zij wat ze gezien hadden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen de profeet die de man Gods had overgehaald om terug te keren dit vernam, zei hij: `Dat is de man Gods die zich verzet heeft tegen de wil van Jahwe. Jahwe heeft hem door een leeuw laten verscheuren, overeenkomstig het woord dat Jahwe tot hem gesproken had.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Hij zei tot zijn zonen: `Zadelt mijn ezel.' Toen zij dit gedaan hadden,
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
ging hij op weg en vond het lijk op de weg liggen met de ezel en de leeuw die ernaast stonden. De leeuw had het lijk niet verslonden en evenmin de ezel verscheurd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Nu legde de profeet het lijk van de man Gods op de ezel en bracht het terug naar de stad om het met de gebruikelijke rouw te begraven.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Hij legde het lijk in het graf dat voor hemzelf bestemd was en men hief over de man Gods de klaagzang `Ach mijn broeder' aan.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Toen hij de man Gods begraven had, zei hij tot zijn zonen: `Als ik dood ben moeten jullie mij begraven in het graf waar de man Gods ligt; jullie moeten mijn gebeente naast zijn gebeente leggen,
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
want vast en zeker zal vervuld worden wat hij op bevel van Jahwe geroepen heeft tegen het altaar van Betel en tegen alle offerhoogten van de steden van Samaria.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Ondanks dit gebeuren bekeerde Jerobeam zich niet van zijn wangedrag. Integendeel, hij stelde uit het gewone volk priesters voor de offerhoogten aan; al wie maar wilde wijdde hij tot priester van een offerhoogte.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Hierin bestond de zonde van het huis van Jerobeam en dit was de reden waarom zijn koninkrijk vernietigd en van de aardbodem verdelgd zou worden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 13 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
In die tijd werd Abia, de zoon van Jerobeam ziek.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 1: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Jerobeam zei tot zijn vrouw: `Verkleed je zo dat niemand merkt dat je de vrouw van Jerobeam bent en ga dan naar Silo; daar woont immers de profeet Achia, die mij voorspeld heeft dat ik koning zou worden over dit volk.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 2: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Neem tien broden mee, een paar rozijnenkoeken en een kruik honing, en ga naar hem toe; hij zal je zeggen hoe het met de jongen zal aflopen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 3: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De vrouw van Jerobeam deed dit: ze begaf zich op weg naar Silo en kwam aan bij het huis van Achia. Deze nu kon niet meer zien, omdat zijn ogen star stonden van ouderdom,
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 4: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
maar Jahwe had tot hem gezegd: `De vrouw van Jerobeam komt u raadplegen over haar zoon, want die is ziek. Zo en zo moet ge haar antwoorden. Ze zal zich vermomd bij u aandienen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 5: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen ze door de deur binnentrad en Achia het geluid van haar voetstappen hoorde, zei hij: `Kom binnen, vrouw van Jerobeam. Waarom hebt u zich vermomd? Ik heb een onheilsboodschap voor u!
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 6: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ga aan Jerobeam zeggen: Zo spreek Jahwe, de God van Israël; Ik heb u boven het volk verheven en u aangesteld als leider van mijn volk Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 7: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ik heb het koninkrijk losgescheurd van het huis van David en het gegeven aan u. Maar gij zijt niet geweest als mijn dienaar David, die mijn geboden onderhield, Mij van ganser harte diende en alleen deed van Mij behaagt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 8: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Gij hebt het erger gemaakt dan al uw voorgangers, u andere goden gemaakt, beelden gegoten, om Mij te tergen; Mij hebt ge verworpen, Mij de rug toegekeerd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 9: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Daarom ga Ik onheil brengen over het huis van Jerobeam. Al wat man is in het huis van Jerobeam, van slaaf tot vrijgelatene, zal Ik uit Israël verdelgen en Ik zal het huis van Jerobeam wegvegen als drek, tot er niets meer van over is.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 10: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Wie van het huis van Jerobeam in de stad sterft, hem zullen de honden verslinden, en wie op het land sterft, hem zullen de vogels van de hemel verslinden, want Jahwe heeft gesproken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 11: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Wat u betreft, sta op en ga naar huis. Op het ogenblik dat uw voeten de stad betreden zal de jongen sterven.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 12: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Heel Israël zal over hem rouwen en hem begraven, want hij is de enige van zijn huis in wie Jahwe, de God van Israël, iets goeds gevonden heeft.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 13: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
En de man die het huis van Jerobeam zal uitroeien zal door Jahwe worden verheven tot koning over Israël. Dit wat het heden betreft, maar er komt nog meer.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 14: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Jahwe zal Israël slaan alsof het een riet was dat in het water op en neer gezwiept wordt. Hij zal de Israëlieten uitroeien en ze wegrukken van deze goede grond, die Hij hun voorvaderen geschonken heeft, en Hij zal ze verstrooien aan de overkant van de Rivier, omdat ze heilige palen gemaakt hebben en Jahwe daarmee hebben getergd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 15: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Ja, Hij zal Israël prijsgeven vanwege de zonden die Jerobeam bedreven heeft en waartoe hij de Israëlieten heeft verleid.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 16: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen stond de vrouw van Jerobeam op en ging heen. Toen zij in Tirsa aankwam en de drempel van het huis betrad, stierf haar zoon.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 17: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Heel Israël was bij zijn begrafenis tegenwoordig en rouwde over hem, naar het woord dat Jahwe gesproken had door zijn dienaar Achia, de profeet.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 18: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Verdere bijzonderheden over Jerobeam, over zijn oorlogen en zijn bestuur, staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 19: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Jerobeam heeft tweeëntwintig jaar geregeerd. Hij ging bij zijn vaderen te ruste en werd opgevolgd door zijn zoon Nadab.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 20: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Rechabeam, de zoon van Salomo, werd koning in Juda. Hij was eenenveertig jaar toen hij koning werd en regeerde zeventien jaar te Jeruzalem, de stad die Jahwe uit alle stammen van Israël had uitverkoren om er zijn naam te doen wonen. Zijn moeder heette Naama en zij was een Ammonitische.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 21: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De Judeeërs deden wat Jahwe mishaagt; zij prikkelden Hem tot naijver, meer nog dan hun voorvaderen, door de zonden die ze bedreven.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 22: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Op elke hoge heuvel en onder elke groene boom richtten zij offerplaatsen in met wijstenen en heilige palen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 23: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zelfs waren er in het land mannen die zich op de offerplaatsen aan ontucht wijdden. Zo bedreef men dezelfde gruwelen als de volken die Jahwe voor de Israëlieten verdreven had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 24: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
In het vijfde regeringsjaar van Rechabeam rukte Sisak, de koning van Egypte, tegen Jeruzalem op.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 25: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Hij roofde de schatten van de tempel van Jahwe en van het koninklijk paleis. Alles nam hij mee; ook de gouden schilden die Salomo had laten maken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 26: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
In plaats daarvan liet koning Rechabeam bronzen schilden maken en vertrouwde ze toe aan de oversten van de lijfwacht die de ingang van het koninklijk paleis bewaakten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 27: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Zo dikwijls de koning naar de tempel van Jahwe ging, droeg de lijfwacht ze mee en bracht ze na afloop weer terug naar het wachtlokaal.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 28: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Verder bijzonderheden over Rechabeam en over zijn daden zijn te vinden in de annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 29: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Rechabeam en Jerobeam leefden voortdurend op voet van oorlog.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 30: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Rechabeam ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven bij zijn vaderen in de Davidstad. Zijn moeder heette Naama en was een Ammonitische. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Abia.
Referenties naar alinea 1 Koningen 14 31: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
In het achttiende regeringsjaar van koning Jerobeam, de zoon van Nebat, werd Abia koning van Juda.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 1: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Zijn moeder heette Maaka; zij was de dochter van Abisalom. Hij regeerde drie jaar te Jeruzalem.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 2: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Hij bedreef alle zonden die zijn vader voor hem had bedreven; hij was Jahwe zijn God niet zo volkomen toegedaan als zijn vader David dat was geweest.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 3: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Maar terwille van David liet Jahwe, zijn God, voor hem een lamp branden in Jeruzalem: Hij gaf hem in zijn zoon een opvolger en liet Jeruzalem voortbestaan.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 4: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Want David had gedaan wat Jahwe behaagt en was zijn leven lang niet afgeweken van de geboden die Jahwe hem had gegeven, behalve met betrekking tot Uria de Hethiet.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 5: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Rechabeam en Jerobeam leefden voortdurend op voet van oorlog.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 6: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Verdere bijzonderheden over Abia en over zijn daden zijn te vinden in de annalen van de koningen van Juda. Abia en Jerobeam leefden voortdurend op voet van oorlog.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 7: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Abia ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de Davidstad. Zijn zoon Asa volgde hem op.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 8: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
In het twintigste regeringsjaar van Jerobeam van Israël werd Asa koning van Juda.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 9: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Hij regeerde eenenveertig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Maaka en was een dochter van Abisalom.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 10: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Asa deed wat Jahwe behaagt, juist zoals zijn vader David.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 11: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
De mannen die zich op de offerplaatsen aan ontucht wijdden verdreef hij uit het land en hij verwijderde alle afgodsbeelden die zijn vaderen gemaakt hadden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 12: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Zelfs heeft hij zijn moeder Maaka haar titel van gebiedster ontnomen; zij had namelijk voor Asjera een ergerniswekkend beeld gemaakt. Asa liet dit beeld stukslaan en in het Kidrondal verbranden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 13: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Wel liet men de offerhoogten voortbestaan, maar toch bleef Asa, zolang hij leefde, Jahwe geheel toegedaan.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 14: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Hij liet de wijgeschenken van zijn vader en zijn eigen wijgeschenken naar de tempel van Jahwe overbrengen: het zilver, het goud en de andere voorwerpen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 15: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Asa en koning Baësa van Israël leefden voortdurend op voet van oorlog.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 16: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Eens rukte koning Baësa van Israël tegen Juda op en versterkte Rama om alle verkeer van en naar Asa, de koning van Juda, te verhinderen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 17: 4
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Toen nam Asa al het zilver en het goud dat nog overgebleven was in de schatkamers van de tempel van Jahwe en de schatten van het koninklijk paleis en liet dat door zijn hovelingen brengen naar de koning van Aram, Benhadad, de zoon van Tabrimmon, de zoon van Chezjon, die in Damascus resideerde. Zij moesten hem zeggen:
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 18: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Er bestaat een verbond tussen u en mij, tussen uw vader en mijn vader. Hierbij zend ik u een geschenk in zilver en goud. Verbreek uw verbond met koning Baësa van Israël; dan zal hij mijn land met rust laten.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 19: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Benhadad gaf gehoor aan het verzoek van koning Asa: hij beval zijn legeroversten met hun manschappen op te rukken tegen de steden van Israël. Zij plunderden Ijjon, Dan, Abel-bet-maaka en heel Kinarot, alsook heel het land van Naftali.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 20: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Toen Baësa dit vernam, hield hij op met Rama te versterken en vestigde zich in Tirsa.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 21: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Nu liet koning Asa alle Judeeërs oproepen; niemand werd vrijgesteld. Zij namen de steden en het hout mee die Baësa voor de versterking van Rama had gebruikt, en versterkten daarmee Geba in Benjamin en Mispa.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 22: 4
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Verdere bijzonderheden over Asa, over zijn krijgsverrichtingen en overige daden, met name over de steden die hij gebouwd heeft, staan opgetekend in de annalen van de koningen van Juda. Alleen dit nog: op zijn oude dag kreeg hij een voetkwaal.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 23: 3
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Asa ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de stad van David, zijn vader. Zijn zoon Josafat volgde hem op.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 24: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Nadab, de zoon van Jerobeam, werd koning van Israël in het tweede regeringsjaar van koning Asa van Juda en regeerde twee jaar over Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 25: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Hij deed wat Jahwe mishaagt; hij volgde het voorbeeld van zijn vader en volhardde in de zonde waartoe deze Israël verleid had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 26: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Baësa, de zoon van Achia, uit het huis Issakar, smeedde een komplot tegen hem en sloeg Nadab neer toen deze met heel het leger van Israël Gibbeton belegerde, dat aan de Filistijnen behoorde.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 27: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Baësa doodde hem in het derde regeringsjaar van koning Asa van Juda en nam zijn plaats als koning in.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 28: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Zodra hij aan de regering gekomen was, bracht hij alle leden van het huis van Jerobeam ter dood, zonder ook maar iemand te sparen. Hij moordde heel het geslacht van Jerobeam uit, volgens het woord dat Jahwe gesproken had door zijn dienaar Achia uit Silo,
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 29: 4
Summa Theologiae, Prima Pars ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
vanwege de zonden die Jerobeam had bedreven, en waartoe hij de Israëlieten had verleid om Jahwe, de God van Israël te tergen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 30: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Verdere bijzonderheden over Nadab en over zijn daden zijn te vinden in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 31: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Asa en Baësa leefden voortdurend op voet van oorlog.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 32: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
In het derde regeringsjaar van koning Asa van Juda werd Baësa, de zoon van Achia, koning over heel Israël. Hij regeerde vierentwintig jaar in Tirsa.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 33: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Hij deed wat Jahwe mishaagt; hij volgde het voorbeeld van Jerobeam en volhardde in de zonde waartoe deze de Israëlieten verleid had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 15 34: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Daarom kwam het woord van Jahwe tot Jehu, de zoon van Chanani: `Zeg tegen Baësa:
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ik heb u uit het stof opgeraapt en u aangesteld tot leider over mijn volk Israël. Maar gij hebt het voorbeeld van Jerobeam gevolgd en mijn volk Israël tot zonden verleid om Mij te tergen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Welnu, Ik ga Baësa en zijn huis wegvagen. Ik doe met uw huis wat Ik gedaan heb met dat van Jerobeam, de zoon van Nebat
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Wie van Baësa's huis in de stand sterft, hem zullen de honden verslinden, en wie op het land sterft, hem zullen de vogels van de hemel verslinden.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Verdere bijzonderheden over Baësa, over zijn krijgsverrichtingen en overige daden, zijn te vinden in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Baësa ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in Tirsa. Zijn zoon Ela volgde hem op.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Door de profeet Jehu, de zoon van Chanani, is dus het woord van Jahwe gekomen tot Baësa en zijn huis, omdat hij gedaan had wat Jahwe mishaagt; hij had immers, evenals het huis van Jerobeam, Jahwe door zijn daden getergd en Jerobeams huis uitgemoord.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 7: 5
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
In het zesentwintigste regeringsjaar van koning Asa van Juda werd Ela, de zoon van Baësa, koning van Israël. Hij regeerde twee jaar.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zijn dienaar Zimri, bevelhebber over de helft van de strijdwagens, smeedde een komplot tegen hem. Op zekere dag, toen Ela in Tirsa in het huis van Arsa, de hofmaarschalk van het paleis in Tirsa, zich een roes dronk.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
kwam Zimri binnen, sloeg hem dood en nam zijn plaats als koning in. Dit gebeurde in het zevenentwintigste regeringsjaar van Asa, de koning van Juda.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zodra Zimri aan de regering gekomen was en de troon bestegen had, liet hij heel het huis van Baësa uitroeien; alle mannelijke leden van het huis zelf en ook alle naastbestaanden en vrienden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Hij moordde heel het huis van Baësa uit, volgens het woord dat Jahwe door de profeet Jehu over Baësa gesproken had,
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
vanwege alle zonden van Baësa en die van zijn zoon Ela en vanwege de zonden waartoe zij de Israëlieten verleid hadden om Jahwe, de God van Israël, met hun waangoden te tergen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Verder bijzonderheden over Ela en over zijn daden zijn te vinden in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
In het zevenentwintigste regeringsjaar van koning Asa van Juda werd Zimri koning. Hij regeerde zeven dagen in Tirsa. In die tijd lag het leger bij Gibbeton, dat aan de Filistijnen behoorde.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen de belegeraars hoorden dat Zimri een komplot gesmeed had en de koning had gedood, riepen alle Israëlieten in de legerplaats de legeroverste Omri tot koning van Israël uit.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Hierop trok Omri met alle Israëlieten van Gibbeton weg en sloeg het beleg voor Tirsa.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 17: 1
Gaudium et Spes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Zodra Zimri zag dat de stad ingenomen was, trok hij zich in de slottoren van het koninklijk paleis terug en stak het paleis boven zijn hoofd in brand. Zo kwam hij om het leven.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Dit gebeurde vanwege zijn zonden, omdat hij gedaan had wat Jahwe mishaagt, in navolging van Jerobeam, en volhard had in de zonde waartoe deze de Israëlieten verleid had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Verdere bijzonderheden over Zimri en over het komplot dat hij gesmeed heeft zijn te vinden in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen ontstond er verdeeldheid onder het volk Israël. De ene helft van het volk wilde Tibni, de zoon van Ginat, tot koning uitroepen; de andere helft stond achter Omri.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De aanhangers van Omri kregen de overhand over die van Tibni. Tibni kwam om het leven en Omri werd koning.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
In het eenendertigste regeringsjaar van koning Asa van Juda werd Omri koning van Israël. Hij regeerde twaalf jaar, waarvan zes jaar in Tirsa.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Hij kocht van Semer voor twee talenten zilver de berg Someron, bouwde op die berg een stad en noemde deze Samaria, naar Semer, de eigenaar van de berg.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Omri deed wat Jahwe mishaagt; hij maakte het nog erger dan al zijn voorgangers.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
In alles volgde hij het voorbeeld van Jerobeam, de zoon van Nebat, en volhardde in de zonde waartoe deze de Israëlieten verleid had om Jahwe, de God van Israël, met hun waangoden te tergen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Verdere bijzonderheden over Omri, over zijn krijgsverrichtingen en overige daden, zijn te vinden in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Omri ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven te Samaria. Zijn zoon Achab volgde hem op.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Achab, de zoon van Omri, werd koning van Israël in het achtendertigste regeringsjaar van koning Asa van Juda en regeerde in Samaria tweeëntwintig jaar over Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Hij deed wat Jahwe mishaagt, erger nog dan al zijn voorgangers.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Alsof hij het nog niet genoeg vond de zonden van Jerobeam, de zoon van Nebat, na te volgen, nam hij Izebel, een dochter van Etbaal, de koning van de Sidoniers, tot vrouw en ging hij Ba„l dienen en aanbidden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Hij richtte voor Ba„l een altaar op in de Ba„ltempel die hij in Samaria had laten bouwen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Ook liet Achab een heilige paal maken en deed hij nog andere dingen, zodat hij Jahwe, de God van Israël, nog meer tergde dan al de koningen van Israël voor hem.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
In zijn tijd heeft Chiel uit Betel Jericho weer opgebouwd. Ten koste van Abiram, zijn eerstgeborene, legde hij de fundamenten; ten koste van Segub, zijn jongste zoon, richtte hij de poorten op, naar het woord dat Jahwe gesproken had door Jozua, de zoon van Nun.
Referenties naar alinea 1 Koningen 16 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
In die dagen zei Elia de Tisbiet uit Tisbi in Gilead tot Achab: `Zowaar Jahwe leeft, de God van Israël, in wiens dienst ik sta: er zal in de volgende jaren geen dauw of regen komen tenzij op mijn woord.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 1: 3
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
En het woord van Jahwe kwam tot hem:
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 2: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
`Vertrek van hier en ga naar het oosten en houd u verborgen in het dal van de Kerit, die in de Jordaan uitmondt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 3: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Uit de beek kunt ge drinken en aan de raven heb Ik bevolen u daar van voedsel te voorzien.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 4: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Hij deed wat Jahwe gezegd had en ging wonen in het dal van de Kerit, die in de Jordaan uitmondt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 5: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
De raven brachten hem 's morgens en 's avonds brood en vlees en hij dronk uit de beek.
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 6: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Maar na verloop van tijd droogde de beek uit, want het had op de aarde niet geregend.
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 7: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Toen kwam het woord van Jahwe tot hem:
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 8: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
`Vertrek naar Sarefat, dat onder Sidon valt, en ga daar wonen; Ik heb daar een weduwe bevolen voor u te zorgen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 9: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
4e Preek over de veertigdaagse Vasten ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Hij vertrok dus naar Sarefat. Toen hij bij de stadspoort kwam, was daar een weduwe hout aan het sprokkelen. Hij riep tot haar: `Wees zo goed en haal voor mij in deze kruik een beetje water; ik zou graag wat drinken.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 10: 7
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
4e Preek over de veertigdaagse Vasten ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Toen zij het ging halen riep hij haar na: `Wees zo goed en breng ook een stuk brood mee.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 11: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Zij antwoordde: `Zowaar Jahwe uw God leeft, ik heb geen brood meer; alleen nog maar een handvol meel in de pot en nog een beetje olie in de kruik. Ik sprokkel nu wat hout en ga dadelijk naar huis om voor mij en mijn zoon voor het laatst eten klaar te maken; daarna wacht ons de dood.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 12: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Elia antwoordde: `Vrees niet, ga naar huis en doe wat u van plan bent, maar maak van het meel en de olie eerst een broodje voor mij en breng mij dat; voor uzelf en uw zoon kunt u daarna zorgen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 13: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Want zo zegt Jahwe, de God van Israël: De pot met meel raakt niet leeg en de kruik met olie niet uitgeput totdat Jahwe het weer laat regenen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 14: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Toen ging zij heen en deed wat Elia gezegd had, en dag aan dag hadden zij te eten, hij, zij en haar gezin.
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 15: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
1e Preek over de vasten van december ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
De pot met meel raakte niet leeg en de kruik met olie niet uitgeput, volgens het woord dat Jahwe gesproken had door Elia.
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 16: 7
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=“Wij gaan nu naar Jeruzalem ..” (Mt. 20, 18). De Veertigdagentijd: een tijd om geloof, hoop en naastenliefde te hernieuwen. ->=geentekst=
Angelus, 7 novembre 2021 ->=geentekst=
1e Preek over de vasten van december ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Niemand is zo arm dat hij niets kan geven ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Enige tijd later werd de zoon van de vrouw des huizes ziek en zijn ziekte werd steeds erger, totdat alle leven uit hem geweken was. Toen zei de vrouw tot Elia:
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 17: 5
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
`Man Gods, hoe heb ik het nu met u? Hebt u bij mij uw intrek genomen om mijn zonden openbaar te maken door mijn zoon te doen sterven?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 18: 5
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Hij antwoordde: `Geef uw zoon aan mij.' Hij nam het kind uit haar armen, bracht het naar de bovenkamer waar hij logeerde en legde het kind op zijn bed.
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 19: 5
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Daarop riep hij Jahwe aan en zei: `Jahwe mijn God, brengt Gij zelfs over de weduwe bij wie ik te gast ben onheil door haar zoon te laten sterven?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 20: 5
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Toen ging hij driemaal languit op het kind liggen. Daarbij riep hij Jahwe en zei: `Jahwe mijn God, laat toch de ziel in dit kind terugkeren.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 21: 5
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
En Jahwe gaf gehoor aan de bede van Elia: de ziel keerde terug in het kind en het leefde weer.
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 22: 5
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Toen nam Elia het kind op, ging van de bovenkamer naar beneden, trad het huis binnen en gaf het kind aan de moeder. En Elia zei: `Zie, uw zoon leeft.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 23: 5
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Daarop zei de vrouw tot Elia: `Nu weet ik zeker dat u een man Gods bent en dat Jahwe werkelijk door uw mond spreekt.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 17 24: 5
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Geruime tijd later, in het derde jaar, kwam het woord van Jahwe tot Elia: `Ga en verschijn voor Achab. Ik wil het op de aardbodem weer laten regenen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 1: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Elia ging dus op weg om voor Achab te verschijnen. De hongersnood in Samaria was intussen zeer hevig geworden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 2: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Daarom had Achab zijn hofmaarschalk Obadja ontboden. Obadja was een zeer godvruchtig man.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 3: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Barmhartigheid 8. - Barmhartigheid en macht ->=geentekst=
Zo had hij, toen Izebel de profeten van Jahwe wilde uitroeien, honderd profeten onder zijn hoede genomen, ze in twee groepen van vijftig in grotten verborgen en ze van eten en drinken voorzien.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 4: 2
Vita Consecrata ->=geentekst=Barmhartigheid 8. - Barmhartigheid en macht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Tot deze Obadja had Achab gezegd: `Laten wij alle bronnen en beken in het land afgaan; misschien vinden we voldoende gras om de paarden en muildieren in het leven te houden en hoeven we de dieren niet af te maken.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 5: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Ze namen ieder een deel van het land voor hun rekening en doorkruisten het. Achab ging de ene kant uit en Obadja de andere kant.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 6: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Barmhartigheid 8. - Barmhartigheid en macht ->=geentekst=
Terwijl Obadja onderweg was, kwam hij opeens Elia tegen. Hij herkende hem, wierp zich voor hem neer en zei: `Bent u het, heer Elia?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 7: 2
Vita Consecrata ->=geentekst=Barmhartigheid 8. - Barmhartigheid en macht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Elia antwoordde: `Ja, ga uw heer zeggen dat Elia er is.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 8: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar Obadja vroeg: `Wat heb ik u misdaan, dat u uw dienaar aan Achab wilt uitleveren op het gevaar af dat hij me doodt?
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 9: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Zowaar Jahwe leeft, er is geen volk of koninkrijk waar mijn heer Achab niet naar u heeft laten zoeken. Als men zei dat u er niet was, liet hij dat volk of koninkrijk zweren dat men u niet kon vinden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 10: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
En nu zegt u: Ga uw heer zeggen dat Elia er is.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 11: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Als ik van u wegga om het Achab te melden, dan kan de geest van Jahwe u wel opnemen, wie weet waarheen. Als Achab u dan niet kan vinden, vermoordt hij mij, terwijl uw dienaar nog wel van zijn jeugd af Jahwe vereerd heeft.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 12: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Heeft men mijn heer soms niet verteld wat ik gedaan heb toen Izebel de profeten van Jahwe wilde vermoorden? Dat ik honderd profeten van Jahwe in twee groepen van vijftig in grotten verborgen heb gehouden en van eten en drinken heb voorzien?
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 13: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
En nu zegt u: Ga uw heer zeggen dat Elia er is. Hij zal mij vermoorden.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 14: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Maar Elia verzekerde: `Zowaar Jahwe van de machten leeft, in wiens dienst ik sta: ik verschijn vandaag nog voor Achab.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 15: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Nu begaf Obadja zich naar Achab en bracht de boodschap over. En Achab ging Elia tegemoet.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 16: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Zodra Achab Elia zag, riep hij: `Bent u dat, u die Israël in het ongeluk stort?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 17: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Elia antwoordde: `Niet ik stort Israël in het ongeluk, maar u en het huis van uw vader, want u hebt de geboden van Jahwe overtreden en de Baäls nagelopen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 18: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Laat heel Israël bij mij op de berg Karmel bijeenroepen, met de vierhonderdvijftig profeten van Baäl en de vierhonderd profeten van Asjera, die van Izebels tafel eten.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 19: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Nu zond Achab een boodschap aan alle Israëlieten en liet alle profeten op de berg Karmel bijeenkomen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 20: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Vita Consecrata ->=geentekst=
De sluwheid van de wereld met christelijke sluwheid beantwoorden ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Paashomilie XVIII ->=geentekst=
Elia verscheen voor heel het volk en vroeg: `Hoe lang blijft u nog op twee gedachten hinken? Als Jahwe God is, volgt Hem dan; is het Baäl, volgt dan Baäl.' Maar de mensen gaven hem geen antwoord.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 21: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
De sluwheid van de wereld met christelijke sluwheid beantwoorden ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Paashomilie XVIII ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Toen zei Elia tot het volk: `Ik ben de enige profeet van Jahwe die overgebleven is; de profeten van Baäl zijn vierhonderdvijftig man sterk.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 22: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Geeft ons twee stieren. Laten zij een van beide stieren uitkiezen, hem aan stukken houwen en op het hout leggen, maar ze mogen het hout niet aansteken. Dan zal ik de andere stier klaarmaken en op het hout leggen, en ook het hout niet aansteken.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 23: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Roept dan de naam van uw god aan; ik zal de naam van Jahwe aanroepen; de God die door vuur antwoordt is de ware God!' En heel het volk riep: `Dat is goed.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 24: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Toen zei Elia tot de profeten van Baäl: `Begint u maar met het uitkiezen en klaarmaken van de stier, want u bent met velen. Roept dan de naam van uw god aan, maar u moogt geen vuur aansteken.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 25: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Zij namen dus de stier die hun gegeven werd, maakten hem klaar en riepen van de ochtend tot de middag de naam van Baäl aan: `Baäl, geef ons antwoord!' Maar er klonk geen geluid en er kwam geen antwoord, hoe zij ook sprongen rond het altaar dat zij gebouwd hadden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 26: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Deus Caritas Est ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Toen het middag geworden was, riep Elia hun spottend toe: `Roept toch wat harder; hij is immers een god? Hij is zeker in gedachten verzonken of hij heeft zich afgezonderd of is op reis; misschien slaapt hij wel en moet hij gewekt worden.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 27: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Deus Caritas Est ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Toen riepen ze nog harder en kerfden ze zich naar hun gewoonte met zwaarden en speren, tot het bloed langs hun lijf droop.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 28: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Het middaguur verstreek, maar zij gingen er als razenden mee door tot de tijd van het avondoffer; maar er klonk geen antwoord; zij vonden geen gehoor.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 29: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Nu zei Elia tot het volk: `Komt dichterbij.' En allen kwamen dichter bij hem staan. Toen richtte hij het altaar van Jahwe, dat omvergehaald was, weer op.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 30: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Vita Consecrata ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Hij nam twaalf stenen, overeenkomstig het aantal stammen van de zonen van Jakob, tot wie Jahwe gezegd heeft: `Israël zult gij heten.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 31: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Van die stenen bouwde hij een altaar voor Jahwe, maakte rondom het altaar een geul met een inhoud van twee schepel zaaikoren,
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 32: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
stapelde de houtblokken op elkaar, hakte de stier in stukken en legde die op het hout.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 33: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Toen zei hij: `Vult vier kruiken met water en giet die uit over het brandoffer en het hout.' Daarna zei hij: `Doet het nogmaals.' En toen ze het nogmaals gedaan hadden, zei hij: `Nu voor de derde keer.' Toen ze het voor de derde keer gedaan hadden,
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 34: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
stroomde het water langs alle kanten van het altaar af; ook de geul liet hij met water vullen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 35: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Vita Consecrata ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Toen het uur van het avondoffer gekomen was, trad de profeet Elia naar voren en zei: `Jahwe, God van Abraham, Isaak en Israël, toon heden dat Gij God zijt in Israël en dat ik, uw dienaar, dit alles op uw bevel gedaan heb.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 36: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Geef antwoord Jahwe, geef antwoord, opdat dit volk erkent dat Gij, Jahwe, de ware God zijt, en keer zo hun hart weer tot U.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 37: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Dominum et vivificantem ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Toen sloeg het vuur van Jahwe neer, verteerde het brandoffer, het hout, de stenen en het stof; het likte zelfs het water in de geul op.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 38: 7
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Dominum et vivificantem ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Toen de mensen dit zagen, wierpen ze zich voorover op de grond en riepen: `Jahwe is de ware God! Jahwe is de ware God!'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 39: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Daarop gaf Elia bevel: `Grijpt de profeten van Baäl; laat niemand van hen ontkomen.' Zij grepen hen en Elia liet ze naar de beek, de Kison brengen. Daar liet hij ze afslachten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 40: 2
Vita Consecrata ->=geentekst=Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Toen zei Elia tot Achab: `Ga nu eten en drinken, want ik hoor reeds het kletteren van de stortregen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 41: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Terwijl Achab vertrok om te eten en te drinken, klom Elia naar de top van de Karmel, boog zich ter aarde en legde zijn hoofd tussen zijn knieen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 42: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Daarop zei hij tot zijn dienaar: `Ga nog wat hoger en kijk in de richting van de zee.' De dienaar ging naar boven en keek en zei: `Ik zie niets.' Daarop zei Elia: `Ga nog eens en nog eens, tot zevenmaal toe.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 43: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
En bij de zevende maal zei de dienaar: `Ja, ik zie een kleine wolk uit zee opstijgen, zo groot als de palm van een hand.' Toen zei Elia: `Ga Achab zeggen dat hij inspant en wegrijdt, anders zal de stortregen het hem nog onmogelijk maken.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 44: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
En geleidelijk aan werd de lucht zwart, de wind stak op en er viel een zwart stortregen. Achab steeg in zijn wagen en reed naar Jizreel.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 45: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
De hand van Jahwe kwam op Elia; deze trok zijn gordel strak om zijn lenden en snelde voor Achab uit tot Jizreel toe.
Referenties naar alinea 1 Koningen 18 46: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Vita Consecrata ->=geentekst=
Drie houdingen op het feest van Corpus Domini - Sacramentsdag ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Elia naar de Horeb
Toen Achab aan Izebel meedeelde wat Elia allemaal gedaan had en hoe hij alle profeten met het zwaard had gedood,
Toen Achab aan Izebel meedeelde wat Elia allemaal gedaan had en hoe hij alle profeten met het zwaard had gedood,
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 1: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Drie houdingen op het feest van Corpus Domini - Sacramentsdag ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Vita Consecrata ->=geentekst=
Drie houdingen op het feest van Corpus Domini - Sacramentsdag ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
zond Izebel een bode naar Elia met de boodschap: `De goden mogen mij dit doen en nog erger als ik u niet binnen vierentwintig uur het lot van de profeten heb doen delen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 2: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Drie houdingen op het feest van Corpus Domini - Sacramentsdag ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Vita Consecrata ->=geentekst=
Drie houdingen op het feest van Corpus Domini - Sacramentsdag ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Zij die op de Heer hopen, zullen rennen en niet vermoeid raken (vgl. Jes. 40, 31) ->=geentekst=
Toen hij dat vernomen had, trachtte hij zijn leven in veiligheid te stellen en vertrok naar Berseba, dat tot Juda behoort. Daar aangekomen liet hij zijn dienaar achter.
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 3: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Drie houdingen op het feest van Corpus Domini - Sacramentsdag ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Zij die op de Heer hopen, zullen rennen en niet vermoeid raken (vgl. Jes. 40, 31) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Drie houdingen op het feest van Corpus Domini - Sacramentsdag ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Jezus’ gebed in de Hof van Olijven ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Zij die op de Heer hopen, zullen rennen en niet vermoeid raken (vgl. Jes. 40, 31) ->=geentekst=
Na een tocht van een dag in de woestijn kwam hij bij een bremstruik. Hij zette zich eronder neer. Hij verlangde te sterven en zei: `Het wordt mij te veel, Jahwe; laat mij sterven want ik ben niet beter dan mijn vaderen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 4: 8
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Drie houdingen op het feest van Corpus Domini - Sacramentsdag ->=geentekst=
Elia - verkondiger van de waarheid, verwijzend naar de enige God ->=geentekst=
Jezus’ gebed in de Hof van Olijven ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Zij die op de Heer hopen, zullen rennen en niet vermoeid raken (vgl. Jes. 40, 31) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Drie houdingen op het feest van Corpus Domini - Sacramentsdag ->=geentekst=
Zij die op de Heer hopen, zullen rennen en niet vermoeid raken (vgl. Jes. 40, 31) ->=geentekst=
Daarop ging hij onder de bremstruik liggen en sliep in. Maar opeens stiet een engel hem aan en zei tot hem: `Sta op en eet.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 5: 6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Drie houdingen op het feest van Corpus Domini - Sacramentsdag ->=geentekst=
Zij die op de Heer hopen, zullen rennen en niet vermoeid raken (vgl. Jes. 40, 31) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Zij die op de Heer hopen, zullen rennen en niet vermoeid raken (vgl. Jes. 40, 31) ->=geentekst=
Hij keek op en daar zag hij aan zijn hoofdeinde een koek, op gloeiende stenen gebakken, en een kruik water. Hij at en dronk en legde zich weer te ruste.
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 6: 4
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Zij die op de Heer hopen, zullen rennen en niet vermoeid raken (vgl. Jes. 40, 31) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Ecclesia de Eucharistia ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Drie houdingen op het feest van Corpus Domini - Sacramentsdag ->=geentekst=
Naar aanleiding van het jaargetijde van het overlijden van Paus Paulus VI ->=geentekst=
Progredientes ->=geentekst=
Zij die op de Heer hopen, zullen rennen en niet vermoeid raken (vgl. Jes. 40, 31) ->=geentekst=
Maar opnieuw, voor de tweede maal, stiet de engel van Jahwe hem aan en zei: `Sta op en eet; anders gaat de reis uw krachten te boven.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 7: 8
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Ecclesia de Eucharistia ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
Drie houdingen op het feest van Corpus Domini - Sacramentsdag ->=geentekst=
Naar aanleiding van het jaargetijde van het overlijden van Paus Paulus VI ->=geentekst=
Progredientes ->=geentekst=
Zij die op de Heer hopen, zullen rennen en niet vermoeid raken (vgl. Jes. 40, 31) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Aswoensdag ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Mysterium Fidei ->=geentekst=
Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
"Na veertig dagen en veertig nachten vasten kreeg Hij tenslotte honger." (Mt. 4, 2) ->=geentekst=
Naar aanleiding van het jaargetijde van het overlijden van Paus Paulus VI ->=geentekst=
Met de duivel gaat men niet in gesprek ->=geentekst=
Zij die op de Heer hopen, zullen rennen en niet vermoeid raken (vgl. Jes. 40, 31) ->=geentekst=
Toen stond hij op, at en dronk, en gesterkt door dat voedsel liep hij veertig dagen en nachten, tot hij de berg van God, de Horeb, bereikte.
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 8: 10
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Aswoensdag ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Mysterium Fidei ->=geentekst=
Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
"Na veertig dagen en veertig nachten vasten kreeg Hij tenslotte honger." (Mt. 4, 2) ->=geentekst=
Naar aanleiding van het jaargetijde van het overlijden van Paus Paulus VI ->=geentekst=
Met de duivel gaat men niet in gesprek ->=geentekst=
Zij die op de Heer hopen, zullen rennen en niet vermoeid raken (vgl. Jes. 40, 31) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Daar ging hij een grot binnen en overnachtte er. Toen kwam het woord van Jahwe tot hem: `Wat doet gij hier, Elia?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 9: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Vita Consecrata ->=geentekst=
H. Simon de IJveraar en H. Judas Taddeüs ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Hij antwoordde: `Ik heb vurig geijverd voor Jahwe, de God van de legerscharen. De Israëlieten hebben uw verbond met voeten getreden, uw altaren omvergehaald en uw profeten met het zwaard gedood; ik alleen ben overgebleven en nu staan ze ook mij naar het leven.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 10: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
H. Simon de IJveraar en H. Judas Taddeüs ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
E supremi Apostolatus ->=geentekst=
De "oase" van de geest ->=geentekst=
Sociale media: portalen voor waarheid en geloof; nieuwe plekken voor evangelisatie ->=geentekst=
De roep van de Heer horen, herkennen en beleven ->=geentekst=
Jesus ist die vollkommene Offenbarung der Heiligkeit und Barmherzigkeit des Vaters ->=geentekst=
God wil altijd en alleen wat goed voor ons is ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Catechese over Onderscheiding ->=geentekst=
Maar Jahwe zei: `Ga naar buiten en treed voor Jahwe op de berg.' Toen trok Jahwe voorbij. Voor Jahwe uit ging een zeer zware storm, die bergen deed splijten en rotsen verbrijzelde. Maar Jahwe was niet in de storm. Op de storm volgde een aardbeving. Maar ook in de aardbeving was Jahwe niet.
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 11: 11
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Vita Consecrata ->=geentekst=
E supremi Apostolatus ->=geentekst=
De "oase" van de geest ->=geentekst=
Sociale media: portalen voor waarheid en geloof; nieuwe plekken voor evangelisatie ->=geentekst=
De roep van de Heer horen, herkennen en beleven ->=geentekst=
Jesus ist die vollkommene Offenbarung der Heiligkeit und Barmherzigkeit des Vaters ->=geentekst=
God wil altijd en alleen wat goed voor ons is ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Catechese over Onderscheiding ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Vita Consecrata ->=geentekst=
De "oase" van de geest ->=geentekst=
Tot de verantwoordelijken van kerkelijke organisatie voor de nieuwe evangelisatie ->=geentekst=
Sociale media: portalen voor waarheid en geloof; nieuwe plekken voor evangelisatie ->=geentekst=
Het mysterie binnengaan ->=geentekst=
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
De roep van de Heer horen, herkennen en beleven ->=geentekst=
De spirituele betekenis van de woestijn ->=geentekst=
Jesus ist die vollkommene Offenbarung der Heiligkeit und Barmherzigkeit des Vaters ->=geentekst=
God wil altijd en alleen wat goed voor ons is ->=geentekst=
De Heer neemt ons voortdurend bij de hand ->=geentekst=
De Heer is altijd nabij ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Catechese over Onderscheiding ->=geentekst=
Bij gelegenheid van de 74e nationale liturgische week (Modena, 26-29 augustus 2024) ->=geentekst=
Op de aardbeving volgde vuur. Maar ook in het vuur was Jahwe niet. Op het vuur volgde het suizen van een zachte bries.
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 12: 16
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
De "oase" van de geest ->=geentekst=
Tot de verantwoordelijken van kerkelijke organisatie voor de nieuwe evangelisatie ->=geentekst=
Sociale media: portalen voor waarheid en geloof; nieuwe plekken voor evangelisatie ->=geentekst=
Het mysterie binnengaan ->=geentekst=
Vultum Dei Quaerere ->=geentekst=
De roep van de Heer horen, herkennen en beleven ->=geentekst=
De spirituele betekenis van de woestijn ->=geentekst=
Jesus ist die vollkommene Offenbarung der Heiligkeit und Barmherzigkeit des Vaters ->=geentekst=
God wil altijd en alleen wat goed voor ons is ->=geentekst=
De Heer neemt ons voortdurend bij de hand ->=geentekst=
De Heer is altijd nabij ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Catechese over Onderscheiding ->=geentekst=
Bij gelegenheid van de 74e nationale liturgische week (Modena, 26-29 augustus 2024) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Vita Consecrata ->=geentekst=
De "oase" van de geest ->=geentekst=
De roep van de Heer horen, herkennen en beleven ->=geentekst=
Jesus ist die vollkommene Offenbarung der Heiligkeit und Barmherzigkeit des Vaters ->=geentekst=
God wil altijd en alleen wat goed voor ons is ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Zodra Elia dit hoorde, bedekte hij zijn gezicht met zijn mantel, ging naar buiten en bleef staan aan de ingang van de grot. En toen klonk er een stem die hem vroeg: `Wat doet gij hier, Elia?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 13: 7
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
De "oase" van de geest ->=geentekst=
De roep van de Heer horen, herkennen en beleven ->=geentekst=
Jesus ist die vollkommene Offenbarung der Heiligkeit und Barmherzigkeit des Vaters ->=geentekst=
God wil altijd en alleen wat goed voor ons is ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Vita Consecrata ->=geentekst=
Hij antwoordde: 'Ik heb vurig geijverd voor Jahwe, de God van de legerscharen. De Israëlieten hebben uw verbond met voeten getreden, uw altaren omvergehaald en uw profeten met het zwaard gedood; ik alleen ben overgebleven en nu staan ze ook mij naar het leven.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 14: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen zei Jahwe tot hem: 'Keer terug op uw schreden en ga door de woestijn naar Damascus; als ge daar gekomen zijt, moet ge Hazaël zalven tot koning van Aram.
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 15: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Vita Consecrata ->=geentekst=
Jehu, de zoon van Nimsi, moet ge zalven tot koning van Israël, en Elisa, de zoon van Safat uit Abel-mechola, moet ge zalven tot uw opvolger als profeet.
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 16: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Wie dan ontkomt aan het zwaard van Hazaël zal gedood worden door Jehu en wie ontkomt aan het zwaard van Jehu zal gedood worden door Elisa.
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 17: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
"Want God kent geen berouw over zijn genadegaven noch over zijn roeping" (Rom. 11, 29) ->=geentekst=
Maar Ik behoud mij in Israël een rest voor: zevenduizend man die hun knie niet gebogen hebben voor Baäl en wier mond hem niet heeft gekust.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 18: 2
Vita Consecrata ->=geentekst="Want God kent geen berouw over zijn genadegaven noch over zijn roeping" (Rom. 11, 29) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De roeping van Elisa
Elia vertrok vandaar en trof Elisa, de zoon van Safat, terwijl die aan het ploegen was. Twaalf koppels ossen gingen voor hem uit; hijzelf bevond zich bij het twaalfde. Toen Elia langs kwam, wierp hij hem zijn mantel toe.
Elia vertrok vandaar en trof Elisa, de zoon van Safat, terwijl die aan het ploegen was. Twaalf koppels ossen gingen voor hem uit; hijzelf bevond zich bij het twaalfde. Toen Elia langs kwam, wierp hij hem zijn mantel toe.
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 19: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Elisa liet de ossen in de steek, liep Elia achterna en zei: `Laat mij eerst afscheid nemen van mijn vader en moeder; dan zal ik u volgen.' Hij antwoordde hem: `Ga maar weer terug; heb ik u soms tot iets verplicht?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 20: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Hierop ging Elisa naar de ossen terug, nam zijn koppel, slachtte het, kookte het vlees op het hout van de jukken en gaf het aan het werkvolk te eten. Daarna vertrok hij, volgde Elia en werd zijn dienaar.
Referenties naar alinea 1 Koningen 19 21: 1
Vita Consecrata ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Benhadad, de koning van Aram, had heel zijn legermacht op de been gebracht en was met tweeëndertig koningen met paarden en wagens opgerukt om Samaria te belegeren. Tijdens het beleg
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
zond hij boden naar de stad, naar Achab, de koning van Israël,
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
en liet hem zeggen: `Zo spreekt Benhadad: Uw zilver en uw goud, uw mooiste vrouwen en flinkste zonen behoren mij toe.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De koning van Israël liet antwoorden: `Zoals u zegt, mijn heer de koning: ik en al het mijne behoren u toe.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Maar de boden kwamen terug en zeiden: `Zo spreekt Benhadad: Ik heb wel van u geeist dat u mij uw zilver en uw goud, uw vrouwen en uw zonen zoudt geven,
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
maar morgen om deze tijd zal ik mijn dienaren tot u zenden om uw huis en de huizen van uw dienaren te doorzoeken en alles wat u dierbaar is zullen zij zich toeeigenen en meenemen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen riep de koning van Israël al de oudsten van het land bijeen en zei: `Nu kunt u duidelijk zien dat hij onze ondergang wil. Want toen hij mij liet weten dat hij mijn vrouwen en mijn zonen, mijn zilver en mijn goud eiste, heb ik dat niet geweigerd.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De oudsten met heel het volk zeiden tot hem: `Geef geen gehoor aan zijn eisen en willig ze niet in.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Daarom zei hij tot de boden van Benhadad: `Zeg tot mijn heer en koning: Alles wat u de eerste keer van uw dienaar geeist hebt zal ik doen, maar dit kan ik niet doen.' Toen gingen de boden heen en brachten het antwoord over.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Nu liet Benhadad hem zeggen: `De goden mogen mij dit doen en nog erger, als het stof van Samaria voldoende zal zijn om de holle hand te vullen van al het volk dat mij volgt.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Maar de koning van Israël antwoordde: `Het spreekwoord zegt: men moet niet juichen voor men de strijdgordel afdoet.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Zodra Benhadad, die juist met de koningen onder een loofdak zat te drinken, dit antwoord vernam, gaf hij zijn dienaren bevel: `Neemt uw stellingen in.' En zij namen hun stellingen in tegenover de stad.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen kwam er een profeet bij koning Achab van Israël en zei: `Zo spreekt Jahwe: Ziet gij die geweldige menigte daar? Welnu, die lever Ik vandaag nog aan u over; dan zult gij weten dat Ik Jahwe ben.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Achab vroeg: `Door wie zal dit gebeuren?' De profeet antwoordde: `Zo spreekt Jahwe: Door de manschappen van de landvoogden.' Toen vroeg Achab: `Wie moet de strijd openen?' En de profeet antwoordde: `U.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Nu inspecteerde Achab de manschappen van de landvoogden; het waren er tweehonderdtweeëndertig. Daarna inspecteerde hij het gehele volk, al de Israëlieten; het waren er zevenduizend.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Ze trokken de stad uit rond het middaguur, terwijl Benhadad zich onder een loofdak een roes dronk met de tweeëndertig koningen die hem troepen leverden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen de manschappen van de landvoogden als eersten de stad uittrokken, meldden de wachtposten die Benhadad uitgezet had, dat een aantal mannen Samaria verlaten hadden.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Hij zei: `Neemt ze levend gevangen onverschillig of ze komen om vrede te vragen of om te strijden.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Intussen waren de manschappen van de landvoogden de stad uitgetrokken, maar achter hen volgde het leger.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Zij versloegen hun tegenstanders; de Arameeërs gingen op de vlucht en de Israëlieten zetten de achtervolging in. Maar Benhadad, de koning van Aram, ontkwam te paard met enkele ruiters.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen trok de koning van Israël de stad uit, vernietigde paarden en wagens en bracht Aram een grote nederlaag toe.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Nu verscheen de profeet weer voor de koning van Israël en zei: `Zorg voor versterkingen en overleg wat u te doen staat, want in het begin van het volgend jaar zal de koning van Aram weer tegen u oprukken.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De hovelingen van de koning van Aram zeiden tot hem: `De God van de Israëlieten is een berggod; daarom waren ze sterker dan wij. Als we evenwel de strijd met hen aanbinden in de vlakte, zullen wij zeker sterker zijn dan zij.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Dit moet u doen: zet de koningen af en vervang ze door stadhouders.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Verder moet u een leger aanwerven dat even groot is als dat wat u verloren hebt, met evenveel paarden en strijdwagens. Als we dan de strijd met de Israëlieten aanbinden in de vlakte, zullen wij zeker sterker zijn dan zij.' Hij luisterde naar hun raad en voerde die uit.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Het jaar daarop inspecteerde Benhadad de Arameeërs en rukte op naar Afek om de strijd aan te binden met de Israëlieten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Ook de Israëlieten werden geinspecteerd en van levensmiddelen voorzien en ze trokken Benhadad tegemoet. Tegenover de Arameeërs, die wijd en zijd over het land gelegerd waren, leken de Israëlieten in hun kampementen wel een paar troepjes geiten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Toen verscheen de man Gods voor de koning van Israël en zei: `Zo spreekt Jahwe: Omdat de Arameeërs gezegd hebben dat Jahwe een berggod is en niet een god van de vlakte, daarom lever Ik heel deze geweldige menigte aan u over; dan zult gij weten dat Ik Jahwe ben.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Zeven dagen lang lagen zij tegenover elkaar. Maar op de zevende dag kwam het tot een gevecht en versloegen de Israëlieten de Arameeërs, honderdduizend man voetvolk, op een dag.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Wat overbleef vluchtte de stad Afek binnen, maar de stadsmuur stortte in en bedolf de zevenentwintigduizend man die overgebleven waren. Ook Benhadad was naar die stad gevlucht en liep van de ene schuilplaats naar de andere.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Toen zeiden zijn hovelingen tot hem: 'Luister eens; wij hebben gehoord dat de koningen van Israël genadige koningen zijn. Laten we dus een zak om de lenden doen en een touw om de hals en zo naar de koning van Israël gaan; misschien zal hij uw leven sparen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Ze bonden een zak om de lenden en deden een touw om de hals, begaven zich naar de koning van Israël en zeiden: `Uw dienaar Benhadad vraagt: Spaar toch mijn leven!' De koning antwoordde: `Leeft hij nog? Hij is mijn broeder.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
De mannen beschouwden dit als een gunstig teken; ze gingen op dit antwoord in en zeiden: `Ja, Benhadad is uw broeder.' Hij antwoordde: `Ga hem halen.' En toen Benhadad bij hem gekomen was, liet hij hem in zijn eigen wagen stappen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Benhadad zei toen tegen hem: `De steden die mijn vader van uw vader ontnomen heeft, geef ik terug; ook moogt u in Damascus een eigen markt vestigen, zoals mijn vader in Samaria gedaan heeft.' `Als u dit door een verbond wilt bevestigen, zei Achab, zal ik u laten gaan.' Hij sloot dus een verbond met hem en liet hem gaan.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Maar nu zei iemand uit het profetengilde op bevel van Jahwe tot een medebroeder: `Geef me een klap.' Toen de man weigerde hem te slaan,
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
zei hij tot hem: `Omdat u niet geluisterd hebt naar het bevel van Jahwe zult u, zodra u hier vandaan bent, door een leeuw geslagen worden.' En inderdaad, toen hij vertrokken was, kwam er een leeuw op hem af en sloeg hem neer.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Daarna trof de profeet een andere man en zei: `Geef mij een klap.' En de man gaf hem zo'n hevige klap dat hij gewond werd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Toen ging de profeet heen en wachtte de koning langs de weg op; hij had zich onherkenbaar gemaakt door een band om zijn voorhoofd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Toen de koning langs kwam, riep hij hem jammerend toe: `Toen uw dienaar zich in het strijdgewoel begeven had, kwam er iemand op mij af met een gevangene en zei: Bewaak deze man; als hij ontsnapt kost het u uw leven of u betaalt een talent zilver.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Maar uw dienaar liet zich afleiden door wat er rondom gebeurde en toen was de man opeens verdwenen.' De koning van Israël zei tot hem: `U hebt zelf uw vonnis geveld.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Nu deed hij vlug de band van zijn hoofd en herkende de koning hem als een profeet.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
En hij zei tot de koning: `Zo spreekt Jahwe: Omdat gij de man die onder mijn banvloek stond hebt vrijgelaten, zult gij er met uw leven en met uw volk voor boeten.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Toen ging de koning van Israël naar huis, somber gestemd en toornig, en zo kwam hij in Samaria aan.
Referenties naar alinea 1 Koningen 20 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Een tijd later gebeurde het volgende: Nabot de Jizreeliet bezat een wijngaard, gelegen te Jizreel, naast het paleis van Achab, de koning van Samaria.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 1: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Op een dag richtte Achab tot Nabot het verzoek: `Sta mij uw wijngaard af; dan maak ik er een moestuin van, want hij ligt vlak naast mijn paleis. Ik zal u er een betere wijngaard voor in de plaats geven, of als u dat liever hebt, zal ik hem voor geld kopen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 2: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Barmhartigheid 8. - Barmhartigheid en macht ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Maar Nabot zei tot Achab: `Jahwe beware mij ervoor dat ik het erfdeel van mijn vaderen aan u zou afstaan.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 3: 6
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Barmhartigheid 8. - Barmhartigheid en macht ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Toen ging Achab naar huis, somber gestemd en toornig vanwege het antwoord dat Nabot de Jizreeliet hem gegeven had: `Ik sta u het erfdeel van mijn vaderen niet af.' Hij ging op bed liggen, wendde zijn gezicht af en wilde niets eten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 4: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Daarop kwam zijn vrouw Izebel bij hem en vroeg: `Waarom ben je toch zo somber gestemd en wil je niets eten?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 5: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Hij antwoordde: `Ik heb Nabot de Jizreeliet verzocht mij zijn wijngaard te verkopen, of als hij dat liever had, tegen een andere te ruilen. Maar hij heeft mij geantwoord: Ik sta u mijn wijngaard niet af.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 6: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Toen zei zijn vrouw Izebel tot hem: `Ben jij nu de man die in Israël de koningsmacht uitoefent? Sta op, eet wat, dan knap je weer op; ik zal zorgen dat je de wijngaard van Nabot de Jizreeliet krijgt.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 7: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Ze schreef een brief in de naam van Achab, verzegelde die met zijn zegel en zond hem aan de oudsten en notabelen die in dezelfde stad woonden als Nabot.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 8: 6
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
In die brief had ze geschreven: `Kondigt een vasten af en zet Nabot bij de vergadering van het volk vooraan.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 9: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Laat dan een paar gemene kerels tegenover hem plaats nemen en hem beschuldigen van godslastering en majesteitsschennis. Voert hem dan buiten de stad en stenigt hem dood.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 10: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
De medeburgers van Nabot, de oudsten en notabelen die in dezelfde stad woonden als hij, deden alles wat Izebel hun opgedragen had en wat geschreven stond in de brief die zij hun had gestuurd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 11: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Ze kondigden een vasten af en lieten Nabot bij de volksvergadering vooraan plaats nemen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 12: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Toen kwamen er twee gemene kerels, die tegenover Nabot gingen zitten en ten aanhoren van al het volk verklaarden: `Nabot heeft God en de koning vervloekt.' Zij voerden Nabot buiten de stad en stenigden hem dood.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 13: 6
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Toen berichtten ze Izebel: `Nabot is gestenigd; hij is dood.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 14: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Zodra Izebel vernam dat Nabot doodgestenigd was, zei ze tot Achab: `Sta op, neem bezit van de wijngaard van Nabot de Jizreeliet, die hij je niet wilde verkopen, want Nabot is niet meer in leven; hij is dood.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 15: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Zodra Achab hoorde dat Nabot dood was, begaf hij zich op weg om de wijngaard van Nabot de Jizreeliet in bezit te nemen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 16: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Maar nu kwam het woord van Jahwe tot Elia de Tisbiet:
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 17: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
`Ga naar Achab, de koning van Israël, die in Samaria woont; hij is naar de wijngaard van Nabot gegaan om hem in bezit te nemen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 18: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Zeg hem: Zo spreekt Jahwe: Komt gij na een moord het erfgoed in bezit nemen? Zeg hem dan: Zo spreekt Jahwe: Op de plaats waar de honden het bloed van Nabot opgelikt hebben zullen ze ook het uwe oplikken.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 19: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Paenitemini ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Toen zei Achab tot Elia: `Heeft mijn vijand mij weer gevonden?' Hij antwoordde: `Ja, dat heb ik, omdat u zich hebt laten gebruiken voor dat wat Jahwe mishaagt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 20: 6
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Paenitemini ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Daarom ga Ik onheil over u brengen en vaag ik u weg. Al wat man is in het huis van Achab zal Ik van hoog tot laag uit Israël verdelgen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 21: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Ik zal met uw huis hetzelfde doen als Ik gedaan heb met het huis van Jerobeam, de zoon van Nebat, en met dat van Baësa, de zoon van Achia, omdat gij Mij getergd hebt en de Israëlieten tot zonden verleid.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 22: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
En over Izebel zegt Jahwe: De honden zullen Izebel verslinden bij de stadsmuur van Jizreel.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 23: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Wie van het huis van Achab in de stad sterft, hem zullen de honden verslinden en wie op het land sterft, hem zullen de vogels van de hemel verslinden.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 24: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Nog nooit heeft iemand zich zo laten gebruiken om te doen wat Jahwe mishaagt als Achab, daar toe verleid door zijn vrouw Izebel.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 25: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Hij heeft zich schandelijk gedragen door de afgoden te dienen, juist zoals de Amorieten dat gedaan hadden, die Jahwe voor de Israëlieten verjaagd heeft.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 26: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Paenitemini ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Toen Achab deze woorden hoorde, scheurde hij zijn kleren, trok een boetekleed aan over zijn blote lijf en vastte; hij liep terneergeslagen rond en legde zich in het boetekleed te ruste.
