Dignitas Infinita
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Dignitas Infinita
Victor Manuel Kard. Fernandez
Dicasterie voor de Geloofsleer
2 april 2024
Curie - Verklaringen
2024, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
8 april 2024
Redactie
12 december 2024
9223
nl
Taalopties voor dit document
Referenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Presentatie
Tijdens het Congres van 15 maart 2019 besloot de toenmalige Congregatie voor de Geloofsleer[d:106] te beginnen met "het opstellen van een tekst waarin de onmisbare aard van de waardigheid van de menselijke persoon binnen de christelijke antropologie wordt benadrukt en de betekenis en heilzame implicaties op sociaal, politiek en economisch gebied worden geïllustreerd, en daarbij ook rekening houdend met de laatste ontwikkelingen van het onderwerp in academische kringen en de ambivalente interpretaties ervan in de hedendaagse context". Een eerste ontwerp dat in dit verband werd opgesteld met de hulp van een aantal deskundigen in de loop van het jaar 2019, werd door een Consulta Ristretta (Selecte Raad) van de Congregatie op 8 oktober van hetzelfde jaar onbevredigend bevonden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVervolgens werd deze tekst ex novo uitgewerkt door het Doctrinaire Bureau, op basis van de inbreng van verschillende deskundigen. Dit ontwerp werd voorgelegd aan en besproken binnen de Consulta Ristretta gehouden op 4 oktober 2021. In januari 2022 werd het nieuwe ontwerp gepresenteerd op de Plenaire Zitting van de Congregatie, waarbij de leden de tekst inkortten en vereenvoudigden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOp 6 februari 2023 werd de nieuwe gewijzigde tekst geëvalueerd door een Consulta Ristretta, die nog enkele wijzigingen voorstelde. De nieuwe versie werd ter evaluatie voorgelegd aan de Gewone Vergadering van het Dicasterium (Feria IV) op 3 mei 2023. De leden kwamen overeen dat het document, met enkele wijzigingen, gepubliceerd kon worden. Paus Franciscus keurde de beraadslagingen van die zitting goed tijdens de audiëntie die mij werd verleend op 13 november 2023. Bij deze gelegenheid vroeg hij me ook om in de tekst onderwerpen te belichten die nauw verbonden zijn met het thema waardigheid, zoals het drama van de armoede, de situatie van migranten, geweld tegen vrouwen, mensenhandel, oorlog en andere soortgelijke onderwerpen. Om deze aanwijzing van de Paus zo goed mogelijk te honoreren, wijdde de Doctrinaire Sectie van het Dicasterium een congres aan een diepgaande studie van de encycliek Fratelli tutti[7800], die een oorspronkelijke analyse en diepgaande studie biedt van de kwestie van de menselijke waardigheid "in alle omstandigheden".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media2 februari 2024 werd, met het oog op de daaropvolgende Feria IV op 28 februari, een nieuw en aanzienlijk gewijzigd ontwerp van de tekst naar de leden van het Dicasterium gestuurd. De brief bij het ontwerp bevatte de volgende precisering: "dit nieuwe ontwerp werd noodzakelijk geacht om tegemoet te komen aan een specifiek verzoek van de Paus. Hij riep expliciet op tot een zwaardere focus op de huidige ernstige schendingen van de menselijke waardigheid in onze tijd, in het kielzog van de encycliek Fratelli tutti[7800]. Het Doctrinair Bureau heeft daarom stappen ondernomen om het eerste deel (...) in te korten en meer in detail uit te werken wat de Paus had aangegeven'. Na een lange uiteenzetting heeft de Gewone Zitting van het Dicasterium, op 28 februari 2024, uiteindelijk de tekst van de huidige Verklaring goedgekeurd. Tijdens de audiëntie die op 25 maart 2024 aan mij, en de secretaris van de Doctrinaire Sectie, aartsbisschop Armando Matteo, werd verleend keurde de Paus vervolgens de huidige Verklaring goed en gaf opdracht tot publicatie ervan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe uitwerking van de tekst, die vijf jaar duurde, laat ons begrijpen dat we te maken hebben met een document dat, vanwege de ernst en het centrale karakter van de kwestie van waardigheid in het christelijk denken, een aanzienlijk rijpingsproces nodig had om te komen tot het uiteindelijke ontwerp dat we vandaag publiceren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de eerste drie delen herinnert de Verklaring aan fundamentele beginselen en theoretische vooronderstellingen om belangrijke verduidelijkingen te bieden die de veelvuldige verwarring die optreedt bij het gebruik van de term "waardigheid" te voorkomen. In het vierde deel worden enkele actuele problematische situaties gepresenteerd waarin de immense en onvervreemdbare waardigheid die ieder menselijk wezen toekomt niet voldoende wordt erkend. Het aan de kaak stellen van dergelijke ernstige en actuele schendingen van de menselijke waardigheid is een noodzakelijke plicht, omdat de Kerk de diepe overtuiging koestert dat men geloof niet kan scheiden van de verdediging van de menselijke waardigheid, noch evangelisatie van de bevordering van een waardig leven, noch spiritualiteit van de inzet voor de waardigheid van alle mensen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze waardigheid van alle mensen kan in feite worden begrepen als "oneindig" (dignitas infinita), zoals Paus Johannes Paulus II verklaarde in een ontmoeting met mensen met bepaalde beperkingen of handicaps, Tijdens de bijeenkomst met gehandicapten in de kathedraal van Osnabrück, [[5292|+4]] om aan te tonen hoe de waardigheid van alle mensen verder gaat dan alle uiterlijke verschijningen of kenmerken van het concrete leven van mensen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPaus Franciscus heeft in de encycliek "Fratelli Tutti"[7800] met bijzondere nadruk willen onderstrepen dat deze waardigheid bestaat "in alle omstandigheden", en iedereen uitgenodigd om haar te verdedigen in elke culturele context, op elk moment van iemands bestaan, ongeacht lichamelijke, psychologische, sociale of zelfs morele tekortkomingen. In dit opzicht streeft de Verklaring ernaar te laten zien dat het gaat om een universele waarheid, die we allemaal moeten erkennen als een fundamentele voorwaarde voor onze samenlevingen om werkelijk rechtvaardig, vreedzaam, gezond en uiteindelijk authentiek menselijk te zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe lijst van onderwerpen die in de Verklaring zijn gekozen is zeker niet uitputtend. De onderwerpen die aan bod komen, zijn echter precies die welke het mogelijk maken om uitdrukking te geven aan verschillende aspecten van menselijke waardigheid die vandaag de dag in het bewustzijn van grote aantallen mensen verduisterd kunnen zijn. Sommige zullen gemakkelijk gedeeld worden door verschillende sectoren van onze samenleving, andere minder. Ze lijken ons echter allemaal noodzakelijk omdat ze samen helpen om de harmonie en rijkdom van het denken over waardigheid te erkennen die uit het Evangelie voortvloeit.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze Verklaring heeft niet de pretentie om zo'n rijk en cruciaal onderwerp uitputtend te behandelen, maar wil enkele elementen voor reflectie aanreiken die ons zullen helpen een bewustzijn van de menselijke waardigheid te behouden te midden van het complexe historische moment waarin we leven, opdat we te midden van zoveel zorgen en angsten niet de weg kwijtraken en onszelf blootstellen aan erger verscheurend en diepgaand lijden.
Víctor Manuel Kardinaal Fernández
Prefect
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Inleiding
1
De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=
"Dignitas infinita - Een oneindige waardigheid", onvervreemdbaar verankerd in zijn wezen, behoort elke menselijke persoon toe, buiten alle omstandigheden en in welke toestand of situatie hij zich ook bevindt. Dit principe, dat zelfs door het verstand alleen al volledig kan worden herkend, ligt ten grondslag aan het primaat van de menselijke persoon en de bescherming van zijn of haar rechten. In het licht van de Openbaring bevestigt en bekrachtigt de Kerk absoluut deze ontologische waardigheid van de menselijke persoon, geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God en verlost in Christus Jezus. Uit deze waarheid put de Kerk de redenen voor haar inzet voor hen die zwakker en minder begiftigd zijn met macht, altijd aandringend "op het primaat van de menselijke persoon en op de bescherming van de waardigheid in iedere omstandigheid." Laudate Deum, 39[[8999|39]]
Referenties naar alinea 1: 2
"Verlaat mij niet in mijn ouderdom" (vgl. Ps. 71, 9) ->=geentekst=De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Deze ontologische waardigheid en de unieke en eminente waarde van elke vrouw en man die in deze wereld bestaan, werd op gezaghebbende wijze herhaald in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (10 december 1948)[1491] door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. In 1948 namen de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aan, die uit dertig artikelen bestaat. Het woord 'waardigheid' komt daarin vijf keer voor, op strategische plaatsen: in de eerste woorden van de Preambule en in de eerste zin van Artikel Een. Deze waardigheid wordt verklaard als 'inherent aan alle leden van de menselijke familie'(Preambule) en 'alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren' (Artikel 1).[[1491]] Door de 75ste verjaardag van dit document te herdenken, ziet de Kerk de gelegenheid om opnieuw haar overtuiging te verkondigen dat, geschapen door God en verlost door Christus, elk menselijk wezen moet worden erkend en behandeld met respect en liefde, juist vanwege zijn of haar onvervreemdbare waardigheid. De bovengenoemde verjaardag biedt de Kerk ook de gelegenheid om enkele misverstanden die vaak ontstaan over de menselijke waardigheid op te helderen en enkele ernstige en dringende concrete kwesties in verband hiermee aan de orde te stellen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Vanaf het allereerste begin van haar zending heeft de Kerk, daartoe aangezet door het Evangelie, getracht de vrijheid te bevestigen en de rechten van alle mensen te bevorderen. Als we alleen naar de moderne...Als we alleen naar de moderne tijd kijken, kunnen we zien hoe de Kerk geleidelijk het belang van de menselijke waardigheid heeft benadrukt. Het thema werd vooral ontwikkeld in de encycliek Rerum Novarum (1891) van paus Leo XIII, de encycliek Quadragesimo Anno (1931) van paus Pius XI en de toespraak van paus Pius XII tot het congres van de Italiaanse katholieke unie van vroedvrouwen (1951). Het Tweede Vaticaans Concilie verdiepte deze kwestie vervolgens in het bijzonder door een heel document aan het onderwerp te wijden met de Verklaring Dignitatis Humanae (1965) en de menselijke vrijheid ook te bespreken in de Pastorale Constitutie Gaudium et Spes (1965). vgl: Rerum Novarum[[[651]]] vgl: Quadragesimo Anno[[[652]]] vgl: Tot vroedvrouwen[[[250]]] vgl: Dignitatis Humanae[[[702]]] vgl: Gaudium et Spes[[[575]]] De laatste tijd heeft zij, dankzij de stem van de Pausen, getracht dit engagement explicieter te formuleren door een hernieuwde oproep tot erkenning van de fundamentele waardigheid die aan de menselijke persoon toekomt. Paulus VI had het volgende te zeggen: "Geen antropologie evenaart die van de Kerk over de menselijke persoon, zelfs wanneer deze op zichzelf wordt beschouwd, met betrekking tot zijn originaliteit, zijn waardigheid, de ongrijpbaarheid en rijkdom van zijn fundamentele rechten, zijn heiligheid, zijn opvoedbaarheid, zijn streven naar volledige ontwikkeling, zijn onsterfelijkheid". Il vero umanesimo suscita insuperabile fraternità[[9257]].
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Johannes Paulus II verklaarde in 1979, tijdens de Derde Latijns-Amerikaanse Bisschoppenconferentie in Puebla: "De menselijke waardigheid vertegenwoordigt een evangelische waarde, die niet kan worden veracht zonder de Schepper ernstig te beledigen. Deze waardigheid wordt op individueel niveau geschonden wanneer waarden als vrijheid, het recht om religie te belijden, lichamelijke en psychische integriteit, het recht op essentiële goederen en het leven niet de aandacht krijgen die ze verdienen. Het wordt met voeten getreden, op sociaal en politiek niveau, wanneer mensen hun recht om te participeren niet kunnen uitoefenen, of worden onderworpen aan onrechtvaardige en onwettige dwang of fysieke of psychologische marteling, enzovoort (...) Als de Kerk haar recht om te participeren niet kan uitoefenen, kan ze dat ook niet.(...) Als de Kerk aanwezig is bij de verdediging of bevordering van de menselijke waardigheid, doet zij dat in overeenstemming met haar zending, die, hoewel religieus en niet sociaal of politiek van aard, niet kan nalaten de mens in zijn integrale wezen te beschouwen." Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico), 13,14[[1508|13.14]]
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
In 2010, in een toespraak voor de Pauselijke Academie voor het Leven, verklaarde Benedictus XVI dat de waardigheid van de persoon "een fundamenteel principe is dat het geloof in de Verrezen Jezus Christus altijd heeft verdedigd, vooral wanneer het, met respect voor de eenvoudigste en meest weerloze mensen, wordt genegeerd ". Het menselijk leven, subject van onvervreemdbare rechten, 3[[3468|3]] Bij een andere gelegenheid, sprekend tot economen, zei hij dat "de economie en financiën niet bestaan omwille van zichzelf, ze zijn niets meer dan een instrument, een middel. Hun doel is uitsluitend de menselijke persoon en zijn volledige verwezenlijking in waardigheid. Dit is het enige kapitaal dat gered moet worden". Tot deelnemers aan de vergadering van de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa[[9275]].
