Twaalfde eeuwfeest van den H. Willibrord
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Twaalfde eeuwfeest van den H. Willibrord
Herderlijke brief van de Nederlandsche Bisschoppen
De Bisschoppen van Nederland
7 oktober 1940
Bisschoppenconferenties - Brieven - Nederland
1945, Het Verzet van de Nederlandsche Bisschoppen tegen Nationaal-socialisme en Duitsche Tirannie, Spectrum - Analecta Aartsbisdom Utrecht, XIII (1940), blz. 104-109
Tekst is in de oorspronkelijke grammaticale stijl gehouden
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1945
7 april 2024
9222
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Den 7en November van het vorig jaar is op luisterrijke wijze gevierd het 'twaalfde eeuwfeest van het zalig afsterven van den H. Willibrord, den grooten apostel van Nederland’. Ook onze anders-denkende medebroeders hebben zich niet onbetuigd gelaten en uiting gegeven aan hun vereering voor den man, aan wien ons vaderland zooveel te danken heeft voor de prediking van het Evangelie en voor den opbloei der beschaving, die een der schoonste vruchten is van het Christendom.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOnze H. Vader Paus Pius XII heeft aan dat eeuwfeest een blijvende bekroning willen geven en den H. Willibrord verheven tot den voornaamsten patroon, patronum primarium, van de Utrechtsche Kerkprovincie, [5153] dus van geheel ons vaderland. Dit behoeft niets af te doen aan onze liefde en vereering voor andere heiligen. Doch is het niet billijk, dat wij, gedachtig aan het woord van S. Paulus: “gedenkt uwe leidslieden, die u het woord Gods hebben verkondigd, let op het einde van hun leven en volgt hun geloof na" (Hebr. 13,17) [b:Hebr. 13,17], een zeer bijzondere plaats in onze vereering geven aan den H. Willibrord, die geheel zijn leven gewijd heeft aan de bekeering van ons vaderland? Dat hij ons dan steeds als een lichtend voorbeeld en als een machtige voorspreker voor oogen sta.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDierbare Geloovigen, zoo ooit, dan hebben wij in onze dagen zulk een voorbeeld en zulk een voorspreker noodig. Want als ten tijde van S. Willibrord staat in den geweldigen geestesstrijd onzer dagen het christelijk geloof op het spel. Het is als voor ons geschreven in de eeuwenoude antifoon uit het officie van S. Willibrord: “Heilige vader Willibrord, leid uw kudde; zie van den hemel neer op ons, die dobberen op de woelige zee en behoed ons door uw gebeden en glorievolle verdiensten voor de schipbreuk". Van alle kanten wordt de wereld bedreigd door een naturalistische en materialistische levensbeschouwing, waarin voor Christus geen plaats is. Wij leven te midden van een schrikwekkenden oorlog, van een der zwaarste beproevingen, die de menschheid kon treffen, doch hoe weinig blijkt er van oprechten inkeer des harten! Hoe weinig wordt er gebeden, hoe weinig zelfs de naam van God genoemd ! En toch, wie dan alleen Hij kan uitkomst geven?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDoch laten dan ten minste wij, dierbare geloovigen, in dit ernstig uur in ons zelven keeren en ons hart tot God verheffen en onze trouw toonen aan Jezus Christus in een oprecht en levendig geloof. Ons geloof mag niet een uiterlijke sleur zijn van vrome praktijken, maar het moet ons geheele leven als een bezielende kracht doordringen. Wij moeten niet alleen zeggen, doch er ons ook diep innerlijk van bewust zijn, dat Christus is “de weg, de waarheid en het leven" (Joh. 14, 6) [b:Joh. 14, 6]. Het geloof, dat Willibrord heeft gepredikt, is een kostbare gave, substantia sperandarum rerum, een vaste grond van hetgeen wij hopen, argumentum non apparentium (Hebr. 11, 1) [b:Hebr. 11, 1], de overtuiging van diagen, die wij niet zien. Het geeft vastheid en richting aan ons leven. Het schenkt ons de zekerheid, dat wij niet aan een blind toeval zijn overgeleverd, doch dat er een God bestaat, dien wij met onze lichamelijke oogen niet kunnen zien, doch die de wereld geschapen heeft en haar nog immer leidt en bestuurt. Die God is het plechtanker van onze hoop. Wij gevoelen ons