Inhoudsopgave
- Inhoud
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
Op onze , ontmoeten we vandaag een Bijbels personage - een bejaarde - genaamd Eleazar. Hij leefde in de tijd van de vervolging door Epifanes Antiquus. Het is een mooie figuur. Deze figuur bezorgt ons een getuigenis over de bijzondere band die bestaat tussen
de trouw van de oude dag en de eer van het geloof. Het is een fiere man! Ik zou het willen hebben precies over de eer van het geloof, niet slechts over coherentie, over de verkondiging, over de weerstand van het geloof. Van tijd tot tijd staat de eer van het geloof onder druk, ook gewelddadig, vanwege de cultuur van de heersers die haar pogen zwart te maken door haar te behandelen als een oudheidkundig overblijfsel, of een oud bijgeloof, een anachronistisch onding en zo verder.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Het Bijbelse verhaal – we hebben een klein uittreksel beluisterd, maar het is fijn het in zijn geheel te lezen – vertelt de gebeurtenis over de Hebreeën die door een decreet van de koning verplicht werden vlees te eten dat aan de afgoden was geofferd. Wanneer het de beurt is aan Eleazar, een bejaarde negentiger die door allen erg werd gewaardeerd en veel gezag bezat, suggereren de officieren van de koning hem te doen alsof, te doen alsof hij het vlees zou eten zonder het echt te doen. Godsdienstige schijnheiligheid, die veel voorkomt, klerikale schijnheiligheid. Ze zeiden hem: “Doe wat alsof, niemand zal het merken”. Zo zou Eleazar zich redden en, zo zeiden ze, in naam van de vriendschap zou hij hun gebaar van medelijden, van genegenheid hebben aanvaard. Het ging immers, zo zeiden ze, om een miniem gebaar, doen alsof men eet, maar het niet doen, een onbetekenend gebaar.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
N.v.d.r.: Voorafgaand aan de catechese van de Paus werd uit de Tweede Makkabeeën gelezen Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Het is weinig, maar het beknopte en krachtige antwoord van Eleazar maakt gebruik van een argument dat ons treft. Het kernpunt is dit: op hoge leeftijd het geloof onteren, om enkele dagen te winnen, is niet te vergelijken met de erfenis die men aan de jongeren moet nalaten, aan alle toekomstige generaties. Dapper die Eleazar! Een bejaarde die vergroeid is met de coherentie van het eigen geloof, een leven lang, en zich nu zou aanpassen door de indruk van afvalligheid te wekken, zou de nieuwe generatie ertoe brengen te denken dat het hele geloof schijn was, een uiterlijk vertoon dat men uiterlijk kan opgeven en denken dat men het inwendig kan bewaren. Zo gaat dat niet, zegt Eleazar. Dergelijk gedrag brengt geen eer aan het geloof, ook niet aan God. Het gevolg van die uitwendige onderschatting is de verwoesting van het innerlijke van de jongeren. De standvastigheid van deze man denkt aan de jongeren, denkt aan de toekomstige erfenis, denkt aan zijn volk!
