Op welke grond en in welke zin noemen wij Maria 'Middelares aller genaden'?
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Op welke grond en in welke zin noemen wij Maria 'Middelares aller genaden'?
Dr. Al. van Hove
6 september 1947
Kerkelijke schrijvers - Bijdragen
Verslagboek van het Maria-Congres te Maastricht van 3 t.m. 7 sept. 1947
6 september 1947
6 december 2025
9735
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
In de loop van de Zaterdag zijn de studie-vergaderingen in de Dominicaner-kerk weer zeer druk bezocht. De kerk kan de belangstellenden niet meer bergen. Velen moeten buiten op het plein blijven luisteren. Iedere inleiding heeft een gedegen gedachtenwisseling tot gevolg. Op de morgen-vergadering, die wordt voorgezeten door Dr. G. Philips bespreekt de Belgische Kanunnik en Professor aan het Groot-Seminarie van Mechelen, Dr. Al. Van Hove in een rustig betoog de vraag: OP WELKE GROND EN IN WELKE ZIN NOEMEN WIJ MARIA MIDDELARES ALLER GENADEN?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I. Algemene betekenis van de uitdrukking ,Middelares aller genaden"
Vooraleer ons eigenlijk betoog aan te vatten, is het onontbeerlijk dat wij klaar en duidelijk zouden vaststellen in welke zin wij de uitdrukking "Middelares aller genaden" zullen gebruiken. Die uitdrukking is immers dubbelzinnig; het is nodig die dubbelzinnigheid te ontvouwen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media1) Gemelde uitdrukking heeft vooreerst een ruime betekenis: Maria heeft ,een zekere rol' vervuld in het verlossingswerk, zij is deelgenote van de Verlosser. Een ,zekere rol", zeg ik. Dat kan veel zijn of weinig, en moet natuurlijk bepaald worden. Laten wij een ogenblik een minimum veronderstellen. Maria is Moeder van de Verlosser. Zij heeft, door haar toestemming in de Menswording en door het terwereld-brengen van Jezus, de Verlosser aan de wereld geschonken en dus de verlossing mogelijk gemaakt. Ik veronderstel, dat Maria niets anders zou gedaan hebben: geen mede-lijden met Christus, geen medeverdienen met Christus, geen uitdelen der genaden. Enkel haar Moederschap ten opzichte van de Verlosser. Dan nog zou men haar Middelares moeten noemen van alle genaden, en spreken van haar genadebemiddeling. Dan zou hij inderdaad Middelares zijn, omdat zij door haar vrijwillig moederschap iets doet om twee van elkander gescheiden uitersten - God en de zondige mens met elkander opnieuw te verenigen: dat is het begrip van Christus Middelaar tussen God en de mensen, dus ook van Maria Middelares. Maria zou tevens Middelares van alle genaden moeten genoemd worden, omdat wij ook door haar moederschap alle genaden ontvangen. Alle genade komt van Jezus, van Zijn Verlossingswerk. Doch Jezus zelf wordt ons gegeven door Maria, en zo heeft Maria heel het verlossingswerk mogelijk gemaakt. Heel het verlossingswerk is in feite afhankelijk van de vrije wilsdaad van Maria, die er in toestemde Moeder te worden van de Verlosser. Alle genaden ontspringen aldus aan het ,fiat". Natuurlijk zal Maria met nog veel meer reden Middelares van alle genaden mogen genoemd worden, indien zij ook iets doet om ons in de hemel te brengen, indien zij de genaden voor ons verdient, indien zij onze Moeder is, indien zij ons de genaden verschaft. Doch tot het ruimste begrip van Middelares volstaat dat Maria iets doet in het verlossingswerk, dat zij op een of andere wijze deelgenote is van de Verlosser.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media2) In deze ruime betekenis gaan we nu die uitdrukking niet gebruiken. We hebben enkel te handelen over het uitdelen van de genaden, niet over het verdienen ervan noch over Maria's toestemming in het verlossingswerk of in het goddelijk Moederschap.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWelnu, ook het uitdelen der genaden wordt en terecht genadebemiddeling genoemd, en Maria heet Middelares van alle genaden, omdat zij alle genaden voor ons bekomt en aan de mensen uitdeelt. We zullen straks zien op welke wijze.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat is een engere betekenis van de uitdrukking in kwestie, wellicht ook de meest gebruikelijke. En wanneer ik die uitdrukking verder zal gebruiken, zal het steeds zijn in die betekenis: door Maria Middelares van alle genaden, versta ik dus dat Maria een aandeel heeft in het toepassen, verlenen en uitdelen van alle genaden aan alle mensen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II. Gronden waarop de uitdeling aller genaden door Maria bevestigd wordt.
Die gronden zijn van zeer verschillende en ook zeer uiteenlopende aard. Laten we tenminste de bijzonderste even bekijken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1) Maria is de Nieuwe Eva.
Van oudsher wordt Maria de Nieuwe Eva genoemd. Wat heeft dat te betekenen?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaSt. Paulus noemt Christus meermaals de Nieuwe Adam, in deze zin, dat evenals Adam het beginsel geweest is van de zonde die heel het mensdom bevlekt, zo ook Christus het beginsel is van het herstel der zonde : in Adam zijn allen gevallen, in Christus worden allen terug tot het leven geroepen. Christus is het hoofd van de hernieuwde mensheid, zoals Adam het hoofd is van de gevallen mensheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEva heeft nu een aandeel gehad in de zonde van Adam, een ondergeschikte rol voorzeker, en zonder haar zou Adam's zonde ook heel het mensdom in zonde hebben gestort, doch in feite is zij het vertrekpunt geweest van de zonde van Adam en van ons aller erfzonde. Maria wordt dan de Nieuwe Eva genoemd naast de Nieuwe Adam, omdat zij ook, evenals Eva in de zonde, een aandeel gehad heeft in het herstel dat Christus ons bezorgde.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBeschouwen we verder de inhoud van die titel "Nieuwe Eva". Maria staat naast Christus in het bezorgen van de verlossing aan de mensheid. Maar de verlossing is tweeërlei, zij bedraagt in feite twee onderscheiden phasen of stadia: Christus veràient voor ons het genadeleven, doch daarmee zijn wij in volle werkelijkheid nog niet verlost; de genaden moeten ons worden toebedeeld. Christus' verlossingswerk moet worden toegepast op de enkelingen. Ook na Christus' dood komt het kind met de erfzonde bevlekt ter wereld; het wordt in feite maar verlost wanneer het de verlossingsgenaden ontvangt door het Doopsel. Een zondaar is geen verloste, maar als hij een volmaakt berouw heeft of met een onvolmaakt berouw te biechten gaat, worden de genaden van Christus op hem werkelijk toegepast: eerst dan worden de genaden aan hem uitgedeeld. Sommigen spreken hier van objectieve en subjectieve verlossing; laten we die abstracte en betwiste uitdrukkingen liever weg, en spreken we eenvoudig van het verdienen en het "uitdelen van de genaden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIndien Maria nu naast Christus onze verlossing bewerkt, dan ziet men dadelijk in, dat zij, om ten volle de titel "Nieuwe Eva" te verdienen, zowel in de eerste als in de tweede phase van de verlossing een aandeel moet hebben: zij geeft ons niet enkel