Inhoudsopgave
- Inhoud
Lezing:
1 God bewaart in nood (Een pelgrimslied, van David.)
Als de Heer niet bij ons geweest was
– zeg dat toch, Israël –
2 als de Heer niet bij ons geweest was,
toen mensen tegen ons opstonden,
3 dan hadden zij ons levend verslonden,
toen hun toorn tegen ons ontbrandde;
4 dan hadden de wateren ons overspoeld
en was een woeste stroom over onze ziel gegaan.
5 Dan zouden de wateren zich over ons hebben uitgestort, de wilde en woeste wateren.
6 Geprezen zij de Heer, die ons niet overgaf
tot een prooi voor hun tanden.
7 Onze ziel is ontsnapt als een vogel uit het net van de jager; het net is aan stukken gescheurd, en wij zijn ontkomen.
8 Onze hulp is in de Naam van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Beste broeders en zusters!
Voor ons hebben wij . Psalm 124 is een danklied dat wordt gezongen door de gehele biddende gemeenschap om God te prijzen dat Hij hun bevrijding heeft geschonken. In het begin uit de psalmist de oproep: "zeg dat toch, Israël" en hij spoort het gehele volk aan om God en Redder uitvoerig en oprecht te danken. Als de Heer niet aan de zijde van de slachtoffers had gestaan dan zouden zij, met hun beperkte krachten, niet in staat zijn geweest om zichzelf te bevrijden. Dan zouden de vijanden, die op monsters lijken, hen hebben gekweld en verpletterd.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Hoewel men bij het interpreteren eerst een bepaalde historische gebeurtenis in gedachten had zoals het einde van de Babylonische ballingschap, is het waarschijnlijker dat de psalm een lied is dat de Heer dankt dat de gevaren zijn doorstaan, en dat Hem vraagt om ons te bevrijden van ieder kwaad. In deze zin is de psalm nog altijd relevant.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Na de aanvankelijke verwijzing naar bepaalde "personen" die de gelovigen lastigvielen en die in staat waren geweest om hen "levend te verslinden" volgen twee verdere paragrafen van het lied. In het eerste gedeelte voeren de waterstromen de boventoon. In de Bijbel is vloed het symbool van de verwoestende ordeloosheid, van het kwaad en de dood: "dan hadden de wateren ons overspoeld en was een woeste stroom over onze ziel gegaan. Dan zouden de wateren zich over ons hebben uitgestort, de wilde en woeste wateren" . De bidder heeft op dit moment het gevoel zich op een strand te bevinden na op wonderbaarlijke wijze te zijn gered van het wilde tij van de zee.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
In het leven is de mens omringd door vijanden die hem met kwaadaardige bedoelingen opwachten en die hem niet alleen naar het leven staan, maar ook alle menselijke waarden willen vernietigen. Wij zien dat deze gevaren ook heden ten dage nog steeds bestaan. Maar hiervan kunnen wij ook vandaag de dag zeker zijn - de Heer komt op voor de bescherming van de rechtvaardige en redt hem, zoals het in staat: "Hij stak Zijn hand uit van omhoog en Hij greep mij, Hij trok mij op uit grote wateren. Omdat zij machtiger waren dan ik ontworstelde Hij mij van mijn sterke vijanden die mij haatten ... Hij leidde mij naar een ruime plek, Hij redde mij, want Hij was mij genegen" . De Heer is ons werkelijk genegen. Dat is onze zekerheid en de grondslag van ons grote vertrouwen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
In het tweede gedeelte van ons danklied zien wij, na de beeldspraak die de zeevaart betreft, een nieuwe beeldspraak die typisch is voor vele smeekpsalmen: een jachttafereel. Want hier zien wij verwijzingen naar een wild beest dat een prooi tussen zijn tanden heeft en naar het net van de jager die een vogel vangt. Maar de zegening die in de psalm wordt uitgedrukt maakt duidelijk dat de bestemming van de gelovigen, die voorheen de dood was, volledig is omgekeerd door middel van een reddende tussenkomst: "Geprezen zij de Heer, die ons niet overgaf tot een prooi voor hun tanden. Onze ziel is ontsnapt als een vogel uit het net van de jager; het net is aan stukken gescheurd, en wij zijn ontkomen" .