Referenties naar alinea 5: 1
Antiqua et Nova ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
6.Vanaf het begin van zijn pontificaat heeft Paus Franciscus de Kerk uitgenodigd om "een Vader te belijden die ieder menselijk wezen oneindig" en om "te ontdekken dat ‘Hij hem daarmee een oneindige waardigheid toekent’”, Evangelii Gaudium, 178[[4984|178]] vgl: Bei der Begegnung mit behinderten Menschen im Osnabrücker Dom, [[[5292|+4]]] krachtig benadrukkend dat deze immense waardigheid een origineel gegeven vertegenwoordigt dat met loyaliteit moet worden erkend en met dankbaarheid moet worden verwelkomd. Het is precies op basis van deze erkenning en aanvaarding dat het mogelijk is om een nieuw samenleven tussen mensen te stichten, een samenleven dat de socialiteit afbouwt naar een horizon van authentieke broederschap: alleen "door de erkenning van de waardigheid van elke mens” kunnen we “bijdragen aan de wedergeboorte van een universeel ideaal van broederlijkheid”. Fratelli tutti, 8[[7800|8]] Volgens Paus Franciscus ligt "de bron van menselijke waardigheid en broederlijkheid in het Evangelie van Jezus Christus", Fratelli tutti, 277[[7800|277]] maar het is ook een overtuiging waartoe het menselijk verstand kan komen door reflectie en dialoog, want als "de waardigheid van de ander in elke situatie gerespecteerd moet worden, dan is dat niet omdat we die waardigheid uitvinden of ons inbeelden, maar omdat de mens op zich een intrinsieke waarde bezit die de materiële zaken en omstandigheden overstijgt. Dus moeten we de mens ook als zodanig behandelen. Dat ieder mens een onvervreemdbare waardigheid bezit, is een waarheid die overeenkomt met zijn menselijke natuur, die elke culturele verandering overstijgt". Fratelli tutti, 213[[7800|213]] “Daarom”, concludeert Paus Franciscus, "bezit de mens op elk moment van de geschiedenis dezelfde onschendbare waardigheid. Niemand kan zich door de omstandigheden gemachtigd voelen om deze overtuiging te ontkennen of niet ernaar te handelen". Fratelli tutti, 213[[7800|213]] vgl: Aan de deelnemers van het internationale congres "Mensenrechten in de hedendaagse wereld: prestaties, omissies, ontkenningen"[[[7956]]] In dit opzicht vormt zijn encycliek Fratelli tutti[7800] al een soort Magna Charta van de hedendaagse taken gericht op het beschermen en bevorderen van de menselijke waardigheid.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Een fundamentele verduidelijking
7
De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=
AI en geneeskunde: de uitdaging van de menselijke waardigheid ->=geentekst=
Hoewel er nu een vrij algemene consensus bestaat over het belang en ook over de normatieve draagwijdte van de waardigheid en de unieke en transcendente waarde van elk menselijk wezen, De VN-Verklaring van 1948...De VN-Verklaring van 1948 werd gevolgd en verder uitgewerkt door het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van de VN van 1966 en de Slotakte van de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa van 1975. dreigt de uitdrukking "waardigheid van de menselijke persoon" zich vaak te lenen tot vele betekenissen en dus tot mogelijke misverstanden Inleiding, 3[[9276]] vgl: Een compendium van de katholieke leer over menselijke waardigheid is te vinden in de Catechismus van de Katholieke Kerk, in het hoofdstuk getiteld "De waardigheid van de Mens"[[[1|+1990]]] en "tegenstrijdigheden die ons doen afvragen of de gelijkwaardigheid van alle mensen (…) wel daadwerkelijk in elke situatie erkend, gerespecteerd, beschermd en gepromoot wordt ". Fratelli tutti, 22[[7800|22]] Dit alles brengt ons tot de erkenning van de mogelijkheid van een viervoudig onderscheid van het concept waardigheid: ontologische waardigheid, morele waardigheid, sociale waardigheid en tenslotte existentiële waardigheid. De belangrijkste betekenis is de ontologische waardigheid die betrekking heeft op de persoon als zodanig door het simpele feit dat hij bestaat en door God gewild, geschapen en geliefd is. Deze waardigheid kan nooit worden uitgewist en blijft geldig voorbij alle omstandigheden waarin individuen zich kunnen bevinden. Wanneer we over morele waardigheid spreken, verwijzen we in plaats daarvan naar de uitoefening van de vrijheid door het menselijk wezen. Deze laatste, hoewel begiftigd met een geweten, blijft altijd open voor de mogelijkheid om tegen dit geweten in te handelen. Door dat te doen, gedraagt de mens zich op een manier die "onwaardig" is aan zijn natuur als schepsel dat door God bemind wordt en geroepen is om anderen lief te hebben. Maar deze mogelijkheid bestaat. En dat niet alleen. De geschiedenis getuigt dat het uitoefenen van vrijheid tegen de wet van de liefde die door het Evangelie is geopenbaard, onberekenbare hoogten kan bereiken in het kwaad dat anderen wordt aangedaan. Wanneer dit gebeurt, bevinden we ons tegenover mensen die elk spoor van menselijkheid, elk spoor van waardigheid lijken te hebben verloren. In dit opzicht helpt het hier geïntroduceerde onderscheid ons om precies het onderscheid te maken tussen het aspect van morele waardigheid dat in feite "verloren" kan gaan en het aspect van ontologische waardigheid dat nooit ongedaan gemaakt kan worden. En juist vanwege dat laatste moeten we er met al onze kracht aan werken dat iedereen die kwaad gedaan heeft zich bekeert en bekeert.
Referenties naar alinea 7: 3
De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=
AI en geneeskunde: de uitdaging van de menselijke waardigheid ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Antiqua et Nova ->=geentekst=
Antiqua et Nova ->=geentekst=
De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=
Er zijn nog twee andere mogelijke betekenissen van waardigheid: sociale en existentiële. Als we het hebben over sociale waardigheid, verwijzen we naar de omstandigheden waaronder iemand leeft. In extreme armoede bijvoorbeeld, wanneer iemand niet de minimale voorwaarden krijgt om volgens zijn ontologische waardigheid te leven, zeggen we dat het leven van die arme een 'onwaardig' leven is. Deze uitdrukking duidt geenszins op een oordeel over de persoon, maar is eerder bedoeld om te benadrukken dat zijn onvervreemdbare waardigheid wordt tegengesproken door de situatie waarin hij gedwongen wordt te leven. De laatste betekenis is die van existentiële waardigheid. Tegenwoordig wordt er steeds vaker gesproken over een 'waardig' leven en een 'onwaardig' leven. En daarmee doelen we op situaties die juist existentieel zijn: bijvoorbeeld het geval van iemand die, hoewel hij ogenschijnlijk niets essentieels mist om te leven, het om verschillende redenen moeilijk vindt om met vrede, vreugde en hoop te leven. In andere situaties is het de aanwezigheid van ernstige ziekten, gewelddadige gezinsomgevingen, bepaalde pathologische verslavingen en andere ongemakken die iemand ertoe aanzetten om zijn levenstoestand als 'onwaardig' te ervaren tegenover de perceptie van die ontologische waardigheid die nooit verduisterd kan worden. Het onderscheid dat hier wordt gemaakt, herinnert ons alleen maar aan de onvervreemdbare waarde van die ontologische waardigheid die geworteld is in het wezen van de menselijke persoon en die boven alle omstandigheden uitstijgt.
Referenties naar alinea 8: 4
Dilexit Nos ->=geentekst=Antiqua et Nova ->=geentekst=
Antiqua et Nova ->=geentekst=
De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=
De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=
Tenslotte is het goed om hier in herinnering te brengen dat de klassieke definitie van de persoon als "individuele substantie van rationele aard" c. 3: PL 64, 1344: "persona est rationalis naturae individua substantia"[[9277]] I Sent., d. 25, a. 1, q. 2[[908]] Summa Theologiae, Prima Pars q. 29 a. 1 co.[[t:Ia q. 29 a. 1 co.]] de basis van zijn waardigheid expliciet maakt. In feite geniet de persoon als 'individuele substantie' ontologische waardigheid (d.w.z. op het metafysische niveau van het zijn zelf): het is een subject dat, nadat het van God bestaan heeft ontvangen, 'subsisteert', d.w.z. autonoom bestaan uitoefent. Het woord 'rationeel' omvat eigenlijk alle vermogens van een menselijk wezen: zowel die van weten en begrijpen als die van willen, liefhebben, kiezen, verlangen. De term 'rationeel' omvat dan ook alle lichamelijke vermogens die nauw verbonden zijn met de hierboven genoemde. De uitdrukking 'natuur' duidt op de voorwaarden die eigen zijn aan de mens en die de verschillende handelingen en ervaringen mogelijk maken: natuur is het 'principe van actie'. De mens schept zijn natuur niet; hij bezit deze als een ontvangen geschenk en kan zijn capaciteiten cultiveren, ontwikkelen en verrijken. Door gebruik te maken van zijn vrijheid om de rijkdom van zijn eigen natuur te cultiveren, bouwt de mens zichzelf in de loop van de tijd op. Zelfs als hij of zij door verschillende beperkingen of omstandigheden niet in staat is om deze capaciteiten te benutten, blijft de persoon altijd bestaan als een 'individuele substantie' met al zijn of haar onvervreemdbare waardigheid. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een ongeboren kind, bij een bewusteloos persoon, of bij een bejaarde die pijn lijdt.
Referenties naar alinea 9: 3
Antiqua et Nova ->=geentekst=De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=
De ontologische waardigheid van de persoon in Dignitas Infinita - Enkele verduidelijkingen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 1. - Een progressief bewustzijn van het belang van menselijke waardigheid
10
Al in de klassieke oudheid Aangezien het niet het doel...Aangezien het niet het doel van deze Verklaring is om een uitputtende verhandeling te schrijven over het begrip waardigheid, wordt hier kortheidshalve alleen de zogenaamde klassieke Griekse en Romeinse cultuur genoemd als voorbeeld, als referentiepunt van de vroegchristelijke filosofische en theologische reflectie. is er een eerste inzicht in menselijke waardigheid, dat voortkomt uit een sociaal perspectief: ieder mens is begiftigd met een bepaalde waardigheid, in overeenstemming met zijn rang en binnen een bepaalde orde. Vanuit het sociale perspectief beschrijft het woord vervolgens de verschillende waardigheden van wezens in de kosmos. In deze visie bezitten alle wezens hun eigen 'waardigheid', in overeenstemming met hun plaats in de harmonie van het geheel. Zeker, sommige hoogtepunten van het antieke denken begonnen een unieke plaats voor de mens te erkennen, voor zover hij begiftigd is met verstand en daarom in staat is verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en andere wezens in de wereld, vgl: I, 105-106: Zie bijvoorbeeld: “Sed pertinet ad omnem officii quaestionem semper in promptu habere, quantum natura hominis pecudibus reliquisque beluis antecedat (…) Atque etiam si considerare volumus, quae sit in natura excellentia et dignitas, intellegemus, quam sit turpe diffluere luxuria et delicate ac molliter vivere quamque honestum parce, continenter, severe, sobrie” (Id., Scriptorum Latinorum Bibliotheca Oxoniensis, ed. M. Winterbottom, Oxford 1994, 43). IDit is de Nederlandstalige vertaling: "altijd, in elke morele kwestie, is het gepast om de grote voortreffelijkheid van de menselijke natuur ten opzichte van alle dieren in gedachten te houden (...) Inderdaad, alleen als we een beetje willen nadenken over de voortreffelijkheid en waardigheid van de menselijke natuur, zullen we begrijpen hoe verachtelijk een leven is dat zwemt in luxe en wegzinkt in zachtheid, en aan de andere kant hoe mooi een bescheiden en sober, sober en sober leven is" (Dei doveri, tr. it. bewerkt door D. Arfelli, Zanichelli, Bologna 1958, 109-111)[[[1379]]] maar we zijn nog ver verwijderd van een denken dat in staat is respect te stichten voor de waardigheid van ieder menselijk wezen, boven alle omstandigheden.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Bijbelse perspectieven
11
De Bijbelse Openbaring leert dat alle mensen een inherente waardigheid bezitten omdat ze geschapen zijn naar het beeld en de gelijkenis van God: "God zei: “nu gaan Wij de mens maken, als beeld van Ons, op Ons gelijkend (...) En God schiep de mens als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen" (Gen. 1, 26-27)[b:Gen. 1, 26-27]. De mensheid heeft een specifieke kwaliteit die haar niet reduceert tot pure materialiteit. Het 'beeld' definieert niet de ziel of intellectuele capaciteiten, maar de waardigheid van man en vrouw. Beiden vervullen, in hun onderlinge relatie van gelijkheid en wederzijdse liefde, de functie om God in de wereld te vertegenwoordigen en zijn geroepen om de wereld te verzorgen en te voeden. Geschapen zijn naar het beeld van God betekent daarom dat we een heilige waarde in ons bezitten die alle seksuele, sociale, politieke, culturele en religieuze verschillen overstijgt. Onze waardigheid is ons geschonken; ze wordt niet opgeëist of verdiend. Ieder mens wordt door God geliefd en gewild om zichzelf en is daarom onschendbaar in zijn waardigheid. In Exodus, het hart van het Oude Testament, toont God zich als degene die de roep van de armen hoort, de ellende van zijn volk ziet, zich bekommert om de laatsten en de verdrukten (Ex. 3, 7; Ex. 22, 20-26)[[b:Ex. 3, 7; Ex. 22, 20-26]].Dezelfde leer vinden we in de Deuteronomische Code (Deut. 12-26)[[b:Deut. 12-26]]: hier wordt de leer over rechten getransformeerd in een "manifest" van menselijke waardigheid, in het bijzonder ten gunste van de drievoudige categorie van wees, weduwe en vreemdeling. (Deut. 24, 17)[[b:Deut. 24, 17]] De oude voorschriften van Exodus worden opgeroepen en geactualiseerd door de prediking van de profeten, die het kritische geweten van Israël vertegenwoordigen. De profeten Amos, Hosea, Jesaja, Micha en Jeremia hebben hele hoofdstukken waarin onrecht aan de kaak wordt gesteld. Amos berispt bitter de onderdrukking van de armen, het niet erkennen van enige fundamentele menselijke waardigheid voor de ellendigen. (Amos 2, 6-7; Amos 4, 1; Amos 5, 11-12)[[b:Amos 2, 6-7; Amos 4, 1; Amos 5, 11-12]] Jesaja spreekt een vloek uit over hen die de rechten van de armen met voeten treden en hun elke gerechtigheid ontzeggen: "Wee hen die onrechtvaardige wetten uitvaardigen, die de verdrukking wettelijk bekrachtigen, en zo de armen uit hun rechten ontzetten" (Jes. 10, 1-2)[b:Jes. 10, 1-2].Deze profetische leer komt terug in de Wijsheidsliteratuur. Sirach stelt onderdrukking van de armen gelijk aan moord: "Wie het levensonderhoud van zijn naaste wegneemt, is zijn moordenaar en wie een dagloner van zijn loon berooft, is een man die bloed vergiet." (Sir. 34, 26-27)[b:Sir. 34, 26-27]. In de Psalmen loopt de religieuze relatie met God via de verdediging van de zwakken en behoeftigen: "Geef de schamele recht en de wees, bescherm wie gering en berooid is, geef wie arm is en honger lijdt uitkomst, ontruk hem aan de greep van wie kwaad wil." (Ps. 82, 3-4)[b:Ps. 82, 3-4].
