Het Goddelijke Moederschap van Maria
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Het Goddelijke Moederschap van Maria
Anscar Vonier o.s.b.
mei 1921
Kerkelijke schrijvers - Boeken
1948, Het Spectrum
Vert. uit het Engels
Bron: The Divine Motherhood
Oorspronkelijke spelling van de vertaling is gehandhaafd
Imprimatur H.]. H. M. Fortmann, censor a. h. d. Driebergen. die 23 Nov. 1947
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Bron: The Divine Motherhood
Oorspronkelijke spelling van de vertaling is gehandhaafd
Imprimatur H.]. H. M. Fortmann, censor a. h. d. Driebergen. die 23 Nov. 1947
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1948
M. A. Nauwelaerts C.I.C.M.
3 februari 2025
9089
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- VOORWOORD
Dit boek voert geen polemiek. Het is geschreven voor den gelovige, die de leer der Menswording in haar geheel aanvaardt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is moeilijk voor onze geest om in een zó serene atmosfeer te leven, dat wij geen notitie meer nemen van het feit dat er ketterijen geweest zijn. Toch meen ik dat, wie zijn geloof in de Menswording, zo volledig· als dat hier op aarde mogelijk is, wil beleven, geen aandacht moet schenken aan de dwaalleer en practisch haar bestaan moet negeren. De positieve zijde van onze theologie over de Menswording is zo wonderbaar, zo onmetelijk, dat onze geest in de beschouwing daarvan onnoemelijke voldoening kan vinden, zonder in het minst behoefte te gevoelen om naar de negatieve zijde, de tegenspraak, te kijken. Met dit gevoel van onverstoord geestelijk bezit werd dit boek over de gezegende Moeder van God geschreven voor mensen, die het feit dat de Zoon van God de Zoon van Maria is, evenmin betwijfelen als het feit dat zijzelf geboren werden uit hun eigen moeder.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet menselijk moederschap is voor den mens het onderwerp waar hij met het meeste gemak en de grootste liefde over spreekt; moge het goddelijk moederschap een even natuurlijke en klaarblijkelijke waarheid zijn voor ons, die geloven in de Menswording.
ANSCAR VONIER 0.S.B., Abt.
Buckfast Abbey
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK I - MARIA'S PERSOONLIJKE HEILIGHEID
Wij kunnen onderscheid maken tussen de persoonlijke heiligheid van Onze Lieve Vrouw en haar goddelijk moederschap. Haar Onbevlekte Ontvangenis, haar algehele zondeloosheid, haar onmetelijke liefde kunnen wij beschouwen als haar persoonlijke heiligheid. Deze persoonlijke heiligheid was haar reeds geschonken, toen de aartsengel Gabriël haar begroette met zijn oneindig belangrijke boodschap: "Wees gegroet, vol van genade. De Heer is met u, gij zijt de gezegende onder de vrouwen". Hoe groot Maria's heiligheid ook is op dat ogenblik, het ogenblik dat aan haar goddelijk moederschap voorafging, toch kunnen wij op geen enkele grond zeggen, dat God zulk een heiligheid niet aan een mens kon schenken buiten elk verband met het geheim van het goddelijk moederschap. God kon het voorrecht van een onbevlekte ontvangenis en het voorrecht van algehele zondeloosheid naar ziel en lichaam schenken aan elken mens, die uit Adam geboren is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe woorden van den hemelsen geest schilderen de ziel van Maria, zoals zij was vooraleer het mysterie der Menswording· deze ziel verhief tot een geheel nieuw plan van heiligheid en volmaaktheid. Deze woorden hebben betrekking op de staat van Maria, zoals die op dat ogenblik is; de vlekkeloze engel begroet de vlekkeloze maagd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn een merkwaardige bladzijde van het evangelie zien wij dat Christus zelf van dat onderscheid tussen Maria's goddelijk moederschap en haar persoonlijke heiligheid gebruik maakt om de nadruk te leggen op de belangrijkheid van persoonlijke heiligheid. "Terwijl Hij zo sprak, verhief een vrouw uit het volk haar stem, en zei Hem: Zalig· de schoot, die U heeft gedragen, en de borsten die U hebben gezoogd. Maar Hij zeide: Zalig eerder, die luisteren naar Gods woord, en het beleven" (Lk. 11, 27-28)[b:Lk. 11, 27-28]. Hier stelt de Zoon van God zelf het goddelijk moederschap en persoonlijke heiligheid tegenover elkaar, en dit is ongetwijfeld een der meest treffende gezegden in de heilige evangeliën. Het feit dat wij deze passage aan Sint Lukas danken, is niet zonder betekenis; Sint Lukas is meer dan de andere evangelisten, de evangelist van het goddelijk moederschap en hier vinden wij de laatste der drie door hem vermelde lofprijzingen van Maria; de eerste was de groet van den engel, de tweede de begroeting waarmede Elisabet haar nicht verwelkomde. Niets ter wereld kon ons een verhevener kijk gunnen op de waarde en de natuur van de persoonlijke heiligheid dan het antwoord van onzen Heer op de lofspraak van de vrouw over het goddelijk moederschap. Wij hadden deze grote les nodig, want niets is moeilijker voor den mens dan een daadwerkelijke liefde voor en waardeschatting van de elementen die te zamen persoonlijke heiligheid vormen. Het hoogstverheven geestelijk wonder is door de wetten zelf van het goddelijk leven innig verbonden met persoonlijke heiligheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVan de andere kant zou echter niets minder juist zijn, dan in de woorden van onzen Heer ook maar de minste geringschatting voor de waarde van het goddelijk moederschap als zodanig te horen. Hij legt de nadruk op de waarde van persoonlijke heiligheid door die te vergelijken met het meest verhevene van de schepping: het goddelijk moederschap. Het zou volstrekt nutteloos zijn ons af te vragen of het goddelijk moederschap in de practijk gescheiden kan worden van persoonlijke heiligheid; met andere woorden, of in het algemeen het voor een schepsel mogelijk is de moeder van God te zijn, en toch niet de persoonlijke heiligheid te bezitten. Zonder twijfel bevat een dergelijke stelling een innerlijke tegenstrijdigheid. Het is zeker dat de woorden van onzen Heer geenszins de indruk wekken, dat Hij in zijn geest een dergelijke veronderstelling heeft gemaakt. Hij stemt volledig in met de lof, die aan het goddelijk moederschap wordt gegeven, maar Hij vult de lofspraak aan door haar uit te breiden tot de persoonlijke heiligheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet onderscheid, dat wij maken tussen de persoonlijke heiligheid van Onze Lieve Vrouw en haar goddelijk moederschap, is daarom gerechtvaardigd, omdat het, theoretisch gesproken, voor een menselijk wezen mogelijk zou kunnen zijn om evenveel genade te bezitten als Maria, onafhankelijk van het goddelijk moederschap. Maar wij kunnen de zaak ook anders beschouwen en onszelf afvragen, of goddelijk moederschap eigenlijk wel mogelijk is zonder het bezit van persoonlijke heiligheid, en wel persoonlijke heiligheid van een zeer hoog gehalte. Wij beseffen, natuurlijk zonder verder nadenken, dat de Moeder van God een zeer heilig wezen moet zijn; maar in welke mate persoonlijke heiligheid en goddelijk moederschap niet van elkaar te scheiden zijn, kunnen wij minder gemakkelijk uitmaken. Uit de heilige evangeliën en de katholieke godgeleerdheid leren wij wel zeer veel over de natuur en de grootheid van het goddelijk moederschap. Door het geloof en de traditie weten wij ook heel wat over Maria's persoonlijke heiligheid; wij weten dat zij onbevlekt ontvangen is, dat zij volkomen vrij van alle zonde is geweest, dat zij in de genade is bevestigd. Maar in welke mate deze persoonlijke voorrechten vereist werden voor het goddelijk moederschap, kunnen wij niet aanstonds zeggen. Er is echter één geestelijk feit van absolute zekerheid: het goddelijk: moederschap is het primaire, het centrale feit in Maria's uitverkiezing en voorbeschikking vanwege God. Zij is niet een heilige, aan wie het goddelijk moederschap werd geschonken als een buitengewone genade; zij is de goddelijke Moeder, aan wie de heiligheid is gegeven als een noodzakelijke geestelijke aanvulling. Het goddelijk moederschap is een zó buitengewone genade, of heter: een geestelijk wonder, zó enig in zijn soort, dat wij het moeten beschouwen als de alles-overheersende geestelijke factor in de persoon, die het ontvangt. Alle andere gaven naar ziel en lichaam in deze immer-gezegende persoon waren slechts een voorbereiding op, en een gevolg van dat grote mysterie van goddelijk leven. Of schoon wij dus niet kunnen achterhalen of heiligheid in de hoogste graad door een noodzakelijke levenswet verbonden is met het goddelijk moederschap, één feit kan ons toch niet ontgaan: de prioriteit van het goddelijk moederschap in Maria's uitverkiezing; zij is eenvoudig de Moeder van God, dát is de definitie van Maria.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIndien dit boekje zijn doel enigermate wil bereiken, dan moge niemand het na lezing terzijde leggen, zonder van de verhevenheid van het goddelijk moederschap zulk een opvatting te hebben gekregen, dat hij noodzakelijk moet erkennen dat Maria's persoonlijke heiligheid intrinsiek verbonden was met haar moederschap door een bovennatuurlijke levenswet, die God zelf niet had kunnen opheffen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK II - HET MOEDERSCHAP VAN ELISABET
Zoals de persoon van den Zoon Gods zijn menselijke en geschapen tegenhanger heeft in de persoon van Johannes den Doper, den Voorloper, zo staat, in het evangelie van Sint Lukas, het goddelijk moederschap van Maria in nauw verband met een ander moederschap, dat van Elisabet.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaElisabets moederschap heeft een wonderbare rol in het geheim der Menswording gespeeld; het was voor Maria het enig uitwendig bewijs voor de mogelijkheid van een goddelijk en maagdelijk moederschap. Hierdoor kreeg de geest van Maria de menselijke voldoening van een zichtbaar getuigenis te bezitten ten gunste van een onbegrijpelijk, geestelijk feit. Het moederschap van Elisabet was voor den engel het argument om de waarachtigheid van zijn ongelooflijke boodschap te staven. Hij bezigde geen ander, maar hij bezigde het met onweerstaanbare doeltreffendheid: "Zie, uw bloedverwante Elisabet heeft ook een zoon ontvangen in haar ouderdom, en zij, die onvruchtbaar heette, is in haar zesde maand; want niets is onmogelijk bij God" (Lk. 1, 56-57)[b:Lk. 1, 56-57]. De geloofsact, waardoor Maria instemde met de boodschap van den engel, was de hoogste daad van geloof ooit in de bovennatuurlijke wereld gesteld; niettemin was in deze geloofsact het menselijk verstand werkdadig; er was het motium credibilitatis, de verstandelijke reden tot instemming. Het moederschap van Elisabet, zo onverwacht, zo ver verheven boven menselijke wetten, was voor het sublieme geloof van Maria in die omstandigheid het motivum credibilitatis. Maria's geest werkte ingespannen; het moederschap, dat haar beloofd werd, was schijnbaar onmogelijk zowel op grond van haar maagdelijkheid als op grond van de natuur van het kind, dat zou geboren worden. De aartsengel, onder alle wezens bevoorrecht, drong door in de werking van deze geest en volgde die stap voor stap; het was immers zijn taak de boodschap niet enkel over te brengen, maar ook om deze geloof waardig te maken, ten einde te bereiken dat Maria de boodschap met haar verstand aanvaarden zou. Deze nauwkeurige vermelding van Elisabets moederschap gaf in Maria's geest de doorslag en haar geestelijke aanvaarding van het mysterie der Menswording was volledig en zonder voorbehoud. Dat Maria's geloofsact op dat ogenblik een daad was van heroïsche volmaaktheid, kunnen wij besluiten uit de lofprijzing, die de Heilige Geest in de mond van Elisabet legde, bij het bezoek van Maria: "Zalig zij, die geloofd heeft, want wat haar namens den Heer gezegd is, zal volbracht worden" (Lk. 1, 45)[b:Lk. 1, 45].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet moederschap van Elisabet is klaarblijkelijk het grootste en edelste voorbeeld van een zuiver menselijk moederschap: "Voorwaar, Ik zeg u: onder de kinderen der vrouwen is er geen opgestaan, die groter was dan Johannes de Doper" (Mt. 11, 11)[b:Mt. 11, 11]. Deze getuigenis van den Zoon Gods over Johannes' grootheid zou voldoende zijn om aan Elisabet een enige ereplaats toe te kennen onder alle vrouwen, die de waardigheid van het moederschap bezitten. Maar bovendien, naast de grootheid van den zoon uit Elisabet geboren, staat nog de wondervolle omstandigheid van dit moederschap. Het is zó bovennatuurlijk, staat zó ver boven de wetten der menselijke vruchtbaarheid, als bij mogelijkheid kan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe priester Zakarias, Elisabets echtgenoot, twijfelde geen ogenblik aan de tegenwoordigheid van den engel, die hem verscheen, staande aan de rechterzijde van het reukaltaar; hij wist dat hij sprak met een engel van den Heer. Toch scheen de belofte van een zoon hem zo ongelooflijk, dat hij door een vreemde tegenstrijdigheid werkelijk twijfelde aan de mogelijk heid van zulk een gebeurtenis. "Maar Zakerias zei tot den engel: Waaraan zal ik dat erkennen? Want ik ben oud, en ook mijn vrouw is reeds op jaren" (Lk. 1, 18)[b:Lk. 1, 18].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe twijfels van den ouden man waren van zulke aard, dat zij de ernstige afkeuring van den engel verdienden en de straf van tijdelijke sprakeloosheid: "omdat gij mijn woorden niet hebt geloofd, die te hunner tijd in vervulling zullen gaan" (Lk. 1, 20)[b:Lk. 1, 20]. De twijfel van Zakarias is, evenals de twijfel van St Thomas, den apostel, een indirect getuigenis: hij wijst op een bovennatuurlijk feit. In dit geval is het wonderbaar karakter van J oharmes' geboorte dit bovennatuurlijk feit. Bij Elisabet staan wij natuurlijk niet voor een wonderbaar verschijnsel van bovenzinnelijke heerlijkheid, zoals dit het geval is met Maria's moederschap; Zakarias is werkelijk de vader van Johannes den Doper. Toch was het tegelijkertijd zo'n klaarblijkelijk teken van Gods gunst voor Elisabet, dat Maria's verstand niet langer twijfelde aan de mogelijkheid van haar eigen moederschap, zodra zij uit de mond van den engel het nieuws vernam, dat Elisabet in verwachting was.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet moederschap van Elisabet kunnen wij beschouwen als een term van vergelijking om ons de mate der voortreffelijkheid van Maria's moederschap des te beter te doen begrijpen. Het evangelie van Sint Lukas begint met een omstandige beschrijving van het heiligste en zuiverste menselijke moederschap dat men zich kan voorstellen. De evangelist vindt er een genoegen in, ons een volledige beschrijving· te geven van de heerlijkheden dezer eerbiedwaardige moeder. De compositie is volmaakt, ook uit aesthetisch oogpunt, het vormt een heerlijk crescendo, dit dooreenweven van het moederschap van Elisabet met het moederschap van Maria. Wanneer wij alles over Elisabets moederschap, zoals de pen van Sint Lukas ons dat beschrijft, gelezen hebben, vragen wij ons af of het voor een vrouw mogelijk is God dichter bij zich te hebben in de vreugden van het moederschap, dan dit geschiedde door die wondervolle nabijheid van de hemel bij de oorsprong van Johannes' leven. Maar er zal nog iets groters komen, iets dat een dramatisch beroep zal doen op het sterkste geloof. In Elisabets moederschap omgeven Gods werking en genade, als met een geur van hemels leven, de wetten van het geschapen leven. In Maria's moederschap zal het geheel en al hemels leven zijn. Gods werking vergezelt niet enkel de geschapen oorzakelijkheid; zij is de oppermachtige, enige werking, zonder de minste invloed van de geschapen levenswetten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVan de andere kant is deze kunstzinnige ineenstrengeling, door den evangelist, van het moederschap dezer beide vrouwen voor ons een waarborg dat elk van beiden een waarachtig moederschap was, in de volle zin van het woord. Onze geest loopt altijd gevaar Maria's goddelijke rol in een geheel bovenaardse sfeer te verplaatsen, aan haar moederschap te denken als aan iets dat behoort tot een geheel andere wereld. De verhevenheid van dit moederschap kan, voor een onbedachte geest, iets van zijn geschapen realiteit wegnemen. Maar nu Maria's moederschap zo nauw verbonden wordt met dat van Elisabet, moeten wij wel terstond inzien dat Maria werkelijk moeder is, op de gewone, reële, geschapen wijze van moeder-zijn. Toen Elisabet en Maria elkaar voor het eerst ontmoetten na de boodschap van den engel, waren het twee moeders, die elkaar begroetten en was de ene even waarachtig en even daadwerkelijk moeder als de andere: "Wat valt mij te beurt, dat de moeder van mijn Heer tot mij komt?" (Lk. 1, 45)[b:Lk. 1, 45].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaElisabets vreugdekreet is tevens de verkondiging van de realiteit van Maria's moederschap; haar eigen kind, nog verborgen in haar schoot, was opgesprongen van vreugde om de tegenwoordigheid van Hem, die daar toen niet persoonlijk aanwezig kon zijn, als de schoot van Maria niet werkelijk de schoot van een moeder was. De tekst: "Gezegend is de vrucht van uw schoot" moeten wij lezen in verband met die andere: "Het kind sprong van vreugde op in mijn schoot". Elisabet bewaart, in haar tedere liefde voor haar nicht, voor ons het grote geheim, en behoedt het voor terugtreding in een sfeer, die niet langer menselijk is. Maria's moederschap is waarlijk een goddelijk moederschap. Maar het bezit ook de vreugden en de wezenlijke kenmerken van een menselijk moederschap. Het was de opdracht van den aartsengel Gabriël, de geheimen van het goddelijk moederschap te openbaren; het was de opdracht van Elisabet, ons te verzekeren dat Maria, even waarachtig als zijzelf, een menselijke moeder is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK III - DE GROOTHEID VAN HET GODDELIJK MOEDERSCHAP