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 27: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Paenitemini ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Daarom kwam het woord van Jahwe tot Elia de Tisbiet:
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 28: 4
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
`Hebt gij gezien hoe Achab zich voor Mij vernedered heeft? Omdat hij zich voor Mij vernederd heeft, zal Ik het onheil niet tijdens zijn leven op zijn huis doen neerkomen, maar tijdens het leven van zijn zoon.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 21 29: 5
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het katholieke priesterschap ->=geentekst=
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Drie jaar lang bleef het rustig en was er geen oorlog tussen Aram en Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In het derde jaar nu kwam koning Josafat van Juda op bezoek bij de koning van Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De koning van Israël zei tot zijn hovelingen: `U weet toch dat Ramot in Gilead van ons is? En wij doen maar niets om het op de koning van Aram te heroveren.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
En hij stelde Josafat voor: `Wilt u met mij ten strijde trekken naar Ramot in Gilead?' Josafat antwoordde de koning van Israël: `Een lot verbindt u en mij, uw volk en mijn volk, uw paarden en mijn paarden.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Maar hij vervolgde: `U moet toch eerst Jahwe raadplegen!'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 5: 1
Caput 2. De errore Abbatis Ioachim ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen riep de koning van Israël de profeten bijeen, ongeveer vierhonderd man, en vroeg hun: `Moet ik gaan vechten om Ramot in Gilead, of moet ik ervan afzien?' Ze antwoordden: `Ga! De Heer levert het aan de koning over.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Maar Josafat vroeg: `Is hier geen profeet van Jahwe, door wie wij Jahwe kunnen raadplegen?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De koning van Israël antwoordde Josafat: `Er is nog een man door wie we Jahwe kunnen raadplegen, maar ik heb een hekel aan hem, omdat hij me nooit iets goeds voorspelt, alleen maar onheil. Het is Michajehu, de zoon van Jimla.' Maar Josafat zei: `De koning moet zo niet spreken.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen riep de koning van Israël een dienaar en zei: `Ga dadelijk Michajehu, de zoon van Jimla, halen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Nu zaten de koning van Israël en Josafat, de koning van Juda, in vol ornaat ieder op een troon op de dorsvloer bij de ingang van de poort van Samaria, terwijl alle profeten voor hen stonden te profeteren.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Sidkia, de zoon van Kenaana, had zich ijzeren horens gemaakt en hij zei: `Zo spreekt Jahwe: Hiermee zult gij de Arameeërs neerstoten en verdelgen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Alle andere profeten profeteerden in dezelfde geest en zeiden. `U moet naar Ramot in Gilead optrekken; uw veldtocht zal slagen, want Jahwe levert het aan de koning over.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De bode nu die Michajehu moest gaan halen zei tegen hem: `De profeten hebben de koning eenstemmig een gunstige voorspelling gedaan; laat uw woord overeenkomsten met het hunne en voorspel iets goeds.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Maar Michajehu antwoordde: `Zowaar Jahwe leeft: Ik zal slechts zeggen wat Jahwe mij opdraagt.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen hij bij de koning gekomen was, zei de koning tot hem: `Michajehu, moeten we gaan vechten om Ramot in Gilead of moeten wij ervan afzien?' Hij antwoordde: `Ruk op; uw veldtocht zal slagen; Jahwe levert het aan de koning over.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Maar de koning viel tegen hem uit: `Hoe vaak moet ik u bezweren me in de naam van Jahwe niets te zeggen dan de waarheid?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen zei Michajehu: `Ik zag heel Israël verstrooid over de bergen als schapen zonder herder. En Jahwe sprak: Zij hebben geen heer; laat ieder in vrede naar huis terugkeren.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen zei de koning van Israël tot Josafat: `Heb ik het u niet gezegd? Hij profeteert over mij nooit iets goeds, altijd maar onheil.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Michajehu antwoordde: `Luister dan naar het woord van Jahwe. Ik zag Jahwe, gezeten op zijn troon, en heel het heer des hemels links en rechts om Hem heen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Jahwe vroeg: Wie wil Achab misleiden, zodat hij oprukt naar Ramot in Gilead en daar sneuvelt? De een zei dit, de ander dat.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen kwam er een geest voor Jahwe staan en zei: Ik zal hem misleiden. Jahwe vroeg hem: Hoe?
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Hij antwoordde: Ik ga erop uit en word een leugengeest in de mond van al zijn profeten. Toen zei Jahwe: Door hem te misleiden zult gij over hem zegevieren. Ga en doet het.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Welnu, Jahwe heeft een leugengeest gelegd in de mond van al uw profeten, want Jahwe heeft tot uw ondergang besloten.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Toen kwam Sidkia, de zoon van Kenaana, naderbij. Hij gaf Michajehu een klap in het gezicht en zei: `Wat? Zou de geest van Jahwe mij verlaten hebben om te spreken tot u?'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Michajehu antwoordde: `Dat zult u wel merken op de dag dat u van de ene schuilplaats naar de andere moet vluchten om u te verbergen.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Nu zei de koning van Israël: `Neem Michajehu gevangen en stel hem onder toezicht van Amon, de stadscommandant, en van Joas, de zoon van de koning.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
U moet zeggen: De koning beveelt deze man in de gevangenis te zetten, op een karig rantsoen van brood en water, tot ik behouden ben teruggekeerd.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Toen zei Michajehu: `Als u behouden terugkeert, heeft Jahwe niet door mij gesproken.' Hij is de profeet die gezegd heeft: `Luistert, alle volken.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De koning van Israël rukte dus met Josafat, de koning van Juda, op naar Ramot in Gilead.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Maar de koning van Israël zei tot Josafat: `Ik wil niet als koning gekleed de strijd ingaan; doet u het wel.' Hierop verkleedde zich de koning van Israël en begaf zich in de strijd.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Nu had de koning van Aram de tweeëndertig bevelhebbers van zijn strijdwagens gelast: `Valt niemand anders aan dan alleen de koning van Israël.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Toen de bevelhebbers van de wagens Josafat zagen, dachten ze: `Dat is zeker de koning van Israël.' Ze gingen op hem af om hem aan te vallen. Maar Josafat hief zijn strijdkreet aan
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
en toen de bevelhebbers van de wagens bemerkten dat hij de koning van Israël niet was, zagen ze van de aanval af.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Intussen richtte iemand op goed geluk zijn boog en trof de koning van Israël tussen de voegen van zijn pantser. Toen zei de koning tot zijn wagenmenner: `Wend de teugel en breng mij van het slagveld, want ik ben gewond.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Maar juist op dat ogenblik laaide de strijd op en daarom hield men de koning tegenover de Arameeërs in zijn wagen overeind. 's avonds stierf hij. Het bloed uit de wonde was in de bak van de wagen gelopen.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Terwijl de zon onderging klonk over het slagveld de kreet: `Ieder naar zijn stad, ieder naar zijn woonplaats.'
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
De koning was dus gestorven en men keerde terug naar Samaria en begroef hem aldaar.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Toen men de wagen schoon spoelde bij de vijver van Samaria, waar de hoeren zich wasten, likten honden het bloed op, naar het woord dat Jahwe gesproken had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Verdere bijzonderheden over Achab en over zijn daden, over het ivoren paleis dat hij liet bouwen en al de steden die hij versterkt heeft, staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Achab ging bij zijn vader en te ruste en zijn zoon Achia volgde hem op.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Josafat, de zoon van Asa, werd koning van Juda in het vierde regeringsjaar van Achab, de koning van Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Josafat was vijfendertig jaar toen hij koning werd en regeerde vijfentwintig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Azuba en was een dochter van Silchi.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Hij volgde in alles het voorbeeld van zijn vader Asa, zonder daarvan af te wijken, en deed wat Jahwe behaagt.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Alleen liet hij de heiligdommen op de offerhoogten voortbestaan; het volk bleef nog altijd offeren en wierook branden op de offerhoogten.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Josafat stond op goede voet met de koning van Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Verdere bijzonderheden over Josafat, zijn krijgsverrichtingen en oorlogen, staan opgetekend in de annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
De mannen die zich, ook na de tijd van zijn vader Asa, nog aan ontucht wijdden op de offerhoogten, verdreef hij uit het land.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
in Edom was er geen koning; de stadhouder van koning
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Josafat bouwde tien Tarsis-schepen die op Ofir moesten varen om goud te halen. Maar de schepen voeren niet uit; ze leden schipbreuk bij Esjon-geber.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Toen stelde Achazja, de zoon van Achab, Josafat voor: `Laat onderdanen van mij samen niet de uwe de schepen bemannen.' Maar Josafat weigerde.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Maar Josafat ging bij zijn vader te ruste en werd begraven in de stad van David, zijn vader. Zijn zoon Joram volgde hem op.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Achazja, de zoon van Achab, werd koning van Israël te Samaria in het zeventiende regeringsjaar van Josafat, de koning van Juda, en regeerde twee jaar over Israël.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Hij deed wat Jahwe mishaagt; hij volgde het voorbeeld van zijn vader en moeder en dat van Jerobeam, de zoon van Nebat, die de Israëlieten tot zonde verleid had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Hij diende Ba„l, boog zich voor hem neer en tergde Jahwe, de God van Israël, juist zoals zijn vader het gedaan had.
Referenties naar alinea 1 Koningen 22 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Na de dood van Achab kwam Moab tegen Israël in opstand.
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 1: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Achazja was uit het tralievenster van de bovenkamer van zijn paleis te Samaria gevallen en lag ziek. Hij zond boden naar Baäl-zebub, de god van Ekron, om te vragen of hij van zijn ziekte zou genezen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 2: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar de engel van Jahwe zei tot Elia de Tisbiet: `Ga de boden van de koning van Samaria tegemoet en zeg tot hen: Is er soms geen God in Israël, dat gij Baäl-zebub, de god van Ekron, gaat raadplegen?
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 3: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Daarom zegt Jahwe: Gij zult niet meer opstaan van het bed waarop gij ligt; gij zult sterven.' En Elia ging heen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 4: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Toen de boden bij de koning terugkwamen, vroeg hij: `Bent u nu al terug?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 5: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Zij antwoordden: `Er kwam ons een man tegemoet die ons zei: Gaat terug naar de koning die u gezonden heeft en zegt hem: Zo spreekt Jahwe: Is er soms geen God in Israël, dat gij boden zendt om Baäl-zebub, de god van Ekron, te raadplegen? Gij zult niet meer opstaan van het bed waarop gij ligt; gij zult sterven.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 6: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
De koning vroeg hun: `Wat was het voor iemand die u tegemoet kwam en u dit gezegd heeft?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 7: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Zij antwoordden: `Het was iemand met een haren mantel en met een leren gordel om zijn middel.' Toen zei de koning: `Dan was het Elia de Tisbiet.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 8: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Nu stuurde hij een bevelhebber van vijftig met zijn mannen op Elia af. Deze zat boven op de berg. De bevelhebber klom naar hem toe en sprak: `Man Gods; de koning beveelt u bij hem te komen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 9: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Maar Elia antwoordde de bevelhebber van vijftig: `Als ik een man Gods ben, dan moge er vuur uit de hemel komen en u en uw vijftig mannen verteren.' En er kwam vuur uit de hemel en verteerde hem en zijn mannen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 10: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Opnieuw stuurde de koning een bevelhebber van vijftig met zijn mannen op Elia af. De bevelhebber nam het woord en sprak: `Man Gods, de koning heeft gezegd dat u onmiddellijk moet komen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 11: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Maar Elia antwoordde hem: `Als ik een man Gods ben, dan moge er vuur uit de hemel komen en u en uw mannen verteren.' En er kwam vuur uit de hemel en verteerde hem en zijn mannen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 12: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Nu stuurde de koning een derde bevelhebber van vijftig met zijn mannen. Maar toen deze met zijn mannen boven gekomen was, viel hij voor Elia op de knieën en smeekte: `Man Gods, spaar mijn leven en dat van mijn mannen, uw dienaren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 13: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Want er is een vuur uit de hemel gekomen en heeft de twee vorige bevelhebbers van vijftig met hun mannen verteerd; spaar toch mijn leven!'
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 14: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Nu sprak de engel van Jahwe tot Elia: `Ga met hem mee en wees niet bang.' Daarop stond Elia op en ging met hem mee naar de koning.
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 15: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hij zei tot hem: `Zo spreekt Jahwe: Omdat gij boden gezonden hebt om Baäl-zebub, de god van Ekron, te ondervragen, alsof er in Israël geen God was die gij zoudt kunnen raadplegen, daarom zult gij niet meer opstaan van het bed waarop gij ligt; gij zult sterven.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 16: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Hij stierf zoals Jahwe door Elia voorzegd had. Omdat hij geen zoon had, werd hij in het tweede regeringsjaar van Joram, de zoon van Josafat en koning Juda, opgevolgd door Joram.
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 17: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Verder bijzonderheden over Achazja en zijn daden staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 1 18: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Kort voordat Jahwe Elia in een stormwind ten hemel zou opnemen, vertrok deze met Elisa uit Gilgal
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 1: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
en zei tot hem: `Blijf hier, want Jahwe zendt mij naar Betel.' Elisa antwoordde: `Zowaar Jahwe leeft en zowaar u leeft: ik verlaat u niet.' Toen zij Betel naderden,
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 2: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
kwamen er mannen van het profetengilde de stad uit, liepen Elisa tegemoet en vroegen: `Weet u wel dat Jahwe uw heer vandaag ten hemel zal opnemen?' Hij antwoordde: `Ja, ik weet het; houdt u maar stil.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 3: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Nu zei Elia tot Elisa: `Blijf hier, want Jahwe zendt mij naar Jericho.' Elisa antwoordde: `Zowaar Jahwe leeft en zowaar u leeft: ik verlaat u niet.' Toen zij Jericho naderden,
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 4: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
kwamen er mannen van het profetengilde van Jericho de stad uit, liepen Elisa tegemoet en vroegen: `Weet u dat Jahwe uw heer vandaag ten hemel zal opnemen?' Hij antwoordde: `Ja, ik weet het; houdt u maar stil.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 5: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Weer zei Elia tot hem: `Blijf hier, want Jahwe zendt mij naar de Jordaan.' Elisa antwoordde: `Zowaar Jahwe leeft en zowaar u leeft: ik verlaat u niet.' Toen gingen zij samen verder.
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 6: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Vijftig leden van het profetengilde volgden hen, maar bleven op enige afstand staan, toen zij samen aan de Jordaan stilhielden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 7: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Nu nam Elia zijn mantel, rolde hem op en sloeg ermee op het water. Dit verdeelde zich naar links en naar rechts en beiden liepen door de droge bedding naar de overkant.
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 8: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Daar aangekomen zei Elia tot Elisa: `Doe een laatste verzoek, voordat ik van u word weggenomen.' Elisa antwoordde: `Geef mij een dubbel deel van uw geest.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 9: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Elia antwoordde: `U vraagt iets moeilijks, maar als u mij ziet wanneer ik word opgenomen, zal uw bede verhoord worden; ziet u mij niet, dan wordt uw bede niet verhoord.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 10: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Terwijl zij nu pratend verder gingen, kwam er opeens een wagen van vuur met paarden van vuur, die hen van elkaar scheidde, en in een stormwind werd Elia ten hemel opgenomen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 11: 2
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Elisa zag het en riep uit: `Vader, vader, Israëls strijdwagens en zijn ruiterij!' Toen hij hem niet meer zag, greep hij zijn kleren en scheurde ze doormidden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 12: 2
Gebed 9. - Het gebed van Elia ->=geentekst=Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Daarop raapte hij de mantel op die Elia had laten vallen, keerde terug en bleef staan aan de oever van de Jordaan;
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 13: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
hij nam de mantel van Elia, sloeg ermee op het water en riep uit: `Waar is Jahwe dan toch, de God van Elia?' Weer sloeg hij op het water, en nu verdeelde het zich naar links en naar rechts, zodat Elisa kon oversteken.
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 14: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen de leden van het profetengilde in Jericho dat uit de verte zagen, zeiden ze: `De geest van Elia rust op Elisa.' Zij gingen hem tegemoet, bogen zich voor hem ter aarde neer
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 15: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
en zeiden tot hem: `Er zijn onder uw dienaren vijftig flinke mannen; laat die uw heer gaan zoeken. Misschien heeft de geest van Jahwe hem opgenomen en hem op een of andere berg of in een of ander dal neergezet.' Maar hij antwoordde: `Dat heeft geen zin.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 16: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen zij echter tot het uiterste aandrongen, zei hij: `Stuurt ze er maar op uit.' Zij stuurden er dus vijftig man op uit, die drie dagen lang zochten, maar Elia niet vonden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 17: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen ze bij Elisa, die zich in Jericho ophield, terugkwamen, zei hij tot hen: `Ik had u toch gezegd dat het geen zin had?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 18: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De mannen van de stad zeiden tot Elisa: `De ligging van deze stad is fraai, zoals mijn heer zelf kan zien, maar het water is slecht en het land onvruchtbaar.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 19: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Hij antwoordde: `Haalt een nieuwe schotel en doet er zout in.' Toen ze die gehaald hadden,
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 20: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
ging hij naar de bron, wierp er het zout in en zei: `Zo spreekt Jahwe: Ik maak dit water gezond, er zal niet langer dood en onvruchtbaarheid uit voortkomen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 21: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Op het woord van Elisa werd het water gezond, en dat is het gebleven tot de huidige dag.
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 22: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Zielenheil ons doel ->=geentekst=
Vandaar ging hij naar Betel. Toen hij de weg naar de stad opklom, kwamen er jongens uit de stad, die hem spottend toeriepen: `Klimmen maar, kaalkop! Klimmen maar, kaalkop!'
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 23: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Zielenheil ons doel ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Elisa keerde zich om en toen hij de jongens zag, vervloekte hij ze bij Jahwe. Onmiddellijk kwamen er twee berinnen uit het bos, die tweeënveertig van die jongens verscheurden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 24: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Vandaar ging hij naar de berg Karmel en keerde vervolgens naar Samaria terug.
Referenties naar alinea 2 Koningen 2 25: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In het achttiende regeringsjaar van Josafat, de koning van Juda, werd Joram, de zoon van Achab, te Samaria koning over Israël. Hij regeerde twaalf jaar.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij deed wat Jahwe mishaagt, maar niet zo erg als zijn vader en moeder, want hij verwijderde de heilige zuilen die zijn vader voor Baäl had opgericht.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar overigens volhardde hij in de zonden waartoe Jerobeam, de zoon van Nebat, de Israëlieten verleid had; hij brak er niet mee.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Mesa, de koning van Moab, was schapenfokker. Als schatting moest hij aan de koning van Israël honderdduizend lammeren en de wol van honderdduizend schapen leveren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Maar toen Achab gestorven was, kwam de koning van Moab tegen de koning van Israël in opstand.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Daarom verliet koning Joram op een gegeven dag Samaria en inspecteerde hij heel het volk van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Aan Josafat, de koning van Juda, zond hij de volgende boodschap: `De koning van Moab is tegen mij in opstand gekomen; wilt u met mij ten strijde trekken tegen Moab?' Josafat antwoordde: `Ja, een lot verbindt u en mij, mijn volk en uw volk, mijn paarden en uw paarden.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Daarop vroeg hij: `Langs welke weg zullen wij gaan?' Hij kreeg ten antwoord: `Door de woestijn van Edom.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De koning van Israël rukte dus op met de koning van Juda, en met de koning van Edom. Toen ze zeven dagreizen onderweg waren, was er geen water meer voor het leger en voor de lastdieren in de legertros.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen zei de koning van Israël: `Helaas, Jahwe heeft ons, koningen, hierheen geroepen om ons alle drie aan Moab over te leveren.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Maar Josafat vroeg: `Is hier geen profeet van Jahwe, door wie wij Jahwe kunnen raadplegen?' Een dienaar van de koning van Israël antwoordde: `Ja, Elisa is hier, de zoon van Safat, die water uitgoot over de handen van Elia.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Josafat verzekerde: `Bij hem is het woord van Jahwe.' De koning van Israël en Josafat en de koning van Edom gingen dus naar hem toe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Maar Elisa zei tot de koning van Israël: `Wat heb ik met u te maken? Ga maar naar de profeten van uw vader en de profeten van uw moeder.' De koning van Israël antwoordde: `Neen, het is Jahwe die ons, koningen, hierheen geroepen heeft om ons alle drie over te leveren aan Moab.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen zei Elisa: `Zowaar Jahwe van de legerscharen leeft, in wiens dienst ik sta, als het niet was om koning Josafat van Juda, dan keek ik u niet eens aan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Welnu, haalt iemand die citer kan spelen.' Zodra de citerspeler begon te spelen, kwam de hand van Jahwe op Elisa.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hij zei: `Zo spreek Jahwe: Graaft in dit dal overal kuilen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Want zo spreekt Jahwe: Gij zult geen wind voelen en geen regen zien, maar toch zal dit dal vol water lopen, zodat gij kunt drinken, gijzelf, uw vee en uw lastdieren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
En dit betekent nog maar weinig voor Jahwe: Hij zal bovendien ook Moab aan u overleveren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Gij moet alle versterkte steden, alle uitgelezen steden verwoesten, alle vruchtbomen vellen, alle bronnen dichtstoppen en alle goede akkers met stenen bederven.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De volgende ochtend kwam er omstreeks de tijd van het offer een watervloed opzetten uit de richting van Edom en overstroomde het land.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Intussen had heel Moab vernomen dat de koningen tegen hen ten strijde waren getrokken. Alle strijdbare mannen en ook de ouderen waren opgeroepen en hadden zich aan de grens opgesteld.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Des ochtends in alle vroegte, toen de zon over het water scheen, zagen de Moabieten uit de verte hoe het water rood was van het bloed.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Zij riepen: `Dat is bloed! De koningen zijn elkaar te lijf gegaan en hebben elkaar verslagen. Komt, Moabieten, op naar de buit!'
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Maar toen ze bij de legerplaats van de Israëlieten kwamen, gingen die tot de aanval over en versloegen de Moabieten. Die gingen op de vlucht; de Israëlieten drongen hun gebied binnen en richtten een grote slachting onder hen aan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Ze maakten de steden gelijk met de grond, wierpen alle goede akkers vol stenen, stopten alle bronnen dicht, velden alle vruchtbomen, totdat men van Kir-chareset niets anders overgelaten had dan zijn eigen stenen. Toen de slingeraars het omsingelden en beschoten,
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
zat de koning van Moab dat hij de strijd niet meer aankon. Hij koos zevenhonderd man uit die het zwaard konden hanteren, en probeerde bij de koning van Edom door te breken, maar het lukte niet.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Daarom nam hij zijn eerstgeboren zoon, die hem moest opvolgen, en offerde hem als brandoffer op de stadsmuur. Toen kwam er een hevige toorn over de Israëlieten; zij braken op en keerden naar hun land terug.
Referenties naar alinea 2 Koningen 3 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Op een keer deed de vrouw van een profeet een beroep op Elisa en zei: `Uw dienaar, mijn man, is gestorven; u weet dat uw dienaar een godvruchtig man was. Nu is de schuldeiser gekomen om mijn twee kinderen als slaven mee te nemen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Elisa vroeg haar: `Wat kan ik voor u doen? Vertel mij eens: wat hebt u in huis?' Zij antwoordde: `Uw dienares heeft niets anders in huis dan een kruik olie.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen zei hij: `Ga bij uw buren vaten lenen, lege vaten, en vooral niet te weinig.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ga dan naar huis, doe de deur achter u en uw zonen op slot; giet dan olie in al die vaten en zet de volle opzij.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zij ging heen en deed de deur achter zich en haar zonen op slot; de jongens brachten haar de vaten aan en zij goot er de olie in.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen alle vaten vol waren, zei ze tot haar zoon: `Breng me het volgende vat.' Maar hij antwoordde: `Er zijn er niet meer.' Toen hield de olie op te vloeien.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zij ging het vertellen aan de man Gods en deze zei: `Ga de olie verkopen en betaal uw schuldeiser; van het overschot kunt u met uw zonen leven.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Op zekere dag kwam Elisa langs Sunem. Daar woonde een welgestelde vrouw, die hem met aandrang uitnodigde, bij haar te komen eten. En iedere keer dat hij in het vervolg daar in de buurt kwam, ging hij daar eten.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Daarom zei de vrouw tot haar man: `Luister eens, ik heb gemerkt dat de man die altijd bij ons aankomt, een heilige man Gods is.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Laten we op ons huis een kleine kamer voor hem metselen en er een bed, een tafel, een stoel en een lamp in zetten; als hij dan bij ons aankomt, kan hij daar zijn intrek nemen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen Elisa er dus op zekere dag aan kwam, kon hij de bovenkamer betrekken en er zich te ruste leggen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
En hij zei tot zijn dienaar Gechazi: `Roep de Sunammitische.' Hij riep haar en zij kwam.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Elisa zei tot Gechazi: `Zeg tegen de vrouw: U heeft zich al die moeite voor ons getroost; wat kunnen wij nu voor u doen? Kunnen wij voor u een goed woord doen bij de koning of bij de legeroverste?' Maar zij antwoordde: `Ik woon ongestoord temidden van mijn volk.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Hierop vroeg Elisa: `Kunnen we dan werkelijk niets voor haar doen?' Gechazi antwoordde: `Zij heeft helaas geen zoon en haar man is oud.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen riep hij: `Roep haar.' Hij riep haar en zij bleef in de deuropening staan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
En Elisa zei: `Volgend jaar om deze tijd zult u een zoon aan uw hart drukken.' Zij antwoordde: `Och neen, mijn heer, man Gods, u moet uw dienares niet iets voorspiegelen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Maar de vrouw werd zwanger en baarde het jaar daarop om dezelfde tijd een zoon, zoals Elisa voorspeld had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen de jongen groter was geworden, ging hij eens naar zijn vader, die bij de maaiers was.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Opeens riep hij tot zijn vader: `Mijn hoofd! Mijn hoofd!' De vader zei tot een knecht: `Pak hem op en breng hem naar zijn moeder.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De knecht nam hem op, en bracht hem bij zijn moeder. Tot de middag zat zij met hem op haar schoot; toen stierf hij.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Zij droeg hem naar boven, legde hem op het bed van de man Gods, deed de deur achter zich dicht en ging naar buiten.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Ze riep haar man en zei: `Wees zo goed en stuur me een van de knechten met een ezelin; ik wil dadelijk naar de man Gods, maar kom meteen weer terug.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Hij vroeg: `Waarom wil je vandaag naar hem toe? Het is vandaag toch geen nieuwe maan of sabbat?' Maar zij antwoordde: `Tot straks.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zij zadelde de ezelin en zei tot haar knecht: `Drijf de ezelin aan en laat mij zonder onderbreking doorrijden zolang ik je niets zeg.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Zo ging zij op weg en begaf zich naar de man Gods op de berg Karmel. Toen de man Gods haar in de verte zag aankomen, zei hij tot zijn knecht Gechazi: `Kijk, daar komt de Sunamitische.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Ga haar vlug tegemoet en vraag haar hoe het met haar gaat, hoe het gaat met haar man en met haar kind.' Zij antwoordde: `Goed.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Maar toen zij bij de man Gods op de berg gekomen was, greep ze zijn voeten vast. Gechazi kwam naderbij om haar weg te duwen, maar de man Gods zei: `Laat haar begaan, want een groot verdriet heeft haar getroffen en Jahwe heeft het mij niet laten weten.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Toen zei ze: `Mijn heer, heb ik u soms een zoon gevraagd? Heb ik u niet gezegd: U moet me niets voorspiegelen?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Toen zei Elisa tot Gechazi: `Doe uw gordel om, neem mijn stok in uw hand en ga er heen. Als u iemand tegenkomt, groet hem dan niet, en als iemand u groet, geef dan geen antwoord. Leg dan mijn stok over de jongen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Maar de moeder van de jongen zei: `Zowaar Jahwe leeft en zowaar u leeft, ik ga niet van u weg.' Toen stond hij op en volgde haar.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Gechazi was voor hen uitgelopen en had de stok over de jongen gelegd, maar deze had geen teken van leven gegeven. Op de terugweg kwam hij Elisa tegen en zei: `De jongen is niet ontwaakt.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Elisa trad het huis binnen en vond de jongen dood op zijn bed liggen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Hij ging de kamer in, sloot de deur en bad tot Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Toen ging hij op het kind liggen, met de mond op zijn mond, de ogen op zijn ogen en de handen op zijn handen, en bleef zo over hem heengekromd tot het lichaam van het kind warm werd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Toen kwam hij overeind, liep in de kamer op en neer en kromde zich weer over het kind. Toen niesde de jongen, tot zeven keer toe, en deed zijn ogen open.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Daarop riep Elisa Gechazi en zei: `Roep de Sunammitische.' Hij riep haar en zij kwam naar hem toe. En hij zei tot haar: `U kunt uw zoon weer meenemen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Ze liep op hem toe en boog zich ter aarde neer. Daarna nam zij haar zoon op en ging heen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Toen er in het land hongersnood heerste, kwam Elisa weer eens te Gilgal. Terwijl de leden van het profetengilde bij hem te gast waren, zei hij tot zijn knecht: `Zet de grote pot op en kook moes voor de profeten.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 38: 1
De Oratione ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Daarom ging er een het veld in om groenten te plukken. Hij vond een wilde slingerplant en plukte daarvan komkommerachtige vruchten, zijn mantel vol. Thuisgekomen sneed hij ze en deed ze in de pot met moes, zonder te weten wat het was.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Men schepte voor de mannen op, maar zodra zij van de moes geproefd hadden riepen zij uit: `Man Gods, de dood zit in de pot!' En zij konden geen hap meer eten.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Maar hij zei: `Haal wat meel.' Hij wierp dit in de pot en zei: `Schep nu op voor de mannen en laat hen ervan eten.' En werkelijk, wat in de pot zat was niet schadelijk meer.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Op een dag kwam er iemand uit Baäl-salisa. In zijn tas bracht hij voor de man Gods als eerstelingen twintig gerstebroden en wat vers koren mee. Elisa zei: `Geef de mannen maar te eten.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Zijn dienaar antwoordde: `Hoe kan ik dat nu voorzetten aan honderd man?' Maar hij herhaalde: `Geef het de mannen te eten. Want zo spreekt Jahwe: Zij zullen eten en overhouden.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Nu zette hij het de mannen voor. Zij aten en hielden nog over, zoals Jahwe gezegd had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 4 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Naaman, de legeroverste van de koning van Aram, was zeer gezien bij zijn heer en had grote invloed, want door hem had Jahwe voor Aram uitkomst gebracht. Hij was een groot soldaat, maar de man leed aan een huidziekte.
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 1: 3
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Christus Vivit ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Nu hadden Arameese benden eens een strooptocht ondernomen in Israël en daarbij een jong meisje buitgemaakt; dat was nu in dienst bij de vrouw van Naaman.
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 2: 4
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Christus Vivit ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Christus Vivit ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Ze zei tot haar meesteres: `Och, kon mijn heer maar eens naar de profeet gaan die in Samaria woont; die zou hem wel van zijn ziekte afhelpen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 3: 4
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Christus Vivit ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Christus Vivit ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Naaman ging aan zijn heer vertellen wat het meisje uit Israël gezegd had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 4: 5
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Christus Vivit ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Christus Vivit ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Toen zei de koning van Aram: `Ga erheen; ik zal u een brief meegeven voor de koning van Israël.' Hij ging op weg, nam tien talenten zilver, zesduizend sikkel goud en tien feestgewaden mee,
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 5: 4
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Christus Vivit ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Christus Vivit ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
en meldde zich met de brief bij de koning van Israël. Daarin stond: Met deze brief zend ik mijn dienaar Naaman tot u; ik verzoek u hem van zijn huidziekte te genezen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 6: 4
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Christus Vivit ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Evangelium Vitae ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Zodra de koning van Israël de brief gelezen had, scheurde hij zijn kleren en zei: `Ben ik soms God, met macht over leven en dood, dat hij iemand naar mij toestuurt die ik van zijn huidziekte moet genezen? Let maar eens op mijn woorden: hij zoekt ruzie met mij.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 7: 4
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Evangelium Vitae ->=geentekst=
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Toen Elisa, de man Gods, hoorde dat u koning van Israël zijn kleren gescheurd had, liet hij de koning vragen: `Waarom hebt u uw kleren gescheurd? Stuur hem naar mij toe. Dan zal hij weten dat er een profeet is in Israël.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 8: 3
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Toen ging Naaman met zijn paarden en wagen op weg en hield stil voor het huis van Elisa.
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 9: 3
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Deze zond iemand met de boodschap: `Was u zevenmaal in de Jordaan; dan zal uw huid weer gezond worden en zult u gereinigd zijn.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 10: 3
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Toen werd Naaman boos en ging heen. Hij zei: `Ik had gedacht: hij zal naar buiten komen en voor me gaan staan. Dan zal hij de naam van Jahwe zijn God aanroepen, met zijn hand over de plek strijken en de ziekte wegnemen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 11: 3
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Zijn de Abana en de Parpar, de rivieren van Damascus, soms niet beter dan al de wateren van Israël? Kan ik mij daarin niet wassen om gereinigd te worden?' Hij keerde zich om en ging verontwaardigd heen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 12: 3
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Maar zijn dienaren gingen naar hem toe en zeiden: `Vader, gesteld dat de profeet u iets moeilijks opgedragen had, dan had u het toch ook gedaan? Waarom dan niet, nu hij u zegt dat u zich maar hoeft te wassen om weer rein te worden?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 13: 3
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Toen ging hij naar de Jordaan en dompelde zich zevenmaal onder, zoals de man Gods gezegd had. Zijn huid werd weer als die van een klein kind en hij was gereinigd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 14: 4
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=De Sacramentis ->=geentekst=
God verrast ons, vraagt ons trouw en is onze kracht ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Hij keerde met heel zijn gevolg naar de man Gods terug, trad het huis binnen, ging voor hem staan en zei: `Nu weet ik dat er alleen in Israël een God is, en nergens anders op aarde. Wil daarom een huldeblijk van uw dienaar aanvaarden.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 15: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Maar Elisa antwoordde: `Zowaar Jahwe leeft, in wiens dienst ik sta, ik neem niets van u aan.' En hoewel Naaman er bij hem op aandrong iets aan te nemen, bleef hij weigeren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 16: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen zei Naaman: `Laat tenminste aan uw dienaar een last aarde geven, zoveel als een koppel muildieren dragen kan, want uw dienaar wil aan geen andere goden brand - of slachtoffers meer opdragen dan aan Jahwe alleen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 17: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Dit ene moet Jahwe uw dienaar maar vergeven: Als mijn heer zich naar de tempel begeef om zich daar voor Rimmon neer te buigen, steunt hij altijd op mijn arm, zodat ik mij in de tempel van Rimmon wel neerbuigen moet; dit ene moet Jahwe zijn dienaar maar vergeven.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 18: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
En Elisa zei tot hem: `Ga in vrede.' Toen Naaman nog maar even weg was,
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 19: 1
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Caput 63. De simonie ->=geentekst=
dacht Gechazi, de dienaar van Elisa, de man Gods: `Mijn heer heeft die Arameeër Naaman wel erg goed gunstig behandeld, door niets aan te nemen van alles wat hij bij zich had. Zowaar Jahwe leeft: ik ga hem achterna en zie iets van hem los te krijgen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 20: 2
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Toen Naaman hem achter zich aan zag komen, sprong hij van zijn wagen, liep hem tegemoet en zei: `Is alles in orde?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 21: 2
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Hij antwoordde: `Ja, maar mijn heer stuurt mij met de boodschap: Er zijn zojuist twee jongemannen van het gebergte van Efraim bij me gekomen, leden van het profetengilde; wees zo goed en geef hun een talent zilver en twee feestgewaden.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 22: 2
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Naaman antwoordde: `Doe me een genoegen en neem twee talenten.' En hij drong bij hem aan. Daarop liet hij twee talenten zilver in twee buidels doen en gaf die met twee feestgewaden aan twee van zijn knechten die ze voor Gechazi uitdroegen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 23: 2
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Toen hij bij de Ofel gekomen was, nam hij ze van hen over, verborg ze ergens in huis en nam afscheid van de mannen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 24: 2
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Hij ging naar binnen en diende zich bij zijn heer aan. Maar Elisa vroeg hem: `Waar komt u vandaan, Gechazi?' Hij antwoordde: `Uw dienaar is nergens heen geweest.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 25: 2
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Maar hij zei tot hem: `Was mijn geest niet bij u, toen iemand van zijn wagen stapte en u tegemoet liep? Moest u zo aan zilver komen, aan kleren, olijftuinen en wijngaarden, runderen, slaven en slavinnen?
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 26: 2
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Maar weet dan, dat u en uw nakomelingen voor altijd besmet zullen zijn met de ziekte van Naaman.' En Gechazi ging van hem vandaan, door de huidziekte aangetast, wit als sneeuw.
Referenties naar alinea 2 Koningen 5 27: 2
Het Christendom en de godsdiensten ->=geentekst=Caput 63. De simonie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Op een keer zeiden de leden van het profetengilde tot Elisa: `Luister eens, de ruimte waarin wij vergaderen is voor ons te klein.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Laten wij met ons allen naar de Jordaan gaan en er hout zoeken waarmee wij daar een vergaderzaal kunnen bouwen.' Hij antwoordde: `Gaat maar.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar een van hen zei: `Wees zo goed en ga met uw dienaren mee.' Hij antwoordde: `Ik ga mee,'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
en dat deed hij. Toen zij aan de Jordaan gekomen waren, gingen zij bomen kappen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De Sacramentis ->=geentekst=
Maar toen een van een stam velde, vloog het ijzer van zijn bijl in het water. `Ach heer,' riep hij uit, `en die bijl was nog wel geleend!'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 5: 2
De Sacramentis ->=geentekst=De Sacramentis ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De Sacramentis ->=geentekst=
Maar de man Gods vroeg waar hij gevallen was, en toen hij hem de plaats aangewezen had, hakte Elisa een stuk hout af, wierp het erheen, en het ijzer kwam boven drijven.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 6: 2
De Sacramentis ->=geentekst=De Sacramentis ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Daarop zei hij: `Haal het eruit.' En de man stak zijn hand uit en greep het.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 7: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De koning van Aram was in oorlog met Israël. Hij overlegde met zijn dienaren en besloot: `Op die en die plaats zullen we ons legeren.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De man Gods waarschuwde de koning van Israël: `Pas op dat u niet langs die plaats gaat, want daar zitten de Arameeërs.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De koning van Israël zond daarop een boodschap naar de plaats die de man Gods hem genoemd had, en waarschuwde dat men daar op zijn hoede moest zijn. Daar dit herhaaldelijk gebeurde,
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
wond de koning van Aram zich hierover op. Hij riep zijn hovelingen en zei: `En nu voor de dag ermee: wie van ons heult met de koning van Israël?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Een van zijn hovelingen antwoordde: `Niemand, mijn heer de koning, maar het is de profeet Elisa in Israël, die aan de koning van Israël zelfs datgene meedeelt wat u in uw slaapkamer zegt.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen zei hij: `Ga heen en tracht te achterhalen waar hij is; dan neem ik hem gevangen.' En toen hem gemeld werd dat hij te Dotan was,
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
zond hij daar een sterk leger heen, met paarden en wagens. Zij kwamen 's nachts aan en omsingelden de stad.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen nu de dienaar van de man Gods in alle vroegte opstond en naar buiten ging, zag hij rondom de stad het leger met paarden en wagens. De dienaar zei tot Elisa: `Ach heer, wat moeten wij doen?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hij antwoordde: `Wees niet bang, want er zijn er meer met ons dan met hen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
En Elisa bad: `Jahwe, open hem de ogen, opdat hij moge zien.' En Jahwe opende hem de ogen, en daar zag hij dat over heel de berg rondom Elisa paarden en wagens van vuur stonden opgesteld.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen de Arameeërs dan op hem afkwamen, bad Elisa tot Jahwe: `Sla dit volk met blindheid.' En Hij sloeg hen met blindheid, zoals Elisa gevraagd had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen zei Elisa tot hen: `Dit is niet de stad waar u zijn moet; volg mij maar, dan zal ik u brengen bij de man die u zoekt.' En hij bracht ze naar Samaria.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
In Samaria aangekomen zei Elisa: `Jahwe, open hun de ogen, opdat zij mogen zien.' En Jahwe opende hun de ogen en nu zagen zij dat zij in Samaria waren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen de koning van Israël hen zag, vroeg hij Elisa: `Vader, zal ik ze neerslaan, zal ik ze neerslaan?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Maar hij zei: `Neen, u mag ze niet neerslaan. Dat doet u nog niet met hen die u met zwaard en boog gevangen genomen hebt. Zet hun water en brood voor; dan kunnen zij eten en drinken en teruggaan naar hun heer.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Hij onthaalde ze op een groot gastmaal, en toen ze gegeten en gedronken hadden, liet hij ze naar hun heer teruggaan. Van toen af drongen er geen Arameese benden Israël meer binnen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Enige tijd later riep Benhadad, koning van Aram, heel zijn leger onder de wapenen, rukte op en sloeg het beleg voor Samaria.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Het beleg duurde zo lang, dat er in Samaria een grote hongersnood ontstond: een ezelskop kostte tachtig zilveren sikkels, een kwart maat duivenmest vijf zilveren sikkels.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen nu de koning van Israël eens de ronde deed op de stadsmuur, riep een vrouw hem toe: `Mijn heer, breng toch uitkomst.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Hij antwoordde: `Als Jahwe geen uitkomst brengt, vanwaar moet ik dan uitkomst voor u halen? Soms van de dorsvloer of van de perskuip?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
En de koning vroeg haar: `Wat is eigenlijk uw klacht?' Zij antwoordde: `Deze vrouw hier had mij gezegd: Sta uw zoon af, dan eten wij hem vandaag op; mijn zoon zullen wij morgen opeten.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Dus hebben wij mijn zoon gekookt en opgegeten, maar toen ik haar de andere dag zei dat zij haar zoon moest afstaan om hem op te eten, had zij hem verborgen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Toen de koning dat hoorde scheurde hij zijn kleren, en daar hij op de muur liep zag het volk dat hij op het blote lijf een boetekleed droeg.
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
En hij zei: `Jahwe moge mij dit en dat doen en nog erger, als het hoofd van Elisa, de zoon van Safat, vanavond nog op zijn romp staat.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Elisa zat in zijn huis in het gezelschap van de oudsten. De koning nu stuurde een bode voor zich uit. Maar voordat die bij Elisa was zei deze tot de oudsten: `Hebben jullie gezien dat dat moordenaarskind er iemand op uit gestuurd heeft om mij het hoofd af te slaan? Let op: als de bode binnenkomt, doet dan de deur dicht en duwt hem met de deur naar buiten. Maar hoor ik daar niet de stappen van zijn heer achter hem aan?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Hij was nog niet uitgesproken of daar kwam de koning naar hem toe en zei: `Zie eens hoeveel ellende Jahwe over ons gebracht heeft. Zou ik dan nog langer op Jahwe hopen?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 6 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen zei Elisa: `Luistert naar het woord van Jahwe: Zo spreekt Jahwe: Morgen om deze tijd zal bij de poort van Samaria een schepel fijn meel maar een sikkel kosten en twee schepels gerst ook maar een sikkel.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Maar de adjudant op wiens arm de koning steunde zei tot de man Gods: `Al zou Jahwe sluizen maken in de hemel, dan kan dat nog niet.' Elisa antwoordde: `U zult het met eigen ogen zien, maar u zult er niet van eten.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Nu bevonden zich voor de stadspoort vier melaatsen. Die zeiden tot elkaar: `Waarom zouden wij hier blijven zitten tot wij dood zijn?
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 3: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Als wij besluiten de stad in te gaan, sterven wij daar vanwege de hongersnood, en als wij hier blijven, sterven wij ook. We moesten maar overlopen naar de legerplaats van de Arameeërs. Als zij ons in leven laten, blijven wij in leven, en als zij ons doden, dan gaan wij maar dood.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zo stonden zij dus in de avondschemering op om naar de legerplaats van de Arameeërs te gaan. Maar toen zij aan de rand van de legerplaats gekomen waren, was daar niemand te zien.
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De Heer had in de legerplaats van de Arameeërs het gedreun doen horen van wagens en van paarden, het gedreun van een groot leger, zodat zij tot elkaar zeiden: `Hoort, de koning van Israël heeft de koningen van de Hethieten en die van Misraim gestuurd om ons aan te vallen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Daarom waren zij in de avondschemering op de vlucht geslagen; zij hadden hun tenten achtergelaten, ook hun paarden en ezels, kortom de legerplaats zoals die was, en hadden hun heil gezocht in de vlucht.
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen de melaatsen aan de rand van de legerplaats gekomen waren, gingen zij een tent binnen, aten en dronken, namen er zilver, goud en kleren uit weg en verborgen het. Daarna gingen zij een andere tent binnen, namen ook daar het een en ander weg en verborgen het.
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar toen zeiden ze tot elkaar: `Wat wij doen is niet juist. Dit is een dag van goed nieuws, en wij zeggen niets. Als wij wachten tot het licht wordt, zullen wij straf oplopen. Laten wij het gaan melden aan het koninklijk paleis.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen zij bij de stad gekomen waren, riepen zij de poortwachters en meldden hun: `Wij zijn naar de legerplaats van de Arameeërs geweest en er was geen mens te zien of te horen; maar de paarden stonden nog vastgebonden, de ezels eveneens, en de tenten waren zo maar achtergelaten.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De poortwachters maakten alarm en meldden het in het koninklijk paleis.
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De koning stond nog in de nacht op en zei tot zijn dienaren: `Ik zal u eens zeggen wat de Arameeërs tegen ons in het schild voeren. Zij weten dat wij honger hebben. Daarom hebben zij de legerplaats verlaten en zich verborgen in het open veld; want zij denken: Als de Israëlieten de stad verlaten, kunnen wij ze levend grijpen en zelf de stad binnenkomen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Maar een van de dienaren nam het woord en zei: `Laten wij van de paarden die hier nog over zijn er vijf nemen. Het kan hun niet slechter vergaan dan de tallozen van Israël die reeds omgekomen zijn. Laten wij die eraan wagen en zien wat er gaande is.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Daarop haalden zij twee wagens met paarden en de koning stuurde die achter het leger van de Arameeërs aan met de opdracht te gaan kijken.
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zij gingen hen dus achterna tot de Jordaan en zagen dat de hele weg bezaait was met kleren en wapens, die de Arameeërs in paniek weggeworpen hadden. Daarop keerden de verkenners terug en brachten rapport uit aan de koning.
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen ging het volk de stad uit en plunderde de legerplaats van de Arameeërs. En nu kostte inderdaad een schepel meel maar een sikkel en twee schepels gerst eveneens maar een sikkel, naar het woord van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De koning had de adjudant op wiens arm hij gesteund had, belast met het toezicht over de poort. Maar hij werd in de poort door het volk onder de voet gelopen en stierf, zoals de man Gods voorspeld had toen de koning bij hem gekomen was.
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen immers had de man Gods tot de de koning gezegd dat de volgende dag om dezelfde tijd bij de poort van Samaria een schepel meel maar een sikkel zou kosten en twee schepel gerst eveneens maar een sikkel.
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De adjudant had hierop geantwoord: 'Al zou Jahwe sluizen maken in de hemel, dan kan dat nog niet.' U zult het met eigen ogen zien, maar u zult er niet van eten.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Zo is het ook met de adjudant gebeurd, want hij werd in de poort door het volk onder de voet gelopen en kwam zo om het leven.
Referenties naar alinea 2 Koningen 7 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Elisa had tot de vrouw wier zoon hij weer levend gemaakt had gezegd: `Begeef u op weg, samen met uw gezin, en vestig u in den vreemde, want Jahwe laat een hongersnood over het land komen; die is reeds begonnen en zal zeven jaar duren.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De vrouw had gedaan wat de man Gods haar gezegd had: zij was vertrokken, samen met haar gezin, en had zeven jaar lang in het land van de Filistijnen gewoond.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen de zeven jaar voorbij waren keerde de vrouw uit het land van de Filistijnen terug en ging nu de hulp van de koning inroepen om haar huis en haar akker terug te krijgen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De koning was juist in gesprek met Gechazi, de dienaar van de man Gods, aan wie hij gevraagd had hem te vertellen van al de grote dingen die Elisa gedaan had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
En terwijl Gechazi de koning aan het vertellen was, hoe Elisa een dode weer levend gemaakt had, kwam de vrouw wier zoon hij weer levend gemaakt had, de hulp van de koning inroepen met het oog op haar huis en haar akker. Gechazi zei: `Mijn heer de koning, dat is de vrouw, en dat is haar zoon, die Elisa weer levend gemaakt heeft.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De koning verzocht de vrouw hem het verhaal te vertellen en dat deed zij. Toen gaf de koning haar een dienaar mee met de opdracht: `Zorg dat zij alles terugkrijgt wat haar toebehoort, met heel de opbrengst van de akker, vanaf de dag dat zij het land verliet tot heden toe.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Op een keer kwam Elisa in Damascus, terwijl koning Benhadad van Aram ziek lag. Toen men hem meedeelde dat de man Gods in de stad was,
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
zei de koning tot Hazaël: `Ga met een geschenk naar de man Gods en laat hem Jahwe vragen of ik van mijn ziekte genezen zal.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hazaël ging dus naar hem toe en nam als geschenk allerlei kostbaarheden van Damascus mee, zoveel als veertig kamelen konden dragen. Bij Elisa aangekomen maakte hij zijn opwachting en zei: `Uw zoon Benhadad, de koning van Aram, zendt mij tot u om u te vragen of hij van zijn ziekte genezen zal.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Elisa antwoordde hem: `U kunt hem zeggen dat hij genezen zal. Maar Jahwe heeft mij laten zien dat hij zal sterven.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Maar ineens verstarde de blik van de man Gods; hij ontstelde hevig en begon te schreien.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Hazaël vroeg: `Waarom schreit u, mijn heer?' Hij antwoordde: `Omdat ik zie hoeveel kwaad u de Isralieten zult aandoen; hun vestingen zult u in brand steken, hun jonge mannen doden met het zwaard, hun zuigelingen zult u te pletter slaan en hun zwangere vrouwen openrijten.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen zei Hazaël: `Maar hoe kan u dienaar, dode hond die hij is, zo iets geweldigs doen?' Elisa antwoordde: `Jahwe heeft mij laten zien dat u koning van Aram wordt.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen ging hij van Elisa heen en begaf zich naar zijn heer. Deze vroeg hen: `Wat heeft Elisa u gezegd?' Hij antwoordde: `Hij heeft mij gezegd dat u zult genezen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Maar de volgende dag nam hij een doek, maakte die nat en legde die Benhadad op het gezicht, zodat hij stierf. En Hazaël werd koning in zijn plaats.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
In het vijfde regeringsjaar van Joram, de zoon van Achab en koning van Israël, werd Joram, de zoon van Josafat, koning van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Joram was tweeëndertig jaar toen hij koning werd en regeerde acht jaar in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Hij volgde het voorbeeld van de koningen van Israël, evenals het huis van Achab gedaan had, want een dochter van Achab was zijn vrouw, en hij deed wat Jahwe mishaagt.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toch wilde Jahwe Juda niet vernietigen, omwille van zijn dienaar David, aan wie Hij beloofd had voor hem en zijn zonen altijd een lamp te laten branden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
In zijn tijd maakten de Edomieten zich onafhankelijk van Juda en stelden zij een eigen koning aan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Joram trok met al zijn strijdwagens naar Seir, maar toen hij 's nachts tot de aanval was overgegaan en hij de Edomieten, die hem en de bevelhebbers van zijn strijdwagens omsingelden, had verslagen, vluchtte al het volk naar huis.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Zo heeft Edom zich onafhankelijk gemaakt van Juda en dat is het gebleven tot de huidige dag. In diezelfde tijd kwam Libna in opstand.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Verder bijzonderheden over Joram en alles wat hij gedaan heeft staan opgetekend in de annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Joram ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven bij zijn vaderen in de Davidstad. Zijn zoon Achazja volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
In het twaalfde regeringsjaar van Joram, de zoon van Achab en koning van Israël, werd Achazja, de zoon van Joram, koning van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Achazja was tweeëntwintig jaar oud toen hij koning werd en regeerde een jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Atalja en was een dochter van Omri, de koning van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Hij volgde het voorbeeld van het huis van Achab en deed wat Jahwe mishaagt, evenals het huis van Achab; hij was trouwens met het huis van Achab verwant.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Hij trok met Joram, de zoon van Achab, ten strijde tegen Hazaël, de koning van Aram, bij Ramot in Gilead. Maar toen koning Joram gewond raakte,
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
keerde hij terug naar Jizreel om er te genezen van de wonden die de Arameeërs hem bij Rama toegebracht hadden in de oorlog tegen Hazaël, de koning van Aram. Achazja, de zoon van Joram en koning van Juda, bracht Joram, de zoon van Achab, tijdens diens ziekte een bezoek in Jizreel.
Referenties naar alinea 2 Koningen 8 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Nu ontbood de profeet Elisa iemand van het profetengilde en zei tot hem: `Doe uw gordel om en ga met deze kruik olie naar Ramot in Gilead.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Daar aangekomen moet u Jehu opzoeken, de zoon van Josafat, de zoon van Nimsi. Ga naar hem toe, roep hem uit de kring van zijn kameraden en neem hem mee naar een afgezonderd vertrek.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Neem dan de kruik met olie, giet die uit over zijn hoofd en zeg: Zo spreekt Jahwe: Ik zalf u tot koning van Israël. Doe dan de deur open en maakt dat u wegkomt.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De jonge profeet ging dus naar Ramot in Gilead.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen hij daar aankwam hielden de legeroversten juist zitting. Hij zei: `Overste, ik heb een boodschap voor u.' Jehu vroeg: `Voor wie van ons?' Hij antwoordde: `Voor uzelf, overste.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Jehu stond op, zij gingen naar binnen en daar goot de profeet de olie uit over het hoofd van Jehu en zei tot hem: `Zo spreekt Jahwe, de God van Israël: Ik zalf u tot koning over Israël, het volk van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Gij moet het huis van Achab, uw heer, uitroeien, want Ik wil het bloed van mijn dienaren, de profeten, en dat van al de dienaren van Jahwe wreken op Izebel.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Het gehele huis van Achab moet verdwijnen. Al wat man is in het huis van Achab, van hoog tot laag, zal Ik uit Israël verdelgen
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
en met het huis van Achab zal Ik hetzelfde doen als met het huis van Jerobeam, de zoon van Nebat, en met dat van Baësa, de zoon van Achia.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Izebel zullen de honden verslinden op het akkerland van Jizreel en niemand zal haar begraven.' Toen deed hij de deur open en maakte dat hij wegkwam.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen Jehu bij de dienaren van zijn heer terugkwam, vroeg men hem: `Alles wel? Wat moest die idioot van u hebben?' Hij antwoordde hun: `U kent immers die lieden en hun gepraat!'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Maar zij hielden aan: `Geen uitvluchten, vertel op.' Toen zei Jehu: `Dit en dat heeft hij mij verteld. Hij zei: Zo spreekt Jahwe: Ik zalf u tot koning over Israël.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Terstond namen zij allen hun mantel en spreidden die op de treden van de trap voor hem uit; zij staken de bazuin en riepen: `Jehu is koning!'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Jehu, de zoon van Josafat, de zoon van Nimsi, stond dus op tegen Joram, die toen met al het volk van Israël Ramot in Gilead trachtte te verdedigen tegen Hazaël, de koning van Aram.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
en naar huis was gegaan om te herstellen van de wonden die de Arameeërs hem hadden toegebracht. En Jehu sprak: `Als u er zo over denkt, zorgt dan dat niemand uit de stad ontsnapt om het in Jizreel te gaan melden.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen stapte Jehu in zijn wagen en reed naar Jizreel, waar Joram ziek lag en koning Achazja van Juda bij hem op bezoek was.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De wacht op de toren van Jizreel zag het eskadron van Jehu aankomen en meldde dat. Joram zei: `Neem een ruiter, stuur hem die tegemoet en laat vragen of alles wel is.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De ruiter reed dus Jehu tegemoet en zei: `De koning vraagt of alles wel is.' Jehu antwoordde: `Wat hebt u ermee te maken of alles wel is? Wend de teugel en rijd achter mij aan.' Nu meldde de wacht: `De bode heeft hen bereikt, maar keert niet terug.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen stuurde Joram een tweede ruiter. Toen deze bij hem kwam, zei hij: `De koning vraagt of alles wel is.' Jehu antwoordde: `Wat gaat u dat aan? Wend de teugel en rijd achter mij aan.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
En de wacht meldde: `Hij heeft hen bereikt, maar keert niet terug. Maar de manier waarop daar gereden wordt doet denken aan Jehu, de zoon van Nimsi: hij rijdt als een waanzinnige.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen beval Joram: `Inspannen!' Toen de wagen ingespannen was, reden koning Joram van Israël en koning Achazja van Juda de stad uit, ieder in zijn wagen, Jehu tegemoet. Zij bereikten hem bij de akker van Nabot, de Jizreeliet.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Zodra Joram Jehu zag, vroeg hij: `Jehu, is alles wel?' Hij antwoordde: `Hoe kan alles wel zijn, zolang de hoererij van uw moeder Izebel en al haar toverkunsten voortduren?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Daarop wendde Joram de teugel, vluchtte weg en riep Achazja toe: `Verraad, Achazja!'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Maar Jehu richtte zijn boog en trof Joram tussen de schouders; de pijl doorboorde zijn hart en hij zakte op zijn wagen in elkaar.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Nu zei Jehu tot Bidkar, zijn adjudant: `Pak hem op en werp hem op het stuk land van Nabot, de Jizreeliet, want u zult u het woord nog wel herinneren dat Jahwe, toen wij samen, zij aan zij, achter zijn vader Achab reden, over hem gesproken heeft:
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Zo spreekt Jahwe: Ik heb gisteravond het bloed van Nabot en dat van zijn zonen gezien. Ik zal het u op deze eigen akker betaald zetten, zo spreekt Jahwe. Pak hem dus op en werp hem op die akker, naar het woord van Jahwe.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen Achazja, de koning van Juda, dit gezien had, vluchtte hij weg in de richting van Bet-haggan. Maar Jehu zette hem achterna en riep: `Hem ook!' En zij troffen hem terwijl hij in zijn wagen de helling van Gur bij Jibleam op reed. Wel kon hij nog naar Megiddo vluchten, maar daar stierf hij.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Zijn dienaren brachten hem over naar Jeruzalem en begroeven hem in zijn eigen graf bij zijn vaderen in de Davidstad.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
In het elfde regeringsjaar van Joram, de zoon van Achab, was Achazja koning van Juda geworden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Nu begaf Jehu zich naar Jizreel. Zodra Izebel dit vernam, zette zij haar ogen aan, maakte haar kapsel op en ging aan het venster staan kijken.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Toen Jehu de poort binnenkwam riep zij: `Is alles wel, Zimri? Is alles wel, moordenaar van je heer?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Hij keek omhoog naar het venster en riep: `Wie staat er aan mijn kant? Wie?' En toen twee of drie hovelingen in zijn richting keken,
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
riep hij: `Werpt haar naar beneden.' En zij wierpen haar naar beneden; haar bloed spatte op tegen de muur en tegen de paarden die haar vertrapten.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Toen ging hij de stad binnen, at en dronk en zei: `Ga eens kijken naar dat vervloekte schepsel en begraaf haar; zij is tenslotte een koningsdochter.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Zij gingen heen om haar te begraven, maar vonden van haar alleen maar de schedel, de voeten en de handen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Zij keerden terug en vertelden het hem, waarop hij zei: `Dat is wat Jahwe door zijn dienaar Elia, de Tisbiet, voorzegd heeft: Op het akkerland van Jizreel zullen de honden het vlees van Izebel verslinden
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
en het lijk van Izebel zal als mest op het land zijn, op het akkerland van Jizreel, zodat men niet zal kunnen zeggen: Hier ligt Izebel.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 9 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Nu woonden er in Samaria zeventig zonen van Achab. Daarom schreef Jehu een brief en stuurde die naar Samaria aan de magistraten van de stad, maar de oudsten en aan de voogden van Achabs zonen. Daarin stond:
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
`Hiermede laat ik u weten dat, aangezien de zonen van uw heer zich bij u bevinden en u over strijdwagens, paarden, een versterkte stad en wapentuig beschikt,
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
u moet omzien naar de beste en geschiktste onder de zonen van uw heer, om hem op de troon van zijn vader te zetten en de strijd aan te binden voor het huis van uw heer.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar zij waren ten zeerste bevreesd en zeiden: `Als twee koningen hem niet hebben kunnen weerstaan, hoe zouden wij dan stand kunnen houden?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Daar om stuurden de hofmaarschalk de stadscommandant, de oudsten en de voogden aan Jehu deze boodschap: `Wij zijn uw dienaren; al wat u ons zegt zullen wij doen. Wij stellen geen koning aan; doe wat u goeddunkt.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen schreef hij hun een tweede brief. Daarin stond: `Als u aan mijn kant staat en mij wilt gehoorzamen, komt dan morgen met de hoofden van de zonen van uw heer bij mij te Jizreel.' De zeventig zonen van de koning waren gehuisvest bij de aanzienlijkste burgers van de stad, door wie zij opgevoed werden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zodra zij de brief ontvangen hadden, grepen zij de koningszonen en slachtten ze alle zeventig af. Zij deden hun hoofden in manden en zonden ze naar Jehu in Jizreel.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen een bode hem kwam melden dat de hoofden van de koningszonen aangekomen waren zei hij: `Leg ze maar op twee hopen, aan de ingang van de poort en laat ze daar tot morgenochtend liggen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De volgende ochtend begaf hij zich naar de poort, ging daar staan en zei tot het volk: `U treft geen schuld, maar ik heb een komplot gesmeed tegen mijn heer en hem vermoord. En wie heeft al dezen gedood?
