Pacem Dei munus pulcherrimum
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Pacem Dei munus pulcherrimum
Over vrede en de verzoening in christelijken zin
Paus Benedictus XV
23 mei 1920
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1940, Ecclesia Docens 0114, Gooi & Sticht, Hilversum
Vert. uit Latijnse bronteksten Acta Apostolicae Sedis
Oorspronkelijke spelling van de vertaling is gehandhaafd
Alineaverdeling en -nummering, tussentitels: redactie Ecclesia Docen
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Oorspronkelijke spelling van de vertaling is gehandhaafd
Alineaverdeling en -nummering, tussentitels: redactie Ecclesia Docen
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1940
F.A.J. van Nimwegen C.ss.R.
24 mei 2024
827
nl
Referenties naar dit document: 4
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- INLEIDING
1
1 - De paus uit zijn blijdschap over het sluiten van den vrede
De vrede, Gods heerlijkste gave, die volgens het woord van Augustinus, „ook onder de aardsche en vergankelijke goederen het zoetste is waarvan men hooren kan, het begeerenswaardigste waarnaar men verlangen, het kostbaarste dat men vinden kan" lib. 19, c. 11[[857]]. de vrede, meer dan vier jaar lang afgesmeekt door de vurige verlangens van alle weldenkenden, door de innige gebeden der vromen, door de tranen der moeders, is eindelijk met de eerste stralen van zijn licht verschenen. Dat is voor ons, meer dan voor allen, een reden tot vreugde, tot innige blijdschap.
De vrede, Gods heerlijkste gave, die volgens het woord van Augustinus, „ook onder de aardsche en vergankelijke goederen het zoetste is waarvan men hooren kan, het begeerenswaardigste waarnaar men verlangen, het kostbaarste dat men vinden kan" lib. 19, c. 11[[857]]. de vrede, meer dan vier jaar lang afgesmeekt door de vurige verlangens van alle weldenkenden, door de innige gebeden der vromen, door de tranen der moeders, is eindelijk met de eerste stralen van zijn licht verschenen. Dat is voor ons, meer dan voor allen, een reden tot vreugde, tot innige blijdschap.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
2 - De paus uit zijn bezorgdheid, of het wel de volle, ware vrede is
En toch, die blijdschap van ons vaderhart wordt door al te vele en groote bitterheden verstoord. Want al is het waar, dat bijna overal op een of andere wijze de strijd is bijgelegd, en eenige vredesverdragen onderteekend zijn: het is toch ook waar, dat de kiemen der oude vijandschap zijn blijven voortbestaan. En gij weet het zeer goed, eerbiedwaardige broeders, dat er geen vrede mogelijk is, en dat, ondanks de langdurige en moeilijke onderhandelingen en het heilig karakter der onderteekening, geen vredesverdragen duurzaam kunnen zijn, als niet tegelijk een door onderlinge liefde ingegeven verzoening den haat en de vijandschap tot rust brengt.
En toch, die blijdschap van ons vaderhart wordt door al te vele en groote bitterheden verstoord. Want al is het waar, dat bijna overal op een of andere wijze de strijd is bijgelegd, en eenige vredesverdragen onderteekend zijn: het is toch ook waar, dat de kiemen der oude vijandschap zijn blijven voortbestaan. En gij weet het zeer goed, eerbiedwaardige broeders, dat er geen vrede mogelijk is, en dat, ondanks de langdurige en moeilijke onderhandelingen en het heilig karakter der onderteekening, geen vredesverdragen duurzaam kunnen zijn, als niet tegelijk een door onderlinge liefde ingegeven verzoening den haat en de vijandschap tot rust brengt.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
3 - Onderwerp dezer encycliek: de ware verzoening
Over die verzoening, die voor het welzijn der wereld zeker van het hoogste belang is, willen wij daarom met u, eerbiedwaardige broeders, spreken, en tegelijk daarmee een dringende vermaning richten tot uw volken.
Over die verzoening, die voor het welzijn der wereld zeker van het hoogste belang is, willen wij daarom met u, eerbiedwaardige broeders, spreken, en tegelijk daarmee een dringende vermaning richten tot uw volken.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
4 - De liefde van Jesus Christus dringt den paus tot de behandeling van dit onderwerp
Wat ons betreft, van het oogenblik af, waarop wij krachtens een onnaspeurlijk raadsbesluit Gods tot de waardigheid van dezen zetel verheven waren, hebben wij waarlijk, zoolang de oorlogsbrand duurde, nooit opgehouden, al onzen invloed aan te wenden, om de volken van heel de aarde tot het zoo spoedig mogelijk hervatten van broederlijke betrekkingen te bewegen. Vandaar onze dringende gebeden, onze herhaalde aansporingen, onze voorstellen omtrent middelen tot herstel der vriendschappelijke betrekkingen, kortom al onze pogingen, om, als God het wilde, voor de menschen den weg en de deur te openen naar een eervollen en duurzamen vrede. En intusschen besteedde ons vaderhart zijn toegewijde zorgen om ten minste eenige verlichting te brengen in het vreeselijk lijden en dé rampen van allerlei aard, die de onmenschelijke strijd in zijn gevolg had. Het was de liefde van Jesus Christus, die ons, van het zoo moeilijke begin van ons pontificaat af, bewoog tot ons werk voor den terugkeer van den vrede, of voor de vermindering der oorlogsgruwelen. Welnu, het is diezelfde liefde, die ons op dit oogenblik, nu eindelijk een betrekkelijke vrede gesloten is, aanspoort om tot alle kinderen der Kerk, ja tot heel de menschheid de vermaning te richten om uit hun hart den reeds al te langdurigen haat te verbannen, en eendracht en onderlinge liefde te herstellen.