De boodschap van den aartsengel Gabriël aan Zakarias, den man van Elisabet, bevat een volledige beschrijving van het karakter en de levensloop van het kind dat uit haar geboren zou worden: ,Want hij zal groot zijn voor den Heer; hij zal geen wijn drinken, noch sterke drank; en reeds van de schoot van zijn moeder af zal hij vervuld worden van den Heiligen Geest. En vele kinderen van Israël zal hij bekeren tot den Heer hun God; hij zal voor Hem uitgaan met de geest en de macht van Elias, om de harten der vaderen tot de kinderen terug te brengen, en de weerspannigen tot de gezindheid van rechtvaardigen, en den Heer een goedgestemd volk bereiden" (Lk. 1, 15-17)[b:Lk. 1, 15-17].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe lof, gegeven aan het kind dat geboren zal worden, is tevens de maatstaf voor de grootheid van Elisabets moedêrschap. Zij zal waarlijk de moeder worden van een man, wiens grootheid alles overtreft wat in de geestelijke geschiedenis van Israël is voorafgegaan; Elisahet is de moeder van den Voorloper, en haar moederschap reikt even ver als het leven van den Voorloper. De ouders van Johannes zullen zich verheugen en blij zijn om de grootheid van hun zoon: het is immers een algemene wet van menselijk ouderschap dat de levensloop van een man, hoe groot ook, een waarachtige glorie is voor den vader en de moeder van dien man; menselijk ouderschap omvat geheel het sterfelijk leven van het kind.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe hemelse boodschapper, door God belast met de taak de heerlijkheid van Maria's en Elisabets moederschap bekend te maken, bewaart in beide gevallen eenzelfde volgorde: hij verkondigt eerst de lof van den beloofden zoon om te tonen hoe groot de eer is, die de bevoorrechte ouders te beurt valt; hij geeft een maat voor de grootheid van beider moederschap door een beschrijving van de levensloop harer zonen. Zo luidt de wondervolle boodschap aan Maria, de tegenhanger van die andere boodschap, gebracht aan den vader van Johannes: "Vrees niet, Maria, want gij hebt genade gevonden bij God. Zie, gij zult in uw schoot ontvangen en een Zoon baren; en gij zult Hem Jezus noemen. Hij zal groot zijn, en Zoon van den Allerhoogste worden genoemd. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David geven. Hij zal koning zijn over het huis van Jakob in eeuwigheid, en aan zijn koningschap zal geen einde komen" (Lk. 1, 30-33)[b:Lk. 1, 30-33].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet moederschap van Elisabet, dat voor ons door zijn innige verbondenheid met het moederschap van Maria, reeds zo belangrijk is om de realiteit van de Menswording ten volle te begrijpen, bewijst aan de christelijke theologie een nog waardevoller dienst: door vergelijking geeft het ons een maatstaf om de grootheid van Maria's moederschap te meten. Maria's moederschap strekt zich zo ver uit als het leven van haar Zoon, zoals dit door Gabriël beschreven wordt; juist zoals het moederschap van Elisabet het leven van den Voorloper omvat. Johannes' levenstaak, hoe groot en verheven ook, draagt een begrensd karakter; Elisabet deelt in al zijn glorie. De levenstaak van Jezus kent geen, grenzen; zij omvat de eeuwigheid. "En aan zijn koningschap zal geen einde komen." Zover reikt ook Maria's moederschap, het heeft een gelijke uitgebreidheid. Zij is waarlijk de moeder van Hem, aan wiens koningschap geen einde zal komen. Krachtens dit liefelijk parallelisme tegen het moederschap van Maria en van Elisabet, dat door Gods wijsheid in de oorsprong zelf van het Christendom is neergelegd, nemen wij Gabriëls beschrijving van Christus' zending en karakter als een maatstaf voor de grootheid van Maria's moederschap. Maria is, van den beginne af, de moeder van Hem, wiens koningschap eeuwig is. Het goddelijk moederschap van Maria is dus eeuwig, niet tijdelijk van aard. Gabriéls beschrijving van het Kind dat uit Maria zal geboren worden, vat in het kort geheel de grootheid van Jezus samen: Hij is de Zoon van God; Hij is erfgenaam van al de beloften van Israël; Hij is onsterfelijk. In al die onmetelijke heerlijkheid en grootheid zal Maria delen, als een echte moeder; in dit alles mag zij zich verheugen, op dit alles mag zij roemen, het maakt alles deel uit van haar moederschap. Zij zal zijn de Moeder van Een, die groot is: ~Hij zal groot zijn", zoals ook Elisabet moeder zou worden van een groot man. Beide moeders hebben dit voorrecht. Maar wanneer de engel daarna spreekt over de grootheid van Johannes en die van Jezus, stijgt hij op, uit de sfeer der eindige dingen die Johannes betreffen, naar het oneindige, wanneer het over Jezus gaat, en Maria's moederschap stijgt met hem.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaElisabets moederschap reikt niet verder dan Johannes' menselijke loopbaan. Wanneer door Herodes' toedoen de grote profeet de marteldood heeft geleden, is de onstoffelijke geest van Johannes niet meer de zoon van Elisabet. Maar de verrezen Christus is de Zoon van Maria, en de verrijzenis van Christus behoort tot Maria's moederschap, behoort tot alles wat haar beloofd werd, toen haar een Zoon beloofd werd, wiens koningschap nooit een einde zal hebben.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaria's goddelijk moederschap verschilt dus van elk ander moederschap, dat van Elisabet niet uitgezonderd, door deze belangrijke wezenstrek, dat haar moederschap betrekking heeft op Een die eeuwig is; deze betrekking ontstaat door de levensbeginselen zelf die hun oorsprong hebben in Maria' s schoot. N.v.d.v.: Dit lijkt ons in strijd met wat St Thomas zegt in zijn Summa,: Corpus Christi, quantum ad conditionem naturae passibilis, putrefactibile fuit.[[t:IIIa q. 51 a. 3 ad 2]] Daar Jezus volgens de wetten van zijn goddelijk bestaan, nimmer bederf kon aanschouwenwant "Hij werd niet in het dodenrijk achtergelaten en zijn vlees zag geen bederf" (Hand. 2, 31)[b:Hand. 2, 31] blijft Maria zonder onderbreking zijn moeder, zolang er identiteit is en voortbestaan van het lichaam, dat Hij van haar ontving.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaKrachtens het goddelijk Zijn dat in Hem was, betekende zijn dood nimmer de geringste onderbreking van zijn persoonlijk bestaan, noch een uiteenvallen van de elementen van het lichamelijk organisme, dat oorspronkelijk in Maria's schoot gevormd was. Geen andere moeder kan roemen op zulk een voortbestaan van het leven, dat zij eens gegeven en gekoesterd heeft. De dood van Jezus op het kruis kon geen onderbreking zijn in die verwantschap van natuur, die tussen Maria en haar goddelijken Loon bestond sinds het uur van zijn ontvangenis in haar schoot. De verrijzenis van het lichaam van onzen Heer is meer dan de wederkeer van een dode tot het leven; het was een teken van nog een ander wonder: dat zijn persoonlijk bestaan nooit onderbroken is, door de kracht van de hypostatische vereniging; ziel en lichaam, of schoon gescheiden door de dood, waren verenigd in den énen goddelijken Persoon van het Woord.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDaarom kunnen wij niet volstaan met te zeggen, dat de verrijzenis aan Maria haar Zoon teruggaf; wij moeten zeggen dat zelfs in de dood Jezus waarlijk de Zoon van Maria was. Daar Hij immers ook de Zoon van den Allerhoogste was, kon zijn Zoonschap, zowel in betrekking tot zijn hemelsen Vader, als tot zijn aardse Moeder, geen enkele onderbreking dulden. De maat voor de grootheid van het goddelijk moederschap is oneindigheid en eeuwigheid. Gabriël beloof de van Godswege aan Maria een Zoon van oneindige verhevenheid, die Zoon van den Allerhoogste genoemd zou worden en een leven van eeuwige duur zou hebben. Haar moederschap bezit dus noodzakelijkerwijs al deze eigenschappen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK IV "HIJ ZAL GROOT ZIJN"
Zowel voor Jezus als voor Johannes, betreft de eerste belofte van den aartsengel Gabriël aan de ouders de toekomstige grootheid van hun kind. Van Johannes zegt de engel: "Hij zal groot zijn voor den Heer" (Lk. 1, 15)[b:Lk. 1, 15]. Voor Jezus draagt de aankondiging, natuurlijk, een veel meer onvoorwaardelijk karakter, en de grootheid die voorspeld wordt, is een absolute grootheid van de persoon, daar Hij genoemd zal worden: de Zoon van den Allerhoogste, wat oneindig verheven is boven groot te zijn voor den Heer: "Hij zal groot zijn en Zoon van den Allerhoogste genoemd worden" (Lk. 1, 32)[b:Lk. 1, 32]. Maria's goddelijk moederschap omvat den Christus in al zijn grootheid wiens naam verheven is boven alle andere namen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWanneer wij in de Handelingen der Apostelen lezen, dat de leerlingen van Christus verzameld waren in afwachting van den Heiligen Geest, met ,Maria de moeder van Jezus" (Hand. 1, 14)[b:Hand. 1, 14] dan mogen wij aan deze woorden hun volle, letterlijke betekenis geven; want Maria was toen even waarachtig de moeder van Jezus, die opgestegen was ten hemel en den. Geest van liefde zou zenden, als zij de moeder van Jezus was op het bruiloftsmaal te Kana in Galilea. Zij wist toen dat zij de moeder was van Hem, die groot is boven alle vergelijking. Maar deze hoedanigheid, die door den engel het eerst, als de eigenlijke wezenstrek van haar Zoon, werd verkondigd, zou pas het laatst onthuld worden. Het goddelijk moederschap spreekt ons hoofdzakelijk aan in verband met Christus' kleinheid. Steeds wanneer de menselijke kunst een poging gewaagd heeft het heerlijk onderwerp van het goddelijk moederschap af te heelden, heeft men dit moederschap genomen in zijn eerste periode, toen de Zoon van Maria nog niet groot was, maar klein. Maar geen kunstenaar is ooit in staat geweest of zal ooit in staat zijn geheel en al de bijzondere blik vol liefde en hoop weer te geven, waarmee Maria naar haar Kind keek, telkens wanneer de boodschap van den engel in haar oren naklonk: "Hij zal groot zijn".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit woord moet heel de christelijke kunst doordringen, wanneer zij de Moeder met het Kind uitbeeldt. Maria houdt in haar armen Een, die groot zal zijn; niets kan Hem ooit verhinderen groot te zijn; dat weet zij zeker, ofschoon zij misschien in twijfel is over vele dingen, die zijn uiteindelijke grootheid zullen uitmaken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij toont haar lieve Kind, zo hulpeloos, zo nietig, en spreekt tot ons de woorden van den hemelsen gezant: "Hij zal groot zijn". Niets spreekt zo onmiddellijk tot het menselijk moederhart als de hoop op grootheid voor het hulpeloze, stamelende, kleine kind. Maria's vreugde was volledig, zij hoopte niet enkel, zij bezat een goddelijke zekerheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBij al onze gedachten over het goddelijk moederschap moeten wij voortdurend de woorden voor de geest houden, waarmee Gabriël de beschrijving van Maria's toekomstige Zoon begint. Mochten wij deze aankondiging: "Hij zal groot zijn" vergeten, dan zou dat ons kunnen brengen tot een zeker naturalisme in onze godsvrucht tot de Moeder met het Kind.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTussen Maria en het Kind is meer dan de tedere liefde van een schone moeder tot haar eerstgeborene; er is een geloof, even hevig als de natuurlijke liefde van een moeder zijn kan, in de onvergelijkelijke grootheid van het kind, die eens geopenbaard zal worden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLiefde voor de Madonna en kunstvolle voorstelling van de Madonna die deze trek, het geloof van de moeder in de grootheid van het kind, niet bevatten en uitdrukken, bereiken niet de hoogte van de ware christelijke opvatting van het goddelijk moederschap.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe liefde van een katholiek tot de Moeder van God is groots, in wezen; het goddelijk moederschap is een meesterstuk van Gods wijsheid, dat ook het scherpste en grootste verstand kan verblijden. Het is een bron van geestelijke kracht; het is de grondslag van een onmetelijk vertrouwen; het kweekt een liefde sterker dan de dood. Het goddelijk moederschap is vol majesteit en de ganse schepping staat in ontzag voor de overweldigende heerlijkheid van het gezegende visioen, de Moeder met het Kind. De katholieke kunst heeft, in haar zuiverste en strengste uitingen, het gegeven van de natuurlijke tederheid tussen moeder en kind bijna verwaarloosd bij het uitbeelden van Maria en het goddelijk Kind, om volledig uitdrukking te geven aan het geloof dat van de eerste dag af leefde in de moeder van Jezus, dat haar kind groot zou zijn, dat Hij groot was, ook toen Hij rustte aan de borst van zijn moeder.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK V HET KARAKTER VAN HET GODDELIJK MOEDERSCHAP
Zakarias aanvaardde de mededeling van den engel, dat zijn vrouw Elisabet hem een zoon van zulk een verheven grootheid en heiligheid zou schenken, allerminst in toegewijde dankbaarheid; integendeel, zijn geest werd overweldigd door een hevige twijfel, een ernstig bezwaar, dat voortkwam uit de natuurlijke, physieke orde der dingen. "Waaraan zal ik dit erkennen? Want ik ben oud en ook mijn vrouw is reeds op jaren" (Lk. 1, 18)[b:Lk. 1, 18]. In Gabriéls gesprek met Maria wordt hij op hetzelfde punt op dergelijke wijze onderbroken door de persoon, tot wie de hemelse spreker zich richt. "Maria sprak tot den engel: Hoe kan dit geschieden, daar ik geen man bekend?" (Lk. 1, 54)[b:Lk. 1, 54]. Maar hier eindigt de overeenstemming tussen Zakarias en Maria. De twee vragen, hoewel gelijk van aard, gesteld, als het ware, op hetzelfde ogenblik van de hemelse gebeurtenis, liggen in hun bedoeling wijd uiteen en lokken antwoorden van oneindig verschillende inhoud uit. Op Maria's vraag volgt de hoogste uiteenzetting van het geheim der Menswording, die op aarde ooit uitgesproken werd. Gabriëls antwoord aan Maria is een zin van eeuwige schoonheid en onvergelijkelijke diepzinnigheid. Zakarias daarentegen, ontvangt een berisping, een scherpe berisping, als het ware op menselijke wijze; de engel laat zijn verontwaardiging over de aarzeling van den ouden man duidelijk merken, omdat deze het karakter van den gezant die tot hem kwam niet erkende. "De engel antwoordde hem: Ik ben Gabriël; ik sta voor Gods aanschijn, en ben gezonden om u toe te spreken en u deze blijde boodschap te brengen. Zie, gij zult stom zijn .... omdat gij mijn woorden niet hebt geloofd, die te hunner tijd in vervulling zullen gaan" (Lk. 1, 19-20)[b:Lk. 1, 19-20].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDoor dit verschil in de houding van den engel tegenover de twee vragen zien wij met één blik welk een diepte van wijsheid en nederigheid er moet zijn in het woord van Maria, waarmee zij den engel in de rede valt, terwijl hij haar zijn verheven boodschap mededeelt. Hier zien wij juist datgene wat het goddelijk moederschap een zo onverwachte, onvoorziene vorm geeft: de absolute maagdelijkheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaria' s maagdelijkheid is tweevoudig: eerstens haar persoonlijke maagdelijkheid als uitverkoren vat, gekozen voor de hoogste vorm van geestelijk leven; dit is een grote genade, maar geen wonderbaarlijke genade; vervolgens haar maagdelijkheid als moeder, een wonderbaarlijke genade, zonder weerga in het ganse, uitgebreide rijk van Gods schepping. De eerste vorm van maagdelijkheid is een genade die Maria met velen deelt, sedert de dood van haar Zoon op het kruis. Maar van die andere vorm van maagdelijkheid kan nimmer een tweede voorbeeld gevonden worden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWat wij de persoonlijke heiligheid van Onze Lieve Vrouw zouden kunnen noemen, is op zichzelf iets zeer verhevens, want voordien was dit onbekend. De idee der maagdelijkheid is een van de meest verbreide christelijke ideeën geworden. Maria is hiervan de oorsprong. Voor haar moest het een maagdelijkheid in het huwelijk zijn, want geen andere vorm van maagdelijkheid is in overeenstemming met het evangelie. Zij was, volgens de woorden van den evangelist ,een maagd, die verloofd was aan een man, die Josef heette, en uit het huis van David was" (Lk.. 1, 27)[b:Lk.. 1, 27]. Anderzijds is haar antwoord op de boodschap van den engel absoluut en nadrukkelijk: "Hoe kan dit geschieden, daar ik geen man beken?" (Lk.. 1, 27)[b:Lk.. 1, 27]. Maagdelijkheid was voor Maria een onherroepelijk besluit. Dit besluit had haar bereikt niet door de traditie van haar volk, maar uit de hemel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar op deze eerste, deze persoonlijke maagdelijkheid is een andere maagdelijkheid geënt, de maagdelijkheid van het goddelijk moederschap. Men zou in het algemeen kunnen zeggen, dat de eerste generaties van christenen meer geboeid werden door de maagdelijkheid van het moederschap van Maria, terwijl wij in onze tijd meer aandacht hebben voor Maria's persoonlijke maagdelijkheid. Onze liturgie, waaruit natuurlijk de oud-christelijke geest spreekt, wordt niet moe te spreken van de grote tegenstelling dat Maria terzelfder tijd maagd en moeder is: "Sale, sancta paren8, enixva puerpera regem. Virgo prius ac posterius, Gabrielis ab ore sumens illud Ave. Rubum, quem viderat Moyses incombustum, conservatam agnovimus tuam laudabilem virginitatem, Dei Genitri: Wees gegroet, heilige Moeder, die den Koning hebt gebaard. Gij, maagd, voor en na uw moederschap, die uit de mond van Gabriël die groet hebt gehoord. In de braamstruik die Mozes onverbrand zag, erkennen wij uw ongerept gebleven lofwaardige maagdelijkheid, Moeder Gods".