Inhoudsopgave
- Inhoud
Ik had gehoopt, eerwaarde vader, om met levende stem voldoening te schenken aan de verzamelde broeders die aanstoot nemen aan de woorden van de illustere Gregorius, maar de lengte van het goddelijk officie en de verplichting van de vasten hebben mij verhinderd. En misschien zal het vruchtbaar zijn dat de brief opgestuurd wordt zodat het niet enkel nuttig kan zijn voor de aanwezigen maar ook voor de toekomst. Trouwens geloof ik dat het niet zonder goddelijke bijstand is dat uw brief mij bereikt in Aquino op het moment dat ik mij opmaak om af te reizen naar Frankrijk. In Aquino was de zalige Maurus, leerling van onze zeer heilige vader Benedictus en door hem naar Frankrijk gezonden, waardig om van zulk een uitgelezen vader brieven en relieken te ontvangen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
"Men moet weten -zo zegt hij- dat de welwillendheid Gods aan de zondaars de ruimte geeft om penitentie te doen; maar omdat zij de tijd niet gebruiken om een vrucht van penitentie voort te brengen, maar gebruiken om een onrechtvaardigheid te begaan, verliezen zij wat zij hadden kunnen verdienen vanwege de goddelijke barmhartigheid. Nochtans kent de almachtige God op voorhand van elkeen wanneer diens leven beëindigd wordt en kan niemand op een ander moment sterven dan op het moment dat hij sterft. Want indien men zich de vijftien toegevoegde jaren aan het leven van Ezechias herinnert , dan is het zo dat deze levensduurte is toegevoegd vanaf het moment dat hij verdiend had te sterven. Immers de goddelijke voorzienigheid kende op voorhand diens tijdsstip op dat moment waarop zij daarna hem uit het huidige leven wegnam."
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Met deze woorden maakt de Schitterende Leraar voldoende duidelijk dat elke mens vanuit een dubbel perspectief dient beschouwd te worden: enerzijds in zichzelf, maar anderzijds in vergelijking met de goddelijke voorkennis.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
In zichzelf beschouwd is de mens in datgene wat aan hem gebeurd, niet aan de noodzakelijkheid onderworpen maar is het mogelijk dat enigerlei zaken die aan hem gebeuren niet voortkomen uit het lot. Dit is wat hij expliciet vermeld in verband met de zondaars wanneer hij zegt: "omdat zij de tijd niet gebruiken om een vrucht van penitentie voort te brengen, maar gebruiken om een onrechtvaardigheid te begaan, verliezen zij wat zij hadden kunnen verdienen vanwege de goddelijke barmhartigheid." Vandaar vindt datgene wat aan de mens gebeurt niet uit noodzaak plaats. En hetzelfde geldt voor de dood en voor alles wat de mens kan doen of ondergaan. Want alles hangt af van de goddelijke voorzienigheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Indien men echter anderzijds de mens beschouwt in verhouding tot de goddelijke voorzienigheid, dan vallen dat wat hij doet of ondergaat enigszins onder de noodzakelijkheid. Hij betreft hier, zoals wij zeiden, niet een absolute noodzakelijkheid die ervoor zou zorgen dat de dingen in zichzelf beschouwd niet anders zouden kunnen gebeuren. Maar het betreft een voorwaardelijke noodzakelijkheid want de volgende voorwaardelijke uitspraak is noodzakelijk: "Indien Gods iets voorziet, dan zal het gebeuren." Want het is niet mogelijk dat deze twee tegelijk kunnen gebeuren, nl. dat God iets voorziet en dat het niet gebeurt. Dan immers zou Gods voorkennis feilbaar zijn. Echter dit is geheel en al onmogelijkheid want de waarheid kan niet vermengd worden met valsheid. Dit is wat de woorden van de zalige Gregorius uitdrukken wanneer hij eraan toevoegt: "Nochtans kent de almachtige God op voorhand van elkeen wanneer diens leven beëindigd wordt en kan niemand op een ander moment sterven dan op het moment dat hij sterft", d.w.z. het moment waarop God wist dat hij ging sterven. Want het is onmogelijk dat beiden tegelijkertijd kunnen bestaan, nl. dat God voorkennis heeft van het moment van iemands dood en dat deze op een ander moment sterft. Gods kennis zou dan overigens feilbaar zijn. Op zichzelf beschouwd echter kan de mens op een ander moment sterven. Want wie twijfelt eraan dat voor hem op een eerder moment het leven kan eindigen, doorstoken door een zwaard, verbrand door een vuur, door een val in de af grond of een valstrik. De volgende woorden maken dit onderscheid duidelijk wanneer hij eraan toevoegt: "Want indien men zich de vijftien toegevoegde jaren aan het leven van Ezechias herinnert, dan is het zo dat deze levensduurte is bijgevoegd vanaf het moment dat hij verdiend had te sterven." Het is echter een dwaasheid te zeggen dat iemand datgene verdient wat onmogelijk kan gebeuren. Op zichzelf beschouwd had hij op dat moment kunnen sterven. Maar in vergelijking met de goddelijke kennis is het volgende niet tegelijkertijd mogelijk, nl. dat hij op één moment zou sterven en dat God voorkennis zou hebben van een ander moment waarop hij zal sterven
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Het is dus nodig een verschil in acht te nemen tussen de goddelijke kennis en de menselijke kennis. De mens is immers onderworpen aan veranderingen en tijden waarin iets eerder en later plaatsvindt. Hij kent zaken op successievelijke wijze, sommige dingen eerder, andere dingen nadien. Daarom herinneren wij ons verleden zaken, zien wij huidige zaken en voorspellen wij toekomstige zaken. God daarentegen is vrij van elke beweging volgens het woord van Maleachi: "Ik ben de Heer en verander niet" . Hierdoor stijgt Hij uit boven elke opeenvolging van de tijd. In Hem is ook geen verleden of toekomst maar geheel de toekomst en geheel het verleden is in Hem aanwezig zoals Zijn dienaar Mozes het zelf zegt: "Ik ben die ben" . Op deze wijze voorzag dus God van alle eeuwigheid het moment waarop deze man zou sterven - om het op onze wijze zeggen. Maar vanuit het standpunt van God moeten we zeggen dat Hij hem zag sterven, zoals ik Petrus zie zitten terwijl hij zit. Het is echter duidelijk dat uit het feit dat ik iemand zie zitten er geen enkele noodzakelijkheid volgt voor hem om te zitten. Deze twee dingen kunnen onmogelijk tegelijkertijd waar zijn, nl. dat ik iemand zie zitten en dat hij (....) niet zit. Evenzo is het niet mogelijk dat God voorkennis heeft van iets in de toekomst en dat dit niet plaatsvindt. Nochtans gebeurt hierdoor dit toekomstige niet noodzakelijk.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Zeer beminde vader, dit is wat ik, in gehoorzaamheid aan uw vraag om de dwalenden terug te brengen geschreven heb. Indien dit niet mocht volstaat, zal ik niet aarzelen om uit gehoorzaamheid u opnieuw te schrijven.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/9088-epistola-ad-bernardum-abbatem-casinensem-nl