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Weet dan dat geen woord waarmee Jahwe het huis van Achab bedreigd heeft, onvervuld blijft; Jahwe volbrengt wat Hij door zijn dienaar Elia voorzegd heeft.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Hierop doodde Jehu allen die nog van Achabs huis in Jizreel overgebleven waren, alsook diens rijksgroten, vertrouwelingen en priesters, totdat er niemand meer over was.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Nu begaf Jehu zich op weg naar Samaria. Onderweg trof hij in Bet-eked der Herders
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
de broers van Achazja, de koning van Juda. Hij vroeg hun: `Wie bent u?' Zij antwoordden: `Wij zijn de broers van Achazja en gaan de zonen van de koning en die van de gebiedster bezoeken.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen beval hij: `Grijpt ze levend.' Dat deden ze en ze slachtten ze af bij de put van Bet-eked. Zij waren met tweeënveertig man; niemand liet hij in leven.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen hij vandaar verder gegaan was, trof hij Jonadab, de zoon van Rekab, die hem tegemoet kwam. Hij begroette hem en vroeg hem: `Bent u mij even oprecht toegedaan als ik u?' Jonadab antwoordde: `Ja.' Toen zei Jehu: `Als dat zo is, geef mij dan de hand.' Jonadab gaf hem de hand en Jehu liet hem bij zich in de wagen stappen
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
en zei: `Kom met mij mee, dan zult u getuige zijn van mijn ijver voor Jahwe.' Hij liet hem dus meerijden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen zij in Samaria waren aangekomen, doodde hij allen die van Achabs huis in Samaria overgebleven waren, en roeide dat geslacht uit, zoals Jahwe tot Elia gezegd had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Daarop riep Jehu heel het volk bijeen en zei: `Achab heeft Baäl maar matig gediend; Jehu zal hem beter dienen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Roept dus alle profeten van Baäl, al zijn vereerders en al zijn priesters bij mij; niemand mag ontbreken, want ik wil voor Baäl een groot offerfeest vieren. Alwie ontbreekt zal het met zijn leven boeten.' Dit was een list van Jehu om degenen die Baäl dienden te kunnen uitroeien.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen Jehu zei: `Kondigt een feest af ter ere van Baäl,' deden zij dit.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Jehu zond toen boden door heel Israël, en al de vereerders van Baäl kwamen naar de tempel van Baäl, niemand bleef weg. De tempel van Baäl raakte stampvol.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Toen zei Jehu tot de magazijnmeester: `Geef al de vereerders van Baäl een gewaad.' En de magazijnmeester gaf ieder een gewaad.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Nu begaf Jehu zich met Jonadab, de zoon van Rekab, naar de tempel van Baäl en zei tot al de vereerders van Baäl: `Kijkt goed uit of er onder u geen dienaren van Jahwe zijn, maar uitsluitend vereerders van Baäl.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Hierop gingen zij naar binnen om slacht - en brandoffers op te dragen. Jehu had echter tachtig man buiten opgesteld en hun gezegd: `Wie een van de mensen die ik aan u overlever laat ontsnappen, zal het met zijn leven boeten.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Toen Jehu met het brandoffer klaar was, beval hij zijn lijfwacht en zijn officieren: `Komt binnen, slaat ze dood; niemand mag ontsnappen.' En de lijfwacht en de officieren doodden ze met het zwaard en wierpen de lijken naar buiten. Daarna drongen zij het allerheiligste van de tempel van Baäl binnen,
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
brachten de heilige paal van de tempel van Baäl naar buiten en staken die in brand.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Verder sloegen zij de wijsteen van Baäl stuk, braken de tempel van Baäl af en maakten er een mestvaalt van. Zo is het gebleven tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Zo roeide Jehu de Baälsdienst in Israël uit.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Maar ook Jehu brak niet met de zonden waartoe Jerobeam, de zoon van Nebat, de Israëlieten had verleid, de dienst van de gouden stierebeelden in Betel en Dan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
En Jahwe sprak tot Jehu: `Omdat gij goed gehandeld; hebt en gedaan wat Mij behaagt en met het huis van Achab gehandeld hebt overeenkomstig mijn wil, daarom zullen uw zonen tot in het vierde geslacht op de troon van Israël zetelen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Maar Jehu onderhield niet nauwgezet en van ganser harte de wet van Jahwe, de God van Israël; met de zonden waartoe Jerobeam de Israëlieten had verleid brak hij niet.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
In die tijd begon Jahwe het gebied van Israël in te perken. Hazaël versloeg de Israëlieten in heel het gebied van Israël
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
ten oosten van de Jordaan: heel Gilead, het land van de Gadieten, de Rubenieten en de Manassieten, vanaf Aroer aan het dal van de Arnon, en niet alleen Gilead maar ook Basan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Verdere bijzonderheden over Jehu, over zijn krijgsverrichtingen en andere daden zijn te vinden in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Jehu ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in Samaria. Zijn zoon Joachaz volgde hem op. Achtentwintig jaar had Jehu in Samaria over Israël geregeerd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 10 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen Atalja, de moeder van Achazja, zag dat haar zoon dood was, bracht zij alle zonen van de koning om het leven.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Maar Joas, de zoon van Achazja, werd door Jehoseba, de dochter van koning Joram en de zuster van Achazja, heimelijk weggehaald bij de koningszonen die gedood werden. Zij hield hem met zijn voedster op de slaapzaal voor Atalja verborgen; zo bleef hij gespaard.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij bleef zes jaar lang bij haar verborgen in de tempel van Jahwe, terwijl Atalja over het land regeerde.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In het zevende jaar ontbood Jojada de honderdmannen van de Kariers en van de lijfwacht. Hij liet ze bij zich komen in de tempel van Jahwe, sloot met hen een verbond en liet hen een eed afleggen in de tempel van Jahwe. Toen toonde hij hun de zoon van de koning.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Daarop gaf hij hun de volgende instructies: `Dit hebt u te doen: van degenen die op de sabbat aan treden houdt een derde deel de wacht bij het koninklijk paleis,
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
een derde bij de poort Sur en een derde bij de poort achter de lijfwacht. Om beurten houdt u de wacht bij het paleis.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De twee afdelingen van u die op de sabbat inrukken, betrekken de wacht bij de koning in de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Zij vormen een kring om de koning, ieder met zijn wapens in de hand. Doodt ieder die het kordon wil doorbreken. Blijft bij de koning, waar hij ook gaat of staat.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De honderdmannen voerden het bevel van de priester Jojada nauwkeurig uit. Ieder nam zijn mannen mee, zowel degenen die op de sabbat moesten aantreden als degenen die op de sabbat moesten inrukken, en meldden zich bij de priester Jojada.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Deze gaf aan de honderdmannen de lansen en schilden van koning David die in de tempel van Jahwe bewaard werden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De lijfwacht stelde zich man aan man op met de wapens in de hand, van de rechtervleugel van het gebouw tot aan de linkervleugel, naar het altaar en het gebouw gekeerd, aldus een kring vormend rondom de koning.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Jojada leidde de zoon van de koning naar buiten, zette hem de diadeem op, reikte hem de oorkonde over, verhief hem tot koning en zalfde hem. De soldaten klapten in de handen en riepen: `Leve de koning!'
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen Atalja het gejuich hoorde van de lijfwacht en het volk in de tempel van Jahwe, begaf zij zich daarheen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
En daar zag zij de koning volgens gebruik op de verhoging staan, omringd door de bevelhebbers en de trompetters en door al het volk van het land, dat juichte en op de trompet blies. Toen scheurde Atalja haar kleren en riep: `Verraad! Verraad!'
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Daarop gaf de priester Jojada aan de honderdmannen, de commandanten van het leger, het bevel: `Leidt haar buiten het kordon. Doodt met het zwaard al wie haar volgt.' Want de priester had gezegd dat zij niet gedood mocht worden in de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Zij namen haar gevangen en toen zij door de Paardenpoort het koninklijk paleis bereikt hadden, werd zij daar gedood.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Nu bracht Jojada een verbond tot stand tussen Jahwe, de koning en het volk, dat het weer het volk van Jahwe zou zijn, alsmede tussen de koning en het volk.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Daarna trok het volk van het land naar de tempel van Baäl; zij sloegen zijn altaren stuk, verbrijzelden de beelden en doodden de Baälpriester Mattan voor de altaren. De priester Jojada plaatste wachtposten voor de tempel van Jahwe,
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
nam de honderdmannen, de Kariers, de lijfwacht en al het volk van het land met zich mee, en zij leidden de koning uit de tempel van Jahwe door de soldatenpoort naar het koninklijk paleis. Daar aangekomen, nam de koning plaats op de koninklijke troon.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Het volk van het land verheugde zich en de stad hield zich rustig. Atalja had men in het koninklijk paleis met het zwaard gedood.
Referenties naar alinea 2 Koningen 11 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Joas was zeven jaar oud toen hij koning werd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij werd koning in het zevende regeringsjaar van Jehu en regeerde veertig jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Sibja en was afkomstig uit Berseba.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Zijn leven lang deed Joas wat Jahwe behaagt, zoals de priester Jojada hem geleerd had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar wel lieten ze de heiligdommen op de offerhoogten voortbestaan; het volk bleef nog altijd op de hoogten offeren en wierook branden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Joas had tot de priesters gezegd: `Het geld dat als wijgeschenk in de tempel van Jahwe geofferd wordt in gangbare munt, het losgeld dat voor mens en dier is vastgesteld, en het geld dat iemand uit eigen beweging naar de tempel van Jahwe brengt,
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
mogen de priesters van hun bekenden in ontvangst nemen, maar dan moeten zij overal waar in de tempel bouwvallige gedeelten worden gevonden, deze herstellen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Maar in het drieëntwintigste regeringsjaar van koning Joas hadden de priesters de bouwvallige gedeelten van de tempel nog niet hersteld.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Daarom ontbood koning Joas de priester Jojada en de andere priesters en vroeg hun: `Waarom hebt u de bouwvallige gedeelten van de tempel niet hersteld? Voortaan moogt u van uw bekenden geen geld meer voor uzelf aannemen, maar moet u het afstaan voor het herstel van de tempel.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De priesters stemden ermee in dat zij van het volk geen geld meer voor zichzelf zouden aannemen en dat zij de bouwvallige gedeelten van de tempel niet zouden herstellen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen nam de priester Jojada een kist, maakte een gleuf in het deksel en plaatste de kist naast het altaar, rechts van de ingang van de tempel van Jahwe; daarin moesten de priesters die de drempel bewaakten al het geld doen dat in de tempel van Jahwe geofferd werd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Wanneer deze priesters dan zagen dat er veel geld in de kist was, riepen zij de schrijver van de koning. Deze kwam met de hoge priester, deed het geld van de tempel van Jahwe in buidels en telde het.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Als dan het geld gewogen was, werd het ter hand gesteld aan de voormannen die het toezicht hadden over het werk in de tempel van Jahwe en dezen keerden het uit aan de timmerlieden, de bouwmeesters die aan de tempel van Jahwe werkten,
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 12: 1
Laborem Exercens ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
de metselaars en steenhouwers, of zij kochten er hout en gehouwen steen voor om de bouwvallige gedeelten van de tempel van Jahwe te herstellen; zij bestreden daarmee alle uitgaven die voor het herstel van de tempel gedaan moesten worden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 13: 3
Laborem Exercens ->=geentekst=Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Maar van het geld dat in de tempel van Jahwe geofferd werd, werden geen zilveren messen, bekkens, offerschalen, trompetten en andere gouden en zilveren voorwerpen voor de tempel van Jahwe aangeschaft.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 14: 1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Al het geld werd gegeven aan de voormannen die daarvoor de tempel van Jahwe herstelden;
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
men hield geen rekening met de mannen aan wie het geld ter hand gesteld werd om het aan de werklieden uit te betalen, want die waren volkomen betrouwbaar.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Maar het geld voor schuld - en zondeoffers werd niet in de tempel van Jahwe geofferd, doch was bestemd voor de priesters.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
In die tijd rukte koning Hazaël van Aram op, deed een aanval op Gat en veroverde de stad. Toen hij aanstalten maakte om op te rukken tegen Jeruzalem,
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
nam koning Joas van Juda alle wijgeschenken die zijn voorvaderen Josafat, Joram en Achazja, koningen van Juda, en hijzelf geofferd hadden, en al het goud dat in de schatkamers van de tempel van Jahwe en van het koninklijk paleis bewaard werd en zond het naar koning Hazaël van Aram. Deze zag toen af van zijn aanval op Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Verder bijzonderheden over Joas en zijn daden staan opgetekend in de annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De hovelingen van Joas smeedden een komplot tegen hem en doodden hem in het Bet-millo, terwijl hij op weg was naar Silla.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Het waren Jozakar, de zoon van Simat, en Jozabad, de zoon van Somer, zijn hovelingen, die hem doodden. Men begroef hem bij zijn vaderen in de Davidstad. Hij werd opgevolgd door zijn zoom Amasja.
Referenties naar alinea 2 Koningen 12 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In het drieëntwintigste regeringsjaar van Joas, de zoon van Achazja en koning van Juda, werd Joachaz, de zoon van Jehu, in Samaria koning van Israël. Hij regeerde zeventien jaar.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij deed wat Jahwe mishaagt; hij volgde het voorbeeld van Jerobeam, de zoon van Nebat, en brak niet met de zonden waartoe deze de Israëlieten verleid had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Daarom ontbrandde de toorn van Jahwe tegen de Israëlieten en leverde Hij ze over aan koning Hazaël van Aram en aan Benhadad, de zoon van Hazaël, jarenlang.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar Joachaz probeerde Jahwe gunstig te stemmen en Jahwe verhoorde hem, want Hij zag hoe zwaar de Israëlieten door de koning van Aram verdrukt werden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Daarom gaf Jahwe aan de Israëlieten een bevrijder, die hen van de Arameese overheersing verloste, zodat zij weer in hun tenten konden wonen als voorheen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar zij braken niet met de zonden waartoe het huis van Jerobeam de Israëlieten verleid had; daarmee gingen zij voort en ook de heilige paal bleef in Samaria staan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De koning van Aram had Joachaz van zijn leger niet meer gelaten dan vijftig ruiters, tien strijdwagens en tienduizend man voetvolk; de koning van Aram had Israël te gronde gericht en tot stof vertrapt.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Verder bijzonderheden over Joachaz, zijn krijgsverrichtingen en andere daden staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Joachaz ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in Samaria. Zijn zoon Joas volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
In het zevenendertigste regeringsjaar van koning Joas van Juda werd Joas, de zoon van Joachaz, in Samaria koning van Israël. Hij regeerde zestien jaar.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Hij deed wat Jahwe mishaagt en brak in het geheel niet met de zonden waartoe Jerobeam, de zoon van Nebat, de Israëlieten verleid had; hij ging daarmee voort.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Verder bijzonderheden over Joas en alles wat hij gedaan heeft, in het bijzonder zijn krijgsverrichtingen in de oorlog tegen Amasja, de koning van Juda, staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Joas ging bij zijn vaderen te ruste en Jerobeam besteeg de troon. Joas werd begraven in Samaria bij de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Elisa was ziek geworden, een ziekte waaraan hij sterven zou. Koning Joas van Israël kwam hem bezoeken en riep onder tranen uit: `Vader, vader, Israëls strijdwagens en ruiterij!'
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Elisa zei tot hem: `Neem pijl en boog.' Toen Joas dat gedaan had,
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
zei Elisa tot de koning van Israël: `Breng uw hand aan de boog.' En hij bracht zijn hand aan de boog. Toen legde Elisa zijn handen op die van de koning.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Daarna zei hij: `Open het venster aan de oostkant.' En toen hij het venster geopend had zei Elisa: `Schiet!' De koning schoot en Elisa riep: `Een zegepijl van Jahwe! Een zegepijl tegen Aram! U zult de Arameeërs bij Afek tot vernietigens toe verslaan.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Nu zei hij tot de koning van Israël: `Neem de pijlen en sla ermee op de grond.' Hij sloeg driemaal op de grond, toen hield hij op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Daarop werd de man Gods vertoornd en zei: `Als u vijf - of zesmaal geslagen had, had u de Arameeërs verslagen tot vernietigens toe. Nu zult u de Arameeërs maar driemaal verslaan.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Elisa stierf en werd begraven. Nu drongen er elk voorjaar Moabitische benden het land binnen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen enige mannen eens bezig waren iemand te begraven, zagen zij plotseling zo'n bende. Zij wierpen het lijk in het graf van Elisa en vluchtten weg. Zodra het lijk in aanraking kwam met het gebeente van Elisa, werd de man levend en rees hij recht overeind.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Koning Hazaël van Aram had de Israëlieten verdrukt zolang Joachaz leefde.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Daarna was Jahwe hun genadig en zag Hij met erbarmen op hen neer, terwille van zijn verbond met Abraham, Isaak en Jakob. Hij wilde ze niet vernietigen en had ze nog niet verstoten.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Toen koning Hazaël van Aram gestorven was, volgde zijn zoon Benhadad hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Joas, de zoon van Joachaz, heroverde op Benhadad, de zoon van Hazaël, de steden die de vader van Benhadad in de oorlog op Joachaz veroverd had. Joas versloeg hem driemaal en heroverde de steden van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 13 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In het tweede regeringsjaar van Joas, de zoon van Joachaz en koning van Israël, werd Amasja, de zoon van Joas, koning van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij was vijfentwintig jaar toen hij koning werd en hij regeerde negenentwintig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Joaddan en was afkomstig uit Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij deed wat Jahwe behaagt, zij het niet zoals zijn vader David: in alles deed hij zoals zijn vader Joas gedaan had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Wel liet men de heiligdommen op de hoogten voortbestaan; het volk bleef nog altijd op de hoogten offeren en wierook branden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zodra hij de koninklijke macht vast in handen had, bracht hij de hovelingen ter dood die de koning, zijn vader, vermoord hadden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar de zonen van de moordenaars doodde hij niet; hij hield zich aan hetgeen geschreven staat in het boek van de wet van Mozes, waar Jahwe geboden heeft: `Vaders mogen niet ter dood gebracht worden om hun kinderen en kinderen niet om hun vader; alleen om zijn eigen schuld mag iemand ter dood gebracht worden.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Het was deze Amasja die in het Zoutdal de Edomieten versloeg, tienduizend man sterk; in die oorlog maakte hij zich meester van de Rots; hij noemde die Jokteel en zo heet zij tot op heden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen zond Amasja gezanten naar Joas, de zoon van Joachaz en koning van Israël, met de boodschap: `Kom, laten wij eens zien wie van ons de sterkste is.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar koning Joas van Israël zond aan koning Amasja van Juda dit antwoord: `Eens zond een distel op de Libanon aan een ceder van de Libanon deze boodschap: Geef uw dochter aan mijn zoon tot vrouw. Maar de wilde dieren van de Libanon kwamen toen voorbij en die vertrapten de distel. Uw overwinning op de Edomieten is u naar het hoofd gestegen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Geniet liever van uw roem en blijf thuis. Waarom zoudt u zich in een ongelukkige oorlog storten en uw volk Juda meeslepen in uw val?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Maar Amasja wilde niet luisteren. Toen rukte koning Joas van Israël op en bij Bet-semes in Juda bond hij de strijd aan met koning Amasja.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De Judeeërs werden door de Israëlieten verslagen en vluchtten allen naar hun eigen tenten.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
En koning Joas van Israël nam bij Bet-semes Amasja, de koning van Juda, de zoon van Joas, de zoon van Achaz, gevangen. Hij trok naar Jeruzalem en brak de muur van Jeruzalem af over een lengte van vierhonderd el, van de Efraimpoort tot de Hoekpoort.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Hij maakte zich meester van al het goud en zilver, van al de voorwerpen die in de tempel van Jahwe en in de schatkamers van het koninklijk paleis te vinden waren en van de gijzelaars, en keerde naar Samaria terug.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Verdere bijzonderheden over de daden van Joas, over zijn krijgsverrichtingen en zijn oorlog met koning Amasja van Juda staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Joas ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in Samaria bij de koningen van Israël. Zijn zoon Jerobeam volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Na de dood van Joas, de zoon van Joachaz en koning van Israël, leefde Amasja, de zoon van Joas en koning van Juda, nog vijftien jaar.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Verdere bijzonderheden over Amasja staan opgetekend in de annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen te Jeruzalem een komplot tegen hem gesmeed werd, vluchtte hij naar Lakis. Maar de samenzweerders stuurden mannen achter hem aan, die hem in Lakis vermoordden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Op hun paarden brachten ze hem naar Jeruzalem, waar hij in de Davidstad bij zijn vaderen werd begraven.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Het volk van Juda riep Azarja tot koning uit, als opvolger van zijn vader Amasja, ofschoon hij nog maar zestien jaar was.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Het was deze Azarja die Elat versterkte en weer onder Juda bracht. Dit gebeurde nadat de koning bij zijn vaderen te ruste was gegaan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
In het vijftiende regeringsjaar van Amasja, de zoon van Joas, koning van Juda, werd Jerobeam, de zoon van Joas, koning van Israël te Samaria; hij regeerde eenenveertig jaar.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Hij deed wat Jahwe mishaagt en brak niet met de zonden waartoe Jerobeam, de zoon van Nebat, de Israëlieten verleid had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Hij was degene die het grondgebied van Israël heroverde, vanaf de weg naar Hamat tot aan de zee van de Araba. Dit geschiedde volgens het woord dat Jahwe, de God van Israël, gesproken had bij monde van zijn dienaar Jona, de zoon van Amittai, de profeet uit Gat-hachefer.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Jahwe had immers gezien hoe bitter de nood van Israël was, dat het met slaaf en met vrije gedaan was en dat er niemand was die Israël te hulp kwam.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
En omdat Jahwe nog niet besloten had, de naam van Israël van de aarde weg te vagen, bracht Hij redding door toedoen van Jerobeam, de zoon van Joas.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Verdere bijzonderheden over Jerobeam, zijn daden en krijgsverrichtingen, en hoe hij Damascus en Hamat weer onder Israël bracht, staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Jerobeam ging bij zijn vaderen, de koningen van Israël, te ruste en zijn zoon Zekarja volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 14 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In het zevenentwintigste regeringsjaar van Jerobeam, koning van Israël, werd Azarja, de zoon van Amasja, koning van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij was zestien jaar toen hij koning werd en regeerde tweeënvijftig jaar in Jeruzalem. Zij moeder heette Jekolja en was afkomstig uit Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij deed wat Jahwe behaagt, juist zoals zijn vader Amasja.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Wel lieten zij de heiligdommen op de hoogten voortbestaan; het volk bleef nog altijd op de hoogten offeren en offervuur ontsteken.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Jahwe strafte de koning met melaatsheid, die bleef tot de dag van zijn dood. De koning leefde sindsdien in afzondering, terwijl Jotam, de zoon van de koning, als hofmaarschalk het land en het volk bestuurde.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Verdere bijzonderheden over Azarja en zijn daden staan opgetekend in de annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Azarja ging bij zijn vaderen te ruste en werd bij zijn vaderen in de Davidstad begraven. Zijn zoon Jotam volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
In het achtendertigste regeringsjaar van Azarja, koning van Juda, werd Zekarja, de zoon van Jerobeam, koning van Israël; hij regeerde zes maanden te Samaria.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij deed wat Jahwe mishaagt, juist zoals zijn vaderen, en brak niet met de zonden, waartoe Jerobeam, de zoon van Nebat, de Israëlieten had verleid.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Sallum, de zoon van Jabes, beraamde een aanslag tegen hem: hij vermoordde hem en volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Verdere bijzonderheden over Zekarja staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Zo werd het woord bewaarheid dat Jahwe gesproken had tot Jehu: `Uw zonen zullen zetelen op de troon van Israël, tot in het vierde geslacht.' Zo is het ook gebeurd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Sallum, de zoon van Jabes, werd koning in het negenendertigste regeringsjaar van koning Uzzia van Juda en regeerde een maand te Samaria.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Menachem, de zoon van Gadi, rukte uit Tirsa op en drong Samaria binnen. Daar vermoordde hij Sallum, de zoon van Jabes, en volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Verdere bijzonderheden over Sallum en in het bijzonder over zijn aanslag op Jerobeam, staan opgetekend inde annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen Menachem vanuit Tirsa oprukte, maakte hij zich met geweld meester van Tifsach, met alle inwoners en bijbehorend gebied, omdat men hem de toegang geweigerd had. Hij strafte de stad en liet alle zwangere vrouwen openrijten.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
In het negenendertigste regeringsjaar van koning Azarja van Juda werd Menachem, de zoon van Gadi, koning van Israël; hij regeerde tien jaar te Samaria.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Hij deed wat Jahwe mishaagt en heel zijn leven lang brak hij niet met de zonden waartoe Jerobeam, de zoon van Nebat, de Israëlieten had verleid.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen Pul, de koning van Assur, het land binnendrong, schonk Menachem hem duizend talenten zilver, opdat Pul hem zou helpen om de koninklijke macht in handen te houden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Om dit bedrag aan de koning van Assur te kunnen geven had Menachem aan alle vermogende Israëlieten een belasting opgelegd van vijftig sikkel zilver de man. Daarop trok de koning van Assur zich terug en bleef niet langer in dat land.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Verdere bijzonderheden over Menachem en zijn daden staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Menachem ging bij zijn vaderen te ruste. ZIJN zoon Pekachja volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
In het vijftigste regeringsjaar van Azarja, koning van Juda, werd Pekachja, de zoon van Menachem, koning van Israël; hij regeerde twee jaar in Samaria.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Hij deed wat Jahwe mishaagt en brak niet met de zonden waartoe Jerobeam, de zoon van Nebat, de Israëlieten had verleid.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Zijn adjudant Pekach, de zoon van Remalja, beraamde een aanslag tegen hem en geholpen door vijftig Gileadieten vermoordde hij hem in Samaria in de slottoren van het koninklijk paleis. Hij doodde hem en volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Verdere bijzonderheden over Pekachja en zijn daden staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
In het tweeënvijftigste regeringsjaar van Azarja, koning van Juda, werd Pekach, de zoon van Remalja, koning van Israël; hij regeerde twintig jaar te Samaria.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Hij deed wat Jahwe mishaagt en brak niet met de zonden, waartoe Jerobeam, de zoon van Nebat, de Israëlieten had verleid.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
In de tijd van koning Pekach van Israël veroverde Tiglatpileser, koning van Assur, Ijjon, Abel-bet-maaka, Janoach, Kedes, Hasor, Gilead en de Galil, dat wil zeggen het gehele land van Naftali, en deporteerde de bevolking naar Assur.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Hosea, de zoon van Ela, beraamde een aanslag tegen Pekach; hij vermoordde hem en volgde hem op, in het twintigste regeringsjaar van Jotam, de zoon van Uzzia.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Verdere bijzonderheden over Pekach en zijn daden staan opgetekend in de annalen van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
In het tweede regeringsjaar van Pekach, de zoon van Remalja en koning van Israël, werd Jotam, de zoon van Uzzia, koning van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Hij was vijfentwintig jaar toen hij koning werd en regeerde zestien jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Jerusa en was een dochter van Sadok.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Hij deed wat Jahwe behaagt, juist zoals zijn vader Uzzia;
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
wel liet men de heiligdommen op de hoogten voortbestaan; het volk bleef nog altijd op de hoogten offeren en wierook branden. Het was deze Jotam die de Bovenpoort van de tempel van Jahwe bouwde.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Verdere bijzonderheden over Jotam en zijn daden staan opgetekend in de annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
In die tijd begon Jahwe Juda te teisteren met aanvallen van Resin, koning van Aram, en van Pekach, de zoon van Remalja,
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Jotam ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de stad van zijn vader David. Zijn zoon Achaz volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 15 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In het zeventiende regeringsjaar van Pekach, de zoon van Remalja, werd Achaz, de zoon van Jotam, koning van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Achaz was twintig jaar toen hij koning werd en regeerde zestien jaar in Jeruzalem. Hij deed niet wat Jahwe zijn God behaagt zoals zijn vader David dat gedaan had,
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
maar hij volgde het voorbeeld van de koningen van Israël. Hij heeft zelfs zijn zoon door het vuur laten gaan, maar de gruwelijke gewoonten van de volken die Jahwe voor de Israëlieten had verdreven.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ook offerde hij en brandde hij wierook op de hoogten, op de heuvels en onder elke groene boom.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
In die tijd trok koning Resin van Aram, met Pekach, de zoon van Remalja en koning van Israël, tegen Jeruzalem ten strijde. Zij belegerden Achaz, maar konden hem niet overwinnen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
In dezelfde tijd bracht Resin, de koning van Aram, Elat weer onder de Arameeërs. Hij verdreef de Judeeërs uit Elat. De Edomieten kwamen naar Elat en zijn daar blijven wonen tot op heden toe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Daarop zond Achaz gezanten naar Tiglatpileser, de koning van Assur, met de boodschap: `Ik ben uw vazal en uw zoon; kom en verlos mij uit de greep van de koning van Aram en uit de greep van de koning van Israël, die zich tegen mij hebben gekeerd.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
En Achaz nam het zilver en het goud dat zich bevond in de tempel van Jahwe en in de schatkamer van het koninklijk paleis en zond dat als geschenk aan de koning van Assur.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De koning van Assur ging op het verzoek van Achaz in, rukte op naar Damascus en veroverde de stad. De bevolking deporteerde hij naar Kir; Resin bracht hij ter dood.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen koning Achaz in Damascus kwam om zijn opwachting te maken bij Tiglatpileser, de koning van Assur, zag hij daar het altaar. Koning Achaz zond aan de priester Uria een kopie van het altaar, een nauwkeurig gelijkend model.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Nog voor koning Achaz uit Damascus was teruggekomen, liet de priester Uria een dergelijk altaar bouwen, precies volgens de opdracht die de koning hem vanuit Damascus gegeven had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen de koning uit Damascus terugkwam, vond hij het altaar gereed. De koning trad op het altaar toe,
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
besteeg het en bracht er zij brandoffer en meeloffer, goot zijn plengoffer uit en besprenkelde het altaar met het bloed van de offerdieren die hij had geslacht.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Maar het bronzen altaar dat voor het aanschijn van Jahwe stond liet hij van de voorzijde van de tempel, van de plaats tussen het nieuwe altaar en de tempel, weghalen en neerzetten aan de noordkant van het nieuwe altaar.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen gaf koning Achaz aan de priester Uria de volgende opdracht: `Op het grote altaar moet u 's morgens het brandoffer en 's avonds het meeloffer in rook doen opgaan, verder het brandoffer van het volk, hun meeloffers en hun plengoffers; ook moet u al het bloed van de brandoffers en van de offerdieren op dit grote altaar sprenkelen. Het bronzen altaar zal ik gebruiken om godsspraken te verkrijgen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
En de priester Uria deed alles zoals koning Achaz het bevolen had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Ook liet koning Achaz de panelen van de onderstellen loszagen en hij nam er de bekkens van af. De bronzen Zee lichtte hij van de bronzen runderen, waarop zij rustte, en hij zette haar op een stenen vloer.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De sabbatsgalerij die in de tempel was gebouwd en de koninklijke ingang aan de buitenkant van de tempel van Jahwe liet hij verplaatsen, omwille van de koning van Assur.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Verder bijzonderheden over Achaz en zijn daden staan in annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Achaz ging bij zijn vaderen te ruste en werd bij zijn vaderen in de Davidstad begraven. Zijn zoon Hizkia volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 16 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In het twaalfde regeringsjaar van Achaz, koning van Juda, werd Hosea, de zoon van Ela, koning van Israël; hij regeerde negen jaar in Samaria.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij deed wat Jahwe mishaagt, maar hij maakte het niet zo erg als de koningen van Israël voor hem.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het was tegen hem dat koning Salmanassar van Assur oprukte: Hosea werd zijn vazal en moest hem schatting betalen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar toen de koning van Assur ontdekte dat Hosea een samenzwering tegen hem beraamde - hij had gezanten gezonden naar koning So van Egypte en droeg de jaarlijkse schatting niet meer af - nam de koning van Assur hem gevangen en sloot hem geboeid in de gevangenis op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De koning van Assur ondernam een veldtocht tegen het land; hij rukte op naar Samaria en belegerde de stad, drie jaar lang.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
In het negende regeringsjaar van Hosea nam de koning van Assur Samaria in; hij deporteerde de Israëlieten naar Assur en wees hun een woonplaats aan in Chalach en aan de Chabor, een rivier in Gozan, en in enige steden van Medie.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Dit alles is gebeurd, omdat de Israëlieten gezondigd hadden tegen Jahwe hun God, die hen had weggeleid uit Egypte, uit de macht van Farao, de koning van Egypte, en omdat zij andere goden vereerd hadden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De Israëlieten waren gaan leven naar de zeden van de volken die Jahwe voor hen verdreven had. Het waren de koningen van Israël die dit gedaan hadden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De Israëlieten hadden zich toegelegd op praktijken die niet passend waren tegenover Jahwe hun God. Zij hadden offerhoogten gebouwd, overal waar ze woonden, zowel bij de wachttorens op het land als in de versterkte steden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Op elke hoge heuvel en onder elke groene boom hadden zij heilige stenen en heilige palen opgericht.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zij hadden op al die hoogten wierook gebrand, zoals de volken die Jahwe voor hen verbannen had, en hadden met hun kwade praktijken Jahwe's toorn opgewekt.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Zij hadden de afgodsbeelden vereerd, tegen het verbod van Jahwe in.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Jahwe had Israël en Juda bij monde van zijn profeten en zieners gewaarschuwd en gezegd: `Keert u af van uw slechte wegen en onderhoudt mijn geboden, mijn voorschriften, overeenkomstig de wet die Ik uw vaderen gegeven heb en waarmee Ik mijn dienaren de profeten tot u heb gezonden.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Maar zij wilden niet luisteren en waren even halsstarrig als hun vaderen die ook niet op Jahwe hun God vertrouwd hadden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zij trokken zich niets aan van zijn voorschriften, van het verbond dat Hij gesloten had met hun vaderen en van de verordeningen die Hij had uitgevaardigd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Goden van niets zijn ze nagelopen en daardoor tot niets vervallen; de volken in hun omgeving zijn ze nagelopen, terwijl Jahwe hun toch geboden had, niet te doen zoals die volken. Al de geboden van Jahwe hun God, hebben zij veronachtzaamd; zij vervaardigden gegoten beelden, twee stieren; ze vervaardigden een heilige paal, bogen zich neer voor heel het leger van de hemellichamen en vereerden Baäl.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Ze lieten hun zonen en dochters door het vuur gaan, gaven zich af met waarzeggerij en wichelarij en lieten zich gebruiken om te doen wat Jahwe misgaat. Zo griefden zij Hem.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Daarom was Jahwe hevig vertoornd geworden op Israël; Hij duldde het niet langer onder zijn ogen en vaagde het weg. Er bleef niets over, alleen de stam Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Ook Juda hield zich niet aan de geboden van Jahwe zijn God, maar leefde naar de zeden die Israël had aangenomen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Jahwe verwierp het hele geslacht Israël; Hij vernederde het en gaf het prijs aan plunderaars tot ze uit zijn ogen verdwenen waren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen Jahwe Israël had losgescheurd van het huis van David, werd Jerobeam, de zoon van Nebat, tot koning uitgeroepen; en Jerobeam vervreemdde Israël van Jahwe en verleidde het tot zware zonde.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De Israëlieten bedreven alle zonden die Jerobeam begaan had en zij hielden daar niet mee op,
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
totdat Jahwe Israël niet langer onder zijn ogen duldde en het wegvaagde, zoals Hij had aangezegd bij monde van zijn dienaren, de profeten. Hij liet Israël in ballingschap naar Assur gaan, en daar, ver van zijn land, is het tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Uit Babel, Kuta, Awwa, Hamat en Sefarwaim voerde de koning van Assur toen mensen aan en liet die wonen in de steden van Samaria, in plaats van de Israëlieten. Zij namen bezit van Samaria en vestigden zich in de onderhorige steden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De eerste tijd dat zij daar woonden vereerden zij Jahwe niet. Daarom stuurde Jahwe leeuwen op hen af, die veel slachtoffers onder hen maakten.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen werd tot de koning van Assur gezegd: De volken die u gedeporteerd hebt en hebt ondergebracht in de steden van Samaria weten niet hoe zij de God van dat land moeten vereren; daarom heeft die God leeuwen op hen afgestuurd, die hen doden, omdat zij niet weten hoe zij de God van dat land moeten vereren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen gaf de koning van Assur de volgende opdracht: `Laat een van de priesters die u uit Samaria gedeporteerd hebt terugkeren en er zich vestigen; hij moet de bewoners leren hoe zij de God van het land moeten dienen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Zo kwam een van de gedeporteerde priesters in Samaria terug; hij vestigde zich in Betel en leerde hen hoe zij Jahwe moesten vereren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Maar de verschillende bevolkingsgroepen bleven hun eigen godenbeelden maken en plaatsten die in de tempels die de Samaritanen op de offerhoogten gebouwd hadden. Zo deed iedere groep in de stad waar zij woonden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
De Babyloniers maakten een beeld van Sukkot-benot, die van Kuta een van Nergal, die van Hamat een van Asima.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
de Awwieten maakten een Nibchaz en een Tartak, en de Sefarwieten verbrandden hun zonen ter ere van Adrammelek en Anammelek, de goden van Sefarwaim.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Tegelijkertijd vereerden zij ook Jahwe en stelden zij uit hun midden priesters aan om voor hen dienst te doen in de tempels op de offerhoogten.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Zij vereerden Jahwe wel, maar dienden ook hun eigen goden volgens het gebruik van de volken waaruit men hen had weggevoerd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Tot op heden gaan zij voort met die oude praktijken: ze hebben geen ontzag voor Jahwe en handelen niet naar de hun gegeven voorschriften en bepalingen, naar de wet en de geboden, door Jahwe gegeven aan de zonen van Jakob, die van Jahwe de naam Israël heeft gekregen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Jahwe had immers een verbond met hen gesloten en Hij had hun geboden: `Gij zult geen andere goden vereren; gij zult u voor hen niet neerbuigen, hun geen goddelijke eer bewijzen en geen offers brengen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Alleen Jahwe, die u met grote kracht en sterke arm uit Egypte heeft gevoed, Hem zult gij vereren, voor Hem zult gij u neerbuigen en Hem zult gij offers brengen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
De voorschriften en bepalingen, de wet en de geboden, die Hij voor u neer geschreven heeft, zult gij altijd blijven onderhouden; gij zult geen andere goden vereren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Het verbond dat Ik met u gesloten heb, zult gij niet vergeten en gij zult geen andere goden vereren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
In tegendeel: Jahwe, uw God, zult gij vereren en Hij bevrijdt u uit de macht van al uw vijanden.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Maar zij hebben niet willen luisteren en hebben hun oude praktijken voortgezet.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Zo vereerden deze volken wel Jahwe, maar dienden zij ook hun eigen godenbeelden; ook hun zonen en kleinzonen doen wat hun vaders deden, tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea 2 Koningen 17 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In het derde regeringsjaar van Hosea, de zoon van Ela en koning van Israël, werd Hizkia, de zoon van Achaz, koning van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij was vijfentwintig jaar toen hij koning werd en regeerde negenentwintig jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Abi en was een dochter van Zekarja.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij deed wat Jahwe behaagt, juist zoals zijn vader David.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hij was het die een einde maakte aan de offerhoogten, die de heilige stenen verbrijzelde en de heilige bomen liet omhakken. Ook sloeg hij de bronzen slang stuk, die Mozes gemaakt had: tot dan toe hadden de Israëlieten daar offervuur voor ontstoken; men noemde haar Nechustan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 4: 1
God beschermt Zijn volk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Hizkia stelde zijn vertrouwen op Jahwe, de God van Israël; daarin werd hij door geen van de koningen van Juda na hem geevenaard, noch door een van zijn voorgangers.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij hing Jahwe aan en week niet van Hem, maar onderhield de geboden die Jahwe aan Mozes had gegeven.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Jahwe stond hem bij: in alles wat de koning ondernam had hij succes. Hij kwam in opstand tegen de koning van Assur en bleef niet langer diens vazal.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hij was het die de Filistijnen tot in Gaza terugsloeg en het bijbehorend gebied, met de wachttorens en de versterkte steden, verwoestte.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
In het vierde regeringsjaar van koning Hizkia - dat is het zevende regeringsjaar van Hosea, de zoon van Ela en koning van Israël - rukte koning Salmanassar van Assur tegen Samaria op en sloeg het beleg voor de stad.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Na verloop van drie jaar namen ze de stad in. In het zesde regeringsjaar van Hizkia - dat is het negende regeringsjaar van koning Hosea van Israël - werd Samaria ingenomen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De koning van Assur deporteerde de Israëlieten naar Assur en wees hun een verblijfplaats toe in Chalach en aan de Chabor, een rivier in Gozan, en in enige steden van Medie.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Dit alles is gebeurd, omdat zij niet hadden geluisterd naar Jahwe hun God, en omdat ze zijn verbond, al de geboden van Mozes, de dienaar van Jahwe, hadden overtreden; zij hadden er niet naar geluisterd en er niet naar gehandeld.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
In het veertiende regeringsjaar van koning Hizkia rukte koning Sanherib van Assur tegen de versterkte steden van Juda op en nam ze alle in.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen zond koning Hizkia van Juda een gezantschap naar de koning van Assur in Lakis en liet hem zeggen: `Ik heb verkeerd gedaan. Als u hier wegtrekt, zal ik betalen wat u mij oplegt.' De koning van Assur legde koning Hizkia van Juda een schatting op van driehonderd talenten zilver en dertig talenten goud.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Hizkia gaf hem al het zilver dat zich bevond in de tempel van Jahwe en in de schatkamer van het koninklijk paleis.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Bij die gelegenheid liet Hizkia de deuren van de tempel van Jahwe en de pijlers, die hijzelf met goud had bekleed, wegnemen en gaf ze aan de koning van Assur.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen zond de koning van Assur vanuit Lakis zijn opperbevelhebber, zijn hofmaarschalk en zijn intendant met een indrukwekkend gevolg naar koning Hizkia in Jeruzalem. Zij gingen op weg naar het Blekersveld.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen zij naar de koning vroegen, kwam de hofmaarschalk Eljakim, de zoon van Chilkia, naar hen toe, vergezeld van de schrijver Sebna en de raadsheer Joach, de zoon van Asaf.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De intendant zei tot hen: `Dit moet u Hizkia zeggen: Zo spreekt de grote koning, de koning van Assur: Waar steunt dat vertrouwen van u eigenlijk op?
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Denkt u soms dat woorden op de lippen hetzelfe zijn als beleid en militaire macht? Op wie vertrouwt u, dat u zich tegen mij durft verzetten?
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
U stelt uw vertrouwen kennelijk op Egypte, die geknakte rieten stok. Op zo'n riet kan niemand leunen zonder dat het hem dwars door zijn hand steekt. Zo vergaat het allen die vertrouwen op de Farao, de koning van Egypte!
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
En nu kunt u wel tegen mij zeggen: Op Jahwe onze God vertrouwen wij! Maar juist aan diens offerhoogten en altaren heeft Hizkia een einde gemaakt en hij heeft tot de mensen van Juda en Jeruzalem gezegd: Voor dit altaar, hier in Jeruzalem, moet u zich neerbuigen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Ga een weddenschap aan met mijn heer, de koning van Assur: ik zal u tweeduizend paarden leveren, als u in staat ben daar berijders voor te leveren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Hoe zoudt u dan de aanval kunnen afslaan van een enkele stadhouder, een van de minste dienaren van mijn heer? Of vertrouwt u op Egypte voor wagens en wagenmenners?
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Zou ik trouwens, zonder dat Jahwe het wilde, maar deze plaats zijn opgerukt om haar te verwoesten? Neen, Jahwe heeft tot mij gezegd: Ruk op naar dat land en verwoest het!'
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen zeiden Eljakim, de zoon van Chilkia, en Sebna en Joach tot de intendant: `Spreek toch Aramees met uw dienaren; wij verstaan het wel. U moet met ons geen Judees spreken, terwijl het volk op de muur het hoort.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Maar de intendant antwoordde: `Heeft mijn heer mij met deze boodschap alleen naar uw heer en naar u gezonden? Toch ook naar de mannen die op de muur zitten en die, net als u, hun eigen drek zullen moeten eten en hun eigen water zullen moeten drinken?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Toen stelde de intendant zich op en riep met luide stem in het Judees: `Hoort! Dit is het woord van de grote koning, de koning van Assur:
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Zo spreekt de koning: Laat u niet door Hizkia bedriegen, want hij kan u niet uit mijn handen redden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
En laat Hizkia u niet verleiden tot vertrouwen op Jahwe, wanneer hij verzekert dat Jahwe u zal redden en dat deze stad niet in handen van de koning van Assur zal vallen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Luister niet naar Hizkia. Zo spreekt de koning van Assur: Geeft u over en komt naar buiten, mij tegemoet; dan kan ieder de vruchten eten van zijn wijnstok en zijn vijgeboom en water drinken uit zijn eigen put,
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
totdat ik kom om u mee te nemen naar een land dat even goed is als het uwe, een land van koren en most, van brood en wijngaarden, een land van olijfbomen en honing. U zult blijven leven en niet hoeven te sterven. Naar Hizkia moet u niet luisteren: hij bedriegt u als hij beweert dat Jahwe u redden zal.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Is er onder de goden van de volken ooit een geweest die zijn land heeft kunnen redden uit de greep van de koning van Assur?
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Waar waren de goden van Hamat en Arpad, waar de goden van Sefarwaim, van Hama en van Iwwa?
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Is er onder al de goden van die landen een geweest die zijn land uit mijn greep heeft kunnen redden? Zou Jahwe Jeruzalem dan wel uit mijn greep kunnen redden?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Het volk zweeg; niemand zei een woord terug, want de koning had bevolen hem geen antwoord te geven.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
De hofmeester Eljakim, de zoon van Chilkia, de schrijver Sebna en de raadsheer Joach, de zoon van Asaf, begaven zich met gescheurde kleren naar Hizkia en brachten hem op de hoogte van wat de intendant gezegd had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 18 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen koning Hizkia dit hoorde, scheurde hij zijn kleren doormidden, deed een zak om en begaf zich naar de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De hofmaarschalk Eljakim, de schrijver Sebna en de oudsten van de priesters zond hij, gekleed in zakken, naar de profeet Jesaja, de zoon van Amos.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Ze zeiden tot hem: `Zo spreekt Hizkia: Dit is een dag van benauwenis, een dag van straf en schande: het kind ontsluit de baarmoeder, maar de kracht om te baren is er niet.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Moge Jahwe uw God al de woorden gehoord hebben van de intendant, die door de koning van Assur, zijn heer, gezonden was om de levende God te honen. Moge Jahwe uw God hem voor die woorden straffen. Spreek dus een gebed uit voor de rest die is overgebleven.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen de hovelingen van koning Hizkia bij Jesaja gekomen waren,
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
zei deze tot hen: `Dit moet gij uw heer zeggen: Laat u geen angst aanjagen door wat u gehoord hebt, de woorden waarmee die jongemannen van de koning van Assur mij gelasterd hebben.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 6: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Want Ik, Ik zal hem in paniek brengen, zodat hij op het horen van een gerucht rechtsomkeert maakt naar zijn land; daar, in zijn eigen land, zal Ik hem door het zwaard doen omkomen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De intendant, die vernomen had dat de koning van Assur uit Lakis weggetrokken was, ging heen en voegde zich bij de koning, die op dat ogenblik Libna belegerde.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar toen de koning vernam dat Tirhaka, de koning van Kus, opgerukt was om de strijd met hem aan te binden, zond hij opnieuw gezanten naar Hizkia met de boodschap:
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
`Dit moet u zeggen tot Hizkia, de koning van Juda: Laat u niet bedriegen door uw God, op wie u vertrouwt, en meen niet dat Jeruzalem niet in de handen van de koning van Assur zal vallen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
U hebt toch zelf gehoord wat de koningen van Assur alle landen hebben aangedaan, die zij met de ban geslagen hebben? En zoudt u dan gered worden?
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De volken die door mijn voorvaderen in het verderf zijn gestort. Gozan, Haran, Resef en de zonen van Eden in Telassar, zijn die door hun goden gered?
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Waar zijn ze gebleven, de koningen van Hamat, van Arpad, van de stad Sefarwaim, van Hena en van Iwwa?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Hizkia nam de boodschap van de gezanten aan en las die. Toen ging hij naar de tempel en legde de brief open voor Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
En Hizkia bad daar, voor Jahwe, als volgt: `Jahwe, God van Israël, die op de kerubs troont, Gij alleen zijt God over alle koninkrijken der aarde. Gij die de hemel en de aarde hebt gemaakt.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Jahwe, neig uw oor en luister, Jahwe, open uw ogen en zie toe: hoor met welke woorden Sanherib de levende God laat honen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Inderdaad, Jahwe, de koningen van Assur hebben de volken en hun landen verwoest en hebben hun goden in het vuur geworpen:
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
het waren dan ook geen goden, maar slechts maaksels van mensenhanden, hout en steen; daarom konden zij die vernietigen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Maar Gij, Jahwe onze God, verlos ons toch uit zijn greep, opdat alle koninkrijken der aarde erkennen dat alleen Gij, Jahwe, God zijt.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen liet Jesaja, de zoon van Amos, tot Hizkia zeggen: `Zo spreekt Jahwe, de God van Israël: Ik heb het gebed gehoord dat gij tot Mij gericht hebt aangaande Sanherib, de koning van Assur.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Dit is het woord dat Jahwe tegen hem heeft uitgesproken: Zij veracht u, zij bespot u, de maagd, de dochter Sion; achter uw rug schudt zij het hoofd, de dochter Jeruzalem!
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Wie is het die gij hebt gehoond en beschimpt, tegen wie gij uw stem hebt verheven, op wie gij hoogmoedig uw blik hebt gericht? Het is de Heilige van Israël!
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Door uw boden hebt gij de Heer gehoond en hebt gij gezegd: Met mijn talrijke wagens bestijg ik de hoogten van de bergen, de flanken van de Libanon. Ik vel zijn statige ceders, zijn prachtigste cypressen. Tot zijn laatste schuilhoek dring ik door, tot de weelde van zijn hof.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Wateren van vreemde landen heb ik aangehoord en gedronken. Met mijn voetstap leg ik droog alle waterlopen van Egypte.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Maar hebt gij dan nooit gehoord dat Ik, Jahwe, van oudsher dit heb voorbereid, dat Ik het sinds lang verleden dagen heb beschikt? Nu laat Ik het gebeuren! Gij moest sterke steden verwoesten; gij moest ze tot puinhopen maken.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De inwoners, met machteloze handen, stonden ontsteld en beschaamd; zij werden als planten op het veld, als jong groen, als gras op het dak, als koren, verzengd voor het halmen schiet.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Maar waar gij ook zit of gaat of komt, Ik weet het, en ook hoe gij tegen Mij tekeergaat.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
En omdat gij tegen mij tekeer zijt gegaan en om uw geschreeuw dat steeg naar mijn oren, leg Ik door uw neus een ring en tussen uw lippen een bit, en daarmee breng Ik u terug langs de weg die gij gekomen zijt.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
En voor u, Hizkia, zal dit het teken zijn: dit jaar moet gij nog van de naoogst eten, het volgende jaar van wat vanzelf is opgekomen; het derde jaar zult gij zaaien en oogsten, wijngaarden planten en daar de vruchten van genieten.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Wat er gespaard blijft van het huis van Juda, die rest zal weer wortels schieten naar beneden en vruchten dragen naar boven.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Want uit Jeruzalem komt een rest, van de berg Sion komt wat gespaard blijft; de ijverzuchtige liefde van Jahwe zal dit bewerken.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Daarom spreekt Jahwe aldus over de koning van Assur: Hij komt deze stad niet binnen, geen pijl schiet hij op haar af, met geen schild komt hij haar te na, geen wal werpt hij tegen haar op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Langs de weg die hij gekomen is keert hij terug, en deze stad komt hij niet binnen. Zo luidt de godsspraak van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Ik neem deze stad onder mijn hoede om haar te redden, omwille van mijzelf en omwille van David, mijn dienaar.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Die nacht trok de engel van Jahwe uit en hij doodde in de legerplaats van de koning van Assur honderdvijfentachtigduizend man: 's morgens vroeg lagen er niets dan lijken.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Sanherib, de koning van Assur, brak op, keerde naar zijn land terug en bleef in Nineve.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
En toen hij daar eens neergebogen lag in de tempel van zijn god Nisrok, doodden zijn zonen Adrammelek en Sareser hem met het zwaard; zij ontkwamen naar het land Ararat. Zijn zoon Esarhaddon volgde hem als koning op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 19 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
In die dagen werd Hizkia dodelijk ziek. De profeet Jesaja, de zoon van Amos, ging naar hem toe en zei tot hem: `Zo spreekt Jahwe: Stel orde op uw huis, want gij gaat sterven en zult niet langer in leven blijven.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 1: 2
Epistola ad Bernardum abbatem casinensem ->=geentekst=Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen keerde Hizkia zijn gezicht naar de muur en bad tot Jahwe:
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 2: 1
Epistola ad Bernardum abbatem casinensem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
`Ach Jahwe, bedenkt toch hoe ik onder uw ogen geleefd heb met een trouw en toegewijd hart, en hoe ik gedaan heb wat U behaagt.' En Hizkia weende lui.
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 3: 1
Epistola ad Bernardum abbatem casinensem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Jesaja had de binnenhof nog niet verlaten of het woord van Jahwe kwam tot hem:
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 4: 1
Epistola ad Bernardum abbatem casinensem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
`Keer terug en zeg tot Hizkia, de vorst van mijn volk: Zo spreekt Jahwe, de God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord, Ik heb uw tranen gezien. Welnu, Ik ga u genezen: op de derde dag zult gij opgaan naar de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 5: 1
Epistola ad Bernardum abbatem casinensem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Ik zal aan uw leven vijftien jaren toevoegen: Ik zal u en deze stad uit de greep van de koning van Assur redden en Ik neem deze stad onder mijn hoede, om wille van Mijzelf en om wille van David, mijn dienaar.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 6: 1
Epistola ad Bernardum abbatem casinensem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Jesaja gaf opdracht een vijgekoek te halen. Zij haalden er een en legden die op het gezwel, en Hizkia leefde weer op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 7: 1
Epistola ad Bernardum abbatem casinensem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hij vroeg aan Jesaja: `Aan welk teken zal ik kunnen zien dat Jahwe mij zal genezen en dat ik de derde dag zal opgaan naar de tempel van Jahwe?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 8: 1
Epistola ad Bernardum abbatem casinensem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Jesaja antwoordde: `Dit is het teken dat Jahwe u zal geven om u te laten weten dat Jahwe inderdaad het woord zal nakomen dat Hij gesproken heeft. Deze schaduw, moet ze tien treden vooruit of tien treden achteruitgaan?'
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 9: 1
Epistola ad Bernardum abbatem casinensem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Hizkia antwoordde: `Tien treden vooruit is voor de schaduw niet moeilijk.' Laat de schaduw liever teruggaan, tien treden achteruit.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 10: 1
Epistola ad Bernardum abbatem casinensem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen riep de profeet Jesaja Jahwe aan en Jahwe liet de schaduw teruggaan op de treden die zij al afgedaald was, tien treden achteruit op de trap van Achaz.
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 11: 1
Epistola ad Bernardum abbatem casinensem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
In die tijd zond Merodak-baladan, de zoon van Baladan en koning van Babel, gezanten naar Hizkia met een brief en geschenken, want hij had gehoord dat Hizkia ziek was.
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 12: 1
Epistola ad Bernardum abbatem casinensem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Hizkia ontving hen en toonde hun heel zijn schatkamer, het zilver en het goud, het reukwerk en de kostbare olie, het tuighuis en alles wat er in zijn voorraadkamers lag opgeslagen. Er was in zijn paleis en in heel zijn rijk geen ding, dat Hizkia hun niet had laten zien.
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen begaf de profeet Jesaja zich naar koning Hizkia en vroeg: `Wat hebben deze mannen gezegd? Waar kwamen ze vandaan?' Hizkia antwoordde: `Ze kwamen uit een ver land, uit Babel.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Daarop vroeg Jesaja: `Wat hebben zij in uw paleis allemaal gezien?' Hizkia antwoordde: `Alles wat er is hebben zij gezien; er is geen ding in mijn voorraadkamers dat ik hun niet heb laten zien.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen zei Jesaja tot Hizkia: `Luister naar het woord van Jahwe:
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De dagen komen dat alles wat er in hun paleis te vinden is, alles wat uw voorvaderen tot vandaag toe opgestapeld hebben, naar Babel wordt overgebracht. Niets blijft er over. Jahwe heeft het gezegd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
En sommige van de zonen die van u zullen afstammen, die gij zult verwekken, zullen worden weggevoerd om hofjonker te worden in het paleis van de koning van Babel.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hizkia gaf Jesaja ten antwoord: `Het woord van Jahwe dat u gesproken hebt is een goed woord.' En Hizkia dacht bij zichzelf: `Mij is het goed, als in mijn tijd de vrede maar behouden blijft.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Verdere bijzonderheden over Hizkia, over zijn krijgsverrichtingen en hoe hij de vijver en de waterleiding liet aanleggen en zo de stad van water voorzag, staan opgetekend in de annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Hizkia ging bij zijn vaderen te ruste en zijn zoon Manasse volgde hem als koning op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 20 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Manasse was twaalf jaar oud toen hij koning werd; hij regeerde vijfenvijftig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Chefsiba.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij deed wat Jahwe mishaagt, overeenkomstig de gruwelijke gewoonten van de volken die Jahwe voor de Israëlieten verdreven had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij herbouwde de heiligdommen op de hoogten, die zijn vader Hizkia had verwoest, richtte altaren op voor Baäl en maakte een heilige paal, juist zoals koning Achab van Israël gedaan had. Hij boog zich neer voor heel het leger van de hemellichamen en bewees hun goddelijke eer.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zelfs in de tempel van Jahwe bouwde hij altaren, terwijl deze toch gezegd had: `Ik zal mijn naam vestigen in Jeruzalem.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
In de beide voorhoven van de tempel van Jahwe bouwde hij altaren voor heel het leger van de hemellichamen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij liet zijn zoon door het vuur gaan, gaf zich af met waarzeggerij en wichelarij, en stelde dodenbezweerders en waarzeggers aan. Onophoudelijk deed hij wat Jahwe mishaagt en hij wekte daardoor Jahwe's toorn op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Hij liet een beeld maken, de heilige paal, en plaatste die in de tempel, terwijl Jahwe toch tot David en zijn zoon Salomo gezegd had: `Voor altijd zal Ik in deze tempel mijn naam vestigen, in de stad Jeruzalem, die Ik uit alle stammen van Israël heb uitverkoren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ik zal Israël voortaan geen voetbreed meer doen wijken van de grond die Ik hun vaderen heb gegeven, indien zij tenminste nauwkeurig alles nakomen wat Ik geboden heb en heel de wet onderhouden die mijn dienaar Mozes hun heeft voorgeschreven.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zij hebben echter niet geluisterd; Manasse heeft hen verleid om nog erger kwaad te doen dan de volken die Jahwe bij de komst van de Israëlieten verdelgd had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Jahwe sprak bij monde van zijn dienaren de profeten:
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
`Manasse, de koning van Juda, heeft deze gruwelijke praktijken beoefend; hij heeft meer kwaad gedaan dan ooit de Amorieten voor hem en hij heeft met zijn gruwelbeelden de Judeers tot zonde verleid.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Daarom spreekt Jahwe de God van Israël aldus: Ik breng onheil over Jeruzalem en Juda, zo groot onheil dat ieder die het hoort de beide oren zullen tuiten!