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze enkele voorbeelden tonen aan hoe de oudere generaties van christenen hun geloof in Maria's maagdelijkheid onder woorden brachten. Het is bijna altijd de maagdelijkheid van de moeder, die hen met heilige bewondering vervult.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaria's maagdelijk heid als de Moeder van God is meer dan alleen het behoud van haar persoonlijke maagdelijkheid. Het is een maagdelijkheid van meer verheven aard, een maagdelijkheid die waarlijk een goddelijk mysterie is. Het is een allesovertreffende maagdelijkheid, een bovennatuurlijke gave die verblijf houdt in Maria's lichaam, zódanig als niet gevonden wordt in de zuiverste maagd hier op aarde. Maria's moederschap is Maria's maagdelijkheid, en Maria is de maagd der maagden, virgo virginum, krachtens haar goddelijk moederschap; dit moederschap veronderstelt een werking van den Heiligen Geest in de diepste bronnen van Maria's leven, die Maria's bloed tot het niveau van goddelijke onbederfelijkheid verhief. Het ware geen adequate weergave van Maria's unieke voorrecht, te zeggen dat zij maagd bleef ondanks haar moeder-zijn. Beweren wij alleen, dat de maagdelijkheid van Maria behouden bleef in de hogere genade van haar moederschap, dan erkennen wij inderdaad een wonderbaarlijk feit, een miraculeuze werking Gods; maar wij schijnen toch te veronderstellen, dat het goddelijk moederschap een gevaar had kunnen zijn voor haar maagdelijkheid, en dat dit gevaar werd afgewend door een wonderbaarlijke tussenkomst. In dat geval zou Maria's maagdelijkheid, ofschoon door een wonder behouden, toch de natuurlijke maagdelijkheid van een menselijke maagd zijn. Dit zou werkelijk een heerlijk: feit zijn, en menige tekst van de liturgische gebeden der Kerk spreekt van het behoud der maagdelijkheid op deze meer elementaire wijze. Maar Maria's maagdelijkheid omvat zeer zeker meer. Maria heeft de maagdelijkheid, die de hare is, niet ondanks haar moederschap, maar door haar moederschap. De goddelijke hoedanigheid die Maria's lichaam maakte tot de moeder die zij is, heeft haar ook gemaakt tot de maagd die zij is, een maagd die niet alleen een zuiver aardse ongeschondenheid, maar een hemels leven bezit. Haar maagdelijkheid is een positieve, goddelijke hoedanigheid, en niet slechts een behoud van de natuurlijke maagdelijke staat.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaToen Maria één ogenblik Gabriël bij het uitspreken van zijn boodschap tegenhield, met die vraag die de wortel van de zaak raakte: "Hoe kan dit geschieden, daar ik geen man beken?", vroeg zij een oplossing voor de dubbele moeilijkheid van het moederschap en het behoud van haar maagdelijkheid. Hoe kan iemand, die geen man bekent, moeder worden, en hoe kan iemand die tot maagdelijkheid besloten heeft, de eer van het moederschap bezitten? Het antwoord van den aartsengel ontsluiert het mysterie van het nieuwe goddelijke vaderschap, en die daad van Gods vaderschap bevat voor Maria niet alleen een moederschap, zoals er nooit geweest was, maar ook een maagdelijkheid die voor mensen onbekend en waarlijk onbegrijpelijk was.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet actief beginsel bij dit verwekken van een nieuw leven is de Heilige Geest: "De Heilige Geest zal over u nederdalen". De goddelijke werking, "de kracht van den Allerhoogste", die zal zijn als de vaderlijke oorsprong van Hern die geboren gaat worden, is een verreikende, alles-omvormende werking. De heiligheid en de kracht van het actief beginsel bij de verwekking van Christus in de tijd, vormen de dubbele oplossing van Maria's dubbele moeilijkheid. De aartsengel verzekert Maria dat zij niet enkel het moederschap zal ontvangen maar ook de maagdelijkheid, een maagdelijkheid, die hoog verheven is boven die, welke zij kende.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe allesovertreffende maagdelijkheid van de moeder wordt aldus, mét de heiligheid van het actief beginsel, de medewerkende oorzaak van de heiligheid van het kind. "Daarom ook zal het heilige, dat uit u zal geboren worden, de Zoon van God genoemd worden."
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media"Heilige en onbevlekte maagdelijkheid, welke lofprijzing en ik u moet brengen, weet ik niet, want gij hebt in uw schoot gedragen Hem, dien de hemelen niet kunnen bevatten." Deze woorden van het romeins brevier geven zeer juist de verlegenheid weer van elken schrijver, die tracht uit te weiden over de maagdelijkheid van Maria.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGoddelijk moederschap is onverenigbaar met het verlies der maagdelijkheid, en de wijze waarop de Zoon van God bloed opnam uit Maria's aderen, bracht de physieke natuur, en geschapen menselijk leven, bracht menselijk bloed in een voor geen geschapen verstand te doorgronden verbondenheid met den God van alle heiligheid. Maria's leven en Gods leven vloeiden samen in dit verheven geestelijk uitwerksel: de ontvangenis van den Godmens: "Qui conceptus est de Spiritu Sancto, natus ex Maria Virgine: Die ontvangen is van den Heiligen Geest, geboren uit de maagd Maria". Dit artikel van het Credo moet als lieflijke muziek geklonken hebben voor de oudere christengeneraties, want voor hen was de maagdelijkheid van Maria's moederschap klaarblijkelijk een bron van eindeloze geestelijke vreugde.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLaten wij haastig terugkeren tot dat majestueuze begrip van de maagd; laten wij deze verheven maagdelijkheid als een van Gods meesterwerken in de bovennatuurlijke orde der dingen beschouwen. Wij zouden een aangeboren sympathie voor dit geestelijk wonder moeten bezitten, want wij zijn de kinderen Gods van wie gezegd is dat zij ,niet uit bloed, noch uit de wil van vlees of man, maar uit God geboren zijn" (Joh. 1, 15)[b:Joh. 1, 15].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK VI - HET HEILIGE, DAT UIT MARIA ZAL GEBOREN WORDEN
Het kan niemand ontgaan hoe opvallend de onverwachte wending is in Gabriëls woorden, waar hij aan Maria verklaart hoe zij, de maagd, moeder zal worden: "Daarom ook zal het Heilige dat uit u zal geboren worden, de Zoon van God genoemd worden" (Lk.. 1, 55)[b:Lk.. 1, 55]. Het staat buiten alle twijfel, dat de aartsengel de onzijdige vorm van het woord gebruikte, toen hij sprak van het kind dat Maria zou verwachten. Hij zei niet: "De Heilige die uit u zal geboren worden, zal de Zoon van God genoemd worden", maar: "het Heilige". De oorspronkelijke, Griekse tekst heeft de onzijdige vorm, de Latijnse Vulgaat eveneens, en onze taal geeft een nauwkeurige vertaling wanneer zij de zin weergeeft, zoals wij haar aanhalen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr ligt een wonderlijke nadruk en kracht in de zin van den engel. Indien Gabriël gezegd had "de Heilige die uit u geboren zal worden, zal de Zoon van God genoemd worden" dan zou dat een minder doeltreffende manier geweest zijn om aan Maria, en door haar aan ons, bekend te maken dat haar zoon meer zou zijn dan een mens; zij zal een zoon ontvangen, en dat zal een wezen zijn buiten alle menselijke mogelijkheden, boven de menselijke wezenscategorie, ja, boven alle geschapen persoonlijkheid. De woordkeus van den engel, die het resultaat van de werking van den Heiligen Geest een "Iets" noemt, want dit is feitelijk de bedoeling van Gabriëls woorden is buitenmate scherp en moest Maria's aandacht wel trekken, zoals zij ook de onze trekt. De woorden van den engel maken het voor ons ineens mogelijk alle menselijke begrenzingen, alle persoonlijke beperkingen in een geschapen orde ter zijde te schuiven. Als het een heilig Iets is, kan het een menselijk of een goddelijk wezen zijn, een eindig of een oneindig wezen, maar het is zeker een wezen van ongewone volmaaktheid, het is een heilig Iets krachtens de goddelijke werking in Maria, want door die goddelijke werking is het een heilig Iets.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVeronderstellen wij dat de zin luidde: "de Heilige die uit u geboren zal worden, zal. de Zoon van God genoemd worden", dan zou de zin een moeilijkheid inhouden; want dit zou, in zekere zin, de betekenis van het onderwerp van de zin begrenzen. Een heilige die uit een vrouw geboren zou worden, zou noodzakelijkerwijs een menselijk wezen zijn; het Heilige, dat geboren zal worden, kan iets onuitsprekelijk wonderbaars zijn. Wat zal het zijn? De engel zegt het onmiddellijk: "Het zal genoemd worden: de Zoon van God".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe christelijke spreekwijze, die zich hierin aansluit aan het Verbum caro factum est van Sint Jan, verkiest de uitdrukking ,God is mens geworden boven de uitdrukking "een mens is God geworden". Dit geeft immers met meer kracht de waarheid weer, dat Maria's Kind nooit iets anders dan God was. Het oneindig mysterieuze Iets, dat na het vertrek van den engel in Maria's schoot rustte, was God. De woorden van Sint Jan "Het Woord is vlees geworden" en de woorden van Gabriël"het Heilige dat uit u geboren zal worden, zal de Zoon van God genoemd worden" zijn dus verwante uitspraken; dit beduidt dat, zelfs niet gedurende het kleinst mogelijke tijdstip, het aanbiddelijke Iets dat in Maria's schoot was, anders kon genoemd worden dan met de naam van God.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe scherpe zegswijze van den engel maakt ons duidelijk, dat Maria rechtstreeks, en zonder enige tussenpersoon, de Moeder van God is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn een vorig hoofdstuk hebben wij gezien, dat Maria's moederschap van nature een oneindige uitgestrektheid bezit; Maria is de moeder van Jezus, naar de ganse volheid van zijn levenstaak, naar zijn onsterfelijke natuur en naar zijn eeuwigdurend koningschap; want aan Maria werd een Zoon beloofd wiens rijk over de schepping· nimmer zou eindigen. Maria's moederschap sluit nog een tweede oneindigheid in zich: zij is moeder overeenkomstig de oneindige levensvolheid van Gods uitwerkende kracht. Haar moederschap was, onder de overschaduwing van den Allerhoogste, werkzaam in het voortbrengen van een oneindig wezen. Alleen een oneindig wezen kon de vrucht zijn van dit moederschap.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNiets is onmogelijk hij God, in wien alle ondergeschikte oorzakelijkheid vervat is, als in de opperste en volledig genoegzame oorzaak.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet ligt in Gods macht te veroorzaken, dat een mens geboren wordt uit een vrouw zonder tussenkomst van een menselijken vader. Maar in deze veronderstelling zouden wij een moederschap hebben dat hemelsbreed verschilt van Maria's moederschap. Het zou een wonderbaar moederschap, maar geen oneindig moederschap zijn. De mens, die geboren werd, zou eindig, sterfelijk, louter menselijk zijn. Maria's schoot bracht een oneindig heilig, een eeuwig, een goddelijk wezen voort, door de wetten van de goddelijke levenskracht die in haar werkten, toen zij ontving van den Heiligen Geest. Dit is het enige voorbeeld in het ganse rijk van de natuurlijke en bovennatuurlijke wereld buiten het eucharistisch mysterie waar een geschapen iets, zoals het levensbloed van Onze Lieve Vrouw, het voorwerp wordt van een daad van Gods almacht, met een oneindig resultaat als doel van zulk een werking.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet Heilige dat werd voortgebracht, is wat het is, evenzeer krachtens Maria's moederschap als door de kracht van den Heiligen Geest. Wij moeten daarom besluiten, dat in Onze Lieve Vrouw het moederschap verheven werd tot een plan, hoog genoeg om Gods scheppend vaderschap te ontmoeten, toen het Woord vlees werd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLaten wij altijd de grote waarheid voor ogen houden, dat het moederschap van Onze Lieve Vrouw een zeer natuurlijk moederschap was, in die zin, dat zij er volkomen aan beantwoordde, dat zij er niet door overweldigd werd, dat er geen afstand was tussen haar en haar Kind. Christus kwam uit haar voort als haar eigen lief kind, de vrucht van haar eigen gezegende schoot. Terecht kan ik dan ook zeggen, dat Maria's moederlijke functie bij de ontvangenis van Christus verheven werd tot een ongelooflijk hoog plan van levenskracht, zodat haar moederschap niet slechts een instrumenteel, maar een natuurlijk moederschap was. Indien de zending van Maria alleen had bestaan in het verschaffen van het menselijke aan het Woord, dat vlees werd, dan zou haar moederschap slechts een· instrumenteel moederschap geweest zijn; het zou bestaan hebben alleen om een hoger doeleinde te dienen. Maar de rol van Maria omvat meer dan dat; zij is bij voortduring de Moeder van God, en haar moederschap is niet een voorbijgaande bediening, maar een blijvende waardigheid, die haar, letterlijk en waarachtig, met God den Vader laat delen in de voortduring van Jezus Christus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen drievoudige veronderstelling kan dit punt verhelderen. Wij kunnen ons een vrouw denken, moeder geworden door een rechtstreeks voortbrengende daad van God, zoals reeds gezegd werd; in dat geval zou het kind van deze moeder niet goddelijk zijn, maar menselijk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDan zou er een ontvangenis kunnen zijn van een goddelijken persoon in een vrouwelijke schoot, zoals in de Menswording is geschied, waarbij de vrouw louter een instrumentele taak heeft, de voortbrenging van het lichaam. In dit geval zou men van goddelijk moederschap kunnen spreken in de meest beperkte, physiologische zin.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTen derde bestaat de glorievolle mogelijkheid van een volmaakt goddelijk moederschap, met alle genaden en voorrechten, met alle rechten en heerlijkheden van iemand die ten volle, met God den Vader, deel heeft in de voortbrenging van den mensgeworden God. Dit is het moederschap van Maria; dit is de betekenis van Elisabets begroeting van Maria, of, beter gezegd, de begroeting van den Heiligen Geest door de mond van Elisabet, toen zij, vol van den goddelijken Geest, luide uitriep: "Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Wat valt mij te beurt, dat de moeder van mijn Heer tot mij komt?" (Lk.. 1, 42-45)[b:Lk.. 1, 42-45].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaElisabet was het eerste schepsel, dat Maria "de Moeder van God" noemde; zij gaf ons het verhevenste woord in mensentaal: Moeder van God. De aartsengel had hetzelfde gezegd, maar impliciet; Elisabet, de gelukkigste onder de menselijke moeders, bezit het voorrecht het eerst het woord: Moeder van God te hebben uitgesproken. Bovendien, in één adem noemt zij de moeder en de vrucht van de moederschoot gezegend en schenkt daarmee gelijke lofprijzing aan de twee levens, die toen nog niet gescheiden waren. Aldus geeft zij ons een reden te meer om te zeggen, dat Maria's moederschap opgeheven was tot een goddelijk plan van waardigheid en volmaaktheid, waar een en dezelfde zegening Moeder en Kind omhult met een weergaloze heiligheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe natuur van Maria's aandeel in de ouderlijke waardigheid ten opzichte van den Zoon Gods kunnen wij nog beter toelichten, wanneer wij ons afvragen hoe het komt, dat de Heilige Geest nimmer de vader van Christus genoemd kon worden, of schoon het de werking van den Heiligen Geest was, die de ontvangenis tot stand bracht, terwijl aan de andere kant Maria, in de volle betekenis van het woord, de moeder van Christus wordt geheten. Slechts een van de drie Personen van de Drie-eenheid, de eeuwige Vader, is waarlijk de Vader van Christus, en slechts een andere persoon, Maria, is waarlijk de Moeder van Christus. Het antwoord, dat Sint Thomas op de zo juist gestelde vraag geeft, is er uitstekend voor berekend om ons een dieper inzicht te geven in Maria's aandeel in het ouderschap van Christus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media"Christus", zegt de grote Leraar, "werd ontvangen door de maagd Maria, die de levensmaterie verleende tot het voortbrengen van een leven gelijk aan het hare, en daarom wordt Hij haar Zoon genoemd. Aan de andere kant werd Christus, in zijn menselijke natuur, ontvangen van den Heiligen Geest, als van zijn actief beginsel; doch niet op zulk een wijze dat hierdoor soort-gelijkheid ontstaat, zoals tussen vader en zoon; daarom wordt Christus niet de Zoon van den Heiligen Geest genoemd" Summa Theologiae Tertia Pars q. 32 a. 3 ad 1[[t:III q. 32, a. 3 ad 1]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe reden waarom de Heilige Geest, door zijn werking in Maria's schoot, niet zoals een menselijke ·vader een zoon voortbracht van gelijke natuur, geeft Sint Thomas op dezelfde plaats, even voor de aangehaalde woorden. Of schoon de Zoon van God mens werd, bestond Hij vóór de Menswording. In zijn eigen bestaan bezat Hij een volkomen gelijkheid van natuur en soort met den eeuwigen Vader, de eerste Persoon van de Drieëenheid. Daardoor was Hij reeds Zoon, de Eniggeborene van den Vader. Zijn Menswording door de werking van den Heiligen Geest kon Hem niet tot Zoon van den Heiligen Geest maken, want deze verwantschapsverhouding bestond reeds met den Vader. Maar het maakte Hem waarlijk tot de Zoon van Maria, omdat Maria, en Maria alleen, Hem een ware gelijkheid van de menselijke natuur heeft gegeven, zoals de eeuwige Vader, en de eeuwige Vader alleen, Hem een ware gelijkheid van de goddelijke natuur had gegeven door het eeuwig zoonschap van het Woord. De eeuwige Vader en Maria zijn de ware ouders van Jezus Christus. Dit is een omschrijving van de woorden van Sint Thomas, maar de leer is duidelijk. Maria's moederschap zal immer groter zijn dan de gedachten van den grootsten denker. Wij vatten enkel de omtrek van een steeds dieper gaande kring van de machtigste goddelijke levenskrachten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK VII - DE BOOM VAN JESSE