Wat ons betreft, van het oogenblik af, waarop wij krachtens een onnaspeurlijk raadsbesluit Gods tot de waardigheid van dezen zetel verheven waren, hebben wij waarlijk, zoolang de oorlogsbrand duurde, nooit opgehouden, al onzen invloed aan te wenden, om de volken van heel de aarde tot het zoo spoedig mogelijk hervatten van broederlijke betrekkingen te bewegen. Vandaar onze dringende gebeden, onze herhaalde aansporingen, onze voorstellen omtrent middelen tot herstel der vriendschappelijke betrekkingen, kortom al onze pogingen, om, als God het wilde, voor de menschen den weg en de deur te openen naar een eervollen en duurzamen vrede. En intusschen besteedde ons vaderhart zijn toegewijde zorgen om ten minste eenige verlichting te brengen in het vreeselijk lijden en dé rampen van allerlei aard, die de onmenschelijke strijd in zijn gevolg had. Het was de liefde van Jesus Christus, die ons, van het zoo moeilijke begin van ons pontificaat af, bewoog tot ons werk voor den terugkeer van den vrede, of voor de vermindering der oorlogsgruwelen. Welnu, het is diezelfde liefde, die ons op dit oogenblik, nu eindelijk een betrekkelijke vrede gesloten is, aanspoort om tot alle kinderen der Kerk, ja tot heel de menschheid de vermaning te richten om uit hun hart den reeds al te langdurigen haat te verbannen, en eendracht en onderlinge liefde te herstellen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I - DE WARE VERZOENING TUS-SCHEN DE MENSCHEN ONDERLING
- 1 - Het uitblijven dezer verzoening zou noodlottig zijn voor de menschheid en voor het christendom
5
Het is zeker overbodig, met vele woorden aan te toonen, dat de menschelijke maatschappij er het grootste nadeel van zou ondervinden, als na het sluiten van den vrede de haat en vijandschap onder de volken in het verborgen zou blijven voortbestaan. Wij zwijgen over het nadeel voor alles wat den vooruitgang van het burgerlijk leven onderhoudt en bevordert, zooals handel, industrie, kunsten en wetenschappen, wier bloei totaal afhankelijk is van het bestaan van vriendschappelijke verhoudingen en rust onder de volken.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Maar wat veel erger is, een zeer zware wonde zou worden toegebracht aan het wezen en de uiterlijke ontplooiing van het christelijk leven, welks geheele beteekenis bestaat in de liefde. Immers, de prediking der christelijke wet wordt juist „de blijdeboodschap van vrede" (Ef. 6, 15)[b:Ef. 6, 15] genoemd.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 2 - Een der hoofdgeboden van het christendom is de onderlinge liefde
7
a. - Christus' gebod.
Inderdaad, zooals gij weet en zooals wij bij andere gelegenheden uitvoeriger hebben gezegd, is er niets, waarop de Heer Jesus bij Zijn leerlingen zoo dikwijls en zoo krachtig den nadruk gelegd heeft als dit gebod der onderlinge liefde, en wel omdat al het andere er in ligt opgesloten. Christus noemde het een nieuw gebod en Zijn gebod. Hij wilde dat het een kenteeken der christenen zou zijn, waardoor zij gemakkelijk van anderen te onderscheiden waren. Eindelijk, op het punt te gaan sterven, liet Jesus dit gebod als een testament aan de Zijnen na, en bad Hij, dat zij elkander zouden liefhebben, en door die liefde een beeld zouden zijn van die onuitsprekelijke eenheid der goddelijke personen in de Heilige Drievuldigheid. „Mogen zij allen één zijn.... gelijk Wij één zijn.... mogen zij volmaakte eenheid bezitten." (Joh. 17, 21-23)[b:Joh. 17, 21-23]
Inderdaad, zooals gij weet en zooals wij bij andere gelegenheden uitvoeriger hebben gezegd, is er niets, waarop de Heer Jesus bij Zijn leerlingen zoo dikwijls en zoo krachtig den nadruk gelegd heeft als dit gebod der onderlinge liefde, en wel omdat al het andere er in ligt opgesloten. Christus noemde het een nieuw gebod en Zijn gebod. Hij wilde dat het een kenteeken der christenen zou zijn, waardoor zij gemakkelijk van anderen te onderscheiden waren. Eindelijk, op het punt te gaan sterven, liet Jesus dit gebod als een testament aan de Zijnen na, en bad Hij, dat zij elkander zouden liefhebben, en door die liefde een beeld zouden zijn van die onuitsprekelijke eenheid der goddelijke personen in de Heilige Drievuldigheid. „Mogen zij allen één zijn.... gelijk Wij één zijn.... mogen zij volmaakte eenheid bezitten." (Joh. 17, 21-23)[b:Joh. 17, 21-23]
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
b.- De aansporingen der apostelen.
De apostelen traden dan ook in de voetstappen van hun goddelijken Meester, en zich trouw voegend naar Zijn woord en Zijn geboden, richtten zij met opvallend aanhouden tot de geloovigen de vermaning: „Draagt vóór alles elkander vurige liefde toe." (1 Pt. 4, 8)[b:1 Pt. 4, 8] “Trekt over dit alles de liefde aan, die de band is der volmaaktheid." (Kol. 3, 14)[b:Kol. 3, 14] „Geliefden, laat ons elkander beminnen: want de liefde is uit God." (1 Joh. 4, 7)[b:1 Joh. 4, 7]
De apostelen traden dan ook in de voetstappen van hun goddelijken Meester, en zich trouw voegend naar Zijn woord en Zijn geboden, richtten zij met opvallend aanhouden tot de geloovigen de vermaning: „Draagt vóór alles elkander vurige liefde toe." (1 Pt. 4, 8)[b:1 Pt. 4, 8] “Trekt over dit alles de liefde aan, die de band is der volmaaktheid." (Kol. 3, 14)[b:Kol. 3, 14] „Geliefden, laat ons elkander beminnen: want de liefde is uit God." (1 Joh. 4, 7)[b:1 Joh. 4, 7]
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
c.- Het voorbeeld der eerste christenen.
En onze broeders uit die oude tijden luisterden trouw naar die aansporingen zoowel van Christus als van de apostelen. Hoewel behoorend tot verschillende en op elkander naijverige volken, wisten zij toch hun oneenigheden vrijwillig te vergeten en in de grootste eendracht te leven. Waarlijk, hun volmaakte eenheid van hart en ziel vormde een wonderbaar contrast met de toen ter tijd in den boezem der menschheid heerschende doodelijke vijandschappen.