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Ik leg het meetsnoer van Samaria en het schietlood van het huis van Achab over Jeruzalem; Ik ga Jeruzalem afwassen zoals men een schotel afwast; men wast hem af en keert hem ondersteboven.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Ik zal het overschot van mijn erfdeel verstoten en overleveren aan zijn vijanden; zij worden een prooi en een buit voor al hun vijanden,
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
omdat zij gedaan hebben wat Mij mishaagt en voortdurend mijn toorn hebben opgewekt vanaf de dag dat hun vaderen uit Egypte trokken tot op de dag van vandaag.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Manasse heeft verder zoveel onschuldig bloed vergoten dat Jeruzalem er boordevol van was; en daar kwam dan nog de zonde bij, waartoe hij de Judeeërs verleidde, zodat zij deden wat Jahwe mishaagt.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Verdere bijzonderheden over Manasse en over zijn daden en de zonde die hij bedreef staan opgetekend in de annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Manasse ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de tuin van zijn paleis, de tuin van Uzza. Zijn zoon Amon volgde hem als koning op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Amon was tweeëntwintig jaar toen hij koning werd; hij regeerde twee jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Mesullemet; zij was een dochter van Cherus, afkomstig uit Jotba.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Hij deed wat Jahwe mishaagt, juist zoals zijn vader Manasse.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Hij volgde in alles het voorbeeld van zijn vader; hij bewees goddelijke eer aan dezelfde gruwelbeelden als zijn vader en boog zich daarvoor neer.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Hij verliet Jahwe, de God van zijn vaderen, en wandelde niet op de weg van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De hovelingen van Amon beraamden een aanslag tegen hun koning en zij vermoordden hem in zijn paleis.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Maar het volk doodde allen die de aanslag tegen koning Amon gepleegd hadden en riep in zijn plaats zijn zoon Josia tot koning uit.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Verder bijzonderheden over Amon en over zijn daden staan in de annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Hij werd begraven in zijn graf, in de tuin van Uzza; zijn zoon Josia volgde hem als koning op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 21 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Josia was acht jaar toen hij koning werd; hij regeerde eenendertig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Jedidja; zij was een dochter van Adaja, afkomstig uit Boskat.
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij deed wat Jahwe behaagt en volgde in alles het voorbeeld van zijn vader David en week daar geen voetbreed van af.
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 2: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
In zijn achttiende regeringsjaar zond koning Josia de schrijver Safan, de zoon van Asalja, zoon van Mesullam, naar de tempel van Jahwe met de volgende opdracht:
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
`Ga naar de hogepriester Chilkia; hij moet het geld bijeenbrengen dat in de tempel van Jahwe binnengekomen is en dat de tempelbewakers bij het volk ingezameld hebben.
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Het moet overhandigd worden aan de voormannen die het toezicht hebben over het werk in de tempel van Jahwe. Die moeten het uitbetalen aan de arbeiders die bezig zijn de bouwvallige gedeelten van de tempel te herstellen:
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 5: 1
Laborem Exercens ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
de timmerlieden, de bouwers en de metselaars. Zij moeten ook hout en gebouwen stenen kopen om het gebouw te herstellen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 6: 1
Laborem Exercens ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Maar men moet hun geen verantwoording vragen over het geld dat hun overhandigd wordt, want ze zijn in vertrouwen tewerkgesteld.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen zei de hogepriester Chilkia tot de schrijver Safan: `Ik heb in de tempel van Jahwe het boek van de wet gevonden.' Chilkia gaf het boek aan Safan en deze las het.
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Daarop begaf de schrijver Safan zich naar de koning; hij bracht hem verslag uit en zei: `Uw dienaren hebben het geld dat zich in de tempel bevond, te voorschijn gehaald en het overhandigd aan de werklieden die het toezicht hebben over het werk in de tempel van Jahwe.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Verder deelde schrijver Safan de koning mee, dat de priester Chilkia hem een boek had gegeven. En Safan las het de koning voor.
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zodra de koning hoorde wat het boek van de wet zei, scheurde hij zijn kleren doormidden,
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
en gaf de volgende opdracht aan de priester Chilkia, aan Achikam, de zoon van Safan, aan Akbor, de zoon van Michaja, aan de schrijver Safan en aan zijn hoveling Asaja:
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
`U gaat Jahwe raadplegen, voor mij en voor het volk, voor heel Juda, met betrekking tot wat er te lezen staan in het boek dat wij gevonden hebben. Jahwe moet tegen ons wel in hevige toorn ontbrand zijn, aangezien onze vaderen niet geluisterd hebben naar de woorden van dit boek en niet hebben gehandeld naar alles wat daarin geschreven staat.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De priester Chilkia ging dus met Achikam, Akbor, Safan en Asaja naar de profetes Chulda, de vrouw van de beheerder van de priestergewaden, Sallum, de zoon van Tikwa, de zoon van Charchas; zij woonde in Jeruzalem, in de nieuwe wijk.
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De mannen spraken met haar en Chulda antwoordde hun:
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
`Zo spreekt Jahwe de God van Israël: Aan de man die u naar mij gezonden heeft moet u het volgende zeggen: Zo spreekt Jahwe: Gij zult zien dat Ik onheil breng over deze plaats en haar bewoners, al het onheil uit het boek dat de koning van Juda gelezen heeft.
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Omdat ze Mij hebben verlaten en offervuur hebben ontstoken voor andere goden, zodat ze met al die maaksels van hun eigen handen mijn toorn hebben opgewekt, daarom is tegen deze plaats mijn toorn ontbrand, om niet meer gedoofd te worden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Wat betreft de koning van Juda zelf, die u heeft gezonden om Jahwe te raadplegen, tot hem moet gij het volgende zeggen: Zo spreekt Jahwe de God van Israël met betrekking tot de woorden waarnaar gij geluisterd hebt:
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Omdat uw hart geraakt werd en gij u voor Jahwe hebt vernederd bij het horen van wat Ik gezegd heb tegen deze plaats en haar bewoners - dat zij een voorwerp zullen worden van ontzetting en vervloeking - en omdat gij uw kleren doormidden hebt gescheurd en voor mijn aanschijn geweend hebt, daarom heb Ik ook geluisterd. Zo luidt de godsspraak van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Ik zal u daarom bij uw vaderen verzamelen en gij zult in vrede bijgezet worden in uw eigen graf; uw ogen zullen niets zien van het onheil dat Ik ga brengen over deze plaats.' Zij deelden deze woorden aan de koning mee.
Referenties naar alinea 2 Koningen 22 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
De koning ontbood toen al de oudsten van Juda en Jeruzalem en zij kwamen bij hem samen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 1: 3
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
De koning ging naar de tempel van Jahwe en met hem gingen alle mannen van Juda, alle bewoners van Jeruzalem, de priesters, de profeten en heel het volk, van klein tot groot. Hij las hun alles voor wat er geschreven stond in het boek van het verbond, dat in de tempel van Jahwe gevonden was.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 2: 2
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Inscrutabile Divinae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
De koning ging op de verhoging staan en hij sloot het verbond voor het aanschijn van Jahwe: zij zouden Jahwe volgen en met heel hun hart en heel hun ziel zijn geboden, verordeningen en voorschriften onderhouden, om daardoor de bepalingen van het verbond, die in het boek geschreven stonden, te doen herleven. Het gehele volk beaamde dit verbond.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 3: 3
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Inscrutabile Divinae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Aan de hogepriester Chilkia, de ondergeschikte priesters en de tempelbewakers droeg de koning vervolgens op, alle voorwerpen die gemaakt waren voor Baäl, Asjera en heel het leger van de hemellichamen, uit de tempel van Jahwe te verwijderen. Hij liet ze buiten Jeruzalem verbranden, op het braakliggend terrein van de Kidron, en de as naar Betel overbrengen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 4: 2
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Hij ontsloeg de afgodspriesters, die door de koningen van Juda waren aangesteld om op de offerhoogten van de steden van Juda en in de omgeving van Jeruzalem offervuur te ontsteken; hij deed hetzelfde met degenen die offervuur ontstaken voor Baäl, voor de zon, de maan, de planeten en heel het heer van de hemellichamen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 5: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij bracht de heilige paal uit de tempel van Jahwe naar het Kidrondal, buiten Jeruzalem, verbrandde het beeld daar in het dal, verpulverde het tot stof en wierp dat stof op de gemeenschappelijke begraafplaats.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 6: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Hij brak de verblijven af van de mannen die zich aan ontucht wijdden in de tempel van Jahwe, daar waar de vrouwen hoezen weefden voor Asjera.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 7: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hij haalde alle priesters uit de steden van Juda weg en hij ontwijdde, van Geba tot Berseba, de offerhoogten waarop de priesters offervuur hadden ontstoken. Ook brak hij de tempel af op de offerhoogte bij de poort, gelegen bij de ingang van de poort van de stadscommandant Jehosua, aan de linkerkant wanneer men de stadspoort binnenkomt.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 8: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De priesters van de offerhoogten mochten echter het altaar van Jahwe in Jeruzalem niet betreden; wel aten zij ongezuurde broden in de kring van hun ambtsbroeders.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 9: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Hij ontwijdde de vuuroven in het dal van Benhinnom, zodat niemand meer zijn zoon of dochter voor de Moloch door het vuur kon laten gaan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 10: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Hij verwijderde de paarden die door de koningen van Juda ter ere van de zon aan de ingang van de tempel van Jahwe geplaatst waren, in de voorhof bij de kamer van de hovelingen Netanmelek; de zonnewagen verbrandde hij.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 11: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De altaren, die door de koningen van Juda gebouwd waren op het dakterras van de bovenkamer van Achaz, en de altaren, die door Manasse waren opgericht in de beide voorhoven van de tempel van Jahwe, liet de koning slopen; hij sloeg ze ter plaatse aan stukken en wierp het puin in het Kidrondal.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 12: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De offerhoogten ten oosten van Jeruzalem aan de zuidzijde van de berg van het verderf, die Salomo, de koning van Israël, gebouwd had voor Astoret, de gruwel van de Sidoniers, voor Kemos, de gruwel van Moab, en voor Milkom, het monster van de Ammonieten, werden door de koning ontwijd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 13: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Hij verbrijzelde de heilige stenen, hakte de heilige palen om en bedekte de plaatsen waar ze gestaan hadden met mensenbeenderen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 14: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Ook het altaar, op de offerhoogte te Betel gebouwd door Jerobeam, de zoon van Nebat, die de Israëlieten tot zonde had verleid - ook dat altaar en die offerhoogte sloopte hij; hij liet de offerhoogte platbranden, verpulverde alles tot stof en verbrandde de heilige paal.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 15: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen Josia rondkeek en de graven daar op de berg zag, liet hij de beenderen uit de graven halen en op het altaar verbranden om het zo te ontwijden; hij deed dit overeenkomstig het woord van Jahwe, verkondigd door de man Gods die deze dingen voorspeld had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 16: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Josia vroeg: `Wat is dat voor een grafsteen die ik daar zie?' De inwoners van de stad antwoordden: `Het is het graf van de man Gods die uit Juda gekomen was en die tegen het altaar van Betel voorspeld heeft wat u nu gedaan hebt.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 17: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen zei de koning: `Laat hem dan met rust: niemand mag zijn gebeente aanraken!' Zo werd zijn gebeente ongemoeid gelaten, evenals het gebeente van de profeet die uit Samaria gekomen was.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 18: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Josia heeft ook in de steden van Samaria een einde gemaakt aan alle andere tempels op de offerhoogten, die gebouwd waren door de koningen van Israël om Jahwe's toorn op te wekken. Hij deed daar hetzelfde als hij te Betel gedaan had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 19: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Hij slachtte al de aanwezige priesters van de offerhoogten op de altaren af en verbrandde er mensenbeenderen op. Toen keerde hij naar Jeruzalem terug.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 20: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Daarop beval de koning aan het gehele volk: `Nu moet u ter ere van Jahwe, uw God, het paasfeest vieren zoals het in dit boek van het verbond is voorgeschreven.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 21: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Sinds de tijd namelijk van de rechters die in Israël waren opgetreden en gedurende heel de tijd van de koningen van Israël en de koningen van Juda was het paasfeest zo niet meer gevierd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 22: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Pas in het achttiende jaar van koning Josia werd het paasfeest ter ere van Jahwe zo in Jeruzalem gevierd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 23: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Josia heeft ook de dodenbezweerders en de waarzeggers opgeruimd, de huisgoden, de gruwelbeelden en alle afschuwelijkheden, die in Juda en in Jeruzalem te vinden waren. Zo deed hij weer de bepalingen van de wet herleven, die geschreven stonden in het boek dat de priesters Chilkia in de tempel van Jahwe had gevonden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 24: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Voor hem is er geen koning geweest die zich zo met heel zijn hart, met heel zijn ziel en al zijn krachten, geheel volgens de wet van Mozes, tot Jahwe bekeerd heeft; ook na hem is er geen meer gekomen die hem geevenaard heeft.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 25: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toch kwam Jahwe niet terug op de hevige, laaiende toorn waarin Hij ontbrand was tegen Juda vanwege al de smaad die Manasse Hem had aangedaan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 26: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Jahwe zei: `Ook Juda duld Ik niet meer onder mijn ogen en Ik zal het wegvagen, evenals Ik Israël heb weggevaagd. Deze stad, die Ik heb uitverkoren, Jeruzalem, en de tempel, waarvan Ik gezegd heb dat mijn naam daar zou zijn - Ik zal ze verwerpen.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 27: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Verder bijzonderheden over Josia en over al zijn daden staan opgetekend in de annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 28: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Tijdens zijn regering trok farao Neko, de koning van Egypte, naar de koning van Assur, naar de rivier de Eufraat. Koning Josia rukte tegen hem uit, maar werd door Neko bij het eerste treffen te Megiddo gedood.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 29: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Zijn hovelingen brachten zijn lijk op een wagen van Megiddo naar Jeruzalem en begroeven hem in zijn eigen graf. Het volk koos Joachaz, de zoon van Josia, als zijn opvolger; men zalfde hem en riep hem in plaats van zijn vader tot koning uit.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 30: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Joachaz was drieëntwintig jaar toen hij koning werd; hij regeerde drie maanden in Jeruzalem. Zijn moeder heette Chamutal en was een dochter van Jirmeja, afkomstig uit Libna.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 31: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Hij deed wat Jahwe mishaagt, juist zoals zijn vaderen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 32: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Nadat Joachaz koning was geworden in Jeruzalem, sloeg farao Neko hem te Ribla in Hamat in de boeien; hij legde het land een schatting op van honderd talenten zilver en een talent goud.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 33: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Farao Neko verhief Eljakim, de zoon van Josia tot koning, als opvolger van zijn vader Josia, en hij veranderde zijn naam in Jojakim. Joachaz nam hij mee, en toen deze in Egypte was aangekomen, stierf hij daar.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 34: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Jojakim betaalde het zilver en het goud aan Farao, maar om dit geld volgens het bevel aan de Farao te kunnen betalen, moest hij van het volk een belasting heffen. Ieder werd naar vermogen aangeslagen en zo inde hij van het volk het zilver en het goud, dat hij aan farao Neko moest geven.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 35: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Jojakim was vijfentwintig jaar toen hij koning werd en regeerde elf jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Zebudda en was een dochter van Pedaja, afkomstig uit Ruma.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 36: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Hij deed wat Jahwe mishaagt, juist zoals zijn vaderen gedaan hadden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 23 37: 1
De synodaliteit in het leven en de zending van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In zijn tijd rukte Nebukadnessar, de koning van Babel, op en Jojakim onderwierp zich aan hem. Maar na drie jaar kwam hij tegen hem in opstand.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 1: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
En Jahwe liet benden Chaldeeërs, Arameeërs, Moabieten en Ammonieten Juda binnenvallen om het te gronde te richten, volgens het woord dat Jahwe gesproken heeft door zijn dienaren, de profeten.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 2: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Dit alles nu overkwam Juda, omdat Jahwe besloten had het te verstoten, vanwege al de zonden die Manasse bedreven had
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 3: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
en ook vanwege het onschuldig bloed dat hij in Jeruzalem in stromen had laten vloeien: Jahwe heeft dat niet willen vergeven.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 4: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Verder bijzonderheden over Jojakim en over zijn daden zijn te vinden in de annalen van de koningen van Juda.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 5: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Jojakim ging bij zijn vaderen te ruste en zijn zoon Jojakin volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 6: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De koning van Egypte kwam met zijn leger niet meer buiten zijn land, want de koning van Babel had heel het gebied vanaf de beek van Egypte tot aan de rivier de Eufraat op de koning van Egypte veroverd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 7: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Jojakin was achttien jaar oud toen hij koning werd en hij regeerde drie jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Nechusta en was een dochter van Elnatan, afkomstig uit Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 8: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij deed wat Jahwe mishaagt, juist zoals zijn vader gedaan had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 9: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
In die tijd trokken de veldheren van Nebukadnessar, de koning van Babel, naar Jeruzalem en sloegen het beleg voor de stad.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 10: 2
De Oratione Domini ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Tijdens het beleg verscheen Nebukadnessar, de koning van Babel, zelf voor de stad.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 11: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen gaf koning Jojakin van Juda met zijn moeder, zijn hovelingen, zijn hoge ambtenaren en kamerheren zich over aan de koning van Babel en deze nam hem gevangen. Het was in het achtste jaar van zijn regering.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 12: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Hij voerde uit Jeruzalem alle schatten van de tempel van Jahwe en van het koninklijk paleis weg en haalde van alle voorwerpen die koning Salomo van Israël in de tempel van Jahwe had laten maken, het goud af, juist zoals Jahwe voorzegd had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 13: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Uit Jeruzalem voerde hij alle hoge ambtenaren en alle krijgers, een konvooi van tienduizend man, met alle smeden en slotenmakers, in ballingschap weg; niemand bleef er over dan alleen de armsten van het land.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 14: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Hij voerde Jojakin naar Babel; ook de voornaamsten van het land voerde hij van Jeruzalem naar Babel.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 15: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Zevenduizend krijgers, duizend smeden en slotenmakers, alle dappere mannen die bij de oorlog betrokken waren, werden door de koning van Babel in ballingschap weggevoerd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 16: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Daarna stelde de koning van Babel Mattanja, een oom van Jojakin, in diens plaats tot koning aan en veranderde zijn naam in Sidkia.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 17: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Sidkia was eenentwintig jaar toen hij koning werd en hij regeerde elf jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Chamutal en was een dochter van Jirmeja, afkomstig uit Libna.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 18: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hij deed wat Jahwe mishaagt, juist zoals Jojakim gedaan had.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 19: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Want Jahwe was zo vertoornd op Jeruzalem en Juda, dat hij besloot ze te verstoten. Toen kwam Sidkia in opstand tegen de koning van Babel.
Referenties naar alinea 2 Koningen 24 20: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In het negende regeringsjaar van Sidkia, in de tiende maand, op de tiende dag van de maand, trok Nebukadnessar, de koning van Babel, in eigen persoon met heel zijn krijgsmacht op tegen Jeruzalem; hij sloeg er zijn kamp op en wierp een wal op rondom de stad.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De belegering duurde tot aan het elfde regeringjaar van Sidkia.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Op de negende dag van de maand, toen de hongersnood al zo nijpend was geworden dat er voor het volk van het land geen brood meer was,
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
werd er een bres in de stadsmuur geslagen. Ofschoon de Chaldeeërs rondom de stad lagen, verlieten de krijgslieden 's nachts de stad door de poort tussen de beide muren bij de koninklijke tuin en vluchtten in de richting van de Araba.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Het leger van de Chaldeeërs zette de koning na en haalde hem in op de vlakte van Jericho, nadat zijn leger uiteengevallen was.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zij namen de koning gevangen en brachten hem naar de koning van Babel in Ribla. Deze sprak het vonnis over hem uit.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De zonen van Sidkia werden voor zijn ogen afgeslacht en vervolgens liet hij Sidkia de ogen uitsteken, hem met twee bronzen kettingen boeien en wegvoeren naar Babel.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
In de vijfde maand, op de zevende dag van de maand, in het negentiende regeringsjaar van Nebukadnessar, de koning van Babel, trok Nebuzaradan, commandant van de lijfwacht en adjudant van de koning van Babel, Jeruzalem binnen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij stak de tempel van Jahwe, het koninklijk paleis en alle huizen van Jeruzalem in brand; alle grote gebouwen liet hij in vlammen opgaan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Het leger van de Chaldeeërs, dat onder bevel stond van de commandant van de lijfwacht, sloopte de muur van Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Wat van het volk in de stad nog was overgebleven, alsook degenen die naar de koning van Babel waren overgelopen, de rest van de bevolking, werd door Nebuzaradan, de commandant van de lijfwacht, in ballingschap weggevoerd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Alleen de armsten van het volk liet de commandant van de lijfwacht achter om te zorgen voor wijngaarden en akkers.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De bronzen zuilen van de tempel van Jahwe, de onderstellen en de bronzen Zee in de tempel van Jahwe sloegen de Chaldeeërs stuk en het brons brachten ze naar Babel over.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Ook de potten, scheppen, messen, schalen en alle andere bronzen voorwerpen die voor de eredienst gebruikt werden, namen zij mee.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De vuurbekkens en offerschalen, al wat van goud of zilver was, nam de commandant van de lijfwacht mee.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Het brons van de twee zuilen, de Zee en de onderstellen die Salomo voor de tempel van Jahwe had laten maken, was niet te wegen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Elk van beide zuilen was achttien el hoog; er bovenop rustte een bronzen kapiteel dat drie el hoog was en rondom het kapiteel was een vlechtwerk aangebracht met granaatappels, alles van brons.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De commandant van de lijfwacht nam de hogepriester Seraja, diens plaatsvervanger Sefanja en de drie dorpelwachters gevangen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Bovendien nam hij in de stad een kamerheer gevangen die het bevel voerde over een legerafdeling, en vijf ambtenaren van het hof, die zich nog in de stad bevonden, eveneens de schrijver van de opperbevelhebber die het volk van het land onder de wapenen riep, en zestig man van het volk van het land die zich nog in de stad bevonden.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Nebuzaradan, de commandant van de lijfwacht, nam ze gevangen en voerde ze naar de koning van Babel.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
En de koning van Babel liet ze in Ribla, in de streek van Hamat, ter dood brengen. Zo werd Juda uit zijn land in ballingschap weggevoerd.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Over het volk dat Nebukadnessar, de koning van Babel, in het land Juda gelaten had, stelde hij Gedalja, de zoon van Achikam, de zoon van Safan, tot landvoogd aan.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Toen nu de legeraanvoerders hoorden dat de koning van Babel Gedalja tot landvoogd aangesteld had, begaven allen zich met hun mannen naar Gedalja in Mispa; het waren Jismaël, de zoon van Netanja, Jochanan, de zoon van Kareach, Seraja, de zoon van Tanchumet uit Netofa, en Jaazanja, de zoon van een Maakatiet, met hun mannen.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Gedalja verzekerde hun en hun mannen onder ede: `U hebt niets te vrezen van de Chaldeese bezetters; blijft in het land en dient de koning van Babel; dan zal het u goed gaan.'
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Maar in de zevende maand pleegde Jismaël, de zoon van Netanja, de zoon van Elisama, en lid van de koninklijke familie, samen met tien man een overval en zij brachten Gedalja in Mispa ter dood, met de Judeeërs en de Chaldeeërs die bij hem waren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen nam heel het volk, van groot tot klein, met de legeraanvoerders de wijk naar Egypte, want zij vreesden de wraak van de Chaldeeërs.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
In het zevenendertigste jaar van de ballingschap van Jojakin, de koning van Juda, in de twaalfde maand, op de zevenentwintigste dag van de maand, verleende Ewil-merodak, de koning van Babel, in het jaar van zijn troonsbestijging gratie aan koning Jojakin van Juda. Hij ontsloeg hem uit de gevangenis,
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
verzekerde hem van zijn welwillendheid en gaf hem een ereplaats onder de koningen die met hem in Babel waren.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Hij mocht zijn gevangeniskleding afleggen en at voortaan van de koninklijke tafel, zolang hij leefde.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
In opdracht van de koning van Babel werd dagelijks in zijn onderhoud voorzien, zolang hij leefde.
Referenties naar alinea 2 Koningen 25 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Adam, Set, Enos,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Kenan, Mahalalel, Jered,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Henoch, Metuselach, Lamech,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Noach, Sem, Cham en Jafet.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De zonen van Jafet waren Gomer, Magog, Madai, Jawan, Tubal, Mesek en Tiras.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De zonen van Gomer waren Askenaz, Difat en Togarma.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De zonen van Jawan waren Elisa, Tarsis, de Kittiërs en de Rodanieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De zonen van Cham waren Kus, Misraim, Put en Kanaän.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De zonen van Kus waren Seba en Chawila, Sabta, Rama en Sabteka. De zonen van Rama waren Seba en Dedan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Kus verwekte Nimrod. Deze was de eerste machtige heerser op aarde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Misraim verwekte de Ludieten, de Anamieten, de Lehabieten, de Naftuchieten,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
de Patrusieten, de Kasluchieten en de Kaftorieten, waaruit de Filistijnen voortgekomen zijn.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Kanaän verwekte Sidon, zijn eerstgeborene, en Chet,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
alsook de Jebusieten, de Amorieten, de Girgasieten,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
de Chiwwieten, de Arkieten, de Sinieten,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
de Arwadieten, de Semarieten en de Hamatieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De zonen van Sem waren Elam, Assur, Arpaksad, Lud en Aram, Us, Chul, Geter en Mas.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Arpaksad verwekte Selach en Selach verwekte Eber.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Eber kreeg twee zonen: de eerste heette Peleg, omdat in zijn tijd de aarde verdeeld werd; zijn broer heette Joktan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Joktan verwekte Almodad, Selef, Chasarmawet, Jerach,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Hadoram, Uzal, Dikla,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Ebal, Abimaël, Seba,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Ofir; Chawila en Jobab; allen zonen van Joktan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Sem, Arpaksad, Selach,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Eber, Peleg, Reu,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Serug, Nachor, Terach,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Abram ofwel Abraham.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
De zonen van Abraham waren Isaak en Ismaël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Dit zijn hun nakomelingen: de eerstgeborene van Ismaël was Nebajot, dan Kedar, Abdeel, Mibsam,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Misma, Duma, Massa, Chadad, Tema,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Jetur, Nafis en Kedema. Dat waren de zonen van Ismaël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
De zonen van Ketura, de bijvrouw van Abraham, waren Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach, Seba en Dedan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
De zonen van Midjan waren Efa, Efer, Chanok, Abida en Eldaa; allen zonen van Ketura.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Abraham verwekte Isaak. De zonen van Isaak waren Esau en Israël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
De zonen van Esau waren Elifaz, Reuël, Jeus, Jalam en Korach.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
De zonen van Elifaz waren Teman, Omar, Sefi, Gatam, Kenaz, Timna en Amalek.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
De zonen van Reuel waren Nachat, Zerach, Samna en Mizza.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
De zonen van seïr waren Lotan, Sobal, Sibon, Ana, Dison, Eser en Disan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
De zonen van Lotan waren Chori en Homan; de zuster van Lotan was Timna.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
De zonen van Sobal waren Aljan, Manachat, Ebal, Sefi en Onam. De zonen van Sibon waren Ajja en Ana.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
De zoon van Ana was Dison. De zonen van Dison waren Chamran, Esban, Jitran en Keran.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
De zonen van Eser waren Bilhan, Zaawan en Jaakan. De zonen van Disan waren Us en Aran.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Dit zijn de koningen die in Edom geregeerd hebben, voordat de Israëlieten een koning hadden. Bela, de zoon van Beor; zijn geboorteplaats was Dinhaba.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Bela werd na zijn dood opgevolgd door Jobab, de zoon van Zerach, uit Bosra.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Jobab werd na zijn dood opgevolgd door Chusam, uit het gebied van Teman.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Chusam werd na zijn dood opgevolgd door Hadad, de zoon van Bedad, degene die Midjan in de vlakte van Moab verslagen heeft; zijn geboorteplaats was Awit.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Hadad werd na zijn dood opgevolgd door Samla, uit Masreka.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Samla werd na zijn dood opgevolgd door Saul, uit Rechobot aan de Rivier.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Saul werd na zijn dood opgevolgd door Baäl-chanan, de zoon van Akbor.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Baäl-chanan werd na zijn dood opgevolgd door Hadad; zijn geboorteplaats was Pai; zijn vrouw heette Mehetabel; ze was een dochter van Matred, de dochter van Me-zahab.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Na de dood van Hadad werd Edom bestuurd door de volgende stamhoofden: sjeik Timna, sjeik Alja, sjeik Jetet,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
sjeik Oholibama, sjeik Ela, sjeik Pinon,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
sjeik Kenaz, sjeik Teman, sjeik Mibsar, sjeik Magdiël en sjeik Iram. Dat waren de stamhoofden van Edom.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 1 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Dit waren de zonen van Israël: Ruben, Simeon, Levi en Juda, Issakar en Zabulon,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Dan, Jozef en Benjamin, Naftali, Gad en Aser.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De zonen van Juda waren Er, Onan en Sela; drie die hem geboren werden uit Batsua, een Kanaänistische. Er, de eerstgeborene van Juda, wekte het misnoegen op van Jahwe, zodat deze hem liet sterven.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Juda's schoondochter Tamar baarde hem echter Peres en Zerach. Hij heeft dus in het geheel vijf zonen gehad.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De zonen van Peres waren Chesron en Chamul.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De zonen van Zerach waren Zimri, Etan, Heman, Kalkol en Darda; in het geheel vijf.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De zoon van Karmi was Akar, die onheil gebracht heeft over Israël doordat hij de ban geschonden had.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De zoon van Etan was Azarja.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De zonen van Chesron waren Jerachmeël, Ram en Kelubai.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, de vorst van de Judeeërs,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Nachson verwekte Salma; Salma verwekte Boaz;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Boaz verwekte Obed; Obed verwekte Isaï.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Isaï verwekte Eliab, zijn eerstgeborene, Abinadab, zijn tweede zoon, Sima, zijn derde,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Netanel, zijn vierde, Raddai, zijn vijfde,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Osem, zijn zesde, En David, zijn zevende.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hun zusters waren Seruja en Abigail. De zonen van Seruja waren Absai, Joab en Asaël, in het geheel drie.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Abigail baarde Amasa; de vader van Amasa was Jeter de Ismaëliet.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Kaleb, de zoon van Chesron, verwekte Jeriot bij zijn vrouw Azuba; en dit waren haar zonen: Jeser, Sobab en Ardon.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen Azuba gestorven was, huwde Kaleb Efrat; zij baarde hem Chur.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Chur verwekte Uri; Uri verwekte Besalel.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Later huwde Chesron de dochter van Makir, de vader van Gilead; hij was toen al zestig; zij baarde hem Segub.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Segub verwekte Jair. Deze bezat drieëndertig nederzettingen in Gilead.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Maar de Gesurieten in Aram namen de dorpen van Jair in, en eveneens Kenat en onderhorigheden, in het geheel zestig nederzettingen; deze waren alle van Makir, de vader van Gilead.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Maar na de dood van Chesron in Kaleb-efrata baarde de vrouw van Chesron, Abia, hem ook nog Aschur, de vader van Tekoa.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De zonen van Jerachmeël, de eerstgeborene van Chesron, waren Ram, de eerstgeborene, verder Buna, Oren, Osem en Achia.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Jerachmeël had nog een andere vrouw, die Atara heette; deze was de moeder van Onam.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
De zonen van Ram, de eerstgeborene van Jerachmeël, waren Maas, Jamin en Eker.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
De zonen van Onam waren Sammai en Jada, de zonen van Sammai Nadab en Abisur.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De vrouw van Abisur heette Abihail; zij baarde hem Achban en Molid.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
De zonen van Nadab waren Seled en Appaim. Seled stierf kinderloos.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
De zoon van Appaim was Jisi, de zoon van Jisi Sesan, de zoon van Sesan Achlai.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
De zonen van Jada, de broer van Sammai, waren Jeter en Jonatan. Jeter stierf kinderloos.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
De zonen van Jonatan waren Pelet en Zaza. Dat waren de zonen van Jerachmeël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Sesan had geen zonen, wel dochters. Hij bezat echter een Egyptische slaaf, die Jarcha heette;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
aan hem gaf Sesan een van zijn dochters tot vrouw en die baarde hem Attai.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Attai verwekte Natan; Natan verwekte Zabad;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Zabad verwekte Eflal; Eflal verwekte Obed;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Obed verwekte Jehu; Jehu verwekte Azarja;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Azarja verwekte Cheles; Cheles verwekte Elasa;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Elasa verwekte Sisemai; Sisemai verwekte Sallum;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Sallum verwekte Jekamja; Jekamja verwekte Elisama.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
De zoon van Kaleb, de broer van Jerachmeël, was Maresa, zijn eerstgeborene, de vader van Zif. De zoon van Maresa was de vader van Hebron.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
De zonen van Hebron waren Korach, Tappuach, Rekem en Sema.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Sema verwekte Racham, de vader van Jorkoam, en Rekem verwekte Sammai.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
De zoon van Sammai was Maon; Maon was de vader van Betsur.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Efa, een bijvrouw van Kaleb, baarde Charan, Mosa en Gazez. Charan verwekte Jodai.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
De zonen van Jodai waren Regem, Jotam, Gesan, Pelet, Efa en Saaf.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Maaka, een andere bijvrouw van Kaleb, baarde Seber en Tirchana.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Ook baarde ze Saaf, de vader van Madmanna, Sewa, de vader van Makbena, en de vader van Gibea. De dochter van Kaleb was Aksa.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Dat waren de zonen van Kaleb. De zonen van Chur, de eerstgeborene van Efrat, waren Sobal, de vader van Kirjat-jearim,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Salma, de vader van Bethlehem, en Charef, de vader van Bet-gader.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Van Sobal, de vader van Kirjat-jearim, stamden af Reaja en half Menuchot.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Tot Kirjat-jearim behoorden de volgende families: de Jitrieten, de Putieten, de Sumaieten en de Misraieten; daaruit zijn de Soratieten en de Estaolieten voortgekomen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Van Salma stamden af Bethlehem, de Netofatieten, Atrot van Bet-joab, half Menuchot en de Soratieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
De schrijversfamilies die in Jabes woonden waren de Tiratieten, de Simatieten en de Sukatieten. Dit waren de Kinieten, afstammelingen van Chammat, de vader van de Rekabieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 2 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Hier volgen de namen van de zonen die David geboren werden in Hebron: Ammon, zijn eerstgeborene, de zoon van Achinoam uit Jizreel; Daniël, zijn tweede, de zoon van Abigail uit Karmel;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Absalom, zijn derde, de zoon van Maaka, de dochter van Talmai, koning van Gesur; Adonia, zijn vierde, de zoon van Chaggit;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Sefatja, zijn vijfde, de zoon van Abital; Jitream, zijn zesde, de zoon van zijn vrouw Egla.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Deze zes zonen werden hem in Hebron geboren, alwaar hij zeven jaar en zes maanden geregeerd heeft; in Jeruzalem regeerde hij drieëndertig jaar.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De volgende zonen werden hem in Jeruzalem geboren: Simea, Sobab, Natan en Salomo, de zonen van Batsua, de dochter van Ammiël;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
en Jibchar, Elisama, Elifalet,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Noga, Nefeg, Jafia,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Elisama, Eljada en Elifelet, negen andere zonen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Dit waren alle zonen van David, behalve die van zijn bijvrouwen. Zij hadden een zuster, Tamar geheten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De zoon van Salomo was Rehabeam; diens zoon Abia, diens zoon Asa, en diens zoon weer was Josafat;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
diens zoon Joram, diens zoon Achazja en diens zoon Joas;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
diens zoon Amasja, diens zoon Azarja en diens zoon Jotam;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
diens zoon Achaz, diens zoon Hizkia en diens zoon Manasse;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
diens zoon Amon en diens zoon Josia.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De zonen van Josia waren: Jochanan, zijn oudste; Jojakim, zijn tweede; Sidkia, zijn derde en Sallum, zijn vierde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De zoon van Jojakim was Jechonja en diens zoon Sidkia.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De zonen van de gevangen Jechonja waren Sealtiël,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Malkiram, Pedaja, Senassar, Jakamja, Hosama en Nedabja.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De zonen van Pedaja waren Zerubbabel en Simi; de zonen van Zerubbabel waren Mesullam en Chananja, en Selomit was hun zuster;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
bovendien nog Chasuba, Ohel, Berekja, Chasadja en Jusab-chesed, vijf andere kinderen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De zonen van Chananja waren Pelatja en Jesaja; diens zoon was Refaja, diens zoon Arnan, diens zoon Obadja en diens zoon Sekanja.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De zonen van Sekanja waren Semaja, Chattus, Jigal, Bariach, Nearja en Safat, zes in getal.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De zonen van Nearja waren Eljoenai, Chizkia en Azrikam, drie in getal.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
En de zonen van Eljoenai waren Hodawja, Eljasib, Pelaja, Akkub, Jochanan, Delaja en Anani, zeven in getal.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 3 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De zonen van Juda waren Peres, Chesron, Karmi, Chur en Sobal.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Reaja, de zoon van Sobal, verwekte Jachat; Jachat verwekte Achimai en Lahad. Dat zijn de families van de Soratieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
En dit waren de zonen van Chur, de vader van Etam: Jizreel, Jisma, Jidbas; hun zuster heette Haslelponi;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
verder Penuël, de vader van Gedor, en Ezer, de vader van Gedor, en Ezer, de vader van Chusa. Dat waren de zonen van Chur, de eerstgeborene van Efrat, de vader van Bethlehem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Aschur, de vader van Tekoa, had twee vrouwen: Chela en Naara.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Naara baarde hem Achuzzam en Chefer; van haar stammen ook af de Temenieten en de Achastarieten; dat waren de zonen van Naara.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De zonen van Chela waren Seret, Sochar en Etnan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Kos verwekte Anub en Hassobeba; van hem stamden ook af de families van Acharchel, de zoon van Harum.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Jabes was de voornaamste onder zijn broers. Zijn moeder had hem Jabes genoemd, want, zei ze, met smart heb ik hem gebaard.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Jabes riep derhalve de God van Israël aan en bad: 'Zegen mij en vergroot mijn gebied; laat uw hand met mij zijn en weer van mij het kwade; dan treft mij geen smart.' En God verhoorde zijn gebed.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 10: 1
Passie voor het zoeken naar de waarheid in dienst van de menselijke vooruitgang ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Kelub, de broer van Sucha, verwekte Mechir; deze was de vader van Eston.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Eston verwekte Bet-rafa, Paseach en Techinna, de vader van de stad Nachas. Dat waren de Rekaieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De zonen van Kenaz waren Otniël en Seraja; de zonen van Otniël Chatat en Meonotai.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Meonotai verwekte Ofra; Seraja verwekte Joab, de vader van het Handwerkersdal; daar woonden namelijk handwerkslieden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De zonen van Kaleb, de zoon van Jefunne, waren Iru, Elam en Naam. De zoon van Ela was Kenaz.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De zonen van Jehallelel waren Zif en Zifa, Tireja en Asarel.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De zonen van Ezra waren Jeter, Mered, Efer en Jalon. Dit zijn de zonen van Bitja, de dochter van Farao, die Mered tot vrouw genomen had;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
zij baarde hem Mirjam, Sammai en Jisbach, de vader van Estemoa. Zijn Judeese vrouw baarde hem Jered, de vader van Gedor, Cheber, de vader van Soko, en Jekutiël, de vader van Zanoach.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De zonen van de vrouw van Hodia, de zuster van Nacham, waren de vader van Keila, de Garmiet, en Estemoa, de Maakatiet.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De zonen van Simon waren Ammon, Rinna, Ben-chanan en Tilon; de zonen van Jisi waren Zochet en Benzochet.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De zonen van Sela, de zoon van Juda, waren Er, de vader van Leka, en Lada, de vader van Maresa; van hem stamden ook af de families van de linnenwevers van Bet-asbea,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Jokim en de mannen van Koseba, Joas en Saraf, die na in Moab te hebben gewerkt, teruggekeerd zijn naar Betlehem. Dit is al lang geleden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Het waren pottenbakkers, inwoners van Netaim en Gedera. Ze woonden daar bij de koning en stonden in zijn dienst.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De zonen van Simeon waren Nemuël, Jamin, Jarib, Zerach en Saul.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Diens zoon was Sallum; diens zoon Mibsam; diens zoon Misma.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De zonen van Misma waren zijn zoon Chamuël, diens zoon Zakkur en diens zoon Simi.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Simi had zestien zonen en zes dochters, maar zijn broers hadden niet veel zonen; daarom waren hun gezamenlijke families niet zo talrijk als de nakomelingen van Juda.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ze woonden in Berseba, Molada, Chasar-sual,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Bilha, Esem, Tolad,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Betuël, Chorma, Siklag.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Bet-hammarkabot, Chasar-susim, Bet-biri en Saaraim. Dat waren hun steden, tot David koning werd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Hun nederzettingen waren Etam, Ain, Rimmon, Token en Asan, in het geheel vijf;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
bovendien al de nederzettingen rondom de genoemde steden tot aan Baäl toe. Dat waren hun woonplaatsen en zo was hun stamverband.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Mesobab, Jamlek, Josa, de zoon van Amasa,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Joel, Jehu, de zoon van Josibja, de zoon van Seraja, de zoon van Asiël,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Eljoenai, Jaakoba, Jesochaja, Asaja, Adiël, Jesimiël, Benaja,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
en Ziza, de zoon van Sifa, de zoon van Allon, de zoon van Jedaja, de zoon van Simri, de zoon van Semaja;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
deze met name genoemde mannen waren de leiders van hun families. Daar hun families zich sterk uitgebreid hadden,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
trokken ze naar Gedor en verspreidden zich van de ingang van het dal tot de oostkant om weidegrond te zoeken voor hun schapen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Ze vonden goede, malse weidegrond; het land, dat vroeger bewoond geweest was door Chamieten, was wijds, vreedzaam en welvarend.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
De bovenvermelde mannen kwamen daar in de tijd van Hizkia, de koning van Juda. Ze versloegen de Meunieten die daar woonden en verwoestten hun tenten; ze sloegen hen met de ban en vestigden zich in hun plaats; daar wonen ze nog; daar was namelijk weidegrond voor hun schapen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Ook ging een deel van de Simeonieten, vijfhonderd man, naar het seïrgebergte, onder leiding van Pelatja, Nearja, Refaja en Uzziël, zonen van Jisi.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Ze versloegen het laatste restant van Amalek, vestigden zich daar en wonen er nog.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 4 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De zonen van Ruben, de eerstgeborene van Israël. Hij was wel de eerstgeborene, maar omdat hij het bed van zijn vader ontwijd had, werd zijn eerstgeboorterecht geschonken aan de zonen van Jozef, de zoon van Israël. Maar deze werd niet in het stamregister als eerstgeborene ingeschreven.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Wel was Juda de heldhaftigste onder zijn broers, en kwam uit hem de leider van het volk voort, maar het eerstgeboorterecht viel ten deel aan Jozef.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De zonen van Ruben, de eerstgeboren zoon van Israël, waren Chanok en Pallu, Chesron en Karmi.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De zonen van Joel waren zijn zoon Semaja, diens zoon Gog, diens zoon Simi,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
diens zoon Micha, diens zoon Reaja, diens zoon Baäl,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
diens zoon Beera; deze werd in ballingschap weggevoerd door Tiglatpileser, de koning van Assur; hij was de leider van de Rubenieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zijn broers met hun families, in het stamregister ingeschreven, waren Jeïel, het familiehoofd, Zekarja,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
en Bela, de zoon van Azaz, de zoon van Sema, de zoon van Joel. Deze woonde in het gebied tussen Aroer, Nebo en Baäl-meon;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
oostwaarts liep zijn gebied tot aan de rand van de woestijn die zich uitstrekt tot aan de rivier de Eufraat; hun kudden waren namelijk zeer talrijk geworden in Gilead.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
In de tijd van Saul voerden ze oorlog met de Hagrieten. Toen ze die overmeesterd hadden, gingen ze in hun tenten wonen, in het oosten van Gilead.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De zonen van Gad woonden tegenover hen in Basan, tot aan Salka.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Joel was het familiehoofd, Safan zijn plaatsvervanger; Janai en Safat hadden hun woonplaats in Basan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Hun broers met hun families waren Michaël, Mesullam, Seba, Jorai, Jakan, Zia en Eber; in het geheel zeven.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Het waren de zonen van Abichaël, de zoon van Churi, de zoon van Jaroach, de zoon van Gilead, de zoon van Michaël, de zoon van Jesisaï, de zoon van Jachdo, de zoon van Buz.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Achi, de zoon van Abdiël, de zoon van Guni, was het hoofd van hun families.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Ze woonden in Gilead, in Basan met onderhorigheden en op alle weidegronden van de vlakte van Saron.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Zij allen werden in het stamregister opgenomen in de tijd van Jotam, de koning van Juda, en van Jerobeam, de koning van Israël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De zonen van Ruben, de Gadieten en de ene helft van de stam Manasse telden aan weerbare mannen die schild en zwaard droegen, de boog hanteerden, geoefend waren in de strijd en onder de wapenen geroepen konden worden, vierenveertigduizend zevenhonderdzestig man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Ze voerden oorlog met de Hagrieten en met Jetur, Nafis en Nodab.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
In de strijd tegen hen werden ze geholpen, zodat ze de Hagrieten met hun bondgenoten overmeesterden. Want in de strijd riepen ze tot God en Hij was hun genadig omdat ze op Hem hadden vertrouwd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Ze maakten de kudden van hun vijanden buit: vijftigduizend kamelen, tweehonderdvijftigduizend schapen, tweeduizend ezels; bovendien honderdduizend mensen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Er waren veel doden gevallen, omdat de oorlog van God was uitgegaan. Zij vestigden zich in het gebied der Hagrieten en woonden er tot aan de ballingschap.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De zonen van de andere helft van de stam Manasse woonden in dat land, vanaf Basan tot aan Baäl-chermon, de Senir en het Hermongebergte; zij waren zeer talrijk.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
En dit waren hun familiehoofden: Efer, Jisi, Eliël, Azriël, Jirmeja, Hodawja en Jachdiël, dappere, beroemde mannen, hoofden van hun families.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Maar ze werden ontrouw aan de God van hun vaderen en hoereerden met de goden van de inheemse bevolking, die God voor hen verdelgd had.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Daarom riep de God van Israël Pul op, de koning van Assur, Tiglatpileser, de koning van Assur, en deze voerde de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse in ballingschap weg. Hij bracht hen naar Chalach, Chabor, Hara en de rivier van Gozan, waar ze nu nog wonen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
De zonen van Levi waren Gersom, Kehat en Merari.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
De zonen van Kehat waren Amram, Jishan, Chebron en Uzziël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De zonen van Amram waren Aäron, Mozes en Mirjam. De zonen van Aäron waren Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Eleazar verwekte Pinechas; Pinechas verwekte Abisua;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Abisua verwekte Bukki; Bukki verwekte Uzzi;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Uzzi verwekte Zerachja; Zerachja verwekte Merajot;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Merajot verwekte Amarja; Amarja verwekte Achitub;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Achitub verwekte Sadok; Sadok verwekte Achimaaz;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Achimaaz verwekte Azarja; Azarja verwekte Jochanan;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Jochanan verwekte Azarja. Deze was priester in de tempel die Salomo in Jeruzalem gebouwd had.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Azarja verwekte Amarja; Amarja verwekte Achitub;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Achitub verwekte Sadok; Sadok verwekte Sallum;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Sallum verwekte Chilkia; Chilkia verwekte Azarja;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Azarja verwekte Seraja; Seraja verwekte Josadak;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
en Josadak vertrok, toen Jahwe Juda en Jeruzalem door Nebukadnessar in ballingschap liet wegvoeren.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 5 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De zonen van Levi waren Gersom, Kehat en Merari.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De namen van Gersoms zonen waren Libni en Simi.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De zonen van Kehat waren Amram, Jishar, Chebron en Uzziël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De zonen van Merari waren Machli en Musi. Hier volgen de geslachtslijsten der levieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De zoon van Gersom was Libni, diens zoon Jachat, en diens zoon Zimma;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
diens zoon Joach, diens zoon Iddo, diens zoon Zerach, en diens zoon Jeaterai.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De zoon van Kehat was Amminadab, diens zoon Korach en diens zoon Assir,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
diens zoon Elkana, diens zoon Ebjasaf, en diens zoon Assir;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
diens zoon Tachat, diens zoon Uriël, diens zoon Uzzia, en diens zoon Saul.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De zonen van Elkana waren Amasai en Achimot.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Diens zoon was Elkana, diens zoon Sofai, en diens zoon Nachat;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
diens zoon Eliab, diens zoon Jerocham, en diens zoon Elkana.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De zonen van Samuël waren Joel, de oudste, en Abia, de jongste.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De zoon van Merari was Machli, en diens zoon Libni, diens zoon Simi, en diens zoon Uzza;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
diens zoon was Sima, diens zoon Chaggia, en diens zoon Asaja.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hier volgen de namen van degenen die door David belast werden met de verzorging van de muziek in het heiligdom, nadat de ark daar geplaatst was.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Ze verzorgden de muziek voor de woning, de tent van de samenkomst, totdat Salomo de tempel in Jeruzalem gebouwd had, en zij hun diensten ordelijk konden waarnemen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Uit het geslacht van Kehat waren, met hun zonen, de volgenden in dienst: Heman, de zanger, de zoon van Joel, de zoon van Samuël,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
de zoon van Elkana, de zoon van Jerocham, de zoon van Eliël, de zoon van Toach,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
de zoon van Sif, de zoon van Elkana, de zoon van Machat, de zoon van Amasi,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
de zoon van Elkana, de zoon van Joel, de zoon van Azarja, de zoon van Sefanja,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
de zoon van Tachat, de zoon van Assir, de zoon van Ebjasaf, de zoon van Korach,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
de zoon van Jishar, de zoon van Kehat, de zoon van Levi, de zoon van Israël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Vervolgens Asaf, zijn ambtsbroeder, die aan zijn rechterhand stond; Asaf was de zoon van Berekja, de zoon van Simea,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
de zoon van Michaël, de zoon van Baaseja, de zoon van Malkia,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
de zoon van Etni, de zoon van Zerach, de zoon van Adaja,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
de zoon van Etan, de zoon van Zimma, de zoon van Simi,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
de zoon van Jachat, de zoon van Gersom, de zoon van Levi.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Aan zijn linkerhand stond uit het geslacht van Merari, Etan, de zoon van Kisi, de zoon van Abdi, de zoon van Malluk,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
de zoon van Chasabja, de zoon van Amasja, de zoon van Chilkia,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
de zoon van Amsi, de zoon van Bani, de zoon van Samer,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
de zoon van Machli, de zoon van Musi, de zoon van Merari, de zoon van Levi.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Vervolgens hun ambtsbroeders, de levieten die belast waren met de diensten in de woning, het huis van God.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Maar Aäron en zijn zonen waren belast met de offerdienst op het brandofferaltaar, en met alle diensten in het heilige der heiligen, om voor Israël verzoening te verkrijgen, zoals dit door Mozes, de dienaar van God, was bepaald.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Dit waren de afstammelingen van Aäron: zijn zoon Eleazar, diens zoon Pinechas, diens zoon Abisua;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
diens zoon Bukki, diens zoon Uzzi, diens zoon Zerachja;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
diens zoon Merajot, diens zoon Omarja, diens zoon Achitub;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
diens zoon Sadok, en diens zoon Achimaas.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
En dit waren de woonplaatsen en de kampementen op hun grondgebied. Allereerst die van de familie van Kehat, uit het geslacht van Aäron, want zij waren als eersten door het lot aangewezen:
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
aan hen werden gegeven Hebron, in Juda, met de omliggende weidegronden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Het akkerland van de stad en de onderhorigheden waren reeds toegewezen aan Kaleb, de zoon van Jefunne.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Aan de zonen van Aäron gaf men dus de vrijsteden Hebron en Libna met hun weidegronden, alsook Jattir en Estemoa met hun weidegronden;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
bovendien Chilez met weidegronden en Debir met weidegronden:
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
en tenslotte Asan en Betsemes, beide ook met hun weidegronden;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
uit de stam Benjamin tenslotte Geba, Alemet en Anatot, alle met hun weidegronden; in totaal waren het dertien steden voor hun families.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
De overige zonen van Kehat verkregen voor hun families door loting tien steden uit de stammen Efraim, Dan en de halve stam Manasse.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
De zonen van Gersom verkregen voor hun families uit de stam Issakar en uit de stammen Aser, Naftali en het tot Manasse behorende Basan dertien steden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Aan de zonen van Merari wees het lot voor hun families toe twaalf steden uit de stammen Ruben, Gad en Zebulon.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
De Israëlieten schonken al deze steden met hun weidegronden aan de levieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Uit de stammen Juda, Simeon en Benjamin werden hun ook steden door loting toegewezen en daaraan gaven ze zelf namen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
De zonen van Kehat kregen ook enkele steden uit de stam Efraim als grondgebied voor hun families toegewezen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Als vrijsteden gaf men hun Sichem met de weidegronden op het Efraimgebergte, alsook Gezer met weidegronden,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
eveneens Jokmeam, Bet-choron,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Ajjalon en Gatrimmon, alle met de weidegronden;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
en uit de halve stam Manasse Aner en Bileam, beide met weidegronden. Dit alles verkregen de overige zonen van Kehat voor hun families.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Aan de zonen van Gersom werden voor hun families uit de halve stam Manasse toegewezen Golan in Basan, en Astarot met hun weidegronden;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
uit de stam Issakar Kedes en Daberat met hun weidegronden,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
en Ramot en Anem, beide ook met hun weidegronden;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
uit de stam Aser Masal, Abdon,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 59: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
uit Chukok en Rechob, alle met hun weidegronden;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
uit de stam Naftali Kedes in Galil, Chammon en Kirjataim, alle met hun weidegronden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
Aan de overige zonen van Merari werden toegewezen uit de stam Zebulon Rimmono en Tabor met hun weidegronden;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
en aan de overzijde van de Jordaan, oostelijk daarvan, bij Jericho, uit de stam Ruben: Beser in de woestijn, en Jahas, beide met hun weidegronden;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
64
bovendien Kedemot en Mefaat met hun weidegronden;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 64: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
65
en uit de stam Gad Ramot in Gilead en Machanaim met hun weidegronden;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 65: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
tenslotte Chesbon en Jazer, beide met hun weidegronden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 6 66: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De zonen van Issakar waren Tola en Pua, Jasub en Simron; in het geheel vier.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De zonen van Tola waren Uzzi, Refaja, Jeriël, Jachmai, Jibsam en Semuël, familiehoofden van Tola en weerbare mannen; hun geslachten telden in de tijd van David tweeëntwintigduizend zeshonderd man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De zonen van Uzzi waren Jizrachja en de zonen van Jizrachja; Michaël, Obadja, Joel en Jisia, in het geheel vijf; allen familiehoofden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zij moesten uit hun geslachten en families zesendertigduizend man aan troepen leveren voor het leger, want ze hadden veel vrouwen en zonen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Hun broeders uit alle families van Issakar telden allen tezamen zevenentachtigduizend weerbare mannen, in het stamregister ingeschreven.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De zonen van Benjamin waren Bela, Beker en Jediaël; in het geheel drie.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De zonen van Bela waren Esbon, Uzzi, Uzziël, Jerimot en Ira; in het geheel vijf. Ze waren familiehoofden en weerbare mannen; hun stamregister telde tweeëntwintigduizend vierendertig man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De zonen van Beker waren Zemira, Joas, Eliezer, Eljoenai, Omri, Jeremot, Abia, Anatot en Alemet; dat waren allen zonen van Beker.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hun stamregister, gerangschikt naar afstamming en familiehoofden, telde tweeëntwintigduizend tweehonderd weerbare mannen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De zoon van Jediaël was Bilhan; de zonen van Bilhan waren Jeus, Benjamin, Ehud, Kenaana, Zetan, Tarsis en Achisachar;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
dat waren allen zonen van Jediaël. De familiehoofden hadden aan weerbare mannen zeventienduizend tweehonderd man die onder de wapenen geroepen konden worden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De Suppieten en Chuppieten waren afstammelingen van Ir; de Chusieten van Acher.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De zonen van Naftali waren Jachasiël, Guni, Jeser en Sallum, zonen van Bilha.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De zonen van Manasse waren de volgende: Asriël, die zijn vrouw hem baarde, en Makir, de vader van Gilead, die zijn Arameese bijvrouw hem baarde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Makir nam een vrouw uit de Chuppieten en Suppieten; de naam van zijn zuster was Maaka; de naam van de tweede zoon was Selofchad. Selofchad kreeg alleen maar dochters,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
maar Maaka, de vrouw van Makir, baarde een zoon en noemde hem Peres. Diens broer heette Seres, en zijn zonen Ulam en Rekem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De zoon van Ulam was Bedan. Dat waren de zonen van Gilead, de zoon van Makir, de zoon van Manasse.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Zijn zuster Moleket baarde Ishod, Abiezer en Machla.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De zonen van Semida waren Achjan, Sekem, Likchi en Aniam.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De zonen van Efraim waren Sutelach, diens zoon Bered, diens zoon Tachat, diens zoon Elada, diens zoon Tachat,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
diens zoon Zabad, diens zoon Sutelach. Verder Ezer en Elad; dezen werden door de burgers van Gat, de inheemse bevolking van het land, vermoord toen ze hun vee kwamen roven.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Efraim, hun vader, was lange tijd in de rouw, maar toen zijn broers hem kwamen troosten,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
hield hij weer gemeenschap met zijn vrouw. Zij werd zwanger en baarde een zoon, die hij Beria noemde, omdat zij in zijn huis was toen het door onheil getroffen werd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zijn dochter was Seera; zij bouwde Bet-choron-hoog, Bet-choron-laag en Uzzen-seera.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De zonen van Beria waren Refag en Resef; de zoon van Resef was Telach; diens zoon was Tachan,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
diens zoon Ladan, diens zoon Ammihud, diens zoon Elisama.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
diens zoon Non, diens zoon Jozua.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Hun bezittingen en woonplaatsen waren Betel met onderhorigheden, verder, in het oosten, Naara en in het westen Gezer met onderhorigheden, Sichem met onderhorigheden tot aan Ajja met onderhorigheden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Maar in handen van de zonen van Manasse waren Bet-san met onderhorigheden, Taanak met onderhorigheden, Megiddo met onderhorigheden en Dor met onderhorigheden. Hier woonden zonen van Jozef, de zoon van Israël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
De zonen van Aser waren Jimna, Jiswa, Jiswi en Beria; Serach was hun zuster.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
De zonen van Beria waren Cheber en Malkiël; deze was de vader van Birzait.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Cheber verwekte Jaflet, Somer en Chotam en hun zuster Sua.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
De zonen van Jaflet waren Pasak, Bimhal en Aswat; dat waren de zonen van Jaflet.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
De zonen van Somer waren Achi, Roga, Jechubba en Aram.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
De zonen van zijn broer Helem waren Sofach Jimna, Seles en Amal.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
De zonen van Sofach waren Suach, Charnefer, Sual, Beri, Jimra,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Beser, Hod, Samma, Silsa, Jitran en Beera.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
De zonen van Jeter waren Jefunne, Pispa en Ara.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
De zonen van Ulla waren Arach, Channiël en Risja.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Dit waren allen zonen van Aser, familiehoofden, uitgelezen weerbare mannen, de voornaamsten onder de leiders. In hun stamregister stonden zesentwintigduizend man opgetekend die onder de wapenen geroepen konden worden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 7 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Benjamin verwekte Bela, zijn eerstgeborene, Asbel, zijn tweede zoon, Achrach, zijn derde,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Nocha, zijn vierde, en Rafa, zijn vijfde;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De zonen van Bela waren Addar, era, Abihud,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Abisua, Naaman, Achoad,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Gera, Sefufan en Churam.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De zonen van Ehud, de familiehoofden van de inwoners van Geba, die als ballingen weggevoerd werden naar Manachat, waren
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Naaman, Achia en Gera; dezen werden in ballingschap weggevoerd. Gera verwekte Uzza en Achichud.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Sacharaim verwekte kinderen in de vlakte van Moab, nadat hij zijn vrouwen Chusim en Baara weggezonden had.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij verwekte bij zijn vrouw Chodes: Joab, Sibja, Mesa, Malkam,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Jeus, Sakeja en Mirma; dat waren zijn zonen, die familiehoofden werden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Bij Chusim had hij Achitub en Elpaal verwekt.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De zonen van Elpaal waren Eber, Misam en Semed; Semed bouwde Ono en Lod met onderhorigheden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Beria en Sema waren de familiehoofden van de inwoners van Ajjalon; dezen verdreven de inwoners van Gat.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Achjo, Sasak, Jeremot,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zebadja, Arad, Eder,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Michaël, Jispa en Jocha waren de zonen van Beria.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Zebadja, Mesullam, Chizki, Cheber,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Jismerai, Jizlia en Jobab waren de zonen van Elpaal.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Jakim, Zikri, Zabdi,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Elienai, Silletai, Eliël,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Adaja, Beraja en Simrat waren de zonen van Simi.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Jispan, Eber, Eliël,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Abdon, Zikri, Chanan,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Chananja, Elam, Antotia,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Jifdeja en Penuël waren de zonen van Sasak.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Samserai, Secharja, Atalja,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Jaaresja, Elia en Zikri waren de zonen van Jerocham.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Dezen waren familiehoofden, hoofden van hun geslachten; ze woonden in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
In Gibeon woonden de vader van Gibeon, wiens vrouw Maaka heette,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
en zijn eerstgeboren zoon Abdon; verder Sur, Kis, Baäl, Nadab,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Gedor, Achjo en Zeker.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Miklot verwekte Sima; zij volgden het voorbeeld van hun broeders en vestigden zich bij hen in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Ner verwekte Kis; Kis verwekte Saul; Saul verwekte Jonatan, Malkisua, Abinadab en Esbaal.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
De zoon van Jonatan was Meribbaal; Meribbaal verwekte Micha.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
De zonen van Micha waren Piton, Melek, Tachrea en Achaz.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Achaz verwekte Joadda; Joadda verwekte Alemet, Azmawet en Zimri; Zimri verwekte Mosa;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Mosa verwekte Bina; diens zoon was Rafa, diens zoon Elasa, diens zoon Asel.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Asel had zes zonen en dit waren hun namen: Azrikam, Bokeru, Jismaël, Searja, Obadja en Chanan; dat waren de zonen van Asel.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
De zonen van zijn broer Esek waren Ulam, zijn eerstgeborene, Jeus, zijn tweede zoon, en Elifelet, zijn derde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
De zonen van Ulam waren weerbare mannen, die de boog konden hanteren; zij hadden veel zonen en kleinzonen, wel honderdvijftig. Al dezen waren zonen van Benjamin.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 8 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Op deze wijze werden alle Israëlieten in het stamregister ingeschreven, dat opgenomen is in het boek van de koningen van Israël. Vanwege hun ontrouw werden de Judeeërs naar Babel in ballingschap weggevoerd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De vroegere bewoners woonden nu weer op hun eigen grond en in hun eigen steden: het volk, de priesters, de levieten en de tempelknechten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
In Jeruzalem woonden Israëlieten uit de stammen van Juda, Benjamin, Efraim en Manasse:
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Utai, de zoon van Ammihud, de zoon van Omri, de zoon van Imri, de zoon van Bani, een afstammeling van Peres, de zoon van Juda.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Uit Silo Asaja, de eerstgeborene, en zijn zonen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Uit de afstammelingen van Zerach Jeuël en heel zijn geslacht: zeshonderdnegentig man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Uit de stam Benjamin: Sallu, de zoon van Mesullam, de zoon van Hodawja, de zoon van Hassenua;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
en Jibneja, de zoon van Jerocham, en Ela, de zoon van Uzzi, de zoon van Mikri, en Messullam, de zoon van Sefatja, de zoon van Reuel, de zoon van Jibnia.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
tezamen met hun broeders en families: negenhonderd en zesenvijftig man, allen familiehoofden in hun families.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Vervolgens de priesters Jedaja, Jojarib, Jakin,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
en Azarja, de zoon van Chilkia, de zoon van Mesullam, de zoon van Sadok, de zoon van Merajot, de zoon van Achitub, het hoofd van het huis van God;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
en Adaja, de zoon van Jerocham, de zoon van Paschur, de zoon van Malkia, en Masai, de zoon van Adiël, de zoon van Jachzera, de zoon van Mesullam, de zoon van Mesillemit, de zoon van Immer,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
met hun broeders: zeventienhonderdzestig familiehoofden, uitgelezen mannen, belast met de eredienst in het huis van God.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Verder de levieten Semaja, de zoon van Chassub, de zoon van Azrikam, de zoon van Chasabja, uit het geslacht van Merari,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
en Bakbakkar, Cheres, Galal en Mattanja, de zoon van Micha, de zoon van Zikri, de zoon van Asaf;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
alsook Obadja, de zoon van Semaja, de zoon van Galal, de zoon van Jedutun, en Berekja, de zoon van Asa, de zoon van Elkana, die in de dorpen van de Netofatieten woonde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Voorts de poortwachters Sallum, Akkub, Talmon, Achiman en hun broeder Sallum, die hun hoofd is,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
en die tot op heden de wacht betrekt bij de koningspoort aan de oostkant. Dat waren de poortwachters in het kamp der levieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Sallum, de zoon van Kore, de zoon van Ebjasaf, de zoon van Korach, en zijn broeders uit de familie der Korchieten, deden dienst als drempelwachters van de tent, zoals hun voorvaderen de toegang tot het kamp van Jahwe bewaakt hadden,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
en Pinechas, de zoon van Eleazar, was in het verleden hun hoofd geweest: dat Jahwe met hem zij!