In zijn verheven boodschap aan Maria spreekt de engel Gabriël van het Kind, dat tegelijkertijd de Zoon van den Allerhoogste en de Zoon van David is. "Hij zal de Zoon van den Allerhoogste worden genoemd. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David geven" (Lk. 1, 52)[b:Lk. 1, 52].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn aanmerking genomen dat Maria's maagdelijkheid de vooropgestelde, de noodzakelijke voorwaarde was voor haar goddelijk moederschap, mogen wij het als vanzelfsprekend aanvaarden dat er tussen Maria en David een allernauwst verband bestaat in dit gezegend mysterie der Menswording. David kon niet Christus' vader genoemd worden, tenzij door Maria, en men kan zich geen nadrukkelijker bevestiging denken van het feit dat Maria de waarachtige Moeder is van den Zoon des Allerhoogsten, dan de uitspraak van den engel, als hij het beloofde kind ,de Zoon van David" noemt, met een natuurlijk opvolgingsrecht op de troon van David.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaChristus volgt David op door zijn eigen moeder. Christus kwam van uit de hemel met onmetelijke grootheid en macht als de Zoon van den Allerhoogste, maar Hij kwam ook met het volle recht op een aardse troon; deze troon komt Hem toe krachtens natuurlijke erfelijkheid, evenzeer als de hemelse troon. Hij is waarlijk de Zoon van David, omdat Hij de Zoon van Maria is, en zijn eeuwig koningschap over hemel en aarde is Hem ten deel gevallen door een tweevoudig geboorterecht, het geboorterecht gegrond op de heerlijkheid van zijn Vader, de eerste Persoon van de Drie-eenheid, en het geboorterecht gegrond op de afstamming van zijn Moeder Maria, de dochter van David. Geen woorden konden meer vervuld zijn van de idee van een rechtstreeks, volmaakt, onbegrensd moederschap, dan deze zinsnede van den hemelsen geest. Zelfs al had hij tot Maria gezegd dat zij de Moeder van God zou worden, dan zou hij niet meer hebben kunnen zeggen dan hetgeen, zonder uitgesproken te worden, vervat ligt in de woorden die hij gebruikte. Hij, die de Zoon van den Allerhoogste zal genoemd worden, is de Zoon van David', met het erfrecht op de troon van zijn vader; daarom heeft Maria' s moederschap een veel wijdere strekking dan de physiologische rol van voortbrenging van het menselijk gedeelte van den vleesgeworden God; Maria's moederschap heeft de volledige juridische en ethische waarde van een moeder die erfgename is van onmetelijke rechten, en die ten volle de macht bezit deze rechten over te dragen aan den Zoon, dien zij draagt.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze juridische waarde van het moederschap van Maria, als de enige rechtmatige bezitster en overdraagster van onmetelijke koninklijke rechten, is iets wonderlijk schoons; de ganse boom van Jesse vindt zijn hoogtepunt in Maria. Toen onze vaderen hun architectonisch genie gebruikten om in hun machtige kathedralen de boom van Jesse in steen en kleur te bouwen, drukten zij daarin hun geestelijk begrip voor deze kant van het goddelijk moederschap uit.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaSint Paulus vat, in de Romeinenbrief, de volledige geestelijke betekenis van de boom van Jesse samen: "Waarachtig, zelf zou ik van Christus gescheiden willen zijn terwille van mijn broeders, mijn stamverwanten naar het vlees. Israëlieten zijn zij toch; aan hen behoort het kindschap, de heerlijkheid en het verbond, de wet, de eredienst en de beloften; tot hen behoren de Vaders, en van hen stamt Christus af naar het vlees: Hij die God is, boven alles gezegend in eeuwigheid. Amen." (Rom. 9, 3-5)[b:Rom. 9, 3-5]. Er zouden hele hoeken geschreven kunnen worden over de geestelijke kracht van de belofte, die gedaan werd aan Abraham en zijn zaad.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze belofte is de ene grote, bovennatuurlijke factor in de wereld vóór de Menswording. Ik zou haast kunnen zeggen, dit is de bovennatuurlijke orde onder haar juridisch aspect, vóór zij een grootse, levende werkelijkheid werd. ,Want toen God aan Abraham de belofte deed, zwoer Hij bij Zichzelf, daar Hij bij geen hogere kon zweren, en Hij sprak: "Voorwaar, rijk zal ik u zegenen, overvloedig u vermenigvuldigen', en zo verkreeg Abraham de vervulling der bel of ten door volharding. De mensen toch zweren bij hem die hoger staat en de eed dient hun tot bevestiging, en sluit verdere tegenspraak uit. Daarom ook heeft God een eed tot waarborg gegeven, toen Hij aan de erfgenamen der belofte nog duidelijker de onveranderlijkheid van zijn raadsbesluit wilde tonen" (Hebr. 6, 15-17)[b:Hebr. 6, 15-17]. Welnu, deze hele juridische orde berust uiteindelijk op Maria, de enige, nog levende erfgename van de machtige familie, wier bestemming wezenlijk op den Messias gericht was. Indien Maria niet waarlijk de moeder van Christus was, bekleed met onbegrensde rechten en machten om een grote bovennatuurlijke erfenis, de hele goddelijke orde der belofte, aan haar Zoon over te dragen, dan zou er een hiaat zijn tussen de bovennatuurlijke orde vóór de Menswording en de bovennatuurlijke orde ná de Menswording.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe rechtswaarde van de grote belofte hang' volkomen af van de factor welke de Schriften zo duidelijk aanwijzen als ,zaad". "De beloften zijn gedaan aan Abraham en aan zijn zaad. Er wordt niet gezegd: "aan zijn zaden", alsof er sprake was van meer, maar "aan uw zaad", als van één, en dit is Christus" (Gal. 5, 16)[b:Gal. 5, 16].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaUit deze tekst van Sint Paulus blijkt ons dat wij Christus zelf moeten beschouwen als dengene, aan wien de grote belofte werd gedaan; niet alleen is Christus de vervulling van Gods belofte, maar in zijn uiteindelijke heerlijkheid en triomf zal al, wat God ooit beloofde, tot rijpheid en voltooiing komen. Het is dus juist, wanneer ik zeg dat Christus door zijn moeder het recht op alle grote dingen, die den patriarchen beloofd waren, geërfd heeft. Gabriéls woorden zijn ondubbelzinnig; het kind zal iets ontvangen van zijn moeders zijde: het wonderbare, dat de engel noemt: de troon van David.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe engel vult de aankondiging van de grote erfenis, die het Kind ten deel zal vallen, aan met de woorden: "Hij zal koning zijn over het huis van Jakob in eeuwigheid". Men zou hier de hele Romeinenbrief van Sint Paulus willen aanhalen, met zijn wondere openbaringen over de verwerping en uiteindelijke verzoening van Israël. Wij hebben nog niet die volheid bereikt, die zal komen, als Israël zich zal bekeren fot Christus. "Welnu broeders, om u te behoeden voor zelfoverschatting, wil ik u niet onkundig laten van dit geheim: een deel van Israël is verhard, totdat de massa der heidenen is binnengegaan; en dan zal heel Israël worden gered; zoals er geschreven staat: "De Verlosser zal komen uit Sion,
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe goddeloosheid verwijderen van Jakob: En dit zal mijn verbond met hen zijn, Wanneer Ik hun zonden zal hebben vergeven" (Rom. 11, 25-27)[b:Rom. 11, 25-27].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIk geloof dat ik zonder roekeloosheid kan zeggen, dat Maria's rol in de bovennatuurlijke orde eerst dan ten volle door ons begrepen zal worden, wanneer het joodse ras, geheel bekeerd tot Christus, haar zal erkennen als de enige dochter van David, door wier handen, uit hoofde van haar goddelijk moederschap, de ganse bovennatuurlijke genadebedeling moest gaan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVoor een zeker soort mensen is het altijd moeilijk geweest in Maria meer te zien dan de moeder van het menselijk deel in Christus, aan Maria een rol toe te kennen, die boven die van dienstbaarheid en instrument uitgaat, een hogere functie in haar te zien dan die van het geven van vlees, caro, in het christelijk mysterie van het Verbum caro factum, het vleesgeworden Woord. De katholieke Kerk, daarentegen, heeft nooit geaarzeld Maria te maken tot de ware, natuurlijke moeder van den gehelen Persoon van Christus, de Moeder van God.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe rechtsoverdracht van de grote belofte door Maria, krachtens haar volledig en waarachtig moederschap, kan aangevoerd worden als een duidelijk bewijs voor de scherpe lijnen van het officiële katholieke denken. Alleen een volledige persoon sui juris, kan men als erfgenaam beschouwen. Christus' volledige goddelijke Persoon was dus de erfgenaam van de belofte. De ouder, die de belofte overdraagt op den laatsten erfgenaam moet ouder van die persoon zijn in de volle zin van het woord; daarom moest Maria moeder van den gehelen Persoon van den Zoon van God zijn, wilde de oude orde van de belofte Abraham en Christus door een wettelijke band van bovennatuurlijke voorbeschikking verbinden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLaat ons deze beschouwingen over het juridisch belang van Maria's moederschap in de eeuwige, bovennatuurlijke genadebedeling besluiten met de leer, welke door Sint Thomas naar voren wordt gebracht met al de liefdevolle eerbied van iemand, die deze wondervolle vereniging van moederschap en maagdelijkheid begreep, voorzover een menselijk verstand dit begrijpen kan. Gelijk vele andere schrijvers over goddelijke dingen, bezigt Sint Thomas de uitdrukking purissimi sanguines, het allerzuiverst bloed, als omschrijving van de elementen, waaruit de Heilige Geest in Maria het lichaam van den Zoon van God gevormd heeft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEnerzijds moeten wij erkennen dat Maria de physiologische functie van het moederschap volkomen vervulde; van de andere kant dienen wij in haar geval elk element, hoe verwijderd ook, dat in zijn bevruchting en vruchtdraging van een seksuele tussenkomst afhankelijk is, uit onze gedachten te zetten. Katholieke leraren hebben gemeend dat de uitdrukking purissimi sanguines aan dit tweevoudige vereiste, moederschap en maagdelijkheid, beantwoordt, dat dit allerzuiverst bloed alles omvat, wat vereist is om Christus tot het zaad te maken, waaraan in Abraham bel of ten zijn gedaan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAls er iets overvloedig duidelijk is in de Schriften, dan is het wel de rol van het natuurlijk ouderschap in de overdracht van de grote belofte: "Niet engelen toch trok Hij tot zich, maar Abrahams zaad trok Hij zich aan" (Hebr. 2, 16)[b:Hebr. 2, 16]. Het allerzuiverste bloed van Maria was het zaad van Abraham, en daarin, als in allerkostbaarste parels, lag de kracht en de waarheid van de ganse bovennatuurlijke orde der belofte vervat. Maar juist het feit dat de macht van die belofte als het ware afhankelijk was van het allerzuiverste bloed van Maria en daarin besloten lag, dwingt ons te meer om te besluiten dat in Maria's schoot nimmer een van de ontwikkelingen die het natuurlijke moederschap vormen, overgeslagen kon worden. Maria deed voor haar Kind niet minder dan andere moeders voor het hunne doen. Dit alles wijst op een ,aantrekking" van het levensbloed van Maria door de macht van den Allerhoogste op een wijze, die onovertroffen is in het ganse rijk van natuur en genade, met uitzondering van de eucharistische transsubstantiatie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de eucharistische transsubstantiatie schijnt, op het eerste gezicht, de gehele orde van de physische, lichamelijke materie opgeheven. Doch het resultaat van de consecratiewoorden is Christus' waarachtig, physiek lichaam, het lichaam geboren uit de maagd Maria: "Ave, verum corpus, natum ex Maria Virgine: Wees gegroet, waarachtig lichaam, geboren uit de maagd Maria". Dit zijn de woorden van de Kerk, bij de aanbidding van de geconsacreerde Hostie. Op een dergelijke wijze schijnen in de Menswording alle wetten die 's mensen natuurlijke afstamming beheersen, opzij gezet te zijn; maar de werkelijkheid is heel anders; de werkelijkheid is een moederschap, allervolmaaktst en allerwaarachtigst in iedere zin, een moederschap dat de grootste menselijke verantwoordelijkheid kan dragen en tevens een verhouding tot God zelf bevat, als geen ander schepsel bezit. Dit dan schijnt mij toe het eigen kenmerk zowel van de Eucharistie als van het goddelijk moederschap te zijn, dat, ofschoon in beide gevallen de natuurwetten schijnbaar te niet gedaan worden door Gods almacht, toch hetgeen aldus ontstaat, van dezelfde aard is als de opgeheven realiteiten, hoewel het van oneindig hogere orde is dan deze realiteiten; in het ene geval vinden wij Christus' lichaam in plaats van de natuurlijke materie van brood en wijn; in het tweede geval, een goddelijk moederschap in plaats van een menselijke ontvangenis.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK VIII - DE GEZEGENDE VRUCHT VAN MARIA'S SCHOOT
Het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabet was de oorzaak van een der grootste wonderen in de zuiver geestelijke sfeer der dingen, de heiliging van Johannes den Doper in de schoot van zijn moeder. "Want zie, zodra de klank van uw groet mij in de oren klonk, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot" (Lk. 1, 44)[b:Lk. 1, 44]. Een christelijke traditionele mening neemt aan dat de ziel van Johannes op dat ogenblik de heiligmakende genade ontving: Maria's zoete stem was als het sacramenteel instrument bij deze bovennatuurlijke omvorming. Maar de bron van de genade, die de ziel van Johannes gewerd was de gezegende vrucht die in Maria's schoot verborgen was. Maria bracht in het huis van Elisabet de persoonlijke volheid van alle genade, in het gezegend wezen dat nog deel uitmaakte van haar eigen maagdelijk leven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet zou een tekortkoming zijn in onze behandeling van dit dierbaar onderwerp, het goddelijk moederschap, als wij de leer der katholieke theologie aangaande de lichamelijke en' geestelijke omstandigheden van de gezegende vrucht van Maria's schoot buiten beschouwing lieten en ons niet bezighielden met de toestand van dat heilig wezen dat de ziel van Johannes geheiligd heeft en het kind deed opspringen van vreugde in de moederschoot. Wij kunnen nimmer ten volle de geest van het Magnificat verstaan, als wij ons niet in gedachten brengen, welk leven er klopte in het diepst van Maria's leven, toen zij haar onsterfelijke lof zang uitsprak.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij verlaten hier de tekst van het evangelie van Sint Lukas, om Sint Thomas van Aquino als gids te nemen, de grote theoloog van de Menswording. In het derde deel van zijn Summa (qq. 33 en 34) behandelt de heilige Kerkleraar de toestand en de volmaaktheden van de proles, de goddelijke vrucht, in Maria's schoot.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr zijn twee beginselen, die heel ons denken moeten beheersen, wanneer wij, met Elisabet, dagelijks zo vele malen Maria zalig prijzen in de vrucht van haar schoot bij het bidden van het Wees Gegroet.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet eerste is dit: er is geen enkel ogenblik geweest, dat het nieuwe wezen, gevormd uit Maria's bloed, geen God was.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet tweede beginsel, een logisch gevolg van het eerste, wordt aldus geformuleerd door Sint Thomas Summa Theologiae Tertia Pars q. 34 a. 1 ad 1[[t:IIIa q. 34 a. 1 ad 1]]: "In het mysterie der Menswording moeten wij meer aandacht hebben voor de nederdaling van de goddelijke volheid in de menselijke natuur, dan voor de opklimming van de menselijke natuur .... tot God."