de Verlosser, zij verdient niet enkel de genaden met Christus, zij heeft ook haar aandeel in het uitdelen of toepassen der verlossingsgenaden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTot daar de volle betekenis van de titel ,Nieuwe Eva". De kwestie is maar: moet die titel volstrekt zijn volle betekenis hebben? Ik geef toe, dat voorafgaande argumentatie niet geheel dwingend is. Laten we veronderstellen, dat Maria's rol enkel hierin zou bestaan hebben: vrijelijk de Moeder zijn van de Verlosser. Dan nog zou men moeten zeggen, dat zij een werkelijk aandeel heeft gehad in onze verlossing, en dus als medebeginsel der verlossing Nieuwe Eva mag genoemd worden. Dus ook indien zij geen aandeel heeft in het uitdelen van de genaden. Al komt die titel natuurlijk beter tot zijn recht, indien Maria ook in het uitdelen of toepassen der genaden deelgenote is van Christus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOf andersom, indien we ook andere redenen hebben om Maria te erkennen als uitdeelster van alle genaden, dan zien wij beter de rijkdom in, de volle betekenis van de titel waarmede Kerk en Kerkvaders Maria steeds begroet hebben.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWe kunnen trouwens de uiteengezette argumentatie aanvullen en versterken. En wel door een beroep te doen op de H. Schrift. Niet dat de benaming ,Nieuwe Eva" zoals het geval is met ,Nieuwe Adam" voor Christus rechtstreeks uit de Schriftuurteksten kan worden afgeleid, doch de gedachte vindt men enigermate in de H. Schrift, namelijk in het zogenaamde Proto-evangelie. Daardoor verstaat men vers 1 van kapittel III van de Genesis, dat Proto-evangelie wordt genoemd, omdat het de eerste aankondiging bevat van het Evangelie, de blijde boodschap, de verlossing. Na de zonde in het paradijs sprak God tot de slang of tot de duivel, die de slang vertegenwoordigde -: ,,Ik zal vijandschap stellen tussen U en de vrouw, tussen uw zaad en haar zaad; zij zal u de kop verpletteren en gij zult haar de hiel belagen". Over de letterlijke betekenis van deze woorden kan veel geredetwist worden en wordt ook veel geredetwist. En niet alle bijzonderheden van de tekst zijn even klaar. Doch naast de letterlijke betekenis van een Schiftuurtekst is er ook een geestelijke betekenis, die we kennen door de Overlevering, de Kerkvaders, de Pausen, de Bisschoppen, de godgeleerden. Welnu, gemeld vers drukt, zo niet in de letterlijke betekenis, dan toch minstens in de geestelijke betekenis, de algehele en altijd-durende vereniging uit van Maria met de Verlosser de vrouw en haar zaad, en hun tegenstelling tot de machten van het kwaad- de duivel en zijn zaad. En er wordt voorzegd, dat Maria met Christus volledig over de duivel zal zegevieren. Zo leert het uitdrukkelijk Paus Pius IX in de Bulle Ineffabilus[254], waardoor de Onbevlekte Ontvangenis tot geloofsdogma werd uitgeroepen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit goddelijk orakel zou nu niet in vervulling gegaan zijn, indien Maria niet, samen met Christus, de uitdeelster was van alle genaden. Er wordt immers voorzegd, dat Maria steeds verenigd zal zijn met Christus in het verlossingswerk, en volledig met hem over de duivel zal zegevieren. Doch dat behelst zowel het verwerven als het uitdelen van de genaden: zolang immers de genaden niet op ons in werkelijkheid worden toegepast, ons worden medegedeeld, zijn we nog in de macht van de duivel. De duivel is maar overwonnen, wanneer we in feite de genade ontvangen. En die overwinning wordt toegeschreven aan Maria samen met Christus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZo blijkt dan het begrip ~Nieuwe Eva" wel degelijk Maria's genademiddelaarschap in te houden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen redeneert ook soms als volgt: We weten uit de Schriftuur, uit de Overlevering, uit de leer der Kerk, dat Maria van in den beginne. door God betrokken werd in het verlossingswerk: haar toestemming werd gevraagd en gegeven voor de komst van de Verlosser. Welnu God verandert de door Hem ingestelde orde niet. Zo zullen dan ook alle verlossingsgenaden aan de mensen toekomen door de tussenkomst of bemiddeling van Maria.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is moeilijk hier de beroemde tekst van Bossuet niet aan te halen, waarin deze argumentatie op schitterende literaire wijze wordt uitgedrukt. In zijn derde sermoen voor de feestdag van Maria's Ontvangenis zegt Bossuet het volgende:
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media"Il a done fallu, chrétiens, que Marie ait concouru, par sa charité, à donner au monde son libérateur. Comme cette vérité est connue, je ne m'étends pas à vous l'expliquer; mais je ne vous tairai pas une conséquence, que peut-être vous n'avez pas assez méditée: c'est que Dieu ayant une fois voulu nous donner Jésus-Christ par la sainte Vierge, cet ordre ne se change plus; et ,les dons de Dieu sont sans repentance" (Rom. XI, 29)[b:Rom. 11, 29]. II est et sera toujours véritable, qu'ayant reçu par elle une fois Je principe universel de la grace, nous en recevions encore, par son entremise, les diverses applications dans tous les états différents qui composent la vie chrétienne. Sa charité maternelle ayant tant contribué à notre salut dans Ie mystère de l'Incarnation, qui est Ie principe universel de la gräce, elle y contribuera éternellement dans toutes les autres opérations, qui n'en sont que des dépendances".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIk moet rechtuit bekennen, dat dit argument mij niet voldoet. God kon immers Maria's rol in de verlossing beperken tot haar toestemming in de Menswording en buiten haar het verlossingswerk door Christus doen voltrekken en toepassen door de uitdeling der genaden. Dan vind ik het verkieslijker te blijven bij het begrip ,Nieuwe Eva", ,Deelgenote van Christus in zijn Verlossingswerk", om daaruit af te leiden, rekening houdend met de traditionele opvatting van dit begrip, dat Maria in heel het Verlossingswerk, krachtens Gods genadige schikking, haar medewerking verleend heeft en blijft verlenen. Dat is de enige veilige weg, en de beste theologische bewijsvoering, om te besluiten tot het genademiddelaarschap van Maria.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaToch is het argument, zoals het door Bossuet en anderen wordt voorgesteld, niet helemaal zonder waarde. Want het veronderstelt en onderstreept de eenheid, de samenhang, van de door God gewilde orde der verlossing: Maria steeds naast Christus. Doch het volstaat niet die eenheid te affirmeren of haar schoonheid te doen inzien : men moet ze ook, op grond van de Openbaring, op soliede wijze bewijzen, en dat kan men maar door aan te tonen, dat ofwel het Proto-evangelie dit veronderstelt ofwel de Overlevering, waar ze Maria ,Nieuwe Eva' noemt, deze uitdrukking verstaat in de zin van een voortdurende medewerking der Nieuwe Eva met de Nieuwe Adam. Dat dit zo is, is aller waarschijnlijkst, en zullen verdere studies wellicht nog beter in het licht stellen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2) De verdienste van Maria.
