Romeins Rituale - Het exorcisme
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Romeins Rituale - Het exorcisme
Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
22 november 1998
Curie - Rituale
1998, Libreria Editrie Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie
22 november 1998
C. Mennen, pr.
6 november 2021
8327
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Voorwoord
In heel het verloop van de heilsgeschiedenis zijn de geschapen engelen aanwezig. Sommigen zijn dienend aanwezig in Gods raad en zijn een voortdurende machtige hulp voor de Kerk. Anderen echter worden gevallen engelen of duivels genoemd en staan vijandig tegenover God en diens heilswil en zij proberen de mens bij hun eigen opstand tegen God te betrekken. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 332,391,414,2851[[[1|332.391.414.2851]]]
In de heilige Schrift hebben de Duivel en de demonen diverse namen. Sommige daarvan verwijzen op een of andere manier naar hun natuur of werkwijze. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 391-395,397[[[1|391-395.397]]] De Duivel, die Satan, de oude slang of draak genoemd wordt (Apok. 12, 9.17)[[b:Apok. 12, 9.17]] is het die heel de wereld verleidt en strijd voert met hen die Gods geboden en het getuigenis van Jezus trouw bewaren. (Apok. 12, 9.17)[[b:Apok. 12, 9.17]] Hij wordt aangeduid als tegenstander van de mensen (1 Petr. 5, 8)[[b:1 Petr. 5, 8]] en als een moordenaar van het begin af (Joh. 8, 44)[b:Joh. 8, 44] toen hij de mens door de zonde aan de dood onderworpen heeft. Omdat hij sindsdien de mens door zijn listen oproept ongehoorzaam te zijn aan God, wordt deze Boze de Verleider genoemd (Mt. 4, 3; Mt. 26, 36-44)[[b:Mt. 4, 3; Mt. 26, 36-44]], leugenaar en vader van de leugen (Joh. 8, 44)[[b:Joh. 8, 44]], die listig en sluw te werk gaat zoals we kunnen zien als hij onze stamouders verleidt (Gen. 3, 4.13)[[b:Gen. 3, 4.13]], bij zijn poging Jezus af te brengen van de zending die Hij van de Vader ontvangen had (Mt. 4, 1-11; Mc. 1, 13; Lc. 4, 1-13)[[b:Mt. 4, 1-11; Mc. 1, 13; Lc. 4, 1-13]] en tenslotte door zijn vermomming als een engel van het licht. (2 Kor. 11, 14)[[b:2 Kor. 11, 14]] Hij wordt ook vorst van deze wereld genoemd (Joh. 12, 31; Joh. 14, 30)[[b:Joh. 12, 31; Joh. 14, 30]], van die wereld namelijk die helemaal in de macht van de Boze is (1 Joh. 5, 19)[[b:1 Joh. 5, 19]] en het ware Licht niet erkent. (Joh. 1, 9-10)[[b:Joh. 1, 9-10]] Zijn macht tenslotte wordt omschreven als de macht van de duisternis (Lc. 22, 53; Kol. 1, 13)[[b:Lc. 22, 53; Kol. 1, 13]], omdat hij het Licht dat Christus is, haat en de mensen in zijn duisternis binnentrekt. De demonen echter die met de duivel de waardigheid die ze van God ontvangen hadden, niet hebben bewaard (Jud. 6)[[b:Jud. 6]], zijn verworpen (2 Petr. 2, 4)[[b:2 Petr. 2, 4]] en vormen de boze geesten (Ef. 6, 12)[[b:Ef. 6, 12]] omdat zij geschapen geesten zijn die hebben gezondigd en zij worden engelen van de Satan genoemd. (Mt. 25, 41; 2 Kor. 12, 7; Apok. 12, 7.9)[[b:Mt. 25, 41; 2 Kor. 12, 7; Apok. 12, 7.9]] Dit kan dan ook betekenen dat hen door hun slechte vorst een bepaalde opdracht wordt toevertrouwd. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 394[[[1|394]]]
De werken van al deze onreine, slechte geesten die de mensen willen verleiden (Mt. 10, 1; Mc. 5, 8; Lc. 6, 18; Lc. 11, 26; Hand. 8, 7; 1 Tim. 4, 1; Apok. 18, 2)[[b:Mt. 10, 1; Mc. 5, 8; Lc. 6, 18; Lc. 11, 26; Hand. 8, 7; 1 Tim. 4, 1; Apok. 18, 2]] zijn door de overwinning van de Zoon van God ongedaan gemaakt. (1 Joh. 3, 8)[[b:1 Joh. 3, 8]] Hoewel “door heel de geschiedenis van de mensen heen immers de lijn loopt van een lastige worsteling tegen de machten van de duisternis” en “deze .... tot de laatste dag zal blijven duren” vgl: Gaudium et Spes, 37[[[575|37]]], heeft Christus ons door Paasmysterie van zijn dood en verrijzenis “aan de dienstbaarheid aan duivel en zonde ontrukt” vgl: Gaudium et Spes, 22[[[575|22]]] door hun macht omver te werpen en alles te bevrijden van de besmetting van het kwaad. Omdat de schadelijke en vijandelijke activiteit van de Duivel en de demonen betrekking kan hebben op personen, zaken en plaatsen en op verschillende wijze aan het licht kan treden heeft de Kerk, steeds bewust van het feit dat de tijden slecht zijn (Ef. 5, 16)[[b:Ef. 5, 16]], gebeden en bidt nog, dat de mensen van de listen van de duivel bevrijd mogen worden.