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIk beweer niet, dat de twee hier aangehaalde beginselen vooraan staan in het tractaat over deze stof in de Summa, maar een ontleding van alles wat Sint Thomas zegt, maakt het duidelijk dat dit dubbel axioma waarlijk de kern uitmaakt van zijn hele leer over het wondervolle geheim van Onze Lieve Vrouw.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet eerste beginsel, dat volstrekt tot de katholieke geloofsleer hoort, dwingt ons te aanvaarden dat, hoe ook het wordingsproces van andere menselijke wezens moge zijn, bij de ontvangenis van Christus er nooit iets anders is geweest dan een duidelijk bepaald menselijk embryo, met een onsterfelijke ziel. Het gaat ten enemale tegen de wetten van de Menswording in te veronderstellen, dat het nieuwe leven dat zich bewoog in Maria's leven, ook maar één ogenblik, hoe kortstondig ook, niet het leven van een lichamelijk organisme, bezield met een redelijke, onsterfelijke ziel zou geweest zijn. De aanwezigheid van de onsterfelijke, geestelijke menselijke ziel, van het begin af aan, is noodzakelijk voor de hypostatische vereniging. De goddelijke Persoon nam het vlees aan dool' middel van de onsterfelijke menselijke ziel, niet omgekeerd; want. zegt Sint Thomas Summa Theologiae Tertia Pars q. 6 a. 1[[t:III, q. 6, a. 1]]:"het menselijk lichaam is niet geschikt voor de hypostatische vereniging, tenzij door zijn betrekking met de redelijke ziel". Deze redelijke ziel bezat, op haar beurt, volledige verstandelijke werkzaamheid, een volmaakt gebruik van al haar specifiek geestelijke vermogens; zij had vrijheid van wil, vrijheid van keuze, een klaar inzicht in alle geestelijke zaken. Het verstand bezat zijn volle rijpheid, de wil een volkomen volwassenheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHier komt het tweede beginsel ons te hulp om dit onderwerp nog verder uit te breiden, het is immers, zoals reeds gezegd, een logisch gevolg van het eerste. De gezegende vrucht van Maria's schoot bezat toen de ganse volheid van genade, het volledig vermogen om het eeuwig leven te verdienen voor hen die verlost moesten worden; de zalige Godsaanschouwing was op dat ogenblik even volmaakt in deze ziel, als zij ooit daarna was, zelfs op de morgen van de verrijzenis. Christus was een volmaakt comprehensor, d.w.z. Hij bezat de zuivere, zalige Godsaanschouwing op het ogenblik zelf dat Hij ontvangen werd. Summa Theologiae Tertia Pars q. 34 a. 4[[t:III, q. 34, a. 4]] Als ooit de hemel in een schepsel verbleef, dan was Maria dat Verblijf gedurende de negen maanden van haar zwangerschap.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr is in onze dagen onder de schrijvers over het mysterie van de Menswording een duidelijk streven om den Verlosser van het mensdom te beschouwen in het licht van de lievelingsidee der moderne denkers: de opgang van het lagere· leven naar het hogere. Welke ook de verdiensten mogen zijn van zulk een philosophie, hen, die een meer omvattend besef hebben van het mysterie der Menswording, stuit het waarlijk tegen de borst deze moderne denkwijze te verbinden met de vrucht van Maria's schoot. Hier geen strijdend opstreven naar de hemel; de hemel staat wijd open, en de volheid van genade daalt neer naar de mensen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDaarom zet onze theologie in met de oneindige volheid van genade, licht en kracht in het heilige wezen, dat rust in Maria's maagdelijke schoot. De christelijke heiligheid, in ruimere zin, is niet een strijd van armoede tot bezit, maar een onmetelijk, oneindig bezit van den beginne, de schoot van Gods Moeder, vanaf het eerste, ondeelbare punt van aanvang; het tweede bedrijf in het drama van heiligheid, het eigenlijk menselijke bedrijf, is hierin gelegen, dat wij ,allen uit zijn volheid ontvingen, de ene genade na de andere" (Joh. 1, 16)[b:Joh. 1, 16].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet feit dat zij in haar schoot een wezen van zulk een geestelijke verhevenheid draagt, betekent waarlijk voor een vrouw dat zij de Moeder van God is. De meest onvervreemdbare van alle moederlijke functies, het geven van haar eigen levensbloed om het groeiende organisme van 'het mensenkind in haar op te bouwen, was wezenlijk een goddelijk moederschap voor Maria; want zij bouwde het lichaam op van Hem, die God was, niet onbewust, in een toestand van onwetendheid als het ware, maar in de volle glans der heiligheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWanneer wij nu verder de zuiver lichamelijke toestand van de gezegende vrucht van Maria's schoot beschouwen, dienen wij natuurlijk te erkennen, {...}
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOp dit punt schijnt Sint Thomas iets toe te geven aan de genade ten koste van het natuurlijk verloop van de embryonale toestand; hij meent dat van het eerste begin af de goddelijke Persoon in Maria's schoot datgene kan hebben gehad wat hij de tastzin noemt. Hij zegt dit aldus: "Daar Christus vanaf het eerste ogenblik zijner ontvangenis een redelijke ziel had, terwijl zijn lichaam reeds gevormd en organisch was, kan men met nog meer reden zeggen dat Hij op datzelfde ogenblik de werking van de tastzin had". Summa Theologiae Tertia Pars q. 34 a. 2 ad 3[[t:III, q. 34, a. 2, ad 3]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen sta mij toe, niet verder op dit onderwerp in te gaan. De Kerk heeft, in haar liturgie, de juiste woorden gevonden die bij dit mysterie passen. Zij spreekt Maria als volgt aan: "O, Maagd der maagden, hoe kan dit geschieden, daar er nimmer iemand was als gij, en nooit iemand als gij zal zij?" En zij laat Maria antwoorden: “Dochters van Jerusalem, waarom zijt gij verwonderd over mij? Wat gij ziet is een goddelijk geheim." O Virgo virginum, quomodo fiet istud, quia nec primam similem visa es, nec habere sequentem? Filiae Jerusalem, quid me admiramini? Divinum est mysterium hoc, quod cernitis (Officium Exspectationis Partus B.M.V.).
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK IX - DE TWEEVOUDIGE GEBOORTE VAN DEN ZOON VAN GOD
De geboorte is de enige gebeurtenis in Christus' leven, waarvan wij kunnen zeggen dat zij tweemaal plaats greep, eenmaal in de eeuwigheid, en eenmaal in de tijd. Bij geen enkele andere omstandigheid in de geschiedenis van den Zoon van God kunnen wij dit scherpomlijnde onderscheid aangaande tijd en duur te pas brengen op dezelfde wijze als wij haar toepassen op het feit der geboorte. Hij werd, in de letterlijke zin des woords, tweemaal geboren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVeronderstel een man, die tweemaal een weg aflegt, met een zekere tijdsruimte tussen die twee gebeurtenissen, dan ware het stellig tegen alle logika en alle waarheid te beweren dat het slechts eenmaal gebeurde, omdat een en dezelfde man tweemaal de weg aflegde. Evenzo zou het in strijd zijn met de wetten van het denken, te beweren dat Christus slechts één geboorte gekend heeft, omdat dezelfde Persoon, Christus, bij twee gelegenheden geboren werd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe vergelijking is van Sint Thomas zelf Summa Theologiae Tertia Pars q. 35 a. 2 ad 4[[t:III, q. 35, a. 2, ad 4]] De heilige Leraar voegt er aan toe dat er aanzienlijk meer reden is om aan een en dezelfde Christus twee verschillende geboorten toe te kennen, dan van een en denzelfden man te zeggen dat hij tweemaal de weg aflegde, omdat er een zekere tijdsruimte was tussen beide gevallen; in Christus' geboorte is er een onderscheid tussen tijd en eeuwigheid, en niet alleen tussen tijd en tijd als in het geval van den wandelaar. De ene geboorte van Christus heeft alleen plaats en kan alleen plaats hebben in de eeuwigheid; de andere geboorte is in de tijd, in een begrensde periode en kan alleen maar in een begrensde periode zijn. Dit primaire verschil van tijd is de oorzaak dat bij den Zoon van God de geboorte een tweevoudige gebeurtenis is, een dubbele heerlijkheid, een gezegende herhaling van een vreugdevol ogenblik. Met het oog op de geboorte zeggen wij dus terecht dat een en dezelfde Persoon, Christus, in eeuwigheid geboren is van den Vader, en in de tijd van Maria. Christus heeft klaarblijkelijk twee geboortedagen. De gehele goddelijke Persoon, de Zoon, is geboren uit den Vader, de gehele goddelijke Persoon, de Zoon, is geboren in Betlehem uit de Maagd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe eerste geboorte van den Zoon van God wordt aldus beschreven in Psalm 109: “Met U is de heerschappij op de dag uwer kracht: in de glans van heiligheid heb Ik U voor de morgenster uit mijn schoot verwekt". Het verhaal van de tweede geboorte heeft de harten van alle christengeslachten verblijd; het is de eerste bovennatuurlijke indruk, die een christenkind ontvangt, en geen enkel tafereel heeft de verbeelding van miljoenen zo gegrepen als de kribbe van Christus, met de engelen en de herders.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe woorden die een tegenhanger zijn van Davids wonderbaar visioen van de eeuwige geboorte, zijn bijna even bondig en gering in aantal als die van dit orakel, of schoon het éne een verhaal is, het ander een profetie: "Zij baarde haar eerstgeboren Zoon, en wikkelde Hem in doeken, en legde Hem neer in een kribbe" (Lk. 2, 7)[b:Lk. 2, 7]. De tegenstelling tussen de twee geboorten van een en denzelfden Zoon van God heeft het onderwerp uitgemaakt van de predikers van alle tijden. Daar ik mij uitsluitend bezighoud met het onderwerp van het goddelijk moederschap, is het mijn taak hier te wijzen, niet op de uitwendige tegenstelling in de omstandigheden van de twee geboorten, maar op de gelijkenis, die ontstaat tussen Maria en den eeuwigen Vader, doordat Christus even waarachtig geboren is uit Maria als uit den eeuwigen Vader.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAlle geschapen volmaaktheid is een afstraling van Gods eigen licht, is een gelijkenis met God. Men kan geen verhevener metaphysische uitleg van de betekenis van het heelal geven dan door te zeggen dat het een gelijkenis met God is, dat zijn uiteindelijke bestemming is God voor te stellen op een eindige wijze. De voortbrenging van het Woord, de geboorte van den Zoon uit den Vader schijnt te uitsluitend te behoren tot Gods innerlijk leven om medegedeeld te kunnen worden aan het geschapen heelal, om enige gelijkenis te hebben in het rijk van natuur en genade. Maria is de gelijkenis van God in deze aanbiddelijke geboorte van den Zoon, de tweede Persoon van de Drie-eenheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWanneer wij de Menswording overwegen moeten wij tegen een geestelijk gevaar op onze hoede zijn: wij zouden allicht er toe komen te veronderstellen dat er geen natuurlijk verloop van het levensproces zou zijn, dat het alles een reeks van wonderen zou zijn, en dat wij daarom niet in staat zouden zijn met enige zekerheid biologische conclusies te trekken. Wij zouden aldus de wonderbare zijde van de geboorte van Christus uit· Maria overdrijven en onbewust Maria beroven van de ware heerlijkheden van het moederschap, door dit gezegend moederschap louter te zien als een werktuig van Gods almacht. Maar als de katholieke theologie op iets de nadruk legt, dan is het wel hierop, dat Maria niet een miraculeuze moeder van den Zoon van God is, maar een natuurlijke moeder.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaSic igitur e parte Matris natiitas illa fuit naturalis, sed ex parte operationis Spiritus Sancti fuit miraculosa: unde Beata Virgo est era et naturalis Mater Christi. Zo was deze geboorte van de kant van de Moeder een natuurlijke, van de kant der werking van den Heiligen Geest echter was zij wonderbaar: daarom is de heilige maagd de ware en natuurlijke moeder van Christus" Summa Theologiae Tertia Pars q. 35 a. 5 ad 2[[t:III, q. 35, a. 5, ad 2]]. Het leek mij de moeite waard om Sint Thomas' woorden in het latijn aan te halen bij de verklaring van deze zeer voorname waarheid dat Maria's moederschap geen wonderbaar moederschap, maar een natuurlijk geweest is; het is slechts wonderbaar van de kant van het actief beginsel, de Heilige Geest; maar Maria's eigen moederschap, hoe wonderbaar ook begonnen, had een natuurlijke ontwikkeling. Al was het aanvankelijk wonder ook groot, het besnoeide geenszins de levensfuncties die van nature aan een moeder eigen zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is nu niet moeilijk meer in te zien hoe de geboorte van een en denzelfden Persoon, de Zoon, Maria nader bij God brengt, haar tot de meest volmaakte gelijkenis van Gods innerlijk leven maakt. De Zoon, de tweede Persoon van de Drie-eenheid, kwam op natuurlijke wijze, door geboorte, voort van den Vader. De geboorte van God verheft Maria boven 'het gewone plan van heiligheid en verleent haar een plaats, die geen ander schepsel met haar kan delen. Het is even waar dat God geboren is uit de Maagd als dat God geboren is uit God.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij zeggen weliswaar niet, dat Maria de moeder is van Gods Zoon voor de goddelijke natuur van dezen Persoon, maar wel dat zij het is voor de menselijke natuur in dezen Persoon. Niet de godheid werd gevormd uit Maria's allerzuiverst bloed, maar alleen de mensheid. Dit onderscheid doet echter geenszins tekort aan de grotere waarheid dat Maria God onder het hart droeg, en niet enkel een mens. De theologen geven ons een duidelijke vergelijking om ons dit te doen inzien. In elk menselijk wezen komt de ziel rechtstreeks van God, terwijl het lichaam zijn oorsprong dankt aan de verwekking door de ouders; maar wie zal ooit zeggen dat een moeder, moeder is, niet van haar kind, maar alleen van het lichaam van haar kind? Zij is moeder van de gehele persoon. Hetzelfde geldt voor de Menswording. Uit Maria is een Kind geboren, dat de Zoon is van God, geboren uit God in alle eeuwigheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBovendien is de menselijke natuur, die haar natuur dankt aan Maria's allerzuiverst bloed, niet een gewone menselijke natuur; het is een vergoddelijkte mensennatuur, hypostatisch verenigd met het eeuwig Woord, evenals het gewone menselijke lichaam, dat zich ontwikkelt in de moederschoot, niet enkel een organisme is, maar een organisme geheel doordrongen van de tegenwoordigheid van een onsterfelijke geest, een redelijke ziel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZoals wij in een vorig hoofdstuk zagen, gaf Maria van haar leven aan een organisme, dat de heldere aanschouwing van God bezat. Deze schouwing was door de eigen wetten van het leven innig verbonden met dat aanbiddelijk organisme, want het leefde en bestond door een goddelijk bestaan, 'het bestaan van het Woord.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWanneer zullen wij deze grote waarheid begrijpen dat Christus' menselijke natuur werd opgeheven tot de sfeer van het oneindige door de hypostatische vereniging? Als wij onze aandacht uitsluitend beperkten tot de menselijke natuur van Christus, bij zijn geboorte uit Maria, zouden wij nog in tegenwoordigheid zijn van een moeder die een oneindig heilig wezen heeft gedragen. Maar Maria is de moeder van den gehelen Persoon van Christus, en van de hoogste toppen des hemels tot de verste uiteinden van het heelal bestaat het mysterie van Gods geboorte slechts in twee vormen, in den eeuwigen Vader en in Maria.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is 'hier de juiste plaats om de plechtige aankondiging van Kerstmis, volgens het romeinse Martyrologium, aan te halen: Anno imperii Octaviani Augustiquadragesimosecundo, toto orbe in pace composito, sexta mundi aetate, Jezus Christus aeternus Deus, aeternusque Patris Filius, mundum volens adventu suo piissimo consecrare, de Spiritu Sancto conceptus, novemque post conceptionem decursis mensibus in Bethlehem Judae nascitur ex Maria Virgine factus homo. "In het twee en veertigste regeringsjaar van Octavianus Augustus, toen over de ganse wereld vrede heerste, in het zesde tijdperk der aarde, is Jezus Christus, de eeuwige God en Zoon van den eeuwigen Vader, om de wereld door zijn barmhartige komst te heiligen, van den Heiligen Geest ontvangen, en negen maanden na zijn ontvangenis, te Betlehem van Juda, geboren uit de maagd Maria en mens geworden".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWanneer wij aan Christus' geboorte niet een oneindige geestelijke betekenis geven, zullen wij nimmer in staat zijn de taal van de Kerk in haar Kerstliturgie te verstaan. Is de eerste geboorte, de eeuwige geboorte, de bron van alle leven, dit geldt ook voor de tweede, de geboorte uit Maria.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHodie nobis de coelo pax vera descendit; hadie per totum mundum melliflui facti sunt coeli; hodie illuxil nobis dies redemptionis novae, reparationis antiquae, felicitatis aeternae. "Heden daalde vanuit de hemel de ware vrede over ons neder; heden vloeiden over de ganse wereld de hemelen over van honing; heden straalde voor ons de dag van de nieuwe verlossing, van het langverbeide herstel, van de eeuwige gelukzaligheid".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDergelijke teksten vormen de Kerstliturgie van de katholieke Kerk en zij tonen duidelijk aan, dat in de geest van de Kerk de tweede geboorte van Christus een gebeurtenis van oneindige heerlijkheid, van onuitputtelijke levenskracht is. Dikwijls worden teksten, die op de eerste geboorte slaan, door de liturgie toegepast op de tweede geboorte, want beide, ofschoon totaal verschillende gebeurtenissen, hebben een gemeenschappelijke wezenstrek, de geestelijke onmetelijkheid. Maar het middelpunt van al deze heerlijkheid is de maagdelijke Moeder, wier schoot Hem heeft gebaard tot wien de eeuwige Vader heeft gezegd: "Vóór de morgenster heb Ik U uit mijn schoot verwekt" (Ps. 110, 5)[b:Ps. 110, 5].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij kunnen dit hoofdstuk uitstekend besluiten met de collecta van Kerstmis, die duidelijk de geestelijke kracht verkondigt van Christus' tweede geboorte, de geboorte uit Maria: Concede, quaesumus, omnipotens Deus, ut nos Unigeniti tui nova per carnem natiitas liberet, quos sub peccati iugo vestusta servitus tenet. Zij smeken U, almachtige God, verleen dat de nieuwe geboorte van uw Eniggeboren Zoon in het vlees ons verlosse, die door de oude slavernij onder het juk van de zonde worden gehouden".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK X - DE MENSELIJKE HERAUT VAN HET GODDELIJK MOEDERSCHAP