Velen nemen aan, om verschillende redenen, dat Maria met Christus de verlossingsgenaden verdiend heeft. Er is daaromtrent voorzeker veel discussie mogelijk, doch wie dit aanvaardt, heeft ongetwijfeld daarin een zeer stevige grond om ook Maria's aandeel in de uitdeling van de genaden aan te nemen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNiemand immers loochent, dat we de genaden ontvangen door Christus, omdat Christus de genaden door zijn kruisdood verdiend heeft: Christus verleent de genaden, omdat Hij ze verdiend heeft; Hij beschikt er over, ze zijn de zijne. Indien Maria nu alle genaden met Christus verdiend heeft, zij het ook op ondergeschikte wijze, dan beschikt eveneens Maria over die genaden ; zij zijn op ondergeschikte wijze de hare. De verdienste van Maria is dus een sterke reden om ook haar aandeel in de uitdeling der genaden te aanvaarden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe waarde van dit argument is vanzelfsprekend geheel afhankelijk van de vooropstelling, en vermits deze vooropstelling niet vaststaat, kunnen we langs deze weg tot geen onomstootbare conclusie geraken. We mogen er echter weer eens op wijzen, dat het argument alleszins een illustratie is van de eenheid van Gods plan: Maria steeds naast Christus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLaten we evenwel zoeken naar meer grondige bewijzen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3) Mara's geestelijke Moederschap.
Dat Maria de Moeder is wat betreft het bovennatuurlijk leven - van alle mensen, is een waarheid waaraan niemand twijfelt. Minstens drie bewijzen kunnen er voor aangebracht worden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaa) Eerst en vooral wordt die waarheid voorgehouden door de algemene leer der Kerk. Dat bewijs is ongetwijfeld het best en volstaat op zichzelf.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediab) Velen beroepen zich op (Joa. XIX, 26-27)[b:Joh. 19, 26-27], waar de woorden Worden aangehaald van de stervende Christus: "Vrouw, ziedaar uw zoon .... Ziedaar uw moeder". Voorzeker wordt hier op de eerste plaats St. Jan bedoeld. Doch, zegt men, de Overlevering ziet in St. Jan de vertegenwoordiger van alle mensen en verstaat die woorden van Maria's geestelijk moederschap ten opzichte van allen. Dit argument moet echter zeer voorzichtig gehanteerd worden: dat de Overlevering zo eensgezind is in haar interpretatie, wordt soms wel meer beweerd dan bewezen, en wij zijn het zo gewoon geraakt, die tekst te verstaan van Maria's algemeen geestelijk Moederschap, dat we ter nauwer nood nog naar verdere bewijzen vragen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediac) Ook de leer van St. Paulus komt hier in aanmerking. De Apostel leert dat we allen broeders zijn van Christus, omdat we allen in werkelijkheid of in aanleg delen in het genadeleven van Christus: Christus is de Eerstgeborene onder vele broeders (Rom. VIII, 29)[b:Rom. 8, 29]. Indien we echter, in het geestelijk leven, broeders zijn van Christus, dan zijn we tevens kinderen van dezelfde Moeder, van Maria.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWat kan nu uit Maria's Moederschap worden afgeleid betreffende de uitdeling der genaden?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen moeder geeft het leven aan haar kinderen: daarin bestaat het moeder-zijn. En dat doet een moeder niet enkel éénmaal, door haar kinderen ter wereld te brengen. Een ontaarde moeder alleen zou zich het leven van haar kinderen niet meer aantrekken, nadat zij eens dat leven gegeven heeft. Wanneer we zeggen dat een moeder het leven geeft aan een kind, dan betekent dit ook dat zij haar kind voedt, dat zij zorg draagt voor zijn ontwikkeling en gezondheid, dat zij over dit leven waakt, dat zij al doet wat zij kan om dit leven te bewaren en te onderhouden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZo ook moeten wij ons Maria's geestelijk Moederschap indenken. Indien Maria waarlijk onze moeder is, dan kan het niet voldoende zijn, dat zij ons slechts éénmaal het leven onzer ziel schenkt, namelijk door ons Jezus te geven. Zij is onze moeder, omdat zij voortdurend ons het geestelijk leven schenkt, onderhoudt, vermeerdert. Dat wil zeggen dat zij ons alles bezorgt wat we nodig hebben ter zaligheid, dus alle genaden, die het bovennatuurlijk leven van onze ziel uitmaken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaKomen wij nu terug op de tekst van St. Jan. Wanneer Christus Maria tot onze moeder aanstelt, vertrouwt hij haar een rol, een functie toe, die zij verder zal uit te oefenen hebben: voortaan zal Maria zorg dragen voor ons geestelijk leven, dus de uitdeelster zijn van al de levensmiddelen de genaden - die wij nodig hebben.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn onafhankelijk van St. Jan - we steunen niet enkel op deze evangelietekst - komt ons het zo natuurlijk voor. Ongetwijfeld heeft Maria een geestelijk Moederschap ten onzen opzichte uitgeoefend bij de Menswording. Het ware nu geheel onbegrijpelijk, dat zij met de uitoefening van dit moederschap niet zou voortgaan zoveel zij maar kan. Hoe is de huidige toestand van Maria? Maria is in de hemel, en in het glorielicht kent zij ons, al degenen voor wie zij uit lief de haar jawoord heeft gesproken en zoveel ook geleden heeft met haar Jezus. Het is immers een in de godgeleerdheid algemeen aanvaard beginsel - St. Thomas legt er sterk de nadruk op, dat de heiligen in God alles kennen wat hun aangaat. Gezien hetgeen Maria bij de Boodschap voor heel het mensdom gedaan heeft - om enkel daarvan te gewagen, volgt daaruit dat zij in het glorielicht alle mensen kent, met al hun geestelijke noden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn aan die noden kan Maria ook verhelpen, minstens, zoals we verder zullen uiteenzetten, door haar voorspraak. Maria moet dan ook tussen-beide-komen om te voorzien in alle noden, dat wil zeggen om ons alle genaden te bekomen, om het geestelijk leven van al haar kinderen te voeden, te ontwikkelen, tot volle "wasdom te brengen. Ziedaar de werkelijkheid van Maria's Moederschap.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe vraag kan natuurlijk gesteld worden: waarom worden allen dan niet zalig? Is Maria's voorspraak dan ondoelmatig en ontoereikend? Hiermede raken wij in feite het geweldig mysterie van de voorbeschikking, dat ons mensenverstand nooit zal opklaren. Eén ding is evenwel zeker: iedereen kan zalig worden, iedereen ontvangt daartoe de genade, maar de vrije mens kan de genade verwerpen, en zo zelf de oorzaak zijn van zijn verwerping. Christus is voor alle mensen op het kruis gestorven en Hij heeft voor allen voldoende genaden verdiend, opdat ze allen zouden kunnen zalig worden; indien sommigen niet zalig worden, dan is dit niet omdat ze de middelen ter zaligheid niet ontvangen, doch omdat ze Christus' genaden verachten en verwerpen. Over Maria's voorspraak moeten wij nu op dezelfde wijze spreken. Er is geen tekort in de voorspraak van Maria of in haar doelmatigheid, doch de vrije mens kan de genaden verwerpen die Maria bekomt. De moeilijkheid betreffende Maria's voorspraak is dezelfde als die voor Christus' voorspraak, waarvan zij onafscheidbaar is. En die moeilijkheid wordt ten slotte herleid tot het mysterie van de vrijheid en van de goddelijke raadsbesluiten betreffende de verkiezing van de goeden en de verwerping van de kwaden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 4) Maria's algemeen Koningschap