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Referentie naar Sir. 34, 22 is in de Engelstalige versie gewijzigd in Sir. 34, 26-27 om in lijn te zijn met Nederlandstalige Willibrordbijbel.Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Jezus werd geboren en groeide op in nederige omstandigheden en openbaarde de waardigheid van behoeftige en werkende mensen. vgl: Ter ere van de H. Maagd[[[93]]] Tijdens zijn hele bediening bevestigde Jezus de waarde en waardigheid van iedereen die het beeld van God draagt, ongeacht hun sociale status en uiterlijke omstandigheden. Jezus doorbrak culturele en cultische barrières en herstelde de waardigheid van 'afgedankten' of van mensen die tot de marge van de samenleving werden beschouwd: tollenaars (Mt. 9, 10-11)[[b:Mt. 9, 10-11]], vrouwen (vgl. Joh 4,1-42), kinderen (vgl. Mc 10,14-15), melaatsen (Mc. 8, 2-3)[[b:Mc. 8, 2-3]], zieken (vgl. Mc 1,29-34), vreemdelingen (vgl. Mc 25,35), weduwen. (Lc. 7, 11-15)[[b:Lc. 7, 11-15]] Hij geneest, voedt, verdedigt, bevrijdt, redt. Hij wordt beschreven als een bezorgde herder voor het ene verloren schaap (vgl. Mt 18,12-14).Hij identificeert zich met zijn minste broeders en zusters: "al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan" (Mt. 25, 40)[b:Mt. 25, 40]. In Bijbelse taal zijn de 'kleinen' niet alleen de kinderen, maar ook de weerlozen, de meest onaanzienlijken, de verstotenen, de onderdrukten, de afgedankten, de armen, de gemarginaliseerden, de onwetenden, de zieken, de door dominante groepen gedegradeerden. De glorieuze Christus zal oordelen op basis van zijn liefde voor zijn naaste, die erin bestaat dat hij de hongerige, de dorstige, de vreemdeling, de naakte, de zieke, de gevangene bijstaat, met wie hij zich identificeert (Mt. 25, 34-36)[[b:Mt. 25, 34-36]] Voor Jezus is het goede dat aan ieder mens wordt gedaan, ongeacht bloedband of religie, het enige criterium voor het oordeel. De apostel Paulus stelt dat elke christen zich moet gedragen volgens de eisen van waardigheid en respect voor de rechten van alle mensen (Rom. 13, 8-10)[[b:Rom. 13, 8-10]], volgens het nieuwe gebod van naastenliefde. (1 Kor. 13, 1-13)[[b:1 Kor. 13, 1-13]]
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Ontwikkelingen in het christelijk denken
13
De ontwikkeling van het christelijk denken stimuleerde en begeleidde vervolgens de vooruitgang van de menselijke reflectie over het thema waardigheid. De klassieke christelijke antropologie, gebaseerd op de grote traditie van de kerkvaders, benadrukte de leer van de mens geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God en zijn unieke rol in de schepping. vgl: PG 1, 273[[[984|+262+263]]] vgl: I, 4: PG 6, 1029[[[910]]] vgl: III, 42, 5-6: PG 8, 1145[[[1357]]] vgl: VI, 72, 2: PG 9, 293[[[1357]]] vgl: V, 6, 1: PG 7, 1137-1138[[[848]]] vgl: III, 6, 1: PG 11, 333[[[1363]]] vgl: VI, 12: PL 34, 348[[[3425]]] vgl: XIV, 8, 11: PL 42, 1044-1045[[[905]]] Het middeleeuwse christelijke denken, dat de erfenis van het oude filosofische denken kritisch onderzocht, kwam tot een synthese van de notie van de persoon, waarbij de metafysische basis van zijn waardigheid werd erkend, zoals blijkt uit de volgende woorden van Thomas van Aquino: "de persoon betekent datgene wat het meest volmaakt is in het hele universum, dat wil zeggen een bestaand individu met een rationele aard. «persona significat id, quod est perfectissimum in tota natura, scilicet subsistens in rationali natura».[[t:Ia q. 29 a. 3 co.]] Deze ontologische waardigheid, in haar bevoorrechte manifestatie door het vrije menselijke handelen, werd vervolgens vooral benadrukt door het christelijke humanisme van de Renaissance. Denk maar aan Giovanni Pico...Denk maar aan Giovanni Pico della Mirandola en zijn bekende tekst Oratio de hominis dignitate (1486). Zelfs in de visie van moderne denkers, zoals Descartes en Kant, die ook enkele van de fundamenten van de traditionele christelijke antropologie in twijfel trokken, kunnen echo's van de Openbaring sterk worden waargenomen. Op basis van enkele meer recente filosofische reflecties over de status van theoretische en praktische subjectiviteit, is de christelijke reflectie vervolgens de diepte van het concept van waardigheid verder gaan benadrukken, waarbij in de 20e eeuw een origineel perspectief werd bereikt, zoals het personalisme. Een dergelijk perspectief neemt niet alleen de kwestie van subjectiviteit op, maar verdiept deze ook in de richting van intersubjectiviteit en de relaties die menselijke personen met elkaar verbinden. Voor een joodse denker als E....Voor een joodse denker als E. Levinas (1906-1995) wordt de mens gekwalificeerd door zijn vrijheid voor zover hij zichzelf oneindig verantwoordelijk ontdekt voor de andere mens. Het hedendaagse christelijke antropologische voorstel is ook verrijkt door het denken dat uit deze laatste visie voortkomt.Enkele grote christelijke...Enkele grote christelijke denkers uit de 19e en 20e eeuw, zoals de heilige J.H. Newman, de zalige A. Rosmini, J. Maritain, E. Mounier, K. Rahner, H.U. von Balthasar, en anderen, zijn erin geslaagd een visie op de mens voor te stellen die een geldige dialoog kan aangaan met de stromingen van het denken van onze vroege 21e eeuw, ongeacht hun inspiratie, zelfs postmodern.
Referenties naar alinea 13: 1
Antiqua et Nova ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het huidige tijdperk
14
In onze tijd wordt de term 'waardigheid' vooral gebruikt om het unieke karakter van de menselijke persoon te benadrukken, die niet te vergelijken is met andere wezens in het universum. Binnen deze horizon begrijpt men de manier waarop de term waardigheid gebruikt wordt in de Verklaring[1491] van de Verenigde Naties van 1948, waar gesproken wordt over "de inherente waardigheid en gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de menselijke familie". Alleen dit onvervreemdbare karakter van de menselijke waardigheid maakt het mogelijk om van mensenrechten te spreken. Daarom suggereert de "Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (...) impliciet dat de bron van onvervreemdbare mensenrechten te vinden is in de waardigheid van elke menselijke persoon"[[2996|(115)]]
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Om het begrip waardigheid verder te verduidelijken, is het belangrijk om erop te wijzen dat waardigheid niet door andere mensen aan de persoon wordt toegekend, op basis van bepaalde gaven en kwaliteiten, zodat het mogelijk zou kunnen worden ingetrokken. Als waardigheid aan de persoon zou worden toegekend door andere mensen, dan zou het op een voorwaardelijke en vervreemdbare manier worden gegeven en zou de betekenis van waardigheid (hoezeer het ook respect verdient) blootgesteld blijven aan het risico om te worden afgeschaft. In werkelijkheid is waardigheid inherent aan de persoon, ze wordt niet achteraf (a posteriori) toegekend, ze gaat vooraf aan enige erkenning en ze kan niet verloren gaan. Bijgevolg bezitten alle menselijke wezens dezelfde en intrinsieke waardigheid, ongeacht of ze in staat zijn deze waardigheid adequaat tot uitdrukking te brengen.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Daarom spreekt het Tweede Vaticaans Concilie van de "eminente waardigheid van de menselijke persoon, die boven alles verheven is en wiens rechten en plichten universeel en onschendbaar zijn."het hele eerste hoofdstuk van het eerste deel van de Constitutie (nrs. 11-22) is gewijd aan de "Waardigheid van de Mens"[[575|26]] Zoals de openingszin van de conciliaire Verklaring Dignitatis Humanae[702] in herinnering brengt: "de waardigheid van de menselijke persoon dringt in onze tijd steeds beter door tot het bewustzijn van de mensen. Steeds groter wordt het aantal van hen, die voor de mensen het recht opeisen om volgens eigen keuze en in vrije verantwoordelijkheid te kunnen handelen, niet onder invloed van dwang, maar geleid door plichtsbesef.” Dignitatis Humanae, 1[[702|1]] Deze vrijheid van denken en geweten, zowel individueel als gemeenschappelijk, is gebaseerd op de erkenning van de menselijke waardigheid "zoals wij die kennen uit het geopenbaarde woord Gods en uit de rede zelf. "Dignitatis Humanae, 2[[702|2]] Het kerkelijk leergezag zelf is gerijpt met een steeds beter begrip van de betekenis van deze waardigheid, samen met de vereisten en implicaties die ermee verbonden zijn, en is tot het besef gekomen dat de waardigheid van ieder mens boven alle omstandigheden uitstijgt.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2. - De Kerk verkondigt, bevordert en waarborgt de menselijke waardigheid
17
De Kerk verkondigt de gelijkwaardigheid van alle mensen, ongeacht hun levensomstandigheden of kwaliteiten. Deze verkondiging berust op een drievoudige overtuiging die, in het licht van het christelijk geloof, de menselijke waardigheid een onmetelijke waarde geeft en haar intrinsieke eisen versterkt.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Antiqua et Nova ->=geentekst=
Een onuitwisbaar beeld van God
Allereerst komt volgens de Openbaring de waardigheid van de mens voort uit de liefde van zijn Schepper, die hem de onuitwisbare kenmerken van zijn beeld heeft ingeprent (Gen. 1, 26)[[b:Gen. 1, 26]], en hem oproept om Hem te kennen, lief te hebben en in een verbondsrelatie met Hem te leven en in broederschap, gerechtigheid en vrede met alle andere mannen en vrouwen. In deze visie verwijst waardigheid niet alleen naar de ziel, maar ook naar de persoon als een onafscheidelijke eenheid van lichaam en ziel, en is dus ook inherent aan zijn lichaam, dat op zijn eigen manier deel heeft aan het beeld van God zijn van de menselijke persoon en ook geroepen is om te delen in de glorie van de ziel in goddelijke gelukzaligheid.
Allereerst komt volgens de Openbaring de waardigheid van de mens voort uit de liefde van zijn Schepper, die hem de onuitwisbare kenmerken van zijn beeld heeft ingeprent (Gen. 1, 26)[[b:Gen. 1, 26]], en hem oproept om Hem te kennen, lief te hebben en in een verbondsrelatie met Hem te leven en in broederschap, gerechtigheid en vrede met alle andere mannen en vrouwen. In deze visie verwijst waardigheid niet alleen naar de ziel, maar ook naar de persoon als een onafscheidelijke eenheid van lichaam en ziel, en is dus ook inherent aan zijn lichaam, dat op zijn eigen manier deel heeft aan het beeld van God zijn van de menselijke persoon en ook geroepen is om te delen in de glorie van de ziel in goddelijke gelukzaligheid.
Referenties naar alinea 18: 2
Antiqua et Nova ->=geentekst=Antiqua et Nova ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Christus verheft de waardigheid van de mens
Een tweede overtuiging vloeit voort uit het feit dat de waardigheid van de menselijke persoon in haar volheid werd geopenbaard toen de Vader zijn Zoon zond die het menselijk bestaan tot in het diepst van zijn wezen heeft aangenomen: "de Zoon van God heeft in het mysterie van de incarnatie de waardigheid van het lichaam en de ziel die het menselijk wezen uitmaken, bevestigd. Dignitatis Humanae, 7[[702|7]] vgl: V, 16, 2: PG 7, 1167-1168[[[848]]] Zo heeft Jezus Christus, door zich op een bepaalde manier met ieder mens te verenigen door zijn incarnatie, bevestigd dat ieder mens een onschatbare waardigheid bezit, alleen al door het feit dat hij tot dezelfde menselijke gemeenschap behoort, en dat deze waardigheid nooit verloren kan gaan. Aangezien "de Zoon van God zich door de incarnatie op een bepaalde manier met ieder mens heeft verenigd", wordt de waardigheid van ieder mens ons door Christus in haar volheid geopenbaard.[[575|22]] Door te verkondigen dat het Koninkrijk van God toebehoort aan de armen, de nederigen, zij die veracht worden, zij die lijden in lichaam en geest; door allerlei ziekten en gebreken te genezen, zelfs de meest dramatische zoals melaatsheid; door te bevestigen dat wat deze mensen wordt aangedaan, ook Hem wordt aangedaan, omdat Hij in die mensen aanwezig is; op al deze manieren bracht Jezus de grote nieuwigheid van de erkenning van de waardigheid van ieder mens, en ook en vooral van die mensen die als 'onwaardig' werden gekwalificeerd. Dit nieuwe principe in de menselijke geschiedenis, waarbij mensen des te 'waardiger' zijn om gerespecteerd en bemind te worden naarmate ze zwakker, ellendiger en lijdender zijn, zelfs tot op het punt dat ze hun menselijke 'gestalte' verliezen, heeft het aanzicht van de wereld veranderd en heeft instellingen doen ontstaan die zich bekommeren om mensen in achtergestelde omstandigheden: verlaten baby's, wezen, alleen gelaten ouderen, geesteszieken, mensen met ongeneeslijke ziekten of ernstige misvormingen, mensen die op straat leven.
Een tweede overtuiging vloeit voort uit het feit dat de waardigheid van de menselijke persoon in haar volheid werd geopenbaard toen de Vader zijn Zoon zond die het menselijk bestaan tot in het diepst van zijn wezen heeft aangenomen: "de Zoon van God heeft in het mysterie van de incarnatie de waardigheid van het lichaam en de ziel die het menselijk wezen uitmaken, bevestigd. Dignitatis Humanae, 7[[702|7]] vgl: V, 16, 2: PG 7, 1167-1168[[[848]]] Zo heeft Jezus Christus, door zich op een bepaalde manier met ieder mens te verenigen door zijn incarnatie, bevestigd dat ieder mens een onschatbare waardigheid bezit, alleen al door het feit dat hij tot dezelfde menselijke gemeenschap behoort, en dat deze waardigheid nooit verloren kan gaan. Aangezien "de Zoon van God zich door de incarnatie op een bepaalde manier met ieder mens heeft verenigd", wordt de waardigheid van ieder mens ons door Christus in haar volheid geopenbaard.[[575|22]] Door te verkondigen dat het Koninkrijk van God toebehoort aan de armen, de nederigen, zij die veracht worden, zij die lijden in lichaam en geest; door allerlei ziekten en gebreken te genezen, zelfs de meest dramatische zoals melaatsheid; door te bevestigen dat wat deze mensen wordt aangedaan, ook Hem wordt aangedaan, omdat Hij in die mensen aanwezig is; op al deze manieren bracht Jezus de grote nieuwigheid van de erkenning van de waardigheid van ieder mens, en ook en vooral van die mensen die als 'onwaardig' werden gekwalificeerd. Dit nieuwe principe in de menselijke geschiedenis, waarbij mensen des te 'waardiger' zijn om gerespecteerd en bemind te worden naarmate ze zwakker, ellendiger en lijdender zijn, zelfs tot op het punt dat ze hun menselijke 'gestalte' verliezen, heeft het aanzicht van de wereld veranderd en heeft instellingen doen ontstaan die zich bekommeren om mensen in achtergestelde omstandigheden: verlaten baby's, wezen, alleen gelaten ouderen, geesteszieken, mensen met ongeneeslijke ziekten of ernstige misvormingen, mensen die op straat leven.
