Inhoudsopgave
- Inhoud
Aan Zijne Heiligheid FRANCISCUS
Hoogste Pontifex
Heilige Vader,
We zijn zeer dankbaar voor die U ons zo vriendelijk hebt willen geven. We zouden eerst willen verduidelijken dat, als we U deze vragen hebben gesteld, dit niet is uit angst voor de dialoog met de mensen van onze tijd, noch voor de vragen die zij ons zouden kunnen stellen over het Evangelie van Christus. In feite zijn wij, net als Uwe Heiligheid, ervan overtuigd dat het Evangelie volheid brengt in het menselijk leven en antwoord geeft op elke vraag. De zorg die ons beweegt is een andere: we zijn bezorgd om te zien dat er herders zijn die twijfelen aan het vermogen van het Evangelie om de harten van mensen om te vormen en die hun uiteindelijk niet langer een gezonde leer voorstellen, maar "leringen naar hun eigen inzicht." We willen ook graag dat men begrijpt dat Gods barmhartigheid niet bestaat uit het bedekken van onze zonden, maar veel groter is, in die zin dat ze ons in staat stelt om Zijn liefde te beantwoorden door Zijn geboden te onderhouden, dat wil zeggen, ons te bekeren en te geloven in het Evangelie.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Met dezelfde oprechtheid waarmee U ons hebt geantwoord, moeten we hieraan toevoegen dat Uw antwoorden de twijfels die wij hadden geuit, niet hebben weggenomen maar deze juist hebben verdiept. We voelen ons daarom verplicht om deze vragen opnieuw voor te leggen aan Uwe Heiligheid, die als opvolger van Petrus de opdracht van de Heer heeft om Uw broeders te bevestigen in het geloof. Dit is des te dringender met het oog op de komende synode, die velen willen gebruiken om de katholieke leer te ontkennen over precies die kwesties waar betrekking op hebben. Daarom leggen we U onze vragen opnieuw voor, zodat ze met een eenvoudig "ja" of "nee" beantwoord kunnen worden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1.
Uwe Heiligheid benadrukt dat de Kerk haar begrip van het depositum fidei (geloofsleer) kan verdiepen. Dit is inderdaad wat leert en behoort tot de katholieke leer. Uw antwoord geeft echter niet onze zorg weer. Veel Christenen, waaronder pastors en theologen, stellen vandaag de dag dat de culturele en antropologische veranderingen van onze tijd de Kerk zouden moeten dwingen het tegenovergestelde te onderwijzen van wat ze altijd heeft onderwezen. Dit betreft essentiële, niet secundaire vragen voor onze verlossing, zoals de geloofsbelijdenis, subjectieve voorwaarden voor toegang tot de Sacramenten en het naleven van de morele wet.
We willen dus ons herformuleren: is het mogelijk dat de Kerk vandaag doctrines onderwijst die in strijd zijn met wat ze eerder geleerd heeft in zaken van geloof en moraal, of dat nu door de paus ex cathedra is gedaan, of in de definities van een oecumenisch concilie, of in het gewone universele leergezag van de bisschoppen die over de hele wereld verspreid zijn?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2.
Uwe Heiligheid heeft aangedrongen op het feit dat er geen verwarring mag bestaan tussen het huwelijk en andere soorten verbintenissen van seksuele aard en dat daarom elke rite of sacramentele zegening van paren van hetzelfde geslacht, die aanleiding zou geven tot een dergelijke verwarring, moet worden vermeden. Onze zorg is echter een andere: we zijn bezorgd dat de zegening van paren van hetzelfde geslacht hoe dan ook verwarring zou kunnen scheppen, niet alleen omdat het die analoog aan het huwelijk zou laten lijken, maar ook omdat homoseksuele handelingen praktisch als een goed zouden worden voorgesteld, of op zijn minst als het mogelijke goede dat God van mensen vraagt op hun weg naar Hem toe.
Laten we dus anders formuleren: Is het mogelijk dat een priester in sommige omstandigheden verbintenissen tussen homoseksuele personen zou kunnen zegenen, en zo suggereert dat homoseksueel gedrag als zodanig niet in strijd zou zijn met Gods wet en de reis van de persoon naar God?
Aan dit dubium is de noodzaak verbonden om een ander dubium aan de orde te stellen: blijft de leer van het universele gewone leergezag geldig, dat elke seksuele handeling buiten het huwelijk, en in het bijzonder homoseksuele handelingen, een objectief ernstige zonde tegen de wet van God vormen, ongeacht de omstandigheden waarin ze plaatsvindt en de intentie waarmee ze wordt uitgevoerd?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3.