Maria is Koningin van alle mensen: ziehier wederom een zeer oude en algemeen aanvaarde titel van Maria. Denken we even aan de litanie, waarin we Maria begroeten als Koningin van alle Martelaren, Belijders, Maagden enz.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn welke zin is Maria Koningin? Hieromtrent ook zou zeer veel te zeggen zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaa) Maria is al vooreerst Koningin in de figuurlijke zin, omdat zij allen in waardigheid en verhevenheid overtreft. De mens is koning der schepping, de leeuw is koning der dieren, Vondel is de koning van de Nederlandse dichters. Zo ook is Maria Koningin der engelen en der mensen, omdat zij door haar goddelijk Moederschap en haar genadevolheid boven allen verheven is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediab) Maria is ook Koningin, omdat zij de moeder is van Christus Koning. De moeder van de koning wordt ook koningin of koninginmoeder- genoemd, omdat zij enigermate deelt in de waardigheid van de koning en recht heeft op gelijkaardige eerbetuigingen. Zo is Maria Koningin, omdat zij de Moeder is van Christus, die Koning is in zijn godheid en in zijn mensheid. Hierdoor begrijpen we nog beter de onvergelijkbare waardigheid van het goddelijk Moederschap.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediac) Maria is ook nog Koningin, omdat zij de bruid is van Christus. De echtgenote van de koning heet immers koningin. En dat is geen loutere eretitel. Want echtgenote-zijn van de koning geeft ook zekere rechten en minstens een zekere invloed. Een oningewijde kan het wel vreemd vinden dat we van Maria zeggen, dat zij de bruid is van Christus. Dat is toch een aloude benaming. Een benaming die eertijds gebruikelijker was dan het tegenwoordige bruid van de H. Geest". De betekenis is deze: vanouds werd de vereniging van Christus' godheid en mensheid opgevat als een soort huwelijk, dat door een toestemming wordt aangegaan. Die vereniging geschiedde nu in en door Maria, en wel door haar toestemming. Deze korte verklaring moge hier volstaan. d) Naast de drie vermelde wijzen, waarop Maria Koningin is, naast die drie redenen, waarom we Maria Koningin noemen, is er nog een vierde, de voornaamste. We moeten er wat langer bij blijven stilstaan. Wat betekent het, dat Christus Koning is? Koning in de eigenlijke zin is hij die, als hoofd zijner onderdanen, dezen leidt naar het bekomen van een gemeenschappelijk doel in een volmaakte gemeenschap. Welnu Christus leidt al de ledematen van zijn Mystiek Lichaam naar hun gemeenschappelijk einddoel, de eeuwige zaligheid. En dat doet Hij vooral door het verlenen der middelen der zaligheid, door het uitdelen der genaden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZo wordt dan Maria Koningin genoemd, omdat zij deel heeft aan de koninklijke waardigheid en vooral aan de koninklijke taak, het koninklijk ambt van Christus. Omdat zij ondergeschikt aan Christus en afhankelijk van Christus, de mensen leidt naar hun einddoel. Op welke wijze doet zij dat? Om te begrijpen hoe Maria Koningin is, moeten wij de wijze in acht nemen, waarop Christus Koning is. Welnu Christus is Koning doordat Hij de genadenschat voor ons verdiend heeft, want zo leidt Hij de leden van zijn Mystiek Lichaam naar hun bovennatuurlijk einddoel. En vermits Maria Koningin is, hebben wij hier een reden al dan niet afdoende om Maria te aanzien als medeverlosseres in de strikte zin, die met Christus de heilsgenaden voor ons verdiend heeft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDoch Christus zou zeer onvolmaakt Koning zijn, indien Hij de genaden enkel verdiend had. Dan zou ten slotte niemand door Hem in feite zalig worden, want de zaligheid veronderstelt de toepassing der genaden. Christus is dan ook Koning, doordat Hij zijn genaden in ons uitstort en ons aldus heiligt. Zo leidt Hij ons naar ons einddoel. Indien Maria nu, zoals de Overlevering, de Pausen en de Bisschoppen, het gevoelen der gelovigen ononderbroken voorhouden en uitdrukken, waarlijk Koningin is, dan is het omdat zij met Christus de genaden der verlossing aan de mensen uitdeelt en zo de mensen naar hun einddoel leidt. Zij beschikt waarlijk, als Koningin, over de geestelijke goederen, de genaden, om die aan te wenden voor de zaligheid van hen over wie ze heerst als Koningin. Zij heeft het bovennatuurlijk leven van alle mensen, van alle groeperingen, van de Kerk in handen. Maria met de Overlevering erkennen en begroeten als Koningin der wereld en van alle mensen, is dus erkennen dat zij een aandeel heeft in het uitdelen van alle genaden die over de wereld en de mensen nederkomen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr zijn nog andere redenen die enigszins ten gunste van Maria's algemeen genademiddelaarschap kunnen aangevoerd worden, die ten minste het verband aantonen van het genademiddelaarschap met andere voorrechten van Maria. Laat ik enkel opnoemen: het goddelijk moederschap, de waardigheid van Maria die alle andere overtreft, de heiligheid waardoor Maria boven alle engelen en mensen verheven is, het feit dat Maria's toestemming gevraagd werd- en ook gegeven voor het verlossingswerk, het feit dat Christus' mogelijkheid om te verdienen afhankelijk is van zijn mens-zijn, dus van zijn Moeder, enz. Dat alles ontwikkelen zou ons te ver brengen: we zouden feitelijk heel de Mariologie moeten ter sprake brengen! Het moge volstaan er even op te wijzen, dat de genadebemiddeling met heel de Mariologie verband houdt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 5) Gezagsargument.
Nu gaan we een gewichtige stap verder. Wij begroeten Maria als Middelares aller genaden eerst en vooral om wille van het getuigenis der levende Kerk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAl de beschouwingen die voorafgaan, zijn ten slotte geen afdoende bewijzen. De volle betekenis van Maria' s titels : "Nieuwe Eva", "Moeder en Koningin van alle mensen", bedraagt voorzeker dat Maria uitdeelster is van alle genaden. Doch moeten we volstrekt die titels in hun volle betekenis verstaan? Dat kan zo maar niet a priori bevestigd. Wanneer ik met zekerheid weet dat Maria alle genaden uitdeelt, dan zie ik tevens de volle betekenis in van al die titels. Maar waarom zouden we ons niet met een min ruime betekenis kunnen vergenoegen? Anderzijds zijn voorafgaande beschouwingen nuttig om de draagwijdte te doorgronden van al wat de christelijke vroomheid aan Maria toeschrijft. Zij laten toe een synthese op te bouwen, zij leggen een verband tussen de verschillende titels van Maria en de waarheid dat Maria uitdeelster is van alle genaden. Doch die waarheid zelf, hoe wordt ze ten slotte het best bewezen?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDoordat de Kerk, de levende Kerk, het kerkelijk leergezag, de godgeleerden, de gelovigen die waarheid erkennen. En dat doen ze onder de leiding van de H. Geest, die de Kerk bezielt en, naar het woord van Christus, haar alle waarheid leert. Sinds eeuwen wordt Maria geroemd als de moeder der goddelijke genade, de deur van de hemel, de bron van ons leven, enz., en die getuigenissen worden voortdurend talrijker en duidelijker. De laatste Pausen vooral Leo XIII, Pius X, Benedictus XV, Pius XI en Pius XII leren op expliciete wijze dat Maria alle genaden aan de mensen bezorgt. Een lange en heerlijke rij getuigenissen zou hier aan te halen zijn. Met die uit de laatste decenniën alleen zouden vele bladzijden kunnen gevuld worden. Een bijzondere vermelding verdient het kerkelijk officie en het kerkelijk feest van Onze Lieve Vrouw Middelares van alle genaden, op 31 Mei, dat door Benedictus XV in 1921 werd ingesteld en nu ongeveer over de ganse wereld gevierd wordt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe waarde van die kerkelijke uitspraken is niet te onderschatten. Al hebben we hier niet met onfeilbare uitspraken te doen - anders stonden we voor een geloofspunt hebben we toch de uitoefening van het leergezag dat Christus aan zijn Kerk heeft gegeven om de gelovigen voor te lichten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn het gaat hier niet om een vrome mening die Pausen en Bisschoppen zo maar terloops uitspreken. Het gaat om een waarheid die ze herhaaldelijk en op plechtige wijze aan het gelovige volk voorhouden. En zulks niet enkel in private gesprekken, doch in officiële kerkelijke stukken. En zij bedoelen niet enkel de godsvrucht der gelovigen aan te wakkeren, doch een vaste leer omtrent Maria en haar rol te verkondigen. En zij doen dit niet enkel bij wijze van louter affirmatie, doch met verwijzing naar de Overlevering en naar de theologische gronden waarop Maria's middelaarschap steunt. En dat alles betreffende een allergewichtigst punt van onze katholieke godsdienst. Veronderstellen