In Gabriëls verheven boodschap ontbreekt elke toespeling op Christus' menselijke levensloop met zijn vreselijke afsluiting. De engel spreekt van de eeuwige, onveranderlijke heerlijkheid van het Kind dat uit Maria zal geboren worden; van het lijden en de dood, de voorwaarden tot die heerlijkheid, is geen sprake. De taak van den hemelsen heraut was, aan Maria de volkomen, eeuwige natuur van haar moederschap aan te kondigen; de tijdelijke, aardse verduistering van die grote heerlijkheid vormde niet een noodzakelijk deel van zijn boodschap; Maria's moederschap is eeuwigdurend, onvernietighaar, boven alle dingen en vóór alle dingen; de engel, komend uit de onverstoorde sferen van het eeuwig leven, had tot taak een eeuwigdurend gebeuren te verkondigen, niet een voorbijgaande handeling.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet was aan een mens, aan een ouden man voorbehouden het verheven evangelie van het goddelijk moederschap te vervolledigen, en Simeon, de rechtvaardige, die het mensenleven kent en het einde zijner dagen nadert, spreekt het tweede gedeelte van die blijde boodschap van liefde en tederheid, Maria's moederschap.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGabriël, de aartsengel, en Simeon, de oude man, spreken uit, wat de Geest van God in hun gedachten heeft gelegd: het grote geheim van een moeder die tegelijkertijd de moeder van God is en de moeder van Hem die op het kruis zal sterven als een misdadiger.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe boodschap van Gabriél is zeer nauw omschreven, zij behelst alleen de idee van het zoonschap, goddelijk en menselijk. Het Kind, dat Maria Jezus moet noemen, is de Zoon van God en zoon van David, en het eeuwig koningschap van het Kind is het gevolg van dit tweevoudig zoonschap; de nederdaling van den Heiligen Geest over Maria en de overschaduwing van haar persoon door de kracht van den Allerhoogste, zijn verklaringen voor dat dubbel zoonschap en verzoenen maagdelijkheid en moederschap. Gabriël is dus heraut van het goddelijk moederschap in zijn meest strikte betekenis. De engel spreekt in menselijke woorden het mysterie van het goddelijk moederschap uit, ,het heilsgeheimnis, dat van eeuwigheid verborgen was in God, den Schepper aller dingen" (Ef. 3, 9)[b:Ef. 3, 9], en gaat heen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe taak van Christus en zijn zending worden aan Maria nog niet bekend gemaakt. Josef, de bruidegom van Maria, is de eerste, die iets verneemt over het tweede mysterie, het verlossingswerk dat de Zoon van Maria zal volbrengen. Het eerste en voornaamste mysterie, dat van het goddelijk zoonschap, is Maria's persoonlijk en uitsluitend geheim. "Josef, zoon van David, vrees niet, Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar is geboren, is van den Heiligen Geest. Zij zal een Zoon baren, en gij zult Hem Jezus noemen; want Hij zal zijn volk verlossen van hun zonden" (Mt. 1, 20-21)[b:Mt. 1, 20-21].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAan Simeon wordt groter inzicht geschonken in de onmetelijke taak van dit Kind in de tijd, en hij zingt het verheven Nunc dimittis, de heerlijke lofzang over de rol van Maria's Zoon hier op aarde, in de tijd, tegenover de eeuwigheid. "Ook Simeon nam het Kind in zijn armen, zegende God, en sprak: "Nu laat Gij, Heer, uw dienaar gaan, In vrede, naar uw woord, Want mijn ogen hebben uw heil aanschouwd, Dat Gij bereid hebt voor het oog aller volken; Een licht, tot verlichting der heidenen, En tot luister van uw volk Israël" (Lk. 2, 28-32)[b:Lk. 2, 28-32].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe evangelist voegt er aan toe, dat de vader en moeder van het Kind "verbaasd stonden over wat er van Hem werd gezegd". Dit bevestigt wat wij zojuist zeiden over het zeer bepaalde, nauwomschreven karakter van Gabriëls ,boodschap; Maria had niets vernomen van Christus' zending in de tijd; Josef had een vage aankondiging ontvangen van de verlossing van het joodse volk van hun zonden. Maar Simeon, in zijn geestverrukking, doorbreekt alle slagbomen; de ganse wereld zal onder de machtige invloed van het Kind komen; alle volkeren, en nieuwe heilstijding! de heidenen zullen leven in het licht van het gelaat van dit Kind.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVan het Kind richt Simeon zich tot de Moeder, en vult nu Gabriëls woorden aan, op een hoogst onverwachte wijze. De heilige man beschouwt de trekken van het schone Kind, en daar, in het licht van God, ziet hij de tekenen van een vreselijke beschikking. Zag hij het kruis? Zeer waarschijnlijk niet; maar hij zag genoeg om zijn edel hart te doen uitgaan naar het lieflijkste aller schepselen, dat daar voor hem stond in de volle vreugde van een onvergelijkelijk zuiver moederschap, Simeon zegende hen, en sprak tot Maria, zijn Moeder: “Zie, Hij is bestemd tot val en opstanding van velen in Israël, en tot een teken van tegenspraak; en een zwaard zal ook uw eigen ziel doorboren. Zo moeten de gedachten van vele harten worden ontsluierd" (Lk. 2, 34-35)[b:Lk. 2, 34-35].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNu is het goddelijk moederschap volledig. Het omvat de grootste droefheid en de grootste vreugde. Een dergelijke mededeling werd niet aan Elisabet, de moeder van Johannes gedaan. Haar zoon zou ter dood gebracht worden door de laagste menselijke wezens, de verdorven creaturen van een schandelijk hof. Het was een menselijk lot, een nobel einde voor het strenge leven van een Nazireeër.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar de Moeder van God bezat een moederschap, dat onafscheidelijk was van Gods hoogste eigenschap: waarheid. Zij zou lijden door de tegenstelling tussen waarheid en leugen, licht en duisternis: "Maar nu zoekt gij Mij te doden: een mens, die u de waarheid gezegd heeft, welke Hij van God heeft gehoord; zo iets deed Abraham niet" (Joh. 8, 40)[b:Joh. 8, 40].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOp deze wijze spreekt de volwassen Christus de leiders van Israël toe. Hij verklaart ons hier zo duidelijk mogelijk de woorden van Simeon. De eeuwige heerschappij in het huis van Jakob was een wezenlijk kenmerk van het zoonschap, volgens Gabriëls boodschap aan Maria. De verbitterde tegenstand van dat huis van Jakob was Maria' s eerste grote beproeving, toen zij haar Zoon volgde in zijn openbaar leven. Er moet iets slechts geweest zijn in het hart van haar eigen volk, iets afschuwelijk duisters, dat zij niet vermoed had. In vele harten werden steeds weer gedachten ontsluierd, die het volk van Abraham onwaardig waren: "Zoiets deed Abraham niet.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe onvergelijkelijke kracht der waarheid, die Jezus bezat, wekte de haat van een ras van zogenaamd godsdienstige lieden, die zelfs de ware Godsidee in hun eigen geweten en in het geweten van de overige Joden hadden vervalst.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media"Mijn Vader is het, die Mij verheerlijkt. Gij noemt Hem uw God en toch erkent gij Hem niet. Maar Ik ken Hem wel, en als Ik zeide, Hem niet te kennen, dan was Ik een leugenaar, evenals gij. Ja, waarlijk, Ik ken Hem, en onderhoud zijn woord. Abraham, uw vader, zag juichend van. blijdschap mijn dag tegemoet; hij heeft hem gezien en van vreugde gejubeld" (Joh. 8, 54-56)[b:Joh. 8, 54-56]. Deze woorden, een vervolg op de zojuist aangehaalde passage, drukken beter dan wat dan ook uit de grondige tegenstrijdigheid der idealen tussen Christus en de mannen, die roemden op hun afstamming van Abraham.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaKrachtens haar eigen goddelijk moederschap zij was de Moeder van Hem, die kwam, vol van genade en waarheid én krachtens het feit dat in haar alle beloften aan Abraham en zijn zaad berustten, zou Maria's hart met een zwaard doorstoken worden en stond aan haar goddelijk moederschap een lijden te wachten, als geen vrouw ooit gekend heeft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaria's moederschap heeft nimmer physieke pijnen gekend, die sinds de zondeval de onafscheidelijke voorwaarden zijn van elk moederschap. Zij was volkomen vrij van de wet, door God aan Eva opgelegd: "In smarten zult gij kinderen baren" (Gen. 5, 16)[b:Gen. 5, 16]. Sprekend over Christus' geboorte zegt Sint Thomas, dat die geboorte met geen enkele pijn gepaard ging, daar er geen inbreuk was geweest op haar maagdelijke ongereptheid; maar bij die geboorte was er de grootst mogelijke vreugde omdat de Godmens ter wereld was gekomen: Sed fuit ibi maxima iucunditas ex hoc quad homo Deus est natus in mundum. Summa Theologiae Tertia Pars q. 35 a. 6[[t:III, q. 35, a. 6]] Evenmin heeft het iets aantrekkelijks voor den theoloog om te suggereren dat misschien barensweeën, mochten zij er al geweest zijn, iets. tot de volheid van de verlossing hadden kunnen bijdragen; waarom zou Christus niet in smarten geboren zijn, zoals Hij in smarten zou sterven? Zou de smart van zijn geboorte, gevoegd bij de smarten van zijn dood, de volmaaktheid van het verheven off er van Christus' lijden niet hebben vermeerderd? “Dolores parientis matris non pertinebant ad Christum, qui pro peccatis nostris satisfacere veniebat" zegt Sint Thomas. Summa Theologiae Tertia Pars q. 35 a. 6[[t:III, q. 35, a. 6 ad 2]] De barensweeën van zijn Moeder hadden niets uit te staan met de zending van Christus, die gekomen was om voor onze zonden te voldoen; deze pijnen zouden geheel buiten Hem omgegaan zijn; zij hebben niets te maken met zijn eigen offer. Maar het lijden, dat Simeon voorspelde zou van totaal andere aard zijn; het was volkomen afhankelijk van het lijden van Christus, het was de weerklank van Christus' lijden, en Maria's moederschap is het meest smartelijke moederschap van al geweest, omdat zij waarlijk de Moeder was van Hem, dien de Profeet noemt: "Den Man van smarten" (Jes. 55, 5)[b:Jes. 55, 5].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet katholieke denken wijkt instinctief terug voor de gedachte dat er pijn zou geweest zijn bij de geboorte van Christus, maar even instinctief is het katholieke denken vervuld van de onmetelijke verzoeningswaarde van Maria's smarten in verband met de verwerping van haar Zoon door zijn eigen volle In een vorig hoofdstuk zeide ik dat Maria's moederschap méér was dan een instrumenteel moederschap; Maria deelt in de volle omvang met den eeuwigen Vader het ouderschap van den mensgeworden Zoon van God; zij bezit alle rechten, voorrechten, al de eer en ook alle liefde en tederheid van een moeder; als de moeder van den Zoon van God werd zij toegelaten tot de geheimen van dat verschrikkelijke, geestelijke drama, dat leidde tot de val van velen in Israël, dat voerde tot het kruis. In haar lichamelijk moederschap heeft Maria niet geleden; maar in haar moreel moederschap was haar lijden even veelomvattend als het moederschap zelf. Niet het lichaam, maar de ziel van deze moeder moest het hoogste off er brengen: "En een zwaard zal ook uw eigen ziel doorboren".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaGabriël had tot Maria gesproken over het recht van haar kind op de troon van David: "God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David geven". In haar lofzang, het Magnificat, heeft Maria opgetogen het voorrecht dat Israël genoot door het mysterie dat in haar leefde, bezongen: "Hij heeft zich over Israël zijn dienaar ontfermd, indachtig zijn barmhartigheid" (Lk.. 1, 54)[b:Lk.. 1, 54]. Maar haar lot was ook Israël eenmaal te horen uitroepen, in een razende uitbarsting van haat, tegen Jezus: "Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen" (Mt. 27, 25)[b:Mt. 27, 25]. Er ligt in de smarten van Maria iets patriarchaals, iets, dat alleen kon 'beseft worden door een ziel, die in innige verbondenheid met de onmetelijk heden van Gods oordeel over de mensheid leefde.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK XI - VERWACHTING EN VERWONDERING IN HET GODDELIJK MOEDERSCHAP
Het schijnt wel de algemene overtuiging van de Kerk te zijn dat het grote geheim van de Menswording plaatsgreep op het ogenblik dat de engel Maria verliet, nadat zij gezegd had: ,Ze de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord". Toen ging de engel van haar heen, nadat hij eerst den mensgeworden God aanbeden had. Weliswaar spreekt Elisabet, bij het bezoek van haar nicht Maria, nog over dingen die in de toekomst staan te gebeuren: ,Zalig zij, die geloofd heeft; want wat haar namens den Heer is gezegd, zal worden vervuld" (Lk.. 1, 45)[b:Lk.. 1, 45]. Maar terzelfdertijd spreekt Elisabet Maria aan, als iemand die reeds gezegend is met de eer van het moederschap: ,Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot". Er schijnt dus geen twijfel mogelijk: over Maria's gezegende zwangerschap, toen zij Elisabet ging bezoeken. Wij moeten dus de voorzegging van Elisabet in verband brengen met Gabriéls woorden over de toekomstige grootheid van het Kind dat zal geboren worden, over de troon van David en zijn eeuwige heerschappij in het huis van Jakob.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe wonderbare ontvangenis was een voldongen feit; Maria bezat de zekere en vreugdevolle hoop op de goddelijke geboorte; maar aangaande de toekomstige grootheid van het Kind was haar nog veel duister. Elisabet’s geest, bewogen door den Heiligen Geest, was vooruitgesneld de toekomst in, en had de vervulling gezien van de wondere dingen die aan Maria voorzegd waren. Maria's vertrouwen in het eerste deel van de boodschap van den engel moest haar de verzekering geven van de geleidelijke vervulling van het tweede deel, de belofte, van dezelfde hemelse voorspelling. De verwondering en verbazing die van tijd tot tijd in de geest van Maria opkwam, stond zonder twijfel in verband met Christus' eeuwige zending en de geleidelijke ontwikkeling· daarvan. Het centrale feit van het goddelijk zoonschap van Jezus was voor haar zo klaar als het licht van de middagzon; maar de wijze waarop Christus' verheven heerschappij in vervulling zou gaan, was haar nog niet geopenbaard. Zij geloof de er vast in, zoals zij geloof de in het mysterie dat haar maagdelijke schoot reeds omvatte; hoe het zou geschieden was haar evenwel niet duidelijk gemaakt, alleen de wijze van de Menswording werd haar onthuld. Gabriël vertelt aan Maria hoe zij de moeder van God zal worden; maar over het grote mysterie van Christus' koningschap worden haar geen verklaringen gegeven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZo kwam het dat Maria het niet altijd begreep, wanneer er sprake was van Christus' uitwendige invloed, in het openbaar of in het verborgen; met Jozef vroeg zij zich af wat dit alles betekende. "Hij sprak tot hen: Waarom hebt gij Mij gezocht? Wist gij dan niet, dat Ik in het huis van mijn Vader moet zijn? Maar zij begrepen niet wat Hij tot hen sprak" (Lk.. 2, 49-50)[b:Lk.. 2, 49-50].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZonder twijfel is ons weinig geopenbaard over de wijze en de tijd van Christus' triomf en heerschappij, en wat wij over den Persoon Christus weten is oneindig veel meer, dan wat wij weten over zijn daadwerkelijke invloed op de mensen. Ook de Moeder van God schijnt inzicht in dezelfde mate ontvangen te hebben; haar kennis van Christus' Persoon was onmetelijk; haar kennis van de wijze, waarop Hij voor eeuwig Koning in het huis van Jakob zou worden, schijnt veel minder omschreven geweest te zijn. Men kan hier de woorden aanhalen, die Christus sprak tot de groep leerlingen die met Hem de Olijfberg besteeg, op Hemelvaartsdag. "De aanwezigen vroegen Hem echter: Heer, zult Gij in deze tijd het koninkrijk voor Israël weer herstellen? Hij sprak tot hen: U komt het niet toe, tijden of dagen te kennen, die de Vader door zijn eigen macht heeft vastgesteld. Maar wanneer de Heilige Geest over u komt, zult gij kracht ontvangen, en mijn getuigen zijn in Jerusalem, in heel Judea en Samaria, en tot aan het einde 'der aarde" (Hand. 1, 6-8)[b:Hand. 1, 6-8].