In de heilige Schrift hebben de Duivel en de demonen diverse namen. Sommige daarvan verwijzen op een of andere manier naar hun natuur of werkwijze. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 391-395,397[[[1|391-395.397]]] De Duivel, die Satan, de oude slang of draak genoemd wordt (Apok. 12, 9.17)[[b:Apok. 12, 9.17]] is het die heel de wereld verleidt en strijd voert met hen die Gods geboden en het getuigenis van Jezus trouw bewaren. (Apok. 12, 9.17)[[b:Apok. 12, 9.17]] Hij wordt aangeduid als tegenstander van de mensen (1 Petr. 5, 8)[[b:1 Petr. 5, 8]] en als een moordenaar van het begin af (Joh. 8, 44)[b:Joh. 8, 44] toen hij de mens door de zonde aan de dood onderworpen heeft. Omdat hij sindsdien de mens door zijn listen oproept ongehoorzaam te zijn aan God, wordt deze Boze de Verleider genoemd (Mt. 4, 3; Mt. 26, 36-44)[[b:Mt. 4, 3; Mt. 26, 36-44]], leugenaar en vader van de leugen (Joh. 8, 44)[[b:Joh. 8, 44]], die listig en sluw te werk gaat zoals we kunnen zien als hij onze stamouders verleidt (Gen. 3, 4.13)[[b:Gen. 3, 4.13]], bij zijn poging Jezus af te brengen van de zending die Hij van de Vader ontvangen had (Mt. 4, 1-11; Mc. 1, 13; Lc. 4, 1-13)[[b:Mt. 4, 1-11; Mc. 1, 13; Lc. 4, 1-13]] en tenslotte door zijn vermomming als een engel van het licht. (2 Kor. 11, 14)[[b:2 Kor. 11, 14]] Hij wordt ook vorst van deze wereld genoemd (Joh. 12, 31; Joh. 14, 30)[[b:Joh. 12, 31; Joh. 14, 30]], van die wereld namelijk die helemaal in de macht van de Boze is (1 Joh. 5, 19)[[b:1 Joh. 5, 19]] en het ware Licht niet erkent. (Joh. 1, 9-10)[[b:Joh. 1, 9-10]] Zijn macht tenslotte wordt omschreven als de macht van de duisternis (Lc. 22, 53; Kol. 1, 13)[[b:Lc. 22, 53; Kol. 1, 13]], omdat hij het Licht dat Christus is, haat en de mensen in zijn duisternis binnentrekt. De demonen echter die met de duivel de waardigheid die ze van God ontvangen hadden, niet hebben bewaard (Jud. 6)[[b:Jud. 6]], zijn verworpen (2 Petr. 2, 4)[[b:2 Petr. 2, 4]] en vormen de boze geesten (Ef. 6, 12)[[b:Ef. 6, 12]] omdat zij geschapen geesten zijn die hebben gezondigd en zij worden engelen van de Satan genoemd. (Mt. 25, 41; 2 Kor. 12, 7; Apok. 12, 7.9)[[b:Mt. 25, 41; 2 Kor. 12, 7; Apok. 12, 7.9]] Dit kan dan ook betekenen dat hen door hun slechte vorst een bepaalde opdracht wordt toevertrouwd. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 394[[[1|394]]]
De werken van al deze onreine, slechte geesten die de mensen willen verleiden (Mt. 10, 1; Mc. 5, 8; Lc. 6, 18; Lc. 11, 26; Hand. 8, 7; 1 Tim. 4, 1; Apok. 18, 2)[[b:Mt. 10, 1; Mc. 5, 8; Lc. 6, 18; Lc. 11, 26; Hand. 8, 7; 1 Tim. 4, 1; Apok. 18, 2]] zijn door de overwinning van de Zoon van God ongedaan gemaakt. (1 Joh. 3, 8)[[b:1 Joh. 3, 8]] Hoewel “door heel de geschiedenis van de mensen heen immers de lijn loopt van een lastige worsteling tegen de machten van de duisternis” en “deze .... tot de laatste dag zal blijven duren” vgl: Gaudium et Spes, 37[[[575|37]]], heeft Christus ons door Paasmysterie van zijn dood en verrijzenis “aan de dienstbaarheid aan duivel en zonde ontrukt” vgl: Gaudium et Spes, 22[[[575|22]]] door hun macht omver te werpen en alles te bevrijden van de besmetting van het kwaad. Omdat de schadelijke en vijandelijke activiteit van de Duivel en de demonen betrekking kan hebben op personen, zaken en plaatsen en op verschillende wijze aan het licht kan treden heeft de Kerk, steeds bewust van het feit dat de tijden slecht zijn (Ef. 5, 16)[[b:Ef. 5, 16]], gebeden en bidt nog, dat de mensen van de listen van de duivel bevrijd mogen worden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Inleiding
- Artikel 1 De overwinning van Christus op de demonen en macht van de Kerk over hen
1
De Kerk gelooft vast dat er één enige en ware God is, Vader, Zoon en Heilige Geest, één oorsprong van alle dingen: schepper van al wat zichtbaar en onzichtbaar is. vgl: Caput 1: De fide catholica, 1[[[796|1]]] vgl: Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God[[[763]]] Alles echter wat Hij geschapen heeft (Kol. 1, 16)[[b:Kol. 1, 16]], beschermt en bestuurt God in zijn voorzienigheid en Hij doet niets wat niet goed is. Ook “de duivel (...) en de andere boze geesten zijn door God weliswaar van nature goed geschapen maar zij zijn door zichzelf slecht geworden”. Omdat zij goed waren zouden zij, zoals zij geschapen waren, ook gebleven zijn. Maar omdat zij hun natuurlijke voortreffelijkheid verkeerd hebben gebruikt en niet in de waarheid hebben stand gehouden (Joh. 8, 44)[[b:Joh. 8, 44]], zijn ze weliswaar niet in een ander wezen overgegaan, maar zijn zij van het hoogste Goed, waaraan ze hadden moeten vasthouden, afgevallen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De mens is echter naar het beeld van God geschapen “in ware gerechtigheid en heiligheid” (Ef. 4, 24)[b:Ef. 4, 24] en zijn waardigheid vereist dat de mens handelt naar bewuste en vrije keuze. vgl: Gaudium et Spes, 17[[[575|17]]] Het geschenk van zijn vrijheid heeft de mens op aanraden van de boze volledig misbruikt; door de zonde van ongehoorzaamheid (Gen. 3; Rom. 5, 12)[[b:Gen. 3; Rom. 5, 12]] is de mens onder de macht van de duivel en de dood gebracht, is hij slaaf van de zonde geworden. vgl: DH 1511-1512[[[667|1-2]]] Derhalve loopt “door heel de geschiedenis van de mensen de lijn van een lastige worsteling tegen de machten van de duisternis. Deze is al bij het begin van de wereld aangevangen en zal naar de woorden van de Heer (Mt. 24, 13; Mt. 13, 24-30.36-43)[[b:Mt. 24, 13; Mt. 13, 24-30.36-43]] tot de laatst dag blijven duren”. (1 Joh. 5, 19)[b:1 Joh. 5, 19] Catechismus van de Katholieke Kerk, 517,549-550[[1|517.549-550]]
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De almachtige en barmhartige Vader heeft zijn geliefde Zoon naar de wereld gezonden om de mensen aan de macht van de duisternis te ontrukken en over te brengen in zijn rijk. (Gal. 4, 5; Kol. 1, 13)[[b:Gal. 4, 5; Kol. 1, 13]] Daarom heeft Christus zich als “eerstgeborene van heel de schepping” (Kol. 1, 15)[b:Kol. 1, 15], om de oude mens te vernieuwen, bekleed met het vlees van de zonde “om door zijn dood de vorst van de dood, de duivel te onttronen” (Hebr. 2, 14)[b:Hebr. 2, 14] en de gewonde menselijke natuur door zijn lijden en verrijzenis tot een nieuw schepsel om te vormen door de gave van de Heilige Geest. (2 Kor. 5, 17)[[b:2 Kor. 5, 17]]