Referenties naar alinea 19: 1
Dilexit Nos ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Een roeping tot volledige waardigheid
De derde overtuiging betreft de uiteindelijke bestemming van de mens: na de schepping en de incarnatie openbaart de verrijzenis van Christus ons een ander aspect van de menselijke waardigheid. Inderdaad, “De diepste grond van de waardigheid van de mens bestaat in zijn roeping tot de gemeenschap met God" Gaudium et Spes, 19[[575|19]], voorbestemd om eeuwig te duren. Zo is "de waardigheid (van het menselijk leven) niet alleen verbonden met zijn oorsprong, met zijn komen van God, maar ook met zijn einde, zijn bestemming van gemeenschap met God in de kennis en liefde tot Hem. “In het licht van deze waarheid preciseert en voltooit de H. Ireneüs zijn lofprijzing van de mens: 'de glorie van God', is, inderdaad, 'de levende mens', maar 'het leven van de mens bestaat in het zien van God’" Evangelium Vitae, 38[[2|38]] vgl: IV, 20, 7: PG 7, 1037-1038[[[848]]]
De derde overtuiging betreft de uiteindelijke bestemming van de mens: na de schepping en de incarnatie openbaart de verrijzenis van Christus ons een ander aspect van de menselijke waardigheid. Inderdaad, “De diepste grond van de waardigheid van de mens bestaat in zijn roeping tot de gemeenschap met God" Gaudium et Spes, 19[[575|19]], voorbestemd om eeuwig te duren. Zo is "de waardigheid (van het menselijk leven) niet alleen verbonden met zijn oorsprong, met zijn komen van God, maar ook met zijn einde, zijn bestemming van gemeenschap met God in de kennis en liefde tot Hem. “In het licht van deze waarheid preciseert en voltooit de H. Ireneüs zijn lofprijzing van de mens: 'de glorie van God', is, inderdaad, 'de levende mens', maar 'het leven van de mens bestaat in het zien van God’" Evangelium Vitae, 38[[2|38]] vgl: IV, 20, 7: PG 7, 1037-1038[[[848]]]
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Bijgevolg gelooft en bevestigt de Kerk dat alle menselijke wezens, geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God en herschapen vgl: Christus heeft de gedoopten in feite een nieuwe waardigheid gegeven, die van "zonen van God"[[[1|1213.1265.1270.1279]]] in de mensgeworden, gekruisigde en verrezen Zoon, geroepen zijn te groeien onder de werking van de Heilige Geest om de heerlijkheid van de Vader te weerspiegelen, naar datzelfde beeld, delend in het eeuwige leven (Joh. 10, 15-16; Joh. 17, 22-24; 2 Kor. 3, 18; Ef. 1, 3-14)[[b:Joh. 10, 15-16; Joh. 17, 22-24; 2 Kor. 3, 18; Ef. 1, 3-14]] . Inderdaad, "de Openbaring (...) laat ons toch de waardigheid van de menselijke persoon zien in heel haar omvang." Dignitatis Humanae, 9[[702|9]]
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Toewijding aan je vrijheid
Hoewel ieder mens vanaf het begin van zijn bestaan een onvervreemdbare en intrinsieke waardigheid bezit als een onherroepelijk geschenk, hangt deze af van zijn vrije en verantwoordelijke beslissing om deze ten volle tot uitdrukking te brengen en te openbaren of te verdoezelen. Sommige kerkvaders - zoals de heilige Irenaeus of de heilige Johannes Damascenus - hebben een onderscheid gemaakt tussen het beeld en de gelijkenis waarvan sprake is in Genesis (Gen. 1, 26)[[b:Gen. 1, 26]], waardoor een dynamische visie op de menselijke waardigheid zelf mogelijk wordt: het beeld van God is toevertrouwd aan de vrijheid van de mens, zodat, onder leiding en in werking van de Geest, zijn gelijkenis met God kan groeien en elke mens zijn hoogste waardigheid kan bereiken. vgl: V, 6, 1. V, 8, 1. V, 16, 2: PG 7, 1136-1138. 1141-1142. 1167-1168[[[848]]] Iedere mens is namelijk geroepen om op existentieel en moreel niveau de ontologische reikwijdte van zijn waardigheid te manifesteren, in de mate waarin hij zich met zijn eigen vrijheid op het ware goed richt, in antwoord op de liefde van God. Zo verliest de menselijke persoon, voor zover hij naar het beeld van God geschapen is, aan de ene kant nooit zijn waardigheid en houdt hij nooit op geroepen te zijn om in vrijheid het goede te omarmen; aan de andere kant kan zijn waardigheid, voor zover de menselijke persoon het goede beantwoordt, zich vrij, dynamisch en progressief openbaren, groeien en rijpen. Dit betekent dat de mens er ook naar moet streven om zijn waardigheid waar te maken. Men kan dan begrijpen in welke zin zonde de menselijke waardigheid kan verwonden en aantasten, als een handeling die daarmee in strijd is, maar tegelijkertijd kan de zonde nooit het feit uitwissen dat de mens geschapen is naar het beeld van God. Het geloof levert dus een beslissende bijdrage om de rede te helpen in haar perceptie van de menselijke waardigheid en in het aanvaarden, consolideren en verduidelijken van haar wezenlijke kenmerken, zoals Benedictus XVI aangaf: "Echter zonder de correctie die het geloof biedt kan ook de rede ten prooi vallen aan vervorming. Denk aan ideologische manipulatie, of onvolledige toepassing waarbij de waardigheid van de menselijke persoon veronachtzaamd wordt. Dergelijk misbruik van de rede had immers de slavenhandel eerst bevorderd, evenals veel ander sociaal kwaad, zoals, niet in de laatste plaats, de totalitaire ideologieën van de twintigste eeuw." Religie en politiek, 6[[3752|6]]
Hoewel ieder mens vanaf het begin van zijn bestaan een onvervreemdbare en intrinsieke waardigheid bezit als een onherroepelijk geschenk, hangt deze af van zijn vrije en verantwoordelijke beslissing om deze ten volle tot uitdrukking te brengen en te openbaren of te verdoezelen. Sommige kerkvaders - zoals de heilige Irenaeus of de heilige Johannes Damascenus - hebben een onderscheid gemaakt tussen het beeld en de gelijkenis waarvan sprake is in Genesis (Gen. 1, 26)[[b:Gen. 1, 26]], waardoor een dynamische visie op de menselijke waardigheid zelf mogelijk wordt: het beeld van God is toevertrouwd aan de vrijheid van de mens, zodat, onder leiding en in werking van de Geest, zijn gelijkenis met God kan groeien en elke mens zijn hoogste waardigheid kan bereiken. vgl: V, 6, 1. V, 8, 1. V, 16, 2: PG 7, 1136-1138. 1141-1142. 1167-1168[[[848]]] Iedere mens is namelijk geroepen om op existentieel en moreel niveau de ontologische reikwijdte van zijn waardigheid te manifesteren, in de mate waarin hij zich met zijn eigen vrijheid op het ware goed richt, in antwoord op de liefde van God. Zo verliest de menselijke persoon, voor zover hij naar het beeld van God geschapen is, aan de ene kant nooit zijn waardigheid en houdt hij nooit op geroepen te zijn om in vrijheid het goede te omarmen; aan de andere kant kan zijn waardigheid, voor zover de menselijke persoon het goede beantwoordt, zich vrij, dynamisch en progressief openbaren, groeien en rijpen. Dit betekent dat de mens er ook naar moet streven om zijn waardigheid waar te maken. Men kan dan begrijpen in welke zin zonde de menselijke waardigheid kan verwonden en aantasten, als een handeling die daarmee in strijd is, maar tegelijkertijd kan de zonde nooit het feit uitwissen dat de mens geschapen is naar het beeld van God. Het geloof levert dus een beslissende bijdrage om de rede te helpen in haar perceptie van de menselijke waardigheid en in het aanvaarden, consolideren en verduidelijken van haar wezenlijke kenmerken, zoals Benedictus XVI aangaf: "Echter zonder de correctie die het geloof biedt kan ook de rede ten prooi vallen aan vervorming. Denk aan ideologische manipulatie, of onvolledige toepassing waarbij de waardigheid van de menselijke persoon veronachtzaamd wordt. Dergelijk misbruik van de rede had immers de slavenhandel eerst bevorderd, evenals veel ander sociaal kwaad, zoals, niet in de laatste plaats, de totalitaire ideologieën van de twintigste eeuw." Religie en politiek, 6[[3752|6]]
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3. - Waardigheid, het fundament van mensenrechten en plichten
23
Zoals Paus Franciscus al in herinnering bracht, "is in de moderne samenleving de meest naaste verwijzing naar de onvervreemdbare waardigheid van de mens, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens[1491]. De Heilige Johannes Paulus II heeft ze omschreven als ‘de mijlpaal op de lange en moeizame weg van de mensheid’ en als ‘een van de hoogste uitdrukkingen van het menselijk geweten’." De wereld genezen - 2. Geloof en menselijke waardigheid, 5[[7892|5]] vgl: De waardigheid van de menselijke persoon als grondslag voor rechtvaardigheid en vrede , 7[[[1942|7]]] vgl: Voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de wereldorganisatie, 2[[[771|2]]] Om weerstand te bieden aan pogingen om de diepe betekenis van die Verklaring te veranderen of uit te wissen, is het de moeite waard om enkele essentiële principes in herinnering te brengen die altijd moeten worden geëerbiedigd.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Onvoorwaardelijk respect voor de menselijke waardigheid
Ten eerste: hoewel men zich steeds meer bewust wordt van het vraagstuk van de menselijke waardigheid, zijn er nog steeds veel misverstanden over het begrip waardigheid, die de betekenis ervan vertekenen. Sommigen stellen voor dat het beter is om de uitdrukking "persoonlijke waardigheid" (en rechten "van de persoon") te gebruiken in plaats van "menselijke waardigheid" (en rechten van de mens), omdat zij onder een persoon alleen "een wezen dat in staat is te redeneren" verstaan. Bijgevolg beweren ze dat waardigheid en rechten afgeleid zijn van het vermogen tot kennis en vrijheid, waarmee niet alle mensen begiftigd zijn. Het ongeboren kind zou dus geen persoonlijke waardigheid hebben, net zomin als een niet-zelfredzame bejaarde of iemand met een geestelijke handicap. Dignitas Personae, 8[[2764|8]] De Kerk daarentegen benadrukt dat de waardigheid van elke menselijke persoon, juist omdat ze intrinsiek is, "boven alle omstandigheden" blijft staan en dat de erkenning ervan op geen enkele manier kan afhangen van de beoordeling van iemands vermogen om te begrijpen en vrij te handelen. Anders zou waardigheid niet als zodanig inherent zijn aan de persoon, onafhankelijk van zijn of haar conditionering en daarom onvoorwaardelijk respect verdienen. Alleen door de inherente waardigheid van de mens te erkennen, die nooit verloren kan gaan, kan deze kwaliteit een onschendbare en veilige basis krijgen. Zonder enige ontologische referentie zou de erkenning van de menselijke waardigheid overgeleverd zijn aan verschillende en willekeurige beoordelingen. De enige voorwaarde dus om te kunnen spreken van waardigheid op zich die inherent is aan de persoon, is dat hij of zij behoort tot de menselijke soort, waarbij 'de rechten van de persoon de rechten van de mens zijn'. Religieuze vrijheid ten bate van iedereen, (38)[[7361|(38)]]
Ten eerste: hoewel men zich steeds meer bewust wordt van het vraagstuk van de menselijke waardigheid, zijn er nog steeds veel misverstanden over het begrip waardigheid, die de betekenis ervan vertekenen. Sommigen stellen voor dat het beter is om de uitdrukking "persoonlijke waardigheid" (en rechten "van de persoon") te gebruiken in plaats van "menselijke waardigheid" (en rechten van de mens), omdat zij onder een persoon alleen "een wezen dat in staat is te redeneren" verstaan. Bijgevolg beweren ze dat waardigheid en rechten afgeleid zijn van het vermogen tot kennis en vrijheid, waarmee niet alle mensen begiftigd zijn. Het ongeboren kind zou dus geen persoonlijke waardigheid hebben, net zomin als een niet-zelfredzame bejaarde of iemand met een geestelijke handicap. Dignitas Personae, 8[[2764|8]] De Kerk daarentegen benadrukt dat de waardigheid van elke menselijke persoon, juist omdat ze intrinsiek is, "boven alle omstandigheden" blijft staan en dat de erkenning ervan op geen enkele manier kan afhangen van de beoordeling van iemands vermogen om te begrijpen en vrij te handelen. Anders zou waardigheid niet als zodanig inherent zijn aan de persoon, onafhankelijk van zijn of haar conditionering en daarom onvoorwaardelijk respect verdienen. Alleen door de inherente waardigheid van de mens te erkennen, die nooit verloren kan gaan, kan deze kwaliteit een onschendbare en veilige basis krijgen. Zonder enige ontologische referentie zou de erkenning van de menselijke waardigheid overgeleverd zijn aan verschillende en willekeurige beoordelingen. De enige voorwaarde dus om te kunnen spreken van waardigheid op zich die inherent is aan de persoon, is dat hij of zij behoort tot de menselijke soort, waarbij 'de rechten van de persoon de rechten van de mens zijn'. Religieuze vrijheid ten bate van iedereen, (38)[[7361|(38)]]
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Een objectieve referentie voor menselijke vrijheid
25
Ten tweede wordt het concept van menselijke waardigheid soms ook misbruikt om een arbitraire vermenigvuldiging van nieuwe rechten te rechtvaardigen, waarvan vele vaak in strijd zijn met de oorspronkelijk gedefinieerde rechten en niet zelden in conflict worden gebracht met het fundamentele recht op leven. Tot leden van het Corps Diplomatique bij de uitwisseling van Nieuwjaarswensen[[9225]] Het is alsof de mogelijkheid om elke individuele voorkeur of subjectieve wens uit te drukken en te verwezenlijken gegarandeerd zou moeten worden. Waardigheid wordt dan geïdentificeerd met een geïsoleerde en individualistische vrijheid, die beweert bepaalde verlangens en neigingen die subjectief zijn op te leggen als 'rechten', die door de gemeenschap gegarandeerd en gefinancierd worden.,. Maar menselijke waardigheid kan niet gebaseerd zijn op louter individuele normen of geïdentificeerd worden met het psychofysische welzijn van het individu alleen. In plaats daarvan is de verdediging van de menselijke waardigheid gebaseerd op constitutieve eisen van de menselijke natuur, die noch afhankelijk zijn van individuele willekeur, noch van sociale erkenning. De plichten die voortvloeien uit de erkenning van de waardigheid van de ander en de bijbehorende rechten die daaruit voortvloeien hebben daarom een concrete en objectieve inhoud, gebaseerd op de gemeenschappelijke menselijke natuur. Zonder een dergelijke objectieve referentie is het begrip waardigheid de facto (in feite) onderworpen aan de meest uiteenlopende vormen van willekeur en machtsbelangen.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Relationele structuur van de menselijke persoon
26
Menselijke waardigheid, in het licht van het relationele karakter van de persoon, helpt om het reductieve perspectief te overwinnen van een naar zichzelf verwijzende en individualistische vrijheid, die beweert haar eigen waarden te creëren ongeacht de objectieve normen van het goede en de relatie met andere levende wezens. In toenemende mate bestaat namelijk het risico dat de menselijke waardigheid wordt beperkt tot het vermogen om naar eigen goeddunken te beslissen over jezelf en je eigen lot, onafhankelijk van dat van anderen, zonder rekening te houden met het feit dat je deel uitmaakt van de menselijke gemeenschap. In zo'n verkeerde opvatting van vrijheid kunnen plichten en rechten die ons in staat stellen voor elkaar te zorgen, niet wederzijds erkend worden. In werkelijkheid, zoals Johannes Paulus II in herinnering brengt, staat vrijheid "ten dienste van de persoon en van zijn vervulling door de gave van zichzelf en door de openheid jegens anderen; maar wanneer de vrijheid absoluut gemaakt wordt op een individualistische manier, dan verliest ze haar oorspronkelijke inhoud, en weerspreekt zij haar eigenlijke betekenis en waardigheid" Evangelium Vitae, 19[[2|19]].