En onze broeders uit die oude tijden luisterden trouw naar die aansporingen zoowel van Christus als van de apostelen. Hoewel behoorend tot verschillende en op elkander naijverige volken, wisten zij toch hun oneenigheden vrijwillig te vergeten en in de grootste eendracht te leven. Waarlijk, hun volmaakte eenheid van hart en ziel vormde een wonderbaar contrast met de toen ter tijd in den boezem der menschheid heerschende doodelijke vijandschappen.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 3 - Tot de christelijke liefde behoort ook: zijn vjanden vergiffenis te schenken
10
De plaatsen die wij daarjuist aanhaalden om nadruk te leggen op het gebod der onderlinge liefde bewijzen even sterk de noodzakelijkheid van het vergeten van onrechtvaardige bejegeningen.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
a. - Dat gebod bestaat inderdaad.
Dit wordt door den Heer met niet minder nadruk bevolen: „Maar Ik zeg u: Bemint uw vijanden, doet wèl aan die u haten en bidt voor wie u vervolgen en lasteren; opdat gij kinderen moogt zijn van uw Vader in den hemel, die Zijn zon doet opgaan over goeden en slechten." (Mt. 5, 44-45)[b:Mt. 5, 44-45] Vandaar het ernstige woord van den apostel Joannes: „Wie zijn broeder haat, is een moordenaar; en gij, weet, -dat geen moordenaar het eeuwig leven behoudt." (1 Joh. 3, 15)[b:1 Joh. 3, 15] Ten slotte, Christus heeft ons geleerd, in ons gebed tot God de verklaring af te leggen, dat wij vergiffenis willen bekomen, onder voorwaarde dat wij zelf aan anderen vergiffenis schenken: „Vergeef ons onze schuld, zooals ook wij aan anderen hun schuld vergeven." (Mt. 6, 12)[b:Mt. 6, 12]
Dit wordt door den Heer met niet minder nadruk bevolen: „Maar Ik zeg u: Bemint uw vijanden, doet wèl aan die u haten en bidt voor wie u vervolgen en lasteren; opdat gij kinderen moogt zijn van uw Vader in den hemel, die Zijn zon doet opgaan over goeden en slechten." (Mt. 5, 44-45)[b:Mt. 5, 44-45] Vandaar het ernstige woord van den apostel Joannes: „Wie zijn broeder haat, is een moordenaar; en gij, weet, -dat geen moordenaar het eeuwig leven behoudt." (1 Joh. 3, 15)[b:1 Joh. 3, 15] Ten slotte, Christus heeft ons geleerd, in ons gebed tot God de verklaring af te leggen, dat wij vergiffenis willen bekomen, onder voorwaarde dat wij zelf aan anderen vergiffenis schenken: „Vergeef ons onze schuld, zooals ook wij aan anderen hun schuld vergeven." (Mt. 6, 12)[b:Mt. 6, 12]
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
b. - Christus gaf zelf het voorbeeld.
Als het onderhouden van dit gebod somtijds te lastig en boven onze krachten is, dan hebben wij, om alle moeilijkheid uit den weg te ruimen, den goddelijken Verlosser van het menschelijk geslacht, die ons helpt, niet alleen met de ter juister tijd geschonken genade, maar ook met Zijn eigen voorbeeld. Aan het kruis hangend bad Hij Zijn Vader om vergiffenis voor Zijn onrechtvaardige en lage beulen: „Vader, vergeef het hun; want zij weten niet wat zij doen." (Lc. 23, 34)[b:Lc. 23, 34]
Als het onderhouden van dit gebod somtijds te lastig en boven onze krachten is, dan hebben wij, om alle moeilijkheid uit den weg te ruimen, den goddelijken Verlosser van het menschelijk geslacht, die ons helpt, niet alleen met de ter juister tijd geschonken genade, maar ook met Zijn eigen voorbeeld. Aan het kruis hangend bad Hij Zijn Vader om vergiffenis voor Zijn onrechtvaardige en lage beulen: „Vader, vergeef het hun; want zij weten niet wat zij doen." (Lc. 23, 34)[b:Lc. 23, 34]
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
c. - Ook de paus wil het voorbeeld geven, en verlangt, dat allen het volgen.
Wij voor ons, die ondanks onze onwaardigheid de plaats van Jesus Christus bekleeden, wij moeten, meer dan anderen, Zijn voorbeeld van barmhartigheid en goedheid navolgen. Op Zijn voorbeeld dus vergeven wij, van ganscher harte aan allen en aan ieder onzer vijanden, die te kwader of te goeder trouw tegen onzen persoon of tegen ons werk, hoe dan ook, de wapenen van smadelijken laster hebben gericht of dat op het oogenblik nog doen. Wij omhelzen hen allen met de innigste genegenheid en goedheid, ja wij laten geen gelegenheid voorbijgaan om hun, zoo-veel in ons vermogen is, alle goed te doen. Datzelfde is plicht voor alle christenen, die dien naam willen verdienen, jegens allen, die hen in den loop van den oorlog onrechtvaardig bejegend hebben.
Wij voor ons, die ondanks onze onwaardigheid de plaats van Jesus Christus bekleeden, wij moeten, meer dan anderen, Zijn voorbeeld van barmhartigheid en goedheid navolgen. Op Zijn voorbeeld dus vergeven wij, van ganscher harte aan allen en aan ieder onzer vijanden, die te kwader of te goeder trouw tegen onzen persoon of tegen ons werk, hoe dan ook, de wapenen van smadelijken laster hebben gericht of dat op het oogenblik nog doen. Wij omhelzen hen allen met de innigste genegenheid en goedheid, ja wij laten geen gelegenheid voorbijgaan om hun, zoo-veel in ons vermogen is, alle goed te doen. Datzelfde is plicht voor alle christenen, die dien naam willen verdienen, jegens allen, die hen in den loop van den oorlog onrechtvaardig bejegend hebben.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 4 - De christelijke liefde moet zich in weldoen uiten
14
a. - Dat is altijd plicht.