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In de dagen van zijn sterfelijk leven heeft de Heer Jezus, overwinnaar op de bekoring in de woestijn. (Mt. 4, 1-11; Mc. 1, 12-13; Lc. 11, 19-20)[[b:Mt. 4, 1-11; Mc. 1, 12-13; Lc. 11, 19-20]], op eigen gezag Satan en andere demonen uitgedreven door hen zijn goddelijke wil op te leggen. (Mt. 12, 27-29; Lc. 11, 19-20)[[b:Mt. 12, 27-29; Lc. 11, 19-20]] Door wel te doen aan allen die door de duivel bezeten waren en door hen te genezen openbaarde Hij zijn heilswerk dat bedoeld was om de mensen van de zonde, van de gevolgen ervan en van de aanstichter van de eerste zonde, de moordenaar van het begin en de vader van de leugen (Joh. 8, 44)[[b:Joh. 8, 44]], te bevrijden. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 517,549-550[[[1|517.549-550]]]
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen het uur van de duisternis kwam, is de Heer “gehoorzaam geworden tot de dood” (Fil. 2, 8)[b:Fil. 2, 8] en heeft de laatste aanval van Satan (Lc. 4, 13; Lc. 22, 53)[[b:Lc. 4, 13; Lc. 22, 53]] afgeslagen door de kracht van het kruis Vgl. Altaarmissaal, Prefatie...Vgl. Altaarmissaal, Prefatie I van het lijden des Heren Hij overwon de trots van de oude vijand. Deze overwinning van Christus werd duidelijk in zijn glorievolle verrijzenis, toen God Hem van de doden opwekte, Hem zette aan zijn rechterhand in de hemelen en alles onder zijn voeten heeft gelegd. (Ef. 1, 21-22)[[b:Ef. 1, 21-22]]
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Bij het volbrengen van zijn dienstwerk gaf Christus aan zijn apostelen en de andere leerlingen de macht om onreine geesten uit te drijven. (Mt. 10, 1.8; Mc. 3, 14-15; Mc. 6, 7.13; Lc. 9, 1; Lc. 10, 17.18-20)[[b:Mt. 10, 1.8; Mc. 3, 14-15; Mc. 6, 7.13; Lc. 9, 1; Lc. 10, 17.18-20]] Aan hen beloofde Hij als Helper de Heilige Geest, die voortkomt van de Vader door de Zoon, om de wereld het overtuigend bewijs te leveren van het oordeel, omdat de vorst dezer wereld reeds geoordeeld is. (Joh. 16, 7-11)[[b:Joh. 16, 7-11]] Onder de tekenen die de gelovigen zullen vergezellen, wordt in het Evangelie de uitdrijving van demonen genoemd. (Mc. 16, 17)[[b:Mc. 16, 17]]
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Vandaar heeft de Kerk de macht om demonen uit te drijven en hun invloed terug te dringen die ze van Christus ontvangen had, vanaf de tijd van de apostelen (Hand. 5, 16; Hand. 8, 7; Hand.16, 18; Hand. 19, 12)[[b:Hand. 5, 16; Hand. 8, 7; Hand.16, 18; Hand. 19, 12]] uitgeoefend. Derhalve bidt zij “in de naam van Jezus” voortdurend en met vertrouwen dat zij van de Boze verlost mag worden. (Mt. 6, 13)[[b:Mt. 6, 13]] vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 2850-2854[[[1|2850-2854]]] In diezelfde naam, in de kracht van de Heilige Geest, beveelt zij de demonen op diverse wijzen het werk van de evangelisatie niet te verhinderen (1 Tess. 2, 18)[[b:1 Tess. 2, 18]] en aan de “Sterkere” (Lc. 11, 21-22)[[b:Lc. 11, 21-22]] de macht over alle mensen en iedere afzonderlijke mens over te dragen. “Men spreekt van exorcisme wanneer de Kerk publiek en gezagvol in de naam van Jezus Christus vraagt dat een persoon of een voorwerp beschermd mag worden tegen de greep van de Boze en aan zijn macht onttrokken zal zijn”. Catechismus van de Katholieke Kerk, 1673[[1|1673]]
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Het exorcisme in de heiligingstaak van de Kerk
8
Vanuit de alleroudste en ononderbroken traditie van de Kerk is de gang van de christelijk initiatie zo geregeld dat de geestelijke strijd tegen de macht van de duivel (Ef. 6, 12)[[b:Ef. 6, 12]] helder wordt aangegeven en daadwerkelijk begint. De exorcismen in de eenvoudige vorm die tijdens het catechumenaat over de uitverkorenen moeten worden uitgesproken ofwel de kleine exorcismen vgl: Orde van dienst van het Doopsel van volwassenen, (110)[[[4506|(110)]]] vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 1673[[[1|1673]]] zijn gebeden van de Kerk om hen, die onderricht zijn omtrent het mysterie van Christus die van de zonde bevrijdt, los te maken van de gevolgen van de zonde en van de invloed van de duivel; hen te sterken op hun geestelijke weg en hun harten te openen voor de gaven van de Verlosser die ze gaan ontvangen. vgl: Orde van dienst van het Doopsel van volwassenen, (156)[[[4506|(156)]]] Tenslotte zweren de dopelingen in de viering van het doopsel de Satan af en diens krachten en machten en stellen er hun eigen geloof in de drie-ene God tegenover. Ook in het doopsel van kinderen vindt een exorcismegebed over de kinderen plaats: “die de verleiding van de wereld zullen ondervinden en moeten vechten tegen het kwaad”, zodat zij door genade van Christus gesterkt mogen worden “op hun levensweg”. vgl: Ordo Baptismi Parvulorum, (49,86,115,221)[[[5060|(49.86.115.221)]]] Door het bad van de wedergeboorte deelt de mens in de overwinning van Christus op de duivel en de zonde, aangezien hij overgaat “van die toestand waarin (. . .) hij geboren wordt als zoon van de eerste Adam naar de toestand van genade en “aanneming tot zonen” van God door de tweede Adam Jezus Christus”, DH 1524[[668|4]] en hij bevrijd wordt van de slavernij van de zonde; want voor die vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt. (Gal. 5, 1)[[b:Gal. 5, 1]]
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Al zijn de gelovigen in Christus herboren, toch ervaren zij de bekoringen die er in de wereld zijn, en daarom moeten zij in gebed en eenvoud van leven waakzaam zijn want hun vijand de duivel “zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi om te verslinden”. (1 Petr. 5, 8)[[b:1 Petr. 5, 8]] Zij moeten hem sterk in het geloof weerstaan, gesterkt door “de Heer en zijn almacht” en gesteund door de Kerk die vraagt dat haar kinderen beveiligd zijn tegen alle onrust. vgl: Embolisme na het gebed des Heren[[[8421]]] Door de genade van de sacramenten en vooral door steeds weer het boetesacrament te vieren ontvangen zij kracht om tot de volle vrijheid van de kinderen Gods te komen. (Rom. 8, 21)[[b:Rom. 8, 21]] (Gal. 5, 1)[[b:Gal. 5, 1]] vgl: n. 7[[[3173]]]