Referenties naar alinea 26: 1
Antiqua et Nova ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
De waardigheid van de mens omvat dus ook het vermogen, dat inherent is aan de menselijke natuur zelf, om verplichtingen ten opzichte van anderen aan te gaan.
Referenties naar alinea 27: 1
Antiqua et Nova ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Het verschil tussen de mens en de rest van de levende wezens, dat dankzij het begrip waardigheid duidelijk wordt, mag ons niet de goedheid van de andere geschapen wezens doen vergeten. Deze bestaan niet alleen als functie voor de mens, maar bezitten ook een eigen waarde, en zijn daarom als geschenken die aan de mensen zijn toevertrouwd om gekoesterd en gecultiveerd te worden. Terwijl het concept van waardigheid dus is voorbehouden aan de mens, moet tegelijkertijd de scheppende goedheid van de rest van de kosmos worden bevestigd. Zoals Paus Franciscus benadrukt: "op grond van zijn unieke waardigheid en omdat hij met verstand begiftigd is, is het menselijk wezen geroepen de schepping met haar innerlijke wetten te eerbiedigen, (…): Ieder schepsel heeft zijn eigen goedheid en volmaaktheid (...). De verschillende schepselen, volgens hun eigen wezen gewild, weerspiegelen op hun eigen wijze de oneindige wijsheid en goedheid van God. Daarom moet de mens de eigen goedheid van elk schepsel respecteren om een ongeordend gebruik van de dingen te vermijden." Laudato Si', 69[[5000|69]] Sterker nog, "vandaag zijn wij gedwongen te erkennen dat het mogelijk is alleen maar een “gesitueerd antropocentrisme”. Dat wil zeggen erkennen dat het menselijk leven onbegrijpelijk en ondraagbaar is zonder de andere schepselen." Laudate Deum, 67[[8999|67]] In dit perspectief "is het voor ons niet onbelangrijk dat verschillende soorten aan het verdwijnen zijn en dat de klimaatcrisis het leven van zoveel wezens in gevaar brengt." Laudate Deum, 63[[8999|63]] Sterker nog, het behoort tot de waardigheid van de mens om zorg te dragen voor het milieu, in het bijzonder rekening houdend met de menselijke ecologie die hun voortbestaan in stand houdt.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De mens bevrijden van morele en sociale conditionering
29
Deze basisvoorwaarden, hoe noodzakelijk ze ook zijn, zijn niet voldoende om de groei van de mens te garanderen die in overeenstemming is met zijn waardigheid. Hoewel "God de mens geschapen heeft als een redelijk wezen door hem de waardigheid te geven van een persoon, begaafd met initiatief en meesterschap over zijn daden" Catechismus van de Katholieke Kerk, 1730[[1|1730]] met het oog op het goede, verkiest de vrije wil vaak het kwade boven het goede. Daarom moet de menselijke vrijheid op haar beurt bevrijd worden. In de brief aan de Galaten, zegt Paulus dat "voor die vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet opnieuw het slavenjuk opleggen." (Gal. 5, 1)[b:Gal. 5, 1], waarbij hij herinnert aan de taak van elke christen, op wiens schouders een verantwoordelijkheid voor bevrijding rust die zich uitstrekt over de hele wereld. ((vgl. Rom. 8, 19 e.v.))[[b:Rom. 8, 19]].Het is een bevrijding die vanuit het hart van de individuele persoon wordt opgeroepen om haar humaniserende kracht te verspreiden en te manifesteren in alle relaties.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Vrijheid is een prachtig geschenk van God. Zelfs wanneer Hij ons met zijn genade aantrekt, doet God dat op zo'n manier dat onze vrijheid nooit geschonden wordt. Het zou daarom een grote vergissing zijn om te denken dat we, ver van God en zijn hulp, vrijer kunnen zijn en ons daardoor waardiger voelen. Losgekoppeld van zijn Schepper kan onze vrijheid alleen maar zwakker en donkerder worden. Hetzelfde gebeurt als vrijheid zichzelf voorstelt als onafhankelijk van elke andere referentie dan zichzelf en elke relatie met een voorafgaande waarheid als een bedreiging ervaart. Bijgevolg zal ook het respect voor de vrijheid en waardigheid van anderen afnemen. Paus Benedictus XVI legt dit uit: "een wil die zichzelf fundamenteel niet in staat acht om de waarheid en het goede te vinden heeft geen objectieve redenen of motieven tot handelen, behalve die welke haar door directe en toevallige belangen worden gedicteerd. Zij heeft geen “identiteit” om aan te bouwen door echt vrije en bewuste beslissingen. Dientengevolge kan zij geen respect eisen van andere “willen”, die zelf los staan van hun eigen diepste wezen en zo andere “redenen” of zelfs geen enkele “reden” kunnen laten gelden. De illusie dat moreel relativisme de sleutel biedt tot vreedzame co-existentie is in feite de bron van verdeeldheid en ontkenning van de waardigheid van mensen." Godsdienstvrijheid, de weg naar vrede, 3[[3647|3]]
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Bovendien zou het onrealistisch zijn om een abstracte vrijheid te claimen, vrij van enige conditionering, context of beperking. In plaats daarvan vereist " de juiste uitoefening van de persoonlijke vrijheid specifieke voorwaarden van economische, sociale, juridische en culturele aard ", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk, 137[[769|137]] waaraan vaak niet wordt voldaan. In die zin kunnen we zeggen dat sommigen meer 'vrijheid' genieten dan anderen. Paus Franciscus stond in het bijzonder stil bij dit punt: "Sommigen worden geboren in welgestelde gezinnen, krijgen een goede opleiding, groeien goed op of bezitten van nature een groot talent. Zij hebben zeker geen behoefte aan een proactieve staat; ze hoeven alleen maar hun vrijheid op te eisen. Anders is de realiteit voor de mensen met een beperking, die uit erg arme gezinnen komen, een laag opleidingsniveau hebben en nauwelijks een beroep kunnen doen op adequate gezondheidszorg. Als marktvrijheid en marktefficiëntie de leidinggevende principes van de samenleving zijn, dan is er voor hen geen plaats en blijft broederlijkheid alweer een vaag romantisch idee." Fratelli tutti, 109[[7800|109]] Het is daarom essentieel om te begrijpen dat "het bevrijden van onrechtvaardigheden de menselijke vrijheid en waardigheid bevordert" Compendium van de Sociale Leer van de Kerk, 137[[769|137]] op elk niveau en in elke relatie van menselijk handelen. Om echte vrijheid mogelijk te maken "moeten we de menselijke waardigheid weer centraal stellen en de alternatieve sociale structuren die we nodig hebben moeten op die pijler worden gebouwd". Tot een delegatie van de Internationale ontmoeting van volks bewegingen[[5767]] Evenzo wordt vrijheid vaak verduisterd door vele psychologische, historische, sociale, educatieve en culturele conditioneringen. Echte en historische vrijheid moet altijd 'bevrijd' worden. En ook het fundamentele recht op godsdienstvrijheid moet opnieuw bevestigd worden.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Tegelijkertijd is het duidelijk dat de menselijke geschiedenis vooruitgang laat zien in het begrip van de waardigheid en vrijheid van personen, echter niet zonder schaduwen en gevaren van achteruitgang.. Hiervan getuigt het feit dat er een groeiend streven is - ook onder christelijke invloed, die zelfs in steeds meer geseculariseerde samenlevingen een gisting blijft - om racisme, slavernij, de marginalisering van vrouwen, kinderen, zieken en gehandicapten uit te roeien. Maar deze moeizame reis is nog lang niet ten einde.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 4. - Enkele ernstige schendingen van de menselijke waardigheid
33
In het licht van de overwegingen die tot nu toe zijn gemaakt over de centrale plaats van de menselijke waardigheid, richt dit laatste deel van de Verklaring zich op enkele concrete en ernstige schendingen daarvan. Het doet dit in de geest eigen aan het leergezag van de Kerk, dat volledig tot uitdrukking is gekomen in de leer van de recente Pausen, zoals eerder vermeld. Paus Franciscus bijvoorbeeld, wordt nooit moe te herinneren aan het respect voor de menselijke waardigheid: "Ieder mens heeft het recht om waardig te leven en zich integraal te ontwikkelen; dit fundamentele recht kan door geen enkel land ontkend worden. Mensen bezitten dit recht ook als zij niet productief zijn of geboren zijn en opgroeien met beperkingen. Dit doet geen afbreuk aan hun immense waardigheid als persoon, een waardigheid die niet gebaseerd is op omstandigheden, maar op de intrinsieke waarde van hun wezen. Als dit basisprincipe niet gehandhaafd wordt, is er geen toekomst voor broederlijkheid noch voor het voortbestaan van de mensheid." Fratelli tutti, 107[[7800|107]] Anderzijds houdt hij nooit op om iedereen te wijzen op de concrete schendingen van de menselijke waardigheid in onze tijd, waarbij hij iedereen oproept tot een bewustwording van verantwoordelijkheid en actieve inzet.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Willen we wijzen op enkele van de vele ernstige schendingen van de menselijke waardigheid in de hedendaagse wereld, dan kunnen we in herinnering roepen wat het Tweede Vaticaans Concilie in dit verband heeft geleerd. Men moet erkennen dat het tegen de menselijke waardigheid ingaat "alles wat een aanslag betekent op het leven zelf, zoals iedere soort van doodslag, volkenmoord, abortus, euthanasie en ook vrijwillige zelfmoord." Gaudium et Spes, 27[[575|27]] Het is ook in strijd met onze waardigheid "alles wat een aantasting inhoudt van de integriteit van de menselijke persoon, zoals verminkingen, fysieke of geestelijke folteringen, psychische dwangmiddelen.” Gaudium et Spes, 27[[575|27]] En tenslotte "alles wat de menselijke waardigheid kwetst, zoals mensonwaardige levensomstandigheden, willekeurige gevangenneming, deportatie, slavernij, prostitutie, handel in vrouwen en jonge mensen: of ook onterende arbeidsvoorwaarden die de arbeiders verlagen tot louter werktuigen om winst te maken, zonder respect voor hen als verantwoordelijke personen." Gaudium et Spes, 27[[575|27]] In dit verband moet ook de doodstraf genoemd worden vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 2267[[[1|2267]]] vgl: Aan de Bisschoppen betreffende de nieuwe redactie van nr 2267 van de Catechismus van de Katholieke Kerk over de doodstraf[[[7017]]]: De doodstraf is namelijk ook een schending van de onvervreemdbare waardigheid van ieder mens, ongeacht alle omstandigheden. Men moet daarentegen erkennen dat "de strenge afwijzing van de doodstraf laat zien in hoeverre het mogelijk is de onvervreemdbare waardigheid van ieder mens te erkennen en te aanvaarden dat hij of zij een plaats in dit universum heeft. Want als ik deze niet betwist voor de ergste misdadigers, zal ik ze aan niemand ontzeggen. Ik zal iedereen de kans geven om deze planeet met mij te delen, ondanks wat ons van elkaar kan scheiden." Fratelli tutti, 269[[7800|269]] Het lijkt ook gepast om opnieuw de waardigheid te bevestigen van mensen in de gevangenis, die vaak gedwongen worden om in onwaardige omstandigheden te leven, en dat de praktijk van marteling de waardigheid van ieder mens te boven gaat, zelfs als iemand schuldig is aan ernstige misdaden.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Zonder aanspraak te maken op volledigheid, vestigen we in de volgende paragrafen de aandacht op enkele ernstige schendingen van de menselijke waardigheid die bijzonder actueel zijn.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het drama van armoede
36
Een van de verschijnselen die er in aanzienlijke mate toe bijdraagt dat de waardigheid van zovele mensen wordt ontkend, is extreme armoede, die samenhangt met de ongelijke verdeling van rijkdom. Johannes Paulus II heeft er al op gewezen dat "één van de grootste onrechtvaardigheden van de huidige wereld bestaat juist hierin dat het betrekkelijk weinigen zijn die veel bezitten, en velen die bijna niets bezitten. Dat is de onrechtvaardigheid van de slechte verdeling van de goederen en diensten die oorspronkelijk bestemd zijn voor allen." Sollicitudo Rei Socialis, 28[[350|28]] Bovendien zou het een illusie zijn om een vluchtig onderscheid te maken tussen "rijke landen" en "arme landen", want Benedictus XVI erkende al dat "absoluut gezien de wereldwijde rijkdom toeneemt, maar de ongelijkheden worden groter. In rijke landen verarmen nieuwe sociale klassen en ontstaan nieuwe vormen van armoede. In armere gebieden verheugen sommige groepen zich in een soort verkwistende en op consumeren gerichte superontwikkeling, die in onaanvaardbare tegenstelling staat tot de aanhoudende situaties van mensonterende ellende. “De schandalige ongelijkheid” houdt aan." Caritas in Veritate, 22[[2254|22]] vgl: Populorum Progressio, 9[[[266|9]]], waarbij de waardigheid van de armen dubbel wordt ontkend, zowel door het gebrek aan middelen om in hun basisbehoeften te voorzien als door de onverschilligheid waarmee ze worden behandeld door degenen die naast hen leven.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Met Paus Franciscus moet daarom worden geconcludeerd dat "de welvaart is toegenomen, maar de ongelijkheid net zo goed, met als resultaat dat ‘nieuwe vormen van armoede ontstaan’. De bewering dat de moderne wereld de armoede teruggedrongen heeft, is gebaseerd op het meten van armoede op basis van criteria uit het verleden die niet meer van deze tijd zijn." Fratelli tutti, 21[[7800|21]] vgl: Caritas in Veritate, 22[[[2254|22]]] Als gevolg hiervan kan armoede "uiteenlopende vormen aannemen, zoals een obsessie om de loonkosten te verminderen zonder rekening te houden met de zware gevolgen ervan; de werkloosheid die daarvan het rechtstreekse gevolg is, leidt immers tot meer armoede." Fratelli tutti, 20[[7800|20]] Onder deze "destructieve effecten van het geldimperium", Fratelli tutti, 116[[7800|116]] moet erkend worden dat "de ergste vorm van armoede is die waarin men mensen berooft van werk en van de waardigheid van het". Fratelli tutti, 162[[7800|162]] Als sommige mensen geboren worden in een land of familie waar ze minder mogelijkheden hebben om zich te ontwikkelen, moet erkend worden dat dit in strijd is met hun waardigheid, die precies dezelfde is als die van mensen die geboren worden in een rijke familie of in een rijk land. We zijn allemaal verantwoordelijk, zij het in verschillende mate, voor deze flagrante ongelijkheid.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Oorlog