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Op dit punt is het gebed een zucht van opluchting die opstijgt uit het diepste van de ziel. Zelfs indien alle menselijke hoop vernietigd is kan de bevrijdende kracht van God nog steeds verschijnen. Zodoende kan de psalm worden afgesloten met een geloofsbelijdenis die al eeuwenlang in de christelijke liturgie wordt gebruikt als een uitstekende inleiding van al onze gebeden: "Adiutorium nostrum in nomine Domini, qui fecit caelum et terram - Onze hulp is in de Naam van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft" . De Almachtige is bij de slachtoffers en de vervolgden, "die dag en nacht tot Hem roepen", en "Hij zal hun met spoed recht doen."
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De Heilige Augustinus geeft een uitgebreide toelichting op deze psalm. Allereerst merkt hij op dat deze psalm op gepaste wijze wordt gezongen door de "leden van Christus die voorspoed hebben verkregen". Het wordt gezongen door "de heilige martelaren die deze wereld hebben verlaten en met Christus de glorie zijn ingegaan. Zij zijn gereed om de onvergankelijke lichamen aan te nemen die voorheen vergankelijk waren. Tijdens hun aardse leven leden zij onder lichamelijke kwalen, maar in de eeuwigheid veranderen deze kwellingen in een sieraad van gerechtigheid". Augustinus spreekt over de martelaren van alle tijden, inclusief die in onze eeuw.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
In een tweede gedeelte vertelt de bisschop van Hippo ons echter dat niet alleen de gezegenden in de hemel maar ook wij deze psalm hoopvol kunnen zingen. Hij legt uit: "Ook wij zijn gedreven door een hoop die zeker is en wij zingen juichend. Want de zangers van deze psalm zijn ons niet onbekend... Daarom zingen wij allen in eenheid van het hart. De heiligen bezitten de kroon al; wij verenigen ons in liefde en hopen op hun kroon. Gezamenlijk verlangen wij naar het leven dat wij hier op aarde niet kunnen hebben en dat wij nooit kunnen hebben als wij er niet eerst naar verlangen."
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Augustinus keert dan terug naar de eerste context en legt uit: "De heiligen herinneren zich het lijden dat zij hebben doorstaan en vanuit de plek van zaligheid en rust waar zij nu zijn kijken zij naar het pad dat zij moesten afleggen om daar te komen; en omdat het moeilijk zou zijn geweest om de bevrijding te verwerven als de hand van de Bevrijder hen niet te hulp was gekomen, roepen zij vol vreugde uit: "Als de Heer niet bij ons geweest was." Zo begint hun lied. Zij vermelden niet eens aan wie zij zijn ontsnapt, zo groot is hun vreugde."
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
In het Oude Testament zien wij de steeds terugkerende ervaring van het Volk Gods waar in situaties van beproeving de tussenkomst van God redding biedt. Psalm 124, die aan het begin van deze audiëntie ten gehore werd gebracht, nodigt ons uit om in de geest van vreugdevolle dankbaarheid deze redding door God te bezingen: "Als de Heer niet bij ons geweest was ... - zo zal Israël zeggen". Tijdens de beproeving die de psalmist beschrijft met de beelden van de watervloed en de jacht wordt duidelijk dat de Heer de Redder in nood is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Deze ervaring van Israël wordt gedeeld door het Volk Gods van het nieuwe verbond. De Christen weet dat God aan de kant staat van de verdrukte mensen, de kant van de vervolgde en de onderdrukte mensen, die dag en nacht tot Hem roepen. Juist wanneer de menselijke hoop wordt gebroken wordt de grootsheid van Zijn verlossende kracht zichtbaar. Het antwoord daarop is de geloofsbelijdenis van de psalmist. Dit antwoord is onderdeel geworden van de liturgie: "Onze hulp is in de Naam van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Begroeting van pelgrims na de catechese
{...} {In het Duits}
Van harte groet ik de Duitstalige pelgrims en bezoekers. God is met ons en kijkt te allen tijde naar ons. In tijden van nood en gevaar is Hij onze bescherming en hulp. Vertrouw Hem alles toe wat u bekommerd. Moge uw leven een vreugdevolle lofprijzing zijn op God en Zijn gerechtigheden. - Ik wens u hier in Rome een aangename tijd van rust en geestelijke verheffing toe. Moge de Heer u allen zegenen!
{...}
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/9059-onze-hulp-is-in-de-naam-des-heren-psalm-124-nl