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Het mysterie van Gods goedheid is voor ons echter tamelijk moeilijk te begrijpen vgl: Reconciliatio et paenitentia, 14-22[[[759|14-22]]] vgl: Dominum et vivificantem, 18[[[7|18]]] wanneer zich soms met Gods toestemming gevallen voordoen van buitengewone kwelling of bezetenheid die de duivel bewerkt tot schade van een mens die lid is van het volk van God en die door Christus is verlicht om als kind van het licht naar het eeuwige leven te gaan. Dan wordt het mysterie van het kwaad dat in de wereld werkzaam is (1 Tess. 2, 7)[[b:1 Tess. 2, 7]], heel erg duidelijk (Ef.6, 12)[[b:Ef.6, 12]], hoewel de duivel de grenzen die God gesteld heeft niet kan overschrijden. Deze vorm van duivelse macht over de mens verschilt van die welke via de erfzonde in de mens werkzaam is, namelijk de zonde. vgl: DH 1514-1515[[[667|4-5]]] Wanneer zich dit voordoet bidt de Kerk tot haar Heer en Heiland Christus en verschaft in vertrouwen op diens kracht aan de gelovige die gekweld of bezeten is, op meerdere wijze hulp om hem van de kwelling of de bezetenheid te bevrijden.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Onder deze hulpmiddelen komt als eerste het plechtig exorcisme dat ook groot exorcisme genoemd wordt. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 1673[[[1|1673]]] Dit is een liturgische plechtigheid. Want in deze zin is het exorcisme dat “bedoeld is om duivels uit te drijven of iemand te bevrijden van demonische overheersing, uit kracht van het geestelijk gezag dat Christus aan zijn Kerk heeft toevertrouwd” een bede vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 1673[[[1|1673]]] die behoort tot de sacramentaliën. Dat is dus een heilig teken waarin “voornamelijk uitwerkingen van geestelijke aard worden aangeduid en op grond van het smeekgebed van de Kerk worden verkregen”. vgl: Sacrosanctum Concilium, 60[[[570|60]]]
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
In het groot exorcisme smeekt de Kerk in verbondenheid met de Heilige Geest om onze zwakheid te hulp te komen (Rom. 8, 26)[[b:Rom. 8, 26]] om de boze geesten te verdrijven zodat ze gelovigen niet meer schaden. In vertrouwen op die gave van de Geest handelt de Kerk, waardoor Gods Zoon na zijn verrijzenis de Heilige Geest geeft, in het exorcisme niet in eigen naam maar alleen in de naam van God of van Christus de Heer aan wie alles, ook de duivel en de demonen, moeten gehoorzamen en onderdanig zijn.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De bedienaar en de voorwaarden waaronder het groot exorcisme mag worden uitgevoerd
13
Het dienstwerk van het exorciseren van bezetenen wordt verleend door een buitengewoon en uitdrukkelijk verlof van de plaatselijke ordinaris, die normalerwijze de diocesane bisschop zelf is. vgl: § 1[[[30|1172]]] vgl: § 2[[[30|134]]] Dit verlof mag slechts gegeven worden aan een priester die vroomheid, kennis en wijsheid bezit en van integere levenswandel is vgl: § 2[[[30|1172]]] en die voor dit ambt speciaal is voorbereid. De priester echter aan wie dit ambt duurzaam of voor een bepaald geval is toevertrouwd, dient dit liefdewerk vertrouwvol en nederig uit te voeren onder leiding van de ordinaris. Wanneer in dit boek “exorcist” staat aangegeven, moet daaronder steeds “priester-exorcist” verstaan worden.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De exorcist moet in geval van zogenaamde demonische activiteit vóór alles de noodzakelijke en de allergrootste omzichtigheid en prudentie betrachten. Allereerst mag hij niet te gemakkelijk geloven dat iemand door een boze geest bezeten is terwijl hij met een of andere ziekte, vooral van psychische aard, te kampen heeft. vgl: Catechismus van de Katholieke Kerk, 1673[[[1|1673]]] Eveneens mag men niet zomaar geloven dat er bezetenheid aanwezigheid is wanneer iemand zelf beweert dat hij op een buitengewone wijze door de duivel bekoord is, door hem weer verlaten is en tenslotte door hem gekweld wordt; want iemand kan door zijn verbeelding bedrogen worden. Hij moet ook opletten dat hij niet bedrogen wordt door list en bedrog dat de duivel aanwendt om de mens om de tuin te leiden, om de bezetene ervan te overtuigen dat het een natuurlijke ziekte is of een ziekte die de medische wetenschap nog niet kent, met de bedoeling dat hij zich niet aan een exorcisme zal onderwerpen. In ieder geval moet hij precies onderzoeken of iemand die zodanig beweert, inderdaad door een boze geest gekweld wordt.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Hij moet gevallen van duivelse aanval duidelijk onderscheiden van de verkeerde opvatting waardoor sommige mensen, zelfs gelovigen, menen voorwerp te zijn van toverij, van het noodlot of van vervloeking, waarbij dat alles aan hen, aan hun naasten of aan hun goederen door anderen zou zijn aangedaan. Geestelijke hulp mag hij hen niet weigeren maar hij mag geen exorcisme aanwenden. Hij kan echter andere geschikte gebeden zeggen, met hen en voor hen, zodat zij de vrede van God vinden. Eveneens mag men geen geestelijke hulp weigeren aan de gelovigen op wie de Boze geen vat heeft (1 Joh. 5, 18)[[b:1 Joh. 5, 18]] maar die, door hem bekoord, zich slecht voelen, wanneer zij trouw willen blijven aan onze Heer Jezus Christus en het Evangelie. Dit kan ook gebeuren door een priester die geen exorcist is en tevens door een diaken. Zij gebruiken daarbij aangepaste gebeden en smekingen.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De exorcist mag daarom niet tot de viering van het exorcisme overgaan tenzij hij, steunend op morele zekerheid, heeft vastgesteld dat degene die geëxorciseerd moet worden ook werkelijk door een demon bezeten is vgl: Sollicitudine, (43)[[[8422|(43)]]] vgl: § 2[[[2620|(1152)]]] en hij indien mogelijk de instemming van betrokkene verkrijgen.
Volgens een beproefde praktijk beschouwt men als tekens voor demonische bezetenheid: meerdere woorden spreken in een onbekende taal of degene die het spreekt verstaan; het bekend maken van zaken die niet aanwezig en verborgen zijn; krachten ten toon spreiden die uitgaan boven de leeftijd of de natuurlijke omstandigheden. Deze tekenen kunnen een zekere aanwijzing verschaffen. Omdat echter dergelijke tekenen niet noodzakelijkerwijs beschouwd mogen worden als komende van de duivel, moet men ook op andere tekenen letten, vooral van morele en geestelijke aard, die anderszins kunnen duiden op een duivelse interventie. zoals bijv. een hevige afkeer van God, van de allerheiligste Naam van Jezus, van de heilige maagd Maria en van de heiligen, van het woord Gods, van heilige zaken en rituelen, vooral sacramentaliën en van heilige afbeeldingen. En tenslotte moet men vooral de relatie van al die tekenen met het geloof en de geestelijke strijd in het christelijk leven nauwkeurig in overweging nemen. Want de Boze is allereerst een vijand van God en van alles wat de gelovigen met het heilswerk van God in verbinding brengt.