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Zekarja, de zoon van Meselemja, was poortwachter bij de tent van de samenkomst.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Het totale aantal dergenen die tot drempelwachter uitgekozen waren, bedroeg tweehonderdtwaalf; zij stonden ingeschreven in hun dorpen en waren door David en Samuël, de ziener, in hun verantwoordelijk ambt bevestigd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Zij en hun zonen bewaakten de toegangen tot het huis van Jahwe en de tent.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De poortwachters stonden aan vier zijden op wacht, aan de oost - en de westzijde en aan de noord - en de zuidzijde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Hun broeders in de dorpen moesten hun enkele keren per week behulpzaam zijn,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
daar de vier voornaamste poortwachters, allen levieten, steeds op hun post hadden te zijn: zij hadden ook het toezicht op de zalen en de voorraadkamers van het huis van God;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
zij sliepen niet ver van het huis van God, want vierentwintig uur per dagen waren ze belast met de bewaking en het openen en sluiten van de tempel.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Enkelen van hen moesten zorgen voor de nodige gebruiksvoorwerpen, die bij het naar binnen en naar buiten brengen geteld moesten worden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Anderen weer waren aangesteld over de heilige vaten, evenals over de meelbloem, de wijn, de olie, de wierook en de specerijen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Maar de welriekende zalven mochten alleen door de priesters gemengd worden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Mattitja, een leviet, de oudste zoon van Sallum, de Korachiet, was vast aangesteld over het bakwerk,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
terwijl enige ambtsbroeders uit de Kehatieten zorg droegen voor de toonbroden voor de sabbat.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
De zangers echter onder de familiehoofden der levieten waren vrijgesteld van ander werk; zij verbleven in de zalen, omdat zij dag en nacht dienst moesten doen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Dit waren dus naar hun afkomst de familiehoofden der levieten die in Jeruzalem woonden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
In Gibeon woonde Jeïel, de vader van Gibeon, wiens vrouw Maaka heette.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Zijn oudste zoon heette Abdon, de anderen Sur, Kis, Baäl, Ner, Nadab,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Gedor, Achjo, Zekarja en Miklot.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Miklot verwekte Simam. Ook zij gingen bij hun broeders in Jeruzalem wonen, en wel in hun nabijheid.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Ner verwekte Kis, Kis verwekte Saul en Saul verwekte Jonatan, Malkisua, Abinadab en Esbaal.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Meri-baal was de zoon van Jonatan; Meri-baal verwekte Micha.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
De zonen van Micha heetten Piton, Melek, Tachrea en Achaz.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Achaz verwekte Jara, Jara verwekte Alemet, Azmawet en Zimri. Zimri verwekte Mosa,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
en Mosa verwekte Bina; de zoon van Bina was Refaja, diens zoon Elasa, en diens zoon Asel.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Asel had zes zonen en dit waren hun namen: Azrikam, Bokeru, Jismaël, Searja, Obadja en Chanan; dat waren de zonen van Asel.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 9 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De Filistijnen streden tegen Israël. De Israëlieten sloegen voor de Filistijnen op de vlucht en velen sneuvelden op het gebergte van Gilboa.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De Filistijnen drongen door tot bij Saul en zijn zonen en doodden Jonathan, Abinadab en Malkisua, zonen van Saul.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Nu kreeg Saul het zwaar te verduren. De boogschutters kregen hem onder schot en Saul was zo bevreesd voor hen
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
dat hij tot zijn wapendrager zei: 'Trek je zwaard en doorsteek mij; anders gaan die onbesnedenen de spot met mij drijven!' Maar de wapendrager schrok daarvoor terug. Daarop nam Saul zelf het zwaard en stortte zich erin.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen de wapendrager zag dat Saul dood was, stortte ook hij zich in zijn zwaard en stierf met hem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zo stierven op een en dezelfde dag Saul, zijn drie zonen, en heel zijn gezin.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen de Israëlieten die in de vlakte waren zagen, dat de andere Israëlieten gevlucht waren en dat Saul en zijn zonen gesneuveld waren, verlieten ze de steden en namen de vlucht. Daarop kwamen de Filistijnen en gingen er wonen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen de Filistijnen de volgende dag de lijken kwamen plunderen, vonden ze Saul en zijn drie zonen; ze lagen in het bergland van Gilboa.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ze plunderden hem uit, namen zijn hoofd en zijn wapenrusting mee en zonden boden rond in het land der Filistijnen om aan hun goden en het volk het goede nieuws te melden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Zijn wapenrusting plaatsten ze in de tempel van hun goden en zijn hoofd hingen ze op in de tempel van Dagon.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen de inwoners van Jabes in Gilead vernamen wat de Filistijnen met Saul gedaan hadden,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
trokken alle weerbare mannen uit, haalden de lijken van Saul en zijn zonen weg en brachten hun beenderen onder de tamarisk in Jabes. Daarna vastten ze zeven dagen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
in plaats van Jahwe. Daarom doodde Jahwe hem en gaf Hij het koningschap over aan David, de zoon van Isaï.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 10 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen kwamen alle Israëlieten bij David in Hebron samen, en zeiden: 'Hier zijn wij, uw eigen vlees en bloed.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Vroeger al, toen Saul nog over ons regeerde, was u degene die de troepen van Israël aanvoerde. Daarenboven heeft Jahwe, uw God, u verzekerd: Gij zult mijn volk Israël weiden; gij zijt het die over mijn volk Israël zult heersen.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Alle oudsten van Israël kwamen naar de koning in Hebron en David sloot met hen in Hebron een verbond ten overstaan van Jahwe, en zij zalfden David tot koning over Israël, zoals Jahwe door Samuël voorspeld had.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Nu trok David met heel Israël op naar Jeruzalem, dat wil zeggen naar Jebus, waar de Jebusieten, de landsbevolking, woonden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De bewoners van Jebus riepen tot David: 'Hier komt u niet binnen!' Maar David veroverde de Sionsvesting, de zogenaamde Davidstad.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
En David sprak: 'Wie als eerste een Jebusiet neerslaat, wordt opperbevelhebber!' En Joab, de zoon van Seruja, klom als eerste naar boven en werd opperbevelhebber.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Daarop nam David zijn intrek in de vesting; daarom noemt men deze Davidstad.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hij liet de stad rondom weer opbouwen, eerst het Millo, en vervolgens heel de omtrek daarvan. Joab herbouwde de rest van de stad.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zo werd David steeds machtiger en Jahwe, de Heer van de legerscharen, was met hem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Dit zijn de grootsten van Davids helden, die hem op zijn weg naar het koningschap krachtig ondersteunden, zodat hij koning werd over heel Israël, naar het woord dat Jahwe tot Israël gesproken had.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Hier volgt dus een opsomming van Davids helden: Jasobam, de zoon van Chakmoni, aanvoerder van de drie; hij zwaaide zijn lans tegen driehonderd man, die hij in een keer versloeg;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
na hem kwam Elazar, de zoon van Dodo, de Achochiet, ook een van de drie helden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Hij was bij David in Pas-dammim toen de Filistijnen zich daar voor de strijd verzamelden. Daar lag een stuk land dat vol gerst stond. Het volk was op de vlucht gegaan voor de Filistijnen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Elazar ging midden op het land staan en wist het te behouden door de Filistijnen te verslaan. Zo schonk Jahwe een grote overwinning.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Een andere keer trokken drie van de dertig aanvoerders naar Davids vesting bij de grot van Adullam terwijl het leger van de Filistijnen gelegerd was in het dal van de Refaieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
David bevond zich toen in de vesting en in Bethlehem lag een filistijns garnizoen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
David had een grote dorst en verzuchtte: 'Als iemand mij nu eens water kon laten drinken uit de put bij de poort van Bethlehem!'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Daarop baanden de drie zich een weg door het kamp van de Filistijnen, slaagden erin water uit de put bij de stadspoort van Bethlehem te bemachtigen en zij brachten dit naar David. Maar David wilde er niet van drinken en goot het uit voor Jahwe
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
en riep uit: 'Dat mijn God er mij voor beware zoiets te doen! Zou ik het bloed en het leven van deze mannen drinken? Hun leven hebben zij op het spel gezet om mij dit water te brengen.' Daarom wilde hij er niet van drinken. Zulke dingen deden de drie helden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Abisaï, de broer van Joab, stond aan het hoofd van de dertig; hij zwaaide zijn lans en velde driehonderd man. Maar met de drie kon hij zich niet meten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Om twee feiten was hij de beroemdste van de dertig, zodat hij hun aanvoerder werd; maar tegen de drie kon hij niet op.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Benaja, de zoon van Jojada uit Kabseel, een dapper man die al veel grote daden verricht had, doodde de twee zonen van Ariël uit Moab; ook doodde hij op een dag dat er sneeuw lag een leeuw in een kuil.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Hij velde ook een Egyptenaar, een man vijf el groot, met in zijn hand een lans zo groot als een weversboom, maar Benaja ging met zijn stok op hem af, trok hem de lans uit de vuist, en stak de Egyptenaar met zijn eigen lans dood.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zulke dingen deed Benaja, de zoon van Jojada, en hij werd even beroemd als de drie helden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Maar ofschoon hij bij de dertig zeer hoog in aanzien stond, kon hij zich toch niet met de drie meten. David stelde hem over zijn lijfwacht aan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Dit zijn de helden: Asaël, de broer van Joab; Elchanan, de zoon van Dodo uit Bethlehem;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Sammot, de Harariet, en Cheles, de Peloniet;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ira, de zoon van Ikkes uit Tekoa, Abiezer uit Anatot;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Sibbekai, de Chusatiet, Ilai, de Achochiet;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Maharai, de Netofatiet en Cheled, de zoon van Baana, uit Netofa;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Itai, de zoon van Ribai uit Gibea in Benjamin; Benaja uit Piraton;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Churai uit Nachale-gaas; Abiël, de Arbatiet;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Azmawet uit Bachurim; Eljachba uit Saalbon,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Hasem, de Gizoniet, en Jonatan, de zoon van de Harariet Sage;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Achiam, de zoon van Sakar, de Harariet, en Elifal, de zoon van Ur;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Chefer, de Mekeratiet; Achia, de Peloniet;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Chesro, de Karmeliet; Naarai, de zoon van Ezbai;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Joel, de broer van Natan; Mibchar, de zoon van Hagri;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Selek, de Ammoniet; Nachrai, de Berotiet, wapendrager van Joab, de zoon van Seruja;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Ira uit Jeter en Gareb uit Jeter;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Uria, de Hethiet, Zabad, de zoon van Achlai;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Adina, de zoon van Siza uit Ruben, het hoofd van de Rubenieten, met dertig man;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Chanan, de zoon van Maaka, en Josafat, de Mitniet;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Uzzia, de Asteratiet, Sama en Jeïel, de zonen van Chotam uit Aroer;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Jediaël, de zoon van Simri en Jocha en diens broer, de Tisiet;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Eliël, de Machawiet en Jeribai en Josawja, de zonen van Elnaam, en Jitma, de Moabiet;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Eliël, Obed en Jaasiël uit Mesobaja.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 11 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Dit zijn degenen die zich in Siklag bij David aansloten, toen hij zich niet meer kon vertonen aan het hof van Saul, de zoon van Kis. Het waren helden, geduchte strijders,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
met bogen uitgerust, even vaardig met de linker - als met de rechterhand, zowel bij het slingeren van stenen als bij het schieten met pijl en boog. Van de stamgenoten van Saul uit Benjamin waren het
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Achiezer, hun leider, en Joas, de zonen van Josama uit Gibeat, Jeziël en Pelet, de zonen van Azmawet, Beraka, Jehu uit Anatot,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Jismaja uit Gibeon, een van de dertig helden en tevens hun aanvoerder,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Jirmeja, Jachaziël, Jochanan en Jozabad uit Gedera,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Eluzai, Jerimot, Bealja, Semarja en Sefatja uit Charuf,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Elkana, Jissia, Azarel, Joezer en Jasobam, afstammelingen van Korach,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Joela en Zebadja, de zonen van Jerocham uit Gedo.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ook van de Gadieten voegden sommigen zich bij David in diens schans in de woestijn; het waren flinke mannen, strijdvaardige krijgslieden, uitgerust met schild en lans, vervaarlijk als leeuwen en rap als gazellen op de bergen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 9: 1
Divino afflante Spiritu ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Het waren Ezer, de eerste, Obadja, de tweede, Eliab, de derde,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Mismanna, de vierde, Jirmeja, de vijfde,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Attai, de zesde, Eliël, de zevende,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Jochanan, de achtste, Elzabad, de negende,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Jirmeja, de tiende, Makbannai, de elfde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Het waren Gadieten; zij waren aanvoerders van het leger; de kleinste telde voor honderd en de grootste voor duizend.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Zij waren het die in de eerste maand, toen de Jordaan overal buiten zijn oevers getreden was, erover trokken en al de bewoners van het dal aan oost - en westzijde op de vlucht joegen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen er enige Benjaminieten en Judeeërs naar de schans kwamen om David te spreken,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
ging hij naar buiten en zei: 'Als u met goede bedoelingen hier bent gekomen en mij wilt helpen, dan zal ik u toegedaan zijn als een ware vriend, maar als het is om mij aan mijn tegenstanders te verraden, hoewel er geen onrecht aan mijn handen kleeft, dan moge de God van onze vaderen het zien en het wreken.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen vervulde de geest Amasai, de aanvoerder van de dertig, en hij zei: 'Heil u, David, heil uw volk, zoon van Isaï! Heil u, heil degenen die u helpen, want uw God is uw helper.' Toen nam David hen in zijn troep op en stelde hen als aanvoerders aan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Ook uit Manasse liepen er naar David over, toen hij met de Filistijnen tegen Saul ten strijde trok. In feite konden ze de Filistijnen niet steunen, omdat de stadsvorsten van de Filistijnen David na overleg wegstuurden, want, meenden ze, hij zou overlopen naar Saul, zijn heer, en dat zou hun het leven kosten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen hij dus terugkeerde naar Siklag, sloten enkele Manassieten zich bij hem aan, namelijk Adnach, Jozabad, Jediaël, Michaël, Jozabad, Elihu en Silletai, aanvoerders van duizend uit Manasse.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Ze hielpen David bij het aanvoeren van de troep; het waren allemaal flinke mannen en ze werden oversten van het leger.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Van dag tot dag meldden zich bij David mannen die hem wilden helpen, tot het een leger was geworden zo groot als een leger Gods.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Hier volgen de aantallen van degenen die, ten strijde uitgerust, naar David in Hebron gingen om het koningschap van Saul op hem over te dragen, naar het bevel van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Judeeërs: achtenzestighonderd man, ten strijde uitgerust met schild en lans.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Simeonieten: eenenzeventighonderd strijdbare mannen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Levieten: zesenveertighonderd man,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
waaronder Jojada, de leider van de Aäronieten, met zevenendertighonderd man,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
en Sadok, een flinke jongeman, met zijn familie, die tweeëntwintig aanvoerders telde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Benjaminieten, de stamgenoten van Saul: drieduizend man; de meeste Benjaminieten waren echter tot dusverre trouw gebleven aan het huis van Saul.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Efraimieten: twintigduizend achthonderd flinke mannen, in hoog aanzien bij hun families.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Van half-manasse: achttienduizend man, in het stamregister ingeschreven, gekomen om David tot koning te verheffen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Issakarieten, mensen die op de hoogte waren van hun tijd en wisten wat Israël te doen stond: tweehonderd aanvoerders met al hun broeders over wie ze het bevel voerden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Zebulonieten: vijftigduizend man die onder de wapenen geroepen konden worden, volledig uitgerust voor de strijd en bereid om van ganser harte te helpen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Naftalieten: duizend oversten met zevenendertigduizend man, met schild en speer.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Danieten: achtentwintigduizendzeshonderd man, uitgerust voor de strijd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Aserieten: veertigduizend man die onder de wapenen geroepen konden worden, uitgerust voor de strijd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
En van de overzijde van de Jordaan kwamen er van de Rubenieten, de Gadieten en de andere helft van de stam Manasse honderdtwintigduizend man, volledig uitgerust.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Al deze krijgslieden kwamen in gesloten gelederen vol geestdrift naar Hebron om David te verheffen tot koning over geheel Israël. En ook alle andere Israëlieten wilden eenstemmig David als koning.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Ze bleven daar en vierden met David drie dagen feest. Hun broeders hadden voor hen gezorgd
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
en zelfs hun naburen, tot Issakar, Zebulon en Naftali toe, brachten op ezels, kamelen, muildieren en runderen levensmiddelen: grote hoeveelheden meelspijzen, vijgen en rozijnen, wijn en olie, runderen en schapen, want er heerste vreugde in Israël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 12 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
David pleegde overleg met de aanvoerders van duizend en van honderd en met alle leiders.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij sprak tot heel het verzamelde volk van Israël: 'Als het u goed dunkt en het behaagt aan Jahwe, onze God, laten wij dan boodschappen rondsturen naar alle woonplaatsen van Israël, aan onze broeders die thuis gebleven zijn, en aan de priesters en levieten, woonachtig in de steden waarbij ze hun weidegronden hebben, met het verzoek zich bij ons te voegen,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
om de ark van onze God naar ons over te brengen, want in de dagen van Saul hebben wij er ons niet om bekommerd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De vergadering stemde hierin toe, want heel het volk vond het een goed voorstel.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen liet David de Israëlieten vanaf de beek van Egypte tot aan de weg naar Hamat bijeenkomen om de ark van God uit Kirjat-jearim over te brengen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
David trok met alle Israëlieten op naar Baäla, dat wil zeggen naar Kirjat-jearim in Juda, om vandaar de ark van God te halen welke de naam draagt van Jahwe die op de kerubs troont.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Voor het huis van Abinadab laadden ze de ark van God op een nieuwe wagen; deze werd door Uzza en Achjo begeleid.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
David en alle Israëlieten dansten geestdriftig voor God uit, onder gezang en het spelen van citers, harpen, tamboerijnen, bekkens en trompetten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen ze bij de dorsvloer van Kidon aangekomen waren, dreigden de runderen op hol te slaan. Uzza stak zijn hand uit om de ark tegen te houden,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
maar Jahwe's toorn ontbrandde tegen Uzza en Hij sloeg hem ter plaatse, omdat hij zijn hand uitgestoken had naar de ark. Hij bleef dood liggen voor God.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
David was diep geschokt door de slag waarmee Jahwe Uzza had getroffen. Men noemde die plaats Peres-uzza; zo heet hij vandaag nog.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
David werd daardoor zo bevreesd voor Jahwe dat hij dacht: 'Hoe zou de ark van God ooit bij mij binnen kunnen komen?'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Hij liet de ark niet naar zich overbrengen in de Davidstad, maar gaf haar een onderdak in het huis van Obed-edom, de Gittiet.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Drie maanden bleef de ark van God in het huis van Obed-edom, en Jahwe zegende Obededom en heel zijn bezit.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 13 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Chiram, de koning van Tyrus, zond gezanten naar David met cederhout en met steenhouwers en timmerlieden om te helpen bij de bouw van zijn paleis.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen besefte David dat Jahwe hem inderdaad tot koning van Israël had bevestigd, en dat Jahwe zijn koningschap glorie had verleend omwille van Israël, zijn volk.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
David nam in Jeruzalem nog andere vrouwen, en hij kreeg nog meer zonen en dochters.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Dit zijn de namen van de kinderen die hij in Jeruzalem kreeg: Sammua, Sobab, Natan en Salomo;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Jibchar, Elisua en Elpelet;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Noga, Nefeg en Jafia;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Elisama, Beeljada en Elifalet.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen de Filistijnen hoorden dat David tot koning van heel Israël gezalfd was, rukten ze gezamenlijk op om hem in hun macht te krijgen. Dit kwam David ter ore en hij trok ze tegemoet.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Intussen waren de Filistijnen in de Refaimvlakte aangekomen en hadden zich daar verspreid.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
David vroeg aan God: 'Moet ik tegen de Filistijnen oprukken en zult Gij ze aan mij uitleveren?' En Jahwe antwoordde: 'Ruk op; ik lever ze aan u uit!'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zo kwam David bij Baäl-perasim en daar versloeg hij de Filistijnen. David zei: 'God heeft in het front van mijn vijanden een bres geslagen zoals water een bres slaat!' Vandaar dat die plaats Baäl-perasim heet.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De Filistijnen lieten daar hun afgodsbeelden achter, en deze werden op bevel van David verbrand.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De Filistijnen rukten echter weer op naar het Refaimdal en verspreidden zich daar.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Opnieuw raadpleegde David God. God antwoordde: 'Ga niet recht op hen af, maar trek om hen heen tot gij achter hen bent, in de buurt van de balsemstruiken.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zodra gij in de toppen van de balsemstruiken het geluid hoort van schreden, moet gij ten strijde trekken: uw God trekt dan voor u uit om het leger van de Filistijnen te verslaan.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
David deed zoals God hem bevolen had en hij versloeg het leger van de Filistijnen van Gibeon tot Gezer.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Zijn faam verspreidde zich over alle landen, en door Jahwe's tussenkomst kregen alle volken ontzag voor hem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 14 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen David voor zichzelf een paleis gebouwd had in de Davidstad, paalde hij een plaats af om er een tent op te slaan voor de ark van God.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Bij die gelegenheid beval David: 'Niemand mag de ark van God dragen dan alleen de levieten, want hen heeft Jahwe uitverkoren om de ark van Jahwe te dragen en voor altijd de dienst daarbij te verrichten.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Nu riep David geheel Israël in Jeruzalem bijeen om de ark van Jahwe over te brengen naar de plaats die hij voor haar had afgepaald.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ook riep David de zonen van Aäron en de levieten bijeen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Van de zonen van Kehat: Uriël, de overste, met zijn broeders: honderdtwintig man;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
van de zonen van Merari: Asaja, de overste, met zijn broeders: tweehonderdtwintig man;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
van de zonen van Gersom: Joel, de overste, met zijn broeders, honderddertig man;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
van de zonen van Elisafan: Semaja, de overste, met zijn broeders: tweehonderd man;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
van de zonen van Chebron: Eliël, de overste, met zijn broeders: tachtig man;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
van de zonen van Uzziël: Amminadab, de overste, met zijn broeders: honderdtwaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarna ontbood David de priesters Sadok en Abjatar, en de levieten Uriël, Asaja, Joel, Semaja, Eliël en Amminadab
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
en zei tot hen: 'U, die familiehoofden van de levieten bent, heiligt uzelf en uw broeders, om de ark van Jahwe, de God van Israël, over te brengen naar de plaats die ik voor haar heb afgepaald.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Want de vorige keer, toen u er niet bij was, heeft Jahwe, onze God, ons een zware slag toegebracht, omdat we Hem niet de gepaste eerbied hadden betoond.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De priesters en levieten heiligden zich dus om de ark van Jahwe, de God van Israël, over te brengen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De levieten namen de ark van God met draagstokken op hun schouders, zoals Mozes in opdracht van Jahwe bevolen had.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Ook beval David de oversten van de levieten, de zangers onder hen te laten aantreden met muziekinstrumenten, lieren, harpen en cimbalen, om feestelijke muziek te laten horen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De levieten wezen de volgende personen aan: Heman, de zoon van Joel en uit zijn familie Asaf, de zoon van Berekja, en vervolgens uit de zonen van Merari Etan, de zoon van Kusaja;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
voorts hun broeders van de tweede rang: Zekarja, Ben, Jaaziël, Semiramot, Jechiël, Unni, Eliab, Benaja, Maaseja, Mattitja, Elifelehu, Mikneja, Obed-edom, Jeïel, de poortwachters.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De zangers Heman, Asaf en Etan moesten de bronzen cimbalen slaan;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Zekarja, Aziël, Semiramot, Jechiël, Unni, Eliab, Maaseja en Benaja moesten spelen op hooggestemde lieren
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
en Mattitja, Elifelehu, Mikneja, Obededom, Jeïel en Azazja op harpen, een oktaaf lager, ter begeleiding.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Kenanja, de leviet die de leiding had bij het vervoer, werd, gezien zijn deskundigheid, met het vervoer belast.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Berekja en Elkana moesten de ark bewaken,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
de priesters Sebanja, Josafat, Netanel, Amasai, Zekarja, Benaja en Eliezer moesten op de trompetten blazen voor de ark van God uit, en Obed-edom en Jechia moesten de ark bewaken.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Toen gingen David, de oudsten van Israël en de aanvoerders van duizend op weg om de ark van het verbond van Jahwe op feestelijke wijze uit het huis van Obed-edom af te halen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
En daar God de levieten die de ark van het verbond droegen bijstond, offerden ze zeven stieren en zeven rammen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
David was gekleed in een mantel van fijn linnen, evenals alle levieten die de ark droegen, de zangers en Kenanja, die de leiding had bij het vervoer. David had bovendien een linnen efod aan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Zo bracht heel Israël de ark van het verbond over, onder luid gejuich en onder het geschal van bazuinen en trompetten en onder de klanken van cimbalen, lieren en harpen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Toen de ark van het verbond in de Davidstad aankwam, stond Mikal, de dochter van Saul, voor het venster, en toen ze koning David zag springen en dansen, voelde ze een diepe verachting voor hem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 15 29: 1
De schoonheid van de verwelkoming ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Nadat ze de ark van God de stad binnengebracht hadden, zetten ze haar in de tent die David voor haar had opgeslagen en brachten ze brand - en slachtoffers ter ere van God.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 1: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen David de laatste brand - en slachtoffers had opgedragen, zegende hij het volk in de naam van Jahwe
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 2: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
en hield hij voor alle Israëlieten, mannen en vrouwen, een uitdeling: ze kregen ieder een plat brood, een stuk vlees en een druivenkoek.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 3: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Daarna stelde hij enige levieten aan die de dienst moesten waarnemen bij de ark van Jahwe; ze moesten Jahwe, de God van Israël, roemen, Hem loven en prijzen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 4: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Het waren Asaf, het hoofd, en Zekarja, de tweede in rang, Jeïel, Semiramot, Jechiël, Mattitja, Eliab, Benaja, Obed-edom en Jeïel. Dezen moesten spelen op citers en harpen, en Asaf moest de cimbalen slaan,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 5: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
terwijl de priesters Benaja en Jachaziël voortdurend op de trompetten moesten blazen voor de ark van het verbond met God.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 6: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Die dag liet David voor de eerste maal door Asaf en zijn broeders het' Loof Jahwe' zingen:
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 7: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Loof Jahwe, roep zijn naam aan, maak bij de volken zijn daden bekend!
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 8: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Zing voor Hem; hef een lied voor Hem aan, en spreek over zijn wonderdaden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 9: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Roem op zijn heilige naam; verheugd zij het hart dat Jahwe zoekt.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 10: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Richt u op Jahwe en zijn macht; zoek voortdurend zijn aanschijn.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 11: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Gedenk de wonderen die Hij deed, zijn tekenen, het woord uit zijn mond,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 12: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
gij kroost van Israël, zijn dienaar, gij zonen van Jakob, zijn uitverkorene.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 13: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Hij is Jahwe, onze God; over heel de aarde gelden zijn wetten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 14: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Denk altijd aan zijn verbond, het gebod dat Hij gaf voor duizend geslachten,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 15: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
het verbond dat Hij sloot met Abraham en de eed die Hij Isaak zwoer.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 16: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Hij heeft die voor Jakob tot wet verheven, voor Israël tot een eeuwig verbond,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 17: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
toen Hij zei: u zal Ik Kanaän geven. Ik wijs het u toe als bezit.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 18: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Toen ge nog weinig talrijk waart, een kleine groep in een vreemd land,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 19: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
toen ge zwierf van volk naar volk, van het ene rijk naar het andere,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 20: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
duldde Hij niet dat iemand u verdrukte en tuchtigde koningen om uwentwil:
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 21: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Mystici Corporis Christi ->=geentekst=
Raak niet aan mijn gezalfden, doe mijn profeten geen kwaad!
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 22: 3
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Mystici Corporis Christi ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Heel de aarde, zing Jahwe ter ere, boodschap zijn heil van dag tot dag;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 23: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
verkondig zijn heerlijkheid onder de volken, onder alle volken zijn wonderdaden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 24: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Groot is Jahwe en hoog te prijzen, geducht is Hij boven alle goden;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 25: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
want alle goden der volken zijn afgoden, maar Jahwe heeft de hemel gemaakt!
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 26: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Glans en glorie staan voor zijn aanschijn; van vreugde en macht is zijn woonplaats vervuld.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 27: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Geef aan Jahwe, geslachten der volken, geef aan Jahwe eer en macht.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 28: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Geef aan Jahwe de eer die Hem toekomt, treed met geschenken voor zijn aanschijn, buig u neer voor Jahwe in heilig gewaad,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 29: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
sidder voor Hem, heel de aarde. Vast staat de wereld en ze wankelt niet:
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 30: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Laat de hemelen zich verheugen, de aarde juichen, laat ze de volken verkondigen: Jahwe is koning!
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 31: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Laat bulderen de zee met al wat erin is, laat jubelen het veld met al wat er leeft.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 32: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Laat ook de bomen in het woud zich verblijden om Jahwe, want Hij komt om de aarde te regeren!
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 33: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Loof Jahwe, want Hij is goed, ja eeuwig duurt zijn goedheid.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 34: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Zeg tot Hem: Red ons, God van ons heil. bevrijd ons uit de greep van de volken, en breng ons bijeen om uw heilige naam te loven en uw lof te verkondigen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 35: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Gezegend zij Jahwe, de God van Israël, van eeuwigheid tot eeuwigheid! En heel het volk riep: Amen! Loof Jahwe!
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 36: 2
Orationis formas ->=geentekst=Compendium Eucharisticum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
David stelde Asaf en zijn broeders aan om onafgebroken dagelijks de dienst waar te nemen bij de ark van het verbond.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 37: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Verder stelde hij Obed-edom met zijn broeders, achtenzestig man, en nog een andere Obededom, de zoon van Jedutum, en Chosa aan als poortwachters.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 38: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Maar de priester Sadok met zijn broeders, de priesters, liet hij bij de woning van Jahwe op de offerhoogte van Gibeon,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 39: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
om voortdurend 's morgens en 's avonds op het altaar brandoffers op te dragen voor Jahwe, juist zoals voorgeschreven is in de wet die Jahwe Israël heeft opgelegd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 40: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Bij hem bevonden zich Heman en Jedutun en de overigen die uitgekozen en met name aangewezen waren om ter ere van Jahwe het' Loof Jahwe, want eeuwig duurt zijn goedheid' te zingen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 41: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Heman en Jedutun hadden onder hun hoede de trompetten, cimbalen en andere instrumenten voor de gewijde muziek. En de zonen van Jedutun waren aan de poort.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 42: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Daarop ging het volk naar huis en David keerde terug om zijn gezin te begroeten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 16 43: 1
Orationis formas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen David zijn intrek genomen had in zijn paleis, sprak hij tot Natan, de profeet: 'Zie, zelf woon ik in een paleis van cederhout, maar de verbondsark van Jahwe staat onder tentdoek!'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Natan gaf David ten antwoord: 'Doe gerust alles wat u in de zin heeft; God is met u.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar diezelfde nacht nog werd het woord van God gericht tot Natan:
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
'Ga mijn dienaar David zeggen: Zo spreekt Jahwe! Gij zult voor mij geen huis bouwen om daarin te wonen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Ik heb nooit in een huis gewoond, sinds de tijd dat Ik de Israëlieten uit Egypte geleid heb tot vandaag toe, maar Ik heb rondgetrokken in een tent of tabernakel.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 5: 1
God trekt mee met zijn volk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
En heb Ik ooit, zolang Ik met Israël rondtrok, tot een der rechters die Ik als herders over mijn volk aangesteld had, gezegd: Waarom bouwt gij Mij niet een huis van cederhout?
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zeg daarom aan mijn dienaar David: Zo spreekt Jahwe, de Heer der legerscharen: Ik heb u uit de steppe gehaald, achter de schapen vandaan, om vorst te zijn over mijn volk Israël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Op al uw tochten heb Ik u bijgestaan, al uw vijanden heb Ik vernietigd, uw naam heb Ik groot gemaakt als die van de groten der aarde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ik heb mijn volk Israël een land toegewezen en het daar geplant om er te wonen, zonder nog opgeschrikt of verdrukt te worden door booswichten zoals vroeger,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
in de tijd dat Ik rechters aanstelde over mijn volk Israël. Al uw vijanden heb Ik aan u onderworpen. Ik kondig u aan dat Jahwe voor u een huis zal bouwen!
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Als uw dagen voleind zijn, en gij bij uw vaderen te ruste zijt gegaan, zal Ik een van uw zonen als uw nazaat verheffen, en zijn koninklijke macht in stand houden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 11: 4
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Hij zal mij een huis bouwen en Ik zal zijn koninklijke macht voor altijd in stand houden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 12: 4
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Ik zal hem tot vader zijn en hij Mij tot zoon; nooit zal Ik hem uit mijn gunst verstoten zoals Ik dat gedaan heb met uw voorganger.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 13: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Voor altijd zal Ik hem aanstellen over mijn huis en over mijn koninkrijk: zijn troon zal niet wankelen in eeuwigheid!'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 14: 4
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Interpretatie van de Bijbel in de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Al deze woorden en openbaringen bracht Natan getrouw aan David over.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Daarop ging koning David het heiligdom binnen, zette zich neer voor Jahwe, en bad: 'Wie ben ik, Jahwe God, en wat is mijn huis, dat Gij mij zover gebracht hebt?
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
En nu is u dit alles nog niet genoeg, God: ook over de toekomst van het huis van uw dienaar spreekt Gij, en Gij laat mij, Jahwe God, dingen zien die het begrip van een mens te boven gaan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Wat kan David U nog zeggen, nu Gij uw dienaar zoveel eer hebt aangedaan en hem zoveel vriendschap hebt bewezen?
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Jahwe, al deze grote dingen hebt Gij gedaan terwille van uw dienaar en overeenkomstig uw goedheid, en Gij wilt dat uw dienaar dit alles weet.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Jahwe, niemand is zo groot als Gij, en buiten U is er geen God, zoals blijkt uit alles wat wij zelf gehoord hebben.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
En welk volk kan vergeleken worden met Israël, uw volk, het enige dat Gij kwam vrijkopen om u een naam te verwerven door het verrichten van grote en schrikwekkende daden, en door voor het volk dat Gij uit Egypte bevrijd had de andere volkeren te verdrijven.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Gij hebt Israël gemaakt tot uw volk voor altijd, en Gij, Jahwe, zijt zijn God geworden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Welnu dan, Jahwe, laat het woord dat Gij gesproken hebt over uw dienaar en zijn huis voor altijd bestendig zijn, en handel overeenkomstig uw belofte.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Dan zal uw naam vaststaan en groot zijn voor eeuwig, en men zal zeggen: Jahwe, de Heer der legerscharen is de God van Israël, Hij is Israëls God, en het huis van David, uw dienaar, zal duurzaam zijn voor uw aanschijn.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Want Gij, mijn God, hebt aan uw dienaar geopenbaard dat Gij hem een huis zult bouwen; daarom heeft uw dienaar de moed gevonden, dit gebed tot U te richten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Welnu dan, Jahwe, Gij zijt God; Gij hebt deze weldaad aan uw dienaar beloofd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Wil daarom het huis van uw dienaar zegenen, opdat het voor altijd voor uw aanschijn moge staan: want wat Gij, Jahwe, hebt gezegend, dat blijft gezegend tot in eeuwigheid.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 17 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Enige tijd later versloeg David de Filistijnen. Hij onderwierp hen en nam Gat en onderhorigheden in.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ook versloeg hij de Moabieten, en dezen werden hem voor altijd schatplichtig.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Vervolgens versloeg hij Hadadezer, de koning van Soba, in Hamat, toen deze onderweg was naar de Eufraat, waar hij zich een gedenkteken wilde oprichten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
David veroverde op hem duizend wagens en nam zevenduizend ruiters en twintigduizend man voetvolk gevangen. Hij maakte alle wagens, op honderd na, onbruikbaar.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
En daar de Arameeërs van Damascus Hadadezer, de koning van Soba, te hulp waren gekomen, doodde David tweeëntwintigduizend Arameeërs.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij legerde een garnizoen bij de Arameeërs van Damascus, en ze werden hem schatplichtig. Zo gaf Jahwe aan David de overwinning op al zijn tochten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
David nam de gouden schilden die aan Hadadezers dienaren toebehoord hadden, en voerde ze mee naar Jeruzalem,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
evenals een grote hoeveelheid brons, die hij in Tibchat en Kun, twee steden van Hadadezer, had buitgemaakt, en waarvan Salomo de bronzen Zee, de zuilen en de bronzen voorwerpen zou maken.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Tou, de koning van Hamat, hoorde dat David heel het leger van Hadadezer, de koning van Soba, verslagen had.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Hij stuurde zijn zoon Hadoram naar koning David om zijn opwachting bij hem te maken en hem geluk te wensen met zijn overwinning op Hadadezer, want Tou en Hadadezer hadden altijd op voet van oorlog geleefd. Hadoram bracht geschenken mee van goud, zilver en brons.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Ook deze geschenken wijdde koning David aan Jahwe toe, tezamen met het zilver en het goud dat hij veroverd had op alle andere volkeren, op Edom, en Moab, en Ammon, op de Filistijnen en de Amalekieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Abisaï, de zoon van Seruja, versloeg achttienduizend Edomieten in het Zoutdal.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
In Edom legde David een garnizoen en de Edomieten werden hem schatplichtig.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
David regeerde over heel Israël en hij liet zijn volk recht en gerechtigheid wedervaren.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Joab, de zoon van Seruja, was opperbevelhebber van het leger; Josafat, de zoon van Achilud, was raadsheer;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Sadok, de zoon van Achitub, en Abimelek, de zoon van Abjatar, waren priester; Sawsa was schrijver;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Benaja, de zoon van Jojada, was bevelhebber van de Keretieten en Peletieten, en de zonen van David bekleedden de belangrijkste posten bij de koning.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 18 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Enige tijd later stierf Nachas, de koning van Ammon, en hij werd opgevolgd door zijn zoon.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
David besloot tegenover Chanun, de zoon van Nachas, even vriendelijk te zijn als zijn vader voor David geweest was, en hij zond gezanten om Chanun zijn deelneming te betuigen met de dood van zijn vader. Toen zijn dienaren in Ammon aankwamen om Chanun Davids leedwezen te betuigen,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
zeiden de leiders van de Ammonieten tot Chanun: 'Dacht u dat David uw vader wil eren met u door zijn gezanten zijn deelneming te betuigen? Nee, zijn dienaren zijn alleen maar naar u gekomen om de stad te verkennen, haar te bespioneren, en haar dan te verwoesten.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Daarop liet Chanun Davids dienaren gevangen nemen; hij liet ze kaal scheren, hun kleren halverwege tot op dijhoogte afknippen en ze zo wegsturen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen dit aan David gemeld werd, zond de koning boden naar de mannen die zo diep vernederd waren, en hij liet ze zeggen in Jericho te blijven en pas terug te keren nadat hun baard weer aangegroeid zou zijn.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De Ammonieten begrepen dat ze het bij David verbruid hadden. Daarom zonden Chanun en de Ammonieten mannen uit met duizend talenten zilver, om in Aram-naharaim, in Aram-maaka en Soba strijdwagens en ruiters te huren.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ze slaagden erin tweeëndertigduizend strijdwagens te huren, alsook de koning van Maaka met diens leger. Dezen rukten uit en sloegen hun kamp op voor Medeba; de Ammonieten sloten zich uit hun steden bij hen aan, en zo trokken zij ten strijde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 7: 1
Tot de meisjes van de Italiaanse Katholieke Actie ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen David dat vernam, stuurde hij Joab met heel zijn leger van dappere krijgers erop af.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De Ammonieten rukten op en stelden zich op bij de poort van hun stad, terwijl de koningen die gekomen waren om te helpen zich in het open veld gescheiden opstelden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Joab zag dat hij zowel voor als achter zich zou moeten strijden, en koos daarom de dapperste Israëlieten uit en stelde dezen op tegenover de Arameeërs.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De rest van het leger vertrouwde hij toe aan zijn broer Abisaï, en dezen stelden zich op tegenover de Ammonieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Joab zei: 'Als de Arameeërs mij te sterk zijn, moet je mij te hulp komen; als de Ammonieten jou te sterk zijn, zal ik op mijn beurt jou te hulp komen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Wees flink en laat ons dapper zijn voor ons volk en voor de steden van onze God, en moge Jahwe laten gebeuren wat Hem goeddunkt.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen trok Joab met zijn leger op tegen de Arameeërs en dezen moesten voor hem de vlucht nemen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Zodra de Ammonieten zagen dat de Arameeërs gevlucht waren, sloegen ook zij voor Abisaï, Joabs broer, op de vlucht. Zij vluchtten de stad in. Daarop trok Joab terug naar Jeruzalem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen de Arameeërs zagen, dat ze door de Israëlieten waren verslagen, zonden ze gezanten en lieten de Arameeërs van de overzijde van de Rivier te hulp roepen onder aanvoering van Sofak, de legeraanvoerder van Hadadezer.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
David ontving bericht hiervan; hij verzamelde alle Israëlieten en trok de Jordaan over, de Arameeërs tegemoet. Hij stelde zich tegenover hen in slagorde op en zij raakten slaags.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De Arameeërs sloegen voor Israël op de vlucht en David doodde zevenduizend paarden en veertigduizend man voetvolk, en Sofak, de legeraanvoerder, liet hij ter dood brengen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De vazallen van Hadadezer begrepen dat zij niet tegen de Israëlieten opgewassen waren; ze sloten dus vrede met David en onderwierpen zich. De Arameeërs wachtten zich voortaan wel, de Ammonieten nog te helpen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 19 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Omstreeks de jaarwisseling, in de tijd dat de koningen te velde trekken, liet Joab het leger uitrukken; hij verwoestte het land van de Ammonieten en sloeg het beleg voor Rabba. David was in Jeruzalem gebleven. Joab veroverde Rabba en verwoestte de stad.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 20 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen nam David hun koning zijn kroon van het hoofd. Deze was van goud en woog een talent en er zat een kostbare steen in. Voortaan droeg David deze kroon. Hij liet de stad plunderen en behaalde er een grote buit.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 20 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De bewoners van de stad voerde hij weg en hij liet ze dwangarbeid verrichten met zagen, ijzeren houwelen en bijlen. Zo deed hij met alle steden van Ammon. Daarna trok David met heel zijn leger terug naar Jeruzalem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 20 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Een tijd later kwam het in Gezer tot een gevecht met de Filistijnen. Bij die gelegenheid sloeg Sibbekai, de Chusatiet, Sippai, een Refaiet dood.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 20 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
In een andere schermutseling met de Filistijnen doodde Elchanan, de zoon van Jair, Lachmi, de broer van Goliat, de Gittiet, wiens lansschacht zo dik als een weversboom was!