Inderdaad, de christelijke liefde beperkt zich niet tot den plicht, onze vijanden niet te haten en hen als broeders lief te hebben. Neen, zij legt ons ook op, hun wèl te doen, op het voetspoor van onzen Verlosser, die „weldoende rondging en allen genas, die door den duivel werden beheerscht", (Hand. 10, 38)[b:Hand. 10, 38] en die Zijn sterfelijken levensloop, geheel besteed aan het bewijzen der grootste weldaden aan de menschen, besloot met voor hen Zijn bloed te storten. Daarom zegt Joannes: „Hieraan erkennen wij de liefde Gods: Hij heeft Zijn leven gegeven voor ons; ook wij moeten ons leven geven voor onze broeders. Wie dan de goederen dezer wereld bezit, en zijn broeder in nood ziet, maar zijn hart voor hem sluit, hoe blijft dan in hem de liefde tot God? Kinderkens, laat ons niet liefhebben met woord of met tong, maar met daad en in waarheid." (1 Joh. 3, 16-18)[b:1 Joh. 3, 16-18]
Inderdaad, de christelijke liefde beperkt zich niet tot den plicht, onze vijanden niet te haten en hen als broeders lief te hebben. Neen, zij legt ons ook op, hun wèl te doen, op het voetspoor van onzen Verlosser, die „weldoende rondging en allen genas, die door den duivel werden beheerscht", (Hand. 10, 38)[b:Hand. 10, 38] en die Zijn sterfelijken levensloop, geheel besteed aan het bewijzen der grootste weldaden aan de menschen, besloot met voor hen Zijn bloed te storten. Daarom zegt Joannes: „Hieraan erkennen wij de liefde Gods: Hij heeft Zijn leven gegeven voor ons; ook wij moeten ons leven geven voor onze broeders. Wie dan de goederen dezer wereld bezit, en zijn broeder in nood ziet, maar zijn hart voor hem sluit, hoe blijft dan in hem de liefde tot God? Kinderkens, laat ons niet liefhebben met woord of met tong, maar met daad en in waarheid." (1 Joh. 3, 16-18)[b:1 Joh. 3, 16-18]
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
b. - Nu, na den oorlog, is dat nog meer noodig.
Nooit echter leek het méér noodig „het terrein der liefde te verruimen% dan juist in onze dagen, bij de verschrikkelijke nooden waaronder wij allen smartelijk gebukt gaan. Nooit wellicht had de menschheid zoozeer als op het oogenblik behoefte aan die algemeene weldadigheid, voortkomend uit een oprechte liefde voor anderen en vol van toewijding en hulpvaardigheid. Als wij onze blikken laten gaan over de streken, waarover die oorlog in volle hevigheid is heengegaan, welk een schouwspel zien wij dan. Onmetelijke gebieden die ontvolkt en verwoest, onbebouwd en verwaarloosd liggen; het armere volk zelfs van levensmiddelen, kleeding en onderdak beroofd, tallooze weduwen en weezen zonder eenigen onderstand, een ongelooflijk aantal zwakken, vooral zuigelingen en kinderen, wier uitgemergelde lichamen een bewijs zijn van de onmenschelijkheid van dezen oorlog.
Nooit echter leek het méér noodig „het terrein der liefde te verruimen% dan juist in onze dagen, bij de verschrikkelijke nooden waaronder wij allen smartelijk gebukt gaan. Nooit wellicht had de menschheid zoozeer als op het oogenblik behoefte aan die algemeene weldadigheid, voortkomend uit een oprechte liefde voor anderen en vol van toewijding en hulpvaardigheid. Als wij onze blikken laten gaan over de streken, waarover die oorlog in volle hevigheid is heengegaan, welk een schouwspel zien wij dan. Onmetelijke gebieden die ontvolkt en verwoest, onbebouwd en verwaarloosd liggen; het armere volk zelfs van levensmiddelen, kleeding en onderdak beroofd, tallooze weduwen en weezen zonder eenigen onderstand, een ongelooflijk aantal zwakken, vooral zuigelingen en kinderen, wier uitgemergelde lichamen een bewijs zijn van de onmenschelijkheid van dezen oorlog.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Het gezicht van de schrikkelijke ellende die op het menschdom drukt, brengt ons onwillekeurig op de gedachte aan dien reiziger uit het Evangelie, ((Lc. 10, 30 vv.))[b:Lc. 10, 30] die op zijn reis van Jerusalem naar Jericho in de handen van roovers viel, die, na hem uitgeplunderd en met wonden overladen te hebben, hem halfdood achterlieten. Ja, tusschen het menschdom en dien man bestaat er een treffende gelijkenis. Een Samaritaan ;ging vol medelijden naar hem toe, verbond zijn wonden, goot er olie en wijn op, bracht hem naar de herberg en droeg zorg voor hem. Zoo is ter genezing der wonden van het menschdom de hand noodig van Jesus Christus, van wien die Samaritaan een afbeelding was.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
c. - De Kerk vordert de taak van weldoen bijzonder voor zich op.
Welnu, dit werk, deze taak, wordt als haar eigen taak opgevorderd door de Kerk, die den geest van Jesus Christus als Zijn erfenis bewaart. Door de Kerk, zeggen wij, wier heele levensloop een wonderbaar weefsel is van allerlei weldaden. Zij immers is „de waarachtige moeder der christenen, die zich de genegenheid en liefde voor den naaste zoozeer eigen maakt, dat voor de vele kwalen, waaraan de zielen om haar zonden lijden, alle krachtige artsenij bij haar in overvloed te vinden is." Vandaar: „zij oefent en onderwijst, overeenkomstig den leeftijd van het lichaam, maar ook van den geest, de kinderen op kinderlijke wijze, de jongelingen met kracht, de grijsaards met kalmen ernst" vgl: lib. 1, c. 30[[[2218]]]
Welnu, dit werk, deze taak, wordt als haar eigen taak opgevorderd door de Kerk, die den geest van Jesus Christus als Zijn erfenis bewaart. Door de Kerk, zeggen wij, wier heele levensloop een wonderbaar weefsel is van allerlei weldaden. Zij immers is „de waarachtige moeder der christenen, die zich de genegenheid en liefde voor den naaste zoozeer eigen maakt, dat voor de vele kwalen, waaraan de zielen om haar zonden lijden, alle krachtige artsenij bij haar in overvloed te vinden is." Vandaar: „zij oefent en onderwijst, overeenkomstig den leeftijd van het lichaam, maar ook van den geest, de kinderen op kinderlijke wijze, de jongelingen met kracht, de grijsaards met kalmen ernst" vgl: lib. 1, c. 30[[[2218]]]
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Het is haast niet te gelooven, hoezeer deze diensten der christelijke weldadigheid, door hun verzachten-den invloed op de harten, bevorderlijk zijn voor het herstel van de rust onder de volken.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- 5 - Conclusies van dit gedeelte
19
a. - De bisschoppen moeten de geloovigen tot deze vergevingsgezinde en weldoende liefde aansporen.