we een ogenblik, dat Maria geen Middelares is, of geen Middelares van alle genaden, dat zij in het verlossingswerk de plaats niet inneemt die haar voortdurend toegekend wordt, dan zou heel de lerarende Kerk dwalen op een leerpunt van het grootste belang, vermits het gaat over het verlossingswerk en de bron van ons bovennatuurlijk leven; dan zouden Paus en Bisschoppen al de gelovigen daaromtrent op een dwaalspoor brengen. Laten we ook opmerken, dat de kerkelijke overheid zich dusdanig uitspreekt, wel wetend dat er oppositie is, dat de Protestanten door haar leer geërgerd zijn, dat ook sommige katholieken twijfelen en onder elkander discussie houden, althans over punten van bijkomende aard, als b.v. de wijze waarop Maria haar middelaarschap uitoefent, of de waarde van de naar voren gebrachte argumenten. Doch betreffende de hoofdzaak, betreffende het feit van Maria's algemeen middelaarschap, wordt steeds een vaste leer voorgehouden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen hoort wel eens de opmerking, dat we hier te doen hebben met een moderne opinie. Geen spoor daarvan, zegt men, bij de oudere Kerkvaders; in de XVIIIe eeuw spreekt men van "vrome opinie" en slechts sinds enkele jaren willen sommigen een zekerheid opdringen. Hoe kan men dan van een overlevering gewagen die tot de Apostelen opklimt, van een Apostolische Overlevering, die aan de Openbaring zelf ontstaan is?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHierop kan geantwoord dat hetgeen vroeger onduidelijk en impliciet geleerd werd, de jongste tijd tot duidelijk bewustzijn gekomen is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWaar de eerste eeuwen Maria's Moederschap bevestigden, zag men niet duidelijk in wat daarin besloten ligt. Waar de apostolische tijden Maria de Nieuwe Eva noemden, wist men de draagwijdte van die uitdrukking niet duidelijk te omschrijven. Nu is men zich bewust geworden van de volle rijkdom der aloude titels van Maria. Maar steeds heeft men hetzelfde geloofd. Vroeger zei men in een meer algemene formule ,Maria heeft deel aan onze verlossing"; nu zegt men expliciet dat zulks het uitdelen der genaden bedraagt. Een heel boek teksten van Kerkvaders en vroegere godgeleerden zou hier aan te halen zijn, om die geleidelijke ontwikkeling in het licht te stellen, en te doen inzien, dat niet het geloof zelf zich ontwikkeld heeft en rijker geworden is, doch enkel het klare inzicht in de werkelijke omvang van dit geloof.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIs het ook zo niet gegaan met de Onbevlekte Ontvangenis van Maria? Wij geloven in die waarheid, omdat zij een geopenbaarde waarheid is. Zij ligt dus besloten in de openbaringsbronnen. Laten we de Heilige Schrift ter zijde, die zeker geen duidelijk en kritisch onbetwistbaar getuigenis biedt voor de Onbevlekte Ontvangenis. Doch hoe kan men aantonen dat de Kerk steeds in die waarheid geloofd heeft en dat die waarheid dus besloten is in de Overlevering? Men moet toegeven, dat de eerste eeuwen ons geen uitdrukkelijk getuigenis bieden voor die waarheid. Doch Maria werd steeds eensgezind erkend als de al-heilige, de heilige zonder enige smet, verheven boven alle andere heiligen. En stilaan is men gaan inzien, onder de leiding van de H. Geest, dat dit ook inhoudt: de vrijwaring van de erfzonde, de Onbevlekte Ontvangenis. Het geloof werd dus niet verrijkt, doch het inzicht in de werkelijke inhoud van dit geloof is met de tijd duidelijker geworden. Zo ook het Middelaarschap van Maria: onder de leiding van de Geest van waarheid is de Kerk er bewust van geworden, dat Maria's aandeel in de verlossing, haar geestelijk Moederschap, haar algemeen koningschap, ten slotte betekenen dat Maria met Christus en afhankelijk van Hem beschikt over de genaden die door het verlossingswerk verdiend werden, om die uit te delen aan de mensen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III. Hoe de uitdeling van alle genaden opvatten?
Nu dient de vraag behandeld omtrent de wijze waarop Maria uitdeelster is van alle genaden. Wat doet Maria daartoe?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media1) Eerst en vooral, we mogen die uitdeling niet te stoffelijk opvatten. Men zegt soms: alle genaden komen van Christus door de handen van Maria. Dat is natuurlijk beeldspraak en mag niet letterlijk opgevat worden. Men heelde zich niet in, dat de genaden ergens in de hemel een schat zouden uitmaken, waaraan Jezus zou komen putten, om langs Maria die genaden tot ons te doen komen ! De genaden bestaan niet tenzij in de mens die ze bezit. Maar dan kunnen ze niet, alsof het zelfstandige werkelijkheden waren, van Jezus door Maria tot ons komen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVandaar een eerste besluit: al wat men zegt om Maria's Middelaarschap uit te drukken, betekent enkel dat Maria een zekere oorzakelijkheid uitoefent ten opzichte van de genade. Welke is die oorzakelijkheid?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media2) Die oorzakelijkheid bestaat ten minste hierin, dat Maria voor ons ten beste spreekt bij God, opdat wij de genaden zouden ontvangen. De voorspraak van Maria is een wijze van bemiddeling, die door allen aanvaard wordt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOok Christus spreekt voor ons ten beste bij Zijn Vader, opdat wij de genaden zouden ontvangen die Hij verdiend heeft. Dat is de klare leer van de Heilige Schrift, vooral van St. Paulus. Doch naast Christus staat Maria in het verlossingswerk. Wat men ook moge denken over de kwestie, of Maria al dan niet de genaden samen met Christus verdiend heeft dat betreft de eerste phasis der Verlossing, in de tweede phasis, die der toepassing of uitdeling der genaden, is Maria werkzaam naast en met Christus, en wel door haar allermachtigste voorspraak bij God.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWanneer we dus zeggen, dat Maria Middelares is van alle genaden, dan betekent zulks dat alle genaden ons toekomen om wille van de voorspraak van Maria, dat geen enkele genade ons gegeven wordt tenzij om wille van die voorspraak.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn zo is onze zaligheid geheel afhankelijk van Maria: zonder haar worden we niet zalig, komen we niet in de hemel, en zonder haar ontvangen we ook niet de nodige middelen ter zaligheid. Ziedaar de draagwijdte van de waarheid: Maria is Middelares van alle genaden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media3) Laten we ons nogmaals hoeden voor een verkeerde voorstelling. Indien we geen genade krijgen zonder dat Maria voor ons bidt of ten beste spreekt, dan betekent zulks evenwel niet dat we geen genade kunnen krijgen zonder tot Maria te bidden. Het moet voorzeker de practische conclusie zijn van de leer betreffende Maria Middelares, dat wij een stevige en verzorgde godsvrucht zouden hebben tot haar door wie we alle goed ontvangen: dat is onze normale doenwijze, indien we weten wat Maria voor ons betekent. Doch ook wanneer we niet bidden, ontvangen we genade. Zeker, de beste weg om veel genaden te bekomen, is het gebed. Doch God is oneindig barmhartig en goed, en heel dikwijls schenkt Hij genaden waarvoor wij niet gebeden hebben. Men denke b.v. aan de vrome gevoelens die kunnen opkomen bij een zondaar, en die niet zelden het vertrekpunt zijn van zijn bekering. Steeds echter worden de genaden geschonken om wille van het gebed of de voorspraak van Christus en van Maria.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media4) .Ook de heiligen spreken voor ons ten beste in de hemel, en wij vereren ze juist opdat ze voor ons ten beste zouden spreken. Komt dan de leer van Maria's Middelaarschap niet wat banaal voor, vermits ze ten slotte van Maria niet veel meer zegt dan we omtrent van alle heiligen aannemen?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr dient hier dan even gewezen op het onderscheid tussen Maria's voorspraak en die van de andere heiligen. Dit onderscheid is minstens drieërlei.