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe leerlingen ontvangen een zeer duidelijke kennis van Christus, van den Heiligen Geest, van de specifiek geestelijke middelen die de mensheid zullen redden; de kennis echter van Gods uitwendige voorzienigheid, die de menselijke gebeurtenissen regelt, om deze te doen dienen tot de zegepraal van Christus' genade, wordt hun niet in dezelfde mate verleend. Onze Lieve Vrouw was geen uitzondering op deze beschikking, of schoon wij voor haar geval een veel breder uitzicht op de toekomst kunnen aannemen. Niets dwingt ons te geloven, dat Christus' levensloop haar ineens en vroegtijdig werd geopenbaard; dat leven ontvouwde zich geleidelijk voor haar ogen; zij was verwonderd en leed; maar nooit kon zij geërgerd worden, en spoedig begreep zij, wat zolang voor de leerlingen verborgen bleef, dat Christus ,dit alles moest lijden, en zó zijn glorie binnengaan" (Lk. 24, 26)[b:Lk. 24, 26].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn het heerlijke lied van haar moederschap, het Magnificat, geeft de Moeder van God, in de verrukking van een volmaakt zuiver mensenhart, de inhoud van Gabriëls boodschap weer. Het lied bevat evenmin duistere voorgevoelens als Gabriëls aankondiging. Haar moederschap, de vreugde van haar volk om den nieuwen Koning, dien Gabriël had aangekondigd, dat is het dubbele thema van deze onsterfelijke ontboezeming van een maagdelijke ziel.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Heer had grote dingen aan haar gedaan, en alle geslachten zullen haar zalig prijzen; maar de gedachte aan haar voorvaderen, aan Abraham, verlaat haar geen ogenblik; het zaad van Abraham rust in haar eigen maagdelijke schoot.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMen zou Maria' s lied bijna een volkslied, de hymne van Israël kunnen noemen; maar juist hier moet men de messiaanse taak van Abrahams volk voor de geest houden, en zijn voorrecht om den mensgeworden God een volmaakt deelgenoot te maken van de menselijke natuur, door Hem het bloed, dat allen die afstammen van Adam gemeen is, te geven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaAls Maria zingt van haar volk, van Israël den dienaar van God, zingt zij anders dan de joodse zangers, anders dan Deborah en Anna dat hadden gedaan; haar lied is het hart zelf van het onvergelijkelijke nieuwe mysterie, de Menswording; de grote dingen, in haar gedaan door Hem die machtig is, wiens Naam heilig is, zijn de beloften, gedaan aan Abraham, van geslacht op geslacht overgeleverd, en nu tot vervulling gekomen in het “zaad", in het heilige Wezen dat in haar schoot rust; zij, Maria, staat tussen de geslachten van de belofte en de geslachten der verwezenlijking en zij, erfgename van de zegeningen die aan· de patriarchen geschonken zijn, zal de gezegende zijn voor alle komende eeuwen. Nimmer omvatte een moederschap wijder sfeer, en nimmer lag er een zo persoonlijke en opperste triomf in besloten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaria begreep ten volle de Menswording in wat wij zouden kunnen noemen haar levensaspect; zij begreep de natuur van het nieuwe leven dat in haar was, en hoe dit leven uit haar geboren zou worden; maar wij kunnen onmogelijk zeggen of zij op dat ogenblik duidelijk het andere aspect van hetzelfde mysterie kende, de verheven, diepsmartelijke dood. Zij wist toen dat alle geslachten haar de gezegende zouden noemen, dat zij de Moeder der levenden geworden was; maar wat op de Calvarieberg zou gebeuren, toen haar gekruisigde Zoon haar als Moeder aan de verloste mensheid gaf, in den persoon van Sint Jan, was zonder twijfel verborgen voor haar ogen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaSint Jan begint het verhaal van Christus' lijden met de woorden: "Jezus, bewust van al wat Hem overkomen zou, trad naar voren en sprak tot hen: Wien zoekt gij?" (Joh. 18, 4)[b:Joh. 18, 4]. Deze heldere voorkennis van zijn eigen levensloop schijnt het uitsluitend eigendom van Christus te zijn geweest; hij bezat deze kennis van zijn kinderjaren af. Maria's inwijding in Christus' lijden en dood had ongetwijfeld trapsgewijze plaats, en dikwijls moet zij zich verwonderd hebben af gevraagd wat de volgende verschrikking zou zijn die zij moest vernemen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK XII - DE LIEFELIJKHEID VAN HET GODDELIJK MOEDERSCHAP
Er bestaat geen groter gevaar voor de christelijke waarheid dan terwille van de elementen, die tot het gevoel spreken, haar groots en verheven aspect te verwaarlozen. De glimlach der christelijke waarheid is de glimlach van een koningin. niet de gedachteloze lach van een kind.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaar het is een wonderlijke glimlach, die zowel de geest als het hart verrukt. Het goddelijk moederschap zelf is vol wondere majesteit, een hoog baken van allerzuiverst wit licht, dat als een tweesnijdend zwaard doordringt in het verstand van mensen en engelen. Het goddelijk moederschap is een heerlijk systeem van de hoogste metaphysiek, in staat om de aandacht van de meest onderzoekende en wetenschappelijke geest te boeien. Is er bijvoorbeeld, afgezien van de hypostatische vereniging, iets wat de speculatieve geest meer bevredigt en in beslag neemt dan de leer van Christus' geboorte in de tijd, terwijl Christus' eeuwige geboorte voortduurt in de onveranderlijke eeuwigheid van den Vader? Toch behoort dit tot het innerlijkste wezen van het goddelijk moederschap.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDoch liefelijkheid komt uit de mond van den Sterke. Ligt er een glimlach over de christelijke theologie, dan is die glimlach het goddelijk moederschap. Buiten de heldere Godsaanschouwing kan niets ons zo duidelijk als het goddelijk moederschap die zijden van God openbaren, waarover de psalmist ons uitnodigt te mediteren, met de woorden: “maakt en proeft hoe zoet de Heer is" (Ps. 34, 9)[b:Ps. 34, 9]. De katholieke mentaliteit heeft altijd als iets vanzelfsprekends aangenomen, dat er tussen den Heer en zijn gezegende Moeder een liefde vol zoetheid en tederheid bestond, zoals de wereld nooit tevoren gekend had en nooit meer kennen zal. Wij voelen instinctmatig dat Maria de grootste persoonlijke vriend was die Jezus op aarde bezat, en dat er tussen hen een gelijkheid van karakter bestond, die hun vriendschap sterker maakte dan de dood. De hartstochtelijke liefdesontboezemingen, die het Hooglied maken tot de hoogste uitdrukking van menselijk gevoel, passen wij alle toe op Maria's grote lief de voor haar goddelijk en Zoon.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij noemen haar de grootste van alle martelaren, omdat zij door haar liefde meer heeft geleden dan welk menselijk wezen ook. Eenieder wordt ontroerd door de tedere lief de van de goddelijke Moeder voor haar goddelijk Kind en denkt vol liefde aan het beeld van de Madonna met haar lieve Kind. De specifiek katholieke mentaliteit voert ons echter verder. De katholiek ziet, als van nature zou ik bijna zeggen, deze tedere lief de tussen Maria en haar Zoon voortbestaan gedurende het gehele leven van Christus en schrijft aan de Piëta, de Moeder van Smarten, dezelfde maagdelijke en prille liefde toe, die hij van nature aan de Madonna toekent. In hun opvallende voorkeur voor de Piëta gaven onze katholieke voorvaderen duidelijk blijk van hun christelijke mentaliteit; zij wisten als vanzelf, dat tussen Jezus en zijn moeder de lieflijke verhouding van Betlehem nooit ophield, maar dat zij groeide in kracht en intensiteit, naarmate hun beider levens, het leven van de Moeder en dat van de Zoon, tot volle ontplooiing kwamen en hun onnaspeurlijke diepten openbaarden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze katholieke gezindheid is geheel vreemd aan den protestant, die de woorden van Christus uitbuit, welke hij gesproken heeft tijdens de bruiloft te Kana. "Vrouw, wat is er tussen u en Mij? Mijn uur is nog niet gekomen" (Joh. 2, 4)[b:Joh. 2, 4]. Deze woorden kleuren en overschaduwen voor den protestant de gehele verhouding tussen Moeder en Zoon. Het is werkelijk verbazingwekkend te zien, welk een ongunstige rol deze woorden hebben gespeeld in het geheel van onze Mariologie sedert de Moeder van God niet meer door de gehele christenheid als Moeder wordt bemind. Een christendom dat Maria bemint, neemt als vanzelfsprekend aan, dat deze woorden geen wanklank vormen in de verheven harmonie van liefde tussen Jezus en Maria; het weet dat de Jezus die deze woorden sprak in zijn hart een kind was en zijn moeder toen evenzeer beminde als in zijn kinderjaren te Nazaret.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJuist de wijze waarop wij ons van het begin af instellen op de verhouding die tussen Jezus en zijn moeder bestond, geeft het bijzondere karakter aan de nadruk die wij leggen op deze en andere soortgelijke teksten. Ik geloof, dat er nimmer een vriendschap bestond als tussen Jezus en Maria; zelfs al klonken de woorden van Christus hard, dan neem ik aan, dat dit door Maria niet aldus werd opgevat, zoals ook inderdaad blijkt uit het vervolg van hetzelfde evangelieverhaal. In de wijze waarop Christus sprak of in de diepere betekenis van de woorden zelf lag iets, dat deze woorden maakte tot een waarachtige uiting van lief de en vertrouwen, een vertrouwen, dat door Maria onmiddellijk met volledig vertrouwen werd beantwoord: "Zijn moeder sprak tot de bedienden: "Doet wat Hij u zeggen zal" (Joh. 2, 5)[b:Joh. 2, 5]. Neemt iemand echter een geheel andere geesteshouding aan, een houding die doordrongen is van een zekere jaloersheid tegenover Maria's geestelijk overwicht, dan zal hij in diezelfde woorden niets minder zien dan een streng verwijt. Zijn geest wordt bij het lezen van deze woorden omfloerst door een donker perspectief, de aangeboren naijver die sommigen koesteren tegen de uitnemendheid van dat lieflijkste aller schepselen, de immer gezegende Moeder van God.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe katholieke mentaliteit is de meest natuurlijke; zij is eenvoudig het gevolg van het ganse leerstellig systeem van de Menswording. Een onbevlekte Moeder, een maagdelijke Moeder, een Zoon, die is Gods Eniggeborene, al dat heiligste en volmaaktste, wat zou dat anders kunnen voortbrengen, zo vraagt de katholiek, dan een lief de, een tederheid en lieflijkheid tussen de Moeder en den Zoon verheven boven alle begrijpen? Waarom zou er iets anders zijn dan volmaakte liefde? Welk element is er denkbaar, dat deze twee gezegende personen, Christus en Maria, zou beletten de beker der geschapen liefde ten volle te smaken?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet staat voor ons derhalve vast, dat het leven van Jezus en Maria te Nazaret het gelukkigste menselijk leven in de geschiedenis der mensheid was. Het is wellicht een van de meest wonderbare kenmerken van het christelijk geloof, te aanvaarden dat het oneindige leven van den mensgeworden Zoon van God besloten kon zijn binnen de grenzen van een gewoon menselijk bestaan, het leven van den timmerman te Nazaret: "Is Hij niet de timmerman, de zoon van Maria?" (Mk. 6, 5)[b:Mk. 6, 5]. In volkomen tegenstelling met alle menselijke fantasieën ontmoeten wij in de Menswording het wonderbaarlijke, het bovenmenselijke in .de hoogste graad, verenigd met de meest alledaagse levensomstandigheden. Het christelijk geloof leeft in de overtuiging, dat het mogelijk was voor het onmetelijke, oneindige leven, dat in Jezus van Nazaret was, tot volledige ontplooiing van zijn activiteit te komen, ja, daartoe zo volledig mogelijk de gelegenheid had gedurende de dertig jaren· van het gewone huiselijke leven in Maria's woning.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOns hart en onze geest aanvaarden eveneens, intuïtief als het ware, dat de onmetelijke liefde, de bovenmenselijke tederheid van de Mater amabilis, de beminnelijke moeder, zich onbeperkt uitte in de zuivere sfeer van de dagelijkse omgang in Maria's huis. Gedurende a:l de jaren die Jezus samen met Maria doorbracht, was er niet en kon er ook niet zijn de geringste gebeurtenis, niet de minste opwelling die niet vervuld was van goddelijke zoetheid en liefde. In deze omgang met den Zoon van God wordt de algehele zondeloosheid van Maria een positief, een levend iets, daar deze zondeloosheid immers het vermogen betekent te kunnen omgaan met de oneindige heiligheid, zonder schroom, zonder vrees, maar met de natuurlijke hartelijkheid van een lieve moeder.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe katholieke liefde tot de Moeder Gods geeft blijk van een prijzenswaardige goede smaak door haar tegenzin om uitgebreide bijzonderheden te vragen over het leven te Nazaret. Wij weten, dat er te Nazaret een leven woont, dat niet valt onder de ervaring van mensen en nauwelijks vatbaar is voor het menselijk bevattingsvermogen. Is er iemand op aarde, die weet wat ware lief de is, die een beeld kan schilderen van twee levens, die in hun bovennatuurlijke intensiteit geheel samensmelten in al hun bewegingen, al hun gevoelens, al hun verlangens?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaLaten wij vanaf de heuveltop van Nazaret een vrouw gadeslaan, die afdaalt naar de bron met de waterkruik in evenwicht op haar hoofd en een jongen van vijf tien jaar aan haar zijde. lk weet, dat tussen deze twee een liefde bestaat, zoals er geen gevonden wordt onder de hemelingen die staan om de troon van God. Maar ik weet ook, dat ik niet in staat hen meer te zien zonder te sterven van verwondering. De omgang der mensen wordt door Sint Augustinus in een van zijn preken zo juist beschreven: ,Wat maakt ons aller leven smartelijk? Wij allen immers zijn sterfelijke mensen, broos en zwak, die elkanders aardse omhulsels nauwelijks een plaats gunnen". Dagelijks doen wij de droevige ervaring van zulk een bestaan op. Hoe de Mater amabilis, de beminnelijke moeder, omging met Hem dien de profeet noemt Admirabilis, den Wonderbare, is grotendeels een mysterie, een deel van het wijdere mysterie . van Christus' tweevoudige geboorte.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is duidelijk dat de katholieke zienswijze aangaande het goddelijk moederschap, zoals deze in dit hoofdstuk enigermate werd beschreven, een geweldig verschil teweeg brengt in onze geesteshouding tegenover het karakter der Menswording, zelfs tegenover het karakter van God.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDiegenen wier geest doordrongen is van de grote bekoorlijkheid van Gods lief de, zullen in een beschouwing over God en zijn handelwijze nimmer de beminnelijkheid kunnen uitsluiten. Het vaderschap is een idee, die lang niet ten volle de natuur van God uitbeeldt. Zonder meer zou het God vreemd maken aan een groot deel van onze eigen natuur. In de liefelijkheid van het goddelijk moederschap wordt ons iets geopenbaard, dat niet onmiddellijk vervat is in de idee van het goddelijk vaderschap, en niets kan ooit in een mensenverstand de wonderlijke drang van het geloof in Maria's liefde vervangen. Een verstand, dat zulk een geloof niet kent, zal nooit het ware karakter begrijpen van den mensgeworden God. Een dergelijk christendom zal altijd zijn als de koude zon van een winterdag, in plaats van de levenwekkende zachtheid van de lentezon.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK XIII - DE MACHT VAN HET GODDELIJK MOEDERSCHAP