Daarom, eerbiedwaardige broeders, bidden en bezweren wij u bij de innige liefde van Christus: legt er u met allen ijver en zorg op toe om al de aan uw zorgen toevertrouwde geloovigen aan te sporen, niet alleen tot het afleggen van haat en tot het vergeven van onrecht, maar om hen met nog meer resultaat dan tot nu toe aan te moedigen tot bevordering van alle instellingen van christelijke weldadigheid, die tot doel hebben de ondersteuning der behoeftigen, de vertroosting der bedroefden, de verpleging der zieken, kortom het verleenen van allerlei tijdige hulp aan alle slachtoffers van den oorlog, die het zwaarst getroffen zijn.
Daarom, eerbiedwaardige broeders, bidden en bezweren wij u bij de innige liefde van Christus: legt er u met allen ijver en zorg op toe om al de aan uw zorgen toevertrouwde geloovigen aan te sporen, niet alleen tot het afleggen van haat en tot het vergeven van onrecht, maar om hen met nog meer resultaat dan tot nu toe aan te moedigen tot bevordering van alle instellingen van christelijke weldadigheid, die tot doel hebben de ondersteuning der behoeftigen, de vertroosting der bedroefden, de verpleging der zieken, kortom het verleenen van allerlei tijdige hulp aan alle slachtoffers van den oorlog, die het zwaarst getroffen zijn.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
b. - De priesters moeten er het voorbeeld van geven.
Maar wat wij vooral verlangen, dat is, dat gij de priesters, de bedienaren van den christelijken vrede, aanspoort tot trouwe beoefening van deze deugd, waaruit het christelijk leven voor een groot deel bestaat, wij bedoelen: van de naastenliefde, zelfs jegens vijanden. Laten zij „alles voor allen worden" (1 Kor. 9, 22)[b:1 Kor. 9, 22] zóó dat zij de anderen door hun voorbeeld voorgaan, den oorlog verklaren aan haat en vijandschap en den strijd daartegen onverbiddelijk voeren. Dat gedrag zal zeer aangenaam zijn aan het liefderijk Hart van Jesus, en aan den persoon, die ondanks zijn onwaardigheid Jesus' plaats op aarde bekleedt.
Maar wat wij vooral verlangen, dat is, dat gij de priesters, de bedienaren van den christelijken vrede, aanspoort tot trouwe beoefening van deze deugd, waaruit het christelijk leven voor een groot deel bestaat, wij bedoelen: van de naastenliefde, zelfs jegens vijanden. Laten zij „alles voor allen worden" (1 Kor. 9, 22)[b:1 Kor. 9, 22] zóó dat zij de anderen door hun voorbeeld voorgaan, den oorlog verklaren aan haat en vijandschap en den strijd daartegen onverbiddelijk voeren. Dat gedrag zal zeer aangenaam zijn aan het liefderijk Hart van Jesus, en aan den persoon, die ondanks zijn onwaardigheid Jesus' plaats op aarde bekleedt.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
c. - De schrijvers moeten daartoe het hunne bijdragen.
Hier moeten wij ook een aansporing, een dringend verzoek richten tot de katholieke schrijvers, redacteurs van tijdschriften of journalisten. Laten zij „als Gods uitverkoren heiligen en geliefden" zich bekleeden met „innige barmhartigheid en goedheid" (Kol. 3, 12)[b:Kol. 3, 12] en die bij hun schrijven tot uitdrukking brengen,. door zich niet alleen te onthouden van onware en onbewijsbare beschuldigingen, maar ook van alle-heftige en beleedigende taal. Deze is in strijd met de christelijke wet en alleen maar in staat de nog maar slecht ;gesloten wonden weer open te rijten, want vooral iemand, die pas van een wonde hersteld is, is overgevoelig, zelfs voor de minste pijnlijke aanraking.
Hier moeten wij ook een aansporing, een dringend verzoek richten tot de katholieke schrijvers, redacteurs van tijdschriften of journalisten. Laten zij „als Gods uitverkoren heiligen en geliefden" zich bekleeden met „innige barmhartigheid en goedheid" (Kol. 3, 12)[b:Kol. 3, 12] en die bij hun schrijven tot uitdrukking brengen,. door zich niet alleen te onthouden van onware en onbewijsbare beschuldigingen, maar ook van alle-heftige en beleedigende taal. Deze is in strijd met de christelijke wet en alleen maar in staat de nog maar slecht ;gesloten wonden weer open te rijten, want vooral iemand, die pas van een wonde hersteld is, is overgevoelig, zelfs voor de minste pijnlijke aanraking.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II - DE WARE VERZOENING TUSSCHEN DE VOLKEN ONDERLING
22
1 - Een ware verzoening is plicht en noodzakelijkheid
De vermaning tot het onderhouden van den plicht der naastenliefde, die wij hier tot ieder in het bijzonder richten, is ook bedoeld voor de volken, die de langdurige worsteling van den oorlog hebben meegemaakt. Laten zij zooveel mogelijk de aanleidingen tot geschillen uit den weg ruimen, en, natuurlijk met behoud van de eischen der rechtvaardigheid, hun betrekkingen van onderlinge vriendschap hervatten. Immers, die evangelische wet der liefde is dezelfde voor de individuen en dezelfde voor de staten en volken, die ten slotte alle een groepeering, een samenstel van individuen zijn. Nu echter de oorlog geëindigd is, bestaat er niet alleen een reden van liefde, maar ook een zekere noodzakelijkheid, die de feiten schijnt te leiden in de richting van een algemeene verzoening der volken onderling: want er bestaat van nature tusschen de volken een band van wederzijdsche afhankelijkheid en wederzijdsch dienstbetoon, vooral tegenwoordig, als gevolg der toeneming van verfijnde beschaving en cultuur en der verbazende vergemakkelijking van het verkeer.