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaa) De heiligen zijn onze middelaars bij God door hun voorspraak, ja; doch nergens of nooit wordt gesproken van hun algemeen middelaarschap. Zij spreken voor ons ten beste en komen ons ter hulp, maar zij bekomen ons alle genaden niet. Maria is integendeel Middelares van alle genaden; haar voorspraak is universeel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe grond van dit verschil ligt in een theologisch beginsel dat we vroeger reeds vermeld hebben. Het voorwerp dat in het glorielicht aanschouwd wordt door de heiligen, is steeds beperkt, ook bij Maria. Omdat ze schepselen zijn en dus steeds beperkte en eindige handelingen stellen. De heiligen zien God, op beperkte wijze; en in God zien ze het geschapene, eveneens in beperkte mate. Nu wordt door de godgeleerden geredelijk aangenomen, dat ze dát zien wat hun aanbelangt. B.v. een heilige Paus wat de leiding van de Kerk aangaat. Iedereen ziet in de hemel wat betrekking heeft tot zijn familie, tot het midden waarin hij leefde, tot het ambt dat hij uitoefende, enz. Daarop steunt ook de verering der heilige Patroons.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaria nu, en Maria alleen, is door God rechtstreeks betrokken geweest bij heel het verlossingswerk, minstens door haar goddelijk Moederschap, wellicht ook omdat het haar gegeven werd samen met Christus alle genaden te verdienen, zeker ook omdat ze aangesteld werd tot Moeder over alle mensen. Vandaar dat zij in God de noden kent van alle mensen waarvan zij de Moeder is. En zo kan ze ook voor al onze noden ten beste spreken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDie reden geldt niet voor de andere heiligen: het voorwerp van hun kennis is veel beperkter, en zo kan ook hun voorspraak niet universeel zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediab) De voorspraak van Maria is noodzakelijk; die der andere heiligen niet.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat volgt uit het voorgaande. Indien Maria algemene Middelares is van alle genaden, dan betekent dit, dat geen genade verleend wordt zonder de tussenkomst van Maria. We kunnen zalig worden zonder de tussenkomst van St. Petrus of van St. Antonius, juist omdat hun voorspraak niet universeel is; maar we kunnen niet zalig worden zonder de genade waarvoor Maria steeds, krachtens haar moederlijk ambt, haar moederlijk gebed tot God richt, omdat Maria door God tot universele Middelares naast Christus werd aangesteld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediac) Eindelijk is de voorspraak van Maria ook nog krachtdadiger, doelmatiger dan de voorspraak van de andere heiligen. Daarvoor bestaan twee redenen :
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1) aan Maria heeft God het ambt, de taak, toevertrouwd om voorspreekster te zijn voor al haar kinderen;
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2) de kracht der voorspraak in het andere leven zoals in het tegenwoordige is afhankelijk van de heiligheidsgraad van de persoon die de voorspraak uitoefent. Wie heiliger is, bekomt veel meer van God. Wel kunnen ook zondaars door hun gebed iets bekomen, doch zij kunnen enkel beroep doen op de goddelijke barmhartigheid; de heiligen hebben echter, in de mate van hun heiligheid, recht op de goddelijke vriendschap en welwillendheid. En vermits Maria's heiligheid die der andere heiligen ver overtreft, moet dit ook gezegd worden van de kracht van haar gebed of voorspraak bij God.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is dan ook niet zonder reden, dat men de Middelares van alle genaden vanouds de "smekende almacht" genoemd heeft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media5) Het is ook duidelijk, dat Maria's actuele voorspraak voor de mensen slechts begonnen is met haar glorierijke Hemelvaart. Het ware ongerijmd, ze uit te breiden tot de genaden die vóór de komst van Christus, in het Oud Testament, verleend werden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVoorzeker, ook in het Oud Testament kon men zalig worden, en men kon dit alleen door de genade van Christus. De Verlosser heeft de genaden verdiend voor alle mensen; Hij is de universele en voor allen noodzakelijke Middelaar. Doch niemand kan werkzaam zijn vooraleer te bestaan. Het verlenen van de genaden in het Oud Testament moet dus zo verstaan worden, dat God toen de genaden schonk aan de mensen in het vooruitzicht, dat ze door Christus zouden verdiend worden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar men kan dan ook zeggen, dat Maria Middelares is ten opzichte van hen die vóór haar geleefd hebben, in deze zin, dat de genaden aan die mensen verleend werden om wille van de door God voorafgekende verdiensten en gebeden van Maria.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media6) Bedraagt Maria's Middelaarschap nog meer dan haar voorspraak? Indien we zeggen dat zij Middelares is van alle genaden, betekent zulks dat zij nog iets anders doet dan voor ons bij God ten beste spreken? Meer concreet: heeft Maria ook een aandeel in het voortbrengen der genade in onze ziel?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMet deze vraag komen we op een minder vast terrein. Al is de kwestie ingewikkeld, toch zullen we haar slechts bondig behandelen, omdat we hier geen stelling te nemen hebben voor of tegen de opvattingen van een of andere theologische school.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTer verduidelijking van de probleemstelling, weze er vooreerst op gewezen, dat de genade een werkelijkheid is in onze ziel. Wel niet een werkelijkheid die op zichzelf kan bestaan; maar een ziel die bekleed is met de heiligmakende genade, is verschillend van een ziel die dit niet is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDie werkelijkheid moet nu een oorzaak hebben, zij moet voortgebracht worden. Doch vermits zij een bovennatuurlijke werkelijkheid is, iets dat alle geschapen krachten te boven gaat, kan zij enkel door God worden voortgebracht. Te meer dat haar eigen uitwerksel is, ons rechtstreeks met God te verenigen: dat kan God alleen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is echter niet uitgesloten, dat God, in het voortbrengen der genade, Zich van werktuigen zou bedienen. Dat doet Hij ook in feite. Zo zijn de Sacrementen werktuiglijke oorzaken van de genade: het water van het Doopsel, de woorden die de priester uitspreekt, zijn werktuigen waarmede God de genade in de ziel voortbrengt. God heeft natuurlijk die werktuigen niet nodig, maar voor ons welzijn en tot onze stichting heeft Hij het zo geregeld, dat de genade ook door zintuiglijk waarneembare middelen in ons zou voortgebracht worden. Is Maria eveneens werktuiglijke oorzaak van het voortbrengen der genade in onze ziel? Het antwoord op die vraag is afhankelijk van de wijze waarop men zich de oorzakelijkheid van Christus voorstelt. Als God is Christus hoofdoorzaak van de genade; als mens heeft Hij alle genaden verdiend en is Hij bij uitstek de uitdeler van de genaden, door zijn voorspraak bij zijn Vader. Daarbij zou zijn heilige mensheid, naar de mening van vele godgeleerden, ook actueel een werktuiglijke oorzaak zijn ten opzichte van de genade. Zulks is noch onmogelijk noch onwaarschijnlijk, al moeten we tevens opmerken, dat die oorzakelijkheid op zeer uiteenlopende wijzen door de godgeleerden wordt opgevat.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn Maria dan? Het spreekt vanzelf dat niemand aan haar meer oorzakelijkheid zal toekennen dan aan Christus. Zij die menen, dat Christus niets anders doet dan de genaden verdienen en ze toepassen door zijn voorspraak, zullen ook niets anders aan Maria toeschrijven. Anderzijds volstaat het niet, iets van Christus te zeggen, om het zonder verdere bewijsvoering ook van Maria te mogen affirmeren. En ter zake worden zeker geen bewijzen aangehaald die de instemming van iedereen af dwingen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZo blijft dan het feit van Maria's actuele tussenkomst, als werktuig Gods, in het voortbrengen van de genade, het voorwerp van theologische en technische discussies.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV. Een opwerping uit de Sacramentenleer.