veilig in zijn handen, wat ons ook moge overkomen. Hij zal ons eeuwig gelukkig maken, als wij Hem liefhebben en dienen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar het geloof verzekert Gods dienaren niet alleen een toekomstig geluk, het geeft ook de richtlijnen voor ons leven hier op aarde en voor een gezonde maatschappelijke orde. De grondslagen der maatschappij zijn de rechtvaardigheid en de liefde. De rechtvaardigheid geeft ieder, wat hem toekomt. De liefde gaat veel verder; zij vraagt, dat wij elkander genegenheid toedragen, elkander helpen en steunen. Welnu: de liefde is de grondwet van het Christendom. “Gij zult den Heer uw God beminnen met heel uw hart, met heel uw ziel en heel uw verstand. Dit is het grootste en eerste gebod. En het tweede daaraan gelijk: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf." (Mt. 22, 37-39) [b:Mt. 22, 37-39] De Zaligmaker verklaart het nader; “Al wat gij dus wilt, dat de menschen u doen, doet het ook hun" (Mt. 7, 12) [b:Mt. 7, 12]. En S. Paulus: “Wanneer één lid lijdt, lijden alle leden mee; komt één lid in aanzien, dan deelen alle leden in zijn vreugde" (1 Kor. 12, 26) [b:1 Kor. 12, 26]. Dat is de echte christelijke gemeenschapsgeest, die alle hebzucht, oneerlijke gewinzucht, klassenstrijd uitsluit. Dezen gemeenschapszin behoeven wij niet te ontleenen aan andere wereldbeschouwingen; hij is ons eigen erfgoed en berust op de christelijke overtuiging, dat wij allen leden zijn van één groot gezin en kinderen van denzelfden hemelschen Vader, ja ook één lichaam in Christus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGelijk alles wat kostbaar is, vraagt ook het geloof offers om het te bewaren en te beleven: zelfbeheersching, zelfverloochening, moed en kracht. S. Willibrord is een heilige geworden, doch daartoe heeft hij ook alles moeten verlaten, wat hem dierbaar was, om onder een barbaarsch volk te midden van duizenderlei ontberingen en gevaren het Evangelie te verkondigen, steeds bereid zijn leven zelfs te offeren. Christus vraagt van zijn volgelingen heldenmoed. Er kunnen oogenblikken in ieders leven komen, dat er van transigeeren geen sprake kan zijn, dat wij een keuze moeten doen. Want “wie niet met Mij is, is tegen Mij" (Mt. 12, 30) [b:Mt. 12, 30]. Doch het Christendom schenkt ook heldenmoed: “Tot alles ben ik in staat door Hem, die mij sterk" (Fil. 4, 13) [b:Fil. 4, 13].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVerzekerd van den bijstand van Christus zullen wij nooit kleinmoedig zijn en ons angstig terugtrekken. “Confortamini in Domino", “weest sterk in den Heer" (Ef. 6, 10) [b:Ef. 6, 10], vermaant ons de Apostel. “Staat vast in het geloof; blijft mannen, weest kloek” (1 Kor. 16, 13) [b:1 Kor. 16, 13]. Twintig jaar had Willibrord met vrucht in Friesland gewerkt, toen een katastroof alles dreigde te vernietigen. Radboud, de heidensche koning der Friezen, veroverde Utrecht; overal werden de kerken verwoest. God Iaat nu eenmaal zulke beproevingen toe; de geheele geschiedenis is er het sprekend bewijs van. Christus heeft het voorspeld: “Een dienaar is niet meer dan zijn meester. Heeft men Mij vervolgd, dan zal men ook u vervolgen" (Joh. 15, 20) [b:Joh. 15, 20]. Zijn Kerk heeft op haar pelgrimstocht van negentien eeuwen ontzaglijk veel geleden, niet het minst van haar eigen kinderen. Doch tegelijk met haar opdracht het Evangelie aan al de volkeren te prediken, draagt zij de belofte van haar Stichter met zich mede: “Ziet, Ik blijf altijd bij u, tot aan het einde der wereld" (Mt. 28, 20) [b:Mt. 28, 20]. Na iedere beproeving, als haar tegenstanders reeds haar einde nabij meenden, kon zij innerlijk gelouterd en gesterkt met hernieuwde kracht haar zegenrijke taak onder de menschheid voortzetten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBehalve het geloof, d.w.z. de waarheden, die strikt ter zaligheid noodig zijn, heeft S. Willibrord ons nog een ander erfdeel nagelaten, de christelijke beschaving. Eeuwen lang hebben monniken en geestelijken scholen gesticht, onderricht gegeven, de menschen opgevoed. De gilden waren van den christelijken geest doordrongen. Geleerde summa's, majestueuze kathedralen en kostbare kunstwerken spreken nog immer van de scheppingskracht der Middeleeuwen. Veel is verloren gegaan; veel is er veranderd; de Kerk heeft zich aan de nieuwere tijden aangepast. Want zij is als "de huisvader, die uit zijn schat nieuw en oud te voorschijn brengt" (Mt. 13, 52) [b:Mt. 13, 52].