De katholieke theologie geeft een hoge dunk van de grootheid van het schepsel; zij begint met het metaphysisch beginsel, dat het Gods wondervolle bedoeling is de wezens die Hij schept zo groots mogelijk te maken, om waarlijk verheven scheppingen tot stand te brengen. Sprekend met God zegt de katholiek gezinde het den psalmist als van nature na: "Gij zijt de God die wonderen wrochtte" (Ps. 77, 15)[b:Ps. 77, 15]. God is wonderbaar, niet enkel in zichzelf, Hij is wonderbaar in zijn schepselen; zijn schepping, datgene wat buiten Hem is, vormt een bron van eindeloze verwondering voor de waarlijk christelijke geest. De katholieke theologie kent geen valse bezorgdheid voor Gods glorie; integendeel, de verhevenheid van het schepsel, verre van een schaduw te werpen op Gods heerlijkheid, is de helderste afstraling daarvan. De katholieke Godsleer is dus wars van alle kleingeestigheid bij het bepalen van de plaats van respectievelijk Gods grootheid en de grootheid van het schepsel; beide zijn een wondervolle samensmelting van twee volmaaktheden, de oneindige en de eindige volmaaktheid. Nooit is de ene volkomenheid in strijd met de andere, maar zij zijn innig verbonden tot een aanbiddelijke harmonie. Gods belangensfeer omvat ook zijn schepping· en naarmate deze verhevener is, voelt de katholiek denkende mens zich gelukkiger.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe katholieke theologie gaat evenwel nog een stap verder; zij wil, voor zover dit mogelijk is, Gods scheppende en voortbrengende macht medegedeeld zien aan het eindige schepsel. Wij zijn niet alleen intens gelukkig te zien, dat God buiten Zichzelf een afzonderlijke bestaanswijze geeft aan wezens die Hem in zijn heerlijkheid zo dicht benaderen, maar wij weten ook, dat God niet naijverig is op die macht zelf om deze wonderen te wrochten; Hij wenst zijn schepselen, in het bezit van dezelfde macht, voor zover hun eindigheid een wezenlijke eigenschap van het geschapene dit toelaat. Het enige dat God niet wegschenkt is de roem die ligt in het zijn van de laatste bron van alle volmaaktheid en macht. Maar macht wil Hij schenken, macht die maat en begrip te boven gaat, macht die gaat tot het uiterste. Het is verbazingwekkend te lezen in onze theologie tot welke hoogte de geschapen macht rijst in het voortbrengen van geestelijke of natuurlijke effecten. Het maken van iets uit niets, creatio ex nihilo, schijnt naar de mening der katholieke godgeleerden het enige onloochenbare geval te zijn, waarin de geschapen macht volkomen hulpeloos is. Wij houden ervan God omringd te zien door machtige schepselen, door reuzen naar geest en gedachte. "Maior autem perfectio est, quod aliquid in se sit bonum, et etiam sit aliis causa bonitatis, quam si esset solummodo in se bonum. Et ideo sic Deus gubernat res, ut quasdam aliarum in gubernando causas instituat; sicut si aliquis magister discipulos suos non solum scientes faceret, sed etiam aliorum doctores: Goed te zijn in zichzelf en tegelijk oorzaak te zijn van volmaaktheid in andere wezens, is een hogere graad van volmaaktheid dan louter goed te zijn in zichzelf. Daarom bestuurt God de zaken zo, dat Hij er sommige maakt tot bestuursoorzaken ten opzichte van de andere, zoals een leermeester zijn leerlingen niet alleen wijsheid bijbrengt, maar hen ook weer maakt tot leermeesters van anderen" Summa Theologiae, Prima Pars q. 103 a. 6[[t:I, q. 103, a. 6]].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is bovendien een specifiek katholieke geesteshouding, geschapen grootheid, geschapen macht in de wezens die met verstand en vrije wil begaafd zijn, de engelen en mensen, met vreugde te begroeten. "Ontzaglijk is God in zijn heiligen: Hij, Israëls God, die kracht en sterkte geeft aan het volk" (Ps. 68, 36)[b:Ps. 68, 36]. Op dit punt meer dan op elk ander verschilt de katholieke mentaliteit grondig van de protestantse. Wij, katholieken, vinden het zeer natuurlijk onze heiligen en engelen de werken Gods te zien verrichten, hen de wereld door hun wonderdaden te zien redden van verzinking in morele en physische chaos. Ook beperken wij de macht van Gods vrienden niet tot een of andere bijzondere werkdadigheid; de kracht van hun gebed bijvoorbeeld is slechts een van de vele krachten die in hen zijn. Zij zijn machtig op de meest rechtstreekse, hoogst doelmatige wijze, hoewel deze voor onze sterfelijke ogen verborgen kan blijven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDeze overwegingen van algemeen theologische aard zijn niet misplaatst aan het eind van deze korte verhandeling over het goddelijk moederschap. Bewuste of onbewuste assimilatie van de zo juist uiteengezette gedachten vormt de katholieke devotie tot de goddelijke Moeder, de Virgo Potens, de machtige Maagd. Het goddelijk moederschap is een geweldige macht in de wereld der genade, de grootste macht na de verlossende macht van Christus. ,Schoon zijt gij, mijn liefste, bekoorlijk als Jerusalem, maar geducht als een leger in slagorde" (Hoogl. 6, 4)[b:Hoogl. 6, 4]. Deze woorden, die tegelijk de grootste menselijke tederheid en het meest overweldigende gevoel van onweerstaanbare oorlogsmacht uitdrukken, zijn door de christelijke liturgie steeds toegepast op de gezegende Moeder van God. Het denkbeeld van onmetelijke macht verbonden met het goddelijk moederschap is typerend voor de katholieke denkwijze. Juist het feit van het goddelijk moederschap, van de tweede geboorte van den Zoon van God, behoort van nature tot het katholieke gedachtenleven dank zij die verstandelijke ineenstrengeling waarover ik zojuist heb gesproken. Men zou kunnen zeggen, dat het g·oddelijk moederschap een bijzondere toepassing is van de meer algemene waarheid, dat God aan zijn schepsel macht en leven meedeelt in infinitum, tot in het oneindige.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaNiets komt ons zo natuurlijk voor, als aan de Moeder van God dezelfde titels te geven die wij aan God, onzen Verlosser, toekennen: Sale, Regina, Mater misericordiae, vita dulcedo et spes nostra. Wij noemen haar de Moeder van barmhartigheid, wij noemen haar ons leven, wij noemen haar onze zoetheid, wij noemen haar onze hoop in onbeperkte zin, omdat wij geen grenzen van haar grootheid en macht vermogen te zien, hoewel wij weten dat zij er zijn; deze grenzen echter, waar zij zich ook bevinden, zullen door geen enkel ander schepsel ooit bereikt worden, zelfs niet door het schepsel dat zich bij wijze van spreken er op toe zou leggen de geestelijke macht van Maria uit te vorsen. In theorie weten wij wel, dat Christus voor ons barmhartigheid verworven heeft, dat Hij voor ons is leven, zoetheid en hoop in een hogere, ja, in een oneindig verhevener betekenis dan Maria. Dat onderscheid behoeven wij evenwel in onze practische devotie nooit te maken, omdat de verhevenheid van Maria's geestelijke gestalte door mens noch engel ooit zal worden gemeten. Aanbidding zijn wij alleen aan God verschuldigd, omdat Hij de laatste bron en oorzaak is van alle dingen. Wat geen laatste bron en oorzaak is van alles, kan niet aanbeden worden. Dat is het enige voorbehoud, dat wij, katholieken, in de praktijk maken ten aanzien van de Moeder van God.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIndien er al grenzen zijn aan de grootheid van Maria, dan vallen deze toch niet binnen ons gezichtsveld. De verlossing door Christus, als daad van God, is de laatste oorzaak en bron van alle genade; evenals de schepping, is zij van Gods kant een rechtstitel op aanbidding. Maria's macht nu in de bovennatuurlijke orde der verlossing heeft voor ons slechts deze ene beperking: zij is niet de laatste bron en oorzaak van de verlossingsgenade.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn onze practische devotie denken wij wat haar betreft aan geen enkele andere begrenzing.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr is nog een overweging, die wellicht veel kan bijdragen om ons een beter begrip bij te brengen over de aard van de krachtdadige invloed die het goddelijk moederschap voor altijd moet hebben op de geestelijke wereld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij spreken over de natuurlijke en bovennatuurlijke orde te gemakkelijk als over abstracte grootheden. Beide orden zijn wezenlijk twee soorten van redelijk bestaan, of anders gezegd een rangschikking van redelijke wezens begaafd met twee verschillende soorten van geestelijke hoedanigheden. De bovennatuurlijke orde, om onze aandacht voor het ogenblik daartoe te bepalen, is allesbehalve een abstract ideaal, een loutere theorie of zelfs maar een reeks van verschijnselen. De bovennatuurlijke orde is wezenlijk een categorie van redelijke wezens, waarin het hogere leven, de deelneming aan het leven van God, verwerkelijkt en als het ware verpersoonlijkt is. Christus, de mensgeworden Zoon van God, is de centrale figuur van de bovennatuurlijke orde, omdat Hij in zijn eigen Persoon genade en waarheid is. De bovennatuurlijke orde bestaat uit de levende, redelijke schepselen die, met Christus, delen in het leven van God en het is met de bedoeling om de bovennatuurlijke orde groot en wondervol te maken, om haar te maken tot de parel en de kroon van zijn gehele schepping, dat God die levende schepselen, in wie dit sublieme goddelijke leven stroomt en klopt, groot maakt in genade.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij behoeven dus niet verrast te zijn, wanneer wij individuele redelijke schepselen aantreffen, die zo hoog verheven zijn door hun deelneming aan het goddelijk leven. Goddelijk moederschap bestaat wezenlijk hierin, dat een redelijk schepsel, in dit geval een menselijk schepsel, is toegelaten tot het grootst mogelijk deelgenootschap, na de hypostatische vereniging, in het goddelijk leven. Maria is inderdaad een grote, machtige, bovennatuurlijke persoonlijkheid, en ook maar de meest verwijderde grenzen te stellen aan de mogelijkheden van haar krachtdadige invloed op de wereld der geesten, betekent een willekeurige beperking van datgene wat God groter heeft gemaakt dan elke menselijke gedachte. Wij weten, waar het verschil ligt tussen het geschapene en het Ongeschapene. Wij weten echter niet tot waar de grenzen zich uitstrekken van de geestelijke machten van iemand, die door haar moeder-zijn van God zo overvloedig deelt in het goddelijk leven. Ik zou willen zeggen, dat de last van het vinden van grenzen voor de geestelijke krachten van Maria aan ons blijft, zo wij dergelijke grenzen willen vinden. God heeft ons in het goddelijk moederschap een schepsel voor ogen gesteld, niet van beperkingen, maar een schepsel van genade boven alle mensenbegrip. Grenzen met betrekking tot Maria's geestelijke staat zijn veel meer latere overwegingen, die niet worden ingegeven door wat wij weten over haar genade.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij, katholieken, zijn tevreden met het fundamentele onderscheid tussen een schepsel en den Schepper. Onze mentaliteit dringt ons op geen enkele wijze grenzen te stellen aan de geestelijke krachten van de Moeder van God. De oorsprong van het werkelijke verschil tussen het geschapene en het Ongeschapene ligt niet hierin, dat het één eindig en het ander oneindig is; in de hogere metaphysiek en theologie zijn eindigheid en oneindigheid in zekere zin van minder belang· dan het dieper liggende beginsel, dat een wezen alles wat het heeft van zichzelf heeft of van een ander. Bestaan uit en door zichzelf, oorzaak en oorsprong te zijn van alle andere wezens, is waarlijk de uitsluiten de wezenstrek van het Ongeschapene; het is derhalve in elk opzicht oneindig, als gevolg van het zichzelf absoluut voldoende zijn. Maar in de hogere theologie zijn wij geenszins genoodzaakt aan het schepsel oneindigheid te ontzeggen, indien oneindigheid kan samengaan met het feit dat zij komt van een ander, van de Eerste Oorzaak van alle dingen. Wij nemen derhalve aan, dat in een schepsel werkelijk oneindigheid kan zijn, tenminste in een bepaald opzicht, hoewel het nooit een oneindigheid kan zijn in alle opzichten.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWij zeggen dus in het algemeen, dat het goddelijk moederschap een oneindige waardigheid is, iets dat geen grenzen kent in zijn verwantschap met God. Wij zeggen niet, dat Maria een oneindig wezen is, maar wij beweren dat er in Maria waarlijk iets oneindigs is: haar waardigheid als de Moeder van God. De grote leermeester van Thomas van Aquino, Albertus Magnus, zegt in zijn commentaar op het evangelieverhaal over de boodschap des engels de volgende bekoorlijke woorden: Filius infinitat matris bonitatem, infinita bonitas in fructu infinitam quandam adhuc ostendit in arbore bonitatem. Vrij vertaald zegt dit citaat, dat de Zoon van Maria oneindigheid verleent aan de voortreffelijkheid van zijn Moeder, omdat ook in de boom die de vrucht voortbrengt iets is van die oneindige volmaaktheid die eigen is aan de vrucht.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn de praktijk beschouwt de katholieke Kerk de Moeder van God als een onbeperkte macht in het rijk der genade; zij wordt beschouwd als de Moeder van de verlosten om de algemeenheid van haar genade. Krachtens haar goddelijk moederschap is Maria zonder meer Je meest omvattende, de krachtdadigste, de meest universele bovennatuurlijke macht in de hemel en op aarde, behoudens de drie goddelijke Personen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK XIV- EEN AANROEPING
Waarachtige beschaving laat zich gemakkelijk kennen uit haar houding tegenover het moederschap. Er kan geen werkelijke zuiverheid van menselijke gevoelens bestaan, wanneer het hart van den mens niet vervuld is van tederheid voor het moederschap; daarom kan er geen waarachtige beschaving zijn waar het moederschap wordt geschuwd of verlaagd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWanneer er iets behoort tot de gezondheid van de volkeren die de aarde bewonen, dan is hei een liefdevolle eerbied voor de lasten van het menselijk moederschap.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaJuist dè omvang van deze behoefte moet het voor ons hoogst redelijk maken, dat God aan de mensheid het goddelijk moederschap heeft geschonken. Groot als het goddelijk moederschap is, het is toch niet te groot voor de menselijke nood. De gevaren en de dienstbaarheid waarvan het menselijk moederschap in deze bedorven wereld vergezeld gaat, zijn zo verschrikkelijk, dat de almachtige daad van God, toen Hij het moederschap tot iets goddelijks maakte, daarmee in een zekere redelijke verhouding stond.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet christendom is waarlijk de godsdienst van de geboorte. Het begint met de eeuwige geboorte van zijn Hoofd en Verlosser; het komt vanuit de hoogste hemelen op onze aarde door de geboorte uit de maagd Maria. Het vat zijn ganse geestelijke kracht samen in het. woord geboorte: "Jezus gaf hem ten antwoord: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Zo iemand niet opnieuw wordt geboren, kan hij het koninkrijk Gods niet aanschouwen. Nicodemus zei Hem: “Hoe kan een mens geboren worden, wanneer hij reeds op leeftijd is? Kan hij soms terugkeren in de schoot zijner moeder, en opnieuw geboren worden? Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Zo iemand niet gehoren wordt uit water en Geest, kan hij niet ingaan in het koninkrijk Gods. Wat uit het vlees is geboren, is vlees en wat uit den Geest is geboren, is geest. Verwonder u niet, omdat Ik u zeide: Gij moet opnieuw worden geboren" (Joh. 5, 5-8)[b:Joh. 5, 5-8]. De zedelijke kracht van het christendom, zijn maatschappelijke bijdrage tot het leven van de mensheid, is de heiligheid en het vasthouden aan de wetten die de geboorte van den mens regelen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaTe Rome is er een altaar gewijd aan de Madonna del Parto, de Madonna der geboorte. Rome's intuïtie en Rome's taal zijn altijd juist; zij tonen een begrip voor de goddelijke dingen, dat het kenmerk draagt van universaliteit. De onmiddellijk aansprekende eenvoud van deze aanroeping bewijst, dat de christen man en vrouw hierin zeer dicht de bronnen van het leven genaderd zijn. Voor mij is de Madonna del Parto een deel van dat verheven gedachtenrijk, waarvan de hoofdtrekken vermeld staan in de aanvang van het Sint Jans evangelie: "In het begin was het Woord; en het Woord was hij God, en het Woord was God; het was bij God in het begin. Alles is door Hem ontstaan; en zonder Hem is niets ontstaan. In wat bestond, was Hij het leven, en het Leven was het licht der mensen". (Joh. 1, 1-4)[b:Joh. 1, 1-4].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaImmer gezegende Moeder van God, uw moederschap brengt mijn geest in verrukking. Gij zijt het hoogste levensmysterie na den Drieenigen God. Wat valt mij te beurt, dat de Moeder van mijn Heer door mij bemind zou worden? Maar hoe kan ik nalaten dit levenswonder te beminnen? De geboorte van het Woord is eeuwig, onveranderlijk; zij was, zij is, zij zal altijd zijn. O gezegende Moeder van God, ik staar op de geboorte die uit u geschiedde, als op een onmetelijk meer, midden in een eiland, dat door de grenzenloze zee aan alle kanten wordt omsloten: het is de geboorte van God, omringd door een nog onmetelijker geboorte van God. Gij, gezegende Vrouwe, zijt het eiland dat het een, het meer, omvat en op uw beurt door het ander wordt omsloten. Van u uit, als van de plaats der bevoorrechten, hoop ik voor eeuwig te aanschouwen de beide levens, waarin het geluk van alle geschapen verstand ligt, het leven dat in eeuwigheid is geboren en het leven dat geboren is in de tijd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr was een tijd dat het kwaad der wereld mijn ziel beangstigde, dat ik het kwaad aanschouwde met verschrikte ogen en bevangen hart, alsof het machtig was met eigen kracht en zelfstandigheid. Maar vanaf de dag dat ik uw moederschap beter ging begrijpen en vuriger ging beminnen, heeft mijn ziel zich steeds vrolijk gemaakt over de nutteloze inspanning van de prinsen der duisternis om de geesten der mensen met vrees te bevangen door hun ijdele pogingen een leugenachtige heerschappij van de duisternis op te bouwen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDe Schepper van de sterrenhemel lacht teder op u neer, schoonste van alle vrouwen, en gij beantwoordt zijn glimlach in zegevierende vrede, en ik weet, dat de grimmige machten van het kwaad reeds overwonnen zijn door de glimlach van God tot zijn lieve Moeder.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/9089-het-goddelijke-moederschap-van-maria-nl