Volgens een beproefde praktijk beschouwt men als tekens voor demonische bezetenheid: meerdere woorden spreken in een onbekende taal of degene die het spreekt verstaan; het bekend maken van zaken die niet aanwezig en verborgen zijn; krachten ten toon spreiden die uitgaan boven de leeftijd of de natuurlijke omstandigheden. Deze tekenen kunnen een zekere aanwijzing verschaffen. Omdat echter dergelijke tekenen niet noodzakelijkerwijs beschouwd mogen worden als komende van de duivel, moet men ook op andere tekenen letten, vooral van morele en geestelijke aard, die anderszins kunnen duiden op een duivelse interventie. zoals bijv. een hevige afkeer van God, van de allerheiligste Naam van Jezus, van de heilige maagd Maria en van de heiligen, van het woord Gods, van heilige zaken en rituelen, vooral sacramentaliën en van heilige afbeeldingen. En tenslotte moet men vooral de relatie van al die tekenen met het geloof en de geestelijke strijd in het christelijk leven nauwkeurig in overweging nemen. Want de Boze is allereerst een vijand van God en van alles wat de gelovigen met het heilswerk van God in verbinding brengt.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Over de noodzaak de ritus van het exorcisme uit te voeren zal de exorcist met wijsheid oordelen na zorgvuldig onderzoek waarbij het biechtgeheim altijd bewaard blijft en waarbij deskundigen in geestelijke zaken en voor zover nodig deskundigen uit de medische wetenschap en psychiatrie, die gevoel hebben voor het geestelijke, worden geraadpleegd.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
In gevallen waarbij niet-katholieken betrokken zijn en in andere meer gecompliceerde zaken wordt alles aan de diocesane Bisschop voorgelegd, die op een verstandige wijze de raad van enkele deskundigen kan inwinnen voordat de beslissing rond het exorcisme wordt genomen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Het exorcisme wordt zo uitgevoerd, dat daaruit het geloof van de Kerk blijkt en dat het door niemand als een magische of bijgelovige handeling kan worden beschouwd. Men dient er voor te waken dat het een schouwspel voor de aanwezigen wordt. Op geen enkel wijze mag men aan welke sociaal communicatiemiddel dan ook ruimte geven tijdens het uitvoeren van het exorcisme maar ook niet ervoor. Na het exorcisme mogen de exorcist en de aanwezigen hun kennis ervan niet bekend maken. Zij moeten de verplichte discretie bewaren,
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Het verloop van de ritus
20
In de ritus van het exorcisme moet men behalve aan de formules van het exorcisme zelf bijzondere aandacht schenken aan die gebaren en riten die hun eerste plaats en betekenis daarin hebben dat zij gepraktiseerd worden in de tijd van reiniging op de catechumenale weg. Dat zijn het teken van het kruis, de handoplegging. de uitblazing en de besprenkeling met wijwater.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De ritus begint met de besprenkeling met wijwater. Door deze herinnering aan de reiniging die hij in het doopsel ontvangen heeft, wordt de gekwelde tegen de aanvallen van de vijand verdedigd.
Het water kan vóór de ritus gezegend worden of in de ritus zelf vóór de besprenkeling en indien gewenst met zout vermengd worden.
Het water kan vóór de ritus gezegend worden of in de ritus zelf vóór de besprenkeling en indien gewenst met zout vermengd worden.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Dan volgt het litaniegebed waarin op voorspraak van alle heiligen Gods barmhartigheid over de gekwelde wordt afgeroepen.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Na de litanie kan de exorcist één of enkele psalmen reciteren, waardoor de bescherming van de Allerhoogste wordt afgesmeekt en de overwinning van Christus op de Boze wordt bezongen. De psalmen worden in één keer gezegd of als antwoordpsalm. Na beëindiging van de psalm kan de exorcist zelf het gebed bij de psalm toevoegen.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Vervolgens wordt het evangelie verkondigd, teken van de aanwezigheid van Christus, die door zijn eigen woord in de Kerk de ziekten van de mensen geneest.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Daarna legt de exorcist de handen op aan de gekwelde. Door deze ritus wordt de Heilige Geest aangeroepen opdat de duivel zou weggaan uit hem die door het doopsel Gods tempel geworden is. Tegelijkertijd kan hij de gekwelde in het gezicht blazen.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Dan wordt de geloofsbelijdenis van de apostelen gebeden of worden de doopbeloften met de afzwering van Satan vernieuwd. Daarop volgt het gebed des Heren waardoor God de Vader wordt gesmeekt om ons te verlossen van de Boze.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Als dit gebeurd is, toont de exorcist aan de gekwelde het kruis van de Heer dat de bron is van alle zegen en genade; en hij maakt een kruisteken over hem om daarmee de macht van Christus over de duivel aan te geven.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Vervolgens spreekt hij een gebedsformule uit waarin hij zich biddend tot God richt en een formule in de gebiedende vorm waarin hij de duivel in de naam van Christus rechtstreeks bezweert om van de gekwelde heen te gaan. Een formule in de gebiedende vorm mag niet worden gebruikt tenzij er een gebedsformule aan voorafgegaan is. Een gebedsformule echter kan ook zonder een gebiedende formule gebruikt worden.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Al het voorgaande kan indien nodig herhaald worden of wel in dezelfde viering, met in achtneming van wat onder nr. 34[al:34] staat, ofwel op een andere tijd totdat de gekwelde volledig is bevrijd.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
De ritus wordt besloten met een cantiek als dankzegging, een gebed en de zegen.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 Omstandigheden en aanpassingen
31
De exorcist zal er, indachtig dat bepaalde demonen niet kunnen worden uitgedreven tenzij door gebed en vasten, voor zorgen dat bij voorkeur deze twee hulpmiddelen om de goddelijke hulp te verkrijgen, naar het voorbeeld van de heilige vaders, zowel door hemzelf als door anderen zoveel mogelijk worden aangewend.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
De gekwelde gelovige moet, vooral vóór het exorcisme, als het hem mogelijk is, tot God bidden, versterving beoefenen, heel dikwijls het geloof van het Doopsel dat hij ontvangen heeft, belijden en vaker naderen tot het sacrament van de Verzoening en zich sterken met de heilige Eucharistie. Tevens kunnen zijn ouders, vrienden, biechtvader of geestelijk leidsman hem, als hem het bidden dan gemakkelijker valt, bijstaan in het gebed, uit liefde en in het bijzijn van andere gelovigen.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Een exorcisme wordt indien mogelijk voltrokken in een kapel of in een andere geschikte ruimte, waar niet iedereen zomaar kan komen. De beeltenis van de Gekruisigde dient een centrale plaats te hebben. Tevens dient op die plaats een beeld aanwezig te zijn van de heilige maagd Maria.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
29
29
Rekening houdend met de toestand en de omstandigheden van de gekwelde heeft de exorcist de vrijheid de verschillende mogelijkheden die in de ritus worden voorgesteld, te gebruiken. Met behoud van de structuur van de viering dient hij dus formules te nemen en gebeden te kiezen die nodig zijn, alles aangepast aan de omstandigheden van de afzonderlijke persoon.