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Precies de hoge ouderdom -en dat is mooi voor de bejaarden – schijnt hier de beslissende plaats te zijn, de onvervangbare plaats, voor dit getuigenis. Een bejaarde die, omwille van zijn kwetsbaarheid de geloofspraktijk onbelangrijk zou beschouwen, zou jongeren doen geloven dat het geloof geen werkelijke band heeft met het leven. Zo zou het hen verschijnen, vanaf het begin, als een geheel van gedragingen die, al naar gelang de omstandigheden, kunnen gesimuleerd of gedissimuleerd worden. Want geen enkele ervan is voor het leven van belang.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
De oude valse gnosis, die een sterke en bekoorlijke bedreiging vormde voor het christendom van de eerste eeuwen, theoretiseerde precies hierover. Het is een oud verhaal: geloof is een spiritualiteit, geen praktijk. Het is een mentale kracht, geen levenswijze. Trouw en eer van het geloof hebben, volgens deze ketterij, niets te maken met gedragingen in het leven, met instellingen in de samenleving, met de symbolen van het lichaam. De bekoring van dit perspectief is sterk, want het verklaart, op haar wijze, een onbetwistbare waarheid: dat men het geloof nooit mag herleiden tot een geheel van voedingsregels of sociale praktijken. Het geloof is iets anders. Het probleem is dat de gnostische radicalisering van deze waarheid het realisme van het christelijk geloof leeg maakt. Het christelijk geloof is immers realistisch. Het christelijk geloof is niet slechts het Credo opzeggen, maar het Credo denken, het Credo voelen, het Credo doen. Werken met de handen. Het gnostische gedachtegoed is “doen alsof”. Het belangrijkste is dat jij in jezelf de spiritualiteit hebt en daarbuiten kun je doen wat je wil. En dat is niet christelijk. Dat is de eerste ketterij van de gnostici, die hier erg ‘in’ is, op dit ogenblik, in vele centra van spiritualiteit en zo verder. Het maakt het getuigenis van deze mensen leeg, dat de concrete tekenen van God in het leven van de gemeenschap aangeeft en weerstand biedt aan de ontaarding van de geest door de gebaren van het lichaam.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
De gnostische bekoring is een van de – laten we het woord maar gebruiken – ketterijen, een van de godsdienstige afwijkingen vandaag. De gnostische bekoring blijft steeds actueel. In veel stromingen in onze samenleving en in onze cultuur, krijgt de geloofspraktijk een negatieve voorstelling. Soms in de vorm van culturele ironie, soms met een verborgen uitsluiting. De geloofspraktijk wordt door deze gnostici, die al ten tijde van Jezus bestonden, beschouwd als een nutteloze en zelfs schadelijke uitwendigheid, als een ouderwets restant, als een gemaskerd bijgeloof. Samengevat: een zaak voor bejaarden. De druk die deze algemene kritiek uitoefent op jongeren is sterk. Zeker, we weten dat de geloofspraktijk een uiterlijkheid zonder ziel kan worden. Dat is het andere tegengestelde gevaar. Op zich is het dat echter niet. Misschien moeten wij, ouderen, een belangrijke zending opnemen: aan het geloof zijn eer teruggeven. Het coherent maken, wat het getuigenis van Eleazar doet, coherentie tot het einde. De geloofspraktijk is niet het symbool van onze zwakheid, maar eerder het teken van zijn sterkte. We zijn geen jongeren meer. Het was geen mop toen we de weg van de Heer zijn opgegaan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Geloof verdient eerbied en eer tot het einde toe: het heeft ons leven veranderd, het heeft onze geest gezuiverd, het heeft ons de aanbidding van God geleerd en de liefde tot de naaste. Het is een zegen voor allen! Heel het geloof, niet een gedeelte. Om een handvol rustige dagen gaan we ons geloof niet schrappen. We zullen doen zoals Eleazar, coherent ten einde toe, tot in het martelaarschap. We zullen in alle nederigheid en sterkte aantonen, precies op onze oude dag, dat geloven geen zaak “van ouderen” is, maar van het leven. Geloven in de Heilige Geest, die alles nieuw maakt, en Hij zal ons graag helpen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Geliefde bejaarde broeders en zusters, om niet te zeggen oude – we zijn van dezelfde groep – laten we asjeblieft naar de jongeren kijken. Zij kijken naar ons, laten we dat niet vergeten. Ik denk hier aan de mooie naoorlogse film “De kinderen kijken naar ons”. Wij kunnen hetzelfde zeggen over jongeren: zij kijken naar ons en onze coherentie kan voor hen de weg openen naar een schitterend leven. Een eventuele schijnheiligheid zal daarentegen veel kwaad doen. Laten we voor elkaar bidden. Dat God ons allen, bejaarden, mag zegenen!
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/8598-ouderdom-8-eleazar-de-coherentie-van-het-geloof-erfenis-van-de-nl