De leer van Maria's algemeen genademiddelaarschap stuit op een moeilijkheid die de gangbare Sacramentenleer doet oprijzen. Wij moeten die in het kort uiteenzetten en weerleggen, omdat ze nogal dikwijls herhaald wordt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Sacramenten zijn oorzaken van bovennatuurlijke genade, en zij brengen die genade voort uit hun eigen kracht - die ze natuurlijk door de goddelijke instelling ontvangen hebben, door het feit zelf dat zij toegediend worden zoals Christus het heeft voorgeschreven, niet om wille van het geloof, de heiligheid of andere zielsgesteltenissen van de bedienaar of van degene die de Sacramenten ontvangt. De godgeleerden gebruiken hier algemeen de technische uitdrukking: ex opere operato. Waar is dan plaats voor de voorspraak van Maria? Maria bidde of niet, wanneer iemand gedoopt wordt met water onder het juiste uitspreken van de sacramentele woorden, dan wordt hij gereinigd van de erfzonde en ontvangt hij de heiligmakende genade. En zo voor al de Sacramenten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDie moeilijkheid betreft uitsluitend het voortbrengen van de genade en kan dus enkel tot het besluit leiden, dat de actuele oorzakelijkheid van Maria uit dien hoofde moet ontkend worden. Wij hebben reeds gezegd dat die actuele oorzakelijkheid niet noodzakelijk moet aanvaard worden. Of de oorzakelijkheid van Maria en die van de Sacramenten nu hoegenaamd niet kunnen samengaan? Dat is, naar onze mening, zo heel zeker niet. Vele godgeleerden nemen aan, dat de oorzakelijkheid der Sacramenten die van Christus niet belet. Inderdaad, vermits de Sacramenten werkzaam zijn krachtens de wil en de instelling van Christus, is het zeer begrijpelijk dat, op het ogenblik dat de Sacramenten hun oorzakelijkheid uitoefenen, ook Christus hetzelfde uitwerksel wil, zodat het uitwerksel namelijk de genadevoortbrenging én aan het Sacrament én aan de wil van Christus dient toegeschreven. Wat belet nu hier ook een plaats toe te kennen aan de wil van Maria, die allerinnigst verenigd is met de wil van haar goddelijke Zoon? Doch laten we veronderstellen dat de oorzakelijkheid van Maria ondenkbaar zou zijn naast de oorzakelijkheid van de Sacramenten in het voortbrengen van de genade. Dan is daarom Maria's algemeen middelaarschap bij wijze van voorspraak nog niet te verwerpen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Sacramenten zijn immers geen mechanische middelen om genade voort te brengen. Opdat ik een Sacrament vruchtbaar en zelfs geldig zou ontvangen, zijn er van mijnentwege vereist:
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1) de wil om het Sacrament te ontvangen: wie niet gedoopt wil worden, wordt ook niet gedoopt; wie niet wil communiceren, ontvangt de eucharistische genade niet, al ontving hij materieel een geconsacreerde hostie;
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2) bovennatuurlijke gesteltenissen, als liefde tot God en verfoeien van de zonde: wie b.v. geen berouw heeft, ontvangt geen genade door de Biecht. Die wil nu en die gesteltenissen zijn uitwerkselen van de genade, en die genade komt van God om wille van de voorspraak van Maria. Maria bekomt ons aldus de genade om de Sacramenten te willen ontvangen, en om ze te ontvangen met de nodige gesteltenissen, en zo is ook de sacramentele genade een gevolg weze het een onrechtstreeks en verwijderd gevolg van de voorspraak van Maria. En zo blijft het waar, dat geen enkele genade aan de mensen verleend wordt, buiten de voorspraak van de Middelares van alle genaden. Men kan wellicht de zaken nog anders verklaren; het wil mij voorkomen, dat we aan de moeilijkheid uit de Sacramentenleer een voldoende oplossing gegeven hebben.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V. Is de uitdeling van alle genaden door Maria een definieerbare waarheid?