- Allereerst moet hij rekening houden met de lichamelijke en psychische toestand van de gekwelde en met de veranderingen van die toestand die per dag of zelfs per uur kunnen optreden.
- Wanneer er geen gemeenschap van gelovigen, hoe klein ook, aanwezig is, omdat zowel de ervaring alsook de wijsheid vanuit het geloof dat vragen, moet de exorcist zich ervan bewust zijn dat in hemzelf en in de gekwelde gelovige dan de Kerk aanwezig is en hij dient de gekwelde gelovige zelf daaraan te herinneren.
- Hij moet er steeds op toezien dat de gekwelde gelovige tijdens het exorcisme, indien mogelijk, vol aandacht is en zich tot God keert en Hem met een vast geloof en in alle nederigheid de bevrijding afsmeekt.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Als enkele uitverkoren omstanders tot de viering van het exorcisme lijken te moeten worden toegelaten, dienen zij te worden aangespoord met aandrang voor hun gekwelde broeder te bidden ofwel persoonlijk ofwel op een wijze die in de ritus is aangegeven. Zij moeten zich echter onthouden van welke exorcismeformule dan ook of het nu in de gebedsvorm of in de bevelende vorm is. Deze mogen slechts door de exorcist worden uitgesproken.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Indien de gelovige van de kwelling is bevrijd, is het passend dat hij alleen of met zijn familieleden dank brengt aan God voor de vrede die hij ontvangen heeft. Bovendien moet men hem ertoe bewegen om te volharden in het gebed, dat hij vooral kan putten uit de heilige Schrift; om de sacramenten van de boete en de eucharistie veelvuldig te ontvangen en een christelijk leven te leiden dat vol is van werken van naastenliefde en van broederlijke liefde jegens allen.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 Aanpassingen door de Bisschoppenconferenties
37
Het komt de Bisschoppenconferenties toe:
- Tekstversies te verzorgen die volledig zijn en volkomen trouw aan de authentieke originele tekst.
- Tekenen en gebaren van de ritus, als dit nodig wordt geoordeeld, rekening houdend met de eigen cultuur en de volksaard, aan te passen met goedkeuring van de heilige Stoel.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Naast deze versie van de Inleiding, die onveranderd moet blijven, kan er, indien Bisschoppenconferenties dit verstandig lijkt, een Pastoraal Directorium voor het gebruik van het groot exorcisme worden toegevoegd. Hierdoor zullen de exorcisten niet alleen de leer van de Inleiding beter gaan begrijpen maar ook kunnen er verhandelingen in worden samengebracht van de hand van beproefde auteurs over de wijze van handelen, van spreken, van ondervragen en van oordelen. Dergelijke directoria kunnen worden samengesteld met de medewerking van priesters die door lange uitoefening van het dienstwerk van het exorcisme in een bepaalde regio en cultuur kennis en ervaring hebben opgedaan en experts zijn geworden.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Aanhangsels
- HOOFDSTUK 2 Smeekbeden die privaat kunnen worden gebruikt door gelovigen in de strijd tegen de machten van de duisternis
39
die door de grote menigte belagers
geworden ben als gebroken huisraad;
red mij uit de hand van mijn vijanden
en sta mij bij:
ga op zoek naar wat gebroken is,
en als Gij het gevonden hebt, herstel het;
als Gij het hersteld hebt, laat het niet meer in de steek.
Moge ik zo in alles U behagen
van wie ik weet dat Gij mij met machtige hand verlost hebt.
Door Christus onze Heer. Amen.
2. Almachtige God,
die verwaarloosden een eigen huis geeft
en gevangenen vrijheid en voorspoed,
zie mijn leed
en sta op om mij te helpen;
overwin de vijand vol boosheid
en laat mij,
als de tegenstander niet meer aanwezig is,
vrede ten deel vallen die mijn rust geeft:
laat mij zo opnieuw in vredige toewijding
belijden dat Gij bewonderenswaardig zijt
want Gij geeft uw volk kracht.
Door Christus onze Heer. Amen.
3.God, schepper en verdediger van het menselijk geslacht,
die de mens naar uw beeld hebt geschapen
en door de genade van het doopsel op nog wonderlijker wijze hebt herschapen,
zie neer op mij, uw dienaar
en schenk genadig gehoor aan mijn smeekbeden.
Laat in mijn hart, bid ik, de schittering van uw glorie opgaan
opdat ik U
na verschrikking, angst en vrees,
kalm naar hart en geest,
samen met mijn broeders in uw Kerk kan loven.
Door Christus onze Heer. Amen.
4. God, in wie alle goedheid en barmhartigheid haar oorsprong vindt.
Gij hebt gewild dat uw Zoon voor ons de kruisdood onderging,
om de macht van de vijand van ons te verdrijven,
zie genadig neer op mijn verslagenheid en mijn verdriet;
Gij hebt mij in het doopvont vernieuwd;
vervul mij
nadat Gij de aanval van de vijand hebt afgeslagen,
met de genade van uw zegen.
Door Christus onze Heer. Amen.
5.God, die gewild hebt
dat ik, door de genade van de aanneming,
een kind ben van het licht,
verleen, bid ik,
dat ik niet door demonische duisternis omhuld word
maar in het stralende licht van de vrijheid die ik van U ontvangen heb,
altijd zichtbaar kan blijven.
Door Christus onze Heer. Amen.
Aan God alleen zij eer en glorie.
Loven wij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest,
laat ons Hem prijzen en verheffen in eeuwigheid.
U roepen wij aan, U prijzen wij, U aanbidden wij, o heilige Drie-eenheid.
Onze hoop, ons heil, onze eer, o heilige Drie-eenheid,
Verlos mij, maak mij zalig, breng mij tot leven, o heilige Drie-eenheid.
Heilig, heilig, heilig, Heer almachtige God,
die was en die is en die komen zal.
U zij de eer en de heerschappij, o heilige Drie-eenheid,
U de glorie en de macht in alle eeuwigheid.
U zij de lof, U de glorie, U de dank
in de eeuwen der eeuwen,
o heilige Drie-eenheid.
Heilige God, heilige Sterke, heilige Onsterfelijke,
ontferm U over ons.
Aanroepingen tot onze Heer Jezus Christus
Jezus. Zoon van de levende God, ontferm U over mij.
Jezus, beeld van de Vader, ontferm U over mij.
Jezus, eeuwige Wijsheid, ontferm U over mij.
Jezus, schittering van het eeuwige licht, ontferm U over mij.
Jezus, Woord des levens. ontferm U over mij.
Jezus, Zoon van de maagd Maria, ontferm U over mij.
Jezus, God en mens, ontferm U over mij.
Jezus, Hogepriester, ontferm U over mij.
Jezus, verkondiger van het rijk Gods, ontferm U over mij.
Jezus, de weg, de waarheid en het leven, ontferm U over mij.
Jezus, brood des levens, ontferm U over mij.
Jezus, ware wijnstok, ontferm U over mij.
Jezus, broeder van de armen, ontferm U over mij.
Jezus, vriend van de zondaars, ontferm U over mij.