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaThans nog heeft de Kerk tallooze instellingen: scholen en inrichtingen voor de opvoeding der jeugd, instellingen van liefdadigheid, sociale organisaties. Zij zijn van den eenen kant uitingen van ons geloof, dat zich immers in de werken openbaart, van den anderen kant machtige middelen om het geloof te beschermen. In jarenlangen arbeid, met eindelooze moeite en onder zware offers hebben onze katholieken dat alles opgebouwd. Het is onze dure plicht het in stand te houden, voorzoover het in ons vermogen ligt. “Vindicamus haereditatem patrum nostrorum, Wij handhaven het erfdeel onzer vaderen." (1 Makk. 15, 34) [b:1 Makk. 15, 34]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDie katholieke instellingen hebben zonder twijfel ook op maatschappelijk gebied zegenrijk gewerkt. Moeten wij nog antwoorden op de zoo dikwijls geuite beschuldiging, dat wij daardoor verdeeldheid zouden verwekken of minder trouwe vaderlanders zouden zijn? Niet in de vervlakking van ieders levens- en wereldbeschouwing kan de kracht liggen van een volk, doch slechts in eendrachtig samenwerken tot welzijn van het vaderland, met eerbiediging van elkanders diepste overtuigingen. En in liefde voor het vaderland doen wij voor niemand onder. Wij behooren tot twee rijken : het Rijk Gods op aarde, de Kerk van Christus, en het aardsche rijk, ons vaderland. Van beide willen wij trouwe burgers zijn volgens het woord en voorbeeld van Christus: “Geeft den keizer, wat den keizer toekomt; en geeft aan God, wat God toekomt" (Mt. 22, 21) [b:Mt. 22, 21]. Kerk en Staat hebben geen tegenstrijdige belangen, doch het zijn machten, die ieder op eigen terrein werkzaam zijn en elkander aanvullen en steunen. Ja, wij mogen zeggen, dat wij beter het vaderland dienen, naarmate wij betere Christenen zijn. Want niet om zuiver menschelijke motieven, doch uit godsdienstige overtuiging betoonen wij gehoorzaamheid aan onze overheden, beoefenen wij de rechtvaardigheid en liefde ten opzichte van elkander en vervullen allen hun plichten, met name die van het huwelijk, waardoor een volk gezond en krachtig wordt. Ook wij werken mede aan den opbouw van ons vaderland, doch Christus is ons fundament. Want "niemand mag een ander fundament plaatsen, dan wat gelegd is en dat is Jezus Christus" (1 Kor. 3, 11) [b:1 Kor. 3, 11]geloof, dat S. Willibrord ons heeft verkondigd. Doch weest ook, als hij, apostelen van dat geloof, vooral door het te beleven. Dat heeft onze tijd noodig om genezen te worden. Laten wij doen, wat christenplicht vordert, ieder in eigen kring, eenvoudig, zoo noodig tot offers bereid, omdat Christus het van ons vraagt. Dan zullen wij niet alleen in onze eigen omgeving werken aan den opbouw op Christus, ons fundament, doch dan zullen ook zooveel anderen, die het goede willen, doch den weg niet weten, zien, dat alleen Christus is het heil der wereld. ‘Zoo moet uw licht schijnen voor de menschen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken, die in den hemel is." (Mt. 5, 16) [b:Mt. 5, 16]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn moge de H. Willibrord ons vaderland, dat hem tijdens zijn leven zoo aan het hart lag, thans vanuit den hemel met zijn machtige voorbede beschermen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn zal dit Ons gezamenlijk herderlijk schrijven in alle tot Onze Kerkprovincie behoorende kerken, alsmede in de kapellen, waarover een rector is aangesteld, op Zondag 10 November e.k. op de gebruikelijke, wijze van den preekstoel worden voorgelezen.
Gegeven te Utrecht, den 7en October van het jaar O. H. 1940.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/9222-twaalfde-eeuwfeest-van-den-h-willibrord-nl