Moest ik ertoe gedwongen zijn, met een ja of een neen de vraag te beantwoorden, of de uitdeling van alle genaden door Maria een waarheid is die door de Kerk als geloofspunt zou kunnen uitgeroepen worden, dan zou ik antwoorden: ja. Doch ik verkies een meer genuanceerd en een gemotiveerd antwoord te geven op die vraag.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media1) Eerst en vooral laat ik de opportuniteit van een geloofsbepaling geheel buiten kwestie. Daarover beslist ten slotte de Kerk alleen. Misschien ware het beter als geloofspunt te bepalen, de algemene waarheid, dat Maria deelgenote is van Christus in het verlossingswerk, zonder uitdrukkelijk te gewagen van de onderdelen van het verlossingswerk en van Maria's deelgenootschap, m.a.w. zonder uitdrukkelijk te verklaren dat Maria Medeverlosseres is of Middelares van alle genaden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media2) Het is vanzelfsprekend, dat hetgeen het voorwerp uitmaakt van vrije controversen onder theologische scholen, geen geloofspunt kan worden. Kan enkel gedefinieerd worden, hetgeen zonder de minste twijfel geopenbaard werd en in de geloofsbronnen Schriftuur en Overlevering bevat is. Indien Maria's genademiddelaarschap eens gedefinieerd wordt, dan zal het niet zijn in deze zin, dat Maria: actueel een werkdadige en oorzakelijke invloed zou uitoefenen bij het voortbrengen of instorten van de genade. Nog veel minder kan de wijze van die oorzakelijkheid een geloofspunt worden. We hebben gezegd dat de opvattingen daaromtrent geheel uiteenlopend zijn, en elkeen hier vrij zijn mening mag hebben en verdedigen. Enkel het algemeen feit van Maria's universele voorspraak zou dus het voorwerp kunnen uitmaken van een kerkelijke geloofsbepaling.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media3) Kan ook niet gedefinieerd worden, hetgeen reeds gedefinieerd is. Welnu, dat Maria voor ons ten beste spreekt bij God, is reeds geloofspunt. Het Concilie van Trente heeft namelijk als geloofspunt bepaald, dat de heiligen onze voorsprekers zijn in de hemel. Dat geldt ontegensprekelijk ook en vooral voor haar die boven alle engelen en heiligen verheven is. Dit geloofspunt belijden we impliciet, telkens wanneer wij bidden : H. Maria, bid voor ons. En dat geschiedt zo vanouds.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media4) Blijft dan nog de vraag omtrent de definieerbaarheid van Maria's algemene voorspraak, van haar algemene genadebemiddeling.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen ietwat delicate vraag, omdat onder de godgeleerden, de ene veeleisender is dan de andere in het vaststellen van de voorwaarden die voor de definieerbaarheid van een waarheid moeten verwezenlijkt zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- a) Sommigen zijn van mening, dat Maria's algemene genadebemiddeling kan gedefinieerd worden, omdat zij bewezen wordt uit andere geopenbaarde waarheden. Het kan echter betwijfeld worden, en het wordt ook niet zelden ontkend,
- 1) dat het bewezen-worden uit een andere waarheid volstaat tot de definieerbaarheid;
- 2) dat Maria's algemene genadebemiddeling met volle zekerheid uit andere waarheden bewezen wordt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- b) Anderen zeggen dat Maria's universeel middelaarschap geopenbaard is in meer algemene waarheden omtrent Maria, als een onderdeel van een ruimer geheel, namelijk in de waarheid van Maria's geestelijk Moederschap ten opzichte van alle mensen. We zullen niet beweren, dat die opvatting geheel verkeerd is. We menen evenwel dat zij moet vervolledigd worden, omdat men ook moet bewijzen, dat Maria's universele genadebemiddeling in de meer algemene waarheden werkelijk en zonder twijfel bevat is. Men moet bewijzen, dat deelgenote-zijn in het verlossingswerk ook het deelgenootschap omvat in de uitdeling der genaden. Op dit aanvullend bewijs komen we een weinig verder terug.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- c) De kwestie zou beslist zijn, indien men kon aantonen, dat de Kerk die waarheid altijd als een geopenbaarde waarheid aangezien heeft. In de huidige stand der theologische en historische wetenschap is dat tamelijk moeilijk. Wel zijn er oude getuigenissen te vinden ten voordele van die waarheid, doch betrekkelijk weinig bij de Kerkvaders uit de eerste eeuwen, ten minste op uitdrukkelijke wijze. Dat de Overlevering alle soort genaden aan Maria's voorspraak toeschrijft, kan moeilijk geloochend worden, doch is dat voldoende? Misschien zullen eens de geschiedkundige studiën hier meer licht bijbrengen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- d) Ik zou liefst wijzen op de hoger aangehaalde bewijsvoering ten gunste van Maria's algemeen Middelaarschap. Ik kom er nog even op terug, omdat ze, naar mijn mening, de kern uitmaakt van heel de kwestie en aldus het best aanleiding geeft tot een passend besluit van heel deze verhandeling.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDat Maria deelgenote is van Christus in het verlossingswerk, de Nieuwe Eva, Moeder en Koningin van alle mensen, is een waarheid, die zo oud is als de Kerk. Dat werd steeds geloofd als geopenbaarde waarheid. Dat is ontegensprekelijk bevat in de geloofsbronnen. Welnu die waarheid betekent ook, dat Maria Middelares is van alle genaden. Dat kunnen we wel aantonen door theologische beschouwingen, doch een volle zekerheid daaromtrent hebben we niet, zoals we betoogd hebben, door de theologische redenering alleen. Een volle zekerheid hebben we vooral door het feit, dat de levende Kerk, onder het impuls van de Heilige Geest, tot een steeds klaarder en duidelijker inzicht komt van de ware en volle betekenis van hetgeen vanouds, onder een meer algemene vorm, steeds aanvaard werd. Door de levende Kerk dient hier op de eerste plaats verstaan het leergezag van Paus en Bisschoppen, die door Christus zijn aangesteld om de geopenbaarde waarheden aan de gelovigen voor te houden, en die zonder aarzeling, in de meest verschillende omstandigheden, ook onder plechtige vormen, verklaren, dat Maria Middelares is van alle genaden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij geloven dus nu, in de XXe eeuw, hetzelfde dat men vroeger steeds geloofd heeft. Het geloof zelf werd niet verrijkt. Doch we zien nu beter dan vroeger welke de omvang is van het geloof. We zijn-er ons duidelijk bewust van, wat het geloof inhoudt. En zo mag men zeggen, dat het geloof in Maria's algemene genadebemiddeling steeds bestaan heeft in de Kerk, weze het vroeger slechts op impliciete wijze. Niets belet dan ook te zeggen, dat die waarheid in de geloofsbronnen, vooral in de Overlevering, bevat is. Als dit zo is, is zij ook als geloofspunt definieerbaar.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe moeilijkheden zijn ter zake niet groter dan voor de Onbevlekte Ontvangenis en Onze Lieve Vrouw Hemelvaart. En niettegenstaande de moeilijkheden, werd de Onbevlekte Ontvangenis als geloofspunt uitgeroepen en wordt door bijna iedereen erkend dat ook Onze Lieve Vrouw Hemelvaart definieerbaar is. Als men bedenkt hoe weinig uitdrukkelijke getuigenissen de oudheid biedt voor de Onbevlekte Ontvangenis veel minder dan voor het Middelaarschap, hoe de Onbevlekte Ontvangenis bestreden werd in de middeleeuwen, welke ernstige moeilijkheden er tegen werden ingebracht, dan staat men er bijna over verwonderd, dat de Paus in 1854 tot de geloofsbepaling is kunnen overgaan. En reeds lang vóór die tijd was er eensgezindheid gekomen, bij gelovigen en godgeleerden, én omtrent de waarheid zelf, én omtrent haar bevat-zijn in de openbaringsbronnen of haar definieerbaarheid. Het is natuurlijk het geheim van God, hoe het verder met Maria's Middelaarschap zal verlopen, maar de geschiedenis van de Onbevlekte Ontvangenis is er een treffend bewijs van, dat het niet de mensen zijn, hoe heilig en geleerd ook, die het leven leiden en besturen van de geloofswaarheden, maar de Geest van waarheid. Mogen de godgeleerden steeds meer waarde hechten aan de tekenen van die goddelijke leiding dan aan de bewijsvoeringen die hun wetenschap moeizaam poogt op te bouwen! Die bewijsvoeringen zijn voorzeker nuttig en noodzakelijk, maar hun bewijskracht mag niet overschat worden. Wie zich, in de waardeschatting der bewijzen, aan de gezonde beginselen weet te houden, zal ook minder gestoord zijn door de moeilijkheden die kunnen ingebracht worden. Wij geloven, niet omdat wij inzien, dat het zo moet zijn, doch alleen op grond van de goddelijke openbaring. Dit eenvoudig en essentieel methodebeginsel moet ook elke studie betreffende Maria's algemene genadebemiddeling beheersen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/9735-op-welke-grond-en-in-welke-zin-noemen-wij-maria-middelares-aller-nl