Referenties naar alinea 1 Kronieken 20 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Nog later, in een gevecht bij Gat, was er een reus die aan elke hand zes vingers, en aan elke voet zes tenen had, dus vierentwintig vingers en tenen. Ook hij was een Refaiet.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 20 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Hij daagde de Israëlieten honend uit, maar Jonatan, de zoon van Sima, de broer van David, sloeg hem neer.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 20 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Dat waren allemaal Refaieten van Gat; ze sneuvelden door de hand van David en zijn soldaten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 20 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Eens keerde Satan zich tegen Israël. Hij zette David ertoe aan een volkstelling te houden in Israël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
David gaf Joab en de leiders van het volk bevel alle Israëlieten van Berseba tot Dan te gaan tellen en hem te laten weten hoe talrijk ze waren.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar Joab antwoordde: 'Jahwe moge het volk nog honderdmaal talrijker maken, en allen, mijn heer en koning, zullen zij dienaren zijn van mijn heer; waarom echter wil mijn heer dit weten, en waarom zouden we een schuld laden op Israël?'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar omdat hij zich niet kon onttrekken aan het bevel van de koning, ging Joab op weg: hij reisde heel Israël af, en keerde toen terug naar Jeruzalem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Joab deelde het resultaat van de volkstelling aan David mee: Israël telde een miljoen en honderdduizend weerbare mannen, en Juda vierhonderdzeventigduizend.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Levi en Benjamin had hij echter niet geteld; zoveel afkeer had Joab gehad van het koninklijk bevel.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Het gebeurde had God ten zeerste ontstemd, en daarom wilde Hij Israël straffen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen bad David tot God: 'Ik heb zwaar gezondigd door dit te doen; vergeef echter de zonde van uw dienaar, ik heb me erg dwaas gedragen.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
En Jahwe sprak tot Gad, de ziener van David, als volgt:
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
'Ga naar David toe en zeg: Zo spreekt Jahwe: Ik houd u drie straffen voor, uit welke u er een moet kiezen; daarmee zal Ik u dan treffen.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Gad ging naar David toe en zei hem: 'Zo spreekt Jahwe: Doe een keus:
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Ofwel drie jaar lang hongersnood, of drie maanden vluchten voor uw vijanden onder het woeden van het vijandelijke zwaard, of drie dagen het zwaard van Jahwe: de pest in het land. Jahwe's verderfengel over heel het gebied van Israël. Overleg nu wat ik moet antwoorden aan Hem die mij zendt!'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen zei David tot Gad: 'Ik ben ten zeerste ontsteld, maar ik wil liever vallen in de handen van Jahwe, wiens erbarming groot is, dan in de handen der mensen.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen liet Jahwe de pest komen over Israël en er vielen zeventigduizend slachtoffers.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Ook naar Jeruzalem stuurde God zijn engel om er verderf te stichten. Maar toen deze daarmee wilde beginnen en Jahwe dit zag, kreeg Jahwe spijt over het onheil en Hij zei tot de verderfengel: 'Het is nu genoeg; trek uw hand terug.' De engel van Jahwe stond juist bij de dorsvloer van Ornan, de Jebusiet.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen David zijn ogen opsloeg en de engel van Jahwe zag staan tussen hemel en aarde, met het getrokken zwaard in de hand uitgestrekt tegen Jeruzalem, vielen hij en de oudsten, gekleed in zakken, op de grond neer.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
En David sprak tot God: 'Heb niet ik het bevel gegeven tot de volkstelling, en ben niet ik degene die gezondigd heeft en zwaar misdaan? Wat hebben deze schapen dan gedaan? Laat uw hand, Jahwe, mijn God, liever neerkomen op mij en het huis van mijn vader, zodat het volk niet aan deze plaag ten onder gaat.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Nu sprak de engel van Jahwe tot Gad: 'Zeg aan David, dat hij voor Jahwe een altaar gaat oprichten op de dorsvloer van Ornan, de Jebusiet.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
David ging dus op weg, zoals Gad hem in Jahwe's naam bevolen had.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Ornan was juist de tarwe aan het dorsen. Toen hij zich omkeerde zag hij de engel staan; vlug verborg hij zich met zijn vier kinderen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Daar kwam David naar Ornan toe. Toen deze opkeek, zag hij David; hij verliet de dorsvloer en boog zich voor David diep ter aarde neer.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
En David zei tot Ornan: 'Sta mij het terrein van de dorsvloer af; ik wil er een altaar voor Jahwe op bouwen. Verkoop het me voor de volle prijs, opdat de plaag mag wijken van het volk.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Ornan antwoordde: 'Neem het maar en laat mijn heer, de koning, ermee doen wat hij wenst. Hier heeft u de runderen voor het brandoffer, de dorssleden kunnen dienen als brandhout, en de tarwe als meeloffer; alles schenk ik u.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Maar koning David zei tot Ornan: 'Geen sprake van! Ik wil alles tegen de volle prijs kopen; ik wil niets van u wegnemen om het aan Jahwe te offeren, en geen brandoffers opdragen die mij niets gekost hebben.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
David betaalde toen aan Ornan voor het terrein een bedrag van zeshonderd gouden sikkels.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Hij bouwde er een altaar ter ere van Jahwe, droeg brandoffers op en slachtoffers, en riep Jahwe aan. En Jahwe antwoordde met vuur uit de hemel, dat het brandoffer op het altaar verteerde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Daarop beval Jahwe de engel zijn zwaard in de schede te steken.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Omdat David bij die gelegenheid ondervonden had dat Jahwe hem verhoorde op de dorsvloer van Ornan, de Jebusiet, begon hij daar te offeren.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De tabernakel van Jahwe welke Mozes in de woestijn had laten maken, met het brandofferaltaar, bevond zich toen nog op de offerhoogte van Gibeon.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Maar David durfde daar God niet meer te gaan vereren: zoveel ontzag had hij gekregen voor het zwaard van Jahwe's engel.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 21 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen zei David: 'Hier is het huis van Jahwe God, en dit is het brandofferaltaar van Israël.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Nu beval David, de vreemdelingen die in Israël woonden bijeen te brengen; hij stelde ze aan als steenhouwers om steenblokken te houwen voor de bouw van het huis van God.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Ook liet David een grote voorraad ijzer aanleggen voor de spijkers in de poortdeuren en voor de ankers, en een zo grote hoeveelheid brons dat het niet te wegen viel;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
verder ontelbare ceders die de Sidoniers en Tyriers in grote hoeveelheden aan David leverden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
David dacht namelijk: 'Mijn zoon Salomo is nog onvolwassen en onervaren, terwijl het huis dat voor Jahwe gebouwd moet worden zo groot moet zijn dat de roem van zijn luister tot alle landen doordringt; laat ik dus voorbereidingen voor hem treffen.' Toen David stierf had hij reeds uitgebreide voorbereidingen getroffen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
David ontbood zijn zoon Salomo en gaf hem opdracht, een huis te bouwen voor Jahwe, de God van Israël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
En David zei tot Salomo: 'Mijn zoon, ikzelf had het voornemen, een huis te bouwen voor de naam van Jahwe, mijn God.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar het woord van Jahwe werd tot mij gericht: Gij hebt veel bloed vergoten en grote oorlogen gevoerd. Gij moogt voor mijn naam geen huis bouwen; want ge hebt voor mijn aanschijn teveel bloed op aarde vergoten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 8: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zie, u zal een zoon geboren worden; het zal een man zijn die rust brengt, want Ik zal zorgen dat zijn vijanden hem aan alle kanten met rust laten. Hij zal Salomo heten, want in zijn tijd zal Ik vrede en rust aan Israël schenken.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 9: 1
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Hij zal een huis bouwen voor mijn naam; hij zal Mij een zoon zijn en Ik hem een vader, en Ik zal voor altijd zijn koningstroon in Israël bevestigen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Welnu dan, mijn zoon, moge Jahwe met je zijn, opdat je de bouw van het huis voor Jahwe, onze God, tot een gelukkig einde mag brengen, naar het woord dat Hij over jou gesproken heeft.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Jahwe geve je verstand en inzicht als Hij je aanstelt over Israël, om de wet te onderhouden van Jahwe, onze God.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Alleen dan zul je voorspoed hebben als je nauwlettend de wetten en voorschriften onderhoudt die Jahwe door Mozes aan Israël gegeven heeft. Wees sterk en moedig; vrees niet en laat je niet afschrikken.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Met veel zwoegen heb ik voor het huis van Jahwe honderdduizend talenten goud bijeengebracht, een miljoen talenten zilver en een zo grote voorraad brons en ijzer dat het niet te wegen valt; ook heb ik hout en stenen opgeslagen. Jij zult die voorraad vermeerderen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Je hebt de beschikking over een groot aantal werklieden, steenhouwers, metselaars, timmerlieden en vaklieden voor allerlei werk
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
in goud, zilver, brons en ijzer, zonder tal. Welnu dan, aan het werk! En moge Jahwe je bijstaan.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Verder gelastte David alle magistraten van Israël, zijn zoon Salomo te helpen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Hij zei: 'Jahwe, uw God, is immers met u? Hij heeft u toch aan alle kanten rust gegeven? Hij heeft de inwoners van het land aan mij overgeleverd en het land is onderworpen aan Jahwe en aan zijn volk.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Richt dus uw hart en uw geest op de dienst van Jahwe, uw God, en begin met de bouw van het heiligdom voor Jahwe God; dan kunnen de ark van het verbond en de heilige vaten overgebracht worden naar het huis dat voor de naam van Jahwe gebouwd wordt.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 22 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen David oud geworden was en van het leven verzadigd, verhief hij zijn zoon Salomo tot koning over Israël
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
en riep hij alle magistraten van Israël, de priesters en de levieten bijeen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De levieten van dertig jaar en ouder werden een voor een geteld; hun aantal bedroeg achtendertigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Van hen moesten er vierentwintigduizend leiding geven bij de dienst in het huis van Jahwe, zesduizend werden aangesteld als schrijvers en rechters,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
vierduizend als poortwachters, en vierduizend moesten Jahwe loven op de muziekinstrumenten die David daarvoor had laten maken.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 5: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
David deelde ze in afdelingen in, naargelang ze afstamden van Gerson, Kehat of Merari, de zonen van Levi.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Tot de Gersonieten behoorden Ladan en Simi.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De zonen van Ladan waren Jechiël, het hoofd, Zetam en Joel, tezamen drie.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De zonen van Simi waren Selomit, Chaziël en Haran, tezamen drie. Dat waren de familiehoofden van Ladan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De zonen van Simi waren Jachat, Zina, Jeus en Beria; dat waren de zonen van Simi, tezamen vier.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Jachat was het hoofd en Zina zijn plaatsvervanger; Jeus en Beria hadden niet veel zonen; daarom vormden ze samen een familie, een dienstgroep.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De zonen van Kehat waren Amram, Jishar, Chebron en Uzziël, tezamen vier.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De zonen van Amram waren Aäron en Mozes. Aäron werd uitgekozen, hij en zijn zonen voor altijd, om gewijd te worden als een hoogheilig persoon, die altijd wierook moest branden voor Jahwe, hem moest dienen en in zijn naam zegenen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Wat Mozes, de man Gods, betreft: zijn zonen werden tot de stam van de levieten gerekend.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De zonen van Mozes waren Gersom en Eliezer.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De zoon van Gersom was Sebuël, het hoofd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De zoon van Eliezer was Rechabja, het hoofd. Eliezer had geen andere zonen maar de zonen van Rechabja waren zeer talrijk.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
De zoon van Jishar was Selomit, het hoofd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De zonen van Chebron waren Jeria, het hoofd, Amarja, de tweede zoon, Jachaziël, de derde, en Jekamam, de vierde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De zonen van Uzziël waren Micha, het hoofd, en Jissia, zijn plaatsvervanger.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De zonen van Merari waren Machli en Musi, de zonen van Machli Elazar en Kis.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Elazar liet bij zijn dood geen zonen, maar alleen dochters na; hun neven, de zonen van Kis, namen hen tot vrouw.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De zonen van Musi waren Machli, Eder en Jeremot, tezamen drie.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Dat waren dus de zonen van Levi naar hun families, met hun familiehoofden, een voor een met name ingeschreven; zij verrichten het dienstwerk in het huis van Jahwe; ze waren twintig jaar of ouder.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
David zei: 'Jahwe, de God van Israël, heeft zijn volk rust geschonken en Hij woont voor altijd in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Nu hoeven de levieten niet langer zijn woning en heel haar inventaris te vervoeren.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Volgens de laatste aanwijzingen van David werd het getal der zonen van Levi berekend naar hen die twintig jaar waren of ouder.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ze stonden de zonen van Aäron bij in de dienst in het huis van Jahwe, voor het toezicht op de voorhoven en de zalen en op de reinheid van de heilige voorwerpen en voor het verrichten van ander dienstwerk in het huis van God.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Ook moesten ze zorgen voor de toonbroden, voor de bloem voor het meeloffer, voor de ongezuurde dunne koeken, voor wat op de bakplaat gebakken wordt en wat er met olie wordt aangemaakt, en ze moesten letten op alle maten en afmetingen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Verder moesten ze elke morgen gereed staan om Jahwe te loven en te prijzen; zo ook elke avond.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Bij het opdragen van de brandoffers voor Jahwe op de sabbat, op de dag van de nieuwe maan en andere hoogtijdagen moesten zij in het voorgeschreven aantal voortdurend voor Jahwe staan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Zo moesten ze de dienst waarneme n bij de tent van de samenkomst, bij het heiligdom, en hun broeders, de zonen van Aäron, behulpzaam zijn bij de dienst in het huis van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 23 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De zonen van Aäron waren als volgt ingedeeld. De zonen van Aäron waren Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Nadab en Abihu stierven eerder dan hun vader en lieten geen kinderen na, zodat alleen Eleazar en Itamar het priesterambt bekleedden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
David, met Sadok, een van de zonen van Eleazar, en Achimelek, een van de zonen van Itamar, deelde hen voor het dienstwerk in afdelingen in.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen bleek dat de zonen van Eleazar talrijker waren dan de zonen van Itamar. Daarom werden de zonen van Eleazar ingedeeld onder zestien familiehoofden en de zonen van Itamar onder acht familiehoofden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De groepen werden ingedeeld door loting, op voet van gelijkheid, omdat er zowel onder de zonen van Eleazar als onder die van Itamar heilige en door God begenadigde leiders waren.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Ze werden ingeschreven door de schrijver Semaja, de zoon van Netanel, een van de levieten, in tegenwoordigheid van de koning, van de magistraten, van de priester Sadok, van Achimelek, de zoon van Abjatar, en van de familiehoofden van de priesters en van de levieten. Telkens werden er twee families genomen van Eleazar tegen een van Itamar.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Het eerste lot viel op Jojarib, het tweede op Jedaja,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
het derde op Charim, het vierde op Seorim,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
het vijfde op Malkia, het zesde op Miamin,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
het zevende op Hakkos, het achtste op Abia,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
het negende op Jesua, het tiende op Sekanja,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
het elfde op Eljasib, het twaalfde op Jakim,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
het dertiende op Chuppa, het veertiende op Jesabab,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
het vijftiende op Bilga, het zestiende op Immer,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
het zeventiende op Chezir, het achttiende op Happisses,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
het negentiende op Petachja, het twintigste op Jechezkel,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
het eenentwintigste op Jakin, het tweeëntwintigste op Gamul,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
het drieëntwintigste op Delaja, het vierentwintigste op Maazja.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Volgens deze indeling in dienstgroepen moesten ze aantreden in het huis van Jahwe voor het verrichten van hun taak naar de voorschriften die hun vader Aäron, in opdracht van Jahwe, de God van Israël, hun gegeven had.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Wat de overige zonen van Levi betreft: van Amram stamde Subaël af, van Subaël Jechdejahu.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Wat Rechabja betreft: van hem stamde het hoofd Jissia af.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Tot de afstammelingen van Jishar behoorde Selomot; van Selomot stamde Jachat af.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De zonen van Chebron waren Jeria, Amarja, de tweede zoon, Jachaziël, de derde, en Jekamam, de vierde.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De zoon van Uzziël was Micha: van Micha stamde Samir af.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De broeder van Micha was Jissia; van Jissia stamde Zekarja af.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Afstammelingen van Merari waren Machli en Musi, de zonen van zijn zoon Jaaziahu.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Afstammelingen van Merari door zijn zoon Jaaziahu waren verder Soham, Zakkur en Ibri.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Van Machli stamde Elazar af; deze had geen zonen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Wat Kis betreft: zijn zoon was Jerachmeël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
De zonen van Musi waren Machli, Eder en Jerimot. Dat waren de verschillende families van de levieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Ook zij werden bij loting ingedeeld, de voorname families zo goed als de minder voorname, juist zoals geschied was met hun broeders, de zonen van Aäron, in tegenwoordigheid van koning David, van Sadok, van Achimelek, van de familiehoofden van de priesters en van de levieten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 24 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Verder kozen David en de legeroversten voor de eredienst uit de zonen van Asaf, van Heman en van Jedutun om, begeleid door lieren, harpen en cimbalen, lofliederen te zingen. De lijst van de mannen die voor deze taak waren aangewezen, bevatte de volgende namen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De groep van Asaf bestond uit de zonen van Asaf: Zakkur, Jozef, Netanja en Asarela. Zij ondersteunden het gezang van Asaf, wanneer die zich uitte in lofliederen, zoals de koning hem had opgedragen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 2: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De groep van Jedutun: Gedalja, Seri, Jesaja, Chasabja en Mattitja, tezamen zes, die het gezang van hun vader Jedutun ondersteunden wanneer hij, begeleid door de lier, zich uitte in liederen om Jahwe te loven en te prijzen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 3: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De groep van Heman bestond uit de zonen van Heman: Bukkia, Mattanja, Uzziël, Sebuël, Jerimot, Chananja, Chanani, Eliata, Giddalti, Romamti-ezer, Josbekasja, Malloti, Hotir en Machaziot.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 4: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zij allen waren zonen van Heman, de ziener van de koning; God had Heman beloofd dat Hij zijn hoorn zou verheffen en daarom had Hij hem veertien zonen en drie dochters gegeven.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 5: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zij allen moesten het gezang ondersteunen van hun vaders Asaf, Jedutun en Heman, wanneer dezen, begeleid door cimbalen, lieren en harpen, liederen zongen ter ere van Jahwe bij de eredienst in het huis van God, zoals de koning hun had opgedragen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 6: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Met inbegrip van hun broeders die geoefend waren in het zingen van liederen ter ere van Jahwe, bedroeg hun aantal in het geheel tweehonderdachtentachtig volleerde zangers.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 7: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hun diensten werden bij loting geregeld; dat gold voor de voornameren evengoed als voor de minder voornamen, voor de volleerde zangers evengoed als voor de leerlingen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 8: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Als eerste werd door het lot Jozef aangewezen uit de groep van Asaf. Als tweede Gedalja; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 9: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Als derde Zakkur; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 10: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Als vierde Jisri; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 11: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Als vijfde Netanja; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 12: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Als zesde Bukkia; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 13: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Als zevende Jesarela; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 14: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Als achtste Jesaja; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 15: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Als negende Mattanja; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 16: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Als tiende Simi; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 17: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Als elfde Azarel; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 18: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Als twaalfde Chasabja; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 19: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Als dertiende Subaël; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 20: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Als veertiende Mattitja; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 21: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Als vijftiende Jeremot; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 22: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Als zestiende Chananja; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 23: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Als zeventiende Josbekasja; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 24: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Als achttiende Chanani; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 25: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Als negentiende Malloti; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 26: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Als twintigste Eliata; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 27: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Als eenentwintigste Hotir; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 28: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Als tweeëntwintigste Giddalti; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 29: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Als drieëntwintigste Machaziot; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 30: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Als vierentwintigste Romamti-ezer; met zijn broeders en zonen samen twaalf man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 25 31: 1
Musicae sacrae disciplina ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Hier volgen de afdelingen van de poortwachters. De Korchieten: tot hen behoorde Meselemja, de zoon van Korach, een van de zonen van Asaf.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De zonen van Meselemja waren Zekarja, de eerstgeborene, Jediaël, de tweede zoon, Zebadja, de derde, Jatniël, de vierde,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Elam, de vijfde, Jochanan, de zesde, en Eljoenai, de zevende.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De zonen van Obed-edom waren Semaja, de eerstgeborene, Jozabad, de tweede zoon, Joach, de derde, Sakar, de vierde, Netanel, de vijfde,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Ammiël, de zesde, Jissakar, de zevende en Peulletai, de achtste. Waarlijk, God had hem gezegend.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De zonen die Semaja, de zoon van Obed-edom, geboren werden, kregen de leiding over hun familie, want het waren mannen van aanzien.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De zonen van Semaja waren Otni, Refaël, Obed, Elzabad met zijn broers, Elihu en Semakjahu, die mannen van aanzien waren.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Zij allen stamden van Obed-edom af; zij, hun zonen, hun broeders waren flinke mannen berekend voor hun taak; het waren er tweeënzestig.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ook de zonen en broeders van Meselemja waren flinke mannen; zij waren achttien in getal.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Van de zonen van Chosa, de zoon van Merari, was Simri het hoofd; hij was door zijn vader als hoofd aangesteld, ofschoon hij niet de eerstgeborene was.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Chilkia was de tweede zoon, Tebaljahu de derde, Zekarja de vierde; in het geheel had Chosa zestien zonen en broeders.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Deze afdelingen van poortwachters hadden, evenals hun broeders, naar gelang van hun aantal een taak te verrichten in het huis van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Door het lot bepaalden zij, de voornamere families evengoed als de minder voorname, wie de verschillende poorten moesten bewaken.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De Oostpoort werd bij loting toegewezen aan Selemja. Zijn zoon Zekarja, een verstandig raadsman, kreeg door het lot de Noordpoort toegewezen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Aan Obed-edom viel de Zuidpoort toe, en aan zijn zonen de opslagplaats.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Aan Suppim en Chosa viel de Westpoort toe, samen met de Salleketpoort bij de oplopende straat; de ene wachtpost lag naast de andere.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Aan de oostkant stonden dagelijks zes levieten, aan de noordkant vier, aan de zuidkant vier; bij de opslagplaats moesten er steeds twee staan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Aan de westkant, bij het Parbarhuis, stonden er vier aan de oplopende straat en twee bij het gebouw zelf.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Dat waren de afdelingen van de poortwachters, bestaande uit de zonen van Korach en van Merari.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De levieten, hun collega's, belast met het toezicht op de schatten van het huis van God en op de wijgeschenken, waren de volgende:
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Jechiëli, de zoon van Ladan, de Gersoniet, en hoofd van de familie;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
verder de zonen van Jechiëli: Zetam en zijn broer Joel, die het toezicht hadden op de schatten in het huis van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Uit de families van Amram, Jishar, Chebron en Uzziël waren het de volgende:
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Sebuël, de zoon van Gersom, de zoon van Mozes, was de hoogste beheerder van de schatten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Zijn neef, de zoon van Eliezer, was Rechabja, diens zoon was Jesaja, diens zoon Joram, diens zoon Zikri, diens zoon Selomit.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Deze Selomit had met zijn broeders het toezicht op de wijgeschenken van koning David, de familiehoofden, de oversten van duizend en van honderd, en de legeroversten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Uit de oorlogsbuit hadden ze die gewijd tot verrijking van het huis van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ook stond alles wat de ziener Samuël, Saul, de zoon van Kis, Abner, de zoon van Ner, en Joab, de zoon van Seruja, of wie dan ook als wijgeschenk geofferd hadden, onder toezicht van Selomit en diens broeders.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Van de Jisharieten waren Kenanja en zijn zonen buiten de tempel werkzaam, als ambtenaren en rechters over Israël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Van de Chebronieten waren Chasabja en zijn broeders, zeventienhonderd mannen van aanzien, belast met het bestuur van Israël in het gebied ten westen van de Jordaan, voor alles wat de verering van Jahwe en de dienst van de koning betrof.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Van de Chebronieten was Jeria het hoofd. Wat de geslachten en families van de Chebronieten betreft: in het veertigste jaar van de regering van David bleek bij een bevolkingsonderzoek dat ze in Jazer van Gilead mannen van aanzien hadden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Ook de broeders van Jeria waren mannen van aanzien, tezamen zevenentwintighonderd familiehoofden. Koning David belastte hen met het bestuur van de Rubenieten, de Gadieten en half Manasse, voor alles wat de dienst van God en die van de koning betrof.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 26 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Hier volgt een opsomming van de familiehoofden van Israël, aanvoerder van duizend en van honderd, die met hun beambten de koning dienden door de leiding van de legerafdelingen, waarvan er maandelijks een opkwam en een met verlof ging. Elke legerafdeling telde vierentwintigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Aan het hoofd van de eerste afdeling, die in de eerste maand opkwam, stond Jasobam, de zoon van Zabdiël; zijn afdeling telde vierentwintigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij was een van de zonen van Peres en stond aan het hoofd van alle legeroversten van de eerste maand.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Aan het hoofd van de afdeling van de tweede maand stond Dodai, de Achochiet; tot zijn afdeling, die vierentwintigduizend man telde, behoorde de vorst Miklot.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De derde legeroverste, voor de derde maand, was Benaja, de zoon van de hogepriester Jojada; zijn afdeling telde vierentwintigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Deze Benaja was een van de dertig helden en stond aan het hoofd van de dertig; tot zijn afdeling behoorde zijn zoon Ammizabad.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De vierde aanvoerder, voor de vierde maand, was Asaël, de broer van Joab, en na hem zijn zoon Zebadja; zijn afdeling telde vierentwintigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De vijfde aanvoerder, voor de vijfde maand, was de overste Samhut, de Jizrachiet; zijn afdeling telde vierentwintigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De zesde aanvoerder, voor de zesde maand, was Ira, de zoon van Ikkes, uit Tekoa; zijn afdeling telde vierentwintigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De zevende aanvoerder, voor de zevende maand, was Cheles, de Peloniet, uit Efraim; zijn afdeling telde vierentwintigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De achtste aanvoerder voor de achtste maand, was Sibbekai uit Chusa, uit de familie van Zerach; zijn afdeling telde vierentwintigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De negende aanvoerder, voor de negende maan, was Abiezer uit Anatot in Benjamin; zijn afdeling telde vierentwintigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De tiende aanvoerder, voor de tiende maand, was Maharai uit Netofa, uit de familie van Zerach; zijn afdeling telde vierentwintigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De elfde aanvoerder, voor de elfde maand, was Benaja uit Piraton in Efraim; zijn afdeling telde vierentwintigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De twaalfde aanvoerder, voor de twaalfde maand, was Cheldai uit Netofa, een afstammeling van Otniël; zijn afdeling telde vierentwintigduizend man.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Aan het hoofd van de stammen van Israël stonden de volgende personen: vorst van Ruben was Eliezer, de zoon van Zikri; van Simeon: Sefatja, de zoon van Maaka;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
van Levi: Chasabja, de zoon van Kemuël; van Aäron: Sadok;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Van Juda: Elihu, een van Davids broeders; van Issakar: Omri, de zoon van Michaël;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
van Zebulon: Jismaja, de zoon van Obadja; van Naftali: Jerimot, de zoon van Azriël;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
van Efraim: Hosea, de zoon van Azazja; van de ene helft van de stam Manasse: Joel, de zoon van Pedaja;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
van de andere helft van Manasse, in Gilead: Jiddo, de zoon van Zekarja; van Benjamin: Jaasiël, de zoon van Abner;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
van Dan: Azarel, de zoon van Jerocham. Dat waren de oversten van de stammen van Israël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Degenen die twintig jaar of jonger waren had David niet laten tellen, omdat Jahwe hem beloofd had, Israël even talrijk te maken als de sterren aan de hemel.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Joab, de zoon van Seruja, was wel begonnen met de telling, maar had die niet voltooid, omdat daardoor een hevige toorn over Israël gekomen was. Daarom is dat aantal niet opgenomen in de annalen van koning David.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Over de schatkist van de koning ging Azmawet, de zoon van Adiël; over de bezittingen op het land, in de steden, in de dorpen en vestigingen ging Jonatan, de zoon van Uzzia;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
over de landarbeiders die de akkers moesten bewerken ging Ezri, de zoon van Kelub.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Over de wijngaarden ging Simi uit Rama; over de opslag van wijn bij de wijngaarden ging Zabdi uit Sefam.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Over de olijfbomen en de moerbeibomen in de Sefela ging Baäl-chanan uit Geder; over de opslag van olie ging Joas.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Over de runderen die in de Saronvlakte weidden ging Sitrai, de Saroniet, en over de runderen in de dalen Safat, de zoon van Adlai.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Over de kamelen ging Obil, de Ismaëliet; over de ezelinnen ging Jechdejahu uit Meronot.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Over de schapen ging Jaziz, de Hagriet. Dat waren de beheerders van de bezittingen van koning David.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Jonatan, een oom van David, een scherpzinnig en geletterd man, was raadsman; Jechiël, de zoon van Chakmoni, was belast met de opvoeding van de prinsen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Achitofel was eveneens raadsman van de koning; Chusai, de Arkiet, was vertrouwensman van de koning.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Na Achitofel waren het Jojada, de zoon van Benaja en Abjatar. De legeroverste van de koning was Joab.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 27 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
David riep alle magistraten van Israël in Jeruzalem bijeen: de stamhoofden, de aanvoerders van de legerafdelingen die de koning dienden, zowel de aanvoerders van duizend als van honderd, de beheerders van alle goederen en het vee van de koning, de opvoeders van zijn zonen, samen met de hovelingen, de helden en alle mannen van aanzien.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen stond koning David op en sprak: 'Luister naar mij, mijn broeders en mijn volk! Ik had het voornemen, een huis te bouwen als verblijf voor de ark van het verbond met Jahwe, voor de voetbank van onze God. Daarom heb ik alle voorbereidingen getroffen voor de bouw.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar God heeft mij gezegd: Gij moogt geen huis bouwen voor mijn naam, want ge hebt veel oorlogen gevoerd en bloed vergoten.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Jahwe, de God van Israël, heeft uit heel mijn familie mij uitverkoren om voor altijd koning te zijn over Israël. Want Juda koos Hij als leider en uit het huis van Juda, het huis van mijn vader, en onder de zonen van mijn vader is zijn gunst op mij gevallen en daarom heeft Hij mij verheven tot koning over heel Israël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Uit de vele zonen die Jahwe mij heeft gegeven, heeft Hij Salomo uitverkoren om op Jahwe's koninklijke troon over Israël te heersen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
En Hij heeft mij gezegd: Uw zoon Salomo, die zal mijn huis en mijn voorhoven bouwen, want hem heb Ik uitverkoren als mijn zoon en Ik zal voor hem een vader zijn.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ik zal zijn koningschap voor eeuwig bevestigen als hij, zoals nu, mijn voorschriften en geboden trouw blijft onderhouden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Welnu, waar heel Israël bij is, de gemeente van Jahwe, en ten aanhoren van onze God, zeg ik u: Onderhoud en doorvors alle voorschriften van Jahwe, uw God, opdat u dit goede land moogt blijven bezitten en het voor eeuwig als een erfenis kunt doorgeven aan uw zonen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
En jij, mijn zoon Salomo, erken de God van je vader en dien Hem met een onverdeeld hart en met vreugde. Want Jahwe doorgrondt alle harten en doorziet ieders gezindheid. Als je Hem zoekt, dan staat Hij voor je, maar als je Hem verlaat, dan verwerpt Hij je voor eeuwig.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Welnu, besef dat Jahwe je heeft uitverkoren om een huis te bouwen dat zijn heiligdom zal zijn. Ga vastberaden aan het werk!'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarop overhandigde David aan zijn zoon Salomo het bouwplan van de voorhal met de belendende gebouwen, de schatkamers, de bovenzalen, de binnenkamers en de ruimte voor de dekplaat.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Verder het ontwerp van alles wat hij bedacht had voor de voorhoven van het huis van Jahwe en alle zalen daaromheen, bestemd voor de schatten van het huis van God en voor de wijgeschenken,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
voor de afdelingen van de priesters en de levieten, voor al het dienstwerk in het huis van Jahwe en voor alle dienstgerei daarbij benodigd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Hij gaf hem zoveel goud en zilver als voor de verschillende gebruiksvoorwerpen bij de afzonderlijke diensten nodig was,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
namelijk zoveel gewicht aan goud als nodig was om de verschillende gouden luchters en bijbehorende gouden lampen te maken, en zoveel gewicht aan zilver als nodig was voor de zilveren luchters en bijbehorende lampen, overeenkomstig de bestemming van de afzonderlijke luchters.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Verder het benodigde goud voor de twee tafels van de toonbroden, en het zilver voor de zilveren tafels,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
het fijn goud voor de vorken, de offerschalen en de drinkschalen, het benodigde gewicht aan goud voor de verschillende gouden bekers en het benodigde gewicht aan zilver voor de verschillende zilveren bekers.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Verder zoveel gelouterd goud als er nodig was voor het reukofferaltaar en goud voor de bouw van de wagen met de kerubs die met uitgespreide vleugels de ark van het verbond moesten bedekken.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Dit alles staat in een geschrift dat ik van Jahwe heb ontvangen en waarin hij mij aanwijzingen heeft gegeven voor de uitvoering van het bouwplan.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Daarna zei David tot zijn zoon Salomo: 'Ga kloek en vastberaden aan het werk; vrees niet en laat je niet afschrikken. Want Jahwe, mijn God, is met je; Hij zal niet van je wijken en je niet in de steek laten, voordat je al het werk voor de dienst in het huis van Jahwe voltooid hebt.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Daar staan de afdelingen van de priesters en van de levieten voor elke taak in het huis van God; voor elk soort werk kun je beschikken over vrijwilligers die bedreven zijn in allerlei arbeid. En ook de magistraten en heel het volk zullen bij alles tot je dienst staan.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 28 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Daarna zei koning David tot heel de gemeente: 'Mijn zoon Salomo, de enige die door God werd uitverkoren, is nog jong en onervaren, en het werk dat hij te doen krijgt is groots, want deze burcht is niet voor een mens bestemd, maar voor Jahwe God.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Daarom heb ik voor het huis van God zoveel ik maar kon aan goud, zilver, brons, ijzer en hout bijeengebracht voor bouw en inrichting, alsook onyxstenen om in te zetten, zwarte stenen voor mozaiekwerk, allerlei kostbare steensoorten en een grote voorraad marmer.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar omdat het huis van God mij zo ter harte gaat, bestem ik na al wat ik reeds voor het heiligdom bijeengebracht heb ook nog mijn persoonlijk bezit aan goud en zilver voor het huis van mijn God:
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
drieduizend talenten goud, en nog wel goud uit Ofir, en zevenduizend talenten gelouterd zilver om de wanden van de gebouwen te bekleden,
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
de verschillende gouden en zilveren voorwerpen te vervaardigen en het werk van de arbeiders te betalen. Wie verklaart zich bereid, vandaag eveneens een gave te schenken ter ere van Jahwe?'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen verklaarden de familiehoofden, de hoofden van de stammen van Israël, de aanvoerders van duizend en van honderd en de beambten in dienst van de koning zich daartoe bereid
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
en schonken voor de bouw van het huis van God vijfduizend talenten en tienduizend darieken goud, tienduizend talenten zilver, achttienduizend talenten brons en honderdduizend talenten ijzer.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Wie edelstenen droeg stond deze af aan Jechiël, de Gersoniet, voor de schatkamer van het huis van Jahwe.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Het volk verheugde zich over hun vrijgevigheid, want met een onverdeeld hart hadden zij hun offer aan Jahwe gebracht; ook koning David was uitermate verheugd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen prees David Jahwe ten aanhoren van heel de gemeente met de woorden: 'Geprezen zijt Gij Jahwe, God van onze vader Israël, van eeuwigheid tot in eeuwigheid.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 10: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Aan U, Jahwe, behoort de grootheid en de kracht, de luister, de roem en de majesteit, want aan U, Jahwe, behoort alles in de hemel en op de aarde. Aan U, Jahwe, behoort het koningschap, aan U, die als hoofd boven alles verheven bent.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 11: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Rijkdom en heerlijkheid komen van U; Gij heerst over alles. In uw hand ligt de macht en de kracht, in uw hand ligt het, iedereen groot en sterk te maken.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 12: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Daarom, onze God, prijzen wij U en loven wij uw luisterrijke naam.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 13: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Canones (2e Synode van Orange) ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Want ik, evenals mijn volk, ben niet in staat zoveel vrijwillige gaven te schenken. Van U komt dit alles en wij schenken U slechts wat wij uit uw hand ontvangen hebben.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 14: 3
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Canones (2e Synode van Orange) ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Wij zijn slechts vreemdelingen die als gasten bij U vertoeven, zoals al onze vaderen; ons bestaan op aarde is een schaduw, zonder enige zekerheid.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 15: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Jahwe onze God, al deze rijkdom die we bijeengebracht hebben om voor uw heilige naam een huis te bouwen, komt uit uw hand; alles behoort aan U.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 16: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Alle katholieken verenigd in hetzelfde geloof en dezelfde hoop ->=geentekst=
La Letizia ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Ik weet, mijn God, dat Gij de harten op de proef stelt en welbehagen hebt in oprechtheid. Welnu, met een oprecht hart heb ik U dit alles graag gegeven en met vreugde heb ik gezien hoe uw volk hier U vrijwillig zijn gaven heeft aangeboden.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 17: 4
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Alle katholieken verenigd in hetzelfde geloof en dezelfde hoop ->=geentekst=
La Letizia ->=geentekst=
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Jahwe, God van onze vaderen, van Abraham, Isaak en Israël, laat deze gezindheid in het hart van uw volk altijd voortduren en houd hun harten op U gericht.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 18: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Laat mijn zoon Salomo met een onverdeeld hart uw geboden, voorschriften en wetten onderhouden en nauwgezet ten uitvoer brengen, en de burcht bouwen die ik ontworpen heb.'
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 19: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Daarna zei David tot heel de gemeente: 'Prijs nu Jahwe, uw God.' Toen prees heel de gemeente Jahwe, de God van hun vaderen; ze knielden en bogen zich neer voor Jahwe en de koning.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 20: 1
Compendium Eucharisticum ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De volgende dag droegen ze slacht - en brandoffers op aan Jahwe: duizend jonge stieren, duizend rammen, duizend lammeren, met de bijbehorende plengoffers en nog vele andere offers voor heel Israël.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Die dag vierden zij feest voor het aanschijn van Jahwe en riepen Salomo, de zoon van David, andermaal tot koning uit; ze zalfden hem voor Jahwe tot vorst en Sadok tot priester.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Salomo besteeg de troon van Jahwe; hij volgde zijn vader als koning op en regeerde voorspoedig; heel Israël gehoorzaamde hem.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Ook alle magistraten, de helden en zelfs alle andere zonen van koning David betuigden hun trouw aan koning Salomo.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
En Jahwe schonk Salomo een buitengewoon groot aanzien in de ogen van heel Israël en verleende hem een koninklijke luister zoals nog geen enkele koning over Israël voor hem bezeten had.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
David, de zoon van Isaï, heeft over heel Israël geregeerd.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Hij regeerde over Israël veertig jaar; in Hebron zeven jaar en in Jeruzalem drieëndertig jaar.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Hij stierf in gezegende ouderdom, verzadigd van het leven, van rijkdom en heerlijkheid, en zijn zoon Salomo volgde hem op.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De regering van koning David, van het begin tot het einde, staat beschreven in de verhalen over de ziener Samuël, de profeet Natan en de ziener Gad;
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
het is een beschrijving van heel zijn bestuur en van zijn krijgsdaden, en van de lotgevallen die hem, Israël en alle overige koninkrijken der aarde zijn overkomen.
Referenties naar alinea 1 Kronieken 29 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Salomo, de zoon van David, breidde zijn macht over het koninkrijk steeds verder uit, want Jahwe, zijn God, stond hem bij en liet hem in aanzien stijgen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 1: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Salomo riep heel Israël, de aanvoerders van duizend en van honderd, de rechters, de leiders en alle Israëlieten met de familiehoofden op,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 2: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
om als een gemeenschap met hem op te trekken naar de offerhoogte van Gibeon. Daar stond namelijk de tent van de samenkomst die Mozes, de dienaar van Jahwe God, in de woestijn had laten bouwen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 3: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
De ark van God had David weliswaar uit Kirjat-jearim laten overbrengen naar de tent die hij op de daartoe bestemde plaats in Jeruzalem had opgezet,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 4: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
maar het bronzen altaar, dat Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, gebouwd had, stond nog steeds voor de woning van Jahwe, en dat kwamen Salomo en heel de gemeenschap vereren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 5: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Salomo besteeg het bronzen altaar van Jahwe, dat voor de tent van de samenkomst staat, en droeg er duizend brandoffers op.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 6: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
In die nacht verscheen God aan Salomo en zei: 'Wat wilt gij dat Ik u geef?'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 7: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Salomo gaf aan God dit antwoord: 'Gij hebt David, mijn vader, een grote gunst bewezen en hebt mij tot zijn troonopvolger gemaakt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 8: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Welnu, Jahwe God, laat uw belofte aan David, mijn vader, in vervulling gaan, want Gij hebt mij tot koning gemaakt over een volk zo talrijk als het stof der aarde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 9: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Schenk mij derhalve wijsheid en inzicht en laat mij dan zo dit volk leiden en besturen, want wie zou anders in staat zijn recht te spreken voor dit grote volk van u?'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 10: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
En God sprak tot Salomo: 'Omdat gij juist deze wens geuit hebt, en gij niet gevraagd hebt om rijkdom, om schatten en glorie, noch ook om de dood van uw vijanden en zelfs niet om een lang leven, maar om wijsheid en inzicht om recht te spreken voor het volk waarover Ik u tot koning heb aangesteld,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 11: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
daarom zullen wijsheid en inzicht uw deel zijn, maar Ik zal u bovendien zoveel rijkdom schenken, schatten en glorie, als geen koning voor u ooit bezeten heeft, en ook geen koning na u ooit bezitten zal!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 12: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Toen keerde Salomo van de offerhoogte van Gibeon en de daarop gelegen tent van de samenkomst terug naar Jeruzalem, en hij heerste over Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 13: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Salomo schafte wagens aan en hij richtte een ruiterij op; hij bezat veertienhonderd wagens en een ruiterij van twaalfduizend man, die hij onderbracht in zijn wagenparken en bij zijn paleis in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 14: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Dank zij het beleid van de koning werden zilver en goud in Jeruzalem zo gewoon als stenen, en cederhout zag men er als sycomoren in de Sefela.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 15: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Salomo's paarden werden ingevoerd uit Misraïm en Kewe. De handelsagenten van de koning kochten ze tegen een bepaalde prijs in Kewe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 16: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Een wagen kon uit Misraim ingevoerd worden voor zeshonderd sikkel, en een paard voor honderdvijftig, en door bemiddeling van de handelsagenten werden ze ook uitgevoerd naar al de koningen van de Hethieten en de koningen van Aram.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 17: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Toen vatte Salomo het plan op een tempel te bouwen ter ere van Jahwe's naam, en een koninklijk paleis voor zichzelf.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 1 18: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Hij liet zeventigduizend lastdragers in dienst nemen, tachtigduizend steenhouwers in het gebergte, en zesendertighonderd opzichters.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij stuurde aan Churam, de koning van Tyrus, de volgende boodschap: 'Toen mijn vader zich destijds een paleis wilde bouwen heeft u hem ceders geleverd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Nu heb ik besloten een tempel te bouwen ter ere van de naam van Jahwe, mijn God; ik wil die tempel aan Hem toewijden, er welriekende wierook in branden, er regelmatig de toonbroden in neerleggen, er brandoffers opdragen 's morgens en 's avonds, op de sabbatdagen, bij nieuwe maan en op de hoogtijdagen van Jahwe, onze God, zoals dat voor altijd voor Israël voorgeschreven is.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De tempel die ik wil bouwen zal groot zijn, want onze God is de grootste van alle goden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Maar wie is bij machte Hem een huis te bouwen? De hemel en de hemel der hemelen kunnen Hem niet bevatten! Hoe zou ik Hem dan een huis kunnen bouwen, behalve dan om er wierook voor Hem te branden?
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Wees derhalve ook welwillend jegens mij, en stuur mij een kunstenaar die bedreven is in het maken van kunstvoorwerpen in goud en zilver, brons en ijzer, in purper, violet en karmozijn, en het snijden van figuren, met wie mijn ambachtslieden in Juda en Jeruzalem, die mijn vader David aangetrokken heeft kunnen samenwerken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Lever mij ook cederstammen, cypressen en sandelhout van de Libanon; ik weet dat uw werklieden op de Libanon goede houthakkers zijn; mijn werklieden zullen de uwe helpen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Laat ze een grote voorraad hout voor mij klaarmaken, want de tempel die ik ga bouwen moet groot worden en prachtig.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Van mijn kant zal ik voor het onderhoud van uw werklieden, de houthakkers die de bomen vellen, twintigduizend kor tarwe, twintigduizend kor gerst en twintigduizend bat wijn, alsook twintigduizend bat olie leveren.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Daarop stuurde Churam, de koning van Tyrus, per brief de volgende boodschap: 'Dat Jahwe u tot koning aangesteld heeft is een bewijs van zijn grote liefde voor zijn volk.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
En Churam vervolgde: 'Gezegend zij Jahwe, de God van Israël, die hemel en aarde geschapen heeft, die aan koning David zo'n wijze zoon geschonken heeft, begiftigd met verstand en inzicht, die nu een tempel gaat bouwen voor Jahwe en een koninklijk paleis voor zichzelf.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Ik zal u een begaafd kunstenaar sturen, Churam-abi geheten,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
de zoon van een vrouw uit Dan en een man uit Tyrus, bedreven in het vervaardigen van kunstvoorwerpen in goud en zilver, brons en ijzer, steen en hout, purper, karmozijn, byssus en violet, en in het snijden van allerlei figuren en het ontwerpen van modellen voor alles wat hem opgedragen wordt; hij zal leiding geven aan uw ambachtslieden en die van mijn heer, uw vader David.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Laat mijn heer dan de tarwe, de gerst, de olie en de wijn waarvan hij gesproken heeft, sturen voor zijn dienaren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Wij zullen de bomen op de Libanon vellen, zoveel als u er nodig heeft, en ze per vlot over zee naar Jafo vervoeren; brengt u ze vandaar dan naar Jeruzalem.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Salomo liet alle vreemdelingen in het land Israël tellen; het was de eerste telling na die welke zijn vader David gehouden had. Het bleken er honderddrieënvijftigduizend zeshonderd te zijn.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Zeventigduizend nam hij in dienst als lastdragers, tachtigduizend als steenhouwers in de gebergte, en zesendertighonderd als opzichters over het werkvolk.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 2 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen begon Salomo met de bouw van Jahwe's tempel in Jeruzalem op de berg Moria, waar Jahwe verschenen was aan David, zijn vader, op de plaats die David daarvoor bestemd had, de dorsvloer van Ornan, de Jebusiet.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij begon met de bouw in de tweede maand van zijn vierde regeringsjaar.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De volgende afmetingen bepaalde Salomo voor de bouw van de tempel: zestig el, berekend volgens de oude maat, voor de lengte, en twintig el voor de breedte.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De hal, gelegen voor het schip van de tempel, was twintig el lang, even lang als de tempel breed was. Salomo bekleedde de binnenkant met zuiver goud.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Het grote schip liet hij met cypressenhout en met fijn goud afzetten, en daarop weer liet hij palmen en guirlandes aanbrengen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij versierde de tempel met kostbare stenen; het goud was goud van Parwaim.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ook de balken, de drempels, de muren en deuren van de tempel bekleedde hij met goud en op de wanden liet hij kerubs snijden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Vervolgens liet hij het heilige der heiligen inrichten; de lengte, langs de korte zijde van de tempel, bedroeg twintig el, en ook de breedte bedroeg twintig el; hij bekleedde het met fijn goud tot een gewicht van zeshonderd talenten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De nagels wogen een sikkel op telkens vijftig sikkels goud. Ook de bovenkamers liet hij met goud overdekken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
In het heilige der heiligen liet hij twee kerubs plaatsen; ze waren gemaakt van hout, bedekt met goud.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De vleugels van de kerubs hadden een gezamenlijke lengte van twintig el; vijf el waren de buitenste vleugels waarmee beide kerubs de wanden raakten,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
en vijf el waren de vleugels aan de binnenkant waarmee ze elkaar raakten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De vleugels van de kerubs hadden dus een gezamenlijke spanwijdte van twintig el; ze stonden overeind, met het gezicht naar het schip toe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Salomo liet een voorhangsel maken van purper, karmozijn, violet en byssus waarin kerubs geweven waren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Voor de tempel liet hij twee zuilen plaatsen, vijfendertig el hoog, met daarop kapitelen met een hoogte van vijf el.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hij liet guirlandes aanbrengen rond het bovenste gedeelte van de zuilen; aan de guirlandes waren honderd granaatappels opgehangen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De zuilen plaatste hij voor het schip, de ene rechts en de andere links; de rechtse zuil noemde hij Jakin, de linkerzuil gaf hij de naam Boaz.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 3 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Hij liet een bronzen altaar vervaardigen, twintig el lang en twintig el breed en tien el hoog.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Verder liet hij de Zee gieten, tien el in doorsnee, helemaal rond en vijf el hoog; men kon haar met een koord van dertig el omspannen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Onder de Zee waren kolokwinten afgebeeld, tien op een el, die de Zee in twee rijen omkransten en in een stuk met haar gegoten waren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De Zee stond op twaalf ossen, waarvan er telkens drie naar het noorden, het westen, het zuiden en het oosten gekeerd stonden; ze droegen de Zee op hun ruggen, en hun achtersten stonden naar het midden gekeerd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De wand van de Zee was een handbreed dik; de rand was als die van een beker en had de vorm van een leliekelk, en ze had een inhoud van drieduizend bat.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Verder liet hij tien wasbekkens gieten; vijf daarvan plaatste hij voor de wassingen aan de rechterkant en vijf aan de linkerkant; daarin moesten de gebruiksvoorwerpen voor het brandoffer gespoeld worden; de Zee was bestemd voor de wassingen van de priesters.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Hij liet ook de tien gouden luchters maken, zoals voorgeschreven was; vijf ervan plaatste hij links en vijf rechts in het schip.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Vervolgens liet hij tien tafels vervaardigen die hij ook in het schip plaatste, vijf rechts en vijf links, en bovendien liet hij nog honderd gouden offerschalen maken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij liet de voorhof der priesters bouwen, en de grote voorhof met de poorten die met brons bekleed waren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De Zee plaatste hij op de rechtervleugel, in de zuidoosthoek van de tempel.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Churam maakte ook nog potten, schoppen en offerschalen. Daarmee voltooide hij al het werk dat hij in opdracht van koning Salomo voor de tempel had moeten uitvoeren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Het bestond uit de twee zuilen met daarop bolvormige kapitelen, en twee vlechtwerken waarmee de bolvormige kapitelen bovenop de zuilen bedekt waren;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
de vierhonderd granaatappels, in twee rijen ophangen aan elk van beide vlechtwerken rond de bolvormige kapitelen op de zuilen;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
de onderstellen die hij gemaakt had, met daarop de bekkens;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
de Zee, gedragen door de twaalf ossen,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
en de potten, schoppen en vorken; al deze voorwerpen had Churam-abi in opdracht van koning Salomo gemaakt van zuiver brons.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
In de Jordaanvallei, tussen Sukkot en Seredata, had de koning ze in lemen vormen laten gieten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Al deze voorwerpen had Salomo in grote hoeveelheden laten maken, zodat het totale gewicht aan brons niet te schatten was.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Salomo had bovendien nog andere voorwerpen voor de tempel laten vervaardigen: het gouden altaar, de tafels bestemd voor de toonbroden;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
de luchters met daarop de lampen van zuiver goud die volgens voorschrift moesten branden voor de achterzaal;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
verder nog de gouden bloemen, lampen en snuiters, alles van het fijnste goud;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
de messen, offerschalen, de pannen en de bekkens van zuiver goud. En tenslotte de gouden scharnieren aan de deuren van het achterste gedeelte van de tempel, het heilige der heiligen, en aan de deuren van het schip van de tempel.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 4 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Zo kwam al het werk dat Salomo voor de tempel van Jahwe had laten verrichten gereed. Nu liet Salomo de wijgeschenken van zijn vader David overbrengen, het zilver, het goud en al het vaatwerk, en hij plaatste het in de schatkamers van de tempel.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen riep Salomo de oudsten van Israël, alle stamhoofden en leiders van de families der Israëlieten naar Jeruzalem om de ark van het verbond met Jahwe af te halen uit de Davidsstad, ook Sion geheten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Alle mannen van Israël kwamen samen bij de koning op het feest in de zevende maand.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De oudsten van Israël traden naar voren, de levieten tilden de ark op
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
en brachten haar met de tent van de samenkomst en de bijbehorende heilige voorwerpen over. Dit deden de priesters, samen met de levieten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Koning Salomo en heel de gemeenschap van Israël die zich rond hem verzameld had, gingen voor de ark uit en ze offerden zoveel schapen en runderen dat ze niet te tellen of te schatten waren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De priesters brachten de ark van het verbond met Jahwe op haar plaats in de achterzaal van de tempel, het heilige der heiligen, onder de vleugels van de kerubs.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De kerubs spreidden hun beide vleugels uit over de plaats van de ark, en overschaduwden de ark en de draagstokken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Deze draagstokken waren zo lang, dat hun uiteinden wel zichtbaar waren vanuit het heilige, vlak voor de achterzaal, maar meer naar buiten niet meer. Ze zijn daar gebleven tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Er lag in de ark niets anders dan de twee platen die Mozes erin gelegd had op de Horeb, de platen van het verbond dat Jahwe met de Israëlieten gesloten had toen ze uit Egypte trokken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Alle aanwezige priesters, ongeacht tot welke afdeling ze behoorden, hadden zich geheiligd,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
en alle zangers onder de levieten, Asaf, Heman en Jedutun, met hun zonen en broeders, stonden, gekleed in fijn linnen, met bekkens, harpen en citers, aan de oostzijde van het altaar, met de honderdtwintig priesters die op de trompet moesten blazen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen de priesters het heiligdom verlieten en blazers en zangers tegelijk het loflied ter ere van Jahwe inzetten, onder het geschetter van de trompetten, het gerinkel van de bekkens en de muziek van de andere instrumenten, en allen zongen: 'Loof God, want Hij is goed, en eeuwig duurt zijn erbarming', toen vulde een wolk het huis van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Door die wolk konden de priesters niet ter plaatse blijven voor het verrichten van hun dienstwerk, want de heerlijkheid van Jahwe vervulde de tempel.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 5 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen sprak Salomo: 'Jahwe, Gij hebt besloten in het duister te wonen;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
daarom heb ik U een verheven tempel gebouwd, een woonplaats voor eeuwig.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Daarop keerde de koning zich om en zegende de hele gemeenschap van Israël. Terwijl heel de gemeenschap rechtop stond,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
sprak hij: 'Gezegend zij Jahwe, de God van Israël, wiens hand volbracht heeft wat zijn mond beloofd had aan mijn vader David:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
sinds Ik mijn volk Israël uit Egypte heb geleid, heb Ik in geen enkele stam van Israël een stad uitverkoren om er een tempel te laten bouwen waar mijn naam zou wonen, noch ook heb Ik iemand uitgekozen om over mijn volk Israël te heersen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Nu echter kies Ik Jeruzalem uit om er mijn naam te doen wonen, en David kies Ik uit om mijn volk Israël te besturen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen vatte David, mijn vader, het plan op een tempel te bouwen voor de naam van Jahwe, de God van Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar Jahwe sprak tot hem: Uw voornemen om een tempel te bouwen voor mijn naam strekt u tot eer.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toch zult niet gij een tempel bouwen, maar de zoon die gij zult verwekken, hij zal een tempel bouwen ter ere van mijn naam.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
En Jahwe heeft zijn woord gestand gedaan. Want ik ben mijn vader David opgevolgd en zetel op de troon van Israël, zoals Jahwe beloofd had. En nu heb ik voor de naam van Jahwe, Israëls God, een tempel gebouwd,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
en daarin de ark geplaatst, waarin de akte berust van het verbond dat Jahwe met de Israëlieten gesloten heeft.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen ging Salomo voor het altaar van Jahwe staan ten aanschouwen van heel de gemeenschap van Israël, en strekte zijn handen uit.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Want Salomo had een podium laten maken van brons, vijf el lang, vijf el breed en drie el hoog, en het midden op de voorhof laten plaatsen; daarop was hij gaan staan. Nu knielde hij daarop neer ten aanschouwen van heel de gemeenschap van Israël en strekte zijn handen uit naar de hemel,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
en hij bad: 'Jahwe, God van Israël, buiten U is er geen God in de hemel of op aarde, die zo goedertieren is en zo getrouw aan het verbond met uw dienaren die met heel hun hart hun schreden naar u richten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Gij hebt U jegens uw dienaar David, mijn vader, gehouden aan wat Gij hem beloofd had. Wat uw mond had beloofd, heeft uw hand vandaag volbracht.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Welnu, Jahwe, God van Israël, laat dan ook voor uw dienaar David, mijn vader, uw andere belofte in vervulling gaan: Als uw zonen rechtschapen leven en wandelen overeenkomstig mijn wet, zoals gij dat gedaan hebt, zal Ik het u nooit aan opvolgers op de troon van Israël laten ontbreken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Nu dan, God van Israël, laat toch uw belofte aan uw dienaar David in vervulling gaan!
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Maar zou God dan werkelijk bij de mensen op aarde wonen? Zelfs de hemel en de hemel der hemelen kunnen U niet bevatten! Hoe dan deze tempel die ik gebouwd heb?
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Geef dan acht op de smeekbede van uw dienaar, Jahwe mijn God, en luister naar het roepen en naar het gebed dat uw dienaar tot U richt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Laat uw ogen dag en nacht waken over deze tempel, en over het heiligdom waarvan Gij gezegd hebt dat uw naam daar zou wonen, en luister naar het gebed dat uw dienaar op deze plaats tot U richt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Luister dus naar de smeekbede van uw dienaar en van uw volk Israël, die zij op deze plaats tot U zullen richten. Ja, Gij zult ze horen vanuit de hemel, uw woonstede. Luister en schenk vergeving.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Als iemand tegen zijn naaste een overtreding heeft begaan, en deze eist een eed van hem, zodat hij in deze tempel voor het altaar verschijnt om zijn eed af te leggen,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
luister dan vanuit de hemel, grijp in en spreek recht over uw dienaren. Vergeld de schuldige en geef hem wat hem toekomt, maar spreek de onschuldige vrij en beloon hem voor zijn onschuld.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Als uw volk Israël verslagen is door de vijand omdat het tegen U gezondigd heeft, maar zich dan bekeert, uw naam belijdt en in deze tempel voor uw aanschijn bidt en smeekt,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
luister dan vanuit de hemel, vergeef de zonde van uw volk Israël, en voer het terug naar de grond die Gij zijn vaderen geschonken heeft.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Als de hemel gesloten blijft en er geen regen valt, omdat zij tegen U gezondigd hebben, maar als ze dan komen bidden op deze plaats, uw naam belijden, en zich van hun zonde bekeren omdat Gij ze vernedert,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
luister dan vanuit de hemel, vergeef de zonde van uw dienaren en van uw volk Israël, wijs hun de goede weg die zij moeten gaan, en laat het weer regenen over uw land dat Gij aan uw volk in eigendom gegeven hebt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Als er hongersnood komt over het land, of pest, of korenbrand en honingdauw, of een plaag van sprinkhanen die alles kaalvreten, als het volk in zijn steden door zijn vijanden belegerd wordt of bezocht door welke plaag of ziekte ook,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
en iemand, of heel uw volk Israël, strekt onder de druk van zijn ellende en leed zijn handen uit naar deze tempel,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
luister dan vanuit de hemel, uw woonstede, schenk vergiffenis, en vergeld eenieder naar zijn gedrag: want Gij kent ieders hart, Gij zijt de enige die het hart van de mensenkinderen doorgrondt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Dan zullen zij U vrezen en uw wegen bewandelen, zolang ze leven op de grond die Gij aan onze vaderen geschonken hebt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Ook als een vreemdeling die niet tot uw volk Israël behoort, uit een ver land komt omdat hij gehoord heeft van uw grote naam, uw krachtige hand en uw uitgestrekte arm, en hij komt bidden in deze tempel,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
luister dan vanuit de hemel, uw woonstede, en doe alles waarom de vreemdeling U smeekt. Dan zullen alle volken der aarde uw naam leren kennen en U, evenals uw volk Israël, vrezen; dan zullen zij weten dat uw naam uitgeroepen is over deze tempel die ik gebouwd heb.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Als uw volk op uw bevel ten strijde trekt tegen zijn vijanden, en ze bidden in de richting van deze stad die Gij hebt uitverkoren, en van de tempel die ik voor uw naam gebouwd heb,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
luister dan vanuit de hemel naar hun smeekgebed en verschaf hun recht.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Als ze tegen U zondigen - er is immers geen mens die niet zondigt - en gij levert ze in uw toorn over aan de vijand die ze gevangen wegvoert naar een land, veraf of dichtbij,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
en zij komen tot inkeer in dat land waarheen ze weggevoerd zijn, en ze bekeren zich en bidden tot U in hun ballingschap: wij hebben gezondigd, wij hebben verkeerd gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
en ze keren zich tot U, met heel hun hart en heel hun ziel, in het land van hun ballingschap waarheen ze weggevoerd zijn, en ze bidden tot U in de richting van het land dat Gij aan hun voorvaderen geschonken hebt en van de stad die Gij uitverkoren hebt, en van de tempel die ik voor uw naam gebouwd heb,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
luister dan vanuit de hemel, uw woonstede, naar hun bidden en hun smeken, en verschaf hun recht; schenk uw volk dan vergiffenis van de zonden die het tegen U misdreven heeft.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Welnu, mijn God, mogen uw ogen geopend zijn en uw oren luisteren naar het gebed op deze plaats!
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Jahwe, God, trek dan op naar uw rustplaats, Gij zelf, en uw roemrijke ark! Jahwe, God, mogen uw priesters zich kleden met uw heil, en mogen uw vromen zich verheugen in uw goedheid.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Jahwe, God, wijs het gebed van uw gezalfde niet af; gedenk uw weldaden aan David, uw dienaar!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 6 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen Salomo zijn gebed beëindigd had, viel er vuur uit de hemel; dit verteerde het brandoffer en de slachtoffers, en de glorie van Jahwe vervulde de tempel.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 1: 1
Dominum et vivificantem ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De priesters konden de tempel van Jahwe niet binnengaan omdat de glorie van Jahwe de tempel vervulde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen alle Israëlieten zagen hoe het vuur neerviel en Jahwe's glorie de tempel vervulde, vielen zij op de knieën en bogen ze zich met hun voorhoofd tegen het plaveisel in aanbidding neer. Zij zongen: 'Loof Jahwe, want Hij is goed, en eeuwig duurt zijn erbarming.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Toen droegen de koning en het volk offers op voor Jahwe's aanschijn.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Koning Salomo offerde tweeëntwintigduizend runderen en honderdtwintigduizend schapen; zo werd de tempel door koning en volk ingewijd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De priesters oefenden hun dienstwerk uit, terwijl de levieten staande zongen: 'Loof Jahwe, want eeuwig duurt zijn erbarming', waarbij ze begeleid werden door de heilige muziekinstrumenten die koning David had laten maken; het was Davids loflied dat ze aanhieven. De priesters met de trompetten stonden tegenover hen opgesteld, en alle Israëlieten stonden recht overeind.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Nu liet Salomo het middengedeelte van de voorhof voor de tempel afzetten, om daar het brandoffer en de vette delen van het slachtoffer op te dragen. Het bronzen altaar dat Salomo had laten maken was namelijk te klein voor het brandoffer, het meeloffer en de vette delen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Bij die gelegenheid vierde Salomo, en met hem een zeer grote menigte uit heel Israël, vanaf de weg naar Hamat tot aan de beek van Egypte, feest, zeven dagen lang.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Op de achtste dag hielden ze een grote plechtigheid; want de inwijding van het bronzen altaar en ook het feest zelf hadden zeven dagen geduurd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Op de drieëntwintigste dag van de zevende maand liet Salomo allen naar hun woningen terugkeren. Het volk vertrok, verheugd en welgemoed om al het goede dat Jahwe gedaan had voor David, voor Salomo en voor Israël, zijn volk.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Toen Salomo de tempel en het koninklijk paleis voltooid had, en al het werk voor tempel en paleis volgens plan tot een goed eind gebracht had,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
verscheen Jahwe hem in de nacht en Hij sprak tot hem: 'Ik heb uw smeekgebed verhoord en Mij dit heiligdom uitverkoren tot offerplaats.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Wanneer Ik de hemel sluit en er geen regen valt, of Ik gelast de sprinkhanen de aarde kaal te vreten, of Ik zend de pest over mijn volk,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
en het volk waarover mijn naam is afgeroepen vernedert zich, bidt en zoekt mijn aanschijn, en het bekeert zich van zijn slechte daden, dan zal Ik het in de hemel verhoren, Ik zal hun zonde vergeven en hun land heil brengen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Mijn ogen zullen geopend zijn, en mijn oren zullen luisteren naar allen die hier komen bidden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Ik heb deze tempel uitverkoren en hem geheiligd, zodat mijn naam er voor eeuwig zal blijven wonen, en mijn ogen en mijn hart daar voor immer zullen verwijlen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Als gij voor mijn aanschijn zult wandelen zoals uw vader David gedaan heeft, en gij alles onderhoudt wat Ik u bevolen heb, en mijn wetten en geboden naleeft,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
dan zal uw koningstroon nooit wankelen, zoals Ik aan uw vader David beloofd heb, toen Ik hem zeide: Het zal u nooit aan nakomelingen ontbreken om Israël te regeren!
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Maar als gij u van Mij afkeert, en gij verlaat mijn wetten en de geboden die Ik u voorgehouden heb, en gij gaat andere goden dienen en ze aanbidden,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
dan zal Ik hen wegvagen uit het land dat Ik hun gegeven heb, en deze tempel die Ik aan mijn naam heb toegewijd zal Ik verwerpen, en hij zal worden tot een mikpunt van schimp en van spot bij alle volken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Dan zal elke voorbijganger met ontzetting geslagen zijn over deze indrukwekkende tempel, en hij zal uitroepen: Waarom heeft Jahwe zo gehandeld met dit land en met deze tempel?
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
En het antwoord zal zijn: Omdat zij Jahwe, de God van hun voorvaderen die hen uit Egypte geleid had, verlaten hebben, en zij andere goden gevolgd zijn, en zij die aanbeden en gediend hebben, daarom heeft Jahwe al deze rampen over hen gebracht!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 7 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen Salomo na verloop van twintig jaar de tempel van Jahwe en zijn paleis voltooid had,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
begon hij met de herbouw van de steden die Churam hem geschonken had, en met de vestiging daar in van Israëlieten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij trok op tegen Hamat-soba en veroverde deze stad.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ook versterkte hij het in de woestijn gelegen Tadmor, evenals alle proviandsteden die hij in Hamat gebouwd had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Hij bouwde Bet-choron-hoog op en Betchoron-laag, en maakte er sterke vestingen van met muren, poorten en grendels.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Verder bouwde hij Baälat, zijn proviandsteden, alsook zijn wagenpark en de steden voor zijn ruiterij, en alles wat hij in Jeruzalem, in de Libanon en heel zijn koninkrijk wenste te bouwen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Alle afstammelingen van de Hethieten, de Amorieten, de Perizzieten, de Chiwwieten en Jebusieten, dat wil zeggen alle niet - Israëlieten
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
die overgebleven waren in het land omdat de Israëlieten ze niet hadden kunnen uitroeien, liet Salomo voor de arbeidsdienst opkomen, en zo is het gebleven tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar Israëlieten gebruikte Salomo niet voor de korveediensten, maar zij dienden hem als krijgslieden, als officieren, wagenmenners en ruiters.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Tot hen behoorden ook de tweehonderdvijftig hoofdopzichters van koning Salomo die toezicht hielden op het volk.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De dochter van Farao liet hij verhuizen van de Davidstad naar het paleis dat hij voor haar had laten bouwen. Want hij dacht: 'Het past niet dat een van mijn vrouwen in het huis van David, de koning van Israël, woont: de plaats waar de ark van Jahwe ondergebracht was, is heilig.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen begon Salomo ter ere van Jahwe brandoffers op te dragen op het altaar dat hij voor de hal opgericht had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Dagelijks werden van nu af alle offers opgedragen die Mozes voorgeschreven had voor de sabbat, voor de nieuwe maan en voor de hoogtijdagen, drie keer per jaar ter gelegenheid van het feest der ongezuurde broden, het feest der weken en het loofhuttenfeest.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Bovendien regelde hij volgens de voorschriften van zijn vader David de diensten der priesters overeenkomstig hun afdelingen, evenals de beurten van de levieten bij de zangdienst en het helpen der priesters, zoals dat dagelijks gebeuren moest. Ook verdeelde hij de afdelingen der poortwachters over de poorten, zoals dat verordend was door David, de man Gods.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Stipt werden alle voorschriften van de koning door de priesters en levieten uitgevoerd, ook die betreffende het beheer der schatten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Zo werd het werk van Salomo voltooid, vanaf het leggen der fundamenten voor de tempel tot aan het gereedkomen van de bouw.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Daarna trok Salomo naar Esjon-geber, nabij Elot, aan de oever van de zee van Edom.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Churam stuurde hem, met medewerking van zijn onderdanen, schepen en ervaren zeelieden, die samen met dienaren van Salomo naar Ofir voeren, en vandaar vierhonderdvijftig talenten goud voor koning Salomo meebrachten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 8 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Salomo's faam was ook doorgedrongen tot de koningin van Seba. Zij kwam in Jeruzalem aan met een zeer grote stoet kamelen, beladen met reukwerken, zeer veel goud en kostbare stenen, om hem met raadsels op de proef te stellen. Zij werd tot Salomo toegelaten en legde hem alles voor wat zij in de gedachte had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Maar Salomo wist het antwoord op al haar vragen; niets was voor de koning zo moeilijk dat hij haar het antwoord schuldig moest blijven.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen de koningin van Seba bevond hoe wijs Salomo was, en zij het paleis zag dat hij had laten bouwen,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
de spijzen op zijn tafel, de hovelingen die mee aanzaten, de lakeien in hun uniform, de schenkers in hun uniform, de brandoffers die hij geregeld opdroeg in de tempel van Jahwe, was zij buiten zichzelf van verbazing,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
en ze zei tot de koning: 'Het is dus waar wat ik in mijn hand gehoord heb over uw wijsheid en uw ondernemingen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Ik kon het niet geloven, totdat ik hier kwam om mezelf ervan te overtuigen. Heus, men heeft mij nog niet de helft verteld over uw ontzaglijke wijsheid: het is allemaal nog veel indrukwekkender dan ik uit de geruchten die erover gaan begrepen had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Wat een voorrecht voor uw mannen, wat een voorrecht voor uw dienaren, dat zij voortdurend voor u mogen staan en uw woorden vol wijsheid horen!