38
Een andere tragedie die de menselijke waardigheid ontkent, zowel in het verleden als vandaag de dag, is oorlog: "Oorlog, terroristische aanslagen, raciale of religieuze vervolging en vele andere aantastingen van de menselijke waardigheid (…) vermenigvuldigen zich ‘jammer genoeg in talrijke regio’s in de wereld in die mate dat ze de trekken vertonen van wat we een echte “derde wereldoorlog” zouden kunnen noemen, die stukje bij beetje wordt uitgevochten’." Fratelli tutti, 25[[7800|25]] vgl: Overwin de onverschilligheid en win de vrede[[[6026]]] Met zijn spoor van vernietiging en pijn tast oorlog de menselijke waardigheid aan op korte en lange termijn: "terwijl we het onvervreemdbare recht op zelfverdediging en de verantwoordelijkheid om diegenen te beschermen wiens bestaan wordt bedreigd opnieuw bevestigen, moeten we toegeven dat oorlog altijd een 'nederlaag van de menselijkheid' is. Geen enkele oorlog is de tranen waard van een moeder die haar kind verminkt of vermoord heeft zien worden; geen enkele oorlog is het verlies waard van het leven van zelfs maar één mens, een heilig wezen, geschapen naar het beeld en de gelijkenis van de Schepper; geen enkele oorlog is de vergiftiging van ons gemeenschappelijk huis waard; en geen enkele oorlog is de wanhoop waard van hen die gedwongen worden hun thuisland te verlaten en in een oogwenk beroofd worden van hun thuis en van alle familie-, vriendschaps-, sociale en culturele banden die zijn opgebouwd, soms over generaties heen." Aan de deelnemers van de VIe editie van het "Forum de Paris sur la Paix"[[9284]] vgl: Ouderdom 4. - Afscheid en erfenis: gedachtenis en getuigenis[[[8564]]] Alle oorlogen, alleen al door het feit dat ze in strijd zijn met de menselijke waardigheid, zijn "conflicten die problemen niet oplossen, maar vergroten". Kies voor het leven, kies voor de toekomst, [[9081|+7]] Dit is zelfs nog ernstiger in onze tijd, waarin het normaal is geworden dat zoveel onschuldige burgers buiten het slagveld sterven.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Daarom kan de Kerk zelfs vandaag de dag niet anders dan de woorden van de Pausen tot de hare maken door met de heilige Paulus VI te herhalen: "jamais plus la guerre, jamais plus la guerre!", Tot de 20ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, 5[[277|5]] en samen met de heilige Johannes Paulus II te pleiten "in naam van God en in naam van de mens: Dood niet! Zaai geen vernieling en vernietiging onder de mensen! Denk aan uw broeders die honger en ellende lijden! Eerbiedig de waardigheid en de vrijheid van iedereen!" Redemptor Hominis, 16[[237|16]] Juist in onze tijd is dit de roep van de Kerk en van de hele mensheid. Tot slot benadrukt Paus Franciscus dat "we oorlog niet langer als een oplossing kunnen zien, omdat de eraan verbonden risico’s waarschijnlijk altijd groter zullen zijn dan de veronderstelde voordelen. Met het oog hierop is het vandaag erg moeilijk om een beroep te doen op de rationele criteria die in vroegere eeuwen zijn uitgewerkt om te spreken van de mogelijkheid van een ‘rechtvaardige oorlog’. Nooit meer oorlog!" Fratelli tutti, 258[[7800|258]] Omdat de mensheid vaak terugvalt in dezelfde fouten uit het verleden, "is het voor het opbouwen van vrede noodzakelijk om uit de logica van de legitimiteit van oorlog te stappen". Boodschap voor de VN Veiligheidsraad[[9231]] De intieme relatie die bestaat tussen geloof en menselijke waardigheid maakt het tegenstrijdig om oorlog te baseren op religieuze overtuigingen: "zij die zich beroepen op de naam van God om terrorisme, geweld en oorlog te rechtvaardigen, volgen niet Gods weg: oorlog in naam van religie is een oorlog tegen religie zelf". Bevestigen wij vandaag opnieuw ons ja om samen vrede te bewerken[[6465]]
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De beproeving van migranten
40
Migranten behoren tot de eerste slachtoffers van de meervoudige vormen van armoede. Niet alleen wordt hun waardigheid in hun land ontkend, vgl: Fratelli tutti, 38[[[7800|38]]] vgl: Citaat:"Bijgevolg moet 'het recht om niet te emigreren, dat wil zeggen om in eigen land te kunnen blijven' opnieuw worden bevestigd"[[[6175]]] maar hun leven zelf wordt in gevaar gebracht omdat ze niet langer de middelen hebben om een gezin te stichten, te werken of zich te voeden. vgl: Fratelli tutti, 38[[[7800|38]]] Eenmaal aangekomen in landen die in staat zouden moeten zijn om hen op te nemen, "worden migranten niet beschouwd als mensen die net als anderen het recht hebben om volwaardig deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Men vergeet dat ze dezelfde intrinsieke waardigheid bezitten als ieder ander mens. (...) Niemand zal ooit openlijk ontkennen dat ze mensen zijn, maar in de praktijk, door onze beslissingen en de manier waarop we ze behandelen, laten we zien dat we ze als minderwaardig, minder belangrijk, minder menselijk beschouwen". vgl: Fratelli tutti, 39[[[7800|39]]] Het is daarom altijd dringend nodig om te onthouden dat "elke migrant een menselijk persoon is die als zodanig onvervreemdbare fundamentele rechten bezit die door iedereen en in elke situatie moeten worden gerespecteerd". Caritas in Veritate, 62[[2254|62]] Hun opvang is een belangrijke en zinvolle manier om "de onvervreemdbare waardigheid van elke menselijke persoon, ongeacht afkomst, ras of religie" Fratelli tutti, 39[[7800|39]] te verdedigen.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Mensenhandel
41
Mensenhandel moet ook worden beschouwd als een ernstige schending van de menselijke waardigheid.Het kan hier nuttig zijn om te herinneren aan de verklaring van Paulus III over de waardigheid van de mensen in de landen van de "Nieuwe Wereld" in de bul Pastorale officium (29 mei 1537), waar hij vaststelt - op straffe van excommunicatie - dat de inwoners van die gebieden, "ook al bevinden ze zich buiten de schoot van de Kerk (...) niet beroofd mogen worden van hun vrijheid of heerschappij over hun zaken, omdat ze mensen zijn en daarom in staat tot geloof en verlossing" ("licet extra gremium Ecclesiae existant, non tamen sua libertate, aut rerum suarum dominio (...) privandos esse, et cum homines, ideoque fidei et salutis capaces sint"): DH 1495.[[7205|2]] Het is niets nieuws, maar de ontwikkeling ervan neemt tragische dimensies aan die voor iedereen zichtbaar zijn, wat de reden is waarom Paus Franciscus het in bijzonder krachtige bewoordingen heeft veroordeeld: "Ik herhaal dat 'mensenhandel' een verachtelijke activiteit is, een schande voor onze samenlevingen die zichzelf beschaafd noemen! Uitbuiters en klanten op alle niveaus zouden een ernstig gewetensonderzoek moeten doen voor zichzelf en voor God! De Kerk herhaalt vandaag haar krachtige oproep om de waardigheid en de centrale plaats van elke persoon altijd te beschermen, met respect voor de grondrechten, zoals benadrukt in haar Sociale Leer. Ze roept op om deze rechten werkelijk uit te breiden waar ze niet erkend worden voor miljoenen mannen en vrouwen op elk continent. Hoe vaak wordt de menselijke waardigheid niet met voeten getreden in een wereld waar veel gesproken wordt over rechten! In een wereld waar zoveel gepraat wordt over rechten, lijkt het alsof geld het enige is dat rechten heeft." Tot de deelnemers aan de algemene vergadering van de Pauselijke Raad voor de Pastorale Zorg voor vluchtelingen en reizigers[[9230]]
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Om deze redenen mogen de Kerk en de mensheid de strijd niet opgeven tegen verschijnselen als "handel in menselijke organen en menselijk weefsel, seksuele uitbuiting van kinderen en meisjes, slavenarbeid, inclusief prostitutie, drugs- en wapenhandel, terrorisme en internationale georganiseerde misdaad". De orde van grootte van deze situaties en het aantal onschuldige levens dat ermee gemoeid is, is zo groot dat we elke verleiding moeten weerstaan om te vervallen in een declamatorisch nominalisme met een sussend effect op het geweten. We moeten ervoor zorgen dat onze instellingen werkelijk effectief zijn in de strijd tegen al deze plagen". Toespraak tot de 70e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties[[6000]] In het licht van zulke diverse en wrede vormen van ontkenning van de menselijke waardigheid, is het noodzakelijk om ons er steeds meer van bewust te zijn dat "mensenhandel een misdaad tegen de menselijkheid is". Bij het in ontvangst nemen van de geloofsbrieven van 17 nieuwe ambassadeurs bij de Heilige Stoel[[5782]] Het ontkent in wezen de menselijke waardigheid op tenminste twee manieren: "mensenhandel misvormt in feite de menselijkheid van het slachtoffer en tast zijn of haar vrijheid en waardigheid aan. Maar tegelijkertijd ontmenselijkt het de dader." Tot de deelnemers aan een internationaal congres over mensenhandel[[9229]]
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Seksueel misbruik
43
De diepe waardigheid die inherent is aan de mens in zijn geheel van geest en lichaam stelt ons ook in staat om te begrijpen waarom elk seksueel misbruik diepe littekens achterlaat in het hart van het slachtoffer: deze voelt zich in feite gekwetst in zijn menselijke waardigheid. Dit is 'lijden dat een leven lang kan duren en dat geen berouw kan verhelpen'. Dit fenomeen is wijdverspreid in de samenleving, het raakt ook de Kerk en vormt een ernstige belemmering voor haar missie". Jongeren, geloof en de onderscheiding van de roeping (Slotdocument), 29[[7076|29]] Vandaar de niet aflatende inzet van de Kerk om een einde te maken aan alle vormen van misbruik, te beginnen van binnenuit.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Geweld tegen vrouwen
44
Geweld tegen vrouwen is een wereldwijd schandaal dat steeds meer erkend wordt. Hoewel de gelijke waardigheid van vrouwen in woorden wordt erkend, zijn de ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in sommige landen zeer ernstig en zelfs in de meest ontwikkelde en democratische landen getuigt de concrete sociale realiteit van het feit dat vrouwen vaak niet worden erkend als vrouwen met dezelfde waardigheid als mannen. Paus Franciscus benadrukt dit feit wanneer hij stelt dat "de organisatie van samenlevingen over de hele wereld nog lang niet duidelijk laat zien dat vrouwen precies dezelfde waardigheid en dezelfde rechten hebben als mannen. Woorden zeggen zulke dingen, maar besluiten en realiteit schreeuwen een andere boodschap. Het is een feit dat "dubbel zo arm zijn de vrouwen die lijden onder situaties van uitsluiting, mishandeling en geweld omdat ze vaak over de minste kansen beschikken om hun rechten te verdedigen." Fratelli tutti, 23[[7800|23]] vgl: Evangelii Gaudium, 212[[[4984|212]]]
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Johannes Paulus II erkende al dat "er nog veel moet worden gedaan om discriminatie te voorkomen van hen die hebben gekozen om echtgenoten en moeders te zijn. Wat betreft persoonlijke rechten, is er een dringende noodzaak om echte gelijkwaardigheid te bereiken op ieder gebied: gelijke betaling voor gelijk werk, bescherming voor werkende moeders, eerlijkheid in carrièremogelijkheden, gelijkwaardigheid voor echtgenoten met betrekking tot familierechten en de erkenning van alles dat onderdeel is van de rechten en plichten van de burgers van een democratische staat." Brief aan de Vrouwen, 4[[117|4]] Ongelijkheid in deze aspecten zijn verschillende vormen van geweld. Hij herinnerde er ook aan dat "de tijd is gekomen om de vormen van seksueel geweld, waarvan vrouwen veelal het object zijn, krachtig te veroordelen en wettelijke maatregelen te nemen die hen effectief beschermen voor dergelijk geweld. Ook mogen wij niet nalaten, uit naam van het respect voor de menselijke persoon, de wijdverbreide genotzuchtige en op commercie gerichte cultuur te veroordelen die de systematische exploitatie van de seksualiteit bevordert en zelfs zeer jonge meisjes corrumpeert door hun lichaam te laten misbruiken voor financieel gewin." Brief aan de Vrouwen, 5[[117|5]] Hoe kunnen we onder de vormen van geweld tegen vrouwen niet melding maken om de dwang tot abortus te noemen, die zowel moeder als kind treft, vaak om het egoïsme van mannen te bevredigen? En hoe kunnen we niet ook de praktijk van polygamie noemen, die - zoals de Catechismus van de Katholieke Kerk in herinnering brengt - "tegengesteld is aan deze gelijkwaardigheid en aan de huwelijksliefde die uniek en exclusief is."? Catechismus van de Katholieke Kerk, 1645[[1|1645]]
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Bij deze beschouwing van geweld tegen vrouwen kan het fenomeen van vrouwenmoorden niet genoeg veroordeeld worden. Op dit front moet de inzet van de hele internationale gemeenschap compact en concreet zijn, zoals Paus Franciscus herhaalde: "De liefde voor Maria moet ons helpen een houding van erkenning en dankbaarheid te ontwikkelen ten opzichte van vrouwen, ten opzichte van onze moeders en grootmoeders die een bolwerk vormen in het leven van onze steden. Bijna altijd zwijgend dragen zij het leven voort. Het is de stilte en de kracht van hoop. Bedankt voor je getuigenis! (...) maar kijkend naar de moeders en grootmoeders wil ik jullie uitnodigen om te strijden tegen een plaag die ons continent treft: de vele gevallen van vrouwenmoorden. En er zijn veel situaties van geweld die achter zoveel muren worden verzwegen. Ik nodig jullie uit om te strijden tegen deze bron van lijden door op te roepen tot het bevorderen van wetgeving en een cultuur van afwijzing van alle vormen van geweld." Marialof - Onze Lieve Vrouwe van de Poort[[9228]]