De vermaning tot het onderhouden van den plicht der naastenliefde, die wij hier tot ieder in het bijzonder richten, is ook bedoeld voor de volken, die de langdurige worsteling van den oorlog hebben meegemaakt. Laten zij zooveel mogelijk de aanleidingen tot geschillen uit den weg ruimen, en, natuurlijk met behoud van de eischen der rechtvaardigheid, hun betrekkingen van onderlinge vriendschap hervatten. Immers, die evangelische wet der liefde is dezelfde voor de individuen en dezelfde voor de staten en volken, die ten slotte alle een groepeering, een samenstel van individuen zijn. Nu echter de oorlog geëindigd is, bestaat er niet alleen een reden van liefde, maar ook een zekere noodzakelijkheid, die de feiten schijnt te leiden in de richting van een algemeene verzoening der volken onderling: want er bestaat van nature tusschen de volken een band van wederzijdsche afhankelijkheid en wederzijdsch dienstbetoon, vooral tegenwoordig, als gevolg der toeneming van verfijnde beschaving en cultuur en der verbazende vergemakkelijking van het verkeer.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
2 - De H. Stoel heeft daar voortdurend op gewezen
Dezen plicht van vergeven van aangedaan onrecht en van broederlijke verzoening, die een gebod is van Jesus Christus' heilige wet en tegelijk een dringende eisch in het belang der menschelijke en burgerlijke samenleving, heeft deze Apostolische Stoel, zooals wij reeds zeiden, gedurende den oorlog onophoudelijk blijven benadrukken; nooit heeft hij toegelaten, dat die plicht door de vijandschap en den haat op den achtergrond geraakte. Maar nu, na het sluiten der vredesverdragen, beveelt de H. Stoel dien plicht met nog veel grooter warmte aan, zooals blijkt uit onzen brief van kort geleden aan al de bisschoppen van Duitschland Diuturni Luctuosissimique[[7105]] en onzen anderen brief aan den kardinaal-aartsbisschop van Parijs. Amor Ille Singularis[[8771]]
Dezen plicht van vergeven van aangedaan onrecht en van broederlijke verzoening, die een gebod is van Jesus Christus' heilige wet en tegelijk een dringende eisch in het belang der menschelijke en burgerlijke samenleving, heeft deze Apostolische Stoel, zooals wij reeds zeiden, gedurende den oorlog onophoudelijk blijven benadrukken; nooit heeft hij toegelaten, dat die plicht door de vijandschap en den haat op den achtergrond geraakte. Maar nu, na het sluiten der vredesverdragen, beveelt de H. Stoel dien plicht met nog veel grooter warmte aan, zooals blijkt uit onzen brief van kort geleden aan al de bisschoppen van Duitschland Diuturni Luctuosissimique[[7105]] en onzen anderen brief aan den kardinaal-aartsbisschop van Parijs. Amor Ille Singularis[[8771]]
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
3 - Een middel tot verzoening zijn de bezoeken en bijeenkomsten van staatshoofden; hoever de paus in zijn medewerking daartoe wil gaan
Nu wordt de goede verstandhouding der volken bewaarden krachtig bevorderd door de tegenwoordig sterk toegenomen gewoonte van staatshoofden en vorsten om elkander te bezoeken en met elkander te confereeren ter oplossing van meer belangrijke vraagstukken. Wij voor ons willen daarmee rekening houden, evenals met de veranderde omstandigheden en de ingrijpende wijzigingen in de internationale verhoudingen. Wij zouden er daarom zelfs toe bereid zijn iets te laten vallen van de gestrengheid der voorwaarden, die onze voorgangers wegens de vernietiging der wereldlijke macht van den Apostolischen Stoel met recht hebben vastgesteld om officieele bezoeken van katholieke vorsten aan Rome te verhinderen. Maar wij geven hierbij de uitdrukkelijke verklaring, dat deze tegemoetkoming in onze houding, die, dunkt ons, door de hoog ernstige tijdsomstandigheden geraden, ja zelfs geboden is, volstrekt niet mag worden uitgelegd als een stilzwijgende verzaking van den Apostolischen Stoel aan zijn hoogheilige rechten, alsof hij nu eindelijk zou berust hebben in zijn tegenwoordigen abnormalen toestand. Integendeel, juist bij deze gelegenheid „herhalen wij van onzen kant, en om dezelfde redenen, de eischen, die onze voorgangers meermalen gesteld hebben, niet om menschelijke beweegredenen, maar om hun heiligen plicht, den plicht nl. om de rechten en de waardigheid van den Apostolischen Stoel te verdedigen", en, nu de vrede tusschen de volken gesloten is, stellen wij opnieuw en met nog grooter ernst den eisch, dat ook „voor het hoofd der Kerk een einde kome aan den tegenwoordigen abnormalen toestand, die op meer dan één titel ook voor de rust onder de volken ten hoogste nadeelig is." Ad Beatissimi Apostolorum Principis, 52[[824|52]]
Nu wordt de goede verstandhouding der volken bewaarden krachtig bevorderd door de tegenwoordig sterk toegenomen gewoonte van staatshoofden en vorsten om elkander te bezoeken en met elkander te confereeren ter oplossing van meer belangrijke vraagstukken. Wij voor ons willen daarmee rekening houden, evenals met de veranderde omstandigheden en de ingrijpende wijzigingen in de internationale verhoudingen. Wij zouden er daarom zelfs toe bereid zijn iets te laten vallen van de gestrengheid der voorwaarden, die onze voorgangers wegens de vernietiging der wereldlijke macht van den Apostolischen Stoel met recht hebben vastgesteld om officieele bezoeken van katholieke vorsten aan Rome te verhinderen. Maar wij geven hierbij de uitdrukkelijke verklaring, dat deze tegemoetkoming in onze houding, die, dunkt ons, door de hoog ernstige tijdsomstandigheden geraden, ja zelfs geboden is, volstrekt niet mag worden uitgelegd als een stilzwijgende verzaking van den Apostolischen Stoel aan zijn hoogheilige rechten, alsof hij nu eindelijk zou berust hebben in zijn tegenwoordigen abnormalen toestand. Integendeel, juist bij deze gelegenheid „herhalen wij van onzen kant, en om dezelfde redenen, de eischen, die onze voorgangers meermalen gesteld hebben, niet om menschelijke beweegredenen, maar om hun heiligen plicht, den plicht nl. om de rechten en de waardigheid van den Apostolischen Stoel te verdedigen", en, nu de vrede tusschen de volken gesloten is, stellen wij opnieuw en met nog grooter ernst den eisch, dat ook „voor het hoofd der Kerk een einde kome aan den tegenwoordigen abnormalen toestand, die op meer dan één titel ook voor de rust onder de volken ten hoogste nadeelig is." Ad Beatissimi Apostolorum Principis, 52[[824|52]]
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
4 - De stichting van een volkenbond in christelijken geest
Na dit herstel, na den terugkeer der orde van rechtvaardigheid en liefde, en na het tot stand komen van de verzoening der volken, is het, eerbiedwaardige broeders, zeker te wenschen, dat alle staten, met terzijdestellen van alle verdenkingen tegen elkander, zich vereenigen tot één bond of liever tot één gezin, zoowel ter verdediging van ieders vrijheid als tot handhaving der orde in heel de menschelijke maatschappij. Een reden voor de vorming van dezen bond - om van vele andere te zwijgen - is de algemeen erkende noodzakelijkheid om, met inspanning van alle krachten en na afschaffing of vermindering der militaire uitgaven, wier ontzettende last voor de staten niet meer te dragen is, zulke rampzalige oorlogen in de toekomst onmogelijk te maken, of althans het gevaar er voor zoo ver mogelijk te verwijderen, en aan ieder volk tegelijk met zijn onafhankelijkheid ook de integriteit van zijn grondgebied binnen rechtvaardige grenzen te verzekeren.