U hebt erop aangedrongen dat de Kerk een synodale dimensie heeft, in die zin dat allen, ook de lekengelovigen, geroepen zijn om deel te nemen en hun stem te laten horen. Ons probleem is echter een ander: vandaag de dag wordt de toekomstige synode over ‘synodaliteit’ voorgesteld alsof zij, in gemeenschap met de paus, de hoogste autoriteit van de Kerk vertegenwoordigt. De bisschoppensynode is echter een raadgevend orgaan van de paus; zij vertegenwoordigt niet het bisschoppencollege en kan niet beslissen over de kwesties die in de synode worden behandeld, noch daarover decreten uitvaardigen, tenzij, in bepaalde gevallen, de paus van Rome, wiens plicht het is de besluiten van de synode te bekrachtigen, haar uitdrukkelijk beraadslagingsbevoegdheid heeft verleend. Dit is een beslissend punt in zoverre dat het niet betrekken van het bisschoppencollege bij kwesties zoals die welke de aan de orde wil stellen en die raken aan de constitutie zelf van de Kerk, precies zou ingaan tegen de wortel van die synodaliteit, die het beweert te willen bevorderen. Laten we daarom herformuleren: de en die slechts een gekozen vertegenwoordiging van herders en gelovigen omvat, zal die in de leerstellige of pastorale aangelegenheden waarover zij zich zal moeten uitspreken, het hoogste gezag van de Kerk uitoefenen, dat uitsluitend toebehoort aan de Romeinse paus en, una cum capite suo, aan het college van bisschoppen?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4.
In Uw antwoord maakte Uwe Heiligheid duidelijk dat het besluit van Johannes Paulus II in definitief moet worden aangehouden, en voegde er terecht aan toe dat het noodzakelijk is het priesterschap niet in termen van macht, maar in termen van dienstbaarheid te begrijpen, om het besluit van onze Heer om het priesterschap alleen aan mannen voor te behouden, juist te begrijpen. Aan de andere kant voegde U in het toe dat de vraag nog verder onderzocht kan worden. Wij zijn bezorgd dat sommigen deze uitspraak interpreteren in de zin dat de zaak nog niet definitief is beslist. In feite bevestigt Johannes Paulus II in dat deze doctrine onfeilbaar is onderwezen door het gewone en universele leergezag, en dat het daarom tot het geloofsgoed behoort. Dit was het . Daarom moeten we herformuleren: zou de Kerk in de toekomst de bevoegdheid kunnen hebben om vrouwen de priesterwijding toe te kennen, en daarmee tegenspreken dat het exclusief voorbehouden van dit Sacrament aan gedoopte mannen tot de kern behoort van het Wijdingssacrament, die de Kerk niet kan veranderen?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5.
Tot slot bevestigde Uwe Heiligheid de leer van het Concilie van Trente volgens welke de geldigheid van de sacramentele absolutie het berouw van de zondaar vereist, wat ook het voornemen inhoudt om niet meer te zondigen. En U nodigde ons uit om niet te twijfelen aan Gods oneindige barmhartigheid. We willen herhalen dat onze vraag niet voortkomt uit twijfel aan de grootheid van Gods barmhartigheid, maar integendeel voortkomt uit ons besef dat deze barmhartigheid zo groot is dat we in staat zijn om ons tot Hem te bekeren, onze schuld te belijden en te leven zoals Hij ons heeft geleerd. Op hun beurt zouden sommigen Uw antwoord zo kunnen interpreteren dat alleen het te Biecht gaan een voldoende voorwaarde is voor het ontvangen van absolutie, in zoverre het impliciet het belijden van zonden en berouw zou kunnen omvatten. We zouden daarom willen herformuleren: Kan een boeteling die weliswaar een zonde toegeeft, maar weigert om op enigerlei wijze het voornemen te uiten om de zonde niet opnieuw te begaan, op geldige wijze de sacramentele absolutie ontvangen?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Vaticaanstad, 21 augustus 2023
Walter Kad. BRANDMÜLLER
Raymond Leo Kard. BURKE
Juan Kard. SANDOVAL ÍÑIGUEZ
Robert Kard. SARAH
Joseph Kard. ZEN ZE-KIUN, S.D.B.
cc. Zijne Eminentie Luis Francisco kard. Ladaria Ferrer, S.J.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/9007-herformulering-van-5-dubia-nl