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Abortus
47
De Kerk houdt nooit op eraan te herinneren dat "de waardigheid van ieder menselijk wezen een intrinsiek karakter heeft en geldig is vanaf het moment van conceptie tot de natuurlijke dood. Juist de bevestiging van deze waardigheid is de onvervreemdbare vooronderstelling voor de bescherming van het persoonlijke en sociale bestaan, en ook de noodzakelijke voorwaarde voor de verwezenlijking van broederschap en sociale vriendschap tussen alle volkeren op aarde". Tot de deelnemers aan de algemene vergadering van de Congregatie voor de Geloofsleer[[9224]] Op basis van deze ongrijpbare waarde van het menselijk leven heeft het kerkelijk leergezag zich altijd uitgesproken tegen abortus. In dit verband schrijft Johannes Paulus II: "Onder alle misdaden die tegen het leven kunnen worden begaan heeft een abortus provocatus kenmerken die hem bijzonder ernstig en verwerpelijk maken. (…) Maar tegenwoordig is in het geweten van velen het besef van de zwaarte ervan steeds meer verduisterd. De aanvaarding van abortus in de mentaliteit, in het gedrag en zelfs in de wet zelf is een sprekend teken van een uiterst gevaarlijke crisis van het morele bewustzijn dat steeds minder in staat is om te onderscheiden tussen goed en kwaad, zelfs wanneer het fundamentele recht op leven op het spel staat. Gegeven zo'n ernstige situatie, moet we nu meer dan ooit de moed hebben om de waarheid onder ogen te zien en de dingen bij hun naam te noemen zonder uit te wijken naar gemakkelijke compromissen of naar de bekoring van zelfbedrog. In deze samenhang klinkt het verwijt van de Profeet categorisch: ‘Wee hen die het kwade goed noemen en het goede kwaad, die van het duister licht maken en van het licht duisternis, van bitter zoet en van zoet bitter’. (Jes. 5, 20)[b:Jes. 5, 20]. Vooral in het geval van abortus is er een wijdverbreid gebruik van dubbelzinnige taal, zoals 'zwangerschapsonderbreking', die ertoe neigt de ware aard van abortus te verbergen en zijn zwaarte af te zwakken in de publieke opinie. Misschien is dit taalkundig verschijnsel zelf een symptoom van een ongemakkelijk geweten. Maar geen woord heeft de kracht om de werkelijkheid van de dingen te veranderen: abortus provocatus is het opzettelijk doden, hoe hij ook wordt uitgevoerd, van een menselijk wezen in de beginfase van zijn of haar bestaan tussen conceptie en geboorte." Evangelium Vitae, 58[[2|58]] “De praktijk menselijke embryo's voor experimentele of commerciële doeleinden in vivo of in vitro in leven te houden is totaal in strijd met de menselijke waardigheid."[[72|10]] Ongeboren kinderen zijn dus " de meest kwetsbaren en onschuldigen van allen, aan wie men vandaag de menselijke waardigheid wil ontzeggen om met hen te doen wat men wil door hun het leven te ontnemen en een wetgeving te bevorderen, zodat niemand dat kan verhinderen." Evangelii Gaudium, 213[[4984|213]] Daarom moet met alle kracht en duidelijkheid worden bevestigd, zelfs in onze tijd, dat "dit verdedigen van het ongeboren leven ten nauwste verbonden is met het verdedigen van ieder menselijk recht. Het veronderstelt de overtuiging dat een menselijk wezen altijd heilig en onschendbaar is, in iedere situatie en iedere fase van zijn ontwikkeling. Een mens is een doel op zich en nooit een middel om andere moeilijkheden op te lossen. Als deze overtuiging wegvalt, blijven er geen hechte en duurzame fundamenten over voor de verdediging van de rechten van de mens, die altijd onderhevig zouden zijn aan de toevallige conventies van de machthebbers van het ogenblik. Alleen de rede is voldoende om de onschendbare waarde van elk menselijk leven te erkennen, maar als wij hiernaar ook vanuit het geloof kijken, ‘schreeuwt iedere schending van de persoonlijke waardigheid voor het aanschijn van God om wraak en neemt de gestalte aan van een belediging van de Schepper van de mens’." Tot leden van het Corps Diplomatique bij de uitwisseling van Nieuwjaarswensen[[9225]].Het is de moeite waard om hier de genereuze en moedige toewijding van de heilige Teresa van Calcutta in herinnering te roepen ter verdediging van elke verwekte persoon.
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Draagmoederschap
48
De Kerk neemt ook stelling tegen de praktijk van draagmoederschap, waardoor het immens waardevolle kind slechts een object wordt. In dit opzicht zijn de woorden van Paus Franciscus van een unieke helderheid: "De weg van de vrede vereist respect voor het leven, voor elk menselijk leven, te beginnen met dat van het ongeboren kind in de schoot van de moeder, dat niet onderdrukt mag worden, noch een voorwerp van koopwaar mag worden. In dit opzicht vind ik de praktijk van het zogenaamde draagmoederschap betreurenswaardig, omdat het de waardigheid van de vrouw en het kind ernstig aantast. Het is gebaseerd op de uitbuiting van de situatie van materiële nood van een moeder. Een kind is altijd een geschenk en nooit het voorwerp van een contract. Daarom roep ik de internationale gemeenschap op om deze praktijk universeel te verbieden." Tot leden van het Corps Diplomatique bij de uitwisseling van Nieuwjaarswensen[[9225]].
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
De praktijk van draagmoederschap schendt in de eerste plaats de waardigheid van het kind. Elk kind bezit namelijk, vanaf het moment van conceptie, geboorte en vervolgens in zijn groei als jongen of meisje, tot volwassenheid, een ongrijpbare waardigheid die duidelijk tot uitdrukking komt, zij het op een enkelvoudige en gedifferentieerde manier, in elke fase van zijn leven. Het kind heeft daarom op grond van zijn onvervreemdbare waardigheid het recht om een volledig menselijke en niet kunstmatig gecreëerde oorsprong te hebben en het geschenk van een leven te ontvangen dat tegelijkertijd de waardigheid van de gever en de ontvanger tot uitdrukking brengt. Erkenning van de waardigheid van de menselijke persoon houdt ook erkenning in van de waardigheid van de echtelijke verbintenis en menselijke voortplanting in al hun dimensies. In deze richting kan de legitieme wens om een kind te krijgen niet worden omgezet in een "recht op een kind" dat niet de waardigheid van het kind zelf respecteert als de ontvanger van de vrije gift van het leven. vgl: Dignitas Personae, 16[[[2764|16]]] vgl: Al deze aspecten worden nauwkeurig in herinnering gebracht in de genoemde Instructie van de toenmalige Congregatie voor de Geloofsleer[[[72]]]
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
De praktijk van draagmoederschap schendt tegelijkertijd de waardigheid van de vrouw zelf die ertoe gedwongen wordt of uit vrije wil besluit zich eraan te onderwerpen. Door deze praktijk raakt de vrouw los van het kind dat in haar groeit en wordt ze slechts een middel dat ondergeschikt is aan het gewin of de willekeur van anderen. Dit staat in schril contrast met de fundamentele waardigheid van ieder mens en zijn recht om altijd voor zichzelf erkend te worden en nooit als instrument voor iets anders.
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Euthanasie en hulp bij zelfdoding
51
Er is een bijzonder geval van schending van de menselijke waardigheid dat stiller is maar veel terrein wint. Het heeft de eigenaardigheid een verkeerd concept van menselijke waardigheid te gebruiken om het tegen het leven zelf te keren. Deze verwarring, die vandaag de dag heel gebruikelijk is, komt aan het licht wanneer we het over euthanasie hebben. Wetten die de mogelijkheid van euthanasie of hulp bij zelfdoding erkennen, worden bijvoorbeeld soms 'wetten inzake waardig sterven' genoemd. Er is een wijdverspreide opvatting dat euthanasie of hulp bij zelfdoding in overeenstemming is met het respect voor de waardigheid van de menselijke persoon. Tegenover dit feit moet krachtig worden bevestigd dat lijden er niet toe leidt dat de zieke de waardigheid verliest die hem intrinsiek en onvervreemdbaar toebehoort, maar dat het een gelegenheid kan worden om de banden van wederzijdse saamhorigheid te versterken en zich meer bewust te worden van de kostbaarheid van elke persoon voor de hele mensheid.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Zeker, de waardigheid van de zieke in kritieke of terminale toestand vraagt om adequate en noodzakelijke inspanningen om zijn lijden te verlichten door passende palliatieve zorg en het vermijden van agressieve behandelingen of onevenredige medische procedures Deze zorg beantwoordt aan "de constante plicht om de behoeften van de patiënt te begrijpen: zorgbehoeften, pijnbestrijding, emotionele, affectieve en spirituele behoeften." Samaritanus Bonus, 37[[7926|37]] Maar een dergelijke inspanning is iets heel anders, ja zelfs tegengesteld aan de beslissing om het eigen leven of het leven van anderen onder het gewicht van het lijden weg te nemen. Het menselijk leven, zelfs in zijn pijnlijke toestand, is drager van een waardigheid die altijd gerespecteerd moet worden, die niet verloren mag gaan en waarvan de eerbied onvoorwaardelijk blijft. Sterker nog, er zijn geen voorwaarden waaronder menselijk leven ophoudt waardig te zijn en dus onderdrukt kan worden: "Het leven heeft voor iedereen dezelfde waardigheid en waarde: respect voor het leven van de ander is hetzelfde als wat men aan het eigen bestaan verschuldigd is." Samaritanus Bonus, 21[[7926|21]] De suïcidale persoon helpen zichzelf van het leven te beroven is daarom een objectief vergrijp tegen de waardigheid van de persoon die erom vraagt, zelfs als dat de vervulling is van zijn of haar wens: "we moeten naar de dood begeleiden, maar niet de dood veroorzaken of hulp bieden bij gelijk welke vorm van zelfdoding. Ik herinner eraan dat het recht op zorg en op zorg voor allen de voorrang geniet zodat ook de zwaksten, bijzonder de bejaarden en zieken, niet uitgesloten worden. Leven is een recht. De dood niet. Die wordt aanvaard maar niet toegediend. Dit ethisch beginsel geldt voor allen, niet slechts voor christenen of gelovigen". H. Jozef: 11. - Heilige Jozef, patroon van de goede dood, 9[[8535|9]] Zoals eerder gezegd, impliceert de waardigheid van ieder mens, hoe zwak of lijdend ook, de waardigheid van allen.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De marginalisering van mensen met een handicap
53
Een criterium om te controleren of er werkelijk aandacht is voor de waardigheid van ieder individu is natuurlijk de hulp aan de meest kansarmen. Onze tijd onderscheidt zich helaas niet erg door een dergelijke zorg: in werkelijkheid dringt zich een cultuur van weggooien op. Nr. 188 van dezelfde Encycliek gaat zelfs zo ver om een "cultuur van verspilling" te identificeren.[[5000|18-21.188]] Om deze tendens tegen te gaan, verdient de situatie van hen die zich in een situatie van lichamelijk of psychisch beperkingen bevinden bijzondere aandacht en zorg. Deze toestand van bijzondere kwetsbaarheid, vgl: Catechese en personen met een handicap: een noodzakelijk engagement in het dagelijks pastoraal leven van de Kerk, 1[[[6706|1]]] die zo prominent aanwezig is in de evangelieverhalen, stelt universeel de vraag wat het betekent om een menselijk persoon te zijn, juist vanuit een toestand van beperking of handicap. De kwestie van menselijke onvolmaaktheid heeft ook duidelijke implicaties vanuit sociaal-cultureel oogpunt, aangezien personen met een handicap in sommige culturen soms te lijden hebben onder marginalisatie, zo niet onderdrukking, omdat ze als 'afgewezen' worden behandeld. In werkelijkheid ontvangt ieder mens, ongeacht zijn kwetsbare toestand, zijn waardigheid juist door het feit dat hij gewild en geliefd is door God. Om deze redenen moet de integratie en actieve deelname aan het sociale en kerkelijke leven van allen die op de een of andere manier getekend zijn door zwakheid of een handicap zoveel mogelijk worden bevorderd. vgl: Boodschap voor de Internationale Dag voor Personen met een Handicap[[[9285]]]
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
In een breder perspectief moet eraan worden herinnerd dat deze liefde, die het spirituele hart van de politiek vormt, altijd een voorkeursliefde is voor diegenen die het meest hulpbehoevend zijn; zij vormt de basis van alles wat wij voor hen doen. (…) Om aandacht te hebben voor mensen in nood zijn kracht en tederheid, strijd en edelmoedigheid nodig te midden een functionalistisch en geprivatiseerd model dat onvermijdelijk tot een ‘wegwerpcultuur’ leidt. (...) Het betekent dat men zich bekommert om mensen in de meest marginale en schrijnende situaties, om hen met waardigheid te kunnen zalven. Zo brengen we een intense dynamiek op gang, want ‘we moeten alles eraan doen (...) om de status en de waardigheid van de menselijke persoon te beschermen’." Fratelli tutti, 187-188[[7800|187-188]] vgl: Waardigheid van de mens en het belang van samenwerking in Europa[[[5723]]] vgl: Tot de leidende klasse en het Corps Diplomatique Korps[[[8102]]]
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Gendertheorie
55
De Kerk wil in de eerste plaats "vóór alles benadrukken dat iedere persoon, onafhankelijk van zijn seksuele geaardheid, moet worden gerespecteerd in zijn waardigheid en met respect moet worden aanvaard, waarbij men ervoor zorgt ‘iedere vorm van onrechtmatige discriminatie’ te vermijden, en in het bijzonder iedere vorm van agressie en geweld. " Amoris Laetitia, 250[[6271|250]] vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 2358[[[1|2358]]] Daarom moet het feit dat op sommige plaatsen niet weinig mensen worden opgesloten, gemarteld en zelfs van het goede leven worden beroofd uitsluitend vanwege hun seksuele geaardheid, aan de kaak worden gesteld als strijdig met de menselijke waardigheid.