Na dit herstel, na den terugkeer der orde van rechtvaardigheid en liefde, en na het tot stand komen van de verzoening der volken, is het, eerbiedwaardige broeders, zeker te wenschen, dat alle staten, met terzijdestellen van alle verdenkingen tegen elkander, zich vereenigen tot één bond of liever tot één gezin, zoowel ter verdediging van ieders vrijheid als tot handhaving der orde in heel de menschelijke maatschappij. Een reden voor de vorming van dezen bond - om van vele andere te zwijgen - is de algemeen erkende noodzakelijkheid om, met inspanning van alle krachten en na afschaffing of vermindering der militaire uitgaven, wier ontzettende last voor de staten niet meer te dragen is, zulke rampzalige oorlogen in de toekomst onmogelijk te maken, of althans het gevaar er voor zoo ver mogelijk te verwijderen, en aan ieder volk tegelijk met zijn onafhankelijkheid ook de integriteit van zijn grondgebied binnen rechtvaardige grenzen te verzekeren.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
5 - De Kerk wil daarbij een steun zijn
Zijn de volken eenmaal vereenigd in een bond, die gevestigd is op de christelijke wet, dan zal de Kerk hun haar krachtdadige, bereidvaardige hulp niet onthouden bij alles wat zij uit rechtvaardigheid of liefde ondernemen. De Kerk is het meest volmaakte model van een wereldmaatschappij. Zij bezit krachtens haar eigen wezenlijke inrichting en haar eigen constitutie een wonderbaren invloed, om tusschen de menschen een band te leggen, die niet alleen tot hun eeuwig heil strekt, maar ook tot voorspoed in dit leven. Want zij leidt de menschen zóó langs den weg der tijdelijke goederen, dat zij de eeuwige niet verliezen. Wij weten dan ook uit het getuigenis der geschiedenis omtrent de barbaarsche volken van het vroegere Europa: zoodra de geest der Kerk in hen was doorgedrongen, begonnen langzamerhand hun vele en diepgaande geschillen te verminderen, kwam er een einde aan de oneenigheden en smolten zij samen tot één homogene maatschappij. Zoo ontstond het christelijk Europa, dat onder de zegenrijke leiding der Kerk, ondanks het voortbestaan der nationale verscheidenheid, toch moest streven naar een zekere eenheid, die de steun was van zijn welvaart en zijn roem.
Zijn de volken eenmaal vereenigd in een bond, die gevestigd is op de christelijke wet, dan zal de Kerk hun haar krachtdadige, bereidvaardige hulp niet onthouden bij alles wat zij uit rechtvaardigheid of liefde ondernemen. De Kerk is het meest volmaakte model van een wereldmaatschappij. Zij bezit krachtens haar eigen wezenlijke inrichting en haar eigen constitutie een wonderbaren invloed, om tusschen de menschen een band te leggen, die niet alleen tot hun eeuwig heil strekt, maar ook tot voorspoed in dit leven. Want zij leidt de menschen zóó langs den weg der tijdelijke goederen, dat zij de eeuwige niet verliezen. Wij weten dan ook uit het getuigenis der geschiedenis omtrent de barbaarsche volken van het vroegere Europa: zoodra de geest der Kerk in hen was doorgedrongen, begonnen langzamerhand hun vele en diepgaande geschillen te verminderen, kwam er een einde aan de oneenigheden en smolten zij samen tot één homogene maatschappij. Zoo ontstond het christelijk Europa, dat onder de zegenrijke leiding der Kerk, ondanks het voortbestaan der nationale verscheidenheid, toch moest streven naar een zekere eenheid, die de steun was van zijn welvaart en zijn roem.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Hieromtrent heeft Augustinus een heerlijke uitspraak gedaan. „Deze hemelsche stad recruteert gedurende haar pelgrimsreis hier op aarde haar burgers uit alle volken, en verzamelt haar trekkende gemeenschap uit menschen van alle talen, zonder zich te bekommeren om verschil van gebruiken, wetten en instellingen, die den vrede op aarde tot stand brengen of in stand houden, zonder daar iets van af te doen of te vernietigen. Integendeel, die staat bewaart alles en past zich aan alles aan, wat, hoewel verschillend bij de verschillende volken, toch strekt ter bereiking van één en hetzelfde doel: den vrede op aarde; als het maar geen belemmering is voor den godsdienst, die ons de aanbidding leert van den allerhoogsten waren God." lib. 19, c. 17[[857]] Dezelfde heilige leeraar spreekt dan ook de Kerk toe met de woorden: „Door hen te doen denken aan de eerste ouders legt gij tusschen burgers, tusschen volken, in één woord tusschen de menschen onderling niet slechts een bande van samenhoorigheid, maar als het ware van broederschap." I, c. 30[[2218]]
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- SLOT
28
1 - Herhaalde vurige aansporing tot alle menschen en volken
Om dus onze gedachte uit het begin van dit schrijven weer op te vatten: terwijl wij eerst al onze zonen zonder uitzondering omhelzen, vragen en bezweren wij hen nogmaals in den naam van onzen Heer Jesus Christus: laten zij er zich toch toe zetten alle onderlinge geschillen en alle onrechtvaardige bejegeningen door vrijwillig vergeten te doen verdwijnen en tusschen elkander den heiligen band te leggen der christelijke liefde, voor wie niemand een vreemde of een vijand is. Vervolgens richten wij tot alle volken de dringende aansporing: laten zij toch in den geest van christelijke welwillendheid een waren vrede met elkander sluiten en samen één verbond aangaan, dat, bezield door de rechtvaardigheid, een duurzaam verbond zal kunnen zijn.