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Gezegend zij Jahwe, uw God, die in u zoveel welgevallen heeft gehad, dat Hij u geplaatst heeft op zijn troon als koning voor Jahwe, uw God! En die in zijn niet aflatende liefde voor Israël u voor altijd gemaakt en aangesteld heeft tot hun koning, om volgens recht en gerechtigheid te regeren.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Toen schonk zij aan de koning honderdtwintig talenten goud en reukwerken in zeer grote hoeveelheid, alsook kostbare stenen. Nooit meer is er zoveel reukwerk aangevoerd als de koningin van Seba toen aan koning Salomo geschonken heeft.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ook de dienaren van Churam en van Salomo brachten behalve het goud nog sandelhout en kostbare stenen mee.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Van het sandelhout maakte de koning trappen voor de tempel van Jahwe en voor het paleis van de koning, alsook citers en harpen voor de zangers. Tot dan toe was er nooit zoveel sandelhout gezien in Juda.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Van zijn kant gaf Salomo aan de koningin van Seba alles wat zij maar wenste, meer dan zij zelf voor de koning meegebracht had. Hierop aanvaardde zij de terugreis en keerde met haar dienaren naar haar land terug.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Het inkomen van Salomo bedroeg per jaar zeshonderdzesenzestig talenten goud,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
behalve nog wat de handelaars, de kooplieden, de koningen van Arabië en de stadhouders van het rijk Salomo opbrachten in goud en zilver.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Koning Salomo liet tweehonderd grote schilden van geslagen goud maken; zeshonderd sikkel goud waren nodig voor een zo'n schild!
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Verder driehonderd kleine schilden van geslagen goud; driehonderd gouden sikkels waren nodig voor een klein schild. De koning liet ze ophangen in het huis' Libanonwoud'.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De koning liet ook een grote troon maken van ivoor en die met fijn goud bekleden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Zes treden had die troon en een gouden voetbank die aan de troon bevestigd was, alsook aan beide kanten van de zitting armleuningen; naast de armleuningen stonden twee leeuwen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Op de zes treden stonden twaalf leeuwen, aan weerskanten zes. Voor geen koning nog was ooit zoiets gemaakt!
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Al het drinkgerei van koning Salomo was van goud. Ook al het vaatwerk van het huis' Libanonwoud' was van zuiver goud. Zilver was in de tijd van Salomo niet in tel.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Want de Tarsisschepen, de schepen van de koning die met de dienaren van Churam op Tarsis voeren, liepen eens in de drie jaar binnen met goud en zilver, ivoor, apen en pauwen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Zo overtrof koning Salomo alle koningen der aarde in rijkdom en wijsheid,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
en alle koningen der aarde verlangden Salomo te bezoeken en te luisteren naar de wijsheid waarmee God hem begiftigd had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zij brachten allen geschenken mee, zilveren en gouden voorwerpen, gewaden, wapens, reukwerken, paarden en muildieren. En dit geschiedde jaar in, jaar uit.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Salomo bezat tienduizend span paarden en wagens, en twaalfduizend ruiters, die hij onderbracht in de wagenparken en bij zijn paleis in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Hij heerste over alle koningen van de Rivier tot aan het land der Filistijnen en de Egyptische grens.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Dank zij het beleid van de koning was het zilver in Jeruzalem zo gewoon als stenen, en cederhout zag men er als sycomoren in de Sefela.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ook voerde Salomo paarden in uit Misraim en allerlei andere landen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Verdere bijzonderheden over Salomo uit vroegere en latere tijd zijn te vinden in de kronieken van de profeet Natan, en in de visioenen van de ziener Jedo over Jerobeam, de zoon van Nebat.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Salomo regeerde in Jeruzalem veertig jaar lang over heel Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Hij ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de Davidstad. Zijn zoon Rechabeam volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 9 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Rechabeam begaf zich naar Sichem waar heel Israël samengekomen was om hem tot koning te verheffen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Zodra Jerobeam dit vernam, de zoon van Nebat, die zich in Egypte ophield waarheen hij voor koning Salomo gevlucht was, keerde hij uit Egypte terug.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Men liet hem ontbieden, en zo kwamen hij en alle Israëlieten om met Rechabeam te onderhandelen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ze zeiden: 'Uw vader heeft ons een zwaar juk opgelegd; verlicht de zware arbeid waartoe uw vader ons verplicht heeft en het harde juk dat hij ons opgelegd heeft; dan zullen wij u onderdanig zijn.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Rechabeam zei hun: 'Ga heen en kom over drie dagen terug.' En het volk ging heen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen pleegde koning Rechabeam overleg met de oudsten die in dienst gestaan hadden van Salomo, zijn vader, toen deze nog leefde. Hij vroeg hun: 'Wat raad u mij aan het volk te antwoorden?'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ze zeiden hem: 'Als u inschikkelijk bent voor het volk en ze terwille wilt zijn, en u spreekt ze vriendelijk toe, dan zullen ze u voor altijd onderdanig zijn.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar hij sloeg de raad die de oudsten hem gegeven hadden in de wind en ging te rade bij de jongelieden die met hem opgegroeid waren en in zijn dienst stonden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij vroeg hun: 'Wat raden jullie mij te antwoorden op het verzoek van het volk dat tot mij gezegd heeft: Verlicht het juk dat uw vader ons opgelegd heeft?'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
En de jongelieden die met hem opgegroeid waren zeiden: 'Dit antwoord moet u geven aan het volk dat u gezegd heeft: Uw vader heeft ons een zwaar juk opgelegd, maak gij het nu lichter. Zeg ze dit: Mijn pink is dikker dan het middel van mijn vader.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Heeft mijn vader u een zwaar juk opgelegd, ik zal uw juk nog zwaarder maken; heeft mijn vader u geslagen met zwepen, ik zal u slaan met schorpioenen!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen dan Jerobeam en het volk drie dagen later bij Rechabeam terugkwamen zoals de koning gezegd had: 'Kom over drie dagen bij mij terug',
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
gaf de koning hun een hard antwoord en sloeg hij de raad die de oudsten hem gegeven hadden in de wind.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Hij volgde de raad van de jongelieden en sprak: 'Heeft mijn vader u een zwaar juk opgelegd, ik zal het nog zwaarder maken; heeft mijn vader u geslagen met zwepen, ik zal u slaan met schorpioenen!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De koning luisterde dus niet naar het volk; God had het zo beschikt om zijn woord, dat Hij door Achia van Silo tot Jerobeam, de zoon van Nebat, gesproken had, gestand te doen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Daarmee was het voor alle Israëlieten duidelijk dat de koning niet naar hen wilde luisteren. Het volk antwoordde de koning dan ook: 'Wat hebben wij met David te maken? Wat hebben wij uit te staan met de zoon van Isaï? Ieder naar zijn tenten, Israël! David, zorg maar voor uw eigen huis!' Alle Israëlieten trokken dus naar huis.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Alleen over de Israëlieten die in de steden van Juda woonden werd Rechabeam koning.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Koning Rechabeam poogde nog iets te bereiken door Hadoram, het hoofd van de korveediensten, maar de Israëlieten stenigden hem dood, en koning Rechabeam zelf kon ternauwernood nog in zijn wagen stappen en naar Jeruzalem ontkomen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zo braken de Israëlieten met het huis van David; dit is zo gebleven tot de huidige dag.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 10 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen Rechabeam in Jeruzalem gekomen was, riep hij het huis van Juda en Benjamin bijeen, honderdtachtigduizend strijdbare mannen, om de strijd aan te binden met Israël en het koninkrijk te heroveren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Maar het woord van God werd gericht tot Semaja, een man Gods:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Zeg tot Rechabeam, de zoon van Salomo, de koning van Juda, en tot alle Israëlieten in Juda en Benjamin:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zo spreekt Jahwe: 'Trek niet op en voer geen oorlog met uw broeders, maar laat ieder naar huis keren, want dit alles is door Mij beschikt.' Zij luisterden naar het woord van Jahwe en zagen ervan af tegen Jerobeam op te trekken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Rechabeam bleef in Jeruzalem wonen en verbouwde verschillende steden in Juda tot vesting.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij versterkte Betlehem, Etam en Tekoa,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Bet-sur, Soko en Adullam,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Gat, Maresa en Zif,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Adoraim, Lakis en Azeka,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Sora, Ajjalon en Hebron, steden die in Juda en Benjamin lagen, en hij bracht ze in staat van verdediging.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Hij versterkte de vestingen, zond er bevelhebbers heen en sloeg er voorraden op van proviand, olie en wijn,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
en in al die verschillende steden bovendien schilden en speren. Daardoor maakte hij ze buitengewoon sterk en bleven hem Juda en Benjamin behouden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De priesters en levieten die over heel Israël woonden, verhuisden uit hun woonstreken en vestigden zich bij hem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De levieten moesten hun weidegronden en bezittingen verlaten en naar Juda en Jeruzalem uitwijken, omdat Jerobeam en zijn zoon het hun onmogelijk maakten hun priesterambt voor Jahwe uit te oefenen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Jerobeam had namelijk zelf priesters aangesteld op de offerhoogten, bij de bokken - en kalverbeelden die hij had laten maken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De priesters en levieten werden gevolgd door velen uit alle stammen van Israël die vastbesloten waren Jahwe, de God van Israël, te blijven vereren, en die naar Jeruzalem kwamen om offers op te dragen voor Jahwe, de God van hun voorouders.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Ze versterkten het koninkrijk van Juda, en waren drie jaar lang een steun voor Rechabeam, de zoon van Salomo, want drie jaar lang bewandelden zij de weg van David en Salomo.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Rechabeam nam zich Machalat, de dochter van Jerimot, de zoon van David, en van Abihail, de dochter van Eliab, de zoon van Isaï, tot vrouw.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zij baarde hem drie zonen, Jeüs, Semarja en Zaham.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Na haar huwde hij Maaka, de dochter van Absalom, die hem Abia, Attai, Ziza en Selomit baarde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Rechabeam had Maaka, de dochter van Absalom, meer lief dan al zijn andere vrouwen en bijvrouwen; hij had namelijk achttien vrouwen en zestig bijvrouwen, en hij kreeg achtentwintig zonen en zestig dochters.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Rechabeam stelde Abia, de zoon van Maaka, als kroonprins aan het hoofd van zijn broers, want hij wilde hem tot zijn opvolger maken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Hij was echter zo verstandig zijn andere zonen over alle streken van Juda, Benjamin en over de verschillende vestingen te verdelen; hij voorzag ze rijkelijk van voedsel en zocht een groot aantal vrouwen voor hen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 11 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen Rechabeam zijn koningschap stevig gevestigd had en gezag had gekregen, werden hij en heel Israël ontrouw aan de wet van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Omdat zij van Jahwe waren afgevallen, rukte Sisak, de koning van Egypte, in het vijfde regeringsjaar van koning Rechabeam tegen Jeruzalem op
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
met twaalfhonderd strijdwagens en zestigduizend ruiters en met een ontelbaar leger van Libiërs, Sukkiieten en Kusieten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hij veroverde de vestingsteden van Juda en rukte tot Jeruzalem op.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen begaf de profeet Semaja zich naar Rechabeam en de magistraten van Juda, die uit vrees voor Sisak in Jeruzalem bijeengekomen waren, en zei tot hen: 'Zo spreekt Jahwe: Gij hebt Mij de rug toegekeerd; daarom keer Ik u de rug toe en geef u prijs aan Sisak.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar de magistraten van Israël en de koning bogen zich neer en zeiden: 'Jahwe is rechtvaardig.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen Jahwe zag dat ze zich vernederden, werd tot Semaja het woord van Jahwe gericht: 'Omdat zij zich vernederd hebben, zal Ik hen niet vernietigen maar op het laatste ogenblik nog uitkomst brengen. Door Sisak zal Ik niet mijn woede aan Jeruzalem koelen,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
maar het zal hem onderdanig moeten zijn om te ervaren wat het is: Mij te dienen of aardse koningen.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Sisak, de koning van Egypte, rukte dus tegen Jeruzalem op en roofde de schatten van de tempel van Jahwe en die van het koninklijk paleis. Alles nam hij mee; ook de gouden schalen die Salomo had laten maken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
In plaats daarvan liet koning Rechabeam bronzen schilden maken en vertrouwde die toe aan de oversten van de lijfwacht die de ingang van het koninklijk paleis bewaakte.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zo dikwijls de koning naar de tempel van Jahwe ging droeg de lijfwacht ze mee en bracht ze na afloop weer terug naar het wachtlokaal.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Omdat Rechabeam zich vernederd had, wendde de toorn van Jahwe zich van hem af en richtte hij hem niet geheel en al te gronde; er was trouwens nog veel goeds in Juda.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Koning Rechabeam wist zijn gezag in Jeruzalem te herstellen en bleef koning. Rechabeam was eenenveertig jaar toen hij koning werd en heeft zeventien jaar geregeerd in Jeruzalem, de stad die Jahwe uit alle stammen van Israël heeft uitverkoren om er zijn naam te doen wonen. Zijn moeder heette Naäma en was een Ammonitische.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Hij deed kwaad doordat hij zich niet van ganser harte op Jahwe richtte.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De regering van Rechabeam, van het begin tot het einde, en zijn stamboom staan beschreven in de verhalen over de profeet Semaja en de ziener Iddo. Er was voortdurend oorlog tussen Rechabeam en Jerobeam.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Rechabeam ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de Davidstad; hij werd opgevolgd door zijn zoon Abia.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 12 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In het achttiende regeringsjaar van Jerobeam werd Abia koning van Juda.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij regeerde drie jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Maaka en was een dochter van Uriël uit Gibea. Er heerste oorlog tussen Abia en Jerobeam.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Met een leger van vierhonderdduizend dappere krijgers, allen uitgelezen manschappen, ging Abia de strijd in, en Jerobeam stelde zich met achthonderdduizend dappere krijgers en uitgelezen manschappen tegen hem op.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Nu ging Abia op de berg Semaraim in het Efraïmgebergte staan en riep: 'Luister naar mij, Jerobeam en heel Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
U weet heel goed dat Jahwe, de God van Israël, het koningschap over Israël voor eeuwig geschonken heeft aan David en aan zijn zonen, door een verbond bekrachtigd met zout.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar Jerobeam, de zoon van Nebat, een onderdaan van Salomo, de zoon van David, stond op en pleegde opstand tegen zijn heer.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Rond hem verzamelden zich een aantal leeglopers en booswichten; zij wisten Rechabeam, de zoon van Salomo, te trotseren, omdat Rechabeam nog jong was en onstandvastig en niet tegen ze wist op te treden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Nu meent u zich nog te kunnen verzetten tegen Jahwe's wil het koningschap toe te vertrouwen aan Davids zonen, omdat u over een groot leger beschikt, en omdat u de gouden kalveren bij u hebt die Jerobeam u tot goden gegeven heeft.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
U hebt de priesters van Jahwe verdreven, de zonen van Aäron en de levieten, en U hebt u zelf priesters aangesteld zoals de andere volkeren overal doen: als iemand met een stier en zeven rammen komt om tot priester gewijd te worden, kan hij priester worden van wat geen goden zijn.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Onze God echter is Jahwe; wij hebben Hem niet in de steek gelaten; onze priesters, de zonen van Aäron, dienen Jahwe, en de levieten staan hun daarin bij.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Elke morgen en elke avond worden aan Jahwe brandoffers opgedragen en geurige reukoffers; zij leggen de toonbroden op de tafel van zuiver goud, en laten elke avond de gouden luchter met haar lampen branden. Wij blijven dus trouw aan de eredienst van Jahwe, onze God, maar u hebt Jahwe in de steek gelaten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
God staat aan ons hoofd met zijn priesters die hun strijdtrompetten steken: zij zullen het sein geven voor de strijd tegen u, Israëlieten. Strijd echter liever niet met Jahwe, de God van uw vaderen, want het zal u slecht bekomen!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Jerobeam nu had een omtrekkende beweging gemaakt en achter de Judeeërs een hinderlaag gelegd, zodat de Judeeërs ingesloten waren tussen Jerobeams troepen voor hun en de hinderlaag achter hun.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen de Judeeërs zich omwendden, zagen zij dat ze van voren en van achteren aangevallen werden. Ze riepen tot Jahwe en de priesters bliezen op hun trompetten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De Judeeërs hieven de strijdkreet aan, en toen zij dat deden liet God Jerobeam en heel Israël door Abia en de Judeeërs verslaan.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De Israëlieten moesten vluchten voor de Judeeërs, en God leverde ze aan hun uit.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Abia en zijn leger brachten hen een grote nederlaag toe; er sneuvelden vijfhonderdduizend uitgelezen manschappen van de Israëlieten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Zo werden de Israëlieten vernederd: de Judeeërs overwonnen omdat ze steunden op Jahwe, de God van hun voorvaderen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Abia achtervolgde Jerobeam en maakte op hem een aantal steden buit, zoals Betel met onderhorigheden, Jesana met onderhorigheden en Efraïm met onderhorigheden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Jerobeam kon zich niet meer herstellen tijdens de regering van Abia. Jahwe sloeg hem en hij stierf.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Abia echter werd steeds sterker; hij nam veertien vrouwen en kreeg tweeëntwintig zonen en zestien dochters.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Verdere bijzonderheden over Abia, zijn levenswandel en zijn ondernemingen, zijn te vinden in het leerschrift van Iddo, de profeet.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Hij ging te ruste bij zijn vaderen en werd begraven in de Davidstad. Zijn zoon Asa volgde hem op. Tijdens zijn regering had het land tien jaar rust.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 13 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Asa deed wat goed was en Jahwe, zijn God, behaagde;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
hij verwijderde de uitheemse altaren en maakte een einde aan de dienst op de offerhoogten, sloeg de wijstenen stuk en hakte de heilige palen om.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij hield de Judeeërs voor, dat ze zich op Jahwe, de God van hun vaderen, moesten richten en doen wat zijn wet gebood.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Omdat hij in alle steden van Juda een einde maakte aan de dienst op de offerhoogten en er de reukaltaren verwijderde, genoot onder hem het koninkrijk rust.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Hij kon in Juda de vestingsteden herstellen, omdat het land rust genoot. In die jaren was hij niet in oorlog gewikkeld, daar Jahwe zorgde dat hij met rust gelaten werd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij zei tot de Judeeërs: 'Laten we deze steden versterken en ze omringen met muren, voorzien van torens en poorten met grendels. Nog is het land van ons, omdat we ons gericht hebben op Jahwe, onze God; daarom zorgt Hij dat we met rust gelaten worden aan al onze grenzen.' En de Judeeërs begonnen aan de bouw en brachten die tot een goed einde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Asa had een leger van driehonderdduizend man uit Juda, gewapend met schild en speer, en van tweehonderdduizend man uit Benjamin, gewapend met schild en boog; het waren allen mannen van aanzien.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Eens rukte Zerach, de Kusiet, tegen Juda ten strijde met een krijgsmacht van een miljoen man en driehonderd wagens. Toen hij Maresa genaderd was,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
trok Asa hem tegemoet en ze stelden zich in slagorde in het dal Sefata bij Maresa.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Nu riep Asa Jahwe, zijn God, aan en zei: 'Jahwe, buiten U is er niemand die de machteloze kan helpen in zijn strijd tegen een overmacht. Help ons, Jahwe, onze God, want wij steunen op U; in uw naam zijn wij opgerukt tegen deze geweldige menigte, Jahwe, Gij zijt onze God; laat geen sterveling iets tegen U vermogen.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
En Jahwe deed de Kusieten de nederlaag lijden tegen Asa en Juda. De Kusieten sloegen op de vlucht
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
en Asa met zijn leger achtervolgde hen tot Gerar. Er vielen zoveel Kusieten dat er voor hen geen behoud meer mogelijk was; ze werden door Jahwe en zijn leger vernietigd. De Judeeërs behaalden zeer veel buit
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
en overweldigden alle steden in de omgeving van Gerar, want die waren verlamd van schrik voor Jahwe. Ze plunderden al die steden, waar veel buit te behalen viel.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Ook overweldigden ze de tenten van de veehouders en maakten een groot aantal schapen en kamelen buit. Daarna keerden ze naar Jeruzalem terug.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 14 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Nu kwam de geest van God over Azarja, de zoon van Oded.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij ging Asa tegemoet en zei tot hem: 'Luister naar mij, Asa en heel Juda en Benjamin! Jahwe is met u zolang u het met Hem houdt. Als u Hem zoekt, dan staat Hij voor u, maar als u Hem de rug toekeert, dan keert Hij u de rug toe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Lange tijd waren de Israëlieten zonder de ware God, zonder priesters om hen te onderrichten en zonder wet.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar wanneer zij in hun nood zich bekeerden tot Jahwe, de God van Israël, en Hem zochten, dan stond Hij voor hen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
In die tijden was geen enkele reiziger veilig, want er waren grote beroeringen onder de bewoners van deze streken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Het ene volk lag overhoop met het andere, de ene stad met de andere, want God bracht ze in verwarring, in allerlei nood.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Wees dus sterk, laat uw handen niet verslappen, want u zult voor uw moeite beloond worden.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen Asa deze woorden hoorde, de profetie van de profeet Azarja, de zoon van Oded, vatte hij moed en liet hij de afgodsbeelden opruimen in heel het land van Juda en van Benjamin en in de steden die hij had veroverd in het bergland van Efraïm. Ook vernieuwde hij het altaar dat voor de voorhal van de tempel van Jahwe stond.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Hij riep heel Juda en Benjamin bijeen, samen met degenen uit Efraïm, Manasse en Simeon die, toen ze zagen dat Jahwe, zijn God, met hem was, in groten getale van Israël naar Asa waren overgelopen en zich in Juda gevestigd hadden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ze kwamen bijeen in Jeruzalem in de derde maand van het vijftiende regeringsjaar van Asa
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
en offerden die dag aan Jahwe zevenhonderd runderen en zevenduizend schapen van de buit die ze hadden meegebracht.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Ze verbonden zich dat ze met heel hun hart en heel hun ziel Jahwe, de God van hun vaderen, zouden dienen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Ieder, groot of klein, man of vrouw, die Jahwe, de God van Israël, niet zou dienen, zou ter dood gebracht worden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Dit zwoeren ze Jahwe met luider stem en met juichkreten, onder het geschal van trompetten en bazuinen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Heel Juda verheugde zich over de eed, die ze van ganser harte gezworen hadden. Ze zochten Jahwe met hart en ziel, daarom stond Jahwe hun bij en schonk hij hun rust aan al hun grenzen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Zelfs heeft koning Asa zijn moeder Maaka haar titel van gebiedster ontnomen; zij had namelijk voor Asjera een ergerniswekkend beeld gemaakt. Asa liet dit beeld stukslaan, verpulveren en in het Kidrondal verbranden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Wel liet men de offerhoogten in Israël voortbestaan, maar toch bleef Asa zolang hij leefde Jahwe onverdeeld toegewijd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Hij liet de wijgeschenken van zijn vader en zijn eigen wijgeschenken naar de tempel van God overbrengen: het zilver, het goud en de andere voorwerpen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
En er was geen oorlog tot het vijfendertigste jaar van zijn regering.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 15 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In het zesendertigste regeringsjaar van Asa trok Baësa, de koning van Israël, op tegen Juda en begon Rama te versterken om alle verkeer van en naar Asa, de koning van Juda, te verhinderen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen nam Asa zilver en goud uit de schatkamers van de tempel van Jahwe en van het koninklijk paleis en zond dat naar Benhadad, de koning van Aram, die in Damascus zetelde, met de volgende boodschap:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
'Er bestaat een verdrag tussen u en mij, tussen uw en mijn vader; hierbij stuur ik u zilver en goud; wees zo goed uw verdrag met Baësa, de koning van Israël, te verbreken, zodat hij van mij wegtrekt.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Benhadad voldeed aan het verzoek van koning Asa en beval zijn legeroverste op te trekken tegen de steden van Israël. Zij plunderden Ijjon, Dan, Abel-maim en alle voorraadsteden in Naftali.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen Basa hiervan hoorde staakte hij de versterking van Rama en liet hij het werk stilleggen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Koning Asa liet nu alle Judeeërs oproepen. Zij namen de stenen en het hout dat Baësa voor de versterking van Rama had gebruikt mee, en versterkten daarmee Geba en Mispa.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toen diende zich de ziener Chanani bij Asa, de koning van Juda, aan. Hij zei hem: 'Omdat u steun gezocht hebt bij de koning van Aram en niet bij Jahwe, uw God, daarom is de legermacht van de koning van Aram u ontglipt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hadden de Kusieten en de Libiërs soms geen groot leger met eindeloos veel wagens en ruiters? Toch heeft Jahwe ze u overgeleverd, omdat u op Jahwe steunde!
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Want de ogen van Jahwe gaan vorsend rond over heel de aarde om allen te helpen, die Hem onverdeeld toebehoren. In deze zaak hebt u echter dwaas gehandeld: van nu af zal oorlog uw deel zijn.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Asa ontstak in toorn jegens de ziener en sloot hem op in de gevangenis, zo kwaad was hij op hem. Bij die gelegenheid mishandelde Asa nog andere mensen uit het volk.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Verdere bijzonderheden over Asa uit vroegere en latere tijd zijn te vinden in het boek van de koningen van Juda en Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
In het negenendertigste jaar van zijn regering kreeg Asa een ernstige voetkwaal; maar zelfs in deze ziekte zocht hij zijn hulp niet bij Jahwe, maar bij de geneesheren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Hij ging bij zijn vaderen te ruste en stierf in het eenenveertigste jaar van zijn regering.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Hij werd bijgezet in het graf dat hij zich in de Davidstad had laten uithouwen; men legde hem op een rustbed, dat geheel met welriekende kruiden en specerijen, volgens kunst toebereid, bestrooid was, en men ontstak een buitengewoon groot dodenvuur voor hem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 16 14: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Zijn zoon Josafat volgde hem op. Deze versterkte zijn positie tegenover Israël
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
door garnizoenen te leggen in alle versterkte steden van Juda en bezettingen in het land Juda en in de steden van Efraïm die zijn vader Asa ingenomen had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Jahwe was met Josafat, want deze bewandelde dezelfde weg als vroeger zijn vader David. Hij aanbad niet de Baäls,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
maar de God van zijn vader; hij hield zich aan de geboden van Jahwe en volgde het voorbeeld van Israël niet na.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Jahwe gaf Josafat de koninklijke macht vast in handen en heel Juda betaalde hem belasting, zodat hij zeer rijk werd en een luisterrijke staat kon voeren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij bewandelde de wegen van Jahwe zo voortvarend, dat hij een einde maakte aan de dienst op de offerhoogten en de heilige palen in Juda opruimde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
In het derde jaar van zijn regering zond hij de beambten Benchail, Obadja, Zekarja, Netanel en Michaja om onderricht te geven in de steden van Juda.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 7: 1
Inscrutabile Divinae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Aan hem waren toegevoegd de Levieten Semaja, Netanja, Zebadja, Asaël, Semiramot, Jonatan, Adonai, Tobia en Tob-adonia en de priesters Elisama en Joram.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 8: 1
Inscrutabile Divinae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ze gaven onderricht in Juda met de wet van Jahwe in de hand; ze gingen alle steden van Juda af en onderrichtten het volk.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 9: 1
Inscrutabile Divinae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De schrik voor Jahwe zat er bij alle koningen van de landen rond Juda zo in, dat ze geen oorlog durfden voeren met Josafat.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zelfs de Filistijnen betaalden Josafat schatting, in goederen en in geld; de Arabieren in de vorm van kleinvee, zevenenzeventighonderd rammen en zevenenzeventighonderd bokken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Zo werd Josafat gaandeweg zeer machtig. Hij bouwde in Juda burchten en proviandsteden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Hij had veel werkvolk in de steden van Juda, en in Jeruzalem had hij krijgslieden, mannen van aanzien,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
die hier naar hun families worden opgesomd. Tot Juda behoorden de volgende aanvoerders van duizend: de overste Adna met driehonderdduizend mannen van aanzien.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Na hem kwam de overste Jochanan met tweehonderdtachtigduizend man;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
na deze kwam Amasja, de zoon van Zikri, die zich vrijwillig aan Jahwe had toegewijd, met tweehonderdduizend mannen van aanzien.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Uit Benjamin was afkomstig Eljada, een man van aanzien met tweehonderdduizend man, uitgerust met boog en schild.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Na hem kwam Jozabad met honderdtachtigduizend man, ten strijde toegerust.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Dat waren degenen die in dienst van de koning stonden, niet meegerekend degenen die de koning in de vestingsteden van heel Juda gelegerd had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 17 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Josafat verwierf aanzien en rijkdom in overvloed en werd de zwager van Achab.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen hij dan ook na enige jaren Achab kwam opzoeken in Samaria, slachtte Achab ter ere van hem en zijn gevolg een groot aantal schapen en runderen. Achab trachtte hem over te halen met hem op te trekken tegen Ramot in Gilead,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
en hij zei tot Josafat, de koning van Juda: 'Wilt u niet met mij ten strijde trekken naar Ramot in Gilead?' Josafat antwoordde: 'Een lot verbindt u en mij, uw volk en mijn volk; ik trek met u mee ten strijde!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar hij vervolgde: 'U moet toch eerst Jahwe raadplegen!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen riep de koning van Israël de profeten bijeen, vierhonderd man. Hij vroeg ze: 'Moet ik ten strijde trekken naar Ramot in Gilead, of moet ik ervan afzien?' Zij antwoordden: 'Ga! God levert het aan de koning over.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar Josafat vroeg: 'Is hier geen profeet van Jahwe, dat we ook door hem Jahwe kunnen raadplegen?'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De koning van Israël gaf hem ten antwoord: 'Er is er nog een over en we zouden Jahwe ook door hem kunnen raadplegen; maar ik heb een hekel aan hem, omdat hij me nooit iets goeds voorspelt, maar alleen onheil. Het is Michajehu, de zoon van Jimla.' Maar Josafat zei: 'De koning moet zo niet spreken.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen riep de koning van Israël een dienaar en zei: 'Ga dadelijk Michajehu, de zoon van Jimla, halen.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Nu zaten de koning van Israël en Josafat, de koning van Juda, in vol ornaat ieder op een troon op de dorsvloer bij de ingang van de poort van Samaria, terwijl alle profeten voor hen stonden te profeteren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Zo had Sidkia, de zoon van Kenaana, zich ijzeren hoorns opgezet en hij zei: 'Zo spreekt Jahwe: Hiermee zult gij de Arameeërs neerstoten en verdelgen.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Alle andere profeten profeteerden in dezelfde trant en zeiden: 'U moet naar Ramot in Gilead optrekken; uw veldtocht zal slagen, want Jahwe levert het aan de koning over.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De bode die Michajehu moest gaan halen zei tegen hem: 'De profeten hebben de koning eenstemmig een gunstige voorspelling gedaan; laat uw woord overeenkomen met het hunne en voorspel iets goed.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Maar Micha antwoordde: 'Zowaar Jahwe leeft: ik zal slechts zeggen wat mijn God mij opdraagt.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen hij bij de koning gekomen was, vroeg de koning hem: 'Micha, moet ik ten strijde trekken naar Ramot in Gilead, of moet ik ervan afzien?' En hij gaf hem ten antwoord: 'Trek op; uw veldtocht zal slagen; Jahwe levert het aan u over.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Maar de koning viel tegen hem uit: 'Hoe vaak moet ik je nog bezweren mij in de naam van Jahwe niets te zeggen dan de waarheid?'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Toen sprak Michajehu: 'Ik zie heel Israël verstrooid over de bergen, als schapen zonder herder. En Jahwe spreekt: Zij hebben geen heer; laat ieder in vrede naar huis terugkeren!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Toen zei de koning van Israël tot Josafat: 'Heb ik het u niet gezegd? Hij profeteert voor mij nooit iets goeds doch alleen maar iets kwaads.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Maar Michajehu hernam: 'Luister daarom naar het woord van Jahwe. Ik zag Jahwe op zijn troon zitten en heel het heir des hemels links en rechts om hem staan.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Jahwe vroeg: Wie wil Achab, de koning van Israël misleiden, zodat hij oprukt naar Ramot in Gilead en daar sneuvelt? De een zei dit, de ander dat.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen kwam er een geest voor Jahwe staan die zei: Ik zal hem misleiden! Jahwe vroeg hem: Hoe dan?
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Hij antwoordde: Ik ga erop uit en word een leugengeest in de mond van al zijn profeten. En Jahwe zei: Gij zult hem misleiden en over hem zegevieren; ga en doe het!
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Welnu, zie hoe Jahwe een leugengeest gelegd heeft in de mond van deze profeten van u, want Jahwe heeft tot uw ondergang besloten.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Toen kwam Sidkia, de zoon van Kenaana, naderbij. Hij gaf Michajehu een klap in het gezicht en zei: 'Langs welke weg zou de geest van Jahwe mij verlaten hebben om te spreken tot jou?'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Michajehu antwoordde: 'Dat zul je wel merken op de dag dat je van de ene schuilplaats naar de andere moet vluchten om je te verbergen!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De koning van Israël beval nu: 'Neem Michajehu gevangen en stel hem onder toezicht van Amon, de stadscommandant, en van Joas, de zoon van de koning.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
U moet zeggen: De koning beveelt deze man in de gevangenis te zetten, op een karig rantsoen van water en brood, tot ik behouden ben teruggekeerd.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen zei Michajehu: 'Als u behouden terugkeert, heeft Jahwe niet door mij gesproken. Hij is de profeet die gezegd heeft: Hoort volken altegader.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
De koning van Israël en Josafat, de koning van Juda, trokken dus op naar Ramot in Gilead.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Maar de koning van Israël sprak tot Josafat: 'Ik wil verkleed de strijd ingaan, maar houdt u gerust uw eigen kleren aan.' Hij verkleedde zich dus en ging zo de strijd in.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Nu had de koning van Aram de bevelhebbers van zijn strijdwagens gelast: Val niemand anders aan dan alleen de koning van Israël.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Toen de bevelhebbers van de strijdwagens Josafat zagen, dachten zij: 'Dat is zeker de koning van Israël.' Zij gingen dus op hem af om hem aan te vallen. Maar Josafat stiet een kreet uit en Jahwe kwam hem te hulp. God verwijderde de bevelhebbers der strijdwagens van hem,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
want toen zij ontdekten dat hij de koning van Israël niet was, lieten zij hem met rust.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Intussen richtte iemand op goed geluk zijn boog en trof de koning van Israël tussen de voegen van zijn pantser. Toen zei de koning tot zijn wagenmenner: 'Wend de teugel en breng mij van het slagveld, want ik ben gewond.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Maar juist op dat ogenblik laaide de strijd op, en daarom moest men de koning tegenover de Arameeërs in zijn wagen overeind houden tot de avond toe. Toen de zon onderging was hij dood.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 18 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Josafat, de koning van Juda, keerde evenwel ongedeerd terug naar zijn paleis in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 19 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Daar verscheen voor hem de ziener Jehu, de zoon van Chanani; deze zei tot koning Josafat: 'Moest u een booswicht hulp verlenen en aanpappen met hen die Jahwe haten? Daarom is Jahwe in hevige toorn tegen u ontstoken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 19 2: 3
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toch zijn er ook goede dingen van u te zeggen, want u hebt de heilige palen in het land omgehakt en met heel uw hart God gezocht.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 19 3: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Nadat Josafat enige tijd in Jeruzalem gebleven was, trok hij er met zijn leger weer op uit en bracht de mensen van Berseba tot het gebergte van Efraïm terug tot Jahwe, de God van hun vaderen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 19 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Ook stelde hij in alle versterkte steden van het land Juda, stad voor stad, rechters aan.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 19 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
En hij hield de rechters voor: 'Besef wel wat u doet, want u spreekt geen recht namens een mens, maar namens Jahwe, die bij u is als u recht spreekt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 19 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Laat dus ontzag voor Jahwe u leiden; ga nauwkeurig te werk, want Jahwe, onze God, is strikt rechtvaardig, onpartijdig en onomkoopbaar.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 19 7: 1
Provida Mater Ecclesia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ook in Jeruzalem stelde Josafat levieten, priesters en familiehoofden van Israël aan om in de naam van Jahwe recht te spreken en de geschillen van de inwoners van Jeruzalem te beslechten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 19 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
En hij gebood hun: 'Doe uw werk vol ontzag voor Jahwe, in oprechtheid en met een onverdeeld hart.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 19 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Telkens als uw broeders uit hun steden u een geschil komen voorleggen, over bloedschuld of over de uitleg van geboden, wetten en voorschriften, moet u ze voorlichten, opdat zij zich niet schuldig maken voor Jahwe; anders breekt er een hevige toorn over u en uw broeders los. Als u dat doet zult u zich niet schuldig maken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 19 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De opperpriester Amarja staat boven u voor alle aangelegenheden die Jahwe betreffen, en Zebadja, de zoon van Jismaël, de leider van het volk van Juda, staat boven u voor alle aangelegenheden die de koning betreffen; de levieten zullen als beambten in uw dienst staan. Ga vastberaden aan het werk en moge Jahwe zijn met de rechtschapene.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 19 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Een tijd later trokken de Moabieten en de Ammonieten met een afdeling Meunieten tegen Josafat ten strijde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Aan Josafat werd gemeld: Een grote menigte Edomieten komt op u af van de overkant van de zee van Edom; ze zijn al in Chaseson-tamar. Chaseson-tamar is Engedi.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Toen werd Josafat bevreesd en besloot hij Jahwe te raadplegen. Hij kondigde voor heel Juda een vasten af;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 3: 1
Paenitemini ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
daarop kwamen ze uit Juda, uit alle steden van Juda, bijeen om bij Jahwe hulp te zoeken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Omringd door de gemeente die uit Juda en Jeruzalem was samengekomen in het huis van Jahwe, bij de nieuwe voorhof, bad Josafat staande;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
'Jahwe, God van onze vaderen, Gij zijt toch de God in de hemel? Gij zijt toch meester over alle volken en hun koningen? In uw hand is de macht en de kracht; niemand kan u weerstaan.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Gij zijt toch onze God, Gij hebt toch de bewoners van dit land verdreven voor uw volk Israël en dit land voor altijd gegeven aan het nageslacht van Abraham, uw vriend?
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 7: 1
Over het geloof ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ze zijn er gaan wonen, hebben er een heiligdom voor uw naam gebouwd en hebben gezegd:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Als een onheil ons mocht treffen, het straffende zwaard, pest of hongersnood, dan zullen we naar dit huis komen en voor uw aanschijn treden, want uw naam woont in dit huis. Dan zullen we in onze nood tot U smeken en Gij zult naar ons luisteren en uitkomst brengen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Welnu dan, daar zijn de Ammonieten en de Moabieten en de bewoners van het seïrgebergte, Gij hebt de Israëlieten, toen ze uit Egypte kwamen, de toegang tot hun land verboden; daarom trokken ze om hun gebied heen en hebben ze hen niet verdelgd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
En zie, als dank daarvoor komen ze op ons af om ons te verjagen uit het erfdeel dat Gij ons in bezit gegeven hebt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Jahwe, onze God, zult Gij over hen geen strafgericht houden? Wij zijn machteloos tegenover de grote menigte die op ons afkomt; wij weten niet wat we moeten doen, maar op U zijn onze ogen gevestigd.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 12: 2
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Terwijl heel Juda zo voor het aanschijn van Jahwe stond, met kleine kinderen, vrouwen en zonen,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
kwam midden onder het vergaderde volk de geest van Jahwe over de leviet Jachaziël, de zoon van Zekarja, de zoon van Benaja, de zoon van Jeïel, de zoon van Mattanja, een van de zonen van Asaf.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Hij zei: 'Luister aandachtig, heel Juda, inwoners van Jeruzalem, en koning Josafat. Zo spreekt Jahwe: Vrees niet en wees niet bang voor die grote menigte, want het is niet uw oorlog, maar Gods oorlog.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Morgen moet gij tegen hen oprukken. Zij nemen de Kristalpas, en aan het einde van het dal dat uitloopt in de woestijn van Jeruël zult u op hen stoten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Ge hoeft dan niet te strijden; stel u maar ter plaatse op en ge zult zien hoe Jahwe u, Juda en Jeruzalem, de overwinning geeft. Vrees niet en raak niet in paniek; trek morgen tegen hen op; Jahwe zal met u zijn.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen boog Josafat zich neer met het gezicht tegen de grond en heel Juda wierp zich samen met de inwoners van Jeruzalem voor Jahwe neer en betuigde Hem hulde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
En de levieten die tot de Kehatieten en de Korchieten behoorden begonnen met luider stem de lof te zingen van Jahwe, de God van Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De volgende morgen trokken ze in alle vroegte naar de woestijn van Tekoa. Toen ze uittrokken trad Josafat naar voren en zei: 'Luister naar mij, Juda en inwoners van Jeruzalem. Vertrouw op Jahwe, uw God, en u blijft behouden; vertrouw op zijn profeten en uw welslagen is verzekerd.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Na overleg met het leger liet hij de zangers van Jahwe en de muzikanten in hun heilige gewaden voor de soldaten uitgaan en het lied zingen: 'Loof Jahwe, want eeuwig duurt zijn barmhartigheid.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Op het ogenblik dat ze jubelend het loflied aanhieven liet Jahwe de Ammonieten, de Moabieten en de bewoners van het seïrgebergte, die naar Juda oprukten, uit hinderlagen overvallen, zodat ze zware verliezen leden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Daarop keerden de Ammonieten en de Moabieten zich tegen de bewoners van het seïrgebergte om ze uit te roeien en te verdelgen. Nadat ze de bewoners van seïr hadden afgeslacht, brachten ze elkaar om het leven.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Toen de Judeeërs op het punt gekomen waren waar ze de woestijn konden overzien, en naar het leger uitkeken, zagen ze de grond bezaaid met lijken; niemand was ontkomen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Nu ging Josafat met zijn leger erop af om de buit te bemachtigen; tussen de lijken vonden ze allerlei goederen en kostbare voorwerpen in overvloed. Ze behaalden zoveel buit dat het niet te vervoeren was; drie dagen waren ze bezig met het binnenhalen van de buit, zo groot was die.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De vierde dag kwamen ze bijeen in het Dal van de Lofprijzing en prezen ze Jahwe; daarom heet die plek Dal van de Lofprijzing tot op de huidige dag.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Daarop keerden alle mannen van Juda, en Jeruzalem met Josafat aan het hoofd vol vreugde naar Jeruzalem terug, want Jahwe had hen doen zegepralen over hun vijanden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ze trokken Jeruzalem binnen met lieren, luiten en trompetten en begaven zich naar het huis van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
De schrik voor God maakte zich meester van alle koningen van de landen rondom, toen ze hoorden dat Jahwe gestreden had met de vijanden van Israël,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
en het koninkrijk van Josafat genoot voortaan rust, want zijn God zorgde ervoor dat het met rust gelaten werd aan al zijn grenzen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Zo regeerde Josafat over Juda. Hij was vijfendertig jaar toen hij koning werd en heeft vijfentwintig jaar in Jeruzalem geregeerd. Zijn moeder heette Azuba en was een dochter van Silchi.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Hij volgde het voorbeeld van zijn vader Asa, zonder daarvan af te wijken, door te doen wat Jahwe behaagt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Alleen werden de heiligdommen op de offerhoogten niet afgeschaft; nog steeds was het volk de God van zijn vaderen niet van harte toegedaan.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Verdere bijzonderheden over de regering van Josafat, van het begin tot het einde ervan, zijn te vinden in het verhaal over Jehu, de zoon van Chanani, dat opgenomen is in het boek van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Vermeld zij nog de overeenkomst die Josafat, de koning van Juda, is aangegaan met Achazja, de koning van Israël. Deze Achazja was een gewetenloos man.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Zij kwamen overeen, schepen te bouwen voor de vaart op Tarsis. De schepen werden in Esjon-geber gebouwd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Maar Eliëzer, de zoon van Dodawahu uit Maresa, profeteerde tegen Josafat en zei: 'Omdat u een overeenkomst gesloten hebt met Achazja, breekt Jahwe uw werk in stukken.' De schepen leden schipbreuk en konden niet naar Tarsis varen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 20 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Josafat ging bij zijn vaderen te ruste en werd in de Davidstad bij zijn voorvaderen begraven. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Joram.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Zijn broers, zonen van Josafat, heetten Azarja, Jechiël, Zekarja, Azarja, Michaël en Sefatja: dat waren alle zonen van Josafat, de koning van Juda.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Allen hadden zij van hun vader veel geschenken ontvangen in zilver en goud, alsook andere kostbaarheden en versterkte steden in Juda; maar het koningschap ging over op Joram, de oudste zoon.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zodra Joram de troon van zijn vader bestegen had en zijn macht gevestigd had, liet hij al zijn broers en een aantal voorname Israëlieten met het zwaard doden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Joram was tweeëndertig jaar oud toen hij koning werd, en acht jaar heeft hij in Jeruzalem geregeerd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij volgde het voorbeeld van de koningen van Israël na, zoals het huis van Achab dat gedaan had, want hij had een dochter van Achab als vrouw. Hij deed wat Jahwe mishaagt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Toch wilde Jahwe het huis van David niet uitroeien, vanwege het verbond dat Hij met David gesloten had, waarbij Hij hem beloofd had voor hem en zijn zonen altijd een lamp te laten branden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Tijdens zijn regering maakte Edom zich van Juda onafhankelijk en stelde een eigen koning aan.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Daarom trok Joram met zijn bevelhebbers en al zijn strijdwagens op en versloeg 's nachts de Edomieten die hem en de bevelhebbers van zijn strijdwagens omsingeld hadden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toch werd Edom onafhankelijk van Juda, en dat is het gebleven tot vandaag toe. In die tijd maakte ook Libna zich van hem onafhankelijk; dat kwam doordat Joram Jahwe, de God van zijn vaderen, verlaten had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Ook bouwde hij offerhoogten op de bergen van Juda, verleidde de bewoners van Jeruzalem tot afgoderij en bracht Juda op het slechte pad.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Daarom ontving hij een brief van Elia, de profeet, van de volgende inhoud: 'Zo spreekt Jahwe, de God van David, uw vader. Omdat gij niet het voorbeeld van Josafat, uw vader, gevolgd hebt, en evenmin dat van Asa, de koning van Juda,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
maar het voorbeeld van de koningen van Israël, en gij Juda en de bewoners van Jeruzalem verleid hebt tot de afgoderij van het huis van Achab, en gij bovendien uw broers in het huis van uw vader, die beter waren dan gij, gedood hebt,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
daarom zal Jahwe uw volk, uw zonen en vrouwen, en heel uw bezit een zware slag toebrengen;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
zelf zult gij door een zware ziekte getroffen worden, een ingewandsziekte, waarbij tengevolge van de ziekte uw ingewanden naar buiten zullen komen, elke dag erger.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
En Jahwe zette de Filistijnen, evenals de Arabieren die naast de Kusieten woonden, tegen Joram op.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Zij trokken tegen Juda op, versloegen het, maakten alle bezittingen van het koninklijk paleis buit, evenals zijn zonen en vrouwen; geen zoon bleef hem over, behalve Joachaz, zijn jongste zoon.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Na dit alles sloeg Jahwe hem ook nog met een ongeneeslijke ingewandsziekte.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Na verloop van tijd, toen twee jaar verstreken waren, kwamen tengevolge van zijn ziekte zijn ingewanden naar buiten, en stierf hij onder de afschuwelijkste pijnen. Zijn onderdanen lieten voor hem geen dodenvuur branden zoals voor zijn voorvaderen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Hij was tweeëndertig jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde acht jaar in Jeruzalem, maar hij stierf onbetreurd. Hij werd begraven in de Davidstad, ofschoon niet in de graven der koningen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 21 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De bewoners van Jeruzalem stelden nu Achazja, zijn jongste zoon, tot koning aan, want al zijn oudere broers waren door de bende Arabieren die het legerkamp binnengedrongen waren vermoord. Zo werd Achazja, de zoon van Joram, koning over Juda.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 22 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Achazja was tweeënveertig jaar oud toen hij koning werd en hij regeerde een jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Atalja en was een dochter van Omri.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 22 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Maar ook hij volgde het voorbeeld van het huis van Achab, want zijn moeder zelf stookte hem op om kwaad te doen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 22 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hij deed wat Jahwe mishaagt, zoals het huis van Achab gedaan had; leden van deze familie waren na de dood van zijn vader zijn raadgevers en dat werd zijn ongeluk.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 22 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Op hun raad ook trok hij met Joram, de zoon van Achab, ten strijde tegen Hazaël, de koning van Aram, bij Ramot in Gilead. Maar Joram werd gewond door de Arameeërs,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 22 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
en moest terugkeren om in Jizreël te genezen van de verwondingen die hij in de strijd tegen Hazaël, de koning van Aram, bij Rama opgelopen had. Achazja, de zoon van Joram, koning van Juda, bracht Joram, de zoon van Achab, tijdens diens ziekte in Jizreël een bezoek.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 22 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
God had besloten Achazja te verderven. Deze ging Joram bezoeken. Na aankomst reed hij met Joram Jehu tegemoet, de zoon van Nimsi, die door Jahwe gezalfd was om het huis van Achab uit te roeien.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 22 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen Jehu het vonnis aan het huis van Achab voltrok, stiet hij op enkele voorname Judeeërs en neven van Achazja, die in diens dienst stonden en hij liet ze allen doden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 22 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Daarop zocht hij naar Achazja. Deze hield zich in Samaria verborgen, maar werd ontdekt en voor Jehu geleid. Men bracht hem ter dood. Wel werd hij begraven, want men zei: 'Het is een kleinzoon van Josafat, die Jahwe van ganser harte gediend heeft.' Nu was er in het huis van Achazja niemand meer die in staat was de regering op zich te nemen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 22 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen Atalja, de moeder van Achazja, hoorde dat haar zoon gestorven was, roeide zij heel de koninklijke familie van het huis van Juda uit.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 22 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Maar Joseba, een dochter van de koning, haalde Joas, de zoon van Achazja, heimelijk weg tussen de koningszonen toen die gedood werden, en zij verborg hem met zijn voedster op de slaapzaal. Deze Joseba was een dochter van koning Joram; ze was de vrouw van de priester Jojada, en zuster van Achazja. Zij slaagde erin Joas voor Atalja verborgen te houden, zodat Atalja hem niet heeft kunnen doden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 22 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Zes jaar lang bleef hij bij haar in de tempel van God verborgen, terwijl Atalja het land regeerde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 22 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
In het zevende jaar nam Jojada een moedig besluit. Hij stelde zich in verbinding met de aanvoerders van honderd. Azarja, de zoon van Jerocham, Jismaël, de zoon van Jochanan, Azarja, de zoon van Obed, Maaseja, de zoon van Adaja, en Elisafat, de zoon van Zikri.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ze trokken rond door Juda en brachten de levieten uit de steden van Juda en de familiehoofden van Israël bijeen. Toen dezen in Jeruzalem gekomen waren,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
sloot heel de vergadering in het huis van God een verbond met de koning, waarbij Jojada tot hen zei: 'De zoon van de koning moet koning worden, want Jahwe heeft bepaald dat het koningschap aan de zonen van David toekomt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Daarom staat u dit te doen. Van degenen die op sabbat aantreden, zowel priesters als levieten, moet een derde deel de wacht houden bij de poorten van de tempel,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
een derde deel bij het koninklijk paleis en een derde deel bij de Fundamentpoort, en het leger moet zich opstellen in de voorhoven van de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Niemand mag de tempel van Jahwe binnengaan, tenzij de priesters en de dienstdoende levieten. Zij mogen er binnengaan omdat zij heilig zijn, maar al het overige volk moet het verbod van Jahwe in acht nemen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De levieten zullen met hun wapens in de hand een kring vormen om de koning; wie de tempel wil binnengaan moet gedood worden. Blijf bij de koning, waar hij ook gaat of staat.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De levieten en heel Juda deden alles wat de priester Jojada geboden had; ieder nam zijn mannen mee, zowel degenen die op sabbat dienst moesten doen, als degenen die op sabbat zouden inrukken. Want de priester Jojada had de afdelingen geen vrij gegeven.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Jojada gaf aan de aanvoerders van honderd de lansen, schilden en pijlkokers van koning David, die in het huis van God bewaard werden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Hij stelde het leger op, ieder met zijn werpspies in de hand, van de rechtervleugel van de tempel tot de linkervleugel; gekeerd naar het altaar en het gebouw, vormde het een kring om de koning.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Men leidde de zoon van de koning naar buiten, zette hem de diadeem op, reikte hem de oorkonde over en verhief hem tot koning. Jojada en zijn zonen zalfden hem, waarop men riep: 'Leve de koning!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen Atalja het volk en de lijfwacht hoorde juichen, begaf ze zich naar de tempel waar het volk bijeen was.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Daar zag ze de koning op zijn podium bij de ingang staan, met de magistraten en de trompetters om hem heen, terwijl het volk van het land juichte en op de trompetten blies en de zangers met hun muziekinstrumenten het gejubel begeleidden. Toen scheurde Atalja haar kleren en riep: 'Verraad! Verraad!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Daarop beval de priester Jojada de aanvoerders van honderd, de bevelhebbers van het leger: 'Leid haar buiten het kordon; dood met het zwaard alwie haar volgt.' Want de priester had beslist dat men haar niet mocht doden in de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Ze namen haar gevangen en toen ze door de Paardenpoort het koninklijk paleis bereikt hadden, doodden ze haar.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Nu bracht Jojada een verbond tot stand tussen Jahwe, de koning en het volk, waardoor dit weer het volk van Jahwe werd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Daarna trok het volk naar de tempel van Baäl; ze braken die af, sloegen zijn altaren en beelden stuk en doodden de Baäl-priester Mattan voor de altaren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Jojada droeg de zorg voor de tempel van Jahwe op aan de levitische priesters, die David voor de tempel in afdelingen ingedeeld had. Zij moesten onder gejubel en gezang brandoffers aan Jahwe opdragen, zoals geschreven staat in de wet van Mozes, en David nader bepaald had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hij plaatste bij de poorten van de tempel van Jahwe poortwachters, opdat niemand die om de een of andere reden onrein was, zou binnenkomen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Met de honderdmannen, de officieren en de bevelhebbers van het leger en het volk van het land leidde hij de koning uit de tempel van Jahwe en zij trokken door de Hoge Poort naar het koninklijk paleis. Daar deden ze de koning plaats nemen op de koninklijke troon.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Het volk van het land verheugde zich en de stad hield zich rustig. Atalja had men met het zwaard gedood.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 23 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Joas was zeven jaar oud toen hij koning werd. Hij regeerde veertig jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Sibja en was afkomstig uit Berseba.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Joas deed wat Jahwe behaagde zolang de priester Jojada leefde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Jojada koos voor hem twee vrouwen uit, en hij kreeg zonen en dochters.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Enige tijd later vatte Joas het plan op de tempel van Jahwe te herstellen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Hij liet de priesters en levieten bijeenroepen en gaf hun het volgende bevel: 'Trek rond langs de steden van Juda en verzamel geld uit heel Israël om jaar na jaar de tempel van uw God te kunnen herstellen; en zet spoed achter deze zaak.' Maar de levieten maakten er geen haast mee.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Toen riep de koning Jojada, de opperpriester, en vroeg hem: 'Waarom heeft u er niet voor gezorgd, dat de levieten in Juda en Jeruzalem de heffing innen, die Mozes, de dienaar van Jahwe, de gemeenschap van Israël opgelegd heeft voor de tent met de verbondsakte?
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Want Atalja, dat goddeloze schepsel, en haar zonen hebben ingebroken in de tempel, en ze hebben zelfs de gewijde voorwerpen van de tempel van Jahwe gebruikt voor hun Baäls.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Op bevel van de koning werd nu een kist gemaakt die buiten voor de ingang van de tempel neergeplaatst werd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Men liet in Juda en Jeruzalem bekend maken dat allen voor Jahwe de heffing moesten meebrengen, die Mozes, de dienaar Gods, Israël opgelegd had in de woestijn.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Alle aanzienlijken en heel het volk, tot de laatste man toe, brachten nu blijmoedig hun bijdragen en deden deze in de offerkist.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Telkens als de kist door de levieten gebracht werd naar de ambtenaren van de koning, en zij zagen dat er veel geld in zat, kwamen de schrijver van de koning en de opzichter van de opperpriester, om de kist te ledigen. Dan werd de kist weer opgepakt en op zijn plaats teruggezet. Dit gebeurde dagelijks, en op deze wijze kwam er veel geld bijeen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De koning en Jojada stelden het geld ter hand aan de opzichters, die het werk aan de tempel hadden te leiden; en dezen namen dan steenhouwers en timmerlieden in dienst om de tempel te herstellen, evenals smeden en koperslagers om de tempel nog sterker te maken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De werklieden gingen aan de arbeid, en het herstellingswerk vorderde gestaag; zij herstelden de tempel in zijn oorspronkelijke toestand en maakten hem nog sterker.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen zij klaargekomen waren, brachten zij het overgebleven geld naar de koning en Jojada; deze liet daarvan werktuigen maken voor het dienstwerk en voor de brandoffers, alsook schalen en andere voorwerpen van goud en zilver. Zolang Jojada leefde werden dagelijks de brandoffers in de tempel van Jahwe opgedragen,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Jojada werd oud en hoogbejaard; toen hij stierf was hij honderddertig jaar oud.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Jojada werd begraven in de Davidstad bij de koningen, omdat hij zich voor Israël en voor God en zijn tempel zo verdienstelijk gemaakt had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Maar na de dood van Jojada kwamen de aanzienlijken van Juda en betuigden de koning hun hulde. En de koning luisterde naar hen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Men begon de tempel van Jahwe, de God van hun vaderen, te verwaarlozen, en men vereerde heilige palen en afgodsbeelden. Om deze zonde kwam een hevige toorn over Juda en Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hij stuurde profeten op hen af om hen tot inkeer te brengen; dezen waarschuwden hen, maar zij wilden niet luisteren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen kwam de geest van God over Zekarja, de zoon van Jojada, de priester. Hij ging voor het volk staan en sprak tot hen: 'Zo spreekt God: Waarom overtreedt gij de geboden van Jahwe zonder enig voordeel daarbij te vinden? Omdat gij Jahwe in de steek gelaten hebt, heeft Hij u in de steek gelaten!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Maar zij spanden samen tegen hem en op bevel van de koning stenigden zij hem op de voorhof van de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Zo weinig dacht Joas nog aan alle weldaden die Jojada, Zekarja's vader, hem bewezen had, dat hij zijn zoon liet vermoorden. Stervend riep deze nog: 'Jahwe moge het zien en het wreken!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Bij de jaarwisseling rukte het leger der Arameeërs tegen Joas uit; ze trokken Juda en Jeruzalem binnen, brachten alle aanzienlijken van het volk om het leven en stuurden alles wat zij buit gemaakt hadden naar de koning van Damascus.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Want ofschoon het leger der Arameeërs slechts uit weinigen bestond, liet Jahwe hun zeer veel buit in handen vallen, omdat de Judeeërs Jahwe, de God van hun vaderen, in de steek gelaten hadden. Ook aan Joas voltrokken zij het strafgericht.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Want toen ze hem met hevige pijnen hadden achtergelaten, zwoeren zijn hovelingen tegen hem samen om het bloed van Jojada's zoon te wreken. Zij vermoordden hem in zijn bed. Hij werd begraven in de Davidstad, maar niet in de graven der koningen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Dit zijn de namen van de samenzweerders: Zabad, de zoon van Sima, de Ammonitische, en Jozabad, de zoon van Simrit, de Moabitische.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Verdere bijzonderheden over zijn zonen, de vele godsspraken tegen hem, en over de herbouw van de tempel zijn te vinden in het leerschrift van het boek der koningen. Hij werd opgevolgd door Amasja, zijn zoon.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 24 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Amasja was vijfentwintig jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde negenentwintig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Joaddan en was afkomstig uit Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij deed wat Jahwe behaagt, zij het niet met een onverdeeld hart.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Zodra hij de koninklijke macht vast in handen had, doodde hij de hovelingen die zijn vader, de koning, vermoord hadden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar de zonen van de moordenaars doodde hij niet: hij hield zich aan hetgeen geschreven staat in het boek van de wet van Mozes, waar Jahwe geboden heeft: 'Vaders mogen niet ter dood gebracht worden om hun kinderen, en kinderen niet om hun vader; alleen om zijn eigen schuld mag iemand ter dood worden gebracht.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Amasja riep Juda bijeen, en deelde heel Juda en Benjamin in naar families onder aanvoerders van duizend en van honderd. Bij de monstering van alle mannen van twintig jaar en ouder telde hij driehonderdduizend strijdbare mannen die speer en schild konden hanteren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Bovendien nam hij voor honderd talenten zilver nog honderdduizend dappere krijgers uit Israël in dienst.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Maar een man Gods diende zich bij hem aan met de boodschap: 'Laat het leger uit Israël niet met u uittrekken, koning, want Jahwe is niet met Israël en met de zonen van Efraïm!