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Tegelijkertijd benadrukt de Kerk de sterke kritiek op de gendertheorie. In dit verband herinnerde Paus Franciscus eraan: "de weg naar vrede vereist respect voor de mensenrechten, volgens die eenvoudige maar duidelijke formulering in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens[1491], waarvan we net de 75e verjaardag hebben gevierd. Dit zijn rationeel evidente en algemeen aanvaarde principes. Helaas zijn er de afgelopen decennia pogingen ondernomen om nieuwe rechten in te voeren die niet volledig stroken met de oorspronkelijk gedefinieerde en niet altijd aanvaardbare rechten. Ze hebben aanleiding gegeven tot ideologische kolonisaties, waarin de gendertheorie een centrale rol speelt; dit is uiterst gevaarlijk, omdat het de verschillen in de claim om iedereen gelijk te maken, teniet doet." Tot leden van het Corps Diplomatique bij de uitwisseling van Nieuwjaarswensen[[9225]].
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
Met betrekking tot de gendertheorie, over de wetenschappelijke consistentie waarover veel discussie bestaat in de gemeenschap van experts, herinnert de Kerk eraan dat het menselijk leven, in al zijn bestanddelen, lichamelijk en geestelijk, een geschenk van God is, dat met dankbaarheid moet worden ontvangen en in dienst wordt gesteld van het goede. Over zichzelf willen beschikken, zoals de gendertheorie voorschrijft, los van deze fundamentele waarheid van het menselijk leven als geschenk, betekent niets anders dan toegeven aan de eeuwenoude verleiding van de mens om God te worden en de concurrentie aan te gaan met de ware God van liefde die ons door het Evangelie is geopenbaard.
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Een tweede punt met betrekking tot de gendertheorie is dat deze het grootst mogelijke verschil tussen levende wezens probeert te ontkennen: het seksuele verschil. Dit fundamentele verschil is niet alleen het grootst denkbare, maar ook het mooiste en krachtigste: het brengt in het man-vrouw paar de meest bewonderenswaardige wederkerigheid tot stand en is zo de bron van het wonder dat ons steeds weer verbaast, namelijk de komst van nieuwe mensen in de wereld.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
In die zin is respect voor het eigen lichaam en dat van anderen essentieel tegenover de wildgroei en de aanspraken op nieuwe rechten die door de gendertheorie naar voren worden geschoven. Een dergelijke ideologie "heeft een maatschappij zonder verschil in geslacht op het oog en holt de antropologische basis van het gezin uit ". Amoris Laetitia, 56[[6271|56]] Het is een bron van zorg dat "sommige van dit soort ideologieën, welke een antwoord proberen te geven voor op zich begrijpbare aspiraties, zich weten te manifesteren als absoluut en onbetwistbaar, zelfs voorschrijven hoe kinderen opgevoed moeten worden. Het is noodzakelijk te bevestigen dat "het biologisch geslacht (sex) en de maatschappelijke-culturele rol van het geslacht (gender), worden onderscheiden, maar niet gescheiden." Relatio Finalis - Synode 2015, 58[[6123|58]] Alle pogingen die de verwijzing naar het onuitroeibare seksuele verschil tussen man en vrouw verdoezelen, moeten daarom worden verworpen: "wij kunnen wat mannelijk en vrouwelijk is, niet scheiden van het door God geschapen werk, dat aan al onze beslissingen en besluiten voorafgaat en waar er biologische elementen zijn die men onmogelijk kan negeren". Amoris Laetitia, 286[[6271|286]] Elke menselijke persoon, alleen wanneer hij of zij dit verschil in wederkerigheid kan erkennen en accepteren, wordt in staat zichzelf, zijn of haar waardigheid en identiteit volledig te ontdekken.
Referenties naar alinea 59: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Geslachtsverandering
60
De waardigheid van het lichaam kan niet worden beschouwd als minderwaardig aan die van de persoon als zodanig. De Catechismus van de Katholieke Kerk nodigt ons uitdrukkelijk uit om te erkennen dat "Het lichaam van de mens heeft deel aan de waardigheid van ‘het beeld van God’". Catechismus van de Katholieke Kerk, 364[[1|364]] Een dergelijke waarheid verdient het om in herinnering gebracht te worden in het bijzonder wanneer het gaat om geslachtsverandering. De mens bestaat namelijk onlosmakelijk uit lichaam en ziel, en het lichaam is de levende plaats waarin de innerlijkheid van de ziel zich ontvouwt en manifesteert, ook via het netwerk van menselijke relaties. Ziel en lichaam, die samen het wezen van de persoon vormen, nemen dus deel aan de waardigheid die elk menselijk wezen kenmerkt. Dit geldt ook voor het respect dat verschuldigd is aan de lichamen van overledenen; 'Door de lichamen van de gelovige overledenen te begraven, bevestigt de Kerk het geloof in de verrijzenis van het vlees en wil zij de hoge waardigheid van het menselijk lichaam benadrukken als een integraal deel van de persoon in wiens geschiedenis het lichaam deelt'.[[6502|3]] vgl: n. 5: "De mens geroepen tot de verrijzenis"[[[9286]]] In dit verband moet eraan herinnerd worden dat het menselijk lichaam deelneemt aan de waardigheid van de persoon, voor zover het een persoonlijke betekenis heeft, met name in zijn seksuele toestand. Laudato Si', 155[[5000|155]] Het is in feite in het lichaam dat elke persoon zichzelf herkent als voortgebracht door anderen, en het is via hun lichaam dat mannen en vrouwen een liefdesrelatie kunnen aangaan die in staat is andere personen voort te brengen. Over de noodzaak om de natuurlijke orde van de menselijke persoon te respecteren, leert Paus Franciscus dat "de schepping aan ons voorafgaat en als een gave moet worden ontvangen. Tegelijkertijd zijn wij geroepen ons mens-zijn te bewaken en dat betekent vóór alles het te aanvaarden en te respecteren, zoals het geschapen is." Amoris Laetitia, 56[[6271|56]] Hieruit volgt dat elke geslachtsveranderende operatie in de regel een bedreiging kan vormen voor de unieke waardigheid die een persoon heeft ontvangen vanaf het moment van conceptie. Dit sluit de mogelijkheid niet uit dat een persoon met genitale afwijkingen die al duidelijk zijn bij de geboorte of die zich later ontwikkelen, kan kiezen voor medische hulp om deze afwijkingen te verhelpen. In dat geval zou de ingreep geen geslachtsverandering zijn in de hier bedoelde zin.
Referenties naar alinea 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Digitaal geweld
61
De vooruitgang van digitale technologieën biedt weliswaar veel mogelijkheden om de menselijke waardigheid te bevorderen, maar neigt er ook steeds meer toe een wereld te creëren waarin uitbuiting, uitsluiting en geweld, die zo ver kunnen gaan dat de menselijke waardigheid wordt ondermijnd, toenemen. Men kan zich voorstellen hoe gemakkelijk het is om via deze middelen de goede naam van iemand in gevaar te brengen met valse berichten en laster. Paus Franciscus benadrukt op dit punt dat "het is niet gezond om communicatie te verwarren met eenvoudig virtueel contact. In feite is ‘de digitale omgeving ook een territorium van eenzaamheid, manipulatie, uitbuiting en geweld, tot in het extreme geval van het donkere web. Digitale media kunnen zichzelf blootstellen aan het risico van afhankelijkheid, isolement en progressief verlies van contact met de concrete realiteit, waardoor de ontwikkeling van authentieke interpersoonlijke relaties wordt belemmerd. Nieuwe vormen van geweld verspreiden zich via sociale media, zoals cyberpesten; het web is ook een kanaal voor de verspreiding van pornografie en de uitbuiting van mensen voor seksuele doeleinden of door gokken’.” Christus Vivit, 88[[7341|88]] En zo komt het dat, waar de mogelijkheden van verbinding groeien, het paradoxaal genoeg gebeurt dat ieder mens zichzelf steeds meer isoleert en verarmt van interpersoonlijke relaties: "digitale communicatie wil alles naar buiten brengen; het leven van mensen wordt uitgekamd, blootgelegd en rondgebazuind, vaak anoniem. Het respect voor anderen verkruimelt, en zelfs als ik iemand anders afwijs, negeer of op afstand probeer te houden, kan ik schaamteloos naar elk detail van zijn of haar leven blijven gluren." Jongeren, geloof en de onderscheiding van de roeping (Slotdocument), 23[[7076|23]] Dergelijke tendensen vertegenwoordigen een schaduwzijde van de digitale vooruitgang.
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
In dit perspectief, als technologie de menselijke waardigheid moet dienen en niet schaden, en als het vrede moet bevorderen in plaats van geweld, moet de menselijke gemeenschap proactief zijn in het benaderen van deze trends met respect tot de menselijke waardigheid en het bevorderen van het goede: "in de huidige geglobaliseerde wereld kunnen de media ons helpen om ons meer met elkaar verbonden te voelen, om op een nieuwe manier de ene grote menselijke familie in het oog te krijgen, wat op zijn beurt weer kan leiden tot solidariteit en serieuze inspanningen voor een waardiger leven voor iedereen (...). De media kunnen ons daarbij echt helpen, vooral nu de sociale media geweldig erop vooruitgegaan zijn. Vooral het internet biedt enorme mogelijkheden voor ontmoeting en solidariteit. En dat is een goede zaak, het is een geschenk van God. Maar het is noodzakelijk om voortdurend na te gaan of de huidige vormen van communicatie ons daadwerkelijk oriënteren op een hartelijke ontmoeting, op een eerlijk zoeken naar de integrale waarheid, op dienstbare nabijheid bij de armen, op de opdracht om het algemeen welzijn te bevorderen." Fratelli tutti, 205[[7800|205]] .vgl: Communicatie in dienst van een echte cultuur van ontmoeting, 2[[[5108|2]]]
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Conclusie
63
Ter gelegenheid van de 75e verjaardag van de afkondiging van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948)[1491] herhaalde Paus Franciscus dat dat document "als een snelweg is, waarop veel stappen voorwaarts zijn gezet, maar nog veel ontbreken, en soms gaan we helaas terug. De inzet voor de mensenrechten is nooit af! In dit opzicht ben ik dicht bij allen die, zonder proclamaties, in het concrete dagelijkse leven persoonlijk strijden en betalen om de rechten te verdedigen van hen die niet meetellen." Na het Angelus: herinnering aan 75 jaar Universele Verklaring Rechten van de Mens[[9226]]
Referenties naar alinea 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
64
Het is in deze geest dat de Kerk met deze Verklaring vurig oproept om het respect voor de waardigheid van de menselijke persoon boven alle omstandigheden centraal te stellen in haar inzet voor het algemeen welzijn en van elk rechtssysteem. Respect voor de waardigheid van ieder mens is in feite de onmisbare basis voor het bestaan van iedere samenleving die beweert gebaseerd te zijn op rechtvaardig recht en niet op machtsmiddelen. Het is op basis van de erkenning van de menselijke waardigheid dat de fundamentele mensenrechten, die de basis vormen en ten grondslag liggen aan elke beschaafde samenleving, worden gehandhaafd. De waardigheid en de rechten van de menselijke persoon, (2)[[9276|(2)]]
Referenties naar alinea 64: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
65
Het is daarom de taak van elke individuele persoon en tegelijkertijd van elke menselijke gemeenschap om de menselijke waardigheid concreet en effectief te realiseren, terwijl het de plicht van staten is om haar niet alleen te beschermen, maar ook die voorwaarden te garanderen die nodig zijn om haar tot bloei te laten komen in de integrale bevordering van de menselijke persoon: "in de politiek mogen we niet vergeten dat ‘voorbij iedere uiterlijke schijn, ieder mens oneindig heilig is en onze liefde en toewijding verdient’. Fratelli tutti, 195[[7800|195]] vgl: Evangelii Gaudium, 274[[[4984|274]]]
Referenties naar alinea 65: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
Zelfs vandaag, tegenover zoveel schendingen van de menselijke waardigheid die de toekomst van de mensheid ernstig bedreigen, moedigt de Kerk de bevordering aan van de waardigheid van elke menselijke persoon, ongeacht zijn of haar fysieke, mentale, culturele, sociale en religieuze kwaliteiten. Zij doet dit hoopvol, zeker van de kracht die uitgaat van de verrezen Christus, die de integrale waardigheid van iedere man en vrouw in haar volheid heeft geopenbaard. Deze zekerheid wordt een oproep in de woorden van Paus Franciscus: “aan iedereen in deze wereld vraag ik deze eigen waardigheid, die niemand gerechtigd is hem af te nemen, niet te vergeten.” Laudato Si', 205[[5000|205]]
Referenties naar alinea 66: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaPaus Franciscus heeft tijdens de audiëntie die op 25 maart 2024 werd verleend aan ondergetekende prefect samen met de secretaris van de leerstellige afdeling van het Dicasterium voor de Geloofsleer, deze Verklaring goedgekeurd , waartoe werd besloten in de gewone zitting van dit Dicasterium op 28 februari 2024, en de publicatie ervan bevolen.
Gegeven in Rome, in de zetel van het Dicasterium voor de Geloofsleer, op 2 april 2024, de 19e sterfdag van de heilige Johannes Paulus II.
Víctor Manuel Card. Fernández
Prefect
Monseigneur Armando Matteo
Secretaris van de Doctrinaire Sectie
EX AUDIENTIA DIE 25.03.2024
FRANCISCUS
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/9223-dignitas-infinita-nl