Jezus, geneesheer van ziel en lichaam, ontferm U over mij.
Jezus, heil van de onderdrukten, ontferm U over mij.
Jezus, troost van de verlatenen, ontferm U over mij.
Die in deze wereld gekomen zijt, ontferm U over mij.
Die bezetenen van de duivel bevrijd hebt, ontferm U over mij.
Die aan het kruis hebt gehangen, ontferm U over mij.
Die omwille van ons de dood hebt aanvaard, ontferm U over mij.
Die in het graf hebt gelegen, ontferm U over mij.
Die nedergedaald zijt ter helle, ontferm U over mij.
Die van de doden verrezen zijt, ontferm U over mij.
Die ten hemel opgestegen zijt, ontferm U over mij.
Die de Heilige Geest naar de apostelen heeft gezonden, ontferm U over mij.
Die zit aan de rechterhand van de Vader, ontferm U over mij.
Die komen zal om te oordelen de levenden en de doden, ontferm U over mij.
Door uw menswording, verlos mij, Heer.
Door uw geboorte, verlos mij, Heer.
Door uw doop en uw heilig vasten, verlos mij, Heer.
Door uw kruis en lijden, verlos mij, Heer.
Door uw dood en begrafenis, verlos mij, Heer.
Door uw heilige verrijzenis, verlos mij, Heer.
Door uw wonderlijke hemelvaart, verlos mij, Heer.
Door de uitstorting van de Heilige Geest, verlos mij, Heer.
Door uw glorierijke wederkomst, verlos mij, Heer.
Wanneer hij het kruis noemt, kan de gelovige heel goed het kruisteken maken.
Red mij, Christus Heiland, door de kracht van het kruis+:
die Petrus in het meer hebt gered, ontferm U over mij.
Door het teken van het kruis+
verlos ons van onze vijanden, onze God.
Door uw kruis+ red ons, Christus Verlosser,
die door te sterven onze dood hebt vernietigd
en door te verrijzen ons nieuw leven hebt gegeven.
Uw kruis+ aanbidden wij, Heer,
uw glorievol lijden gedenken wij,
ontferm U over ons, Gij die voor ons geleden hebt.
Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U,
omdat Gij door uw heilig kruis+ de wereld verlost hebt.
heilige Moeder van God.
Versmaad onze gebeden niet in onze nood,
maar verlos ons altijd van alle gevaren,
o glorierijke en gezegende Maagd.
Troosteres van de bedroefden, bid voor ons.
Hulp van de christenen, bid voor ons.
Laat mij u loven, heilige Maagd.
Geef mij kracht tegen uw vijanden.
Mijn moeder, mijn vertrouwen.
Maagd en moeder van God, Maria, bid Jezus voor mij.
Alleredelste koningin van de wereld,
Maria altijd maagd,
wees ons een voorspraak voor vrede en heil,
Gij die Christus, de Heer, gebaard hebt, de Heiland van allen.
Maria, moeder van genade,
moeder van barmhartigheid,
bescherm ons tegen de vijand
en vang ons op in het uur van onze dood.
Kom mij te hulp, goedertierenste maagd Maria,
in al mijn ellende,
mijn moeilijkheden en noden
en verkrijg voor mij van uw geliefde Zoon
bevrijding van alle kwaad
en van alle gevaren naar ziel en lichaam.
Gedenk, o goedertierenste maagd Maria,
dat het nooit gehoord is,
dat iemand die tot u zijn toevlucht nam,
uw hulp afsmeekte
en om uw bijstand vroeg,
in de steek gelaten is.
Gesterkt door zulk een vertrouwen,
nader ik tot u, Maagd der maagden, Moeder,
kom ik tot u,
sta ik voor u als berouwvol zondaar.
Versmaad mijn woorden niet, Moeder van het Woord,
maar luister in uw goedheid en verhoor mij.
wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel.
Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen.
En gij, vorst van de hemelse legerschare,
drijf Satan en de andere boze geesten,
die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan,
door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Michael, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Gabriël, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Rafaël, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Engelbewaarders, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Johannes de Doper, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Jozef, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Petrus, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Paulus, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Johannes, bid voor ons, ofwel voor mij.
Alle heilige apostelen, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Maria Magdalena, bid voor ons, ofwel voor mij.
(Hier kunnen namen van andere heiligen of zaligen worden toegevoegd)
Van alle kwaad, verlos ons, ofwel mij, Heer.
Van alle zonden, verlos ons, ofwel mij, Heer.
Van de listen van de duivel, verlos ons, ofwel mij, Heer.
Van de eeuwige dood, verlos ons, ofwel mij, Heer.
Christus, hoor ons, ofwel mij.
Christus, verlos ons, ofwel mij.
Gebeden
1. Ontferm U, Heer God, over mij, uw dienaar,die door de grote menigte belagers
geworden ben als gebroken huisraad;
red mij uit de hand van mijn vijanden
en sta mij bij:
ga op zoek naar wat gebroken is,
en als Gij het gevonden hebt, herstel het;
als Gij het hersteld hebt, laat het niet meer in de steek.
Moge ik zo in alles U behagen
van wie ik weet dat Gij mij met machtige hand verlost hebt.
Door Christus onze Heer. Amen.
2. Almachtige God,
die verwaarloosden een eigen huis geeft
en gevangenen vrijheid en voorspoed,
zie mijn leed
en sta op om mij te helpen;
overwin de vijand vol boosheid
en laat mij,
als de tegenstander niet meer aanwezig is,
vrede ten deel vallen die mijn rust geeft:
laat mij zo opnieuw in vredige toewijding
belijden dat Gij bewonderenswaardig zijt
want Gij geeft uw volk kracht.
Door Christus onze Heer. Amen.
3.God, schepper en verdediger van het menselijk geslacht,
die de mens naar uw beeld hebt geschapen
en door de genade van het doopsel op nog wonderlijker wijze hebt herschapen,
zie neer op mij, uw dienaar
en schenk genadig gehoor aan mijn smeekbeden.
Laat in mijn hart, bid ik, de schittering van uw glorie opgaan
opdat ik U
na verschrikking, angst en vrees,
kalm naar hart en geest,
samen met mijn broeders in uw Kerk kan loven.
Door Christus onze Heer. Amen.
4. God, in wie alle goedheid en barmhartigheid haar oorsprong vindt.
Gij hebt gewild dat uw Zoon voor ons de kruisdood onderging,
om de macht van de vijand van ons te verdrijven,
zie genadig neer op mijn verslagenheid en mijn verdriet;
Gij hebt mij in het doopvont vernieuwd;
vervul mij
nadat Gij de aanval van de vijand hebt afgeslagen,
met de genade van uw zegen.
Door Christus onze Heer. Amen.
5.God, die gewild hebt
dat ik, door de genade van de aanneming,
een kind ben van het licht,
verleen, bid ik,
dat ik niet door demonische duisternis omhuld word
maar in het stralende licht van de vrijheid die ik van U ontvangen heb,
altijd zichtbaar kan blijven.