Om dus onze gedachte uit het begin van dit schrijven weer op te vatten: terwijl wij eerst al onze zonen zonder uitzondering omhelzen, vragen en bezweren wij hen nogmaals in den naam van onzen Heer Jesus Christus: laten zij er zich toch toe zetten alle onderlinge geschillen en alle onrechtvaardige bejegeningen door vrijwillig vergeten te doen verdwijnen en tusschen elkander den heiligen band te leggen der christelijke liefde, voor wie niemand een vreemde of een vijand is. Vervolgens richten wij tot alle volken de dringende aansporing: laten zij toch in den geest van christelijke welwillendheid een waren vrede met elkander sluiten en samen één verbond aangaan, dat, bezield door de rechtvaardigheid, een duurzaam verbond zal kunnen zijn.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
2 - Uitnoodiging tot allen om zich bij de Kerk en daardoor bij Christus aan te sluiten
Ten slotte noodigen wij alle menschen uit om zich met hart en ziel bij de katholieke Kerk en door de Kerk bij Christus, den Verlosser van het menschelijk geslacht, aan te sluiten. Dan zullen wij tot hen in volle waarheid de woorden kunnen richten, die Paulus richtte tot de Ephesiërs: „Maar thans, nu gij in Christus Jesus zijt, thans zijt gij nabij gekomen door Christus' Bloed, gij die eertijds verre waart. Want Hij is onze vrede, Hij, die beide groepen één heeft gemaakt, en den scheidsmuur wegnemend'.... de vijandschap in Zich zelven heeft gedood. Hij is gekomen om vrede te preeken aan u, die verre waart, en vrede aan hen, die nabij waren gebleven." ((Ef. 2, 13 vv.))[b:Ef. 2, 13] Niet minder toepasselijk is het woord van denzelfden apostel in zijn brief 'aan de Colossensen: „Bedriegt elkander niet. Want gij hebt den ouden mensch afgelegd met zijn praktijken, en aangetrokken den nieuwen mensch, die tot beter inzicht vernieuwd is naar het beeld van zijn Schepper. Zoo is er geen Griek meer of Jood, geen besnedene of onbesnedene, geen barbaar en geen Scyth, geen slaaf en geen vrije; maar Christus is alles in allen." (Kol. 3, 9-11)[b:Kol. 3, 9-11]
Ten slotte noodigen wij alle menschen uit om zich met hart en ziel bij de katholieke Kerk en door de Kerk bij Christus, den Verlosser van het menschelijk geslacht, aan te sluiten. Dan zullen wij tot hen in volle waarheid de woorden kunnen richten, die Paulus richtte tot de Ephesiërs: „Maar thans, nu gij in Christus Jesus zijt, thans zijt gij nabij gekomen door Christus' Bloed, gij die eertijds verre waart. Want Hij is onze vrede, Hij, die beide groepen één heeft gemaakt, en den scheidsmuur wegnemend'.... de vijandschap in Zich zelven heeft gedood. Hij is gekomen om vrede te preeken aan u, die verre waart, en vrede aan hen, die nabij waren gebleven." ((Ef. 2, 13 vv.))[b:Ef. 2, 13] Niet minder toepasselijk is het woord van denzelfden apostel in zijn brief 'aan de Colossensen: „Bedriegt elkander niet. Want gij hebt den ouden mensch afgelegd met zijn praktijken, en aangetrokken den nieuwen mensch, die tot beter inzicht vernieuwd is naar het beeld van zijn Schepper. Zoo is er geen Griek meer of Jood, geen besnedene of onbesnedene, geen barbaar en geen Scyth, geen slaaf en geen vrije; maar Christus is alles in allen." (Kol. 3, 9-11)[b:Kol. 3, 9-11]
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
3 Uiting van vertrouwen
Intusschen vol vertrouwen op de bescherming der onbevlekte Maagd Maria, die allen volgens ons kort geleden gegeven voorschrift moeten aanroepen met den titel ‘koningin van den vrede’, alsmede op de voorspraak der drie zaligen, die wij nog pas de eer der heiligen hebben toegekend, smeeken wij nederig den Heiligen Geest, den vertrooster, dat Hij „aan Zijn Kerk genadig de gaven van eenheid en vrede wille schenken" Secreta in Solemnitate...Secreta in Solemnitate Corporis Christi en dat Hij het aanschijn der aarde door een nieuwe uitstorting Zijner liefde wille vernieuwen tot heil van allen.
Intusschen vol vertrouwen op de bescherming der onbevlekte Maagd Maria, die allen volgens ons kort geleden gegeven voorschrift moeten aanroepen met den titel ‘koningin van den vrede’, alsmede op de voorspraak der drie zaligen, die wij nog pas de eer der heiligen hebben toegekend, smeeken wij nederig den Heiligen Geest, den vertrooster, dat Hij „aan Zijn Kerk genadig de gaven van eenheid en vrede wille schenken" Secreta in Solemnitate...Secreta in Solemnitate Corporis Christi en dat Hij het aanschijn der aarde door een nieuwe uitstorting Zijner liefde wille vernieuwen tot heil van allen.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
f Zegen
Als onderpand van deze goddelijke gave en als bewijs van onze welwillendheid verleenen wij van ganscher harte aan u, eerbiedwaardige broeders, aan uw geestelijkheid en uw volk den apostolischen zegen.
Als onderpand van deze goddelijke gave en als bewijs van onze welwillendheid verleenen wij van ganscher harte aan u, eerbiedwaardige broeders, aan uw geestelijkheid en uw volk den apostolischen zegen.
Gegeven te Rome bij St. Pieter, den 23en Mei, op het feest van Pinksteren, 1920, in het zesde jaar van ons pausschap.
Paus Benedictus XV
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 4
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/827-pacem-dei-munus-pulcherrimum-nl