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Maar rust u uit voor de strijd en trek er alleen op uit, anders zal Jahwe u voor de vijand laten bezwijken.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Amasja antwoordde de man Gods: 'Maar hoe moet dat dan met de honderd talenten zilver die ik voor de troepen van Israël betaald heb?' En de man Gods zei: 'Jahwe kan u nog veel meer geven dan dat!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen ontsloeg Amasja de troepen uit Efraïm, die zich bij hem aangesloten hadden, uit zijn dienst en zei hun dat ze naar huis konden terugkeren. Zij werden echter boos op Juda, en keerden vol verontwaardiging naar huis terug.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Amasja vatte moed en voerde zijn leger naar het Zoutdal. Daar aangekomen versloeg hij tienduizend mannen van seïr.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Vervolgens namen de Judeeërs nog tienduizend anderen levend gevangen; zij brachten ze op de top van de Rots en gooiden ze vandaar naar beneden, zodat ze allen te pletter vielen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De troepen echter die Amasja ontslagen had en niet had meegenomen in de strijd, plunderden intussen de steden van Juda, van Samaria tot Bet-choron; ze vermoordden drieduizend man en behaalden een grote buit.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen Amasja na zijn overwinning op de Edomieten thuis kwam, bracht hij de afgodsbeelden van de mannen van seïr mee; hij stelde ze op als zijn eigen goden, wierp er zich voor neer, en bracht er offers voor.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Toen ontbrandde de toorn van Jahwe tegen Amasja. Hij stuurde een profeet naar hem toe en liet hem vragen: 'Hoe komt u erbij de goden te vereren van een volk, die niet eens hun eigen volk uit uw handen hebben kunnen redden?'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Voordat hij uitgesproken was viel Amasja hem in de rede en zei: 'Wie heeft jou aangesteld tot mijn raadgever? Hou op, opdat ze jou niet vermoorden!' De profeet gehoorzaamde, maar zei eerst nog: 'Ik weet dat God van plan is u te vernietigen, omdat gij dit gedaan hebt en niet naar mijn raad wilt luisteren.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Een tijd later pleegde Amasja, de koning van Juda, overleg; hij stuurde een boodschap naar Joas, de zoon van Joachaz, de zoon van Jehu, de koning van Israël, van de volgende inhoud: 'Kom aan, laten wij onze krachten meten!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Maar Joas, de koning van Israël, stuurde het volgende antwoord aan de koning van Juda: 'Eens zond een distel op de Libanon aan een ceder op de Libanon dit verzoek: Wees zo goed uw dochter als vrouw af te staan aan mijn zoon. Maar er kwam een wild dier van de Libanon voorbij, en dat vertrapte de distel.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
U zegt: Ik heb Edom vernietigd! En u bent er overmoedig door geworden. Maar blijf toch liever thuis. Waarom zoudt u zich in een ongelukkige oorlog storten en uw volk Juda meeslepen in uw val?'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Maar Amasja wilde niet luisteren. Dit was zo door God beschikt, want God wilde hem overleveren in de hand van de vijand, omdat ze de goden van Edom hadden vereerd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen rukte Joas, de koning van Israël, op, en bij Bet-semes in Juda maten hij en Amasja, de koning van Juda, hun krachten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De Judeeërs werden door de Israëlieten verslagen, en allen vluchtten naar hun tenten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
En koning Joas van Israël nam bij Bet-semes Amasja, de koning van Juda, de zoon van Joas, de zoon van Joachaz, gevangen. Hij voerde hem mee naar Jeruzalem en brak de muur van Jeruzalem af over een lengte van vierhonderd el, van de Efraïmpoort tot de Hoekpoort.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Hij maakte zich meester van al het goud en zilver, van al de voorwerpen die in de tempel en in de schatkamers van het koninklijk paleis bij Obededom bewaard werden, en trok met een aantal gijzelaars terug naar Samaria.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Na de dood van Joas, de zoon van Joachaz, de koning van Israël, leefde Amasja, de zoon van Joas, de koning van Juda, nog vijftien jaar.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Verdere bijzonderheden over Amasja uit vroegere en latere tijd zijn te vinden in het boek van de koningen van Juda en Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Van het ogenblik af dat Amasja van Jahwe afviel, werd er tegen hem in Jeruzalem samengespannen, zodat hij naar Lakis moest vluchten. De samenzweerders echter stuurden mannen achter hem aan, die hem in Lakis vermoordden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Op paarden werd hij overgebracht en hij werd in de Davidstad bij zijn vaderen begraven.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 25 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Het volk van Juda nam de zestien jaar oude Uzzia en maakte hem tot koning als opvolger van zijn vader Amasja.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Nadat hij zijn vader, de koning, bij zijn vaderen te ruste had gelegd, lijfde hij Elot bij Juda in en versterkte die stad.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij was zestien jaar toen hij koning werd en hij regeerde tweeënvijftig jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Jekolja en was afkomstig uit Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hij deed wat Jahwe behaagt, zoals ook zijn vader Amasja gedaan had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Zolang Zekarja, die hem in de vreze des Heren opgevoed had, leefde, vereerde hij Jahwe en schonk God hem voorspoed.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij trok ten strijde tegen de Filistijnen en haalde de muren omver van Gat, Jabne en Asdod, en hij bouwde steden in het gebied van Asdod en de Filistijnen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
God hielp hem tegen de Filistijnen, de Arabieren die in Gur-baal woonden, en tegen de Meunieten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ook de Ammonieten moesten Uzzia schatting betalen, en zijn roem verbreidde zich tot aan de Egyptische grens, want hij was immers zeer machtig geworden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Uzzia bouwde torens aan de Hoekpoort, de Dalpoort en aan de Hoek, en hij versterkte ze.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Ook bouwde hij vestingen in de woestijn; hij liet ook regenbakken uitkappen, want hij had een grote veestapel in de Sefela en op de vlakte, en hij had landbouwers en wijngaardeniers in het Karmelgebergte; hij was namelijk een liefhebber van de landbouw.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Uzzia had een leger dat krijgsdienst verrichtte, en uittrok in de afdelingen die door Jeïel, de schrijver, en Maaseja, de beambte, ondergeschikten van Chananja, de bevelhebber van de koning, gemonsterd waren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Deze dappere krijgers stonden onder leiding van in totaal tweeduizendzeshonderd familiehoofden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zij stonden aan het hoofd van een leger van driehonderdzevenduizend vijfhonderd krijgers, die de koning krachtig hielpen tegen zijn vijanden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Uzzia had voor heel zijn leger schilden, speren, helmen, pantsers, bogen en voor de slingers stenen laten aanschaffen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Ook liet hij in Jeruzalem vernuftige oorlogswerktuigen plaatsen op de torens en op de hoeken, voor het afschieten van pijlen en grote stenen. Zijn faam verbreidde zich wijd en zijd; hij werd op wonderbare wijze geholpen en werd heel sterk.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Maar toen hij machtig geworden was, werd hij hoogmoedig tot zijn eigen ongeluk, en zondigde hij tegen Jahwe, zijn God, doordat hij de tempel van Jahwe binnenging om zelf offers op te dragen op het reukofferaltaar.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Maar Azarja, de priester, en tachtig andere priesters, allen voortreffelijke mannen, gingen hem achterna;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
zij stelden zich op rond Uzzia, de koning, en zeiden: 'Het is u niet toegestaan, Uzzia, offers op te dragen voor Jahwe, doch slechts aan de priesters, de zonen van Aäron, die gewijd zijn voor de offerdienst; verlaat de tempel, want u bezondigt zich; dit zal u bij Jahwe niet tot eer strekken.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Uzzia, het wierookvat in de hand, ontstak in woede. Maar terwijl hij toornig uitviel tegen de priesters, vertoonde zich opeens een melaatse plek op zijn voorhoofd. De priesters, die rond het reukofferaltaar stonden in de tempel van Jahwe, zagen het.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Azarja, de opperpriester, en alle andere priesters, gingen op Uzzia af en stelden vast dat hij een melaatse plek had op zijn voorhoofd. Vol ontzetting drongen zij erop aan dat hij vandaar weg zou gaan, maar zelf had Uzzia haast om weg te komen, omdat Jahwe hem geslagen had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
En koning Uzzia bleef melaats tot aan de dag van zijn dood. Hij leefde sindsdien in afzondering als een melaatse, en hij mocht niet in de nabijheid van de tempel van Jahwe komen. Gedurende deze tijd beheerde Jotam, zijn zoon, het paleis van de koning en sprak recht voor het volk in het land.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Verdere bijzonderheden over Uzzia uit vroegere en latere tijd zijn opgetekend door de profeet Jesaja, de zoon van Amos.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Uzzia ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven bij zijn vaderen op een stuk grond bij het graf van de koningen want men zei: 'Het is een melaatse.' Zijn zoon Jotam volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 26 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Jotam was vijfentwintig jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde zestien jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Jerusa en was een dochter van Sadok.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 27 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij deed wat Jahwe behaagt, zoals zijn vader Uzzia gedaan had. Maar de tempel van Jahwe drong hij niet binnen. Het volk echter had zijn zondige gebruiken nog niet opgegeven.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 27 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij bouwde de Bovenpoort van de tempel van Jahwe, en hij liet de muur van de Ofel versterken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 27 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hij liet vestingen bouwen in het bergland van Juda en in bosrijke streken bouwde hij burchten en torens.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 27 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Hij voerde oorlog met de koning der Ammonieten, en overwon hem. De Ammonieten moesten hem dat jaar honderd talenten zilver en tienduizend kor tarwe en tienduizend kor gerst betalen. Dit betaalden ze hem dan ook, en eveneens in de twee volgende jaren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 27 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Jotam werd steeds machtiger omdat hij de wegen van Jahwe, zijn God, bewandelde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 27 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Verdere bijzonderheden over Jotam, zijn oorlogen en ondernemingen, zijn te vinden in het boek over de koningen van Israël en Juda.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 27 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Hij was vijfentwintig jaar toen hij koning werd, en hij regeerde zestien jaar in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 27 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Jotam ging bij zijn vaderen te ruste. Hij werd begraven in de Davidstad, en Achaz, zijn zoon, volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 27 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Achaz was twintig jaar oud toen hij koning werd en hij regeerde zestien jaar in Jeruzalem, maar hij deed niet wat Jahwe behaagt zoals zijn vader David gedaan had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij volgde het voorbeeld van de koningen van Israël na, en maakte zelfs gegoten beelden voor de Baäls.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij offerde in het Ben-hinnomdal, en hij verbrandde zijn zonen overeenkomstig de gruwelijke gewoonten van de volken die Jahwe voor de Israëlieten verdreven had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ook offerde hij en brandde hij wierook op de hoogten, op de heuvels en onder elke groene boom.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Jahwe, zijn God, leverde hem over aan de koning van Aram, die hem overwon, en hem en met velen van zijn volk gevangen wegvoerde naar Damascus. Hij werd ook overgeleverd aan de koning van Israël, die hem een grote nederlaag toebracht.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Pekach, de zoon van Remalja, liet in Juda op een dag honderdtwintigduizend man ombrengen, allemaal weerbare mannen; want ze hadden Jahwe, de God van hun vaderen, verlaten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zikri, een held uit Efraïm, doodde Maaseja, de zoon van de koning, Azrikam, de hofmaarschalk, en Elkana, de plaatsvervanger van de koning.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De Israëlieten namen tweehonderdduizend vrouwen en zonen en dochters van hun broeders gevangen, behaalden bovendien een grote buit, en trokken daarmee naar Samaria.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar nu woonde er in Samaria een profeet van Jahwe, Oded genaamd. Toen het leger Samaria naderde, ging hij de stad uit en liep ze tegemoet. Hij sprak: 'Jahwe, de God van uw vaderen, heeft u de Judeeërs overgeleverd, omdat Hij vertoornd op hen was. Maar u hebt hen afgeslacht met ween wreedheid die ten hemel schreit.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
En nu denkt u de bewoner van Juda en Jeruzalem bovendien nog te kunnen vertrappen als uw slaven en slavinnen! Maar laadt u daarmee geen schuld op u?
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Luister derhalve naar mij en laat deze gevangenen die uw broeders toebehoren vrij, want anders zal Jahwe's toorn op u neerkomen.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Nu traden ook enige van de voornaamste Efraïmieten op het teruggekeerde leger toe: Azarja, de zoon van Jochanan, Berekja, de zoon van Mesillemot, Jechizkia, de zoon van Sallum en Amasa, de zoon van Chadlai.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zij spraken hun toe als volgt: 'Breng de gevangenen niet de stad binnen. Wij hebben reeds een schuld op ons geladen jegens Jahwe, en wilt u onze zonde en onze schuld nog erger maken? Onze schuld is al groot genoeg. Een hevige toorn dreigt over Israël los te barsten.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Daarom lieten de soldaten ten overstaan van de aanzienlijken en het verzamelde volk de gevangenen vrij en stonden ze hun buit af.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Mannen die daarvoor met naam aangewezen waren, gingen op de gevangenen toe om ze te helpen. Allen die naakt waren gaven ze kleren en schoeisel uit de buit; ze gaven hun te eten en te drinken en ze zalfden hen. Tenslotte brachten zij hen terug naar hun broeders in Jericho, de Palmenstad; en allen die niet goed konden lopen vervoerden zij daarheen op ezels. Daarna keerden zij zelf terug naar Samaria.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Een tijd later liet koning Achaz de koning van Assur vragen hem te hulp te komen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De Edomieten hadden Juda opnieuw verslagen en hadden krijgsgevangenen gemaakt;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
de Filistijnen hadden de steden van de Sefela en de Negeb van Juda geplunderd, en zij hadden Bet-semes veroverd en Ajjalon, Gederot, Soko, Timna en Gimzo met onderhorigheden, en zich daar gevestigd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Jahwe had immers Juda vernederd om Achaz, de koning van Juda, te straffen, omdat hij in Juda de tuchteloosheid had bevorderd, en omdat hij tegen Jahwe in opstand gekomen was.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Maar in plaats van hem te helpen rukte Tiglatpileser, de koning van Assur, tegen hem op en bracht hem in het nauw.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Want al had Achaz de tempel van Jahwe en zijn koninklijk paleis en het paleis van de prinsen leeggehaald als gift voor de koning van Assur, het mocht niet baten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Ja, zelfs terwijl hij in het nauw gedreven was, kwam koning Achaz nog meer in opstand tegen Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Hij offerde aan de goden van Damascus die hem nog wel verslagen hadden. Want hij dacht: 'De goden der Aramese koningen hebben hun geholpen; wanneer ik offers voor hen opdraag zullen ze mij helpen!' Maar ze werden hem en heel Israël alleen nog maar meer noodlottig.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Achaz liet al het vaatwerk van de tempel bijeenbrengen en het in stukken slaan; hij sloot de poorten van de tempel van Jahwe en liet altaren oprichten op elke straathoek in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
In alle steden van Juda liet hij offerhoogten aanleggen om te offeren aan vreemde goden. Zo tergde hij Jahwe, de God van zijn vaderen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Verdere bijzonderheden over zijn daden en levenswandel uit vroegere en latere tijd zijn te vinden in het boek van de koningen van Juda en Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Achaz ging bij zijn vaderen te ruste en werd in de stad Jeruzalem begraven, maar niet in de graven van de koningen van Juda. Zijn zoon Hizkia volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 28 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Hizkia werd koning toen hij vijfentwintig jaar was en hij regeerde negenentwintig jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Abia en was een dochter van Zekarja.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij deed wat Jahwe behaagt, juist zoals zijn vader David gedaan had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
In het eerste jaar van zijn regering, in de eerste maand, opende hij weer de poorten van de tempel van Jahwe en liet ze herstellen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hij riep de priesters en levieten op het Oostplein bijeen,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
en zei tot hen: 'Luister naar mij, levieten! Heilig uzelf en heilig de tempel van Jahwe, de God van uw vaderen, en verwijder alwat onrein is uit het heiligdom.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Want onze vaderen zijn afvallig geworden en hebben gedaan wat Jahwe, onze God, mishaagt; ze hebben Hem in de steek gelaten, hun gezicht afgewend van de woning van Jahwe en haar de rug toegekeerd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Zelfs hebben ze de poort van de voorhal gesloten en de lampen gedoofd; ze hebben geen wierook gebrand in het heiligdom en er geen brandoffers opgedragen voor de God van Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Daarom barstte Jahwe's toorn over Juda en Jeruzalem los en maakte Hij ze tot een voorwerp van afschrik, van ontzetting en verbijstering, zoals u met eigen ogen kunt zien.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Om die reden zijn onze vaderen gevallen door het zwaard en zijn onze zonen, onze dochters en onze vrouwen in gevangenschap weggevoerd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Daarom heb ik mij voorgenomen een verbond te sluiten met Jahwe, de God van Israël, opdat zijn brandende toorn van ons wijkt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Mijn zonen, verwaarloos niet langer uw plicht, want u heeft Jahwe uitverkoren om Hem in zijn tempel te dienen en wierook voor Hem te branden.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Toen traden de volgende levieten naar voren: Machat, de zoon van Amasi, en Joël, de zoon van Azarja, van de Kehatieten; van de Merarieten: Kis, de zoon van Abdi, en Azarja, de zoon van Jehallelel; en van de Gersonieten; Joach, de zoon van Zimma, en Eden, de zoon van Joach.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Van de zonen van Elisafan: Simri en Jeïel; van de zonen van Asaf: Zekarja en Mattanja;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
van de zonen van Heman: Jechiël en Simi, en van de zonen van Jedutun: Semaja en Uzziël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Ze riepen hun broeders bijeen, heiligden zich en begonnen volgens het bevel van de koning en overeenkomstig de voorschriften van Jahwe aan de reiniging van de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hiertoe gingen de priesters het achterste gedeelte van de tempel van Jahwe binnen en brachten alle onreine voorwerpen die ze in de tempel van Jahwe aantroffen naar de voorhof, waar de levieten ze overnamen om ze weg te brengen naar het Kidrondal.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Op de eerste dag van de eerste maand begonnen ze met de reiniging en op de achtste dag van de maand waren ze aan de voorhal van de tempel van Jahwe toe. Zo heiligden ze de tempel van Jahwe in acht dagen; met het geheel waren ze gereed op de zestiende dag van de eerste maand.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Toen begaven ze zich naar koning Hizkia en verklaarden: 'We hebben de hele tempel van Jahwe gereinigd, het brandofferaltaar met toebehoren en de tafel voor de toonbroden met toebehoren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Ook alle andere voorwerpen die koning Achaz tijdens zijn regering door zijn afgoderij ontwijd heeft, hebben we hersteld en weer gewijd; ze staan klaar voor het altaar van Jahwe.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Toen riep koning Hizkia in alle vroegte de magistraten van de stad bijeen en ging naar de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Ze brachten zeven jonge stieren, zeven rammen, zeven lammeren en zeven geitebokjes aan, als zondeoffer voor het koninklijk huis, voor de tempel en voor Juda, en Hizkia beval de zonen van Aäron, de priesters, ze op te dragen op het altaar van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Ze slachtten de runderen en de priesters vingen het bloed op en besprenkelden het altaar ermee; vervolgens werden de rammen geslacht en werd het altaar met het bloed besprenkeld; tenslotte werden de lammeren geslacht en werd het altaar met het bloed besprenkeld.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Daarna leidden ze de bokken voor het zondeoffer naar de koning en het vergaderde volk en die legden hun handen op de koppen van de dieren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De priesters slachtten ze en sprenkelden het bloed als een zondeoffer op het altaar om verzoening te bewerken voor geheel Israël, want de koning had het brandoffer en het zondeoffer voor geheel Israël bestemd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Toen stelde hij in de tempel van Jahwe de levieten op met cimbalen, lieren en harpen, naar het voorschrift van David en van Gad, de ziener van de koning, en van de profeet Natan; het voorschrift kwam immers van Jahwe door toedoen van de profeten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De levieten stelden zich op met de muziekinstrumenten van David en de priesters met de trompetten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen beval Hizkia het brandoffer op te dragen op het altaar, en op hetzelfde ogenblik dat het brandoffer werd ontstoken begon men te zingen ter ere van Jahwe en op de trompetten te blazen, onder begeleiding van de muziekinstrumenten van David, de koning van Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Het vergaderde volk boog zich neer; het gezang duurde voort en de trompetten bleven schallen tot het brandoffer verteerd was.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Toen ze gereed waren met het offer, knielde de koning, en alle aanwezigen met hem, en zij wierpen zich neer.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Daarna bevalen koning Hizkia en de magistraten de levieten ter ere van Jahwe liederen te zingen van David en de ziener Asaf. Ze begonnen vol vreugde te zingen en bogen zich in aanbidding neer.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Toen nam Hizkia het woord en zei: 'Nu hebt u zich aan Jahwe gewijd. Kom naderbij en draag in de tempel van Jahwe slacht - en dankoffers op.' En het vergaderde volk droeg slacht - en dankoffers op en ieder die zich daartoe gedrongen voelde ook brandoffers.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 31: 1
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Het aantal brandoffers dat het vergaderde volk bracht, bedroeg zeventig runderen, honderd rammen en tweehonderd lammeren; deze waren alle bestemd als brandoffer voor Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
De heilige gaven bedroegen in het geheel zeshonderd runderen en drieduizend schapen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Er waren echter priesters te weinig om alle als brandoffer bestemde dieren te villen, maar hun broeders, de levieten, hielpen hen met het werk totdat alle priesters zich geheiligd hadden; de levieten hadden namelijk met de heiliging meer ernst gemaakt dan de priesters.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Behalve met de talrijke brandoffers had men nog werk met het vet van de slachtoffers en met de plengoffers, die bij de brandoffers behoren. Zo werd de dienst in het huis van Jahwe hervat.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Hizkia en al het volk verheugde zich over wat God zo onverwacht voor het volk gedaan had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 29 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Daarna zond Hizkia een boodschap aan heel Israël en Juda en hij schreef ook brieven naar Efraïm en Manasse om in de tempel van Jahwe in Jeruzalem het paasfeest te komen vieren ter ere van Jahwe, de God van Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De koning had met de magistraten en de volksvergadering in Jeruzalem overlegd of men het paasfeest zou vieren in de tweede maand;
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
ze konden het namelijk niet op de gewone tijd vieren, omdat de priesters zich niet in voldoende aantal geheiligd hadden en het volk niet in Jeruzalem bijeengekomen was.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Nadat de koning en de volksvergadering het daarover eens waren geworden,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
hadden ze besloten om heel Israël, van Berseba tot Dan, op te roepen naar Jeruzalem om het paasfeest te vieren ter ere van Jahwe, de God van Israël. Over het algemeen had men zich immers niet gehouden aan wat voorgeschreven was.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De boden gingen met de brieven van de koning en van de magistraten door heel Israël en Juda en zeiden in opdracht van de koning: 'Israëlieten, bekeer u tot Jahwe, de God van Abraham, Isaak en Israël, opdat Hij zich weer kere tot u, het overschot dat ontsnapt is aan de greep van de koning van Assur.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Wees niet als uw vaderen en uw broeders, die ontrouw geweest zijn aan Jahwe, de God van hun vaderen, en die Hij tot een voorwerp van afschrik gemaakt heeft, zoals u zelf kunt zien.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Wees niet hardnekkig zoals uw vaderen; reik Jahwe de hand en kom naar zijn heiligdom, dat Hij voor altijd geheiligd heeft, en dien Jahwe, uw God, opdat zijn brandende toorn zich van u afwendt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Want als u zich tot Jahwe bekeert, zullen uw broeders en uw zonen erbarming vinden bij degenen die hen gevangen weggevoerd hebben en zullen ze terugkeren naar dit land. Want Jahwe, uw God, is genadig en barmhartig; Hij zal zijn aanschijn niet van u afwenden als u zich tot Hem bekeert.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 9: 1
Dives in Misericordia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen echter de boden in Efraïm, Manasse en Zebulon van stad tot stad rondgingen, werden ze uitgelachen en bespot.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Slechts enkele mannen uit Aser, Manasse en Zebulon vernederden zich en begaven zich naar Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Maar in Juda bewerkte de hand van God dat ze eensgezind volbrachten wat Jahwe hun bij monde van de koning en de magistraten had bevolen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Zo kwam er veel volk in Jeruzalem bijeen om in de tweede maand het feest der ongezuurde broden te vieren; het was een zeer talrijke menigte.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Ze ruimden eerst de altaren op die in Jeruzalem stonden; ook alle wierookaltaren verwijderden ze en wierpen die in het Kidrondal.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Daarna vierden ze het paasfeest op de veertiende dag van de tweede maand. De priesters en de levieten voelden zich beschaamd; ze heiligden zich en brachten brandoffers in het huis van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Ze wijden zich aan hun taak zoals die beschreven staat in de wet van Mozes, de man Gods; de priesters plengden het bloed dat de levieten hun aanreikten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Omdat het grootste deel van het vergaderde volk zich niet geheiligd had, werden de levieten belast met het slachten van de paasoffers voor allen die niet rein genoeg waren om ze zelf aan Jahwe toe te wijden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Hoewel het grootste deel van het volk, met name uit Efraïm, Manasse, Issakar en Zebulon, zich niet had gereinigd, aten ze, in strijd met het voorschrift, toch het paasoffer, want Hizkia had voor hen gebeden: 'Jahwe, die goed is, moge vergeving schenken
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 18: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
aan ieder die vastbesloten is zich op Jahwe, de God van zijn vaderen, te richten, ook al bezit hij niet de reinheid die voor het offer vereist wordt.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 19: 2
Summa Theologiae, Prima Secundae ->=geentekst=Summa Theologiae, Secunda Secundae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Jahwe verhoorde Hizkia en liet het volk weer opleven.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Zo vierden de Israëlieten die in Jeruzalem aanwezig waren, zeven dagen lang onder grote blijdschap het feest der ongezuurde broden, terwijl de priesters en levieten dag aan dag uit volle borst de lof van Jahwe zongen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
En Hizkia moedigde alle levieten aan, die grote kundigheid in de dienst van Jahwe getoond hadden. Nadat ze zeven dagen lang feest gevierd hadden, slachtoffers hadden opgedragen en de lof van Jahwe, de God van hun vaderen, hadden gezongen,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
besloot het vergaderde volk nog zeven dagen feest te vieren. En ze vierden met vreugde nog zeven dagen feest.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Want Hizkia, de koning van Juda, had voor het vergaderde volk duizend stieren en zevenduizend schapen beschikbaar gesteld, en de magistraten gaven aan het vergaderde volk duizend stieren en tienduizend schapen. En de priesters hadden zich nu ook in groten getale geheiligd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Heel het vergaderde volk van Juda vierde feest, tezamen met de priesters en levieten, met al het volk dat uit Israël gekomen was, en met de vreemdelingen die uit Israël waren gekomen of in Juda woonachtig waren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Er heerste in Jeruzalem een grote vreugde, want sinds de dagen van Salomo, de zoon van David, de koning van Israël, was er in Jeruzalem iets dergelijks niet meer gebeurd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Toen stonden de levitische priesters op en zegenden het volk. Jahwe luisterden naar hen en hun gebed drong door tot in de hemel, zijn heilige woning.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 30 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Toen alles was afgelopen, trokken alle aanwezige Israëlieten naar de steden van Juda, verbrijzelden de wijstenen, hakten de heilige bomen om en ruimden de offerhoogten en de altaren op in heel Juda, Benjamin, Efraïm en Manasse, tot de laatste toe. Daarna keerden de Israëlieten naar hun steden terug, ieder naar zijn eigen huis.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Daarna deelde Hizkia de priesters en levieten weer in op grond van hun vroegere afdelingen en naar de aard van hun bediening als priester of leviet, naargelang zij bestemd waren voor het opdragen van brand - en slachtoffers, voor het zingen van lof - en dankliederen of voor de bewaking van de poorten van Jahwe's legerplaats.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De bijdrage uit het persoonlijk bezit van de koning was bestemd voor de brandoffers: het morgen - en avondoffer en het offer op de sabbat, de dag van de nieuwe maan en de hoogtijdagen, zoals voorgeschreven was in de wet van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Verder beval hij het volk, de inwoners van Jeruzalem, een bijdrage te geven voor de priesters en levieten, opdat dezen al hun krachten zouden kunnen wijden aan de wet van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen dit bevel algemeen bekend gemaakt was, bracht en de Israëlieten in groten getale het beste van het koren, de most, de olie, de honing en van al wat de grond opbrengt; van alles droeg de grote meerderheid een tiende af.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Eveneens droegen de Israëlieten en Judeeërs die in de steden van Juda woonden het tiende van hun runderen en schapen af; ook droegen ze de tienden af die als wijgeschenk aan Jahwe, hun God, gewijd waren en legden die in stapels neer.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
In de derde maand begonnen ze met het aanleggen van de stapels en pas in de zevende maand was alles verzameld.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Toen Hizkia en de magistraten de stapels kwamen bezichtigen, prezen ze Jahwe en zijn volk Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
En toen Hizkia aan de priesters en de levieten inlichtingen vroeg over de stapels,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
zei de priester Azarja, het hoofd van het huis van Sadok: 'Sinds de bijdragen aan de tempel van Jahwe worden afgedragen, hebben wij overvloedig gegeten en nog heel veel overgehouden, want Jahwe heeft het volk zo gezegend dat deze grote voorraad over is.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarom beval Hizkia in de tempel van Jahwe voorraadkamers in te richten. Toen die gereed waren,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
bracht men de bijdragen, de tienden en de wijgeschenken, regelmatig daarheen. Opziener daarover was de leviet Konanja; plaatsvervanger was zijn broer Simi,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Jechiël, Azazja, Nachat, Asaël, Jerimot, Jozabad, Eliël, Jismakja, Machat en Benaja waren belast met het toezicht onder leiding van Konanja en zijn broer Simi, volgens bevel van koning Hizkia en van Azarja, het hoofd van het huis van God.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Kore, de zoon van Jimna, leviet en poortwachter aan de Oostpoort, was belast met de uitdeling van de gaven die vrijwillig aan God gebracht werden, de bijdragen voor de priesters en levieten, en de wijgeschenken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
In de priestersteden stonden Eden, Minjamin, Jesua, Semaja, Amarja en Sekanja hem trouw terzijde bij de uitdeling aan hun broeders van de verschillende afdelingen, zonder onderscheid,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
met dien verstande dat het mannelijke personen moesten zijn, van drie jaar of ouder, die in het familieregister waren ingeschreven. Het gold allen die in hun afdelingen volgens het dagelijks dienstrooster een taak te vervullen hadden in de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De priesters werden in het register ingeschreven naar hun families en de levieten van twintig jaar en ouder volgens hun afdelingen en hun verschillende taken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Ze werden ingeschreven met al hun kleine kinderen, vrouwen, zonen en dochters, dus de groep in zijn geheel, omdat ze zich trouw aan hun heilige taak wijdden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De zonen van Aäron, de priesters, die op de weidegronden bij hun steden woonden, hadden in elke stad iemand die aangesteld was om aan alle mannelijke personen uit de priesterklasse en aan alle ingeschreven levieten hun aandeel uit te keren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Aldus ging Hizkia in heel Israël te werk, goed, rechtschapen en trouw jegens Jahwe, zijn God.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Alles wat hij ondernam, voor de dienst in de tempel, voor de naleving van de wet en de geboden van zijn God, deed hij met volle toewijding en bracht hij tot een goed einde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 31 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Enige tijd later, toen de godsdienstige hervorming haar beslag had gekregen, rukte Sanherib, de koning van Assur, op. Hij trok Juda binnen en sloeg het beleg voor de versterkte steden, om ze met geweld in te nemen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Toen het Hizkia duidelijk werd dat Sanherib het op Jeruzalem gemunt had,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
besloot hij na overleg met zijn magistraten en legeroversten, de bronnen buiten de stad dicht te stoppen. Allen beloofden hem hun medewerking.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Men bracht veel volk op de been en stopte alle bronnen dicht, ook de beek die door het stadsgebied stroomt, want ze dachten: 'Als de grote koning van Assur komt mag hij geen druppel water vinden.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Ze herstelden met man en macht de zwakke plekken in de stadsmuur, trokken de torens hoger op en bouwden om de stadsmuur nog een tweede muur. Verder versterkte Hizkia het Millo en de Davidstad en liet een groot aantal werpspiesen en schilden vervaardigen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Vervolgens stelde hij krijgsoversten aan over het volk, liet het bijeenkomen op het plein voor de stadspoort en sprak het als volgt moed in:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
'Wees moedig en dapper, vrees niet en laat u niet afschrikken door de koning van Assur en heel die massa die met hem optrekt. Want wij zijn sterker dan hij:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
hij steunt op mensenkracht, maar wij steunen op Jahwe, onze God, die ons helpt en voor ons de oorlog voert.' En heel het volk voelde zich gesterkt door de woorden van Hizkia, de koning van Juda.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Daarna zond Sanherib, de koning van Assur, die met zijn krijgsmacht voor Lakis lag, gezanten naar Jeruzalem, naar Hizkia, de koning van Juda, en naar de Judeeërs in Jeruzalem met de boodschap:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
'Zo spreekt Sanherib, de koning van Assur: Waar vertrouwt u eigenlijk op, dat u zich in Jeruzalem laat insluiten?
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Misleidt Hizkia u niet met zijn bewering: Jahwe, onze God, zal ons redden uit de macht van de koning van Assur? Zal hij u niet van honger en dorst laten sterven?
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Heeft niet diezelfde Hizkia een einde gemaakt aan de offerhoogten en altaren van Jahwe en tot Juda en Jeruzalem gezegd: Slechts voor een altaar mag u neerbuigen en alleen daarop offers ontsteken?
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Weet u niet wat ik en mijn voorvaders gedaan hebben met de volken van alle andere landen? Hebben de goden van die volken hun land uit mijn greep kunnen redden?
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Heeft ooit een van de goden van de volken die door mijn voorvaders met de banvloek getroffen zijn, zijn volk uit mijn greep kunnen redden? En zou uw God u dan wel kunnen redden?
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Welnu, laat u niet door Hizkia bedriegen en misleiden. Geloof hem niet. Als geen enkele andere god een volk of koninkrijk uit mijn greep of uit de greep van mijn voorvaders heeft kunnen redden, hoeveel te minder zal uw God dat dan kunnen!'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
En met nog andere beledigende woorden lieten Sanheribs gezanten zich uit over Jahwe en over Hizkia, zijn dienaar.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Ook had Sanherib een brief geschreven waarin hij Jahwe, de God van Israël, hoonde en van Hem zei: 'Zomin als de goden van de volken van de andere landen hun volk uit mijn greep hebben kunnen redden, zal de God van Hizkia dat kunnen.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
En met luider stem lazen ze die brief in het Judees voor aan het volk dat op de muur van Jeruzalem stond, om het bang te maken en in verwarring te brengen, zodat ze de stad zouden kunnen veroveren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Ze spraken dus over de God van Jeruzalem op dezelfde wijze als over de goden van de andere volken der aarde, die door mensenhanden gemaakt zijn.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Na dit alles begaven koning Hizkia en de profeet Jesaja, de zoon van Amos, zich in gebed en riepen tot de hemel om hulp.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen zond Jahwe een engel en deze verdelgde alle weerbare mannen, leiders en legeroversten in de legerplaats van de koning van Assur, zodat deze beschaamd naar zijn land moest terugkeren. Toen hij eens de tempel van zijn god betrad, hebben zijn eigen zoons hem daar met het zwaard gedood.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Zo redde Jahwe Hizkia en de inwoners van Jeruzalem uit de macht van Sanherib, de koning van Assur, en uit die van alle andere vijanden, en schonk hij hun rust aan alle grenzen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
En velen brachten een geschenk aan Jahwe in Jeruzalem en kostbaarheden voor Hizkia, de koning van Juda. Van toen af stond hij bij alle volken in hoog aanzien.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Enige tijd later werd Hizkia ernstig ziek. Hij bad tot Jahwe en deze verhoorde hem en verrichtte voor hem een wonderteken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Hizkia toonde zich echter niet dankbaar voor de hem bewezen weldaad, maar werd overmoedig, zodat er een hevige toorn over hem en over Juda dreigde los te barsten.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Toen vernederde de overmoedige Hizkia zich, hij en de inwoners van Jeruzalem, zodat de toorn van Jahwe niet losbarstte in de tijd van Hizkia.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Hizkia was zeer rijk en voerde een luisterrijke staat. Hij had schatkamers voor zilver, goud en edelgesteente, reukwerken, schilden en allerlei andere kostbare voorwerpen,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
opslagplaatsen voor de opbrengst aan koren, most en olie, stallen voor het vee en kooien voor de kudden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Hij had beschermde hoeven gebouwd voor zijn grote veestapel, bestaande uit schapen en runderen, want God had hem overvloedige rijkdom geschonken.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Deze Hizkia heeft ook de bovengrondse uitmonding van de Gichonbron afgesloten en het water onder de grond door westwaarts naar de Davidstad geleid. Hij slaagde in alles wat hij ondernam.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Dat was ook het geval, toen het gezantschap van de grote koning van Babel bij hem kwam om navraag te doen naar het wonderteken dat in zijn land gebeurd was. God liet hem toen in de steek om hem op de proef te stellen en zijn gezindheid te leren kennen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Verdere bijzonderheden over Hizkia, met name over zijn godsdienstige hervormingen, zijn te vinden in het Visioen van de profeet Jesaja, de zoon van Amos, en in het boek van de koningen van Juda en Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Hizkia ging bij zijn vaderen te ruste; men begroef hem op de helling waar de graven van de zonen van David liggen, en heel Juda en alle inwoners van Jeruzalem bewezen hem de laatste eer. Zijn zoon Manasse volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 32 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Manasse was twaalf jaar toen hij koning werd en hij regeerde vijfenvijftig jaar in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij deed wat Jahwe mishaagt en maakte zich schuldig aan dezelfde afgoderij als de volken die Jahwe voor de Israëlieten verdreven had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Hij herbouwde de heiligdommen op de hoogten, die zijn vader Hizkia vernield had; hij bouwde altaren voor de Baäls, richtte heilige palen op en boog zich neer voor het leger der hemellichamen en diende het.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zelfs bouwde hij altaren in het huis van Jahwe, terwijl Jahwe toch gezegd had: 'In Jeruzalem zal mijn naam voor altijd wonen.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
In de beide voorhoven van de tempel van Jahwe bouwde hij altaren ter ere van het leger der hemellichamen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Hij liet ook zijn zonen door het vuur gaan in het Hinnomdal en gaf zich af met waarzeggerij, wichelarij en toverij. Hij omringde zich met tal van dodenbezweerders en helderzienden; hij liet niets na om Jahwe te tergen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ook liet hij een afgodsbeeld maken en plaatste dat in de tempel, terwijl God tot David en zijn zoon Salomo toch gezegd had: 'In dit huis, hier in Jeruzalem, de enige stad van alle stammen van Israël die Ik uitverkoren heb, zal Ik mijn naam vestigen voor altijd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Nooit meer zal Ik de Israëlieten verdrijven van de bodem die Ik hun vaderen heb toegewezen, als ze tenminste nauwkeurig alles onderhouden wat Ik hun door Mozes geboden heb, de hele wet met haar geboden en voorschriften.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Maar Manasse verleidde Juda en de inwoners van Jeruzalem tot nog groter kwaad dan de volken bedreven hadden die Jahwe voor de Israëlieten verdelgd had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Wel vermaande Jahwe Manasse en zijn volk, maar ze wilden niet luisteren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Daarom stuurde Jahwe de legeroversten van de koning van Assur op hen af. Met haken in bedwang gehouden en met twee bronzen kettingen geboeid werd Manasse naar Babel weggevoerd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
In zijn ellende vermurwde hij Jahwe, zijn God; hij vernederde zich diep voor de God van zijn vaderen
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 12: 1
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
en bad tot Hem. Jahwe liet zich door hem verbidden en verhoorde zijn smeekgebed; hij bracht hem terug naar Jeruzalem en herstelde hem in zijn koningschap. Zo ondervond Manasse dat Jahwe de ware God is.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 13: 1
Over de bekering en de vergeving van de zonden, alsmede over de tegenstander ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Daarna heeft hij de buitenste stadsmuur van de Davidstad, westelijk van de Gichonbron in het dal, om de Ofel heen, tot aan de Vispoort, herbouwd en hoog opgetrokken. Ook stelde hij legeroversten aan in alle versterkte steden van Juda.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Hij verwijderde de uitheemse goden en het afgodsbeeld uit de tempel van Jahwe en alle altaren die hij gebouwd had op de tempelberg en in Jeruzalem, en wierp ze buiten de stad.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Hij richtte het altaar van Jahwe weer op, bracht daarop slacht - en dankoffers en beval Juda Jahwe, de God van Israël, te dienen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Wel bleef het volk nog op de offerhoogten offeren, maar alleen aan Jahwe, hun God.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Verdere bijzonderheden over Manasse, waaronder het gebed dat hij tot zijn God richtte en de woorden die de zieners tot hem spraken in de naam van Jahwe, de God van Israël, zijn te vinden in de geschiedenis van de koningen van Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 18: 1
Summa Theologiae, Tertia Pars ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Hoe Manasse tot Jahwe bad en verhoord werd, hoe hij zondigde en ontrouw was, hoe hij op de hoogten heiligdommen bouwde en er heilige palen en afgodsbeelden oprichtte, voordat hij op de knieën gedwongen werd, kan men lezen in het verhaal over de ziener.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Manasse ging bij zijn vaderen te ruste en men begroef hem bij zijn paleis. Zijn zoon Amon volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Amon was tweeëntwintig jaar toen hij koning werd en regeerde twee jaar in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Hij deed wat Jahwe mishaagt, evenals zijn vader Manasse gedaan had. Voor alle beelden die zijn vader Manasse had gemaakt, bracht Amon offers en hij bewees ze eer.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Maar anders dan zijn vader Manasse vernederde hij zich niet voor Jahwe. Integendeel, Amon verviel van kwaad tot erger.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zijn hovelingen smeedden een komplot tegen hem en vermoordden hem in zijn paleis.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Maar het volk van het land doodde allen die samengespannen hadden tegen koning Amon en riep in zijn plaats zijn zoon Josia tot koning uit.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 33 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Josia was acht jaar toen hij koning werd en hij regeerde eenendertig jaar in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij deed wat Jahwe behaagt en volgde in alles het voorbeeld van zijn vader David en week daar geen haarbreed van af.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
In het achtste jaar van zijn regering, toen hij dus nog een jongen was, begon hij de God van zijn vader David te vereren, en in zijn twaalfde regeringsjaar begon hij Juda en Jeruzalem te zuiveren van de offerhoogten, de heilige palen, en van de gesneden en gegoten beelden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Men sloeg in zijn tegenwoordigheid de altaren stuk van de Baäls; de wierookaltaren die er boven op stonden, werden omver gegooid, en de heilige palen, de gegoten en gesneden beelden liet hij verbrijzelen en tot gruis slaan, en het stof liet hij strooien op de graven van wie daarvoor geofferd hadden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De beenderen van de afgodspriesters liet hij op hun altaren verbranden. Zo zuiverde hij Juda en Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zelfs in de steden van Manasse, Efraïm, Simeon en ook Naftali, die allerwege in puin lagen,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
liet hij in heel het land Israël de altaren en de heilige palen stuk slaan, de gesneden beelden verbrijzelen en de wierookaltaren omverhalen. Daarna keerde hij naar Jeruzalem terug.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
In zijn achttiende regeringsjaar, toen hij bezig was de stad en de tempel te zuiveren, gaf hij Safan, de zoon van Asalja, en Maaseja, de stadsoverste, en de raadsheer Joach, de zoon van Joachaz, bevel de tempel van Jahwe, zijn God, te herstellen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zij gingen naar Chilkia, de hogepriester, en droegen het geld af dat de levieten die de drempel bewaakten in ontvangst genomen hadden van burgers uit Manasse en Efraïm en het overige gebied van Israël, alsook uit Juda, Benjamin en van de bewoners van Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Men stelde het aan de werklieden die het toezicht hadden over het werk in de tempel van Jahwe ter hand; en de werklieden, die werkten aan de tempel van Jahwe, gaven het uit voor het herstel en de heropbouw van de tempel.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Zij betaalden het uit aan de timmerlieden en bouwlieden, die er ook gehouwen stenen en hout voor moesten kopen voor binten en balken, nodig voor de gebouwen die de koningen van Juda hadden laten vervallen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De werklieden voerden hun taak zorgvuldig uit; zij stonden onder toezicht van Jachat en Obadja, levieten uit het geslacht van Kehat.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Alle levieten die muziekinstrumenten konden bespelen hadden het toezicht over de lastdragers, en gaven overeenkomstig hun verschillende taken ook aan de andere werklieden leiding. Weer andere levieten deden dienst als schrijvers, beambten en poortwachters.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Toen zij eens bezig waren het geld dat in de tempel binnengekomen was over te brengen, vond de priester Chilkia het wetboek van Jahwe door Mozes geschreven.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Chilkia sprak hierover de schrijver Safan aan en zei: 'Ik heb een wetboek in de tempel gevonden,' en hij overhandigde het boek aan Safan.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Safan ging met het boek naar de koning en bracht zoals gewoonlijk verslag uit: 'Alles wat uw dienaren is opgedragen, wordt uitgevoerd:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
zij hebben het geld dat zich in de tempel van Jahwe bevond te voorschijn gehaald en het ter beschikking gesteld van de opzichters en de arbeiders.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Vervolgens zei Safan, de schrijver, tot de koning: 'Chilkia, de priester, heeft mij een boek gegeven.' En Safan las de koning uit het boek voor.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Toen de koning de woorden van de wet hoorde, scheurde hij zijn kleren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
En aan Chilkia, Achikam, de zoon van Safan, aan Abdon, de zoon van Michaja, Safan, de schrijver, en Asaja, de dienaar van de koning, beval hij:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
'Ga voor mij en voor allen die in Israël en Juda nog overgebleven zijn Jahwe raadplegen over de inhoud van het gevonden boek, want Jahwe moet wel in hevige toorn ontstoken zijn tegen ons, omdat onze vaderen niet geluisterd hebben naar Jahwe's woorden die in dit boek staan opgetekend.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Daarom gingen Chilkia en de anderen die door de koning aangewezen waren naar de profetes Chulda, de vrouw van de beheerder van de priestergewaden, Sallum, de zoon van Tokhat, de zoon van Charsa, die in Jeruzalem woonde, in de nieuwe wijk, en zeiden wat hun bevolen was.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Zij antwoordden hun: 'Zo spreekt Jahwe, de God van Israël: Zeg dit aan de man die u naar Mij gezonden heeft:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zo spreekt Jahwe: Ik ga onheil brengen over deze plaats en haar bewoners, alle vervloekingen die genoemd worden in het boek dat men de koning van Juda voorgelezen heeft.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Omdat zij Mij hebben verlaten en geofferd hebben aan vreemde goden, om Mij met al hun eigen maaksels te tergen, daarom is mijn toorn ontbrand tegen deze stad en zal niet meer gedoofd worden.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Zeg daarom tot de koning van Juda, die u gestuurd heeft om Jahwe te raadplegen: Zo spreekt Jahwe, de God van Israël, met betrekking tot de woorden die gij gehoord hebt:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Omdat uw hart geraakt werd en gij u voor God vernederd hebt bij het aanhoren van zijn woorden over deze stad en haar bewoners, omdat gij u vernederd hebt en uw kleren gescheurd, en geweend hebt voor mijn aanschijn, daarom zal Ik ook naar u luisteren, spreekt Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Ik zal u bij uw vaderen brengen en gij zult in vrede bijgezet worden in uw eigen graf; uw ogen zullen niets zien van het onheil dat Ik over deze stad en over haar inwoners ga brengen.' Zij brachten deze boodschap over aan de koning.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Toen ontbood de koning al de oudsten van Juda en Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Hij ging naar de tempel van Jahwe en met hem alle mannen van Juda, alle bewoners van Jeruzalem, de priesters, de levieten en geheel het volk, van groot tot klein. Hij las hun alles voor wat er geschreven stond in het boek van het verbond, dat in de tempel van Jahwe gevonden was.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
De koning ging op een verhoging staan en hij sloot het verbond voor het aanschijn van Jahwe: zij zouden Jahwe volgen en met heel hun hart en heel hun ziel zijn geboden, verordeningen en voorschriften onderhouden, en daardoor de bepalingen van het verbond, die in het boek geschreven stonden, naleven.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Allen die zich in Jeruzalem en Benjamin bevonden liet hij tot het verbond toetreden, en de inwoners van Jeruzalem handelden overeenkomstig het verbond van God, de God van hun vaderen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Josia verwijderde alle gruwelbeelden uit alle landstreken waar de Israëlieten woonden, en bewoog de burgers van Jeruzalem Jahwe, hun God, te dienen. Zolang hij leefde verwijderden zij zich niet van Jahwe, de God van hun vaderen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 34 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Ook vierde Josia in Jeruzalem ter ere van Jahwe het paasfeest; men slachtte het paaslam op de veertiende dag van de eerste maand.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hij wees de priesters hun taak aan en wekte ze op om hun plicht te doen in de tempel van Jahwe.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
En hij zei tot de levieten die heel Israël moesten onderrichten en aan Jahwe gewijd waren: 'Plaats de heilige ark in het huis dat Salomo, de zoon van David, de koning van Israël, gebouwd heeft. U hoeft die niet meer op de schouders te dragen; dien nu Jahwe, uw God, en Israël, zijn volk.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Zorg dat u gereed staat overeenkomstig uw families en uw afdelingen, volgens het voorschrift van David, de koning van Israël, en dat van zijn zoon Salomo.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Stel u in het heiligdom op voor de familiegroepen van uw broeders, het gewone volk, en wel zo dat de indeling van de levieten overeenkomt met die van de families.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Voor het slachten van het paaslam moet u zich heiligen en uw broeders ten dienste staan, en handelen overeenkomstig het woord dat Jahwe door Mozes gesproken heeft.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Josia stelde voor het gewone volk kleinvee ter beschikking, dertigduizend lammeren en geitjes, als paasoffer voor alle aanwezigen, en bovendien drieduizend runderen; deze dieren waren afkomstig uit het persoonlijke bezit van de koning.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Ook de magistraten deden een schenking aan het volk, de priesters en de levieten. Chilkia, Zekarja en Jechiël, de tempeloversten, gaven aan de andere priesters voor het paasoffer zesentwintighonderd stuks kleinvee en driehonderd runderen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Konanja, Semaja en Chasabja, Jeïel en Jozabad, oversten van de levieten, stelden aan de andere levieten voor het paasoffer vijfduizend stuks kleinvee en vijfhonderd runderen ter beschikking.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen de dienst geregeld was, gingen de priesters op hun post staan en eveneens de verschillende afdelingen van de levieten, naar het voorschrift van de koning.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Ze slachtten de paaslammeren en de priesters sprenkelden het bloed dat de levieten hun aanreikten; daarna vilden de levieten de dieren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De dieren bestemd voor het brandoffer zonderden ze af en gaven die aan de familiegroepen van het gewone volk; deze moesten ze aan Jahwe opdragen, zoals geschreven staat in het boek van Mozes. Met de runderen deden ze hetzelfde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Ze braadden het paaslam op het vuur, volgens voorschrift, kookten het overige offervlees in potten, ketels en pannen en haastten zich ermee naar het gewone volk.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Daarna bereidden ze het paasoffer voor zichzelf en de priesters, de zonen van Aäron, want die waren tot de nacht toe bezig met het opdragen van de brandoffers en het vet; daarom bereidden de levieten het paasoffer voor zichzelf en voor de priesters, de zonen van Aäron.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De zangers, de zonen van Asaf, stonden op hun post, volgens de voorschriften van David, Asaf, Heman en Jedutun, de ziener van de koning, en de poortwachters bij de verschillende poorten; niemand hoefde zijn dienst te onderbreken, want hun broeders, de levieten, zorgden voor hen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Zo was die dag geheel gewijd aan de viering van het paasfeest en het opdragen van de brandoffers op het altaar van Jahwe, zoals koning Josia bevolen had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De aanwezige Israëlieten vierden bij die gelegenheid het paasfeest en het feest van de ongezuurde broden, zeven dagen lang.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Sinds de dagen van de profeet Samuël was het paasfeest in Israël nog nooit zo gevierd; geen van de koningen van Israël had het paasfeest gevierd zoals koning Josia het vierde met de priesters en levieten, met alle aanwezigen van Juda en Israël en de inwoners van Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Dit feest werd gevierd in het achttiende jaar van de regering van Josia.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Na dit alles, toen Josia de tempel hersteld had, rukte Neko, de koning van Egypte, op om slag te leveren bij Karkemis aan de Eufraat, en Josia trok tegen hem op.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Toen zond Neko gezanten naar hem toe met de boodschap: 'Wat hebben wij met elkaar te maken, koning van Juda? Deze veldtocht is niet gericht tegen u, maar tegen het koningshuis waarmee ik in oorlog ben, en God heeft mij gezegd dat ik mij haasten moet. Verzet u niet tegen God, die mij bijstaat; anders stort Hij u in het verderf.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Maar Josia trok zijn leger niet terug; hij luisterde niet naar de woorden van Neko, die God hem ingegeven had, maar verkleedde zich en ging in de vlakte van Megiddo tot de aanval over.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
De boogschutters echter namen koning Josia onder schot en troffen hem. Daarop zei hij tot zijn dienaren: 'Breng me weg, want ik ben zwaar gewond.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zijn dienaren tilden hem uit de strijdwagen, legden hem in zijn tweede wagen en brachten hem naar Jeruzalem. Daar stierf hij en werd bijgezet in de graven van zijn vaderen. Heel Juda en Jeruzalem bedreef rouw over Josia.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Jeremia dichtte een klaaglied op hem. Tot op de huidige dag herdenken de zangers en zangeressen Josia in hun klaagzangen. Deze zijn in Israël ingeburgerd en staan, zoals men weet, opgetekend in het boek van de Klaagliederen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Verdere bijzonderheden over Josia, met name zijn godsdienstige hervormingen in overeenstemming met de voorschriften van de wet van Jahwe,
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
en zijn andere daden, van het begin tot het einde van zijn regering, zijn te vinden in het boek van de koningen van Israël en Juda.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 35 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De stadsbevolking maakte nu Joachaz, de zoon van Josia, tot koning van Jeruzalem als opvolger van zijn vader.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Joachaz was drieëntwintig jaar toen hij koning werd, en hij regeerde drie maanden in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De koning van Egypte zette hem af als koning van Jeruzalem en legde het land een belasting op van honderd talenten zilver en een talent goud.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De koning van Egypte stelde de broer van Joachaz, Eljakim, aan als koning van Juda en Jeruzalem, en veranderde zijn naam in Jojakim. Joachaz, diens broer, werd door Neko weggevoerd naar Egypte.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Jojakim was vijfentwintig jaar oud toen hij koning werd, en hij regeerde elf jaar in Jeruzalem; hij deed wat Jahwe, zijn God, mishaagde.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Nebukadnessar, de koning van Babel, trok tegen hem ten strijde. Hij sloeg Jojakim in boeien en voerde hem weg naar Babel.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Ook nam Nebukadnessar een deel der tempelvaten mee en liet deze in zijn paleis in Babel plaatsen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Verdere bijzonderheden over Jojakim, over de gruweldaden die hij bedreef, en al het andere kwaad waaraan hij zich schuldig maakte, zijn te vinden in het boek van de koningen van Israël op Juda. Jojakin, zijn zoon, volgde hem op.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Jojakin was achttien jaar oud toen hij koning werd; hij regeerde drie maanden en tien dagen in Jeruzalem en deed wat Jahwe mishaagt.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
In het volgende voorjaar zond koning Nebukadnessar opnieuw zijn leger. Hij bracht Jojakin met het kostbare vaatwerk van de tempel van Jahwe naar Babel over, en verhief Sidkia, Jojakins oom, tot koning over Juda en Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Sidkia was eenentwintig jaar toen hij koning werd en hij regeerde elf jaar in Jeruzalem.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Hij deed wat Jahwe, zijn God, mishaagde. Hij wilde zich niet verootmoedigen voor Jeremia, de profeet, die namens Jahwe tot hem sprak.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Hij pleegde bovendien opstand tegen Nebukadnessar die hem bij God had laten zweren hem trouw te blijven. Hij bleef halsstarrig en verstokt, en weigerde zich te bekeren tot Jahwe, de God van Israël.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Ook de voornaamste priesters en het volk zelf vielen in groten getale af; ze bedreven alle gruweldaden der heidenen en ontwijdden de tempel die Jahwe geheiligd had.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Jahwe, de God van hun vaderen, werd niet moe hun telkens weer gezanten te sturen, want Hij had medelijden met zijn volk en zijn woonplaats.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Maar ze overlaadden de gezanten van God met smaad, sloegen hun waarschuwingen in de wind, en spotten met de profeten, zodat Jahwe's toorn wel onverbiddelijk moest neerkomen op zijn volk.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De koning der Chaldeeën trok tegen hem op; hij doodde in de tempel alle jongemannen met het zwaard; geen jongeman of meisje, oude man of grijsaard, spaarde hij, want Jahwe had allen aan hem uitgeleverd.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Alle vaten van de tempel, grote en kleine, de schatten van de tempel en van het koninklijk paleis en alle prinsen liet hij naar Babel voeren.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Zij staken de tempel in brand, braken de muur van Jeruzalem af, en alle grote gebouwen van de stad lieten zij in vlammen opgaan, zodat alle kostbaarheden verloren gingen.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Allen die aan het zwaard ontkomen waren, liet hij naar Babel in ballingschap wegvoeren; ze moesten hem en zijn zonen als slaven dienen, totdat het Perzische rijk aan de macht kwam.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Zo ging het woord dat Jahwe door Jeremia gesproken had in vervulling: 'Het land zal zijn sabbatjaren vergoed krijgen!' Het land bleef al die tijd braak liggen en rustte uit, zeventig volle jaren lang.
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 21: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
In het eerste regeringsjaar van Kores, de koning van Perzië, liet Jahwe de voorspelling die hij door Jeremia gedaan had in vervulling gaan. Hij gaf Kores, de koning van Perzie, in om in heel zijn koninkrijk een boodschap af te kondigen en brieven rond te sturen met de volgende inhoud:
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
'Zo spreekt Kores, de koning van Perzie: Jahwe, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde geschonken. Hij heeft mij opgedragen voor Hem een tempel te bouwen in Jeruzalem in Juda. Laten al degenen onder u die tot zijn volk behoren onder de hoede van Jahwe, hun God, terugkeren.'
Referenties naar alinea 2 Kronieken 36 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/5061-de-bijbel-nl