Door Christus onze Heer. Amen.
Aanroepingen tot de allerheiligste Drie-eenheid
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.Aan God alleen zij eer en glorie.
Loven wij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest,
laat ons Hem prijzen en verheffen in eeuwigheid.
U roepen wij aan, U prijzen wij, U aanbidden wij, o heilige Drie-eenheid.
Onze hoop, ons heil, onze eer, o heilige Drie-eenheid,
Verlos mij, maak mij zalig, breng mij tot leven, o heilige Drie-eenheid.
Heilig, heilig, heilig, Heer almachtige God,
die was en die is en die komen zal.
U zij de eer en de heerschappij, o heilige Drie-eenheid,
U de glorie en de macht in alle eeuwigheid.
U zij de lof, U de glorie, U de dank
in de eeuwen der eeuwen,
o heilige Drie-eenheid.
Heilige God, heilige Sterke, heilige Onsterfelijke,
ontferm U over ons.
Aanroepingen tot onze Heer Jezus Christus
Jezus. Zoon van de levende God, ontferm U over mij.
Jezus, beeld van de Vader, ontferm U over mij.
Jezus, eeuwige Wijsheid, ontferm U over mij.
Jezus, schittering van het eeuwige licht, ontferm U over mij.
Jezus, Woord des levens. ontferm U over mij.
Jezus, Zoon van de maagd Maria, ontferm U over mij.
Jezus, God en mens, ontferm U over mij.
Jezus, Hogepriester, ontferm U over mij.
Jezus, verkondiger van het rijk Gods, ontferm U over mij.
Jezus, de weg, de waarheid en het leven, ontferm U over mij.
Jezus, brood des levens, ontferm U over mij.
Jezus, ware wijnstok, ontferm U over mij.
Jezus, broeder van de armen, ontferm U over mij.
Jezus, vriend van de zondaars, ontferm U over mij.
Jezus, geneesheer van ziel en lichaam, ontferm U over mij.
Jezus, heil van de onderdrukten, ontferm U over mij.
Jezus, troost van de verlatenen, ontferm U over mij.
Die in deze wereld gekomen zijt, ontferm U over mij.
Die bezetenen van de duivel bevrijd hebt, ontferm U over mij.
Die aan het kruis hebt gehangen, ontferm U over mij.
Die omwille van ons de dood hebt aanvaard, ontferm U over mij.
Die in het graf hebt gelegen, ontferm U over mij.
Die nedergedaald zijt ter helle, ontferm U over mij.
Die van de doden verrezen zijt, ontferm U over mij.
Die ten hemel opgestegen zijt, ontferm U over mij.
Die de Heilige Geest naar de apostelen heeft gezonden, ontferm U over mij.
Die zit aan de rechterhand van de Vader, ontferm U over mij.
Die komen zal om te oordelen de levenden en de doden, ontferm U over mij.
Door uw menswording, verlos mij, Heer.
Door uw geboorte, verlos mij, Heer.
Door uw doop en uw heilig vasten, verlos mij, Heer.
Door uw kruis en lijden, verlos mij, Heer.
Door uw dood en begrafenis, verlos mij, Heer.
Door uw heilige verrijzenis, verlos mij, Heer.
Door uw wonderlijke hemelvaart, verlos mij, Heer.
Door de uitstorting van de Heilige Geest, verlos mij, Heer.
Door uw glorierijke wederkomst, verlos mij, Heer.
Andere aanroepingen tot de Heer
Wanneer hij het kruis noemt, kan de gelovige heel goed het kruisteken maken.
Red mij, Christus Heiland, door de kracht van het kruis+:
die Petrus in het meer hebt gered, ontferm U over mij.
Door het teken van het kruis+
verlos ons van onze vijanden, onze God.
Door uw kruis+ red ons, Christus Verlosser,
die door te sterven onze dood hebt vernietigd
en door te verrijzen ons nieuw leven hebt gegeven.
Uw kruis+ aanbidden wij, Heer,
uw glorievol lijden gedenken wij,
ontferm U over ons, Gij die voor ons geleden hebt.
Wij aanbidden U, Christus, en wij loven U,
omdat Gij door uw heilig kruis+ de wereld verlost hebt.
Aanroepingen tot de heilige maagd Maria
Onder uw bescherming nemen wij onze toevlucht,heilige Moeder van God.
Versmaad onze gebeden niet in onze nood,
maar verlos ons altijd van alle gevaren,
o glorierijke en gezegende Maagd.
Troosteres van de bedroefden, bid voor ons.
Hulp van de christenen, bid voor ons.
Laat mij u loven, heilige Maagd.
Geef mij kracht tegen uw vijanden.
Mijn moeder, mijn vertrouwen.
Maagd en moeder van God, Maria, bid Jezus voor mij.
Alleredelste koningin van de wereld,
Maria altijd maagd,
wees ons een voorspraak voor vrede en heil,
Gij die Christus, de Heer, gebaard hebt, de Heiland van allen.
Maria, moeder van genade,
moeder van barmhartigheid,
bescherm ons tegen de vijand
en vang ons op in het uur van onze dood.
Kom mij te hulp, goedertierenste maagd Maria,
in al mijn ellende,
mijn moeilijkheden en noden
en verkrijg voor mij van uw geliefde Zoon
bevrijding van alle kwaad
en van alle gevaren naar ziel en lichaam.
Gedenk, o goedertierenste maagd Maria,
dat het nooit gehoord is,
dat iemand die tot u zijn toevlucht nam,
uw hulp afsmeekte
en om uw bijstand vroeg,
in de steek gelaten is.
Gesterkt door zulk een vertrouwen,
nader ik tot u, Maagd der maagden, Moeder,
kom ik tot u,
sta ik voor u als berouwvol zondaar.
Versmaad mijn woorden niet, Moeder van het Woord,
maar luister in uw goedheid en verhoor mij.
Aanroepingen tot de heilige aartsengel Michael
Heilige aartsengel Michael, verdedig ons in de strijd;wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel.
Wij smeken ootmoedig dat God hem zijn macht doet gevoelen.
En gij, vorst van de hemelse legerschare,
drijf Satan en de andere boze geesten,
die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan,
door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen.
Litaniegebed
Heer, ontferm U over ons.Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Michael, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Gabriël, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Rafaël, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Engelbewaarders, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Johannes de Doper, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Jozef, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Petrus, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Paulus, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Johannes, bid voor ons, ofwel voor mij.
Alle heilige apostelen, bid voor ons, ofwel voor mij.
Heilige Maria Magdalena, bid voor ons, ofwel voor mij.
(Hier kunnen namen van andere heiligen of zaligen worden toegevoegd)
Van alle kwaad, verlos ons, ofwel mij, Heer.
Van alle zonden, verlos ons, ofwel mij, Heer.
Van de listen van de duivel, verlos ons, ofwel mij, Heer.
Van de eeuwige dood, verlos ons, ofwel mij, Heer.
Christus, hoor ons, ofwel mij.
Christus, verlos ons, ofwel mij.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/8327-romeins-rituale-het-exorcisme-nl